Bach Koor en Orkest Collegium Vocale . Sybilla Rubens Annette Markert . . Sebastian Noack zaterdag 21 oktober 2000 Bach en Hoogdagen Seizoen 2000-2001

Koor en Orkest Collegium Vocale Philippe Herreweghe Bach zaterdag 21 oktober 2000

Koor Collegium Vocale – Freiburger Barockorchester Philippe Herreweghe Bach vrijdag 8 december 2000

Akademie für Alte Musik familie Bach, Müthel woensdag 10 januari 2001

The Sixteen Harry Christophers Caldara, Dias, Scarlatti, Rebelo zaterdag 24 februari 2001

Balthasar Neumann Chor en Ensemble Durante, Bach, Kerll zondag 18 maart 2001 Koor en Orkest Collegium Vocale Philippe Herreweghe muzikale leiding . Sybilla Rubens sopraan Annette Markert mezzosopraan . Jan Kobow tenor . Sebastian Noack bariton

Johann Sebastian Bach Cantate Herr, gehe nicht ins Gericht, BWV105 25’ Cantate Ich habe genug, BWV82 25’

pauze

Trauerode, Laß Fürstin, laß noch einen Strahl, BWV198 40’

begin concert 20.00 uur pauze omstreeks 21.00 uur einde omstreeks 22.00 uur inleiding door Magda de Meester . 19.15 uur . Foyer tekst programmaboekje Magda de Meester coördinatie programmaboekje deSingel druk programmaboekje Tegendruk gelieve uw GSM uit te schakelen! Bach en de traditie van de cantate

In de evangelisch lutherse eredienst ten tijde van Johann Sebastian Bach (1685 -1750) vormde de cantate het belangrijkste muzikale bestanddeel. Het was een compositie van beschouwend karakter, die zeer nauw verband hield met de bijbelse thematiek die door de predikant op een bepaalde zondag van het kerkelijk jaar behandeld werd. Zo komt het dat een cantate ook wel een muzikale preek genoemd werd. Voor een cantate was een tekstdichter nodig die aan de bijbelse inhoud een goed componeerbare tekst wist te geven. De dichters met wie Bach in dit opzicht samenwerkte, waren aanvankelijk Salomon Franck en later vooral Erdmann Neumeister. De meeste kerkcantates schreef Bach te waar hij sinds 1723 tot aan zijn dood in 1750 de functie van Kantor en Director musicus van de hoofdkerk (Thomaskirche) bekleedde. Zijn taak hield hoofd- zakelijk in dat hij voor elke zon- en feestdag van het kerkelijk jaar (met uitzondering van de advent- en vastentijd) een cantate moest componeren. Dit bezorgde hem, vooral in de loop van het eerste jaar een enorme werkdruk. Op die manier bouwde Bach een groot cantaterepertoire op, waardoor hij in de latere jaren een rijk en fl exibel oeuvre tot zijn beschikking had. Belangrijk was ook het inte- greren van werken die hij vooral in Weimar (1708-1717) had geschreven en het herbewerken van heel wat huldigingmuziek van- uit zijn tijd aan het hof van Köthen (1717-1723). Zo werd een groot deel reeds gecomponeerde muziek in de praktijk van Leipzig opge- nomen. Door de opbouw van een omvangrijk repertoire was het mogelijk regelmatig oude werken opnieuw op te voeren. Het vele werk aan het begin, namelijk het grote aantal nieuwe cantates uit de eerste vijf jaar van Bachs ambtsperiode in Leipzig, zou op lange termijn lonend zijn en zichzelf terugbetalen. Flexibiliteit was nodig om bij

