Watermanagement Door De Eeuwen Heen Met Voorbeelden Uit West-Nederland En Voorburg Watermanagement Door De Eeuwen Heen

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Watermanagement Door De Eeuwen Heen Met Voorbeelden Uit West-Nederland En Voorburg Watermanagement Door De Eeuwen Heen Watermanagement door de eeuwen heen Historisch Voorburg Jaargang 14 2008 Nummer 1 Watermanagement door de eeuwen heen Met voorbeelden uit West-Nederland en Voorburg Watermanagement door de eeuwen heen W1 Waterland Neem Hollands boer zijn guldens af, Zijn centen en vierduiten – Dan houdt hij nog zijn vette klei En staat er bij te fluiten. Neem Hollands boer zijn landen af – Dan houdt hij nog zijn water; Daar maalt hij toch weer land uit op WWat vroeger of wat later. Neem Holland al zijn dijken weg En laat het onder lopen – Geen nood: elk kaasboerinneke Gaat vissersnetten knopen. Neem Holland al zijn bomen weg, Zijn wilgen en zijn peppels – Dan ruist nog Hollands windezang Door ’t riet van sloot en greppels. Maar neem je Hollands water weg, Zijn plassen en zijn vaarten – Dan is mijn land geen Holland meer, Al staat het op de kaarten. Dan wordt het duin en woestenij, Dan dorren alle weiden, Dan gaat mijn mooie Holland dood, Omdat het dorst moet lijden. Johan Hendrik van Meurs (1888 – 1945) Poldersloot met molen en koeien 2 Watermanagement door de eeuwen heen I Inhoud Waterland 2 Van de redactie 3 Inleiding 4 De prehistorie 10 De Romeinse tijd 23 De middeleeuwen 37 De Nieuwe Tijd 57 De toekomst 92 Verklarende woordenlijst 98 Geraadpleegde literatuur 108 Auteur en medewerkers 111 Colofon 112 Van de redactie In de literatuur is de laatste decennia veel verschenen over de invloed en het belang van water voor de samenleving. In deze uitgave zal het water echter centraal staan bij de beschrijving van de historische ontwikkeling van Voorburg. Gezien de lange tijdsperiode, Ontgonnen veenpolder met sloten en voormalige legakkers. de grote omvang van het gebied en de vele van belang zijnde facetten van het onderzoek heeft de auteur in vele gevallen volstaan met een of meerdere eenvoudige voorbeelden. Voorzijde omslag: Naast de strijd tegen het water, die tot op de dag van vandaag doorgaat, is ook de Molen de Vlieger met tochtsloot. Deze molen uit 1621 is in behoefte aan voldoende schoon water onder de aandacht gebracht. 1989 verplaatst naar de huidige locatie in de polder Essesteijn. Voor de periode tot de Late middeleeuwen is het gehele onderzoeksgebied in beschou- Foto R. Zonderop wing genomen, terwijl het onderzoek in de periode daarna vooral betrekking heeft op de Gemaal Veen- en Binckhorstpolder. In 1872 als stoomgemaal gemeente Voorburg. Technische aanpassingen op waterhuishoudkundig gebied, verbete- gebouwd, later uitgerust met een dieselmotor en in 1942 ge- ringen van de vaarwegen en voorzieningen voor een goede drinkwatervoorziening en elektrificeerd en voorzien van een centrifugaalpomp. afvalwaterverwijdering in ons gebied komen daarbij aan de orde. Foto J. Rookmaaker Voor het oplossen van lokale problemen is door de gemeente Leidschendam-Voorburg in Bosmanmolentje, een windwatermolentje voor bemaling van samenwerking met de hoogheemraadschappen een Waterplan opgesteld, dat aangeeft kleine polders. welke maatregelen in de komende jaren moeten worden uitgevoerd. I 3 Van de redactie Inleiding Tekening van een overstroming in 1809 in Erichem. Bron: Het woelige water, Het belang van water voor de mens is onmiskenbaar en dat geldt zeker voor ons land, waar het water een essentiële watermanagement