Download PDF Van Tekst

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Download PDF Van Tekst Over Multatuli. Jaargang 34. Delen 68-69 bron Over Multatuli. Jaargang 34. Delen 68-69. Bas Lubberhuizen, Amsterdam 2012 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_ove006201201_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. i.s.m. 2 [Nummer 68] [Inleiding] Sommigen weten, en allen kunnen het weten [...] dat ik niet schrijven kan, en niet van schrijven houd. Er zijn weinig zaken die mij meer tegen de borst stuiten. Multatuli, Wijs mij de plaats waar ik gezaaid heb! (1861) 1861 was een jaar vol ‘drokte’ voor Multatuli. In brieven (zie VW X) duikt het woord geregeld op. Gunstige en minder gunstige perikelen rijgen zich aaneen, als in een multatuliaanse Goede Tijden Slechte Tijden. Een van de 1861-GTST-afleveringen zou kunnen beginnen met in het beeld voorbijzwevende foto's van de volgende personen (de hoofdpersoon uiteraard voorop): Jacob van Lennep, tegen wie geprocedeerd wordt met negatieve afloop; broer Pieter, die ziek wordt en overlijdt; Tine, die nauwkeurig op de hoogte wordt gehouden van de verschijning van kritieken (nu ook kritische) op Max Havelaar, van alle pogingen om weer aan het werk te komen, maar die ook te lezen krijgt dat haar echtgenoot dolveel houdt van - laatste foto - nicht Sietske Abrahamsz. Pleister op de wonde voor Tine moet maar zijn dat Siet op haar beurt vervuld is van liefde voor... haar, zoals Multatuli niet nalaat in zijn brieven te benadrukken (‘Maar dit is zeker dat zij met u dweept’). Garmt Stuiveling zag Siet niet alleen als inspiratrice voor Minnebrieven (Multatuli's eerste grote uitgave na Max Havelaar) maar ook voor Wijs mij de plaats waar ik gezaaid heb!, de brochure die Multatuli op verzoek van de uitgever H. Nijgh voor de slachtoffers van een Javaanse watersnoodramp schreef. In 1910 zou Siet zich herinneren dat voorlezing van de tekst door haar oom haar en haar zus dermate elektriseerde, dat ze geen woord van toejuiching konden uitbrengen. Laurens Ham maakt in het leading article in deze aflevering, ‘Het gebod of het genot. Multatuli als liefdadigheidsschrijver’ aannemelijk, dat Wijs mij de plaats door de meeslepende stijl het lezerspubliek hetzelfde genot bezorgde als de dames Abrahamsz. Hiermee plaatste Multatuli zich contre coeur in de heersende liefdadigheidstraditie: men werd niet in de eerste plaats veranderd door de tekst, maar vooral ontroerd. Ham behandelt ook het belang van het liefdadigheidsbeginsel en de daarbijbehorende literatuur in het midden-negentiende-eeuwse Nederland. Over Multatuli. Jaargang 34. Delen 68-69 3 Dik van der Meulen schreef in de vorige aflevering over de betekenis van Hans van den Bergh voor de Multatulistudie. De in oktober 2011 overleden oud-voorzitter van het Multatuli Genootschap werd bedacht met een speciale tentoonstelling in het Multatuli Huis. In dit nummer wordt de in memoriam-reeks vervolgd door achtereenvolgens Albert van den Bergh (die sprak op de najaarsbijeenkomst van het Multatuli Genootschap op 5 november 2011), Eep Francken, Chantal Keijsper en Tom Phijffer. Over in memoriams gesproken: Jaap Grave haalt herinneringen op aan zijn ontmoetingen met diplomaat/schrijver Carel Jan Schneider oftewel F. Springer (1932-2011), ‘zijn hele leven multatuliaan gebleven’. In Bougainville (1981) wordt een spannend samenspel opgevoerd van Multatuli, Mata Hari en een reeks nagelaten notities. Dit is niet Springers enige boek dat erom vraagt herlezen te worden! Dat we geen bijdrage wijden aan Hella Haasse komt doordat Peter van Zonneveld ons voor is geweest met een onovertrefbaar en liefdevol geschetst portret in Indische Letteren (‘Altijd een Indisch meisje gebleven. In memoriam Hella S. Haasse (1918-2011)’. In: Indische Letteren 26 (dec. 2011) nr. 4, p. 163-166). Andere bijdragen: de