Johann Sebastian Bach © Elias Gottlob Haussmann veranderende omstandigheden of bij eenmalige gebeurtenissen lies van meer dan honderd twintig werken is te betreuren. werken te kunnen aanpassen. Veranderingen in de uitvoeringsprak- Evenals zijn voorgangers en opvolgers was Bach verantwoordelijk tijk - zoals de beschikbaarheid van bepaalde zangers of instrumen- voor de muziek bij de diensten in de vier hoofdkerken van Leipzig. talisten of de vereiste lengte van een cantate - moest Bach onopval- De leerlingen die in het alumnaat woonden (ongeveer vijfenvijftig lend kunnen opvangen. jongens) en hun stipendium moesten verdienen door regelmatig in Zo gebeurde het ook dat Bach muziek uit zijn wereldlijke cantates in het koor te zingen, werden hiertoe ingedeeld in vier cantorijen, geestelijke composities overnam. Hieruit kan men afl eiden dat geleid door de cantor en zijn assistenten, de zogenaamde prefec- enerzijds de tekstuele en muzikale voorwaarden vergelijkbaar ten. Bovendien droeg de cantor zorg voor de concertante muziek in waren en zelfs verregaand identiek en dat anderzijds huldigingmu- de twee grote kerken van St.-Nicolai en St.-Thomas. Voor deze ziek en vergelijkbare werken, die voor een eenmalige opvoering muziek had hij tot zijn beschikking het eerste koor, een twaalf- tot waren geschreven, zonder aanpassing en verandering niet opnieuw zestienkoppig ensemble bestaande uit de beste zangers van de werden uitgevoerd. Maar overname in een liturgisch werk kon de school, en de stadsmusici en instrumentalisten die de raad beschik- muziek met een tekstwijziging een blijvende functie geven. Bach baar stelde. Om beide kerken zo goed mogelijk van dienst te zijn, maakte gebruik van dit gegeven en kon zo de muziek van gelegen- hield men daar om de zondag cantatediensten onder Bachs muzi- heidswerken redden door die over te nemen in het kerkelijk reper- kale leiding. Voor hoogtijdagen en bijzondere aaneengesloten toire. Voor herdichten moest de metrische verhouding van de ver- feestdagen, gold een bijzondere regeling. zen en de vorm van de tekst in overeenstemming worden gebracht. De liturgische plaats van uitvoering van de cantate in de lutherse De nieuwe tekst moest echter niet alleen technisch bij de muziek kerkdienst was die waar sinds de reformatie het zogenaamde evan- passen, maar ook corresponderen met het affect van de muziek. geliemotet stond. Het motet volgde onmiddellijk op de schriftlezing Volgens het eerste summier overzicht in Bachs necrologie (geschre- van het dagevangelie, waarbij meestal een centrale spreuk uit deze ven in 1750) liet Bach bij zijn overlijden in totaal vijf jaargangen van tekst naar voren werd gebracht. Verzamelingen van deze evange- kerkelijke werken na: dit betekent, zo’n driehonderd cantates voor liemotetten voor het hele kerkelijke jaar verschenen tot het eind van gewone zon- en feestdagen en kerkmuziek voor bijzondere gele- de zeventiende eeuw. Daarna zijn ze min of meer als Hauptmusik genheden (rouwdiensten, huwelijken, kerkdiensten ter ere van de defi nitief verdrongen, aanvankelijk door het meerdelig vocaal con- gemeenteraadsverkiezingen). Deze muzikale erfenis van Bach is cert en daarna door de cantate. In een belangrijke notitie over het echter onvolledig bewaard gebleven. Na de dood van Bach raakten verloop van de liturgie wijst Bach uitdrukkelijk op het orgelprelu- vele werken verloren. Een van de oorzaken was de manier waarop dium voor de cantate en na de preek. Bach beriep zich op een oude de erfenis werd verdeeld. Van de kerkcantates is zeker twee vijfde praktijk waarbij het orgel inzet om te intoneren. Tijdens het voor- verloren gegaan, zodat alleen al bij de cantatejaargangen het ver- spel konden de instrumenten stemmen. Herr, gehe nicht ins Gericht, BWV105 Kantate am neunten Sonntag nach Trinitatis

Deze cantate, die uit Bachs eerste jaargang (1723) in Leipzig stamt, Herr, gehe nicht ins Gericht, BWV105 verwijst naar het evangelie volgens Lucas § 16, de parabel van de onrechtvaardige rentmeester. De tekstdichter van de cantate is Chor onbekend. De muziek beschrijft de gemoedsgestemdheid van de Herr, gehe nicht ins Gericht mit deinem Knecht. rentmeester die door zijn heer op de rooster gelegd wordt. Het Denn vor dir wird kein Lebendiger gerecht. gevoel van angst van de zondige ziel slaat over in grote vrees voor het laatste oordeel. Bij de muzikale uitdrukking van deze inhoud Recit gebruikt Bach zeer vrij zijn retorische compositietechniek. Hij schil- Mein Gott, verwirf mich nicht, dert de angst en de schaamte van de mens uit deze wereld en de Indem ich mich in Demut vor dir beuge, daaropvolgende bevrijding van die angst op een zeer levendige Von deinem Angesicht. manier, zo duidelijk en realistisch als een echt schilderij. Albrecht Ich weiss, wie gross dein Zorn und mein Verbrechen ist, Dürer noemde dit werk één van de grootse beschrijvingen van de Dass du zugleich ein schneller Zeuge` ziel van de christelijke barok. Und ein gerechter Richter bist. De bezetting bestaat uit vier solisten (S, A, T, B), koor en instrumen- Ich lege dir ein frei Bekenntnis dar ten (twee hobo’s, corno da tirarsi, strijkers en continuo). Het geheel Und stürze mich nicht in Gefahr, kreeg een zeer typische structuur: inleidend koor, recitatief (A), aria Die Fehler meiner Seelen (S), recitatief (B), aria (T) en een koraal als slot. Dit slotkoraal dat de Zu leugnen, zu verhehlen ! rol vervult van geruststelling van het geweten, vat als het ware de hele evolutie in de cantate samen: de ontwikkeling van angst in Aria hoop. Wie zittern und wanken Der Sünder Gedanken, Indem sie sich untereinander verklagen Und wiederum sich zu entschuldigen wagen. So wird ein geängstigt Gewissen Durch eigene Folter zerissen. Ich habe genug, BWV82 Kantate am Feste Maria Reinigung

