De Jeugd Die We Verdienen
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
column De jeugd die we verdienen De jeugdwerkloosheid is terug op de politieke Wie volwassenen wil kweken met een ge- agenda. Constateerde instituut Forum in janu- zonde burgerzin, een degelijk arbeidsethos en ari nog dat de hoge werkloosheidscijfers van een democratische oriëntatie, moet beginnen met name allochtone jongeren nauwelijks een bij een analyse van de concrete omstandigheden thema waren in lokale verkiezingsprogramma’s, waarin jongeren opgroeien. Dat is de boodschap in februari haalde Mark Rutte het nieuws met van Opvoeding in democratie (swp, 2006), onder zijn voorstel om in het volgende kabinet een redactie van o.a. pedagoog Micha de Winter. minister voor Jeugdbeleid te introduceren. Hij ‘Gedrag zal niet makkelijk veranderen als de hamerde erop dat het redden van ‘circa dertig- setting waarin het ontstaan is precies hetzelfde duizend jongeren die de boot dreigen te missen’ blijft’, stelt De Winter. Opvoedingsfilosoof Gert niet zo ‘soft’ is als het oogt, maar zeker ‘tough’ Biesta onderschrijft dat. De overheid kan wel genoeg om de vvd er een bewindspersoon voor van jongeren eisen dat ze verantwoordelijke te laten leveren. burgers worden, maar als ze tegelijkertijd grote Een dag later liet Aart Jan de Geus een bal- sociaal-economische ongelijkheid laat voort- lonnetje op over, daar waren ze weer, ‘dertig- à bestaan ¬ ‘en daarmee laat zien dat sommige vijfendertigduizend jongeren die geen werk of jongeren meer gelijk zijn dan andere’ ¬ zal opleiding hebben en ook geen uitkering aanvra- die oproep vergeefs blijken. Vandaar Biesta’s gen’. Het getal komt uit het Jongerenonderzoek conclusie: ‘De prioriteit zou moeten liggen bij dat de Taskforce Jeugdwerkloosheid in septem- de verbetering van de burgerschapssituatie van ber presenteerde. Voorzitter Hans de Boer op- jongeren, dat wil zeggen: de verbetering van de perde toen om deze harde kern van lastige geval- materiële condities en het democratisch gehalte len discipline bij te brengen in voormalige ka- van de leefwereld van jongeren.’ zernes. Hij vindt nu De Geus aan zijn zijde. Die Het bestrijden van achterstanden en verloe- laat deskundigen uitzoeken wat de juridische dering van buurten, het creëren van concreet mogelijkheden zijn om jongeren, ook tegen hun perspectief voor wie kansarm heet, het uitdragen wil, in ‘kampementen’ onder te brengen, waar van goed burgerschap (in de huiskamer en het ze met stevige hand naar het rechte pad kunnen klaslokaal, maar ook in de boardroom en de Trêves- worden geleid. zaal) ¬ dát moet de focus zijn. Zulk beleid richt De boodschap lijkt te zijn: ‘Beste probleem- zich noodzakelijkerwijs op meer dan vijfender- jongere, het maakt niet uit of jij je wel of niet tigduizend jongeren. Het gaat om alle jongeren, 3 aan de wet houdt. Als het ons goeddunkt, sluiten sterker: het betreft ons allemaal. Niet insluiten wij je toch wel op, voor je eigen bestwil.’ De in kampen is het devies, maar insluiten in de vraag is natuurlijk hoe betrokkenen dat zullen samenleving. Zoals orthopedagoge Wilma Vol- gaan interpreteren. Als een aansporing om hun lebergh elders in het boek opmerkt: ‘De samen- luie leventje op te geven en eindelijk een deugd- leving krijgt de jeugd die zij verdient. De jeugd is zaam burger te worden? Of als een bewijs dat de symbool voor wat in de samenleving gaande is.’ samenleving hun niet toebehoort en eerder iets is om je tegen af te zetten dan om je aan te con- mare faber formeren? Eindredacteur s&d s & d 3 | 2006 S&D3-2006.indd 3 02-03-2006 16:32:49 interventie Het was muisstil geweest. De toehoorders hiel- Het komische en den de adem in, enkelen begonnen voorzichtig te klappen. Toen voegde Van den Beld toe: ‘En het religieuze Kierkegaard, zoals u weet, was een Deen!’ en een stormachtig applaus barstte los. Na een vruchtbare academische carrière nam Bijzonder aan dit voorval was de aard van de onlangs de godsdienstfilosoof en ethicus Ton van beroering die door de zaal trok. Er was verbazing den Beld met een aan zijn werk gewijd symposium over de verrassende actualiteit van deze 150 jaar afscheid van de Utrechtse faculteit wijsbegeerte. oude woorden en ook bewondering voor de kracht Hij begon zijn bijdrage met het een lang citaat van en poëzie van Kierkegaards woorden. Maar het de negentiende-eeuwse christelijke filosoof Kier- was meer dan een esthetische ervaring. In de aan- kegaard: houdende ‘cartooncrisis’ lagen de zaken voor de ‘Hier staan we aan een grens. Als werkelijke meeste theologen en filosofen in de zaal niet zo religie verborgen innerlijkheid is, dan is ze voor gemakkelijk als voor sommige politici. Het