in 2011 als nasleep van het Multatuli-jubileumjaar uitgekomen studies over Multatuli worden onder de loep genomen (door Jaap Grave), onze aandacht wordt gevraagd voor een tot nu toe onopgemerkt stijlkundig aspect van Max Havelaar (door Jacob Dekker) en de Multatuli Kroniek wordt nieuw leven ingeblazen (door Multatuli Huis-conservator Klaartje Groot). Dan nog dit. Na tien jaar is het tijd voor vernieuwing, de redactie van Over Multatuli gaat in transitie. Het verpoppingsproces zal, naar het zich laat aanzien, een volle jaargang gaan duren. Bestuur en redactie buigen zich dit jaar over de beste structuur en invulling. Het eerstvertrekkend redactielid is Jos van Waterschoot; het overblijvend team wil hem op deze plaats dankzeggen voor de manier waarop hij (tot 2010) zijn conservatorschap voor de redactiedoeleinden heeft ingezet en voor zijn visies en bijdragen met bite in de afgelopen tien jaargangen. In die periode mochten vele themanummers van de pers rollen: lezingen gehouden in De Balie (nr. 50), Multatuli en de Verlichting (nr. 51), Multatuli en de Tachtigers (nr. 52), Max Havelaar voor het toneel, Multatuli en zijn internationale receptie (nrs. 59 en 60); Max Havelaar 150 jaar (nrs. 64 en 65). In vele afleveringen kwamen auteurs uit de wereld van de internationale neerlandistiek aan het woord. Allen hebben het hunne ertoe bijgedragen dat het lezen van Multatuli een plezier was of blijft, ook al moeten we ons ervan bewust blijven dat het de oorspronkelijke genotgever niet in de eerste plaats dáárom ging. De redactie Over Multatuli. Jaargang 34. Delen 68-69 4 Het gebod of het genot Multatuli als liefdadigheidsschrijver1 Laurens Ham Armoed, ondeugd en filanthropie - of wat daarvoor zoo dikwyls doorgaat - zyn drie varieteiten van dezelfde ziekelykheid, die elkaar vice-versa veroorzaken, styven, kompleteeren en in leven houden. Multatuli, Idee 1273a De Natuur is weldadig. Ze moet wèl doen - en dus weldoen - in alles wat ze doet, omdat niet-wèl doen haar doodvonnis wezen zou. Multatuli, Idee 198 Was Multatuli een liefdadigheidsschrijver? Dat woord zal bij veel liefhebbers van Multatuli de haren overeind doen staan. Een liefdadigheidsschrijver, dat is Hendrik Tollens, die in de eerste helft van de negentiende eeuw grote publiekssuccessen beleefde met onder meer de Bedelbrieven. Multatuli heeft toch helemaal niets met zulke sentimentele bourgeoisgedichten te maken? De lezer van Max Havelaar denkt bij ‘liefdadigheid’ misschien vooral aan de preek van dominee Wawelaar, die onder de ‘plichten die wy ten-aanzien van die arme heidenen [in Indië] te vervullen hebben’ als eerste én laatste principe de bijdragen aan een ‘goed doel’ opneemt: ‘Het geven van ruime bydragen in geld aan de zendelingsvereniging’. Met Wawelaar zien we de negentiende-eeuwse filantropie in haar meest dubieuze vorm; het lijkt er immers op dat Wawelaar eerder geïnteresseerd is in het versterken van de zendelingskas dan in het opkomen voor de Indische bevolking. Sommige auteurs zien Multatuli het liefst als ‘emancipator’, zo bleek in 2010 bij de viering van 150 jaar Max Havelaar. Met twee nieuwe bundels (een over Multa- Over Multatuli. Jaargang 34. Delen 68-69 5 tuli en het feminisme, een over de vrijdenkers) werd het beeld geschetst van de auteur als hervormer. Zo'n figuur kan toch alleen maar tegen liefdadigheid gekant zijn? Pagina uit 1865-editie (collectie Multatuli Huis) Over Multatuli. Jaargang 34. Delen 68-69 6 Toch blijkt Multatuli's houding tegenover filantropie complexer dan dat. Inderdaad zijn er in zijn werk verscheidene passages te vinden die het principe afwijzen, maar tegelijkertijd schreef hij in 1861 het liefdadigheidsboekje Wijs mij de plaats waar ik gezaaid heb!2 Dat boekje was echter wél weer een aaneenschakeling van ironische passages. Voordat de schrijver aan een sentimentele