76-1927 De Navorscher

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

76-1927 De Navorscher L DE NAVORSCHER. EEN MIDDEL TOT GEDACHTENWISSELING EN LETTERKUNDIGVERKEER TUSSCHEN ALLEN DIE IETS WETEN, IETS TE VRAGEN HEBBEN OF IETS KUNNEN OPLOSSEN ONDER REDACTIE VAN G. FULDAUER. Zes en Zeventigste jaargang. AMSTERDAM ENGELHARD, VAN EMBDEN & Co. 1927. DE NAVORSCHER ONZE ,,NAVORSCHER” - VIJF EN ZEVENTIG JAAR. aThe steady habit of correcting and completing his own opinion by collating it with those of others, so far from causing doubt and hesitation in carrying it into practice, is the only stable foundation for a just reliance on it.< (Mill, On Liberty.) Er zijn van die rustpunten in het menschelijk leven zoowel als in het leven van boeken en tijdschriften, waarop men even terugblikt - zoogenaamde jubilea zijn er de uitingen van -, en overziet, wat tot nog toe gewrocht is, welke veranderingen hebben plaats gegrepen, welke invloeden hebben gewerkt om het leven en streven in bepaalde gewenschte of ongewensche richting te sturen en tenslotte het resultaat. Vijf en zeventig jaar heeft onze 2Navorscherb: geleefd, en gepoogd zijn devies : rGedachtenwisseling om te komen tot de waarheid< hoog te houden. Vele tijdschriften heeft hij zien bezwijken om zich heen onder den last van hetzelfde pogen, maar h2j heeft stand gehouden : . saevis tranquillus in undis . , . geschraagd door zijn staf .van beproefde medewerkers, mannen van weten- schap en de wetenschap beoefenend louter om haar zelve en zonder eenige gedachte aan zichzelven. Het is dan ook aan deze mede- werkers, die ik gedurende de circa twintig jaren, dat ik de leiding van dit tijdschrift heb mogen voeren, gadesloeg en bewonderde, het leeuwenaandeel van dit herdenkingsnummer wil laten, om hun meening te uiten en wederzijds van gedachte te wisselen. Het was oorspronkelijk mijn bedoeling, dat ieder circa. één . pagina te zijner beschikking zou krijgen 2 maar dat bleek in de praktijk niet uitvoerbaar. Ik hoop nu maar, dat zij, die zich wel aan den oorspronkelijken opzet gehouden hebben, mij deze vrijgevigheid zullen vergeven - in een feestnummer mag men nu eenmaal niets weigeren - dat bederft de stemming. En thans - gezamenlijk viribus unitis gaan wij voort - het hoofd rechtop, den blik vooruit naar. 1. ons volgende rustpunt. De SNavorscherc semper crescat. GUSTAAF FULDAUER. 1927 1 Yiremque aoquirit eundo. V IRGILIUS. Al gaande windt hij krachten. Vruchtbaarder bron kennen Ne&rland’s vorsehers niet Dan d’ halfeeuwsche vraagal voortdurend ons biedt: Amstel’s Muller, die om aller zoekers vree, Met bart en ziel steeds op z’n dapperst stree. Zijn rustlooze arbeid wekt nog elken dag Veel weters dank, ons a!ler diep ontzag, En wint, zelfs n& zijn dood, nog nieuwe krachten. Geen onderdeel van het heelal, geen kunst of wetenschap, geen kroon, schepter, staatsman otveldheer, geen spreekwijZe, geen dier, plant of bloem - geen enkel onderwerp liet $De Navorschera sinds 185 I onbésproken. Zijne beloften strekten steeds wijder - op elk, ook op godsdienstig en wijsgeerig gebied ! Reeds in de eerste jaargangen van den BNavorscherc be- schaamden meerdere geleerden de huidige twijfelaars aan Gods heilig Woord omtrent de Paradijs-geschiedenis en de oorzaak van de zonde, met herinnering aan de geestvolle, soms mystieke behandeling van dezelfde onderwerpen bij den strijd tusschen Arminius, leider der Remonstranten naar het gevoelen van Zwingli, en Gomarus, volger van Calvijn, omtrent de leer der Goddelijke voorbeschikking en genade. Aan die geschi’len paarde zich een ander : of men met Calvijn moest stellen, dat kerkelijke zaken uitsluitend door geestelijken worden behandeld en beslist, dan wel of men volgens Zwingli daaromtrent ook gezag aan de burgerlijke overheid moge toekennen. Oldenbarneveld handhaafde het laatste gevoelen, dat hij, tot onuitwischbare schande van zijne rechters, met den dood zou bekoopen! De Staten van Holland gelastten, doch te vergeefs, aan voormelde hoogleeraren om den vrede te bewaren, niets te verkondigen in strijd met de Heilige Schrift, met de Nederlandsche geloofsbelijdenis én den Heidelbergschen catechismus. Maar ook omtrent het verbindende gezag van beide laatste onderwerpen was men ‘t niet ééns: .de volgers van Gomarus achtten ze overéénkomstig met den Bijbel, de Arminianen beschouwden ze als menschenwerk en <oor herziening vatbaar. Tot de schrijvers van dien tijd over godsdienstige onderwerpen behoorde ook zekere Robbert Robbertszoon, leeraar in de zee- vaartkunde te Hoorn, woonachtig te Amsterdam - volgens Brandt . 