in rol heeft gespeeld bij de structuur en vormgeving van de ruimte. Maar het is ook bepalend geweest voor het leven in Nederland de verschillende tijdsperioden. I 4 Watermanagement door de eeuwen heen De aanwezigheid van water heeft namelijk een grote invloed op de aanwezigheid van plant- en diersoorten, wat weer een reden is voor de mens om zich ergens te vestigen. Bekende voorbeelden daarvan zijn de oude culturen langs de Ganges, de Eufraat en de Tigris en de Nijl, maar er werden ook nederzettingen gesticht aan zee, aan een rivier(mond), of bij een meer. Een dam in of een brug over een water is in vele gevallen een reden geweest voor de vestiging van een stedelijke nederzet- ting. Het belang van het water voor de bevolking in het westen van ons land (de Lage Landen) komt duidelijk naar voren in de periode na de laatste IJstijd. De reden waarom de mensen hier in dit natte gebied met perio- dieke wateroverlast tijdelijk verblijven, is voor deze vis- sers, jagers en verzamelaars waarschijnlijk de rijkdom aan wild en vis geweest. Er ontstaan veel grotere proble- men, als men overgaat op de landbouw, waarbij vaste nederzettingen nodig zijn. Ondanks de vele overstro- mingen, waarbij hele nederzettingen verloren gaan en mensen en dieren verdrinken, heeft men met grote vin- dingrijkheid en een enorm doorzettingsvermogen steeds weer de moed gehad opnieuw te beginnen. Omdat de basis voor het huidige landschap gevormd is tijdens het Holoceen, te weten de periode na de laatste IJstijd, die ongeveer 10.000 (geologische) jaren geleden Pleistoceen wel (dicht) aan de oppervlakte aanwezig is. ofwel 9.500 jaar v. Chr. (archeologisch) aanvangt, wordt Bovendien worden regelmatig vondsten gedaan op de hier vooral aan deze periode, beginnende bij het bodem van de Noordzee, die op vele plaatsen nog erg Neolithicum, aandacht besteed. In de periode daarvoor, lijkt op de situatie van destijds. het Pleistoceen ofwel het Mesolithicum, als West-Europa een uitgestrekt laagland is, dat regelmatig door de zee Het onderzoeksgebied wordt overstroomd en waarin grote rivieren uitstromen, Hier zal vooral aandacht worden geschonken aan de worden dikke lagen grind, zand en klei met een totale wijze waarop het kustgebied, gelegen tussen de Oude dikte van meer dan 100 meter afgezet. Op deze Rijn en de Maas en in het oosten grenzend aan het Pleistocene afzettingen ligt in het westen van het land veenweidengebieden en dat hier ons onderzoeksgebied nog een 10 tot 20 meter dikke laag zand, klei en veen, betreft, waarin ook Voorburg is gelegen, is ontstaan die tijdens het Holoceen is gevormd. Hierdoor kunnen onder invloed van het water. Deze invloed is bijzonder archeologische gegevens uit het Pleistoceen daarom groot geweest, gezien de ligging aan zee, waarvan het Nederland een miljoen jaar slechts onder bijzondere omstandigheden verkregen niveau zich regelmatig wijzigt en waarbij tengevolge van geleden. Tijdens het subtropi- worden, bijvoorbeeld bij diepe zandwinningen en door getijdenwerking, stroming en wind het land regelmatig sche klimaat ligt ons land diepe boringen. De situatie in onze regio in die periode aangroeit of afkalft. Maar ook de aanwezigheid van de bijna geheel onder water. kan echter wel gekoppeld worden aan die in gebieden in twee riviermondingen aan weerszijden van het gebied is Bron: Waterschappen in het oosten en het zuiden van ons land, waar het Laat- van grote invloed geweest door de aanvoer en afzetting Nederland 5 Inleiding belicht. Daarnaast worden de activiteiten van de bewo- ners in