PDF Van Tekst

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

PDF Van Tekst Paradijzen van weleer Koloniale literatuur uit Nederlands-Indië, 1600-1950 E.M. Beekman Vertaald door Maarten van der Marel en René Wezel bron E.M. Beekman, Paradijzen van weleer. Koloniale literatuur uit Nederlands-Indië, 1600-1950 (vertaling Maarten van der Marel en René Wezel). Prometheus, Amsterdam 1998 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/beek007para01_01/colofon.htm © 2006 dbnl / E.M. Beekman, Maarten van der Marel, René Wezel 4 Aan Rob Nieuwenhuys E.M. Beekman, Paradijzen van weleer 5 Verantwoording Een boek van deze omvang vraagt tijd en geld. De volgende instellingen boden in belangrijke mate steun. Van 1989-1990 was ik ‘Fellow’ aan het NIAS (Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Sciences) in Wassenaar: mijn dank gaat uit naar de staf en speciaal naar de directeur, prof.dr D.J. van de Kaa. In november en december 1989 had ik het voorrecht als intern onderzoeker verbonden te zijn aan het Bellago Study and Conference Center van de Rockefeller Foundation in Villa Serbonelli aan de oevers van het Comomeer. Het was treurig dat dit volmaakte verblijf werd gevolgd door de dood van Roberto Celli. Hij en zijn vrouw waren het type zeer hartelijke gastheer en gastvrouw dat men niet gauw vergeet. Als ‘Research Scholar’ kon ik gedurende de herfst van 1989 dankzij een Fulbright Grant belangrijk onderzoek verrichten in Nederlandse bibliotheken. De beproevingen van de publicatie van dit boek werden aanzienlijk verlicht door de deskundige en loyale steun van de heer F. Ligtvoet en mevrouw R. Wester van het Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds in Amsterdam. De financiële steun van het fonds maakte de publicatie mogelijk en ik ben dankbaar voor deze ruimhartige medewerking. In 1993 stelde de Netherland-American Foundation in New York op tijd een toelage ter beschikking als tegemoetkoming in de kosten van de voorbereiding van het manuscript. Delen van dit boek zijn eerder verschenen in een andere vorm. Ik dank de uitgevers van de volgende tijdschriften voor hun toestemming die vroegere teksten te gebruiken: Canadian Journal of Netherlandic Studies 12 (1991), 2; Dutch Crossing 42 (1990); Semian 4; en drie artikelen in Indonesia 34, 37 en 42. In het bijzonder dank ik Bruce Wilcox, de directeur van de University of Massachusetts Press, voor zijn toestemming gebruik te maken van al het benodigde materiaal uit de twaalfdelige reeks ‘Library of the Indies’, die ik tussen 1981 en 1988 publiceerde. Ik stel de vriendelijkheid, behulpzaamheid en deskundigheid van de heer Wilcox ten zeerste op prijs. Met het nuttige commentaar van prof.dr Reinier Salverda werd de laatste revisie van het boek vergemakkelijkt. Ten slotte wil ik dr E.M. Joon bedanken, wiens belangstelling voor de Nederlandse koloniale literatuur in het algemeen en voor dit project in het bijzonder onmisbaar was. Zijn vertrouwen en aanmoediging zijn van blijvende waarde. E.M.B. E.M. Beekman, Paradijzen van weleer 9 Een opmerking over de spelling Ik heb in deze studie de oude spelling van Indische namen en begrippen aangehouden omdat deze in alle besproken teksten wordt gebruikt en alle secundaire literatuur van voor de Tweede Wereldoorlog in de oude spelling is gedrukt. De ongespecialiseerde lezer kan daardoor de bronnen gemakkelijker terugvinden. Degenen die de equivalenten in het moderne Bahasa Indonesia willen weten, dienen rekening te houden met de volgende wijzigingen: de voormalige spelling tj (tjemar) is nu c (cemar); dj (djoeroek) is nu j (jeruk); ch (chas) is nu kh (khas); nj (njai) is nu ny (nyai); sj (sjak) is nu sy (syak), en oe (soedah) is nu u (sudah). E.M. Beekman, Paradijzen van weleer 11 [Motto's] Em seu trono entre o brilho das esferas, Com seu manto de noite e solidão Tem aos pés o mar novo e as mortas eras - O único imperador que tem, deveras, O globo mundo em sua mão. PESSOA Traigo todas las Indias en mi mano. QUEVEDO Batavia te sourirait