3 aeen vreemde, losse en holle6olge geest. een schimper op allerlei gezindheden ; met name op het mengelmoes van verdeelde Doopsgezinden en Gereformeerden, die de Remonstranten ver- oordeelden . , . , . c Hij behoorde aanvankelijk tot de Doops- gezinden, later tot de Remonstranten, en heette een toonbeeld van mysticisme. Met dat al was Robber&. een zeer geestige man, uiterst omzichtig, bij besprekingen en geschillen nooit op zijn woorden te vangen. Dit bleek o a. bij een .onderhoud met twee hoogleeraren, één Protestant en één Arminiaan, die arglistig .z@ze meening kwamen vragen omtrent de oorzaak van de zonde. .nWél - antwoordde Robbertsz. zonder te aarzelen - toen God aan Adam. vroeg: BHebt gij van den boom gegeten, van welken Ik u gebood, dat gij daarvan niet eten zoudt!c - ant- woordde Adam beschaamd : Pde vrouw, die Gij mij gegeven hebt, heeft mij ‘van dien boom gegeven . *En God zeide tot de vrouw: B Wat hebt gij gedaan ?a >Zij antwoordde uiterst bedeesd: rDe slang heeft mij bedrogen en ik heb gegeten . .-. .c God vervloekte de slang. , . , . Deze, straks nog zoo wèlbe- ,’ spraakt tegenover Eva, behield thans een angstig zwijgen . Listiger dan al het gedierte des velds, heeft de slang sinds de verjaging van Adam en Eva uit het Paradijs den tong niet geroerd, tót hij dezen bij de synode te Dordrecht weêr deed hóoren . .Q Robbertsz’s bezoekers dropen af. Die zelfde slang oefent, na drie honderd jaar, opnieuw zijn invloed uit in de Protestantsche kerk, met verzaking van Gods eerste en heiligste gebod tot Lz’efdee: menschelijke opvattingen stellende tegenover Zijn Woord. Al kennen wij de vadio pas sinds’ kort, toch hooren wij in de huidige weerzinwekkende kerkelijke twisten op nieuw de klanken van de Dordtsche synode in den aanvang van de 17de eeuw. Ook die herinnering danken wij aan den BNavurscherc ! F. DE BAS, ‘s-Gravenhage, Oct. 1926. ’ gep. Luit.-Generaal. 4 Wilde Bondgenooten door Dr. P. H. DAMSTIL Vijf-en-zeventig jaren heeft > De Nnvovsc/ïera reeds beleefd ! Vele tijdschriften heeft men in dien tijd zien aopgaan, blinken en verzinken<. Dat dit maandblad zich nog steeds staande houdt mag als een bewijs worden beschouwd, dat de medewerkers geen nutteloos werk verrichten. Aan mijne welgemeende gelukwenschen aan- de’ Redactie waag ik het daarom ook in deze Jubileum- aflevering een verzoek aan de lezers toe te voegen, die in staat zijn om een bevredigend antwoord te geven op de vraag, die ik aan hun aandacht wil onderwerpen. Hieronymus verzekert, dat de dichter Lucretius door het drinken van een liefdedrank krankzinnig is geworden en, na in zijne heldere oogenblikken verscheidene boeken van zijn beroemd werk De. &2erg?ti Natura te hebben geschreven, zelfmoord heeft gepleegd. Eeuwenlang hebben de geleerden over de geloofwaardigheid van dat bericht gestreden, totdat Prof. 1. P. Postgate, die in dezen zomer, helaas! aan de wetenschap is ontvallen, in eene lezing New Lig/zt upon Lucretius, uitgegeven bij Longmans, Green F Co. 39 Paternoster Row, London E. C ~1 op interne, d.i. aan het ge- dicht zelf ontleende bewijzen heeft trachten aan te toonen, dat het bericht alleszins geloofwaardig is. Hij ontleent een eerste argument aan een passage in het 5de boek (vs. 1308 vlgg.), waar de dichter’ uitvoerig beschrijft, hoe de menschen behalve olifanten ook leeuwen, stieren en wilde zwijnen ten gebruike in den oorlog hebben afgericht en gebezigd. Postgate nu acht het bij een ernstig navorscher als Lucretius j onwaarschijnlijk, dat dit, een louter verzinsel zou zijn, maar zeer mogelijk, dat het te beschouwen is als het voortbrengsel eener kranke verbeelding of van verkeerde gevolgtrekkingen uit andere bronnen. Intusschen heeft hij dergelijke berichten bij anderen gezocht en slechts deze gevonden: In dé Naukeurz~e Besehryvinge der Afrikaensche Gewesten . door Dr. 0. Dapper. Amsterdam. Jacob van Meurs, 1668, staat op bladz. 