relatie tot het water beschreven, waarbij onder andere het gebruik van de bodem en het water, de bebouwing, de waterstaatkundige werken en het ver- voer aan de orde komen. Nieuwe bevindingen Gezien het beperkte aantal archeologische vondsten in Voorburg en directe omgeving is voor de periode voor de middeleeuwen vooral gebruik gemaakt van vondsten in het onderzoeksgebied tussen de Oude Rijn en de Maas, omdat deze vondsten veelal een sterke relatie hebben met de ontwikkelingen in Voorburg. Hierbij heeft vooral de laatste decennia het systematische historische onderzoek een sterke stijging gekend, waardoor steeds meer inzicht is ontstaan in de geschie- denis van ons gebied. De toename van de aanleg van grootschalige infrastructurele werken en omvangrijke van zand en klei. Daarnaast ontstaan tijdens hevige en uitbreidingsplannen is daarbij van grote invloed aanhoudende regenperioden grote gebieden die soms geweest, maar wellicht heeft de totstandkoming van het langdurig onder water staan, waardoor in vele gevallen Verdrag van Malta in 1992 hieraan nog meer bijgedra- veenvorming optreedt. gen. Als uitgangspunt geldt daarin namelijk het duur- Doch het gaat niet alleen om deze natuurlijke proces- zaam behoud van het archeologisch erfgoed en, waar sen, maar eveneens en vanaf de middeleeuwen steeds dat niet mogelijk is, de verplichting van de veroorzaker vaker om het menselijk ingrijpen daarin. Daarbij zijn de van de bodemverstoring zorg te dragen voor de uitvoe- waterstaatkundige werken in aanvang van geringe, maar ring van adequaat archeologisch onderzoek. in de loop der eeuwen van steeds grotere omvang. Daarnaast is de theoretische kennis, zoals de C14-date- ringsmethode, de dendrochronologie, de thermolumi- Bij de beschrijving van de situatie in de prehistorie is nescentie (TL)-methode en het DNA-onderzoek van grote gebruik gemaakt van gegevens van archeologen over invloed geweest op het archeologische onderzoek. verzamelde artefacten, van geologen over de sedimen- In onze gemeente hebben met name de diverse over- ten opgenomen in het bodemarchief, van paleontologen heidsinstellingen en particuliere organisaties, zoals de over de fossielen en van dateringsspecialisten over de Archeologische Werkgroep Leidschendam-Voorburg, elk ouderdomsbepaling. Over de periode daarna is steeds met hun specifieke deskundigheid en grote enthousias- meer informatie verkregen uit historische gegevens in me in hoge mate bijgedragen aan de kennis over de de vorm van kaarten, tekeningen, foto’s en geschriften. geschiedenis van de bodem. Voor een indeling van de tijdsperioden in zowel kalen- Ofschoon er in de afgelopen decennia reeds diverse Overzicht onderzoeksgebied, derjaren als C14-jaren kan worden uitgegaan van de publicaties zijn verschenen over de geschiedenis van gelegen aan de Noordzee tus- geologie, de archeologie, de vegetatie en het klimaat. Voorburg, is dit nog nooit beschreven uit het oogpunt sen de mondingen van de Daarnaast vinden aanduidingen plaats op grond van van de invloed van het water op de ontwikkelingen van Maas en de Oude Rijn en gren- specifieke cultuurelementen. het gebied. Bovendien is, zoals hiervoor reeds is aange- zend aan het Zuidhollands- Voor elke periode komen de natuurlijke omstandighe- geven, de kennis over historische gebeurtenissen de Utrechts veengebied. den in het onderzoeksgebied aan de orde en worden de laatste decennia sterk toegenomen en als gevolg hier- Bron: auteur waterstaatkundige werkzaamheden en voorzieningen van zijn gewijzigde inzichten ontstaan.
