Genealogia Ayttana
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
onno hellinga en paul n. noomen Genealogia Ayttana “Den 8 mey 1577 is Viglius Zuichemus, president van den Rade van State ende van den Screten Rade des Conincx, binnen de stadt Bruysel ghestorven; hy was een seer geleert, vermaert, ende scherpsinnigh man, doctor in beyden rechten, int zeventigste jaer zyns ouderdoms; hy was van gheboorte wt Vrieslandt, wt het geslachte van Aytta, maer hy voerde zynen naeme naer het dorp Zuichem, gheleghen ontrent een myle van Leuwaerden, alwaer hy gheboren was; hy was seer catholyck, nochtans wt vreese die hy hadde dat men hem voor een ketter soude schelden, ende alsoo [is] hy in zyn oude daghen gheestelick gheworden, ende is oock proost van St. Baeff te Gendt gheweest. Zyn devise was Vita mortalium Vigilia, dat is: het leven der menschen is waecken. Hy was een beminder der gheleerheydt, ende heeft veele van syn geslachte tot geleertheyt ghevordert.” Pieter Christiansz Bor (1603).1 > Inleiding In deze bijdrage staat de Genealogia Ayttana centraal, een 16de-eeuwse genealogische tekst, die hier zijn tweede uitgave beleeft. Sinds de eerste publicatie in 1743 heeft het geschrift zijn weg naar de oudheidkundigen gevonden, maar het werk raakt eerst goed bekend met de uitgave van het Het Stamboek van den Frieschen adel door De Haan Hettema en Van Halmael in 1846, waarin de Genealogia in een zelfstandige bijdrage aan de Aytta’s is verwerkt. Hier presenteren wij opnieuw de Latijnse tekst naar de editie van 1743, maar nu voorzien van een Nederlandse vertaling.2 Voorts hebben wij deze tekst uitgebreid geannoteerd door de inhoud zo mogelijk te confronteren met primaire bronnen. Aldus kan ook een oordeel worden gegeven over de betrouwbaarheid en de waarde ervan. Maar eerst willen wij een antwoord geven op de vraag door wie en met welke reden de Genealogia geschreven kan zijn. > Aard en auteur van de bron De Genealogia Ayttana is een tekst die een overzicht geeft van de verwanten van Viglius van Aytta (1507-1577), de eigenerfde boerenzoon van Barrahuis, genealogia ayttana 127 die een kwarteeuw lang het politieke bestuur van de Nederlanden mee in handen heeft gedragen. Het overzicht beperkt zich niet tot zijn voorouders in mannelijke lijn, maar lijkt in principe zijn gehele verwantschapskring in juridische zin te behandelen. Het betreft de zogenaamde “achtendelen” van Viglius, dat wil zeggen alle nakomelingen - in mannelijke én in vrouwlijke lijn - uit de acht huwelijken van zijn zestien betovergrootouders. Het zijn dus acht aparte parentelen; hoewel Viglius alleen in de Aytta-parenteel uitgebreid wordt behandeld, behoorde hij tot alle acht parentelen. Buiten deze vier generaties terugreikende verwantenkring werd men geacht geen familie meer van elkaar te zijn. Voor het erfrecht en het incestverbod en in de Middeleeuwen ook in andere opzichten (zoals weergeld) is het van belang om deze kring, de zogenaamde “maagschap”, te kennen. De tekst is alleen overgeleverd in de in 1743 gedrukte versie van de uitgever Hoynck van Papendrecht, die hem ontleend heeft aan een manuscript afkomstig uit het Collegium Viglianum, het door Viglius in 1562/1569 gestichte internaat in Leuven.3 Blijkens hetgeen wel en niet wordt vermeld, moet het werk in hoofdzaak enige jaren vóór Viglius’ dood in 1577 zijn afgesloten. Het overgrote deel van de tekst zal van hem zelf afkomstig zijn. Zijn belangstelling voor de geschiedenis van zijn familie is bekend. Bovendien is er een opmerkelijke parallellie tussen veel passages in de Genealogia en in de - eveneens door Hoynck uitgegeven - Vita Viglii. Van deze biografische tekst staat vast dat hij is opgesteld door Viglius zelf.4 De enkele gegevens in de Genealogia over gebeurtenissen na Viglius’ dood zullen latere toevoegingen zijn.5 Genealogieën kunnen met verschillende motieven worden opgesteld. Historisch-antiquarisch teksten kwamen tot stand vanuit algemene geschiedkundige belangstelling, genealogische interesse of familietrots. Vooral in het laatste geval kunnen zij veel fantasie bevatten waarin aan een familie een oeroude afstamming wordt toegedicht. Utilitaire teksten, die dus met een praktisch doel werden geschreven, dienden daarentegen om concrete juridische aanspraken vast te leggen, bijvoorbeeld op erfenissen en collatierechten. Ze zijn in het algemeen betrouwbaarder dan de historisch-antiquarische omdat ze over concrete zaken handelden en bovendien als bewijsstukken een meer openbaar karakter hadden en daardoor controleerbaarder waren. Opzettelijke fictie ontbreekt dan ook meestal in dergelijke teksten. In Holland stammen de oudste utilitaire teksten uit dezelfde tijd als de antiquarische, namelijk uit het begin van de 14de eeuw. In de provincie Groningen hebben de oudste genealogische teksten van enige omvang, beide uit het begin van de 16de eeuw, eveneens een utilitaire achtergrond.6 De Genealogia Ayttana heeft een tweeledig karakter. Bij het merendeel van de parentelen ontbreekt bewuste fictie. Hier en daar zijn wel onjuistheden 128 genealogysk jierboek 2011 vast te stellen, maar daarbij is meestal van opzettelijke fantasie