Schout-Bij-Nacht Doorman En De Javazee-Campagne: Een Geval Van Hardnekkige Beeldvorming?
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
MENINGEN VAN ANDEREN Schout-bij-nacht Doorman en de Javazee-campagne: een geval van hardnekkige beeldvorming? KLTZ drs. H. Warnar r. P.C. Boer en drs. R. Enthoven betogen in Na het lezen van deze aantijgingen ben ik naar Dhun artikel over schout-bij-nacht Karel De Slegte gegaan om de boeken van Bosscher te Doorman en de Javazee-campagne, op grond van kopen en te lezen. Want anders dan het artikel archiefmateriaal, dat er in Nederland een te doet vermoeden, ken ik slechts een enkele rooskleurig beeld bestaat van de strijd die de collega die deze boeken thuis op de plank heeft Koninklijke Marine in Indië heeft geleverd.1 De staan. Vlakbij ‘Bosscher’ trof ik een ander boek: auteurs verwerpen het mythische beeld van Het marinebeleid in de Tweede Wereldoorlog van De knappe prestaties en een heldenstatus van Vos van Steenwijk. Dit boek is, net als deel 2 Doorman en hebben veel kritiek op het leider- (over de marineverrichtingen in het Verre schap van de schout-bij-nacht en zijn gebrek aan Oosten tot 8 maart 1942) van Bosschers trilogie, offensieve geest. Volgens Boer en Enthoven heeft gepubliceerd in 1986, twee jaar na de uitgave de marinehistoricus Ph.M. Bosscher, onder van De Jongs deel 11a. De vaststelling van Boer invloed van de marineleiding, dit onjuiste beeld en Enthoven dat Bosschers werk min of meer geconstru eerd en gecontroleerd. Bosscher heeft allesbepalend was, klopt naar mijn opvatting kritische opvattingen van met name A.N. baron niet. Nederland kent geen official histories zoals De Vos van Steenwijk bewust genegeerd, bijvoorbeeld het VK. Men zou zelfs kunnen waardoor WO II-historicus Lou de Jong een te betogen dat het boek van De Vos van Steenwijk positief beeld van Doorman en een te negatief een vergelijkbare status heeft als het tweede deel beeld van vice-admiraal C.E.L. Helfrich heeft van Bosscher omdat het, zoals staat op pagina 4, geschetst. De marine benutte het oorlogsprestige onderdeel uitmaakt van ‘bijdragen tot de om meer budget en materieel te kunnen Nederlandse marinegeschiedenis, onder redactie verwerven, aldus Boer en Enthoven. van de Afdeling Maritieme Historie van de Marinestaf’, terwijl op pagina 7 een voorwoord staat van vice-admiraal b.d. Van Es, die in 1971 als staatssecretaris van Defensie (marine) De Vos 1 Dr. P.C. Boer en drs. R. Enthoven, ‘Schout-bij-nacht Doorman en de Javazee- campagne: een geval van hardnekkige beeldvorming?’ in: Militaire Spectator 188 van Steenwijk heeft verzocht deze studie te (2019) (3) 122-137. maken. 206 MILITAIRE SPECTATOR JAARGANG 188 NUMMER 4 – 2019 Het grootste deel van het materiaal dat Boer en Helfrich te begrijpen. Een neutralere benadering Enthoven presenteren, zoals de beleving door de zou beter zijn geweest, maar blijkbaar belem- officieren van Hr.Ms. Tromp, staat ook in het merde de onderlinge vete dat. Ik wil bestrijden boek van De Vos van Steenwijk. De menings- dat de opvattingen van De Vos van Steenwijk zijn verschillen tussen Bosscher en De Vos van genegeerd. Bosscher benoemt de geschillen in Steenwijk die Boer en Enthoven in hun corres- zijn boek en tot een verkeerde beeldvorming bij pondentie hebben aangetroffen zijn terug te De Jong heeft het naar mijn mening niet geleid. vinden in de stellingname van deze auteurs in hun boeken. De Vos van Steenwijk verdedigt De opvattingen van De Vos van Steenwijk Helfrich en is kritisch ten aanzien van Doorman, heb ben prima hun weg naar De Jong gevonden. terwijl Bosscher een tegenovergestelde mening Dit blijkt bijvoorbeeld uit voetnoot 219 in heeft. Deze verschillende opvattingen zijn goed Bosschers werk op pagina 234: ‘deze kritiek [van te begrijpen als de beide mogelijke keuzen in het De Vos van Steenwijk] werd overgenomen door dilemma waarvoor Nederland destijds stond. De Jong’, en uit het voorwoord van De Vos van Enkele maanden eerder hadden de Japanners de Steenwijks boek, waarin hij onder meer De Jong Amerikaanse marine in Pearl Harbor en de bedankt voor de getoonde belangstelling en Britse marine, met het doen zinken van de verleende hulp. Verder blijkt het uit de wijze prestigieuze slagschepen H.M.S. Prince of Wales waarop De Jong in deel 11.a over de achtergrond en H.M.S. Repulse, verslagen. De Japanners en beweegredenen van Helfrich schrijft. De Jong: hadden een onbetwist luchtoverwicht en de ‘Helfrich die Indië, zijn geboorteland waaraan geallieerden hadden geen antwoord op de hij zijn hart heeft verpand, Java, zijn geboorte- Japanse torpedo’s. In de laatste fase van grond, meent te kunnen verdedigen en strijden campagne voelden de Nederlanders zich door moet, samen met bondgenoten die het geloof in de Britten in de steek gelaten. Gezien de die verdediging zijn kwijtgeraakt (1122). ‘Het krachtsverhouding stond Nederland voor de moreel van gehele volkeren die in een oorlog keuze offensief door te vechten of een meer betrokken zijn als de Tweede Wereldoorlog er defensieve opstelling in te nemen, die op de een