Briefwisseling Constantijn Huygens 1608-1687. Deel 3
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
479 3509. DOUCHANT*). (R.A.) Gaarne zoli ik mijn verlof nog wat verlengd zien. In veertien jaren ben ik niet in Frankrijk geweest en nu zijn hier allerlei moeilbke zaken voor mij te regelen. Ook is mijn broeder ernstig ziek. Wilt gij diis Z. H. verzoeken, mij nog een poos verlof toe te staan? De Onchant,, ce G May 1644. 3510. J. DE KNUIJT. (H. A.) Nu de pensionaris Gtnvenisse naar den Haag is vertrokken, om deel te nemen aan het gezaiitschap uanr Zweden en Denemarkeu 5), moet iemand 4) Zie II, Llz. 188. 5) Stavenisse ging in Juli met Jacob de Witt en Andries Bicker als gezant naar Zweden, om te trachten de gesciiiilen vnn dat rijk met Denemarken hij le leggen. 480 anders in zine plaats in de Staten optreden. In zoo’n geval doet dat gewoonlijk de secretaris ran het land I). Ik hoop spoedig te hooren, wat Z. H. besluiten zal. ,, D heer burgemeester Bicker 2, compt naer middach om Syne H.t te salueren ende ontwgffeiyck sommierlyck te verhalen, hoe indigne hi te Middelburg getracteert wert”. In de jacht voor Rsmmekens, den 11 May 1G44. 3511. P. C. HOOFT ”. (A. B.) Gelijk het schijnsel der zonne, in ’t slraalen door eenen gehoolden spieghel, kracht van liet heldere glas krijght , om doove stoíïen daatlijk tot vuur te maakeii, uìzoo groeit de gians der eeren, die bij bemiddeliiig van U. Eed. Gesir. verworven worden ~ diermaate in ’t glijen door haare handen, ende neemt zulk een’ bekoorlijkheit aan, dat het der zeedigheit zelfkonst waare, zich te hoeden van heeter en heeter toght naa meer, hoeveel ziJ ook moghte ontfangen hebben. Ue schoonlieit der weldaaden, die met de gloorie van U. Eed. Gestr. gunste blaaken, is te gewel- digh een‘ brandtstichtster; Animuna, menlenique peruril 4). U. Eed. Gestr. vergeeve mij dan, dat deeze pen, deiikende, gelijk de groote kooning Fransoiss), in zijii gedicht op Laura en haren minnaar, que la parole est lOU6JOUl*S repr¿mée, Quand le subject surmonle le disant, in plaatse van dankzegging voor de vordering van munen toekooinenden schoonzoone 6), een nieuw smeekschriît uitkipt. De uitbiindighe beede van mij en mijn’ huisvrouwe, ter aanstendinge van bruidt en bruidegom, is, dat U. Eed. Gestr. zich gewaar- dighe, neevens haaren zoon Jonkheer Constantijn [het]’) feest te iioomen versiereii, [dat] 7) wij hier op den laasten deezer maant meenen te honden; doch, indien een fel gebodt des Prinsen van Oranje U. Eed. Gestr., gelijk ik ducht, moghte ophouden, dat dan iinmers U. Eed. Gestr. wel- gemelden zoone gelieve zich tot aanveirding deezer noodighinge te verneederen. ik hoop, dat het gezelschap van mijnen heere ende neere van Wikkevoort 9) de hardigheit deezer aanverghinge eenighssins zal verzachten, en beloof mij dies te liever een troostelijk antwoordt van U. Eed. Gestr. onuitputtelijke heusheit, waaraan zich, uit het middelpunt zijns harten, op ‘1 ootmoe- dighste beveelt . T’Amsterdam, den 13en van Blocijmaant des jaars 3644. 3512. A. RATTERMONTS). (L. B.) Wilt gij brenger dezes te woord staan? Ik zal spoedig beginnen met ,het int ende ssutbusgen” en het maken ongeveer ,,op t fatsoen van t voor- gaende”. In Dordrecht, de~~18 Mey 1644. 