Marianne Thieme 6 E Partijcongres 1 Oktober 2006
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Conceptspeech Marianne Thieme 6 e Partijcongres 1 oktober 2006 Partijgenoten! Heel hartelijk welkom op alweer het 6 e partijcongres van de Partij voor de Dieren. We verwachten dat dit het laatste congres zal zijn voorafgaand aan onze definitieve doorbraak! Ik ben heel blij dat u in groten getale bent gekomen om ons samen voor te bereiden op de wereldprimeur van de eerste Partij voor de Dieren ter wereld die in een Nationaal Parlement vertegenwoordigd zal zijn. Enkele maanden voor de Europese verkiezingen van 2004, om precies te zijn op 6 maart, werden we nauwelijks genoemd in de peilingen en hadden we nauwelijks verkiezingsbudget. Toch hadden we het rotsvaste vertrouwen dat veel mensen genoeg hadden van dit dieronvriendelijke Europa en alleen uit uit sympathie Partij voor de Dieren zouden kiezen. Die verwachting is uitgekomen. We scoorden bij die verkiezingen maar liefst 3,2% van de stemmen. In enkele steden zoals Amsterdam zelfs meer dan 6,5%! Natuurlijk is in de tussenliggende periode de belangstelling van de kiezers wat weggezakt. We hebben natuurlijk maar beperkt campagne kunnen voeren. Maar uit alles blijkt dat we die waakvlam weer heel snel op de hoogste stand zullen gaan krijgen. De aanmeldingen van nieuwe leden stromen binnen. De aandacht van de media begint nu al aan te zwellen mede dankzij onze bekende lijstduwers. Misschien heeft u gisteren de Volkskrant gezien met een paginagroot artikel over de partij en met een groot artikel op de voorpagina. We hebben een geoliede campagne-organisatie opgebouwd met een partijkantoor in Amsterdam, een binnenkort te openen Partij voor de Dieren winkel, ook in Amsterdam én een landelijk distributiecentrum op Landgoed Beverweerd bij Bunnik. En we hebben een jongerenorganisatie opgericht, waar Peter Boogaard straks meer over gaat vertellen. Terwijl de meeste andere partijen zich nog aan het voorbereiden zijn, hebben wij onze eerste landelijke stationspostercampagne er al weer op zitten. De uitgangspositie die we hebben, is ideaal. We “pieken” niet te vroeg, we worden vooralsnog gezien als underdog en daar komen we ook precies voor op. Voor de underdogs. Wij komen op voor levende wezens die tot nu toe het onderspit hebben moeten delven. Vanwege de vermeende superioriteit die de mens zichzelf aanmatigt. Nee, wij proberen mens en dier niet op één lijn te stellen, we weten echt het verschil wel. Maar juist vanwege het verschil tussen mens en dier, mag je de mens aanspreken op zijn morele besef, zijn intelligentie, zijn vermogen om de gevolgen van zijn handelen ver te overzien. Als je dat in aanmerking neemt, moeten we vaststellen dat de mens er weinig van gebakken heeft de laatste eeuwen. Zeker, we kunnen landen op de maan, we kunnen in een paar uur de oceaan over, maar waar heeft ons dat gebracht? We zijn de enige levende soort die in rap tempo z’n leefomgeving vernietigt. We zijn de enige levende soort die essentiële levensbehoeftes zoals schone lucht, schoon water, natuur en zelfs liefde, aandacht en genegenheid ondergeschikt heeft gemaakt aan een zelf bedacht intermediair: geld. Er dreigt een vogelgrieppandemie die leven en gezondheid van een groot deel van de wereldbevolking bedreigt, maar alles wat je erover leest, gaat over de economische gevolgen die het zal hebben. Geld, dat ooit bedacht werd als smeermiddel voor onze samenleving, is het hoofdonderwerp geworden waarvoor veel mensen leven. Wat een armoe! Ik zag een paar jaar geleden een tekening van Len Munnik van een man die met hamer en beitel de aarde waarop hij staat omvormt in een dollarteken. Dat is precies wat we met z’n allen aan het doen zijn. Dat maakt de opdracht waar de Partij voor de Dieren voor staat tot een grote uitdaging. We moeten niet alleen het beschermen van dieren beter regelen. We moeten werken aan het ethische en morele besef van mensen om anders om te gaan met de wereld waarin we leven. Om te stoppen met zagen aan de tak waarop we samen zitten. Dat maakt de Partij voor de Dieren tot veel meer dan een gimmick, een stuntje van een paar dierenbeschermers in een poging tot aandacht voor hun hobby. De doorbraak van de Partij voor de Dieren is van levensbelang. Overlevingsbelang, letterlijk! Zo klein als we nog zijn, wij gaan een aanzet geven het tij te keren. Wij gaan een aanzet geven tot een andere manier van denken die in snel tempo in andere landen zal worden overgenomen nadat onze doorbraak een feit zal zijn. Dat is geen grootspraak, maar noodzaak! Erich Fromm schreef in 1941 in zijn boek Escape to Freedom het volgende: “Een individu die zijn geweten laat spreken en zich durft te verzetten tegen de druk van de massa, die hem dwingt tot onzuivere daden, is veel waardevoller voor de maatschappij dan een altijd zich maar conformerende burger. Het