was, wordt mede door onweegbare facto ren langere termijn meer succes kon hebben en op bepaald: ...er is ook van de Slag in de Javazee een de korte termijn het aantal Nederlandse bemoedigend effect uitgegaan. Nederlagen slachtoffers zou beperken en meer aandacht kunnen evenzeer als overwinningen de wil om voor evacuatie mogelijk kon maken. Helfrich, vol te houden versterken’ (1125). de bevelhebber en de facto de regeringsfunctio- Deze zinnen zijn redelijk consistent met wat De naris, volhardde in zijn offensieve opstelling. Vos van Steenwijk schrijft: ‘een vlootvoogd bij Doorman, als ondergeschikt uitvoerend uitstek. Hij mag hard en meedogenloos zijn commandant op zee, stond een voorzichtigere geweest in de wijze waarop hij schepen en koers voor, maar hij moest zich schikken naar vliegtuigen inzette, hij was juist in zijn ziens- Helfrich. wijze dat de Nederlandse marine geschapen was door en voor het Nederlandse volk en derhalve Bosscher maakt in zijn betoog duidelijk onder- de plicht had de Nederlandse belangen tot het scheid tussen feiten en zijn opvattingen daar- uiterste te verdedigen. Mogelijk speelde ook een over. In zijn opvattingen komt hij duidelijk op rol, dat Helfrich geboren en getogen op Java, voor Doorman, die naar zijn mening in een vocht voor zijn vaderland’ (204). lastige, zo niet onmogelijke, positie verkeerde. Ik deel niet al zijn opvattingen, maar de beschrij- In de nabeschouwing van Bosscher in deel 3 ving en het notenapparaat maken het naar mijn staan nauwelijks zulke constateringen. Het zou mening goed mogelijk een eigen oordeel te overigens ook merkwaardig zijn als iemand met vormen. In de context van de meningsverschil- de statuur van De Vos van Steenwijk zijn weg len die Bosscher met De Vos van Steenwijk had, naar De Jong niet zou weten te vinden. Hij was is de verdedigende opstelling van Bosscher en voormalig Commandant der Zeemacht in zijn gebrek aan begrip voor de positie van Nederland en adviseur van de minister van JAARGANG 188 NUMMER 4 – 2019 MILITAIRE SPECTATOR 207 MENINGEN VAN ANDEREN Defensie voor volkenrechtelijke aangelegen- De Vos van Steenwijk diende tijdens de oorlog heden en in 1986 voorzitter van de Hoge Raad als verbindingsofficier aan boord van Hr.Ms. van Adel, iemand die prima in staat zal zijn Tromp. Hij heeft dus zelf de fysieke gevolgen van geweest zijn stempel op de beeldvorming te falende marineoperaties kunnen aanschouwen. drukken. Dit blijkt ook uit de gereserveerdheid Hr.Ms. Tromp ondervond tijdens de raids in over Doorman bij de latere marinebevelhebbers. Straat Badoeng de gevolgen van slecht uitge- De stelling dat De Jong blind zou zijn gevaren op voerde command & control over een slecht plan. Bosscher zou naar mijn mening ook een onder- Als gevolg hiervan vielen aan boord van de schatting van zijn beoordelingsvermogen zijn. Ik Tromp tien doden en dertig gewonden. Het is kan me wel voorstellen dat De Jong moe werd begrijpelijk dat deze ervaringen een carrière van de onderlinge twisten tussen De Vos van lang meewegen in de beoordeling door offi- Steenwijk en Bosscher en niet nog langer wilde cieren. Anderen kunnen eenzelfde situatie wachten met de publicatie van deel 11.a, om zo echter anders beleefd hebben en bij de beoor- meer boeken te kunnen lezen. deling van leidinggevenden moet ook het geheel van hun middelen, informatie en opties De conclusie van Boer en Enthoven acht ik beschouwd worden. daarmee ongegrond. De geschiedschrijving is mogelijk onvolledig en niet perfect, maar van de Het is aan de historicus om de emoties te duiden betoogde eenzijdigheid is geen sprake. De en de gebeurtenissen in een context te plaatsen. genoemde publicaties vormen samen een geheel Bosscher noemt de operatie nabij Badoeng in waarin alle beschikbare opvattingen aan bod zijn slothoofdstuk ‘Poging tot balans’ (deel 3, kwamen. Het bestaan van het werk van De Vos pagina 318) ter illustratie van zijn stelling: ‘over van Steenwijk noemen Boer en Enthoven de prestaties van de oppervlakteschepen kan overigens alleen in een voetnoot (72). Is dit niet men bij nuchtere beschouwing minder positief een werkwijze waar zij zelf expliciete opvat- zijn. Zelfs in aanmerking genomen de zeer tingen over hebben? Dit brengt mij op de in moeilijke omstandigheden waaronder geageerd het artikel toegepaste methodologie. werd vallen de resultaten tegen. Met name frappeert dat de actie in Straat Badoeng, nu juist Het artikel is een bijdrage aan de militaire het gevecht waarvoor de Nederlandse kruisers geschiedenis. Het krijgskundige aspect stelt en jagers sinds jaar en dag hadden geoefend, eisen aan de wijze van geschiedschrijving. Het op een echec uitliep.’ Of Bosscher voldoende meest elementaire beginsel van de krijgskunde objectiviteit in zijn beoordeling kon betrachten, is volgens Von Clausewitz dat het gaat om een is lastig te beoordelen. Boer en Enthoven samenhangend geheel van ‘Haß, Wahrschein- trekken dit in twijfel. Een juiste duiding is alleen lichkeiten und Verstand’, ofwel emoties, mogelijk als ook de andere zijde van de medaille kansbeoordeling en ratio.