peut-être davantage? Nous y trouverions d'ailleurs l'esprit de l'Europe marié à la beauté tropicale. BAUDELAIRE The wayside magic, the threshold spells, Shall soon undo what the North has done - Because of the sights and the sounds and the smells That ran with our youth in the eye of the sun. KIPLING De zee is leeg, de schepen zijn verbrand. VROMAN E.M. Beekman, Paradijzen van weleer 13 I Inleiding E.M. Beekman, Paradijzen van weleer 15 1 Literaire uitgangspunten Literatuur is het voornaamste in dit boek. Deze literatuur is een bepaald corpus: teksten die geschreven zijn door Europese kolonisten in het voormalige Nederlands Oost-Indië tussen 1600 en de Tweede Wereldoorlog. Mijn algemene stellingen zijn dat koloniale literatuur stilistisch voortkomt uit de scheepsjournaals; dat reeds in de zeventiende eeuw uitzonderlijke geschriften zijn geproduceerd, ook al is er nog geen normale fictie, poëzie of toneelliteratuur; dat er in de tweede helft van de achttiende en de eerste helft van de negentiende eeuw een opvallende daling van niveau en productiviteit plaatsvond; dat er een renaissance plaatsvond in de tweede helft van de negentiende eeuw en men in de eerste decennia van de twintigste eeuw een nieuw hoogtepunt van koloniale literatuur aantreft. Mijn bedoeling is aan te tonen dat deze auteurs en deze teksten onderdeel uitmaken van een breder literair spectrum, dat deze teksten niet in vergetelheid hoeven te raken als bewijsstukken voor een ideologische discussie en dat het in de allereerste plaats voortreffelijke literaire werken op zich zijn. Enkele waarschuwingen zijn op hun plaats. Hoewel ik geen enkele kritische theorie in het bijzonder volg, heb ik als mij dat uitkwam van aspecten van diverse theorieën gebruikgemaakt. Soms was semiotische interpretatie nuttig, evenals Bakhtins romantheorie. De laatste was vooral interessant aangezien de meeste Nederlandse koloniale literatuur proza is, waarvan het grootste deel verhalend proza. Omdat ik bovendien niet mag aannemen dat eenieder bekend is met de geschiedenis van het koloniale Nederlands Oost-Indië, of op de hoogte is van de biografische bijzonderheden van bepaalde personen, heb ik mij gedrongen gevoeld deze literatuurstudies aan te vullen met historische en biografische gegevens. Om een algemeen kader te bieden, laat ik de literaire bespreking voorafgaan door een algemeen historisch overzicht. Er is tevens sprake van een zekere herhaling van feitelijkheden; dit is opzettelijk gedaan omdat men anders in een overmaat aan nieuwe gegevens snel het spoor bijster raakt. De ondertitel bevat nog een waarschuwing. Ik kon dit boek geen ‘geschiedenis’ van de Nederlandse koloniale literatuur noemen, omdat het niet alomvattend is. Hiervoor is een goede reden. Een opsomming van chronologische feiten met betrekking tot een onderwerp dat men niet gemakkelijk leert kennen, demonstreert alleen dat men de wetenschappelijke logistiek beheerst. Als het onderwerp onbekend is, heeft dit weinig zin. De lezer zou bedolven worden onder E.M. Beekman, Paradijzen van weleer 16 een overvloed aan namen en titels waarvan sommige nog geen serieuze aandacht vereisen. Als een bepaald corpus nog grotendeels onbekend is, dient men zich aanvankelijk te beperken tot de behandeling van de beste teksten. Dit is het geval met de Nederlandse koloniale literatuur, speciaal met betrekking tot een Engelssprekend publiek. Zelfs in Nederland bestaat maar één belangrijke uitgebreide studie: Rob Nieuwenhuys' baanbrekende Oost-Indische Spiegel (1972; derde, bijgewerkte en herziene druk 1978). Dit is een uitgebreide literatuurgeschiedenis waarin non-fictie is opgenomen die eerder niet als serieus materiaal zou zijn getolereerd. Nieuwenhuys schreef voor een publiek waarvan mocht worden aangenomen dat het een aantal literaire, sociale en historische feiten kende. Hij kon gebruikmaken van een kennis van de beeldspraak van de taal die ik mis, maar was anderzijds beperkt door een uitsluitend Nederlands referentiekader. Hoewel ik