liefdadigheidsgeschiedenis toekwam, had hij eerst de spot gedreven met andere liefdadigheidsschrijvers als J.J. Cremer, met het publiek en met het genre als geheel. Het eigenaardige was dat het publiek die ironie helemaal niet leek op te vangen. In een toegevoegd nawoord in de druk uit 1865 klaagde de schrijver dat hij met het boekje weer niets had kunnen uithalen: men had het weer ‘mooi’ gevonden, maar niemand had de tekst aangegrepen om zijn leven een nieuwe wending te geven. Dat was natuurlijk wel waar de ambitieuze Multatuli op hoopte. In dit artikel wil ik de verschillende aspecten van Multatuli's denken over liefdadigheid in de context van de negentiende-eeuwse liefdadigheidstraditie plaatsen. Eerst zal ik daartoe laten zien hoe belangrijk het liefdadigheidsbeginsel en de liefdadigheidsliteratuur waren in het midden-negentiende-eeuwse Nederland. Daarna ga ik in op het jaar 1861 als hoogtepunt in de liefdadigheidsproductie, maar tegelijkertijd als kantelpunt in de waardering van de boekjes. Vervolgens behandel ik uitvoerig de liefdadige aspecten van Multatuli's oeuvre, onder meer op het boekje Wijs mij de plaats. Al deze stappen leiden er uiteindelijk toe dat we een tegenstelling tussen liefdadigheidsgebod en liefdadigheidsgenot op het spoor komen, en daaronder nog een tweede tegenstelling: tussen genot in het geven en genot in het lezen. Liefdadige eeuw De negentiende eeuw is de eeuw van de liefdadigheid en van het particuliere initiatief. Dat er zoveel liefdadigheidsinitiatieven van de grond kwamen, had te maken met de verarming van Nederland sinds het begin van die eeuw. De grote problemen rond armoede, honger en werkloosheid hadden wellicht door overheidsingrijpen verzacht kunnen worden, maar zo'n interventie was taboe binnen het liberaal-christelijke denkkader dat tot eind jaren 1870 de Nederlandse politiek beheerste. Er bestond dus tot 1874 geen sociale wetgeving in Nederland, maar er waren des te meer burgerlijke projecten
Recommended publications
  • KRON-2010-03.Pdf
    TIJDSCHRIFT HISTORISCH AMERSFOORT • JRG 12 • NR 3 • SEPTEMBER 2010 K R O N I E K De smaak van de negentiende eeuw + Fons de Backer + Architect Wouter Salomons + Canon Eemland + Benjamin Cohen + Map Heijenga + Feministische bibliotheek 11 EN 12 SEPTEMBER 2010 Open Monumentendag De 24ste editie van de Open Monumentendag staat in het teken van De smaak van de 19de eeuw . Voor Amersfoort is dit een uitdagend thema, omdat de groei van onze stad pas in het laatste kwart van die eeuw goed op gang is gekomen. Toch is de architectuurgeschiedenis ook met Amersfoortse voorbeelden goed te illustreren. door MIRJAM BARENDREGT Tuinen te Amsterdam is gevraagd de ontstaansgeschie - denis van Park Randenbroek te onderzoeken. Het bureau Amersfoort heeft in de 19de eeuw vooral de aandacht doet dit aan de hand van historische tekeningen en do- getrokken met de transformatie van een aantal parken cumenten, waarop ook de aanbevelingen voor restaura - en landgoederen. Eigenaren waren uitgekeken op de geo- tie en beheer zijn gebaseerd. Mede dankzij een financië - metrische 16de- en 17de-eeuwse tuinaanleg. Zij zochten le bijdrage van de provincie Utrecht kon het verrassende naar mogelijkheden om hun bezit een meer eigentijds, dat resultaat van het onderzoek in Amersfoort Magazine wor- wil zeggen landschappelijk, aanzien te geven. Dit gold den opgenomen. In deze pocket ‘Amersfoortse parken en de smaak van de 19de eeuw’ leest u een artikel over het panorama van Amersfoort, omdat de belangstelling voor vergezichten ook in de 19de eeuw is ontstaan. Wie weet over welk vergezicht in 2110 wordt gesproken: een groen stadspark van Randenbroek tot Heiligenberg? De geschie- denis en monumenten tonen ons dat je alleen een rijk verleden kunt krijgen door een visie op de toekomst! Foto links: ingang park Randenbroek aan de Heiligenbergerweg.