1) Stavenisse, die in 1630 secreiaris der Staten van Zeeland was geworden, werd io 1641 raadpensionaris v:in dat gewest, maar nam nog drie jaren tevens het ambt van secretaris waar. 2) Andries Bicker (2597-2652), de bekende burgemeester van Amsterdam. 3) Uitgegeven door Huydecoper, t. a. p., blz. 541; Van Vloten, t. a. p., IV, blz. 139. 4) Naar Valerius Flaceus, I, vs. 76. 5) Frans I, Koning van Frankrijk (1515-1547). U) Zie No. 3507. 7) Er stond eerst de bruiloff; Hooft sclirapte bruiloft door en schreef er feest boven, maar liet de en die staan. 8) Zie 1, blz. 437. 9) No. 3512 a, b. Brieven van 15 en 30 Juni (beide L. B.) zijn eyen onbelangrijk. Zie I, blz. 247. 481 3513. AAN A. RIVET. (H. A.)* S. A. a bien reinarqué que nostreevesqile irlandois I) demande son adresse aiis villes d'Hollande pour s'en prevaloir à gueiiser, à quoy S. A. ne venlt niillement prester la main. I1 vous en ira encor parler. Je vous prie de le destonrner, comme j'ay desja faict. 19 May 2644. 3514. GRAAF Pñ. TH. VAN WALDECK2). (H. A.) Mcn raadsheer en mijn advohcaat te Brussel, die mij dienen in mijne baronie van Wittein, liebben een pnspoort noodig. Wilt gij dnnrvoor zorgen ? Ciileiiborch, le 19 de Map 1644. 3515. MARIE LANSAME, DOUAIR. VAN ZOMERGHEM ". (L. B.) Mij11 mon4) heeft II dus opgezocht. Ik wilde, dat wu LI en uwe familie eens mochten zien. MUne schoondochter 5, is familie van kolonel Oleser ". 111 Ghendt, desen 22 Mec 1644. 3516. H. VAN BEAUMONT ¡). (L. B.) Wilt gij den ingesloten brief aan %. H. overhandigen? Hi bevat een rapport over hetgeen mi bejegend in van de zijde der burgemeesters en regeering van de steden, ,op de recommandatie aan deselve gednen, tot het lichteu van 4000 waertgelders", en tevens eene aanbeveling QOO~rilin zwager, Mr. Anthoni de Jonge ni1 gecommitteerd in de rekeiikamer van Xeeland, die gaarne griffier van die kamer wil worden. Wilt gc daarvoor ook nw invloedaanwen- den? Hage, den XxIIJ Mac 2644. 3517. C. ROLLAND ". (L. B.) Brenger dezes, Anthoni de Joiige I"), 1111 aiiditeur, wil gaarne griffier worden van de rekenkamer van Zeeland. Wilt gij een goed woord voor hem doen? Hage, den XXIV"" MaU 1W. 4) Zie blz. 354 en 428. 2) Zie blz. 282. 3) Zie blz. 45. 4) T. a. p. 5) Zie biz. 339. G) Lie II, blz. 07. 7) Herbert van Beaumont, een zoon van Simon van B., den dichter (zie I, blz. 367)' werd iii 2636 pensionaris van Dordrecht en in 264û secretaris en chartermeester van Holland. 8) Anthony de Jonge, heer van Bruinisse, was eerst burgemeester van Zierikzee, daarna lid der rekenkamer en griffier van dat college. In 1644 is hij pensionaris van Middelburg geworden. Hij heeft eene groote massa aanleekeningen in handschrift nagelaten, van welke M. Cmallegange veel gebruik heeft gemaakt voor zijne Nieuwe Cronyk van Zeeland (4696). 9) Mr. Cornelis Holland was van IG40 tot zijn dood in 1652 griflier van het Hof van Holland. 10) Zie No. 3916. III. 31 482 3518. W. BOBEEL 1). (H.9.) Mijn neef Theodore Boreel, baljuw van Middelburg 2j, ,sa1 passen ter Generaliteyt in de plaetse van deil heer Croock zaliger”: wilt gij er met Z. H. over spreken? - ,Hoe weiuich apparent het.sij, om een redelyck accommo- dement te maken tusschen den Coninck en t Parlement, gelieve UEd. te be- mercken wt de bygaeude projecten 3). die ick door U Ed. handt sende voor syne Hooch.t, alsoo getoont [heeft], haer daerby gedient te spii. Wij senden die niet over aen deii Staet , alsoo het maer projecten syn , daervan niets is gearresteert en daerover een commissaris na Schotlandt is , of sy aldaer verstaeii, dat men op off tot propositien van pair sal besoigneren. Want dat is volgens het Covenant ”. 