635 : ,De Hottentots, genaemt Heusaquesu, en vervol- gens blz. 636a: *De Heusaques zijn bpzonder vaerdig met jonge . :. ,_ 5 en oude leeuwen om te gaen, die zy in strikken weten te vangen en te temmen, met een bant aen den hals, als een hont. Zy trekken ook wel met leeuwen, die zy lang gehad en heel tam gemaekt hebben ten oorloge, en kunnen daer mee den vyant, zonder moet van eenig tègenstant te bieden, in\ de ronte op de vlucht drijven ; ‘t geen velen vremt wil voorkomen, en echter in’ er daet onder hen gepleeght w0rt.e Verder worden in het Duitsche werk M. Peter Koibens Reise nn das Cap du bonne Espèrance, Nürnberg 1719, en in de ver- taling daarvan Naaukeurìge en Uìtvoerige Beschr~vìng van de Kaap de Goede Hoop. na waarheìt beschreven door Peter Kolbe, Amsterdam 1727, vermeld : PBackelev- oder Fecht-Ochsena. en SElakkeley Ossenu maar de vechtleeuwen, die Dapper vermeldt, komen er niet in v,oor, evenmin als in de Fransche Descrz$ìon du Cap de Botte-Esperance . Tìrée des Mémoires de Mr. Pierre Kolbe, Amsterdam 1741. I Zijn aan lezers van de, Navorscher andere berichten omtrent het africhten van wilde dieren voor oorlogsgebruik bekend? Utrecht. De etymoiogische beteekenis van Zeeland. Het schijnt me dat Zeeland algemeen opgevat wordt als Baan zee gelegen 1and.a Zoo toch bij Verdam; Mnl. Wdbk., i. v. SPelander en Seelant (In het, Handwdbk., i. v. Seelaat aaan of in zee gelegen landa). Zoo ook bij Piantijn, i. v. Zeelandt insularis seu maritima terra, quod Oceano apposita sits loidat’ het tegenover, den Oceaan ligt). Het Dterra maritimac van Kiliaan, i. v. sec-Zand, zal dan wel hetzelfde beteekenen. Die uitlegging is te eenvoudig. Immers alle land of ten minste _ alle kustiand is op die wijze Zeeland, en toch komt de benaming alleen bij ‘ons voor (het Deensche Seeland blijkt met Zand niets te maken te hebben).
Recommended publications
  • PDF Hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
    PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/147895 Please be advised that this information was generated on 2018-07-07 and may be subject to change. SEPARATUM SOURCES AND DOCUMENTS RELATING TO THE EARLY MODERN HISTORY OF IDEAS © Holland University Press bv, Amsterdam No part may be translated or reproduced in any form by print, photoprint, microfilm, or any other means, without written permission from the publishers. @ І HOLLAND UNIVERSITY PRESS BV / POSTBUS 1850 HOLLAND UNIVERSITY PRESS NL-1000 AMSTERDAM AMSTERDAM ISSN 0304-0003 LIAS VI (1979) 1 A.E.M. JANSSEN ELBERTUS LEONINUS, NEUTRALIST EN LIBERTIJN TUDENS DE NEDERLANDSE OPSTAND 'Waar nu eenmaal over degenen, die in de staat zekere reputatie genieten en wel omdat zij een nogal opvallende rol hebben gespeeld, later wanneer zij zijn gestorven allerlei praatjes en uiteenlopende oordelen de ronde gaan doen, heb ik me de moeite getroost in het kort rekenschap te geven van mijn leven, opdat ik na mijn dood niet met overdreven loftuitingen van weigezinden word ge­ prezen dan wel word overstelpt met laster en verwijten van kwaadaardige en dwalende lieden1 - aldus luidt de hier vrij vertaalde eerste zinsnede van de tussen 1596 en 1598 aan het papier toevertrouwde autobiografie van Elbertus Leoninus. Uit een dergelijke aanhef mag worden afgeleid, dat Leoninus zich op het einde van zijn leven terdege ervan bewust was, dat hij werd beschouwd als een controversiële figuur. Kan dit gegeven het apologetisch karakter van de hieronder uitgegeven autobiografische aantekeningen verklaren, als genre is de Vita Elberti Leonini volstrekt geen uniek fenomeen; menig geletterd en zichzelf respecterend man heeft gemeend het nageslacht te kunnen dienen met een beschrijving van de eigen, memorabel geachte levensgang, welke aan­ winst dan als zodanig evenzeer geschiedkundige erkentelijkheid als gerede kritiek (in de vorm van interpretatie en annotering) verdient.