Recit De cantate Ich habe genug, voor bas of sopraan solo en op tekst Wohl aber dem, der seinen Bürgen weiss, der alle Schuld ersetzet, van een onbekend dichter, is voor het feest van Maria reiniging So wird die Handschrift ausgetan, bestemd. Het werk werd voor het eerst uitgevoerd op 2 februari Wenn Jesus sie mit Blute netzet. 1727 (tijdens Bachs derde jaargang in Leipzig). De woorden sluiten Er heftet sie ans Kreuze selber an, zeer dicht aan bij een fragment uit het Lucas-Evangelie (2, 22-32) Er wird von deinen Gütern, Leib und Leben, over de opdracht van Jezus in de tempel en verklaren vooral aan de Wenn deine Sterbestunde schlägt, gemeenschap het verhaal van Simeon die naar de dood en de eeu- Dem Vater selbst die Rechnung übergeben. wige vrede verlangt. Bachs muziek geeft echter een vreugdevol So mag man deinen Leib, den man zum Grabe trägt, karakter aan deze mystieke contemplatie. De cantate bevat geen Mit Sand und Staub beschütten, koraal en zowel de tweede als de derde beweging komen reeds Dein Heiland öffnet dir die ewgen Hütten. voor in het Notenbüchlein van Anna Magdalena Bach uit 1725. Albert Schweitzer schreef over dit werk het volgende: “De cantate Aria schildert de situatie van een oude man die, reeds losgemaakt van Kann ich nur Jesum mir zum Freunde machen, het aardse bestaan, zeer intens naar de hemel verlangt. Er is een So gilt der Mammon nichts bei mir. onuitsprekelijke vreugde aanwezig in de beweging van de zes- Ich fi nde kein Vergnügen hier tiende noot passage waarmee het orkest de solostem en de hobo in Bei dieser eitlen Welt und irdschen Sachen. de eerste aria begeleidt. Dan volgt het prachtige dodenwiegelied Schlummert ein. Maar ook hier is de uiteindelijke stemming die van Choral extatische vreugde vrij onverwacht in de aria (een bijna dansende Nun, ich weiss, du wirst mir stillen vivace) Ich freue mich auf meinen Tod naar voor gebracht.” Mein Gewissen, das mich plagt. Es wird deine Treu erfüllen, Was du selber hast gesagt: Dass auf dieser weiten Erden Keiner soll verloren werden, Sondern ewig leben soll, Wenn er nur ist Glaubens voll. Ich habe genug - BWV82

Aria Aria Ich habe genug, Schlummert ein, ihr matten Augen, Ich habe den Heiland, das Hoffen der Frommen Fallet sanft und selig zu! Auf meine begierigen Arme genommen; Welt, ich bleibe nicht mehr hieer, Ich habe genug! Hab’ ich doch kein Teil an dir, Ich hab’ ihn erblickt, Dass der Seele könnte taugen. Mein Glaube hat Jesum ans Herze gedrückt; Hier muss ich das Elend bauen, Nun wünsch’ ich noch heute mit Freunden Aber dort, dort werd’ich schauen Von hinnen zu scheiden. Süssen Friede, Stille Ruh.