Recommended publications
  • Voorburg-Arentsburg : Forum Hadriani *)
    PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/26485 Please be advised that this information was generated on 2021-09-29 and may be subject to change. VOORBURG-ARENTSBURG : FORUM HADRIANI *) Keizer Hadrianus heeft, waarschijnlijk in 120 of 121, in het woongebied van de Canane- fates een marktplaats gesticht, of aan een reeds bestaande nederzetting marktrecht geschon­ ken : Forum Hadriani. Deze nederzetting is tevens de hoofdplaats geweest van de civitas der Cananefates. Nog tijdens de regering van Hadrianus(?) of liever onder Antoninus Pius of Marcus Aurelius, op zijn laatst in 162, is deze plaats tot municipium verheven. De officiële naam Inidde sindsdien Municipium Aelium of Aurelium Cananefat(i)um, M.A.C. op een mijl­ paal die omstreeks 1500 gevonden is in het land der Cananefates, te Monster of Naaldwijk, en die is opgericht in 162 tijdens de regering van Marcus Aurelius en zijn adoptief broer Lucius Verus 1). De naam Forum Hadriani bleef daarnaast gehandhaafd, zoals blijkt uit de vermelding van deze plaatsnaam op de Tabula Peutingeriana, in een inscriptie op een askist uit de 3de eeuw, die gevonden is in Pannonia Superior 2), en in het opschrift van de in 1963 te Rijswijk (Z.-H.) ontdekte mijlpaal, die dateert uit 250 na Chr., uit de regeringstijd van Decius 3). Deze laatste vondst heeft opnieuw het probleem van de lokalisering van Forum Hadriani onder de aandacht gebracht. In de Bonner Jahrbücher 164, 1964 werd naar aanleiding van de mijlpaal van Rijswijk 4) betoogd dat Forum Hadriani in of bij Voorburg (zie afb.) heeft gelegen, niet ver van de plaats waar ten westen van de Vliet, d.i.
    [Show full text]
  • Van Tilburg-5.Indd 27 28-07-15 17:26 Van Tilburg-5.Indd 28 28-07-15 17:26 Traffi C Policy and Circulation in Roman Cities
    Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/35894 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Tilburg, Cornelis Richard van Title: Streets and streams : health conditions and city planning in the Graeco-Roman world Issue Date: 2015-10-14 I. CITY AND TRAFFIC van Tilburg-5.indd 27 28-07-15 17:26 van Tilburg-5.indd 28 28-07-15 17:26 Traffi c Policy and Circulation in Roman Cities van Tilburg-5.indd 29 28-07-15 17:26 CITY AND TRAFFIC Context In 2007, I published Traffi c and Congestion in the Roman Empire (second edition 2012). Th is book was the reason for the CASA/KVSA (Classical Association of South Africa/Klassieke Vereniging van Suid-Afrika) to invite me to present a paper, enti- tled ‘Traffi c Policy in Roman Cities’, at the biennial conference ‘Aspects of Empire’, 2-5 July 2007, held at the University of Cape Town. Th is paper was the basis of the following chapter. Since then, more books and articles on this theme have been published.1 How- ever, the majority of these articles are restricted to the situation in Pompeii , the best preserved ancient Roman city. In 2011, however, a volume was published by R. Lau- rence and D.J. Newsome, in which – besides Pompeii – traffi c aspects of Rome and Ostia are discussed.2 For a positive review see R. Benefi el (2012): ‘this is a beautifully produced book that moves its reader onto and through the streets of the Roman city’.3 However, I agree with a more critical opinion by M.
    [Show full text]
  • Map 10 Rhenus-Albis Compiled by J.H.F
    Map 10 Rhenus-Albis Compiled by J.H.F. Bloemers, 1995 Introduction The map covers a large part of what Ptolemy (2.Prolog.; 2.11) called Germania Megale, that immense part of Germania outside the formal north-west limits of the Roman empire, bordered by the North Sea and Baltic Sea. During the Roman period the landscape was, as elsewhere, quite different from the present; in this region the coast, estuaries, rivers and moors deserve special attention. Long-known historical information has to be combined with knowledge acquired after World War II by intensive geological and palaeogeographical research in the Netherlands and northern Germany. Due to the rise in sea level and post-Roman shoreline changes, the coast along the southern North Sea has changed considerably since the Roman period, retreating landwards. In general, with the help of well-founded geological data, it can now be reconstructed in advance of the present-day shoreline (Kossack 1984, 51-82; van Es 1988, 88-94). Even so, it still seems prudent to render long stretches as approximate. In antiquity, principal rivers such as the Rhenus, Visurgis and Albis spread over wide flood-plains, but are now channeled between embankments. Large areas in the north of the modern Netherlands and Germany were covered by peat, and consequently almost inaccessible. Today, these are drained and cultivated, with the result that the ground level is now many feet lower than during Roman times. In addition, ancient Germania Megale was famous for its extensive, dense forests. All the Greek and Roman texts relating to the region are conveniently assembled by Byvanck (1931) and Goetz (1995).