ten aanzien van het eerste word gehinderd door een tekort aan kennis, heb ik meer speelruimte ten aanzien van het laatste. Dat Nieuwenhuys uitging van de kennis van zijn lezers, is ten dele toe te schrijven aan het feit dat de meeste belangrijke koloniale auteurs beter bekend zijn als meesters van de moderne Nederlandse literatuur. Het is bijvoorbeeld nauwelijks omstreden dat vier koloniale romans ook klassieke meesterwerken van de moderne Nederlandse literatuur zijn: Multatuli's Max Havelaar (1860), Louis Couperus' De stille kracht (1900), E. du Perrons Het land van herkomst (1935) en Maria Dermoûts De tienduizend dingen (1955). Andere auteurs die in dit boek worden besproken zijn eveneens geaccepteerd als belangrijke stemmen uit de Nederlandse literatuur van verleden en heden, maar andere worden noodzakelijkerwijs genegeerd. Een voorbeeld is Hella S. Haasse, een romanschrijfster die in 1918 in de voormalige hoofdstad van de kolonie werd geboren en het grootste deel van haar kindertijd en jeugd op Java doorbracht. Haar eerste belangrijke publicatie was een novelle, Oeroeg (1948); hierin werd de problematische vriendschap beschreven tussen de zoon van een koloniaal en een Indonesische patriot. De volgende twintig jaar kreeg ze faam als schrijfster van historische romans en ze schreef pas weer over Indonesië in het reisverhaal Krassen op een rots. Notities bij een reis op Java (1970). Toen de belangstelling voor het Nederlandse koloniale verleden weer toenam, keerde Haasse opnieuw naar haar geboorteland terug met autobiografische teksten verzameld in Een handvol achtergrond (1993) en de historische roman Heren van de thee (1992). Er zijn veel andere auteurs die als ‘koloniale schrijvers’ kunnen worden geclassificeerd maar niet worden besproken vanwege de aangegeven afgrenzing. Allen maken echter deel uit van een veel grotere groep aangezien er ook een aanzienlijke hoeveelheid koloniale literatuur uit het Caribische gebied (Nederlandse Antillen) en Suriname bestaat, evenals een geringer aantal bijdragen in verband met de koloniale presentie van Nederland in Brazilië, Guinea, Zuid-Afrika, New York en Ceylon, om enkele plaatsen te noemen. Maar zelfs als we ons beperken tot Nederlands Oost-Indië zijn de aantallen afdoende. Toen Nieuwenhuys in 1974-1975 een vierdelige bloemlezing van literatuur uit Indië publiceerde, bevatte deze werk E.M.
Recommended publications
  • PDF Van Tekst
    Dietsche Warande. Nieuwe reeks. Deel 3 bron Dietsche Warande. Nieuwe reeks. Deel 3. C.L. van Langenhuysen, Amsterdam 1881 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_die003188101_01/colofon.php © 2012 dbnl i.s.m. V Inhoud. Blz. BILDERDIJK, door P.F.TH. VAN HOOGSTRATEN (VI, VII) 1, 440 VONDEL IN ZIJN ‘BESPIEGELINGEN’, door P.F.J.V. DE GROOT, (Slot) 23 DE ILIAS VAN HOMEROS, door P.F.TH. VAN HOOGSTRATEN 44 DE HEEREN VAN HALEWIJN, Markiezen van Peene, eene genealogische bijdrage 53 van A.B.J. STERCK ADRIAAN WILLEM BARON VAN RENESSE, voorlaatste abt van Sinte Geertruide te 81, Leuven, door ED. VAN EVEN 168 EENE WANHOPIGE ‘LEVENSBESCHOUWING’. Lilith, Gedicht in drie zangen, van 97 MARCELLUS EMANTS, door A.TH. REINIER CRAEYVANGER, door A.TH. 125 HET HOLLANDSCH BLOED VAN ALBERT GRAAF DE MUN, door H.J. ALLARD 129 ANTIEKE BEELDEN. ‘Frauengestalten’ van Mevr. Schneider, door A.TH. 142 ONUITGEGEVEN VAERZEN van MR. W. BILDERDIJK 147 e MONUMENTALE SCHILDERKUNST, Makarts ‘Intocht van Karel den V ’, door A.TH. 187 r EENIGE TREKKEN UIT DE GESCHIEDENIS DER BESCHAVING VAN BELGIË door Prof. D 201 P.P.M. ALBERDINGK THIJM. ONUITGEGEVEN DICHTSTUK [van Dirck Rz. Camphuysen?] medegedeeld door J.F. 220 VAN SOMEREN JOANNES MURMELLIUS, een Nederlandsch Humanist, door W. WESSELS 223 PIAE MEMORIAE G.W. VREEDE, door J.W SPIN 289 GESLACHTLIJST DER FAMILIE HOOFT, door J.A.ALB.TH. 252 Dietsche Warande. Nieuwe reeks. Deel 3 VI Blz. EEN LETTERKUNDIG EEUWFEEST, 16 Maart 1581-16 Maart 313 1881, door Dr. JAN TEN BRINK SUSANNE BARTELOTTI, Komedie, in twee Bedrijven, door 327 J.A.A.TH.