    [Show full text]
  • 1 Genealogysk Jierboek 2011
    Genealogysk Jierboek 2011 1 FA nr. 1059 Genealogysk Jierboek 2011 © 2011 Fryske Akademy (Postbus 54, 8900 AB Ljouwert) Basis foarmjouwing: Roelof Koster bno, Mildaam Opmaak: BW H ontwerpers, Ljouwert Afûk, Postbus 53, 8900 AB Ljouwert NUR 680 ISSN 0928-0480 ISBN 978-90-6273-889-2 Neat út dizze útjefte mei op hokker wize dan ek fermannichfâldige wurde sûnder dat dêr skriftlike tastimming fan de útjouwer oan foarôf giet. De redaksje kin net oansprutsen wurde op ynhâld of strekking fan ûndertekene stikken. www.afuk.nl www.fryske-akademy.nl 2 ûnder redaksje fan ype brouwers, anne hielke lemstra, reid van der ley †, pieter nieuwland en jarich renema, heraldysk meiwurker: rudolf j. broersma Genealogysk Jierboek 2011 3 4 … Ynhâld Jan de Vries . Zeventiende-eeuwse Staversen, 7 naar aanleiding van het inventariseren van de grafschriften in de Nicolaaskerk Onno Hellinga . Genealogia Ayttana 125 en Paul N. Noomen Fryske Rie foar . Wapenregistraasje 309 Heraldyk 5 6 … Zeventiende-eeuwse Staversen, naar aanleiding van het inventariseren van de grafschriften in de Nicolaaskerk zeventiende-eeuwse staversen 7 8 jan de vries Zeventiende-eeuwse Staversen, naar aanleiding van het inventariseren van de grafschriften in de Nicolaaskerk 1. ‘Gelukkig hebben we de foto’s nog’ “Hier slaapt een rechtsgeleerd, die vlijtigh las de boeken, Van Bartolus en Bald´: En stak hun na de kroon. Vulcanus was zijn baas, hij Bachus echte zoon, die met pijp en ´t glas, het al wist te doorsoeken. Maar is van al dien derelijk ontbloot, en vast gebonden door de banden vande doot”. “Het bovenstaande merkwaardige grafschrift, dateerend van voor 1684, kon men eertijds te Staveren lezen”.1 Erg waarschijnlijk is dat niet, althans niet op een grafsteen zoals het citaat lijkt te suggereren.
    [Show full text]
  • De Vrije Mes
    de vrije Mes Jaarboek Uitgegeven door het Fries Genootschap van Geschied-, Oudheid- en Taalkunde en de Fryske Akademy Zevenenzeventigste deel (1997) Redactie: Ph.H. Breuker, L.G. Jansma, G.Th. Jensma, H. Spanninga Redactieadres: Doelestraat 8 (Fryske Akademy) Leeuwarden CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG Vrije De Vrije Fries: jaarboek: zevenenzeventigste deel (1997)/uitg. door het Fries Genootschap van Geschied-, Oudheid- en Taalkunde en de Fryske Akademy. - Ljouwert [Leeuwarden]: Fryske Akademy.-III.-(Fryske Akademy; nr. 851) Met lit.opg. ISBN 90-6171-851-1 NUGI 641 FA-nr. 851 Inhoud Personalia medewerkers en redacteuren Artikelen H. de Jong Fersierde slibtegels yn it Haskerkonvint Victoria B. Greep Wytskes in memoriam en de kroniek van haar familie K. van Berkel Het Oldeklooster in de Friese politiek, 1572-1580 Hans van de Venne Nogmaals Vibrandus Dominicus Bornstra (ca. 1530-ca rector te Gouda en professor te Dowaai Feico Hoekstra Wybrand de Geest, schilder van 'Asch en Stof' Onno Hellinga It register fan Feicke Tetmans (± 1537-1601) Tony (A) Feitsma Oardielen oer J.H. Halbertsma as etymolooch Ph.H. Breuker Feitsma fan replyk tsjinne oer Halbertsma Panorama fan Fryslân Geart de Vries Fryske kultuer Tineke Steenmeijer-Wielenga Fryske taal- en letterkunde S. ten Hoeve Monumintesoarch Archeologische kroniek van Friesland over 1996 Jaarverslag van het Fries Genootschap Personalia medewerkers en redacteuren K. van Berkel (1953), is sinds 1988 als hoogleraar in de Geschiedenis na de Middeleeuwen verbon­ den aan de Rijksuniversiteit te Groningen. J.M. Bos (1957), studeerde filosofie en middeleeuwse archeologie aan de Universiteit van Amster­ dam (prom. 1988), universitair docent aan het Archeologisch Centrum van de Rijksuniversiteit Groningen.
