Imperator, Autokrator - ~~~ Romeinse Keizerschap, De Keizercultus En Egypte Sinds De Oudheid Wordt Beaamd Dat Rome Diepgaand Is Beïnvloed Door De Griekse Cultuur
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
" rits Naerebout Imperator, Autokrator - ~~~ Romeinse keizerschap, de keizercultus en Egypte Sinds de oudheid wordt beaamd dat Rome diepgaand is beïnvloed door de Griekse cultuur. Aan de hand van de heersercultus in de Griekse wereld, bij de Romeinen en in Egypte, toont aerebout in onderstaand artikel aan dat Rome niet om een vermeende 'Hellenisering', maar om het deelnemen aan acculturatieprocessen in de Hellenistische wereld, een Hellenistische staat genoemd kan worden. Wie het Hellenisme wil bestuderen, moet zeker aandacht schenken aan de meest succesvolle hellenistische staat: Rome. Rome is niet alleen een hellenistische staat omdat het deel uitmaakt van de hellenistische staten wereld en de rechtsopvolger is van, naarmate de tijd verstrijkt, steeds meer hellenistische monarchieën, maar ook omdat Rome voluit deelt in de ac culturatieprocessen die de hellenistische wereld kenmerken. Maar welke zijn precies die processen? Is het wat ook wel hellenisering wordt genoemd? Dat Rome diepgaand beïnvloed is door de Griekse cultuur is al sinds de oudheid een gemeenplaats. Wanneer we echter het feitelijke beïnvloedingsproces proberen te ontrafelen, dan blijkt dat niet eenvoudig. Het strekt zich over lange tijd uit, onder telkens andere omstandigheden, via een variëteit aan intermediairs, dan wel rechtstreeks. Het proces is dusdanig gecompliceerd dat het woord 'beïnvloeding' daar überhaupt geen recht aan doet. Rome is geen leeg vat dat naar behoeven met Grieks cultuurgoed gevuld kan worden, Rome speelt zelf een actieve rol. Het kiest, weigert, past aan en combineert. Het is waarschijnlijk onmogelijk om ook maar iets aan te wijzen dat zonder meer, 'met huid en haar' door Rome uit de Griekse wereld is 'overgenomen'. I En bovendien, wat is in dit ingewikkelde samenstel en R. MacMlILJen, 'HeLJenizing the Romans (2nd c BC)', Historia 40 (1991) 419-439; de vatmetafoor is ontleend aan: EG. Naerebollt & M.-J. Versluys, ''L'acculturation n'est qu'un mot". ClIltllllrcontact en acculturatieprocessen in de Oudheid: een inleiding', Leidschrift 21.3 (2006) 7-23. 55 Naerebout samenspel precies 'Grieks'? We zullen inzoomen op één aspect: de heersercultus. Dit is lange tijd gezien als een aan Rome wezensvreemd verschijnsel, daar binnengedrongen onder invloed van het voorbeeld geboden door de hellenistische konink rijken met hun god-koningen.z Wie dat zegt, gaat mee in het beeld dat veel Romeinen graag van zichzelf gaven: hoeders van de eigen traditie, die ze 'van vreemde smetten vrij' probeerden te houden. Dat is fictie. Niemand zal hellenistische invloed willen ontkennen, maar de heersercultus heeft ook 'autochtone' antecedenten, dat wil zeggen elementen die al in Rome aanwezig waren vóór er van een diepgaande hellenistische beïnvloeding sprake was. 3 In dit verband is het intrigerend om te zien hoe de heersercultus in de Griekse wereld op zijn beurt als een vreemd 'Oosters' insluipsel en vervalsverschijnsel is gezien.4 Wat direct opvalt is dat de Romeinse heersercultus nu juist op allerlei punten afwijkt van hetgeen we in de Griekse wereld vinden. De eenvoudigste verklaring hiervoor is dat de Romeinen weliswaar door het voorbeeld van de hellenistische wereld geïnspireerd werden eens