    [Show full text]
  • Hoge Regering Inventaris Van Het Archief Van De Gouverneur-Generaal En Raden Van Indië
    Nummer Toegang: Hoge Regering Inventaris van het archief van de gouverneur-generaal en raden van Indië (Hoge Regering) van de Verenigde Oostindische Compagnie en taakopvolgers, 1612-1812 Louisa Balk en Frans van Dijk, medewerkenden: mw. Dra. Dwi Mudalsih, mw. Dwi Nurmaningsih, mw. Dra. Esti Kartikaningsih, mw. Dra. Euis Shariasih, mw. Isye Djumenar, mw. Iyos Rosidah, mw. Dra. Kris Hapsari, hr. Drs. Langgeng Solistyo Budi, mw. Mira Puspita Rini, mw. Drs. Risma Manurung, mw. Sutiasni, mw. Triana Widyaningrum, hr. Drs. Sunarto, hr. Syarif Usman en mw. Dra. Widiyanti Arsip Nasional Republik Indonesia, Jakarta (c) 2002 This finding aid is written in Dutch. Hoge Regering 3 INHOUDSOPGAVE BESCHRIJVING VAN HET ARCHIEF INHOUD EN STRUCTUUR VAN HET ARCHIEF ................ 7 Aanwijzingen voor de gebruiker ............................................................................. 9 Openbaarheidsbeperkingen ...................................................................................9 Beperkingen aan het gebruik .................................................................................9 Materiële beperkingen ..........................................................................................9 Aanvraaginstructie ...............................................................................................9 Citeerinstructie ....................................................................................................9 Archiefvorming ...................................................................................................
    [Show full text]
  • 1 BAB I PENDAHULUAN 1.1 Gambaran Umum Objek Penelitian
    BAB I PENDAHULUAN 1.1 Gambaran Umum Objek Penelitian 1.1.1 Profil Dinas Parawisata Dan Budaya Provinsi Jawa Barat Jawa Barat dikenal sebagai provinsi yang memiliki kekayaan pariwisata yang beragam jenisnya, dan beberapa diantaranya memiliki kualitas dan daya tarik yang tinggi. Sumber daya kebudayaan yang dimiliki seperti bahasa, sastra, dan aksara daerah, kesenian, kepurbakalaan, kesejarahan, nilai tradisional, dan museum, masih tumbuh dan berkembang serta keberadaannya dapat diandalkan untuk pembangunan jati diri bangsa. Pemerintah menempatkan kepariwisataan menjadi salah satu sektor strategis sebagai salah satu sumber pendapatan asli daerah yang potensial. Berbagai upaya telah banyak dilakukan pemerintah daerah untuk meningkatkan sektor kepariwisataan terhadap pembangunan Jawa Barat secara keseluruhan. Dimulai dari upaya untuk meningkatkan jumlah dan lama kunjungan wisatawan, pelayanan di bidang jasa kepariwisataan, kerja sama dengan pihak luar negeri, promosi, hingga meningkatkan daya tarik kepariwisataan daerah. Dalam strategi pembangunan kepariwisataan khususnya dalam upaya meningkatkan daya tarik, sektor kebudayaan menjadi unsur andalan yang kemudian sangat mempengaruhi daya beli suatu daerah. Hal ini menempatkan kebudayaan sebagai sektor potensial bagi pengembangan kepariwisataan sehingga dapat berperan menjadi pendukung dan mitra utama kepariwisataan. Dengan demikian, kebudayaan dan kepariwisataan merupakan dua sektor yang hendaknya 68 dapat dikembangkan secara sinergis sebagai satu aset dan peluang bagi pengembangan dan pembangunan
    [Show full text]
  • Gouverneur-Generaals Van Nederlands-Indië in Beeld
    JIM VAN DER MEER MOHR Gouverneur-generaals van Nederlands-Indië in beeld In dit artikel worden de penningen beschreven die de afgelo- pen eeuwen zijn geproduceerd over de gouverneur-generaals van Nederlands-Indië. Maar liefs acht penningen zijn er geslagen over Bij het samenstellen van het overzicht heb ik de nu zo verguisde gouverneur-generaal (GG) voor de volledigheid een lijst gemaakt van alle Jan Pieterszoon Coen. In zijn tijd kreeg hij geen GG’s en daarin aangegeven met wie er penningen erepenning of eremedaille, maar wel zes in de in relatie gebracht kunnen worden. Het zijn vorige eeuw en al in 1893 werd er een penning uiteindelijk 24 van de 67 GG’s (niet meegeteld zijn uitgegeven ter gelegenheid van de onthulling van de luitenant-generaals uit de Engelse tijd), die in het standbeeld in Hoorn. In hetzelfde jaar prijkte hun tijd of ervoor of erna