    [Show full text]
  • Article Beneficial Use of Dredged Material from the Firth of Clyde
    The Roman Harbour of Velsen Pauline van Rijn The Roman Harbour of Velsen Abstract Pauline van Rijn received her Masters in Prehistoric Archeology from the Though the Dutch are considered world leaders in the University of Amsterdam, The dredging industry, many archeological excavations in Netherlands. She is specialised in the The Netherlands reveal that in the first four centuries of research of archeological wood our era, the Roman army were already busily at work in remains, and is presently on staff at The Netherlands. Archeological sites show examples of the Dutch Center for Dendrochrono- the engineering skills of the Roman army. logy of the State Service of Archeolo- Recent discoveries in Velsen, North Holland during gy in Amersfoort, and freelance construction of a new tunnel underneath the North Sea consultant for the Institute of Pre- and Canal, the canal that connects Amsterdam Harbour Protohistoric Archeology of the Pauline van Rijn with the North Sea, indicate the extent to which University of Amsterdam, several Roman technicians were active. Amongst their dredg- municipal archeological offices, and ing and infrastructure activities were permanent dikes, municipal and state musea. roads, long-distance canals and elaborate harbours. All information on the construction of the camp and harbour of Velsen and all drawings can be found in the PhD thesis of Dr. J.-M.A.W. Morel “De Vroeg-Romein- se versterking te Velsen 1, Fort en Haven”, Amster- dam, The Netherlands, 1988. Photographs made by Mark IJdo, Institute of Pre- and Protohistoric Archaeolo- gy (IPP), University of Amsterdam, The Netherlands. the Rhine River. Between The Hague and Leiden, at Drawings and photographs are used with permission.
    [Show full text]
  • PDF Hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
    PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/26472 Please be advised that this information was generated on 2021-09-29 and may be subject to change. J. E. Bogners, The Netherlands SOME NOTES IN CONNECTION WITH THE DUTCH SECTION OF THE LIMES OF GERMANIA INFERIOR (GERMANIA SECUNDA) l At the Third International Congress of Roman Frontier Studies at Rheinfelden -Basel, held in 1957, H. von Petrikovits read a paper entitled “Der niedergermanische Limes” , and presented a map showing the military settlements along the line of this part of the frontier.1 It is now possible to present a supplementary map, whose principal aim is to give a more detailed picture of its Dutch section (Fig. 44). The lower German fronticr-system consisted of a chain of fortresses and forts dating any-. where from the reign of Tiberius down to c. A.D. 260 or ,270,2 and lying along the eastern and northern boundaries of the military district that became the province of Germania Inferior' in the reign of Domitian.3 From the southern boundary on the Vinxtbach they extended along the Rhine and further west - on the north side of the west part of the “Insula Batavorum” 4 - they are found along the Kromme Rijn (from Wijk bij Duurstede to Utrecht) and the Oude Rijn (from Utrecht to Katwijk). With the exception of the legionary fortress at Nijmegen (Batavodorum/Noviomagus),5 south of the Rhine arm known as the Waal, the map shows no military sites in the hinterland.