    [Show full text]
  • De Kroniek Van Abel Eppens Tho Equart
    De kroniek van Abel Eppens tho Equart Abel Eppens tho Equart Editie Hajo Brugmans en Johan Adriaan Feith bron Abel Eppens tho Equart, De kroniek van Abel Eppens tho Equart (eds. Hajo Brugmans en Johan Adriaan Feith). J. Müller, Amsterdam 1911 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/eppe004kron01_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. i.s.m. en V Inleiding. Wie was Abel Eppens tho Equart, de schrijver van de omvangrijke Kroniek, welke ruim 300 jaren na hare totstandkoming thans in druk zal worden uitgegeven? Het antwoord zoude enkel kunnen luiden: een rusticus eruditus, een geletterde ‘huisman’ of eigenerfde boer, die de gebeurtenissen van zijn tijd, de tweede helft der zestiende eeuw, en van zijne omgeving onbevangen en getrouw heeft te boek gesteld. Voor hen echter, die meer van dien voor zijn tijd zeker merkwaardigen man, vrij wel eene uitzondering te midden zijner standgenooten, willen weten, diene het volgende. Abel Eppens werd omtrent Palmzondag1) van het jaar 1534 op Bolhuis te Eekwerd geboren. Eekwerd is de naam van een terp of wierde, eenige jaren geleden afgegraven, gelegen in het kerspel Wirdum (thans gemeente Loppersum) op korten afstand ten noorden van het Damsterdiep, tusschen het dorp Wirdum en het latere landgoed Ekenstein gelegen. Op die wierde stonden slechts enkele huizen, waaronder eene groote, deftige boerenhofstede, Bolhuis geheeten. Dien naam, waarschijnlijk samengesteld uit bôl, praedium, landgoed2), en huis, dus het huis bij het landgoed behoorende, droeg de hofstede reeds in de zestiende eeuw3). Eppens' vader heette Eppo Aepkens (Aepke = Abel) en overleed op vroegen leeftijd den 1) 29 Maart.
    [Show full text]
  • PDF Hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
    PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/147895 Please be advised that this information was generated on 2021-10-03 and may be subject to change. SEPARATUM SOURCES AND DOCUMENTS RELATING TO THE EARLY MODERN HISTORY OF IDEAS © Holland University Press bv, Amsterdam No part may be translated or reproduced in any form by print, photoprint, microfilm, or any other means, without written permission from the publishers. @ І HOLLAND UNIVERSITY PRESS BV / POSTBUS 1850 HOLLAND UNIVERSITY PRESS NL-1000 AMSTERDAM AMSTERDAM ISSN 0304-0003 LIAS VI (1979) 1 A.E.M. JANSSEN ELBERTUS LEONINUS, NEUTRALIST EN LIBERTIJN TUDENS DE NEDERLANDSE OPSTAND 'Waar nu eenmaal over degenen, die in de staat zekere reputatie genieten en wel omdat zij een nogal opvallende rol hebben gespeeld, later wanneer zij zijn gestorven allerlei praatjes en uiteenlopende oordelen de ronde gaan doen, heb ik me de moeite getroost in het kort rekenschap te geven van mijn leven, opdat ik na mijn dood niet met overdreven loftuitingen van weigezinden word ge­ prezen dan wel word overstelpt met laster en verwijten van kwaadaardige en dwalende lieden1 - aldus luidt de hier vrij vertaalde eerste zinsnede van de tussen 1596 en 1598 aan het papier toevertrouwde autobiografie van Elbertus Leoninus. Uit een dergelijke aanhef mag worden afgeleid, dat Leoninus zich op het einde van zijn leven terdege ervan bewust was, dat hij werd beschouwd als een controversiële figuur. Kan dit gegeven het apologetisch karakter van de hieronder uitgegeven autobiografische aantekeningen verklaren, als genre is de Vita Elberti Leonini volstrekt geen uniek fenomeen; menig geletterd en zichzelf respecterend man heeft gemeend het nageslacht te kunnen dienen met een beschrijving van de eigen, memorabel geachte levensgang, welke aan­ winst dan als zodanig evenzeer geschiedkundige erkentelijkheid als gerede kritiek (in de vorm van interpretatie en annotering) verdient.