met één of meerdere zijn beeltenis op de keerzijde van een prijspen- penningen zijn geëerd. Bij de samenstelling van ning die is geslagen voor schietwedstrijden in dit overzicht heb ik ervoor gekozen ook pennin- Den Haag. Hoe kan het beeld dat wij van iemand gen op te nemen waarin GG’s worden genoemd, hebben kantelen. Maar tegelijkertijd is het goed zoals overlijdenspenningen van echtgenotes en erbij stil te staan dat er in andere tijden anders penningen die ter gelegenheid van een andere naar personen en functionarissen werd gekeken. functie of gelegenheid dan het GG-schap zijn Ik wil hier geen oordeel uitspreken over het al dan geslagen, zoals die over Dirck Fock. In dit artikel niet juiste perspectief dat iedere tijd op een voor- zal ik aan de hand van het overzicht stilstaan bij val of iemand kan hebben.
    [Show full text]
  • Western Civilization in Javanese Vernacular
    WESTERN CIVILIZATION IN JAVANESE VERNACULAR Colonial education policy Java 1800-1867 Sebastiaan Coops Sebastiaan Coops Student number: 1472720 Supervisor: Prof. Dr. J.J.L. Gommans Preface The picture on the cover is a Javanese civil servant, employed by the Dutch colonial government as a teacher - mantri goeroe. He is seated together with a pupil on the left and a servant on the right. The servant and the sirih-box for betel nuts imply his high social status. Both the title and this picture refer to Dutch colonial education policy where western and Javanese normative culture created an amalgamation from which the Inlandsche school developed. 2 Table of Contents INTRODUCTION 5 CHAPTER I: EDUCATION IN THE ENLIGHTENMENT ERA 15 CHAPTER INTRODUCTION 15 THE ENLIGHTENMENT IN THE METROPOLIS 16 THE ENLIGHTENMENT IN THE COLONY 21 JAVANESE EDUCATION TRADITION 26 CHAPTER CONCLUSION 32 CHAPTER II: EDUCATION POLICY IN THE NETHERLANDS-INDIES 33 CHAPTER INTRODUCTION 33 BEFORE 1830 34 1830-1852 42 1852-1867 48 CHAPTER CONCLUSION 64 CHAPTER III: BRITISH-INDIA AND COLONIAL EDUCATION POLICY IN THE NETHERLANDS INDIES 67 CHAPTER INTRODUCTION 67 BEFORE 1835 67 1835-1854 68 1854-1867 70 CHAPTER CONCLUSION 73 CONCLUSION 75 BIBLIOGRAPHY 78 3 4 Introduction No! It is our sacred duty, our calling, to give that poor brother, who had lived in the wastelands of misery and poverty, the means with which he, the sooner the better, could share in our happier fate completely equal to us!1 The Age of Enlightenment and revolution had shaken the world at the end of the 18th century to its core.
    [Show full text]
  • De Nadagen Van Herman Willem Daendels
    JOS GABRIËLS De nadagen van Herman Willem Daendels De naam Daendels (1762-1818) is onlosmakelijk verbonden met de patriottentijd, met de beginjaren van de Bataafse Republiek en met Java, waar hij als gouverneur-generaal de beroemde Postweg liet aanleggen. Zijn latere jaren zijn minder bekend. Na terugkeer uit de Oost werd hij, in dienst van Oranje, koloniaal gouverneur van de slavenforten van West-Afrika. at Herman Willem Daendels carrière zou maken in het leger en hierin de hoogste posities zou bereiken, lag niet voor de hand toen hij op D21 oktober 1762 in het Gelderse stadje Hattem werd geboren. Als regenten- zoon studeerde hij, met het oog op de te bekleden magistraatsfuncties, rechten aan de hogeschool in Harderwijk. Na het behalen van de meestertitel vestigde hij zich in 1783 als advocaat in zijn geboorte- plaats, in afwachting van een zetel in het stadsbestuur. Maar het liep anders. In de strijd tus- sen de behoudende Oranjegezinden en hervormingsgezinde patriotten die in de jaren tachtig de Republiek der Verenigde Nederlanden verscheurde, koos Daendels vol overtuiging de zijde van de laatstge- noemden. De jonge jurist had in 1786 een leidende rol in het gewapend verzet van de Hattemse patriotten tegen de stadhou- derlijke troepen. Het jaar daarop vocht hij met andere Gelderse vrijwilligers bij de verdediging van Amsterdam tegen het Pruisische leger dat Oranje te hulp was ge- sneld. Na de inname van de stad vluchtte Daendels met vele andere patriotten naar Noord-Frankrijk, waar hij een handels- firma dreef. Toen na het uitbreken van de Franse Revo- lutie de nieuwe regering in Parijs aan een militaire opmars naar het noorden begon, Herman Willem Daendels als gouverneur-generaal van Oost-Indië (1807-1811).