    [Show full text]
  • Überlegungen Zur Brittenburg
    Tünde Kaszab-Olschewski und Gerald Volker Grimm Überlegungen zur Brittenburg An der Nordseeküste, im Bereich des Rhein-Maas-Delta wurde im Zuge der römischen Okku- pation ein Flussarm, und zwar der Oude Rijn, zum nassen Limes, zur »Ripa«1.Erexistierte als Element der Grenzsicherung der Provinz Germania inferior und wohl auch der jüngeren Ger- mania secunda. Bei der Mündung des Oude Rijn und am Endpunkt eines entlang des Limes führenden Landweges – einer Via militaris2 – sowie einer Binnenlandstrecke befand sich hier nach Aussage der Tabula Peutingeriana der Ort Lugdunum. Dieser wird in der Regel mit einem Militärkastell gleichgesetzt, mit der sogenannten Brittenburg bei Katwijk3.Die Festung fungierte als ein Teil der aus Wachtürmen, Kleinkastellen, Auxiliar- und Legionslagern beste- henden Fortifikationskette. In der Nähe von Katwijk lagen größere zivile und militärische Siedlungen wie Praetorium Agrippinae (Valkenburg) und Forum Hadriani (Voorburg). Un- weit erstreckte sich ferner die Fossa Corbulonis, ein durch das römische Militär angelegter Kanal, der den Rhein (Oude Rijn) und die Maas verband4. Bei der Ortswahl für das Kastell Brittenburg wirkten neben seiner Lage nahe der Küste auch die genannten Straßenverbindungen sowie die Nähe zu Britannien als positive Raumordnungs- faktoren mit. Die militärische Bedeutung dieser Stelle selbst wird unter anderem durch die dort geborgenen gestempelten Ziegel unterstrichen5,denn neben Baukeramik der niedergerma- nischen Armee mit Inschrift »EX GER INF« stammt etwa ein Fünftel des Fundmaterials von der in Germanischen Provinzen stationierten Classis Germanica. Die bis in die sechziger Jahre des vergangenen Jahrhunderts bekannt gewordenen Daten aus der Historiographie der Brittenburg fassen Hendrik Dijkstra und Frederick C. J. Ketelaar wie folgt zusammen6: (.) Im ersten bis dritten Jahrhundert bestand dort eine Festung, die wahrscheinlich als Flot- ten- oder Auxiliarlager diente; deren Funktion während des vierten Jahrhunderts ist unklar.
    [Show full text]
  • Theoretical Roman Archaeology Conference (TRAC) 2011
    Paper Information: Title: Anthropological Perspectives on Colonialism, Globalisation and Rural Lifeways: Expanding the Limits of Archaeological Interpretation in the Lower Rhineland Author: Karim Mata Pages: 33–47 DOI: http://doi.org/10.16995/TRAC2011_33_47 Publication Date: 29 March 2012 Volume Information: Duggan, M., McIntosh, F. and Rohl, D.J (eds.) (2012) TRAC 2011: Proceedings of the Twenty First Annual Theoretical Roman Archaeology Conference, Newcastle 2011. Oxford: Oxbow Books. Copyright and Hardcopy Editions: The following paper was originally published in print format by Oxbow Books for TRAC. Hard copy editions of this volume may still be available, and can be purchased direct from Oxbow at http://www.oxbowbooks.com. TRAC has now made this paper available as Open Access through an agreement with the publisher. Copyright remains with TRAC and the individual author(s), and all use or quotation of this paper and/or its contents must be acknowledged. This paper was released in digital Open Access format in March 2015. Anthropological Perspectives on Colonialism, Globalisation and Rural Lifeways: Expanding the Limits of Archaeological Interpretation in the Lower Rhineland Karim Mata Introduction: Romanisation in the Lower Rhineland, a Familiar Narrative Lower Rhineland communities were first directly affected by Roman expansion at the time of Caesar’s Gallic Wars (58–51 B.C.). Within decades of these interactions, new tribal groups were inserted in the area south of the Rhine—the Cananefates in the western coastal area and the Batavi in the central and eastern river area—while the Frisii remained the main trans- Rhenian tribal grouping in the region (Willems 1986; Galestin 1997, 2010; Slofstra 2002).
    [Show full text]
  • Early Medieval Settlements Along the Rhine: Precursors and Contemporaries of Dorestad
    Early Medieval settlements along the Rhine: precursors and contemporaries of Dorestad W.A. van Es & W.J.H. Verwers Review data: Submission // Revision // nd submission // available online at www.jalc.nl and www.jalc.be Abstract From the sixth century onwards, the northernmost branch of the Rhine in the Netherlands regained the transport-geographical importance that it had partially lost during the Migration Period. The high point of this development was the rise of Dorestad at the fork of the Rhine and the Lek in the mid-seventh century. This article examines a number of Early Medieval settlements situated along the Rhine, some of which were the immediate precursors of Dorestad. They are settlements of differing character and ancestry. Some go back to the days when the Rhine formed the frontier of the Roman Empire. Others emerged in Merovingian times, when the Franks and the Frisians came to oppose each other in the Rhine delta. The frontier character of this zone persisted into the eighth century. In these days, all settlements along the Rhine were part of a vast, international exchange network, with Dorestad evolving into one of the principal ports of the Carolingian realm. For this period, pottery is an important source of archae- ological evidence. Keywords: Dorestad, Roman Period, Early Middle Ages, settlement systems, pottery Introduction For several centuries in the early part of the Christian era, the Lower Rhine – continuing as Kromme Rijn and Oude Rijn – formed part of the limes of the Imperium Romanum and this situa- tion remained a determining factor in the history of the Netherlands for a long time after the end of the empire.