    [Show full text]
  • Bekijk Deze Editie (Pdf)
    CAERT-THRESOÔR TIJDSCHRIFT VOOR DE GESCHIEDENIS VAN DE KARTOGRAFIE IN NEDERLAND 15e jaargang 1996, nr. 1 \svmmsm.— m ~^x Pacem ^ '<£»«&*, 15 ffl£?*&~:w CAERT-THRESOOR Antiquariaat Inhoud 15e jaargang 1996, nr. 1 Het Bisschopshof Cresfeldts kaart van de 'Iselstroom' uit het midden van de 16de eeuw H.J. Nalis Kaarten, platen en staten: C.J. Visschers Comitatus Flandria met randgezichten thuisgebracht Oude Boeken, Prenten Franz Gittenberger 'De Dresdener Atlas': en Kaarten een verzameling zestiende eeuwse plattegronden J.W. Kervezee Meindert Schroor 15 Varia Cartographica 19 Lichte Gaard 1 Besprekingen 23 3511 KT Utrecht 030-2314093 Nieuwe Literatuur en Facsimile-uitgaven 26 Nederlandse stads- en dorpsgezichten Kaarten en plattegronden Plaatsbeschrijvingen en atlassen Redactie Dr. H.P. Deys, Drs. M.M.Th.L. Hameleers, Geïllustreerde boeken Dr. P.C.J. van der Krogt, Drs. A.H. Ruitinga, J.W.F. Voogt, Drs. D. de Vries Drs. J.W.H. Werner Redactiesecretariaat Kopij, recensie-exemplaren enz. zenden aan: Caert-Thresoor, dhr. J.W.F. Voogt, Universiteit Utrecht, FRW-Vakgr. Kartografie, Postbus 80.115, 3508 TC Utrecht. Aanwijzingen voor auteurs Op aanvraag verkrijgbaar bij het redactiesecretariaat. Abonnementen en administratie Abonnementen (alleen per hele jaargang) ƒ 32,50 per jaar (vier nummers), buitenland ƒ 55, — . Losse nummers ƒ 12,50. Opgave van abonnementen, adreswijzigingen en bestellingen van losse nummers aan: Caert-Thresoor, Postbus 68, 2400 AB Alphen aan den Rijn, tel. 0172- 444667, Postgironummer 5253901. Copyright Het overnemen of vermenigvuldigen van artikelen is slechts geoorloofd na schriftelijke toestemming van de re­ dactie. Advertentietarieven hele pagina per nr. ƒ 110,— halve pagina per nr. ƒ 80,— 1/4 pagina per nr.
    [Show full text]
  • PDF Hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
    PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/107155 Please be advised that this information was generated on 2021-10-11 and may be subject to change. RENNENBERG EN DE GRONINGSE MALCONTENTEN EUROS RENNENBERG EN DE GRONINGSE MALCONTENTEN RENNENBERG EN DE GRONINGSE MALCONTENTEN ACADEMISCH PROEFSCHRIFT TBR VERKRIJGING VAN DE GRAAD VAN DOCTOR IN DE LETTEREN AAN DB KATHOLIEKE UNIVERSITEIT TB NIJMEGEN, OP GBZAG VAN DB RECTOR MAGNIFICUS T.A. BIRRELL, HOOGLERAAR IN DE FACULTEIT DER LETTEREN VOLGENS HBT BESLUIT VAN DB SENAAT IN HET OPENBAAR TE VERDEDIGEN OP VRIJDAG I MEI 1964, DES NAMIDDAGS TB 2 UUR DOOR FOKKO UBERTUS ROS M.H.M. GEBOREN TE GRONINGEN TE ASSEN BIJ VAN GOHCUM & COMP. N.V. - DR. H. J. PRAKKE & H. M. G. PRAKKE PROMOTOR: PROF. DR. L. J. ROGIER INHOUD AFKORTINGEN INLEIDING I. HET EERSTE JAAR VAN RENNENBERGS STADHOUDERSCHAP i. Toestand en verhoudingen aan de vooravond van Rennenbergs komst 7 2. Komst van Rennenberg en vertrek van het garnizoen 18 3. Toespitsing van de geschillen tussen Stad en Ommelanden 32 Π. DE CENTRALE REGERING EN HET CONPLICT TUSSEN STAD EN OMME­ LANDEN IN I578 1. De Commissie Mamix - De Silla 44 2. Rennenbergs bemoeiingen met het conflict 51 3. Nieuwe verzoeningspogingen van de Centrale Regering 63 Ш. DE RELIGIEVREDE 1. Verhouding tussen katholieken en protestanten vóór het religievrede-debat. 72 2. De Ommelanden en de religievrede 81 3. De Stad en de religievrede 86 IV.