Recit Recit Ich habe genug. Mein Gott, wann kommt das schöne: Nun! Mein Trost ist nur allein, Da ich im Frieden fahren werde Dass Jesus mein und ich sein eigen möchte sein. Und in dem Sande kühler Erde Im Glauben halt’ ich ihn, Und dort bei dir im Schosse ruhn ? Da seh’ ich auch mit Simeon Der Abschied idt gemacht, Die Freude jenes Lebens schon. Welt, gute Nacht ! Lasst uns mit diesem Manne ziehn ! Ach! Möchte mich von meines Lebens Ketten Aria Der Herr erretten; Ich freue mich auf meinen Tod, Ach, wäre doch mein Abschied hier, Ach, hätt’ er sich schon eingefunden. Mit Freunden sagt’ ich, Welt, zu dir : Da entkomm’ ich aller Not, Ich habe genug. Die mich noch auf der Welt gebunden. Laß Fürstin, laß noch einen Strahl, BWV198 Trauerode auf das Ableben der Gemahlin Augusts des starken Christiane Eberhardine, Königin von Polen und Kurfürstin von Sachsen. Leipzig 17. Oktober 1727.

De cantate BWV198 werd gecomponeerd ter nagedachtenis aan sereniteit uit. Christiane Eberhardine, koningin van Polen en keurvorstin van Sak- Met veel verschillende stijlmiddelen heeft Bach eer betuigd aan de sen. Zij was in Saksen zeer geliefd geweest omdat zij trouw bleef moedige en zeer betreurde Fürstin. Het geheel is als een klaagzang aan het lutherse geloof, in tegenstelling tot haar echtgenoot, Frie- die ook zonnestralen laat ontsnappen: hoop in God en vertrouwen drich-August, die tot het katholicisme was overgegaan met het in de menselijke herinnering. De muziek is aandoenlijk door haar doel de Poolse koninklijke troon te bestijgen. Deze rouwmuziek schoonheid, haar oprechtheid en spirituele grootheid. Het is zeker werd uitgevoerd op 17 oktober 1727 in de St.-Pauluskerk van de geen toeval dat Bach, enkele jaren later, meerdere passages herge- universiteit en was een opdracht voor Bach vanwege een aristocra- bruikte in zijn Markus-passie. tische student, Hans Carl von Kirchbach. Dit leidde tot ernstige inci- denten met Johann Gottlieb Görner, de tweede organist en com- ponist van de St.-Pauluskerk, die vond dat deze opdracht voor hem bestemd was. Uiteindelijk wist Bach zich te verdedigen en kon hij de Laß Fürstin, laß noch einen Strahl, BWV198 opdracht behouden. Dit uitgebreide werk in twee delen, omvat tien bewegingen, waar- van nr 1-7 (koor, recit S, aria S, recit A , aria A , recit T, koor) uitge- Chor voerd werden voor de rouwrede en nr 8-10 (aria T , recit B , koor) Laß Fürstin, laß noch einen Strahl erna. De woorden zijn van de hand van Johann Christoph Gott- Aus Salems Sterngewölben schiessen. sched. De grote instrumentale bezetting verwijst naar een zekere Und sieh, mit wieviel Tränengüssen nostalgie voor het verleden omwille van de aanwezigheid van twee Umringen wir dein Ehrenmal. viola da gamba’s en twee luiten. Het koor kreeg een architecturale functie door haar aanwezigheid Recit aan het begin (nr 1) en het einde van het eerste deel (nr 7) en als Dein Sachsen, dein bestürztes Meissen afsluiting van het tweede deel (nr 10). Deze drie koorgedeelten kre- Erstarrt bei deiner Königsgruft; gen elk een ander formeel schema: concerto, fuga, lied. Bachs Das Auge tränt, die Zunge ruft: bekommernis voor variatie horen wij ook in de recitatieven (nr 2, 4, Mein Schmerz kann unbeschreiblich heissen! 6) die elk een verschillende instrumentale begeleiding meekregen: Hier klagt August und Prinz und Land, strijkers, orkest, hobo d’amore. Het laatste recitatief (secco) is rustig Der Adel ächzt, der Bürger trauert, en sober. De aria’s werden onderling minder gevarieerd, sopraan Wie hat dich nicht das Volk bedauert, (nr 3), alt (nr 5), tenor (8) en stralen dezelfde melodische rust en Sobald es deinen Fall empfand! Aria Aria Verstummt, ihr holden Saiten! Der Ewigkeit saphirnes Haus Kein Ton vermag der Länder Not Zieht, Fürstin, deine heitern Blicke Bei ihrer treuen Mutter Tod, Von unsrer Niedrigkeit zurücke O Schmerzenswort! recht anzudeuten. Und tilgt der Erden Denkbild aus. Ein starker Glanz