goed werk te maken van het verlenen van goddelijke eer aan bijzonder geachte individuen, maar daar vorm aan gaven vanuit eigen ideeën over de grensgebieden tussen menselijkheid en goddelijkheid. Bij die eigen ideeën moeten we denken aan vergoddelijkte mensen (Romulus ofwel de god Quirinus, Aeneas, en misschien Latinus), sacraal koningschap (terug te zien in de triumphator, die gedurende de triumphus, de triomftocht, een goddelijke statuur lijkt 2 Het meest uitgesproken bij C.l. Classen, 'Gottmenschentum in der römischen Re publik', Gymnasium 70 (1963) 312-338, die meent dat de Romeinen zelfs een afkeer hadden van het hele idee van heroïsering of vergoddelijking (334-335). Vergelijk bare opvattingen zijn nog in allerlei overzichtswerken aan te treffen, bijvoorbeeld P. Garnsey en R. aller, The Roman empire: Economy, society and cu/tlire (Londen 1987) 164. 3 l.M.C. Toynbee, 'Ruler-apotheosis in ancient Rome', Numismatic ChronicIe 7 (1947) 126-149; M. Beard, l. orth & S. Price, Religions ofRome, vol!: A history (Cambridge 1998) 141; en heel sterk bij J. Scheid, Religion et piété à Rome (Parijs 200 I) 147: "ce thème proprement /"Onwin se rencontre avec certaines mentaJités helléni tigues" (mijn cursivering). Rome betekent in deze context de stad Rome. Rome is een stadstaat die een wereldrijk opbouwt, zodat'Romeins' van alles kan betekenen, wat oneindige verwarring sticht. Hiermee wil niets gezegd zijn over'de oervorm' van de Romeinse religie: die bestaat niet, en in ieder geval is er geen 'pure Romeinse religie' zonder 'vreemde' invloeden te vinden, zie bijvoorbeeld J. A. orth, Roman religion (Oxford 2000). 4 H.S. Versnel, 'Heer ercultus in Griekenland', Lampas 7 (1974) 129-163. 56 Imperator, Autokrator te hebben), denkbeelden omtrent de genius of, in geval van vrouwen, de iuno (de goddelijke vonk in elk mens) en omtrent de gestorvenen als divi (vergoddelijkten) en een gecompliceerde vooroudercultus. 5 Dan zijn er ook nog de concrete voorbeelden van religieuze eer bewijzen voor levende Romeinen: Scipio, Comelia, Marius.6 De poli tieke en militaire leiders van Rome blijken altijd minstens in een nauw verband met de godheid te staan. Het een en ander culmineert in de Late Republiek, maar dan moeten we al voluit rekening houden met hellenistisch cultuurgoed. Op dit punt moeten we stilstaan Nero in gebedshouding voor Je goden, reliëf op de bij wat heersercultus nu precies builenmuurvan de pronaos van de tempel van ha thor inhoudt. We houden het bij een in Dendera (foto a.E. KJper, Leiden). simpele werkdefinitie: het onder houden van een cultus voor levende en/of dode heersers. Vanuit de heersers gezien is het een medium om met hun onderdanen te communiceren en hun bewind te legitimeren. Die onderdanen gaan daar als collectief in mee en geven zo het gezag een plaats in hun cosmologie. Gezien vanuit de in dividuele gelovigen binnen een polytheïstische context, wordt er aan het open pantheon nog een set bovennatuurlijke wezens toegevoegd. Mooi, zo hebben ze er nog meer om een beroep op te doen in de strijd om het bestaan, en dit zijn er een paar die per definitie zeer nauw bij dat bestaan 5 Slechts enkele verwijzingen: R. Schilling, 'Genius', Realencyklopädie fiir Antike und Christentum 10 (1978) 52-83; P.M. Martin, L'idée de royall/é à Rome, dl. 1 (Clermont Ferrand 1982); meer algemeen in S. Weinstock, Divus fulius (Londen 1971) en I. Gradel, Emperor worship and roman religion (Oxford 2002). 