De Plicht Der Politieke Partijen
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
118 118 Hoewel politieke partijen niet meer zijn weg te denken uit de parlementaire de- mocratie, hebben liberalen altijd enige ambivalentie gevoeld jegens het verschijn- DE PLICHT DER sel politieke partij. Zij vreesden namelijk dat hiërarchisch geleide organisaties zich zouden wringen tussen volksvertegenwoordigers en hun kiezers. Tegelijker- POLITIEKE PARTIJEN tijd hoopten zij dat, via de politieke partij, de strijd in het parlement zich weer op Kiezers, partijleden en politici in een beginselen zou richten. open partijendemocratie Beginselen en personen zijn de twee rode draden in dit geschrift over de toekomst van de partijendemocratie. Daarin wordt nadrukkelijk gekozen voor de politieke partij als ‘een vereniging van gelijkgezinde staatsburgers tot behartiging van het Mark van de Velde (scribent), Joost van den Akker, volksbelang naar hun eigenaardige zienswijze’. Het verenigingsaspect van partijen PLICHT DE komt uitgebreid ter sprake. Wat hebben partijen (potentiële) leden te bieden? Caspar van den Berg, Patrick van Schie en Herbert Zilverentant Voor mensen die een politieke loopbaan ambiëren, spreekt het voordeel van het partijlidmaatschap vanzelf, maar een vitale partij moet zich ook aantrekkelijk maken voor mensen zonder bestuurlijke ambities. Ter bevordering van de in- D terne partijdemocratie en een vrij en inhoudelijk debat doen de opstellers van dit PARTIJEN POLITIEKE ER geschrift voorstellen om de invloed van partijleden op verkiezingsprogramma’s en concept-kandidatenlijsten te vergroten. Bovenal hebben de auteurs zich afge- vraagd hoe partijen dienstbaar aan burgers kunnen zijn. Mede daarom bepleiten zij een verlaging van de voorkeursdrempel, zodat kandidaat-volksvertegenwoor- digers zich minder op de partijtop en meer op de kiezers en gewone partijleden zullen richten. Daarnaast wordt gekeken naar de rol van het internet, (sociale) media, de rolopvattingen van Tweede Kamerleden en het kiesstelsel. ISBN/EAN: 978-90-73896-60-4 De plicht der politieke partijen Kiezers, partijleden en politici in een open partijendemocratie Mark van de Velde (scribent), Joost van den Akker, Caspar van den Berg, Patrick van Schie en Herbert Zilverentant Prof.mr. B.M. Teldersstichting Den Haag, 2013 Prof.mr. B.M. Teldersstichting Koninginnegracht 55a 2514 AE Den Haag Telefoon (070) 363 1948 E-mail: [email protected] www.teldersstichting.nl Op de omslag is de definitie van een politieke partij door Robert Fruin (1823- 1899) weergegeven, een haast woordelijke vertaling van Edmund Burkes beroemde omschrijving uit 1770. Copyright © 2013 Teldersstichting – Den Haag Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij electronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Zetwerk en druk: Oranje/Van Loon B.V. ISBN/EAN: 978-90-73896-60-4 Trefwoorden: democratisering, politieke partijen, liberalisme Prijs: e 19,50 Voorwoord Het (voort)bestaan van politieke partijen houdt de gemoederen voortdurend be- zig. ‘Must there then always be parties?’, vroeg de liberale historicus en politicus James Bryce zich af. Bij wijze van antwoord somde hij een aantal utopische om- standigheden op waarin partijen overbodig zijn, om die vervolgens af te doen als een ‘flight in a thin air so far above the surface of this planet’. Terloops nam hij nog even een academische beroepsgroep op de hak: ‘Political philosophers have incessantly denounced party, but none seems to have shown how they can either be prevented from arising or eliminated when they exist.’1 Aldus Bryce in 1921, die net als Alexis de Tocqueville een rondreis door de Verenigde Staten had ge- maakt om het land en zijn politieke instellingen te bestuderen en er aan het begin van de twintigste eeuw werkte als Brits ambassadeur. Twintig jaar later stelde professor Telders, leider van de Liberale Staatspartij, zich dezelfde vraag. Heeft Nederland nog partijen nodig of is het zonder hen beter af? Hoewel Telders niet blind was voor de feilen van politieke partijen, gaf hij in zijn opstel De plicht der politieke partijen een resoluut antwoord: ‘De politieke partijen zijn geen onkruid in het hof der Nederlandse natie, zij zijn gewassen, die daarin hunne eigen plaats hebben en behooren te behouden, ook al zou hun hier en daar eene operatie met het snoeimes geen kwaad doen. Wie de politieke partijen plotseling zoude afschaffen, verschaft daarmede niet meer licht en lucht aan andere thans onderdrukt gewaande gewassen, maar schept een leegte welke zonder den minste twijfel door allerlei “onkruid”, mastklimmers en avonturiers, zoude worden gevuld.’2 Ook de opstellers van dit geschrift twijfelen niet aan de noodzaak van poli- tieke partijen, maar