von hundert Sonnen, Recit Der unsern Tag zur Mitternacht Der Glocken bebendes Getön Und unsre Sonne fi nster macht, Soll unsrer trüben Seelen Schrecken Hat dein verklärtes Haupt umsponnen. Durch ihr geschwungnes Erze wecken Und uns durch Mark und Adern gehn. Recit O, könnnte nur dies bange Klingen, Was Wunder ists, Du bist es wert, Davon das Ohr uns täglich gellt, Du Fürbild aller Königinnen! Der ganzen Europäerwelt Du musstest allen Schmuck gewinnen, Ein Zeugnis unsres Jammers bringen! Der deine Scheitel itzt verklärt. Nun trägst du vor des Lammes Throne Aria Anstatt des Purpur Eitelkeit Wie starb die Heldin so vergnügt! Ein perlenreines Unschuldkleid Wie mutig hat ihr Geist gerungen, Und spottest der verlassnen Krone. Da sie des Todes Arm bezwungen, Soweit sich Elb’ und Muld’ ergiesset, Noch eh’ er ihre Brust besiegt. Erhebt dich beides, Stadt und Land. Dein Torgau geht im Trauerkleide, Recit Dein Pretzsch wird kraftlos, starr und matt; Ihr Leben liess die Kunst zu sterben Denn da es dich verloren hat, In unverrükter Übung sehn; Verliert es einer Augen Weide. Unmöglich konnt es denn geschehn, Sich vor dem Tode zu entfärben. Schlusschor Ach selig! wessen grosser Geist Doch, Königin! du stirbest nicht, Sich über die Natur erhebet, Man weiss, was man an dir besessen; Vor Gruft und Särgen nicht erbebet, Die Nachwelt wird dich nicht vergessen, Wenn ihn sein Schöpfer scheiden heisst. Bis dieser Weltbau einst zerbricht. Ihr Dichter, schreibt! wir wollen’s lesen: Chor Sie ist der Tugend Eigentum, An dir, du Fürbild grosser Frauen, Der Untertanen Lust und Ruhm, An dir, erhabne Königin, Der Königinnen Preis gewesen. An dir, du Glaubenspfl egerin, War dieser Grossmut Bild zu schauen. Philippe Herreweghe hun zoektocht naar een uitvoeringspraktijk die nauwer aansloot bij de historische Philippe Herreweghe werd geboren in Gent en combineerde er zijn universitaire context. Ze grepen hiervoor terug naar origineel bronnenmateriaal, dat ze aan een studies (geneeskunde en psychiatrie) met een muzikale opleiding aan het grondige studie onderwierpen, en naar een authentiek instrumentarium. Het is dan conservatorium, waar hij piano volgde bij Marcel Gazelle. In dezelfde periode ook niet verwonderlijk dat musici als , en Nikolaus begon hij ook te dirigeren en in 1971 richtte hij het Collegium Vocale Gent op. Harnoncourt al zeer snel belangstelling toonden voor de gelijklopende aanpak Nikolaus Harnoncourt en Gustav Leonhardt merkten al gauw zijn uitzonderlijke van dit Vlaams ensemble op het gebied van de vocale muziek. Dit resulteerde benaderingswijze van de muziek op en nodigden Philippe Herreweghe en het in een intensieve samenwerking, zowel op het concertpodium als op plaat. Collegium Vocale uit om mee te werken aan hun opnames van de verzamelde Philippe Herreweghe is zich steeds bewust geweest van de waarde van een Bach-cantates. Langzamerhand werd Herreweghes frisse, authentieke en retorische dergelijke samenwerking en daarom werkte het ensemble ook later af en toe aanpak van de barokmuziek alom geprezen en in 1977 richtte hij in Parijs het samen met andere dirigenten (Sigiswald Kuijken, Paul Van Nevel, René Jacobs ...) ensemble La Chapelle Royale op, waarmee hij de muziek van de Franse Gouden en verschillende orkesten zoals La Petite Bande, het Concertgebouworkest of de Eeuw ten uitvoer bracht. Sedertdien creëerde hij nog verschillende andere Wiener Philharmoniker. Het repertoire van Collegium Vocale is niet te vangen ensembles, waarmee hij afzonderlijk, of in combinatie met elkaar, een adequate en binnen een welbepaalde stijlperiode. Het ensemble leverde een belangrijke bijdrage gedegen lezing wist te brengen van een repertoire lopende van de Renaissance tot tot de herontdekking van heel wat polyfone werken uit de Renaissance. Regelmatig de hedendaagse muziek. Zo is er het Ensemble Vocale Européen, gespecialiseerd staat het klassieke en romantische repertoire op het programma