    [Show full text]
  • Unarmed Cananefates?
    Unarmed Cananefates? Roman military equipment and horse gear from non military context in the civitas Cananefatium. Julius van Roemburg Front cover illustration: bronze umbo from Rotterdam (Photo Boor: Rotterdam). Unarmed Cananefates? Roman military equipment and horse gear from non military context in the civitas Cananefatium. MA-Thesis University of Leiden, Faculty of Archaeology Master Programme: Archaeology of North-western Europe Supervisors: Drs. J. de Bruin/Dr. S. Heeren Julius van Roemburg Student number: 0233285 Leidschendam, 15 December 2011 - Unarmed Cananefates? - Contents Preface 5 1. Introduction 7 1.1 Research background 7 1.1.1 Armed Batavians 9 1.1.2 Unarmed Cananefates? 10 1.2 Research objectives and questions 11 1.3 Research methods: overview 12 1.4 Research area 13 1.5 Thesis structure 14 2. The civitas Cananefatium: an overview of the research area and the 15 involvement of Cananefates with the Roman army. 2.1 The Cananefates 15 2.2 Tribal areas and civitates in the Netherlands 16 2.3 Geology and landscape 17 2.4 Settlement pattern and civilian sites 19 2.5 Chronological development and size of population 22 2.6 Military installations and military occupation in the civitas Cananefatium 24 2.7 Recruitment and the Cananefatian auxilia units 27 3. Roman military equipment 37 3.1 The typology of Nicolay 37 3.2. Critique on the typology of Nicolay and recent developments in the field 45 of Roman military equipment studies 4. Roman military equipment from the civitas Cananefatium 49 4.1 Survey method and completeness 49 4.2 Archaeological collection methods of the finds 51 4.3 Data overview: find contexts 52 4.4 Chronological and spatial patterns 57 4.4.1 Chronological patterns of military equipment: weaponry 58 4.4.2 Chronological patterns of military equipment: suspension 60 4.4.3 Chronological patterns of horse gear 63 3 - Unarmed Cananefates? - 4.5.
    [Show full text]
  • Lampas 20202 Binnenwerk.Indb 113 20-05-2020 08:38 114 Lampas 53 (2020) 2
    LAMPAS Inhoud Lampas 53 (2020) 2 53e jaargang nummer 2 juni 2020 De Romeinse Limes in Nederland Stephan Mols en De Romeinse Limes in Nederland 113 Rien Polak Rien Polak De grenzen van het Romeinse Rijk 124 Eenheid in verscheidenheid Marieke van Dinter Limes en landschap 137 De samenhang tussen het landschap en de Romeinse forten in de Rijndelta Christian Kicken De infrastructuur in het gebied van de Neder-Germaanse 146 en Stephan Mols Limes Julia Chorus De forten langs de Rijn in Romeins Nederland 157 Stijn Heeren Van Bataafse auxiliarii naar Frankische foederati 174 Migratie in de archeologie en nieuwe groepen in het grensgebied van Germania secunda Harry van Romeins Nijmegen 194 Enckevort 500 jaar legerplaats en stad Kleurkatern 209 Laura Kooistra Brood en vlees 241 en Maaike Groot De rol van de agrarische samenleving in de limeszone bij de bevoorrading van militairen en burgers Jasper de Bruin Grensgevallen 259 Militaire en civiele gemeenschappen in de Limeszone Marenne Zandstra Culturele diversiteit aan de Neder-Germaanse limes 271 Erik Graafstal en De nieuwe kleren van de keizer? 282 Tom Hazenberg De lange weg naar een aantrekkelijk Werelderfgoed 53 (2020) 2 AMPAS 9 789087 048563 issn 0165-8204 tijdschrift voor classici Lampas 2020-2 omslag.indd 1 L 19-05-2020 15:44 Beknopte auteursinstructies Lampas. Tijdschrift voor classici L A M P A S Uitgebreide auteursinstructies op lampas.verloren.nl. Tijdschrift voor classici 1 Inzending kopij Jaargang 53 nummer 2, juni 2020 Zend uw kopij per e-mail naar: [email protected]. Redactie 2 Omvang dr. Rutger Allan (Grieks, Vrije Universiteit Amsterdam), dr.