    [Show full text]
  • Recent Dutch-Language Publications
    Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde 174 (2018) 363–379 bki brill.com/bki Recent Dutch-Language Publications Harry A. Poeze kitlv/Royal Netherlands Institute of Southeast Asian and Caribbean Studies [email protected] Daud Aris Tanudirjo (ed.), Voorouders en rituelen in Indonesië. Gent: Snoeck, 2017, 208 pp. isbn: 9789461613752. Price: eur 38 (hardback). Every two years in Brussels the Europalia Arts festival is organized. In 2017 Indonesia was chosen to be the focus in its series of cultural events and expo- sitions. Europalia was a prestigious event that was honored by the patronage of Indonesian President Joko Widodo and the Belgian King and Queen. The Indonesian Ministry of Education and Culture was deeply involved in the plan- ning of Europalia, as well as counterparts in the Belgian government and in cultural institutions. This Europalia must have taken years to prepare. One of its features was an exposition in the Paleis voor Schone Kunsten (Center for Fine Arts) in Brussels (October 2017-January 2018) about ancestors and rituals in Indonesia. This theme was chosen as the remembrance of ances- tors throughout the history of the Archipelago—a lasting and recurrent fea- ture that is common to all parts of Indonesia, however different the format of this homage and the rituals surrounding it. Moreover, the theme is excel- lently suited for an exhibition as there are many objects that from a scholarly as well as an artistic viewpoint are interesting. In the catalogue of the exhi- bition about 125 objects are pictured, of which about 80 are accompanied by extensive explanations by experts from Indonesia and Europe.
    [Show full text]
  • 10Th European Feminist Research Conference Difference, Diversity, Diffraction: Confronting Hegemonies and Dispossessions
    10th European Feminist Research Conference Difference, Diversity, Diffraction: Confronting Hegemonies and Dispossessions 12th - 15th September 2018 Georg-August-Universität Göttingen, Germany BOOK OF ABSTRACTS IMPRINT EDITOR Göttingen Diversity Research Institute, Georg-August-Universität Göttingen, Platz der Göttinger Sieben 3, 37073 Göttingen COORDINATION Göttingen Diversity Research Institute DESIGN AND LAYOUT Rothe Grafik, Georgsmarienhütte © Cover: Judith Groth PRINTING Linden-Druck Verlagsgesellschaft mbH, Hannover NOTE Some plenary events are video recorded and pictures may be taken during these occasions. Please notify us, if you do not wish that pictures of you will be published on our website. 2 10th European Feminist Research Conference Difference, Diversity, Diffraction: Confronting Hegemonies and Dispossessions 12th - 15th September 2018 Georg-August-Universität Göttingen, Germany BOOK OF ABSTRACTS 10TH EUROPEAN FEMINIST RESEARCH CONFERENCE 3 WELCOME TO THE 10TH EUROPEAN FEMINIST RESEARCH CONFERENCE ”DIFFERENCE, DIVERSITY, DIFFRACTION: WELCOME CONFRONTING HEGEMONIES AND DISPOSSESSIONS”! With the first European Feminist Research Conference (EFRC) in 1991, the EFRC has a tradition of nearly 30 years. During the preceding conferences the EFRC debated and investigated the relationship between Eastern and Western European feminist researchers (Aalborg), technoscience and tech- nology (Graz), mobility as well as the institutionalisation of Women’s, Fem- inist and Gender Studies (Coimbra), borders and policies (Bologna), post-communist