en ook creaties en in Renaissancepolyfonie, en het Orchestre des Champs Elysées, opgericht in uitvoeringen van hedendaagse muziek komen nu en dan aan bod. Het waarmerk 1991 met de bedoeling het romantische en preromantische repertoire opnieuw van Collegium Vocale is en blijft echter de Duitse barokmuziek, en meer specifi ek te laten schitteren op originele instrumenten. Met al deze ensembles bouwde het oeuvre van Johann Sebastian Bach. Een doorgedreven bekommernis om de Philippe Herreweghe in de loop der jaren een uitgebreide en enorm gevarieerde kwaliteit van de uitvoeringen heeft er voor gezorgd dat Collegium Vocale een discografi e op. Hoogtepunten hieruit zijn onder andere de opnamen van Bachs omvangrijke discografi e wist op te bouwen. A capella of samen met het orkest van vocale meesterwerken (zoals de Mattheus- en Johannes-Passion, de H-moll Messe Collegium Vocale, het Orchestre des Champs Elysées, het koor van La Chapelle en het Weihnachtsoratorium), de grote Franse motetten van Rameau, Lully en Royale uit Parijs en diverse andere instrumentale en vocale ensembles, werden Charpentier, de requiemmissen van Mozart, Fauré en Brahms, Mendelssohns in de loop der jaren meer dan zestig opnames gerealiseerd, onder meer voor de oratoria Elias en Paulus, Schönbergs Pierrot Lunaire. Sinds 1982 is Philippe labels Harmonia Mundi France, Virgin Classics, Accent, Ricercar en Telefunken. Herreweghe artistiek directeur van het zomerfestival Les Académies Musicales de Daarnaast brengen talrijke concertreizen Collegium Vocale op alle belangrijke podia Saintes. Bovendien is hij een veelvuldig gevraagd gastdirigent van ensembles zoals en muziekfestivals van Europa. Het ensemble was reeds te gast in de Verenigde The Orchestra of the Age of Enlightenment, Concerto Köln, het Ensemble Musique Staten, Zuid-Amerika en Israël en heeft vorig seizoen ook Japan aangedaan. In 1993 Oblique, het Concertgebouworkest, de Wiener Philharmoniker, en The Orchestra werd Collegium Vocale door de Vlaamse Gemeenschap benoemd tot Cultureel of St. Lukes uit New York. In 1997 engageerde hij zich voor drie jaar als vaste Ambassadeur van Vlaanderen, een titel die sindsdien elk jaar werd verlengd. gastdirigent van het Koninklijk Filharmonisch Orkest van Vlaanderen. Het kan Het ensemble geniet tenslotte ook de steun van de provincie Oost-Vlaanderen. dan ook geen toeval zijn dat Philippe Herreweghe omwille van zijn consequente Collegium Vocale is sinds 1995 gezelschap in residentie in deSingel. artistieke visie en volgehouden engagement ten opzichte van de muziek reeds op verschillende plaatsen een meer dan verdiende erkenning kreeg. In 1990 werd hij Sibylla Rubens door de Europese muziekpers uitgeroepen tot Muzikale Persoonlijkheid van het Jaar. De Duitse sopraan Sibylla Rubens studeerde zang (concert en opera) aan de In 1993 werd Philippe Herreweghe samen met het Collegium Vocale Gent benoemd Stedelijke Hogeschool voor Muziek in Trossingen en de Hogeschool voor Muziek tot Cultureel Ambassadeur van Vlaanderen. Een jaar later werd hem de orde van in . Zij nam deel aan meesterklassen, onder meer van Edith Mathis, Offi cier des Arts et Lettres toegekend, en in 1977 werd Philippe Herreweghe en vervoegde de klas voor liedinterpretatie van Irwin Gage in Zürich. Sinds benoemd tot Doctor honoris causa aan de Katholieke Universiteit Leuven. 