14/24 Map 1644, Oxford. 3519. D. DE WILHEM. (L. B.i Kunt gij iets doen voor Jan Verbolt, die gaarne luitenant of vaandrig wil worden? 2.5 de May 11344, a la Haye. 3.520. G. GENTIUS ‘). (L. B.) Vigesimo Februari literae nostrae primum splendorem tuum adire coepe- runt, [cum] frontem nobis perfriciiit vehementissimus Snslonij , viri certe optimi, qui me perinde ut oculum suum amabat, morbus. Cujus postea obitus, veluti exureiis aliqiiod fulmen, omnes auimi mei nervos conquassavit; me euim studiaqne mea una evertit, perinde ut vitem fructiferam palus tempestate pro- stratus. Hinc dolor, hiiic lacrimae! Dolendom, tot praeclara et occulta scien- tiarum monumenta et semina, quae per Orientein latent, orbi iiostro esse ignota. Fixum mihi erat, docta per Orientem ingenia adire, reconditasqne illoruiii artes, mores sscraqiie expiscnri et pervidere, sed obit noster Ansloniiis. Tdem tarnen etiamnum in animo habeo, modo cujusdam favore adjuvari possim. Proinde tibi, splendidissime vir, etiamnum ut primis, fidem servitiaque mea offero, etiam atque etiam rogens, ut me benevoleutiae oculo intuearis et laeta splendoris tui umbra studia nostra a vehementi Orientis calore defendas ; modica enim umbra defensus, incredibilia et nemini acta sum acturus; testor Deum, me gratissimam splendori tuo praestitururn operam, subsidio locupletiorem , propt,eï linguarum orient[aIium] peritiam , magnnmque in hac aula cum mag- iiatibus amicitiain, ita ut certus sim, si me semel amare coeperis, amre nunquam desines; rectam enim mibi virtutis viam deciirrere placet; quae causa est, quod aliqui nostram virtutern, perinde ut coeci vespertiliónes splendidis- simam solis lucem, refugiant et odjsse dissimulent. Praeterea certum est, [te] non tantum me, sed totum Christianum orbem incredibili beneficio demerituriini. I) Zie blz. 473, noot 11. 2) Zie blz. 329. 3) Een afschrik van deze ,,Proposilions”, 8 bladzijden lang, is aan den brief toegevoegd. 4) Onder den brief staat: Illustri viro Huygens, fautori suo splendidissirno. Hagae Coniitis. - Zie No. 3468. 483 Ex enim beneficio telam, quani coepi, pertexere possum in spleiidoris tui et totius Christiaiii orbis gratiam , gioriam proiiide, si me brevi per barum latoreni - eiiis enim opera literae tutae erunt, nt qui hic fratrein habet mihi aniicis- simum, mercatorem - dignaberis l) respons0 , perinde ut nectare studia nostra , lacrymis et dolore fessa, refeceris 2); nie enim tuo splendori comniisi totum; numen supremum tuo favori rebusqiie nostris benigne aspiret. Hae incliisae sunt ad seren. Principem, ad cujus immensum profusae henevolentiae mare accessi, ut, si me satis Ienissima favoris illius aura levem benevolentiae uiidam iil me impellat 3, , desideratissimi fructus nostri ad maturitatem perducantur ; magna enim omnium delitiarum in hortulo riostro extant vestigia, cujus rosiilam celsissimo illiiis tuoque splendori brevi transmissuri sumus, ex ciiius frsgrantissiiiio odore campum nostrimi non sterilem fuisse cognoscetic. Te, illustris vir , etiam atqiie etiam rogo, ut importunitatem meam non fronti perfrictae , sed temporuui acerbitati ascribas, et studia nostra seren.