Een Coup Geeft Te Veel Rommel
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Een coup geeft te veel rommel FRANS VAN DEIJL De keurige jongeren van het CDA liepen het afgelopen weekeinde boos weg van de Partijraad toen ze geen antwoord kregen op prangende vragen, maar hun leeftijdgenoten van D66 en PvdA rukken op. Bij D66 zorgden ze voor enige 'Opschudding', door ineens te roepen dat het de partij ontbreekt aan politiek smoel. Waarna de Democraten zich tot ontzetting van gewezen partijleider H. van Mierlo bekeerden tot een sociaal-liberaal profiel. Volgende week wordt duidelijk of de PvdA-jongeren, verenigd in 'Niet Nix', hun drang tot inhoudelijke, organisatorische en personele vernieuwing kunnen botvieren. Op deze en volgende pagina's een nadere kennismaking met de roerige jongeren van D66 en PvdA. Om te beginnen met de 'Niet-Nixers' Lennart Booij en Erik van Bruggen. HET FRAGMENT uit de documentaire De Keuken van Kok is even pijnlijk als aandoenlijk: Lennart Booij, boeg- beeld van de beweging 'Niet Nix', bespreekt tijdens de campagne voor de Tweede-Kamerverkiezingen met politiek adviseur Arend Hilhorst een speech die is bedoeld voor Wim Kok. De PvdA-lijsttrekker blijkt echter niet geheel tevreden te zijn over de pennenvruchten van de jongeling en stuurt zijn bemerkingen per omgaande retour. Booij heeft er een te 'campagne-matige' tekst van gemaakt, zo leest Hilhorst de reactie van Kok voor en in zijn stem klinkt een vleugje leedvermaak door. De concept-speech 'leest niet prettig', bevat 'geen kop en geen staart'. De door Booij gebruikte term 'buffelen' kwalificeert Kok als 'te luchtig'. Of Booij de boel maar even wil verbeteren, luidt het bevel. Booij gehoorzaamt en zet zich, ietwat plagerig gadegeslagen door Hilhorst, met groeiende wanhoop aan de onmogelijke klus. De jonge Turken van vandaag plegen geen coups meer. Dat geeft maar rommel, vinden ze. Vanuit hun opvatting dat je de macht niet moet grijpen maar moet delen, werken ze nauw samen met het establishment, met de ouderen in de partij. In die wetenschap vermag het niet verbazen dat zij zich tijdens de laatste verkiezingscampagne zonder gêne bereid tonen de tas van meneer Kok te dragen. Lennart Booij wordt in de PvdA liefdevol de Beauty genoemd, zijn compaan Erik van Bruggen staat te boek als de minder flatteuze Beast. Samen vormen zij de voorhoede van de beweging Niet Nix, die er op is gericht de PvdA te vernieuwen: organisatorisch, inhoudelijk en, niet het onbelangrijkste, personeel. Booij en Van Bruggen zijn tevens serieuze kandidaten voor het partijvoorzitterschap, althans volgens degenen binnen de partij die het duo hebben voorgedragen. Of het tweetal zelf die prestigieuze functie - die vacant is geworden nu Karin Adelmund deel uitmaakt van het kabinet - ook ambieert, zeggen ze nog niet te weten. De heren beraden zich erover en hebben zowaar een 'radiostilte' aangekondigd. Indien zij 'het doen', dan zullen zij, naar het voorbeeld van hun illustere voorgangers en ontdekkers Felix Rottenberg en Ruud Vreeman, het voorzitterschap als duobaan 'invullen'. MAAR WAT haalt de PvdA met hen in huis? In elk geval een stel 'enerveren- de' boys, weet staatssecretaris Rick van der Ploeg, die tijdens de verkiezingscampagne intensief met hen optrok. ''Lennart is de harde, de regelaar, ietwat macho. Erik is verbaal misschien niet zo ontwikkeld, maar ik beschouw hem wel als een zachte denker.'' Van der Ploeg acht de boys 'zeer geschikt' als partijvoorzitters, daar zij onder veel meer 'het debat' in de partij hebben gehaald en verder ontwikkeld. Hun verdienste bestaat er uit dat zij het schrikbarende gebrek aan belangstelling onder jongeren voor de politiek min of meer een halt hebben weten toe te roepen. Booij en Van Bruggen richtten destijds vijf PvdA- jongerenwerkgroepen op die zich schaarden rond thema's als milieu, cultuur, economie, de elektronische snelweg. Ze organiseerden manifestaties in Tilburg en Amsterdam, waar respectievelijk vijfhonderd en tweeduizend jongeren over dit soort zaken discussieerden maar waar ze voorts ook naar popmuziek konden luisteren en een 'pilletje' slikken. De discussies van de werkgroepen resulteerden in het pamflet Niet Nix. Het geheim van hun betrekkelijke succes onder jongeren laat zich in één zin vangen: je hoeft er geen verstand va n te hebben om er toch over mee te kunnen praten. Booij en Van Bruggen, beiden studeerden nieuwste geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam, menen dat een nieuwe generatie jongeren behoefte heeft aan een lossere, informelere manier van politiek bedrijven. Waarom? Omdat jongeren hun identiteit niet wensen te ontlenen aan één politieke partij, aan één popster, aan alleen house, R & B, skate of skinhead. Jongeren, en ook reclamemakers, weten daarvan mee te praten en zijn wat betreft hun smaak, stijl en belangstelling moeilijk eenduidig te rubriceren. Tino Wallaart, coordinator van Niet Nix en per 1 januari aanstaande als redacteur in dienst bij het weekblad Vrij Nederland, in welk blad volgende week