Universiteit Gent Faculteit Politieke En Sociale Wetenschappen
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN Het radicale subject bij Endnotes en Andy Blunden Wetenschappelijke verhandeling 26 232 Benoit Douchy MASTERPROEF POLITIEKE WETENSCHAPPEN afstudeerrichting INTERNATIONALE POLITIEK PROMOTOR: Dr. Brecht de Smet COMMISSARIS: Dr. Koenraad Bogaert COMMISSARIS: Dr. Christopher Parker ACADEMIEJAAR 2012- 2013 2 Abstract De massa-bewegingen van 2011 bekritiseren het kapitaal. In onderstaande thesis worden drie benaderingen tegen het licht gehouden die een theoretische kritiek formuleren. Aan de ene kant analyseren we het communistisch theoretisch magazine Endnotes dat deel uit- maakt van een stroming die als ’communisatie’ omschreven kan worden. Communisatie heeft betrekking op de karakteristieken die een revolutionair proces vandaag zou aannemen, op basis van de hervormingen die er de laatste decennia plaatsvonden in het globale kapi- talisme. Daartegenover plaatsen we Andy Blundens’ analyse. Andy Blunden ontwikkelt binnen Cultural-Historical Activity Theory (CHAT) interdisciplinaire concepten die anti- kapitalistisch kunnen functioneren, maar publiceert ook onafhankelijk daarvan. Om deze twee benaderingen met elkaar te verbinden maken we gebruik van Karl Marx’ analyse van de waardevorm en meer specifiek de op basis daarvan ontwikkelde waarde-kritiek. De waarde- kritiek komt voort uit recenter gepubliceerde geschriften van Marx die voor veel discussie zorgden en voor interpretaties die in grote mate verschillen van het traditionele marxisme. De waarde-kritiek fungeert als de bemiddelaar tussen Endnotes en Blunden om te bekijken wat hun interpretatie is van een radicaal subject. In de conclusie pogen we beide benaderingen te toetsen aan elkaar en te kijken hoe deze via de waardevorm kunnen worden vergeleken met elkaar. In de bijlages publiceren we ter verduidelijking twee analyses die deze waarde-kritiek theoretiseren via werken van o.a. Chris Arthur, Illich Rubin en Michael Heinrich. i ii ABSTRACT Dankwoord Mijn mama en papa, Lina en Frank, bedank ik voor de onvermoeibare steun en omdat ze me steeds de vrijheid gaven die ik zocht of bevocht. Max dien ik te bedanken voor onze gedeelde humor. Mathias, Wouter, Inge, Marc, Cynthia en Saskia: bedankt voor de vriendschap van de afgelopen jaren en bij sommigen van jullie ook het onderdak. Sabien, hartelijk bedankt voor je liefde. Cynthia en Saskia, bedankt voor de computer waarop ik deze thesis kon schrijven. Ruben, bedankt om er te zijn als er niemand anders was. In laatste instantie dien ik nog Brecht de Smet te bedanken voor het geduld dat hij opbracht als promotor, de energie die hij er in stak, en de vele terechte opmerkingen. Aan allen: jamais cesser de lutter. Thus, it is not at all contradictory, or, rather, the in-every-way mutually con- tradictory statements that labour is absolute poverty as object, on one side, and is, on the other side, the general possibility of wealth as subject and as activity, are reciprocally determined and follow from the essence of labour, such as it is presupposed by capital as its contradiction and as its contradictory being, and such as it, in turn, presupposes capital.