1992 zette zij haar studies verder bij Elsa Cavelti in Bazel. Haar veelzijdigheid en uitgebreid repertoire van oratoria en lieder leidden Sibylla Rubens naar Collegium Vocale Gent belangrijke concertzalen en festivals in Duitsland en daarbuiten. Haar nauwe In de wereld van de vocale klassieke muziek heeft Collegium Vocale Gent zich in de samenwerking met en zijn Bachakademie Stuttgart leidde tot loop van meer dan vijfentwintig jaar zonder twijfel een echte wereldfaam verworven. vele concerten, opnames en tournees, onder meer met Mozarts Mis in c klein, Dat dit geen toeval is, maar het resultaat van een jarenlange consequente werkwijze verscheidene Bach-cantates en het van Brahms. Philippe Herreweghe en artistieke visie, hoeft geen betoog. Opgericht in 1971 op initiatief van Philippe engageerde Sibylla Rubens als solo-sopraan voor veel van zijn projecten; zo Herreweghe was deze groep zangers de eerste om in de jaren zeventig de nieuwe nam zij deel aan zijn nieuwe opname van de Mattheus-passie en vertolkte dit stijlprincipes met betrekking tot de interpretatie van barokmuziek toe te passen op werk op een Europese concerttournee in 1998. Haar debuut bij het Deutsche de vocale muziek. Instrumentalisten waren toentertijd al enkele jaren begonnen aan Symphonieorchester Berlin met Mendelssohns Lobgesang-Sinfonie onder leiding van Ashkenazy kende zoveel succes dat zij onmiddellijk opnieuw Sebastian Noack uitgenodigd werd voor concerten van Schumanns Faust-Szenen onder Bariton Sebastian Noack vatte zijn zangstudies aan in 1992 aan de Hogeschool leiding van Marek Janowski in 1996. Andere hoogtepunten uit het verleden voor Kunst in Berlijn, eerst bij Dietmar Hackel en later bij Ingrid Figur. Hij waren het Requiem van Fauré met het Koninklijk Concertgebouw Orkest studeerde af met onderscheiding. Verscheidene meesterklassen bij Dietrich onder leiding van Philippe Herreweghe, Elias met NDR Radiophilharmonie Fischer-Dieskau en Aribert Reimann voltooiden zijn opleiding. In 1996 won Hannover, Deutsches Requiem van Brahms en Magnifi cat van Bach met Hartmut Noack de eerste prijs van de Bundeswettbewerb Gesang. In 1997 volgden Haenchen en de Vierde Symfonie van Mahler met Heinrich Schiff. Belangrijke een tweede prijs van de Internationale Zangwedstrijd in de Wigmore Hall en engagementen voor toekomstige concerten omvatten onder meer het Requiem een eerste prijs van de Paula Lindberg-Salomon Wedstrijd. Sebastian Noack van Brahms met het Koninklijk Concertgebouw Orkest Amsterdam, Israel in maakte vooral naam als concertzanger. Hij zong onder leiding van Christoph Egypt van Händel met Rundfunksinfonieorchester Berlin onder leiding van Eschenbach met het NDR Sinfonieorchester Hamburg, Helmuth Rilling met Jeffrey Tate en Creation van Haydn met Orchestre de Paris onder Frans Brüggen. Bach-Collegium Stuttgart, Hanns-Martin Schneidt met Münchener Bach-Chor Als liedzangeres oogstte Sibylla Rubens groot succes met haar eerste recital met und Orchester, Uwe Gronostay met Philharmonischer Chor Berlin, Philippe Irwin Gage in de Ludwigsburger Schlossfestspiele. Dit begin van een bijzonder Herreweghe met Collegium Vocale, Heinz Hennig met , harmonieuze samenwerking wordt verder gezet met recitals in Barcelona, Roderich Kreile met Dresdner Kreuzchor, Christoph Schoener met Chor St. Reutlingen, Bochum en Zürich. In april 2001 gaat zij op een recitaltournee Michaelis Hamburg, Klaus Knubben met Limburger Domsingknaben, Wolfgang met en in 2001 zingt zij gezamenlijke recitals met Christian Gönnenwein met Koor en Orkest van de Ludwigsburg Schlossfestspiele en Gerhaher in Stuttgart, Barcelona en het . Sibylla Rubens met Ensemble Oriol. In het bijzonder is Sebastian Noack geïnteresseerd in het werkte mee aan talrijke opnames voor Hänssler en Harmonia Mundi. Als lied, en hij werkt in dit genre regelmatig samen met Thomas Quasthoff. Hij zingt operazangeres vertokte zij Pamina in de Toverfl uit van Mozart en Marzelline frequent recitals met zijn begeleider Manuel Lange en in 1999 verving hij met in Fidelio van Beethoven. succes Thomas Quasthoff in een recital in Lindau. Het seizoen 2000-2001 omvat voor Sebastian Noack onder meer tournees met Collegium Vocale en Philippe Annette Markert Herreweghe en concerten met Christoph Eschenbach, Pierre Cao en Uwe Mezzosopraan Annette Markert werd geboren in de Rijnvallei in Duitsland Gronostay zowel als concerten en opnames met Helmuth Rilling. en studeerde muziek aan de Hogeschool voor Muziek in Leipzig. Haar eerste engagement was bij