snoeien de topzware partij wel terug, zodat kiezers, grassroots supporters en onafhankelijke volksvertegenwoordigers wat meer lucht krijgen. Po- litieke partijen moeten weer dienstbaar worden aan de burger. Daartoe doen de auteurs diverse aanbevelingen betreffende de interne partijdemocratie, de invloed van kiezers op de personele samenstelling van de Tweede Kamer, en de communi- catie tussen kiezers, partijleden en politici. Tijdens het laatste najaarscongres van de VVD, in november 2012, zei VVD- voorzitter Benk Korthals dat ‘de rol van politieke partijen in de huidige samenle- ving (…) nadere beschouwing en gedegen gedachtenvorming’ verdiende in 2013. Het doet het curatorium buitengewoon veel genoegen dat een werkgroep van de Teldersstichting een gedegen beschouwing over dit belangrijke onderwerp heeft voortgebracht. Wij hopen dat dit geschrift gelezen zal worden als een welkome 1 Viscount James Bryce, Modern Democracies (deel 1), New York, 1921, hoofdstuk XI: Party (www.oll.libertyfund.org). 2 Benjamin Marius Telders, ‘De plicht der politieke partijen’, in: Verzamelde geschriften van Prof. Mr. B.M. Telders (deel V), ’s-Gravenhage, 1947, pp. 209-211, p. 211. I bijdrage aan het ontluikende debat in de VVD – en daarbuiten – over de toe- komst van de partijendemocratie. Zulke debatten zijn natuurlijk eerder gevoerd. Daarin lag echter te vaak de na- druk op ontwikkelingen die zich buiten de politieke partijen om afspeelden, maar die voor partijen wel grote gevolgen hadden, zoals secularisering, individualisering en ontzuiling. De winst van het voorliggende geschrift is dat het niet blijft steken in (valse) nostalgie naar de vervlogen tijden van de massapartij. Liberalen zijn sowieso minder enthousiast over dat tijdvak dan sociaal-democraten en christen- democraten, omdat zij blij zijn dat de sociaal-economische en religieuze achter- grond en omgeving van veel kiezers niet langer een zwaar stempel drukken op hun politieke overtuiging. In plaats van te benadrukken wie ze zijn, laten burgers tegenwoordig in het stemhokje vooral blijken wat ze vinden – een ontwikkeling die goed aansluit bij het liberale denken over politieke vertegenwoordiging. Daar- naast vertroebelde de gerichtheid op brede maatschappelijke ontwikkelingen de blik op de interne partijorganisatie. Natuurlijk moeten politieke partijen trachten om meer aansluiting te krijgen bij ‘de samenleving’, maar is het juist daarom niet van het grootste belang om allereerst degenen die zich reeds bij een partij hebben aangesloten beter bij de partij te betrekken? Het curatorium is daarom blij dat de werkgroep ruim aandacht besteedt aan de rol en positie van gewone partijleden en aanbevelingen doet ter verlevendiging van de interne partijdemocratie. Dat wil niet noodzakelijk zeggen dat de leden van het curatorium zich allen achter elke aanbeveling scharen. Zoals bij de Teldersstichting gebruik is, geldt ook nu dat het geschrift de boodschap van de werkgroep is. Namens het curatorium van de Prof.mr. B.M. Teldersstichting Frans Engering mei 2013 II Dankwoord Tijdens het schrijven van dit rapport hebben de leden van de werkgroep ruim- schoots gebruikgemaakt van de kennis en ervaring van anderen. De werkgroep wil graag de volgende personen bedanken met wie zij gesprekken heeft gevoerd: Eric Balemans (voormalig Tweede Kamerlid, lid Provinciale Staten Utrecht), mw. Ybeltje Berckmoes-Duindam (Tweede Kamerlid), Patrick van Domburg (wet- houder Zoetermeer), Marc Rosier (VVD-fractievoorzitter Zoetermeer) en Frans Weisglas (voormalig Tweede Kamerlid en oud-voorzitter van de Tweede Kamer). Daarnaast is de werkgroep dank verschuldigd aan een tweetal personen met wie meermalen uitvoerig van gedachten gewisseld is: Gert-Anne van Pruissen (Kamer- centrale Haarlem) en Patrick Mikkelsen (oud-woordvoerder KPN). De verant- woordelijkheid voor de inhoud van het geschrift ligt uiteraard geheel bij de leden van de werkgroep en niet bij de gesprekspartners. III Inhoudsopgave Voorwoord I Dankwoord III Inhoudsopgave V 1. Samenvatting en aanbevelingen 1 2. Inleiding 17 2.1 Partij-en-democratie 17 2.2 Opbouw van het geschrift 22 3. Vertrouwen op cijfers? 25 3.1 Tevredenheid met democratie en politiek 25 3.2 Vertrouwensverschillen tussen landen 28 3.3 Grotere schommelingen 30 3.4 Hoger opgeleid, meer vertrouwen 31 3.5 Politieke participatie: opkomst en partijlidmaatschap 34 3.6 Conclusie 38 4. Inhoudelijke en demografische profielen van partijleden en kiezers 41 4.1 Wie zijn ze... 41 4.2 ...en wat vinden ze? 45 4.3 Politieke voorkeuren van VVD-stemmers en VVD-leden 47 4.4 Conclusie 51 5. De evolutie van politieke partijen en hun functies 53 5.1 Crisisdenken 53 5.2 Namens de partij: rekrutering en selectie 57 5.3 Belangen