geen sprake. Alleen in de inleidingen tot de Hanya’s en Reynarda’s wordt enige fantasie verwerkt, maar deze fictie is duidelijk gescheiden gehouden van de uitgewerkte filiatie. In de overige parentelen is geen opzettelijke fictie aan te wijzen. De grotendeels zakelijke inhoud en de structurering in achtendelen maken het zeer waarschijnlijk dat de Genealogia vooral een utilitaire tekst is. Dit gevoegd bij het feit dat zij uit het Collegium Viglianum te Leuven afkomstig is, maakt het mogelijk de functie die het stuk hoogstwaarschijnlijk heeft gehad, nader te omschrijven. Viglius stelde in 1569 de statuten van het Collegium op.7 Daarin bepaalde hij dat voor zes van de twaalf studiebeurzen met voorrang Friezen in aanmerking kwamen die met Viglius verwant waren door bloedverwantschap via de vaderlijke lijn van de Aytta’s of de moederlijke van de Hanya’s.8 Inderdaad waren de eerste zes bursalen in 1569 allen bloedverwanten van heer Viglius.9 Het is daarom aannemelijk dat de Genealogia in het Collegium werd opgesteld om bij te houden wie tot de maagschap van Viglius behoorden en om zo te documenteren wie eventueel in aanmerking kwamen voor een plaats.10 Met deze herkomst en functie kan de Genealogia worden getypeerd als een voornamelijk utilitaire tekst en tevens als de oudste en verst terugreikende genealogie van enige omvang in Friesland.11 > Betrouwbaarheid en waarde Helaas hebben we niet de beschikking over de originele tekst van de Genealogia Ayttana.12 Evenmin weten wij hoe de gedrukte versie zich verhoudt tot het origineel, maar wat wel vaststaat is dat de tekst onzorgvuldig gecopieerd is en op sommige plaatsen een ronduit corrupte indruk maakt. Men had in het Brabantse duidelijk moeite met de Friese namen, waarbij de veelvuldige verwisseling van de “n” en de “u” in het oog schiet, zoals in Donnesoen, Irunsum, Vuama en Vuya. En zo staan de vormen Bayarda, Byarda, Vyarda en Wyarda allemaal voor dezelfde naam. Dit geldt trouwens ook voor de Friese namen in de Vita Viglii die al even corrupt zijn. Maar ook andere gegevens, die net als namen verder niet uit de context blijken, nopen tot de nodige voorzichtheid: zo blijken de in de Genealogia gegeven jaartallen menigmaal foutief te zijn. Erger is het dat er bij het afschrijven een vijftal keren complete zinnen of zinsdelen verloren moeten zijn gegaan. Deze fouten kunnen Viglius uiteraard moeilijk verweten worden, maar hoe betrouwbaar is hijzelf? Viglius gaat gezien de enorme hoeveelheid namen en familierelaties slechts zelden in de fout. In een tiental gevallen vergist hij zich in de voornaam van een bepaalde persoon, die hij dan meestal verwart met de genealogia ayttana 129 naam van de vader, een broer of zoon. Evenzo vaak legt hij een verkeerde familierelatie. Van veel van deze fouten is het niet verwonderlijk dat ze gemaakt zijn, temeer daar de ene soms voortvloeit uit de andere. Binnen Viglius’ maagschap worden over en weer huwelijksallianties aangegaan, waardoor verwanten in verschillende achtendelen kunnen opduiken. Door de wijze van naamgeving onder de adel - gewoonlijk alleen voor- en achternaam - is het lastig gelijknamige neven en nichten van elkaar te scheiden. Daarnaast zijn er gevallen van dubbele familie. Zo trouwen de broers Sypt en Sipke Hanya (uit Holwerd) met de nichten Ydt Rinia en Ydt N.N., die beiden ook als Ydt Hanya door het leven gaan. De twee gelijknamige schoonzoons Douwe Douwema leiden ook tot de nodige verwarring (nr. A-IVr). Er wordt een verwisseling gemaakt van de tijdgenoten Frans Aylva en Frans Aebinga, die zich beiden ook wel Frans Humalda hebben geschreven.13 Ook de andere onjuistheden zijn bij nadere bestudering vaak hele begrijpelijke fouten en zeker niet verwonderlijk. Evenwel moeten we ons wel realiseren dat vele mededelingen zich bij gebrek aan bronnen niet laten verifiëren noch falsificeren. Dat geldt met name voor de 15de-eeuwse eigenerfden, maar ook jonggestorven kinderen en kloosterlingen blijken weinig tot geen sporen na te laten, en zeker geen nageslacht. Naast deze aperte fouten zijn er vragen te stellen bij de volledigheid. In hoeverre zijn de door Viglius gegeven parentelen compleet te noemen? En in hoeverre zijn ze allemaal tot het moment van de redactie van de Genealogia Ayttana rond 1575 volledig uitgewerkt? In het algemeen valt daarover op te merken dat de eigenerfde families vollediger en completer zijn beschreven dan de adellijke geslachten, waarvan vooral de jongste generaties vaak stiefmoederlijk worden behandeld. Gezien de reden waarom de tekst is samengesteld is dat niet verwonderlijk. De standsverschillen tussen adel en eigenerfden waren destijds dusdanig groot, dat de adel er wel voor paste een studiebeurs van anderen dan hun standsgelijken te aanvaarden. Zij behoorden zelf hun broek op te houden en hadden hun eigen studielenen.14 Het is daarom ook wel uit te sluiten dat zij een beurs voor het Collegium Viglianum zouden aanvragen of hebben willen aanvaarden. En daarmee is dus ook de noodzaak komen te vervallen om deze staken volledig uit te werken. De spreekwoordelijk uitzondering ter bevestiging van deze regel is Frederick van Grovestins (nr.