    [Show full text]
  • Encyclopedia of Women in Medicine.Pdf
    Women in Medicine Women in Medicine An Encyclopedia Laura Lynn Windsor Santa Barbara, California Denver, Colorado Oxford, England Copyright © 2002 by Laura Lynn Windsor All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording, or otherwise, except for the inclusion of brief quotations in a review, without prior permission in writing from the publishers. Library of Congress Cataloging-in-Publication Data Windsor, Laura Women in medicine: An encyclopedia / Laura Windsor p. ; cm. Includes bibliographical references and index. ISBN 1–57607-392-0 (hardcover : alk. paper) 1. Women in medicine—Encyclopedias. [DNLM: 1. Physicians, Women—Biography. 2. Physicians, Women—Encyclopedias—English. 3. Health Personnel—Biography. 4. Health Personnel—Encyclopedias—English. 5. Medicine—Biography. 6. Medicine—Encyclopedias—English. 7. Women—Biography. 8. Women—Encyclopedias—English. WZ 13 W766e 2002] I. Title. R692 .W545 2002 610' .82 ' 0922—dc21 2002014339 07 06 05 04 03 02 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 ABC-CLIO, Inc. 130 Cremona Drive, P.O. Box 1911 Santa Barbara, California 93116-1911 This book is printed on acid-free paper I. Manufactured in the United States of America For Mom Contents Foreword, Nancy W. Dickey, M.D., xi Preface and Acknowledgments, xiii Introduction, xvii Women in Medicine Abbott, Maude Elizabeth Seymour, 1 Blanchfield, Florence Aby, 34 Abouchdid, Edma, 3 Bocchi, Dorothea, 35 Acosta Sison, Honoria, 3 Boivin, Marie
    [Show full text]
  • Dagblad Voor Nederland
    I**§S» I i £02« De Amsterdammer. ■■mgngßgMggfe*ggggg_______B-_-----SBSg^DAGBLAD VOOR NEDERLAND. ABONNEMENT per drie maanden ADVERTENTIËN: a __. f r, _ De Middag-Editie verschijnt ten IS are HAANHAGi 16 APRIL. Op he« D»gM.d, voor Amsterdam .f 5. Io bet Dagblad en is de Middag-Editie Trage of vermelding van liefdegiften Abonnement voor Amaterdam . f s.~ pc overige plaateen in Nederland. van I—s regela 1.10 regel , Voor de WeekWad YerBcb4jnt e]ken Zaterdagavond Uitgevers: Dagblad-Vereeniging HOLTZ & Co. ■ f f .10 verzending » regel , , In éen »" Abonnement voor Amaterdam ... I.— Elke meer , 0.30 Advertentiën in het Weekblad: In verzendingen regela , regele twee ’„„ ' „de overige plaatsen in Reclame» van I—s . 3.10 Van I—6 ..■,,, .t— 20-— . Spuistraat Paleisstraat 216. Elke België ......._"""" 1,15 BUREAUX: bij de regel regel Voor Nederland ’, meer. 0.40 Elke meer. , , , . { 0.15 afisonderljik 5 Cta. Afzonderlijke nummers IO Cta. ......... Elk blad Advertentiën voor den Werkenden Stand, aan- Tasschen den tekst per regel. , , . i,-_ De door den minister Scholz voorgelezen Keizerlijke heeft geantwoord, dan zal eene buitengewone verga- het oprichten van eeno smederij in het perceelBokkinghangen 5; verzachtende omstandigheden on hij te dier zake van Giessen J_ Co., tot het veroordeel boodschap zegt, dat de Keizer het zijnen plicht acht, dering bijeen geroepen W. plaatsen van een oven in het tot correctioneele gevangenisstraf van een jaar, met oir worden- perceel Kalverstraat 163 ten eeno BUITENLAND. naast de repressieve maatregelen der socialistenwet, Op voorstel van Mr. H. GoemanBorgesius verklaarde behoeve eener aldaar op to rich- zegging van het recht om bij de gewapende macht te bevordering het der de vergadering het diligent.