de kandidatuur van Booij en Van Bruggen naar alle waarschijnlijkheid zal worden bekendgemaakt, stelt dat zij een verbinding moeten maken tussen de PvdA als regeringspartij en de PvdA als vereniging die vooral jonge mensen weer bij de politiek en politieke onderwerpen probeert te betrekken. ''Erik is de strateeg. Organisatorisch is hij een kei. Lennart is meer het filosoofje, kan zich vaardig uitdrukken en blijkt een uitstekende relatie-onderhouder te zijn.'' Wallaart vertelt waartoe die karakterologische bundeling heeft geleid. ''Zij hebben modellen ontwikkeld waarin de meest uiteenlopende thema's worden besproken met tal van externe deskundigen, met Kamerleden, met ministers. De partij wordt op die manier een kenniscentrum voor progressieve politiek, een laboratorium waar ideeën en standpunten worden gevormd en geformuleerd waardoor de PvdA weer een actieve rol krijgt t oebedeeld in de publieke zaak.'' HUN KRACHT is tevens hun zwakte. Althans in de ogen van 'oude lullen' als Thijs Woltgens, Paul Kalma en Bart Tromp. De laatste heeft zich misschien wel in de felste bewoordingen uitgelaten over het duo en hun ontdekker Felix Rottenberg - Tromp sprak ooit over Booij en Van Bruggen als de Rottenberg-jugend. ''Booij en Van Bruggen representeren de SBS 6-vleugel van de PvdA. Het gaat hen niet om de inhoud of om een programma, het gaat hen erom hoe iets eruit ziet, of van iets een media-hype kan worden gemaakt.'' Tromp zegt zich te realiseren dat hij zich zijn leven lang al kritisch opstelt tegenover de partij, maar de laatste tijd - de eerlijkheid gebiedt hem dat te zeggen - wordt hij 'buitengewoon somber' van de gesteldheid van de partij. ''Iedereen zegt: wat zeur je nou, Tromp, we regeren toch? Oké, we regeren, maar sinds de WAO-crisis h eeft de PvdA zestig- tot honderdduizend leden verloren. Die zijn naar de SP en GroenLinks gegaan of die hebben zich helemaal van de politiek afgewend. De sufferds en de carrièrejagers zijn overgebleven. Daarmee i s de PvdA het reclamebureau geworden van Wim Kok.'' Tromp cum suis krijgen bijval van de Jonge Socialisten, bij monde van JS-voorzitter Omar Ramadan, al klinken er eerst enige beleefdheden: dat Erik en Lennart weten hoe het politieke spel dient te worden gespeeld en dat ze hart voor de zaak hebben - want 'welke jongere is bereid zoveel tijd en energie te besteden aan zoiets vaags als de politiek?' Maar als de vraag wordt gesteld of de 22-jarige, verbaal begaafde Ramadan de 'Niet- Nixers' ook het partijvoorzitterschap vergunt, klinkt het: ''In die positie zouden ze meerdere gezichten moeten kunnen laten zien. Dat doen ze momenteel te weinig. Het is in elk geval te veel Niet Nix wat ze mij tonen.'' En wat is daarop tegen? ''De snelle jongens en meisjes van Niet Nix hebben de starre structuren in de partij verwijderd die van oudsher toebehoorden aan de bobo's in Den Haag. Dat is een verdienste, maar dat is tevens ten koste gegaan van de interne democratie. De Partijraad en de Rooie Vrouwen bij voorbeeld zijn afgeschaft, en daar is niets voor in de plaats gekomen. Waarom ijveren zij niet, net als wij, voor de invoering van ledenraadplegingen en referenda?'' Wat Ramadan dwars zit, is het pover ontwikkelde inhoudelijke profiel van Niet Nix, in casu van Booij en Van Bruggen. ''Misschien zijn leden van de Jonge Socialisten te veel van die inhouds-fetisjisten. Als de partij of een instelling een studie uitbrengt, dan zal de JS'er zich terugtrekken op zijn kamer en dat rapport eerst eens aandachtig gaan bestuderen. Daarna praat hij er met geestverwanten over, en dat gebeurt dan bij voorbeeld in een café. Hij praat er vervolgens weer in iets groter verband over, waarna hij uiteindelijk met een afgewogen o ordeel zal komen. Ik begrijp dat een Niet-Nixer dat rapport niet eens hoeft te lezen, en al helemaal niet als het een stevige omvang heeft. Desondanks ventileren zij hun mening, niet zelden met het nodige kabaal.'' Vindt Ramadan dat Booij en Van Bruggen te weinig intellectuele bagage bezitten? Ramadan, die qualitate qua het Dagelijks Bestuur van de partij adviseert, zegt te weten van achttien personen wier namen in verband worden gebracht met het partijvoorzitterschap. ''Ik weet niet wie dat zijn, ik weet niet wat daar tussen zit. Booij en Van Bruggen hebben mij nog niet laten zien dat zij de bruggenbouwers zijn die de partij nodig heeft. Zij willen graag dat de partij het debat aangaat met deskundigen, politici, en allerlei andere buitenstaanders, maar dan is het toch prettig als je daaraan sturing kunt geven. Ik weet nog niet of zij dat kunnen.'' Maar over welke kwaliteiten dient een partijvoorzitter volgens Ramadan te beschikken om die sturing te kunnen geven? ''Het is prettig voor een partij - voor een achterban, voor mensen die je aan je wil binden - als je weet waar de partijvoorzitters inhoudelijk voor staan. Dat pamflet van Niet Nix is een mengelmoesje. Op het gebied van sociale zekerheid heeft het een duidelijke VVD-achtige inslag, de milieuparagraaf klinkt weer heel vertrouwd ouderwets links.