    [Show full text]
  • De Gulden Passer. Jaargang 47
    De Gulden Passer. Jaargang 47 bron De Gulden Passer. Jaargang 47. De Nederlandsche Boekhandel, Antwerpen 1969 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_gul005196901_01/colofon.php © 2016 dbnl i.s.m. 1 [De Gulden Passer 1969] Allocution d'accueil Begroeting Par - door Aloïs Gerlo président du Comité Organisateur voorzitter van het Inrichtend Comitee L'année 1969 est l'année de la commémoration d'Érasme. Elle se trouve tout entière placée sous le signe du Prince de l'Humanisme, le plus grand auteur de la Renaissance, un des plus grands Européens par son esprit et à son époque probablement l'homme le plus célèbre du monde. La Belgique devait commémorer dignement le 500e anniversaire de la naissance d'Érasme, car l'humaniste de Rotterdam a vécu dans nos régions de 1502 à 1504 et de 1517 à 1521. Son influence sur la Cour, sur les milieux dirigeants et ceux des savants, y fut considérable. Érasme et Louvain, Érasme et Anvers, Bruges et Gand, Érasme et les imprimeurs des Pays-Bas Méridionaux, Érasme et Pierre Gillis, Érasme et Quentin Metsijs, Érasme et la Cour de Brabant, sont autant de chapitres importants de la biographie du grand humaniste. Le Centre interuniversitaire d'histoire de l'Humanisme n'a donc eu aucune peine à trouver un sujet approprié à la commémoration nationale d'Érasme dont il a pris l'initiative. Le thème ‘Érasme et la Belgique’ s'est imposé tout naturellement et pour notre colloque international et pour l'exposition organisée simultanément à la Bibliothèque Royale Albert Ier. Le rôle déterminant joué par Érasme dans la vie culturelle des Pays-Bas Méridionaux et sa De Gulden Passer.
    [Show full text]
  • Mmubn000001 077598768.Pdf
    PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/107155 Please be advised that this information was generated on 2021-10-05 and may be subject to change. RENNENBERG EN DE GRONINGSE MALCONTENTEN EUROS RENNENBERG EN DE GRONINGSE MALCONTENTEN RENNENBERG EN DE GRONINGSE MALCONTENTEN ACADEMISCH PROEFSCHRIFT TBR VERKRIJGING VAN DE GRAAD VAN DOCTOR IN DE LETTEREN AAN DB KATHOLIEKE UNIVERSITEIT TB NIJMEGEN, OP GBZAG VAN DB RECTOR MAGNIFICUS T.A. BIRRELL, HOOGLERAAR IN DE FACULTEIT DER LETTEREN VOLGENS HBT BESLUIT VAN DB SENAAT IN HET OPENBAAR TE VERDEDIGEN OP VRIJDAG I MEI 1964, DES NAMIDDAGS TB 2 UUR DOOR FOKKO UBERTUS ROS M.H.M. GEBOREN TE GRONINGEN TE ASSEN BIJ VAN GOHCUM & COMP. N.V. - DR. H. J. PRAKKE & H. M. G. PRAKKE PROMOTOR: PROF. DR. L. J. ROGIER INHOUD AFKORTINGEN INLEIDING I. HET EERSTE JAAR VAN RENNENBERGS STADHOUDERSCHAP i. Toestand en verhoudingen aan de vooravond van Rennenbergs komst 7 2. Komst van Rennenberg en vertrek van het garnizoen 18 3. Toespitsing van de geschillen tussen Stad en Ommelanden 32 Π. DE CENTRALE REGERING EN HET CONPLICT TUSSEN STAD EN OMME­ LANDEN IN I578 1. De Commissie Mamix - De Silla 44 2. Rennenbergs bemoeiingen met het conflict 51 3. Nieuwe verzoeningspogingen van de Centrale Regering 63 Ш. DE RELIGIEVREDE 1. Verhouding tussen katholieken en protestanten vóór het religievrede-debat. 72 2. De Ommelanden en de religievrede 81 3. De Stad en de religievrede 86 IV.