    [Show full text]
  • Physicians and Fertility Control in the Netherlands
    Journal of Interdisciplinary History, xxxiv:2 (Autumn, 2003), 155–185. Frans van Poppel and Hugo Röling PHYSICIANS AND FERTILITY CONTROL Physicians and Fertility Control in the Netherlands The Netherlands, like many other European countries, began to experience a strong fertility decline during the last quarter of the nineteenth century. The annual values of the total fertility rate (tfr—the average number of children per woman) in Figure 1 show that after an initial rise, fertility started its decline in 1879. This decline continued until 1937, when the average number of children per woman had reached 2.57, three children less than in 1879. A further decline occurred from 1966 to 1975; during this period, tfr decreased from 2.90 to 1.65.1 The transition that took place between 1880 and 1930 was recognized as crucial almost from its inception. Beaujon (1853– 1890), the Dutch economist and statistician, for example, argued in 1888, using marital fertility rates for the period from 1860 to 1879, that “restriction of the fertility of marriages is not com- pletely unfamiliar to our country.” In his opinion, indications of the “voluntary limitation of marital fertility” could be found in several provinces during the second half of the 1870s. He also noted, however, that “control of the number of births within marriage is a rare exception.”2 Frans van Poppel is Senior Research Ofªcer, Netherlands Interdisciplinary Demographic In- stitute (nidi). He is the author of Trouwen in Nederland. Een historische-demograªsche analyse van de 19e en vroeg-20ste eeuw (Marriage in the Netherlands: A Historical-Demographic Analysis of the 19th and early 20th Century) Wageningen, 1992); co-author, with Jona Schellekens and Aart C.
    [Show full text]
  • De Strijd Vrouwenkiesrecht Herdacht
    DE STRIJD VOOR HET VROUWENKIESRECHT HERDACHT DOOR W. WIJNAENDTS FRANCKEN-DYSERINCK Om op snelle en afdoende wijze tot oplossing van sociale vraagstukken te komen, moet er gebruik gemaakt worden van alle krachten, waarover de mensheid kan beschikken. Van alle krachten is de kracht der vrouw het langste en het meest verwaarloosd. Men dient dus aan de vrouw op elk gebied haar volkomen mondigheid te geven, om met hare medewerking de sociale vraagstukken op te lossen. A. W. L. VERSLUIJS-POELMAN, Rede Tentoonstelling voor Vrouwenarbeid, 29 Augustus 1898 3 Pioniers en Pioniersters. „Leve, leve Mina Drucker, Alle kousen nog maar stukker”. Aldus het refrein van een spotliedje van Abraham Winter in Carré ten beste gegeven aan het eind der tachtiger jaren. In de „Geschiedenis der Arbeidersbeweging in Nederland” zegt B. Bijmsholt het op enigszins meer waarderende wijze: „Wat van de arbeiders gezegd werd, gold ook voor de vrouwen: de vrijmaking der vrouw moet het werk der vrouw zelf zijn. Een krachtige persoonlijkheid was nodig — en kwam: W. Drucker, oprichtster der Vrije Vrouwenvereniging”. Mevrouw Drucker, dan ook terecht geëerd in een bescheiden standbeeld in Amsterdam, de stad die mede de stempel op haar werken drukte, was gesteund door haar vriendin Th. Schook-Haver, een vijftal mannen en een tiental vrouwen uit Gent, Wenen, Londen, Genève, Brussel, Leeuwarden en Amster­ dam op 8 Maart 1893 een „Weekblad voor de Vrouw” begonnen: Evolutie. Al in het 4e proefnummer wordt de kiesgerechtigdheid der vrouw aangepakt, zij het slechts voor de Kamers van Arbeid, destijds voorgesteld door de heren Pyttersen en Schimmelpen- ninck. Tegelijkertijd blijkt dat even te voren „mejuffrouw Gratio, een nog zeer jong meisje” Mr A.