    [Show full text]
  • Frontiers of the Roman Empire – the Lower German Limes
    Frontiers of the Roman Empire – The Lower German Limes Nomination File for Inscription on the UNESCO World Heritage List Part I – Nomination file Frontiers of the Roman Empire – The Lower German Limes Nomination File for Inscription on the UNESCO World Heritage List Netherlands | Germany Acknowledgements Programme manager Tamar Leene Main authors Marinus Polak, Steve Bödecker, Lisa Berger, Marenne Zandstra, Tamar Leene Text contributions Astrid Gerrits, Martijn Goedvolk, Tessa de Groot, Sebastian Held, Peter Henrich, Thomas Otten, Sebastian Ristow, Alfred Schäfer, Jennifer Schamper, Dirk Schmitz, Martin Wieland, Lisa Wouters Additonal support Matthias Angenendt, Sandra Rung, Johanna Steffesthun Final editing Jens Wegmann English correction Nigel Mills Cartography Eugen Rung Design Christoph Duntze Printing LVR-Druckerei, Inklusionsabteilung Many thanks are due to all those involved in the preparation of the nomination, of national and federal govern- ments and institutions, provinces, regional services and municipalities, universities, archaeological contractors, museums and other organisations for public outreach, professionals as well as volunteers, and to the owners of parts of the nominated property and buffer zones. Preface Rome and the huge Empire it built during the first centuries AD extended over vast swathes of Europe, the Near East and North Africa. This Empire has fascinated people since the days of the Enlightenment. In the wake of Rome’s military conquests, Roman culture also spread and began to influence the cultural expressions of the societies it vanquished. These developments, combined with intensive mobility and trade – especially within the Empire – ensured a flourishing exchange between cultures and peoples. When Rome’s expansion came to an end, linear frontiers known as limites were created from the 1st century AD onwards to secure the borders.
    [Show full text]
  • 0.00 Download Free
    Guus Besuijen • Guus Besuijen A STUDY OF THE ROMAN SETTLEMENT AT AARDENBURG AND ITS METAL FINDS Beneath the surface of Aardenburg, a small town in the south-western part of the Netherlands, lie the remains of a Roman settlement that is presumed to have been named Rodanum. Extensive archaeological •RODANVM• excavations from the late 1950’s to the late 1980’s revealed that the Roman settlement was similar in size or even larger than the modern community at this location. Its centre was formed by a large castellum­- type fortification wall that enclosed several large stone buildings. The settlement was connected to the sea by a natural watercourse that de- fined its economic and logistical importance in the region. Rodanum’s military function was to secure the regional coast against attacks by Germanic tribes via the North Sea, which occurred around AD 175. It continued to be inhabited until the late third century or the begin- ning of the fourth century, after which the settlement was deserted until the early Middle Ages. The first part of this study provides an overview of Aardenburg du­ ring the Roman period, in which its economic and military functions within the region are explored. In particular, the military and civilian character of the town is discussed. The second part contains a study of the metal objects and aims to present significant additional infor- mation. This part concludes with a critical review of the current state of research at this site. Sidestone •RODANVM• ISBN 978-90-8890-016-7 A STUDY OF THE ROMAN SETTLEMENT Sidestone Press RODANVM ISBN: 978-90-8890-016-7 AT AARDENBURG AND ITS METAL FINDS Bestelnummer: SSP36650001 • 69351647 9 789088 900167 This is an Open Access publication.
    [Show full text]