    [Show full text]
  • International Conference on Biodiversity for Life: SUISTANABLE DEVELOPMENT of INDONESIA BIODIVERSITY
    i PROCEEDINGS OF International Conference on Biodiversity for Life: SUISTANABLE DEVELOPMENT OF INDONESIA BIODIVERSITY Jakarta, October 21st, 2019 Editor Imran S.L Tobing Fitriah Basalamah Astri Zulfa Reviewer Dr. Tatang Mitra Setia, MSi. Dr. Sri Endarti Rahayu, MSi, Secretariat: PusatKajianLingkungandanKonservasiAlam - UniversitasNasional PKLKA - UNAS JalanSawo Manila, PasarMinggu, Jakarta Selatan Homepage: http://www.unas.ac.id Email: [email protected] Website seminar: http://diesnatalis.unas.ac.id/page/icobio/index.html ii UnasPress Selasar Lantai 3 Kampus Unas Jl. Sawo Manila No. 61 Pejaten, Pasar Minggu Jakarta 12550 Telepon 021-7806700 (hunting) ext. 172 ©Unas Press 2019 Hak Cipta dilindungi oleh undang-undang; dilarang memperbanyak, menyalin, merekam sebagian atau seluruh bagian buku ini dalam bahasa atau bentuk apapun tanpa izin tertulis dari penerbit. ISBN: 978-623-7376-50-7 Perpustakaan Nasional Katalog Dalam Terbitan (KDT) International Conference of Biodiversity for Life Faculty of Biology Universitas Nasional, Sustainable Development of Biodiversity/Editor : Drs. Imran SL. Tobing, M.Si., Dr. Fitriah Basalamah, M.Si., Astri Zulfa, S.Si., M.Si. Design cover Gusti Wicakono, Jakarta, Unas Press. 2019 iii FOREWORD COMMITTEE Praise be to God Almighty for the blessings of his grace, and that we were given opportunity to be able to complete a smoothly and well for International Conference on Biodiversity for Life. We prepared this event in a series of activities to welcome the 70th Anniversary of the UniversitasNasional. "Sustainable Development of Indonesia Biodiversity", were selected as the theme of this conference for raising our awareness that our country has a very abundant biodiversity than any other countries in the world, so it will be understandable that how we should preserve our natural richness wisely and utilize sustainably.
    [Show full text]
  • De Tijgersgracht Te Batavia
    DE TIJGERSGRACHT TE BATAVIA. DOOR S. KALFF. Thans moet men ze zoeken, de voornaamste, de deftigste gracht van het oude Batavia, maar in de dagen van de loffelijke Compagnie was zij een slagader van het verkeer, de wijk der notabelen bij uitnemendheid, door dichters bezongen en door schilders, althans door teekenaars „affgeconterfeit." 't Was geenszins toeval dat de hoofdgrachten der stad meerendeels gedoopt waren met namen, aan de tropische dierwereld ontleend. Er was een Kaaimans-, een Leeuwinne-, een Rhinocer-, een Tijgersgracht, met nog een Buffelsrivier, Plattegrond van Batavia met het kasteel. verbonden door ettelijke dwarsgrachten. Batavia was eene stad naar vader- landsch model aangelegd en de rivier waaraan zij gelegen was, de Groote Rivier, maakte zelve, tusschen gemetselde beschoeiingen ingeklemd, de voor- naamste gracht uit. Uit deze van de Blauwe Bergen afstroomende Tjiliwong had de waterver- deeling plaats in het net van zestien grachten, waarmede het college van heemraden de hoofdstad in den loop der jaren begiftigd had. In later dagen zou Batavia, wat den plattegrond en de bouworde harer huizen betreft, wel eens een tweede uitgaaf van Amsterdam genoemd worden, doch de slingerende DE TIJGERSGRACHT TË BATAVIA. 445 stroomlijn der Amsterdamsche grachten werd hier gemist. De Bataviaasche, met uitzondering van de Ringgracht om het Kasteel, sneden elkander recht- hoekig en verdeelden over 't geheel de stad in paralellogrammen, die waarlijk wel den tooi der boomenreien langs hunne zoomen behoefden om het oog eenigszins tevreden te stellen. De stad was gebouwd op een alluviaal en moerassig terrein, en, eenmaal die plaats gekozen, was het natuurlijk dat men door een samenstel van grachten en vaarten den weeken grond trachtte te draineeren en tevens in het verkeer te water te voorzien.