de Opera van (1983-90), waarbij de stad Halle haar twee Jan Kobow keer bekroonde met de prestigieuze Händel-prijs. In deze periode specialiseerde De tenor Jan Kobow werd geboren in Berlijn en zong als knaap in het Staats- en zij zich in opera’s van Händel, in het bijzonder titelrollen als Orest, en Domchor van zijn geboortestad. Na zijn toelatingsexamen voor de universiteit . In het seizoen 1998-99 zong Annette Markert in de Mattheus-passie studeerde hij orgel aan de Schola Cantorum in Parijs waar hij een Diplome de met het en in de Negende Symfonie van Beethoven met Virtuosité behaalde. Daarna behaalde hij een diploma orgel en directie aan de het Filharmonisch Orkest van Israël, beide onder leiding van . Zij zong Hogeschool voor Muziek in Hannover, onmiddellijk gevolgd door zangstudies in Saintes in de Johannes-passie onder leiding van Philippe Herreweghe en in in Hamburg bij Sabine Kirchner tot 1999. Jan Kobow geniet erkenning als solist de Schubertiade in de mis in a onder leiding van Peter Schreier. De herfst van in oratoria en als interpretator van oude muziek. Hij concerteert regelmatig met 1999-2000 bracht Markert samen met dirigent Ton Koopman en het Amsterdams Collegium Vocale onder leiding van Philippe Herreweghe en met de Nederlandse Barok Orkest voor concerten en opnames van cantates van J.S. Bach. Dit project Bachvereniging onder leiding van Gustav Leonhardt en Michael Schneider. liep tot in het voorjaar 2000. Hierna volgde een uitgebreide Europese tournee met Hiernaast koestert Jan Kobow een bijzondere voorliefde voor het lied, bijzonder Missa Solemnis van Beethoven, opnieuw onder leiding van Philippe Herreweghe. uit de Duitse romantische periode. Hij geeft frequent recitals, zoals met Graham Recente en toekomstige concerttournees voeren Annette Markert naar Europa, Johnson op het Ruhr Pianofestival, in de Kleine Musikhalle in Hamburg en Japan, Canada, Israël en de Verenigde Staten voor concerten op de Salzburger als onderdeel van MDR Musiksommer in Dresden. In 1998 won Jan Kobow Festspiele, met de Wiener Philharmonic, Gewandhausorkest Leipzig, New York de eerste prijs van de elfde Internationale Bach-wedstrijd in Leipzig. In 2000 Philharmonic, Orchestre Philharmonic de Radio France, La Chapelle Royale, zingt hij bij Collegium Vocale onder leiding van Philippe Herreweghe (concert- Orchestre des Champs Elysées, Virtuosi Saxoniae en Filharmonisch Orkest van Israel, tournees naar Australië en andere landen), Stuttgarter Kammerchor met Frieder onder leiding van dirigenten als Kurt Masur, Marek Janowski, Philippe Herreweghe, Bernius, Knabenchor Hannover met Heinz Hennig, Bach Collegium Japan met Kurt Sanderling, Ludwig Güttler, Ton Koopman, Peter Schreier, Nicholas McGegan Masaaki Suzuki en de Nederlandse Bachvereniging met Gustav Leonhardt. Hij en Lothar Zagrosek. Zij maakte opnames voor Decca, Harmonia Mundi en Berlin werkt ook mee aan verscheidene concerten van de Bach Cantata Pilgrimage, Classics van werken van Pergolesi, Stabat Mater van Bach, het Requiem van Mozart waarin de complete cantates van Johann Sebastian Bach worden uitgevoerd en de Deutsche Sinfonie van Hans Eisler. onder leiding van John Eliot Gardiner. Collegium Vocale

Koor Orkest sopraan concertmeester Goedele Debelder Alessandro Moccia Lut Van de Velde Dominique Verkinderen viool Anne-Kristin Zschunke Adrian Chamorro Thérèse Kipfer alto Michiyo Kondo Beat Duddeck Corrado Masoni Cécile Pilorger Attilio Motzo Martin van der Zeijst Andreas Preuss Mieke Wouters viola tenor Brigitte Clement Otto Bouwknegt Jean-Luc Thonnerieux Gerhard Hölze José Pizarro cello Markus Schuck Ageet Zweistra Harmen Jan Schwitters bas Pieter Coene contrabas Robert van der Vinne James Munro Bart Vandewege Frits Vanhulle orgel Herman Stinders

fl uit Patrick Beuckels Jan De Winne

hobo Marcel Ponseele Taka Kitazato

bassoon Philippe Miqueu

gamba Mieneke van der Velden Harmen Jan Schwitters

luit Brian Feehan