(Marx, 1987, p.221-222) iii Dankwoord Figuur 1: "Tristes presentimientos de lo que ha de acontecer"(Trieste voorgevoelens van wat er zal gebeuren) door Francisco de Goya (1746-1828) iv Inhoudsopgave Abstract i Dankwoord iii Inhoudsopgave v 1 Problematiek 1 1.1 Kritiek . .1 1.2 Probleemstelling . .3 1.3 Structuur . .5 2 De (non-)Strategie van communisatie 7 2.1 Context . .8 2.2 Communisatie? . .9 2.2.1 Historiek van communisatie . 10 2.3 Kenmerken van communisatie . 12 2.3.1 Geen overgangsperiode . 13 2.3.2 Inhoud van de revolutie . 14 2.3.3 Directe sociale relaties tussen mensen . 15 2.4 Invariantie en cycli van strijd bij Troploin en TC . 16 2.5 Endnotes . 18 3 Een meta-strategie ? 19 3.1 Andy Blunden zijn toepassing van CHAT . 20 3.2 Kritiek binnen de filosofie . 20 3.2.1 Activiteit . 21 3.2.2 Gestalt . 22 3.3 Het Subject . 23 3.3.1 Relaties tussen Subjecten . 24 3.3.2 Solidariteit . 25 3.3.3 Uitwerking van radicale subjectiviteit . 26 v Inhoudsopgave 3.4 Alliantie-politiek . 27 3.5 Ethical politics . 28 4 Waardevorm bij Endnotes 31 4.1 De waardevorm . 31 4.2 Contradicties . 33 4.3 Reproductie van de klasse-relatie . 33 4.3.1 Reproductiecrisis en de algemene wet van kapitalistische accumulatie . 35 4.3.2 De-industrialisering . 36 4.3.3 Surpluskapitaal . 38 4.3.4 Surplus-bevolking . 39 4.4 Subsumptie . 41 4.4.1 Formele en reële subsumptie . 42 4.4.2 TC’s periodisering van subsumptie . 43 4.4.3 Kritiek van Endnotes op TC’s periodisering . 45 4.5 Samenvattend . 46 5 Het Collaboratief Project & Zelf-afschaffing 49 5.1 De waar-relatie en het collaboratief project . 49 5.1.1 Motivatie onder het kapitaal . 51 5.1.2 Veranderingen in het arbeidsproces . 52 5.1.3 Terug naar deze samenleving? Het collaboratief project . 53 5.2 Institutionalisering . 54 5.3 Zelf-afschaffing van een subject . 54 6 Besluit 57 A Filosofische achtergrond: vervreemding 61 A.1 Situering . 61 A.2 Vroege werken . 61 A.2.1 De Hegel-kritiek . 62 A.2.2 Aufhebung . 63 A.2.3 Vervreemding bij Hegel en Feuerbach . 65 A.3 Arbeid . 66 A.3.1 Objectivering . 66 A.3.2 Eerste bemiddeling van de arbeid: mens-activiteit-natuur . 68 A.3.3 Vervreemdende activiteit . 70 vi Inhoudsopgave B De Waardevorm 75 B.1 De waardevorm . 75 B.1.1 Analytisch of dialectisch? . 76 B.1.2 De waar, gebruikswaarde en ruilwaarde . 77 B.1.3 De relatie tussen abstracte arbeid en waarde . 79 B.1.4 De waardevorm . 83 B.1.5 Geld en ruil . 86 B.2 warenfetisjisme . 88 B.2.1 hoe onstaat warenfetisjisme? . 89 B.2.2 Verdinglijking en sociale vorm . 90 B.2.3 Personificatie van dingen . 91 B.2.4 Vals bewustzijn? . 92 B.2.5 Objectieve gedachte-vormen . 93 B.2.6 Geld-vorm . 93 Bibliografie 95 vii Inhoudsopgave viii Hoofdstuk 1 Problematiek Just as intellectuals who wish to narrow Marx to a "single discipline"cannot escape the overpowering fact that Marx was a revolutionairy, so Marxists cannot escape what was, for Marx, inseparable from revolution itself: dialectical philosophy, Marx’s transformation of Hegel’s revolution in philosophy into a philosophy of revolution.(Dunayevskaya, 1991, p.157) The experience of a revolutionairy generation...is universal. (Blunden, 2013d) 1.1 Kritiek Hoe hangt een bepaalde maatschappij-theorie over de kapitalistische maatschappij samen met een bepaald politiek project? En hoe hangt dit samen met een bepaalde filosofie, methode, en strategie? Die twee analyses (de stand van het kapitalisme en de daarmee samenhangende strategische kwestie) zijn onafscheidelijk. Daarenboven is het begrip dat men van revolutie heeft, en de daarmee samenhangende sociale theorie onmogelijk