is door de gewetensvolle daden en het onafhankelijke en creatieve denken van individuen, dat de cultuur op een hoger plan is gebracht.” Einde citaat. De Partij voor de Dieren is de enige partij die op 22 november meedoet aan de verkiezingen die een werkelijk ander geluid laat horen. De enige partij die durft te zeggen dat de keizer geen kleren aan heeft. De enige partij die durft te zeggen dat we radicaal anders om zullen moeten gaan met elkaar, met andere levende wezens en met onze leefomgeving. Veel mensen zijn van nature niet tot verandering geneigd, dat is waar. Maar dat hoeft niet te betekenen dat daarmee verandering onmogelijk is. Allerminst. In de geschiedenis is meer dan eens gebleken dat één mens het verschil kan maken. Laat staan een snel groeiend voorhoede van nu al meer dan 3.000 mensen die lid zijn geworden van de Partij voor de Dieren! Wij gaan mensen wakker schudden en ze vervolgens concrete handelingsperspectieven bieden voor een betere wereld. De eerste stap die daarvoor gezet kan en zal worden is op 22 november a.s.. Héél binnenkort dus. Maar ben ik daarmee niet te overmoedig, hoor ik een aantal van u denken? Nee, wees niet bang. Het is niet mijn overmoed die me aanzet tot optimisme, maar een volkomen rationele afweging. ik u dit voorval? Omdat het precies staat voor wat wij op dit moment meemaken. We horen van heel veel kanten dat we niet serieus te nemen zouden zijn. Waar maken jullie je druk om? Er is nog zoveel armoede in de derde wereld, oorlogen, onveiligheid, zwervers op straat, en dan beginnen jullie over dieren? Dierenwelzijn is een uitdrukking van luxe. Een Partij voor de Dieren… het moet niet veel gekker worden in dit land! Natuurlijk is het niet altijd leuk om geconfronteerd te worden met dit soort vooroordelen. Maar houd in gedachten dat dit het lot is van elke sociale beweging. Gandhi zei erover: “Eerst negeren ze je, daarna lachen ze je uit, daarna bevechten ze je en daarna win je…” En zo is het precies. We beschikken over veel meer mogelijkheden om onze boodschap uit te dragen dan Gandhi destijds had, en dat verklaart ook onze snelle opmars. Toen we met drie dierenbeschermers in 2002 het plan maakten tot oprichting van een Partij voor de Dieren, haalden veel mensen hun schouders erover op. Toen we in 2003 meededen aan de verkiezingen voor de Tweede Kamer, werden we gezien als een curiositeit vergelijkbaar met de Feestneuzenpartij van Johan Vlemmix en de Tsjakkapartij van Emile Ratelband. Ondanks dat en vrijwel zonder verkiezingsbudget kregen we 50.000 stemmen, bijna goed voor een zetel. In 2004 kregen we de steun van een groot aantal opinieleiders en haalden we ook weer vrijwel zonder budget 3,2% van de stemmen. De zittende politiek schrok toch wel een beetje van onze opmars. De Partij van de Arbeid schreef in de laatste week voor de verkiezingen een manifest dat de dieren een hemel op aarde beloofde. Groenlinks deed er alles aan om duidelijk te maken dat zij eigenlijk de Partij voor de Dieren was. D66 beloofde de stieren koeien met gouden horens en de hanen kippen met gouden eieren. Maar in de politiek regeert de waan van de dag. Ondanks het feit dat we in 2005 als partij opnieuw een belangrijke bijdrage leverden aan het NEE tegen de dieronvriendelijke grondwet, raakte de rest van de politiek de tijdelijke aandacht voor de rechten van dieren alweer snel kwijt. Toen wij besloten niet mee te doen aan de verkiezingen voor de gemeenteraad dit voorjaar, werd dat in veel politieke partijen uitgelegd als zou het thema dierenrechten nu wel over haar hoogtepunt heen zijn. En inderdaad, tijdens de gemeenteraadsverkiezingen was het onderwerp dierenrechten met een kaarsje te zoeken. De zittende politiek gaf daarmee overtuigend aan dat ze niet voor de dieren kan zorgen zonder onze aanwezigheid als haas in de marathon, aanjager van het publieke en politieke debat. Bij de samenstelling van de conceptverkiezingsprogramma’s bleek dat dieren weer geheel ondergesneeuwd waren bij de zich diervriendelijk noemende politieke partijen. Wie de conceptprogramma’s scant op het woord “dier” komt tot een bedroevend overzicht. Dieren worden slechts eenmaal genoemd bij de VVD, 8x bij het CDA, 14x bij de PvdA, 17x bij Groenlinks, 18x bij D66, 21 x bij de SP, 43x bij de Christenunie en 561x bij onze partij, de Partij voor de Dieren. Als u trouwens deze scan thuis ook probeert, let u er dan even op dat sommige partijen bij eerste beschouwing iets hoger lijken te scoren. Weet u hoe dat komt? Als u het trefwoord dier intikt in de zoekfunctie van uw computer, levert dat alle woorden op waarin DIER voorkomt. En ja, in het woord subsidieregeling, komt ook het hele woord “dier” voor. Het staat precies voor wat je kunt zeggen van veel politieke programma’s. Ze lijken aardig voor dieren, maar stellen toch vooral de mens of – belangrijker nog- de God van het Geld centraal.