    [Show full text]
  • De Kwartierstaat Van Theodorus Arend Wolterbeek
    een genealogieonline publicatie De kwartierstaat van Theodorus Arend Wolterbeek door Rob de Ridder 5 augustus 2021 De kwartierstaat van Theodorus Arend Wolterbeek Rob de Ridder De kwartierstaat van Theodorus Arend Wolterbeek Generatie 1 1. Theodorus Arend Wolterbeek, zoon van Adolph G.C. Wolterbeek (volg 2) en Petronella Johanna Frederica ten Cate (volg 3), is geboren op 7 December 1891 in Weltevreden. Jakarta, Indonesia. Hij is van 8 December 1932 tot 26 januari 1942 in Dessa Taloen bij Blitar ijsfabrikant van beroep. Theodorus Arend is overleden op 77 jarige leeftijd op 1 januari 1969 in Leiden, South Holland, Netherlands (diakonessen ziekenhuis. Generatie 2 2. Adolph G.C. Wolterbeek, zoon van Antoon August Wolterbeek (volg 4) en Pauline Walbeehm (volg 5), is geboren op 7 januari 1856 in Batavia, Djawa Barat, Indonesia. Hij is zoutpakhuismeester. [pekalongan.] en zoutpakhuismeester van beroep. Adolph G.C. is overleden op 78 jarige leeftijd op 10 juli 1934 in Batavia, Djawa Barat, Indonesia. 3. Petronella Johanna Frederica ten Cate, dochter van Pieter Johannes Folkert ten Cate (volg 6) en Frederika Constantina van Motman (volg 7), is geboren op 2 juli 1857 in Buitenzorg, Jawa Barat, Indonesia. Petronella Johanna Frederica is overleden na 3 november 1932 in Batavia, Jawa Barat, Indonesia. Generatie 3 4. Antoon August Wolterbeek, zoon van Jan David Wolterbeek (volg 8) en Wilhelmina Johanna Henrica Nies (volg 9), is geboren op 7 september 1820 in Steenderen, Gelderland, Netherlands. Hij is landheer van tjoeroek lontar en 1e officier administratie koninklijke nederlandse marine van beroep. Antoon August is overleden op 59 jarige leeftijd op 25 augustus 1880 in Batavia, Java, Indonesia.
    [Show full text]
  • Om Den Vrijen Handel in Dit Rijk
    om den vrijen handel in dit rijk - The Dutch East India Company in Fuzhou and the Dutch merchant’s image of China, (c.1660 – c.1690) Master of Arts in History - “European Expansion and Globalisation”, thesis paper, under supervision by Prof. Dr. J.J.L. Gommans, submitted by: Jörg Moldenhauer, s1209329 Emil-Finck-Str. 5, 09456 Annaberg-Buchholz, Germany Phone: 0049-(0)3733-21305 Email: [email protected] Table of Contents Seite I. Introduction a. Basic outline 1 b. Source criticism 4 II. The VOC and China: Political and economical setting, aims, mentalities a. The VOC 6 b. Imperial China and the Manchu conquest 10 c. Fuzhou and the other ports: Canton, Amoy, Quanzhou and Taiwan 13 III. Chronology a. 1662 - 1669: The loss of Taiwan & the Oboi regency 16 b. 1672 - 1683: The decline of the Japanese market & the unification of China 19 c. 1684 - 1690: The reorientation to Bengal & the consolidation under Kangxi 23 IV. Conclusion 33 V. Tables and Maps a. Map 1. Southeast Asia and Southern China; Map 2. Physical features of China 40 b. Map of the Fuzhou area (including the bay of Tinghay and the Min River) 42 c. Table of product prices and development, 1664-1690 43 d. Table of profits, 1664-1690 46 e. The Chinese custom and ship tax system at Fuzhou, 1687 47 f. Tables of ships data and ship traffic between China and Batavia, c.1660-c.1690 48 VI. Bibliography a. Primary sources 50 b. Secondary sources 50 c. Internet sources 54 VII. Declaration on Plagiarism 56 “Op de Stadt Hocxsieuw: Swight Amstel aen het Y; hier’s meer dan uws gekijck In grootte, en meer Volck als gras al op u velden, Een brugh roemt van haer lof, die dyusent voet beleeft is, welck in geen twintigh jaer oyt sonder mensch geweest is.”1 I.