    [Show full text]
  • La Guerra En El Noreste . Alexander Farnese and Francisco Verdugo
    TIEMPOS MODERNOS 35 (2017/2) ISSN:1699-7778 Alexander Farnese and Francisco Verdugo… Raymond Fagel Alejandro Farnesio y Francisco Verdugo: la Guerra en el Noreste. Alexander Farnese and Francisco Verdugo: the War in the North East. Raymond Fagel Leiden University Resumen: Los comentarios del coronel español Francisco Verdugo reflejan su posición precaria como gobernador de las posesiones reales en el noreste de los Países Bajos entre 1581 y 1594. Se consideraba al coronel responsable de la pérdida de la mayor parte de su territorio en la guerra contra el príncipe Maurits de Nassau, y los comentarios constituyen la defensa de sus acciones. No nos encontramos ante la historia de Alejandro Farnesio y sus victorias en Brabante y Flandes, pero ante el fracaso de Farnesio en la ayuda de su gobernador en el noreste de los Países Bajos Palabras Clave: Las Guerras de Flandes, Francisco Verdugo, Alejandro Farnesio, Historia Militar, Siglo XVI, Documentos de ego. Abstract: The comments of Spanish colonel Francisco Verdugo reflect his difficult position as governor of the royal possessions in the North East of the Low Countries between 1581 and 1594. The colonel was held responsible for the loss of most of his territory in the war against prince Maurits of Nassau, and the Comments constitute the defence of his actions. Here we encounter not the dominant history of Alexander Farnese and his victories in Brabant and Flanders, but the failure of Farnese to support his governor in the North East of the Low Countries. Keywords: The Dutch Revolt, Francisco Verdugo, Alexander Farnese, Military History, 16th century, Ego Document Artículo recibido el 20 de febrero de 2017.
    [Show full text]
  • The History of Cartography, Volume 3
    43 • Surveying and Official Mapping in the Low Countries, 1500 – ca. 1670 Cornelis Koeman and Marco van Egmond Early Mapping of the Low Countries In the wider sense in which the term was used in the late and the Historical-Political Middle Ages, the area included the whole of the modern Background of Cartographic kingdom of the Netherlands (broadly coinciding with the Development Northern Provinces) and Belgium together with the grand duchy of Luxembourg and small parts of northern France The international reputation of official cartography in the and western Germany (broadly coinciding with the Low Countries has always stood in the shadow of its Southern Provinces). That group of seventeen provinces commercial counterpart. One explanation for this phe- constituted the so-called Burgundischer Kreis (Burgundy nomenon is that governmental agencies produced far Circle), under the political influence of the Burgundian fewer maps than did commercial publishers. In addition, and Habsburg dynasties (fig. 43.1). official cartographic material enjoyed relatively limited The toponymic explanation of the term “the Nether- distribution, both nationally and internationally. Non- lands” refers to the word neder, which is ancient for neer, Dutch historical cartographic literature primarily focuses meaning low (cf. German, nieder). But to translate the on commercial maps, deemphasizing official cartography term “Low Countries” as “the Netherlands” is not cor- in the Low Countries. rect. In order to avoid confusion in this chapter deal- Nevertheless, a history of mapping in the Low Coun- ing with the sixteenth and seventeenth centuries, “Low tries would not be complete without consideration of the Countries” is used rather than “the Netherlands” because official branch of the mapmaking industry.1 Indeed, offi- the latter term was not used until 1815.
    [Show full text]
  • 4 DANSEN OM DE BRUID Staatse Plannen Om Groningen Te Veroveren
    4 D ANSEN OM DE BRUID Staatse plannen om Groningen te veroveren (1587) In een brief van 1 mei 1592 informeerden burge- meesters en raad van Groningen stadhouder Fran- cisco Verdugo over de bewegingen van het Staatse leger in de noordelijke gewesten. De opsteller van dit schrijven, stadssyndicus dr. Wilhelmus Hammonius, wees erop dat het uiteindelijk allemaal om de stad Groningen ging: ‘Deze stad is de bruid waarom men danst’.1 Vriend en vijand waren ervan overtuigd dat het bezit van deze stad beslissend was voor het be- heersen van alle gebieden die nu het noordoostelijke deel van Nederland uitmaken. Dat gold in feite voor de hele periode waarin Groningen aan de kant van Filips II stond en de Ommelander heren de zijde van de Unie van Utrecht hielden (1580-1594). Tijdens de bewerking van de archieven van de Friese stadhouders stuitten de archivarissen op een bundel stukken die aantekeningen bleken te bevatten over een militaire operatie, die in 1587 door Willem Lodewijk op touw was gezet om Groningen in han- den te krijgen.2 Een onderzoek naar de achtergronden Portret van Francisco Verdugo (1531-1595). van deze gebeurtenis bracht een andere vondst aan het De Spaanse kolonel Francisco Verdugo kwam in de zomer van licht: een – waarschijnlijk – in de stad Groningen zelf 1581 aan het hoofd van een koninklijk leger naar het noorden geschreven plan om Stad en Lande te veroveren. om de stad Groningen bij te staan tegen de Staatse troepen die zich in de Ommelanden genesteld hadden. Hij vervulde 4.1 V ERRAAD EN R EDUCTIE aanvankelijk de functie van plaatsvervangend stadhouder, maar werd pas per 1 juli 1585 officieel als gouverneur van Groningen, Gedurende de veertien jaar die liggen tussen het ‘Ver- Friesland, Drenthe en Lingen aangesteld.
    [Show full text]