6 Weinstock, Divus fulius, 205-206; Toynbee, 'Ruler-apotheosis', 127, 130, 139. Een lij ·tje in G.W Bowersock, 'Augustus und der Kaiserkult im Osten', in: A. Wlosok ed., Rämische Kaiserkult (Darmstadt 1978) 389-402, aldaar 40 \-402. Veel informatie ook bij Classen, 'Gottmenschentum in der römischen Republik', die dit alles weg probeert te redeneren als "griechische Vorstellung". 57 Naerebout betrokken zijn.? We vinden ook heel andere op vattingen: zo zou het hier slechts schijnbaar om een cultus gaan. In de praktijk was het helemaal geen • religieu , maar een louter politiek fenomeen. Van de kant van de heersers was het een kwestie van pragmatische propaganda, en de 'gelovigen' wisten aan welke kant hun boterham belegd was: het was een stelletje vleiers bi n nen een politiek toneelstuk. Dit kán echter niet kloppen: er is in de wereld van de oudheid helemaal Titus in een reliëf in de pronaos van de tempel van geen onderscheid tussen politiek Amon-Re in Deir e1-11agar, in de oase Dachla (foto en religie, niet eens tussen pro a.E. Kaper, Leiden). faan en religieus. Heersercultus moet dus wel religie én politiek tegelijk zijn: politieke eerbewijzen en cultus lopen naadloos in elkaar over. Dat de heersercultus ontegenzeggelijk als legitimatie en propaganda werd ingezet, hoeft niet het cynisme van de machthebbers te tonen (al beweer ik niet dat ongeloof in de antieke wereld niet bestond), maar kan net zozeer een uiting zijn van geloof in de bovenmenselijke natuur van de heerser - ook van de kant van de heerser zélf. Juist dáárom denkt deze dat het een ef fectief middel zal zijn.8 Daarmee is nog niet gezegd dat de heersercultus zomaar gelijk zou zijn te stellen aan enige andere cultus: de ene god is de andere niet. Deïficatie is hoe dan ook een problematisch gegeven: voor ons én voor de Grieken 7 Persoonlijke verering: Versnel, 'Heersercultus'; P. van uffelen, 'Le culte des souve rains hellénistiques: Ie gui de la religion grecque', Ancien! Society 29 (1998-1999) 175-189; A. Chaniotis, 'Der Kaiserkult im Osten des römischen reiches im Kontext der zeitgenössischen Ritualpraxis', in: H. Cancik en K. Hitzl eds., Die Praxis der Herrscherverehnlllg in ROII/ IInrl seinen Provinzen (Tübingen 2003) 3-28, aldaar 18 22; Chaniotis merkt wel op dat de Grieks-hellenistische vorsten meer persoonlijke verering genieten dan de keizer na hen. Maar S.R.F. Price, Rituals and power. The Roman imperial cult in Asia Minor (Cambridge 1987) 193, wijst op het letterlijk te hulp roepen van de keizer, door verzoekschriften die bij keizerbeelden worden neergelegd, zoal in Egypte gebruikelijk. 8 a 20 jaar nog steeds fundamenteel: Price, Ritllals and power. 58 Imperator, Autokrator en Romeinen. De grens tussen natuur en bovennatuur is niet waterdicht, zoveel is wel duidelijk, maar het overschrijden van die grens door een tijd genoot is een hachelijke zaak. Beard, North en Price leggen de nadruk op de grensoverschrijding, op 'becoming a god', maar Asklepios, Herakles of de vele heroën in de Griekse wereld zijn ook gevallen van individuen die god zijn geworden.9 Ik beklemtoon daarentegen tijdgenoot: god worden is op zich geen probleem, maar het kan een beetje een probleem worden als de nieuwe god te dichtbij staat - geen wonder dat in de hellenistische tijd een hofceremonieel groeit dat een toenemende afstand schept tussen heerser en 'gewone' stervelingen, en dat de Romeinse keizers die lijn voortzetten.