los te koppelen van beide begrippen (kapitalisme en stragie). Het ontstaan van verschillende (revolutionaire) massabewegingen in 2011 (de Arabische Lente, Indignados, Occupy, ...) stelt tegelijkertijd de vraag naar wat deze massabewegingen zijn. Dit hangt samen met een begrip van hoe de kapitalistische maatschappij de afgelopen decennia evolueerde en waar deze massabewegingen kritiek op leverden. De neoliberale her- structurering die samenhangt met de wereldwijde evolutie van de afgelopen decennia, zorgde voor een herstructurering in de relaties van het kapitaal. 1 Maar wat betekende die neoliberale 1Onder neoliberalisme verstaan we een politieke filosofie die economische liberalisering promoot, dereguler- ing, privatisering, vrije handel en open markten, en een verkleining van de publieke sector die gepaard gaat met een vergroting van de private sector. In de praktijk verstaan we neoliberalisme als het heersende politieke project die geinitieerd werd door Thatcher in de jaren ’70. In een neo-Keynesiaans politiek beleid na WOII lag de nadruk op het stimuleren van de vraag-zijde van de economie, in een neoliberaal politiek beleid werd vooral de aanbodzijde gestimuleerd. Dit betekent in concreto dat het aandeel van een BBP dat naar loon gaat drastisch daalde, in verhouding tot het aandeel dat geaccumuleerd werd door het kapitaal (Harvey, 2007). 1 Hoofdstuk 1. Problematiek herstructurering nu en hoe hangt dit samen met een overeenstemmende verandering in de subjectiviteit van de verschillende klassen in de kapitalistische maatschappij? Om een kritiek te formuleren op de kapitalistische maatschappij is Karl Marx (1818-1883) waarschijnlijk de revolutionaire theoreticus die het meeste invloed uitoefent. Desondanks is het marxisme geenszins een éénsgezinde beweging. Veelal werd Marx binnen de arbeidersbe- weging of het traditionele marxisme aanschouwd als de grote economist die een "marxistische politieke economie"had ontwikkeld in tegenstelling tot de "burgerlijke economie"(Smith, 1998). In de visie van het traditionele marxisme nam hij de arbeidswaarde-theorie van Adam Smith (1723-1790) en David Ricardo (1772-1823) over, en ontwikkelde hij een theorie van de uit- buiting van arbeidskracht en de crisis-gevoelige natuur van het kapitalisme (Heinrich, 2012, p.32). De ondertitel van Het Kapitaal, Kritiek der politieke economie maakt duidelijk dat het Marx echter niet te doen was om een alternatieve "politieke economie"maar een "kritiek van de politieke economie". Als auteur van Het Kapitaal is Karl Marx belangrijk voor een kritiek op de economische categorieën van de burgerlijke economie. Daarmee wou hij niet enkel bepaalde theorieën bekritiseren- hetgeen hij ook doet in Kapitaal; maar veeleer voor de totaliteit van de politieke economie- maar een kritiek leveren op de categorische vooronderstellingen van een hele tak van kennis.2 Michael Heinrich, geenszins gebonden aan CHAT of communisatie maar een belangrijk theoreticus binnen de wertkritik (waarde-kritiek), merkt op dat de nadruk bij Marx op een kritiek van de burgerlijke economie ligt. De kritiek op de perceptie van de burgerlijke maatschappij vanuit een sociale ontologie is onafscheidelijk van de analyse van de kapitalistische productie-relaties.3 Marx bekritiseerde daarmee niet zozeer de conclusies waar de politieke economie toe kwam, maar eerder de manier waarop deze vragen stelde.