    [Show full text]
  • 263330Paper0en1ronment0mo
    Public Disclosure Authorized Public Disclosure Authorized Public Disclosure Authorized Public Disclosure Authorized World Bank Jakarta Stock Exchange Building Indonesia Office Tower 2, 12th Floor Sudirman Central Business District Jl. Jendral Sudirman Kav, 52-53 Jakarta, 12190, Indonesia Country Director: Andrew D. Steer Environment Coordinator: Thomas E. Walton Contents FOREWORD : REDUCING POLLUTION IN INDONESIA 3 ABBREVIATIONS AND ACRONYMS 4 HOT SPOT MAP 5 INDONESIA: ENVIRONMENT CHECKLIST 6 INTRODUCTION 7 AIR POLLUTION 8 WATER POLLUTION 20 SOLID AND HAZARDOUS WASTE 33 GLOBAL ISSUES 42 INSTITUTIONAL STRUCTURE 44 GLOSSARY OF ENVIRONMENTAL TERMS 45 INDONESIA AT A GLANCE 46 NOTES 47 Jakarta January 2003 This Monitor was prepared by a World Bank Team led by Thomas E. Walton and comprised of Priya Mathur, and Giovanna Dore. Toru Uemachi, summer intern, assisted in obtaining air and water quality data. Data, information, and support provided by the Ministry of Environment (Ir. Moh. Gempur Adnan, Dra. Masnellyarti Hilman, MSc, Plt. Drs. Hendra Setiawan, Ridwan D. Tamin, M.S. (R), Sri Hudyastuti, Ilham Malik, Maulyani Djajadilaga, Heddy S. Mukna, Henny Agustina), BPLHD DKI (Yosiono Anwar Supalal, Evy Sulistyowati), Central Statistic Bureau (Johnny Anwar. ZS), Swisscontact (Restiti Sekartini, Veronica Ponda), WALHI Jakarta (Puput), Komite Penghapusan Bensin bertimbal (Ahmad Safrudin), Keanakaragaman Hayati Indonesia (Satria Budiono), Departemen Kesehatan (Rida Sagitarina). De La Salle University - Manado (Ben Eusebio, team leader, and Fery I Hardiyanto) carried out compilation of data in Indonesia. The team gratefully acknowledges comments and inputs from David Hanrahan, Rusdian Lubis, N. Harshadeep, A. Acharya and editorial and administrative support from Anju Sachdeva, Farida Zaituni, Delly Nurzaman, Jenna Diallo, David Bridges, Samson Kaber, Sirinun Maitrawattana, and Nicholas Allen.
    [Show full text]
  • Introduction
    Chapter I Introduction 1.1 Background of the Study Indonesia is a country that blessed with the gift of extraordinary natural beauty by the God. It has natural resources, and of course must be utilized properly to help improve the country's economy. One of them is by increasing the tourism sector. There a a few countries that was success with the tourism such as Iceland, Japan, Mexico, New Zealand, Qatar, and Thailand. The impact of the success of the tourism industry is to make the economy in the country better because it could give the tax revenue from hotels, restaurants, and airports. Before discussing the benefits of the tourism further, it would be nice to know what tourism is. The definition of tourism itself according to United Nation’s World Tourism Organization (UNWTO) defined, as tourism comprises the activities of persons traveling to and staying in places outside their usual environment for not more than one consecutive year for leisure, business and other purposes. According to definition above, if many people come and visit Indonesia we would have tax revenues from the tourism sector such as mentioned it before. It can be used to advance National development and to prosperity the country. The tourism industry in Indonesia continues to progress every year, recorded starting from the last 2015, foreign exchange earnings from the tourism sector reached 12.23 billion US dollar equivalent to 169 trillion rupiah, the data came from the Indonesian Ministry of Tourism, and of course, this causes a large contribution of foreign exchange to the country.
    [Show full text]