    [Show full text]
  • PDF Van Tekst
    Volledige werken. Deel 17. Brieven en dokumenten uit de jaren 1874-1875 Multatuli Editie Garmt Stuiveling bron Multatuli, Volledige werken. Deel 17. Brieven en dokumenten uit de jaren 1874-1875 (ed. Garmt Stuiveling). G.A. van Oorschot, Amsterdam 1986 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/mult001gstu20_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. 7 Voorbericht Multatuli, Volledige werken. Deel 17. Brieven en dokumenten uit de jaren 1874-1875 9 Dit zeventiende deel bestrijkt een periode uit Multatuli's leven die wordt gedomineerd door de eerste reeks opvoeringen van Vorstenschool, dus tevens door het intensieve contact met Mina Krüseman, maanden lang vriendschappelijk, voorgoed vijandig daarna. Men zal in de nederlandse letteren geen tweede voorbeeld kunnen vinden van mensen die elkaar zo mateloos hebben bewonderd, die met zo'n elementaire heftigheid in botsing zijn gekomen en die elkander zo hartgrondig hebben veracht. In vergelijking met de week na week in monomane nuchterheid polemiserende Van Vloten, doet Mina Krüseman in haar uitbarstingen van gekwetste ijdelheid aan als een vulkanisch temperament. Behalve de twee bezoeken die zij aan Wiesbaden heeft gebracht, is er tot februari 1875 alleen maar schriftelijk contact geweest. Er werden over en weer dozijnen openhartige brieven gewisseld, en aangezien Mina Krüseman ook op reis van iedere brief kopie hield, hebben de hare zelfs in duplo bestaan. Toch is er, ondanks alle nasporingen, geen enkele autograaf teruggevonden, noch van háar hand, noch van de zijne. Al wat ons rest zijn de door haar al in 1877 rancuneus geselecteerde en ongeautoriseerd uitgegeven citaten en fragmenten, brokstukken die telkens de vraag doen rijzen wat er méer is geweest, dus ook wat zij ons voorgoed heeft onthouden.
    [Show full text]
  • Aletta Jacobs En Het Vrouwenkiesrecht
    Aletta Jacobs en het vrouwenkiesrecht Inleiding De geschiedenis van het vrouwenkiesrecht is onverbrekelijk verbonden met de naam van Aletta Jacobs. In het voorwoord bij haar Herinneringen schrijft prof. mr dr J. (Jacques) Oppenheim, gewezen hoogleraar staats- en administratief recht aan de Rijksuniversiteit Groningen en Leiden, lid van de Raad van State, en neef van Aletta Jacobs: 'In den langen bangen strijd voor het algemeen kiesrecht der vrouw hier te lande, heeft dr. Jacobs het leeuwenaandeel gehad en haar wilskracht is het vooral geweest die de vrouw het stembiljet in handen heeft gegeven.'1 Zij is de eerste vrouw in Nederland die als arts is afgestudeerd en gepromoveerd, en wel aan de Rijksuniversiteit Groningen2. Tijdens haar leven en werk stuitte zij op allerlei belemmeringen om zich, net als de man, vrijelijk te ontplooien en een onafhankelijk bestaan op te bouwen. Zo kwam zij ertoe om uiteindelijk haar artsenpraktijk vaarwel te zeggen en zich met niet aflatende ijver in te zetten voor verbetering van de positie van de vrouw, onder meer door de verwezenlijking van het algemeen kiesrecht voor vrouwen in Nederland. In haar rijke leven heeft zij zich niet tot deze strijd beperkt, maar zette zij zich ook in voor andere zaken. Zo introduceerde zij het pessarium occlusivum als middel om ongewenste zwangerschap tegen te gaan en was ze betrokken bij de oprichting van de Nieuw Malthu- siaansche Bond in Nederland. Ook bond ze de strijd aan tegen de reglementering van de prostitutie. Ze gaf voorlichting over hygiëne om kindersterfte en ziekte tegen te gaan, voerde actie om winkelmeisjes gedurende werktijd te laten zitten, omdat het langdurig staan bij hen medische afwijkingen veroorzaakte.
    [Show full text]
  • Legene in Traveling Heritages
    Flatirons and the Folds of History On Archives, Cultural Heritage and Colonial Legacies Susan Legêne The notion oftraveling heritages implies movement, but it may not be immediately clear what it is that travels in the context of an archive and library like the Inter- national Information Centre and Archive for the Women’s Movement (iiav). The iiav is an institution that specializes in collecting, archiving, providing informa- tion services and producing of knowledge on women’s history and women in gen- eral (see chapter by Wieringa in this volume). Over the past seventy years, the iiav has become an internationally renowned center of expertise, with a unique and growing collection of archives, books and other materials related to a broad range of women’s movements and issues. When I look at the iiav’s library and archives, I see them not as repositories, but rather as dynamic processes. An archival collec- tion is not static. Collecting is obviously an activity, but the collections of books, papers, and objects are also, in a sense, active. New acquisitions influence how we look at what has been collected and preserved in the past. In this respect, archives like the iiav can be compared with a museum. The objects in the reserves and exhibition may be very valuable, but it is the dynamic of its acquisition and exhibition policies that keeps a museum connected to contem- porary society. We create our relationship to and awareness of cultural heritage over and over again. The critical issue for a museum, as for other cultural heri- tage institutions like archives and libraries is not about making new acquisitions and improving collection management and accessibility per se.
