Mitsen en maren bij mits en tenzij Studie naar de betekenis en onderlinge verhouding van de voorwaardelijke voegwoorden mits en tenzij Masterscriptie Taalbeheersing Naam: Maarten Zantinge Studentnummer: s1302264 Emailadres:
[email protected] Begeleider: Dr. R.J.U. Boogaart Tweede lezer: Dr. H. Jansen Datum: 07-07-2014 Samenvatting Dit is een verslag van een kwantitatief onderzoek naar de eigenschappen van mits en tenzij en hun onderlinge verhouding. Conditionele constructies zijn er in soorten en maten. Ze bevatten altijd minstens een antecedent of protasis en een consequent of apodosis; de meest simpele conditionele vorm is p, q. Voor de interpretatie van conditionele constructies zijn meerdere eigenschappen van belang: de houding van de spreker, de vorm van de bewering, de gebruikte argumentatieve richting en -kracht, eventueel aanwezige nadruk, eventuele wenselijkheid en onwenselijkheid van de premissen, en de context. Conditionele constructies laten zich onderscheiden in voorspellende en niet-voorspellende. Voorspellende conditionelen creëren minstens twee alternatieve mentale ruimtes, terwijl er bij niet- voorspellende maar sprake is van één mentale ruimte. Het blijkt dat mits en tenzij vooral geschikt zijn voor gebruik in voorspellende conditionelen, en in combinatie met negatieve epistemische houding: de voorspeller weet als hij zijn voorspelling maakt nog niet wat de uitkomst zal zijn. Daarnaast blijkt tenzij geschikt in een bepaald type niet-voorspellende conditionelen, de zogenaamde speech-act- conditionelen. Mits en tenzij hebben beide een unieke betekenis, maar kunnen in bepaalde omstandigheden worden vervangen door alternatieven. Wie mits bedoelt, kan zich dikwijls uitdrukken met als – al of niet versterkt tot ‘alleen als’, ‘slechts dan als’, enzovoort – en wie tenzij wil zeggen, kan zich soms ook redden met als niet of behalve als.