    [Show full text]
  • Downloaden) Via Omdrotterdam.Nl/Routes
    MAGAZINE VAN HISTORISCH GENOOTSCHAP ROTERODAMUM NO 26 • SEPTEMBER 2020 EXTRA BIJLAGE met routes Open Monumentendag 2020 K ONIEK 1 ‘Wie het verleden verwaarloost komt er ooit oog in oog mee te staan’ 2 Nelleke Noordervliet in haar column in Trouw 11 juli 2020, Oh mijn geliefd Rotterdam, denk om je geschie- denis, een vlammend betoog van haar over het eren van de geschiedenis van de stad en de noodzaak van het behoud van het Museum Rotterdam. Nelleke Noordervliet is sinds 2012 juryvoorzitter van de mr. J. Dutilhprijs. Zij reikt deze prijs, voor het beste boek over de Rotterdamse geschie- denis, begin 2021 voor de laatste keer uit. Maaike Engels Maaike KRONIEK NO. 26 SEPTEMBER 2020 ROTTERDAMSER KAN HET BIJNA NIET COLOFON De Kroniek is het verenigingsblad De Maand van de Geschiedenis gaat dit jaar op zoek naar verhalen waarin Oost en West van het Historisch Genootschap elkaar ontmoeten. Op mijn dagelijkse wandeling over de Willemsbrug houdt dit thema Roterodamum en verschijnt drie keer me bezig, samen met de hamvraag: is denken in Wij en Zij, in Hier en Daar een feno- per jaar. Leden krijgen de Kroniek meen van alle tijden of typisch iets van nu? gratis thuisgestuurd. Het lidmaat- schap kost 35 euro per jaar. Vanaf de brug zie ik het Witte Huis, eens de eerste wolkenkrabber van Europa, inmiddels ingesloten door hogere torens. Het Witte Huis was het eerste dat mijn oma zag vanaf Redactie: de boot. Eind jaren dertig vertrok zij uit Nederlands-Indië naar het moederland. Ik weet Judith van Gilst, Jeanette Bronts, vrijwel niets over haar leven aldaar.
    [Show full text]
  • Biography Institute Annual Report Biography Institute 2013
    Biography Institute Annual Report Biography Institute 2013 Biography Report Annual Postal address Biography Institute University of Groningen P.O. Box 716 Annual Report 2013 NL-9700 AS Groningen The Netherlands Visiting address Faculty of Arts Oude Kijk in ‘t Jatstraat 26 NL-9712 EK Groningen Room 13.12.128/132 Telephone +31 50 363 5816/9069 +31 6 53216666 E-mail [email protected] Website www.biografieinstituut.nl www.rug.nl/biografieinstituut Annual Report Biography Institute University of Groningen, The Netherlands 2013 Table of Contents Preface 6 Biography Institute 1.1 Employees 7 1.2 PhD positions 7 1.3 Advisory committee 8 1.4 Finance 8 1.5 Funding 8 1.6 Website and Newsletter 9 Projects 2.1 Biography projects 11 2.2 Completed projects 21 2.3 Conferences and Edited Volumes 28 2.4 Digitization projects 29 2.5 Publications 32 2.6 Editorships and advisory committees 40 Education and partnerships 3.1 Education 41 3.2 Partnerships 41 3.3 Dutch Biography Portal 41 Preface 1.1 Medewerkers On 1 September 2004 the University of Groningen established the - Prof.dr. J.W. Renders, director, Biography Institute. This annual report provides an overview of the manages the institute. principal activities, developments and activities of the Biography Institute - I.L. Hengeveld, coordinator, in the calendar year 2012. Previously our annual reports provided an is responsible for the coordination of the institute. overview of the academic year. - A. Dekker, PhD researcher, in September 2010 appointed to write the biography of Anton The Biography Institute is associated with the Faculty of Arts.
    [Show full text]