was een komische opvatting per definitie ontoegan- peinzen en piekeren over de verschillende argumen- kelijk. Het komische is namelijk “lager” dan het ten die de ronde deden. En dan is daar met een don- religieuze, en dus kan het religieuze er niet mee in derslag: Kierkegaard. Er was opluchting voelbaar, botsing komen. Ware religie is tegen het komische ontlading van spanning, zuivering van de lucht. absoluut bewapend. Bovendien is een werkelijk Maar wat heeft Kierkegaard ons hier te bie- religieus mens door de humor in zijn eigen binnen- den? Wat opvalt, is dat de passage uitstekend valt ste ook nog eens tegen het komische beschermd. te lezen als een eigenwijze vermaning aan alle Als de kerkelijke religie zich dus somtijds met verontwaardigde moslims: is dat nu ware religie behulp van wetgeving en politie tegen het komische die jullie woede inspireert? Maar dit gaat niet op: wil beschermen, dan kan dat wel goed bedoeld zijn, Kierkegaard was zelf diep gelovig — zijn verma- het is echter zeer de vraag of ze daarbij in laatste ning was niet die van de buitenstaander, maar die instantie wel door werkelijk religieuze motieven van de insider die zijn geloofsgenoten tot de orde gedreven en bepaald wordt. Bovendien doe je het roept. Dat maakt zijn argument ook zo effectief: hij komische onrecht als je het als vijand van het religi- behartigt de zaak van de liberaal (strijder voor vrije euze beschouwt. Net zoals het denken geen vijand meningsuiting), niet vanuit een atheïstisch stand- is van het religieuze, zo is ook het komische dat punt (‘dat moeten jullie gelovigen maar slikken!’), niet. Alles, dus ook denken en humor, staat juist in maar vanuit het gelovige standpunt zelf. Daarmee dienst van het religieuze, als het hogere. kan hij tegelijkertijd recht doen aan de liberaal Alle religiositeit die aanspraak wil maken op en aan de gelovige. Immers, ‘het religieuze’ kán iets uitwendigs, iets in het uiterlijke leven, moet niet gekwetst worden door humor, het is van een oppassen, moet meer op zichzelf bedacht zijn dan andere orde. Wat hoogstens gekwetst kan zijn, is op het komische. Want juist in die situatie is het uiterlijk vertoon van godsdienst. De fundamentele volkomen terecht dat het komische haar helpt haar vrijheid van religie ziet ook slechts daarop toe: op ogen te openen voor haar eigen uiterlijk vertoon. uiterlijke organisatie van het geloof — niet op het Als je het niet verdragen kunt dat anderen lachen innerlijk, dat zich per definitie aan het maatschap- om dat wat jou in je binnenste absoluut bezig- pelijk verkeer onttrekt. houdt, dan ontbreekt het je aan werkelijk religi- Er zijn echter twee voorwaarden voor dit argu- euze innerlijkheid.’ ment om effectief te zijn. Het vereist dat de botsing s & d 3 | 2006 S&D3-2006.indd 4 02-03-2006 16:32:50 interventie er daadwerkelijk een is tussen het komische en het doen als een cliënt zich onbeschoft gedraagt? Wat religieuze. Het gaat daarmee niet op voor uitingen weegt zwaarder, de rechten van de ouders of het die niet komisch (bedoeld) zijn. Wat dat betreft is belang van het kind? er wel verschil tussen de spotprenten onderling te Het boek biedt genuanceerde schetsen van maken. Platte belediging die nooit humoristisch be- dienstverleners en hun cliënten, maar de con- doeld is, plaatst zich niet op een andere orde, maar clusies zijn in algemene termen van ‘publieke valt de hogere orde van het religieuze direct aan dienstverlening’ aan ‘burgers’ gegoten. Dat is jam- — en blijft daarmee problematisch. Ten tweede: mer, want bepaalde vragen die het onderzoek wel Kierkegaard veronderstelt dat religie een zaak van oproept worden zo niet geadresseerd. Kun je bij de het innerlijk is. Die veronderstelling gaat echter eer- uitvoering van sociale zekerheid en jeugdzorg van der op voor het protestantisme dat hij aanhing dan ‘dienstverlening’ spreken of is dat een eufemisme voor de islam, maar ook bijvoorbeeld het katholi- voor verplichte hulpverlening en sancties? Is de cisme. In die beide laatste religies zijn innerlijke en term wel passend als het gaat om het ingrijpen bij wereldlijke orde sterker met elkaar verweven. En het verwaarlozing van kinderen of is dat een vorm van afleggen van al te sterke wereldlijke pretenties, zo is bescherming die elke beschaafde samenleving al vaak gebleken, is een pijnlijk proces. dient te bieden? Is het woord ‘cliënt’ van toepas- sing op mensen aan de onderkant van de samen- rutger claassen leving bij wie de — de vaak door het beleid gede- Redacteur s&d finieerde — hulpvraag niet leeft? Hún probleem is vaak simpelweg het feit dat ze geen geld hebben, niet verzekerd zijn, of niet ongestoord overlast Tussen regels en kunnen veroorzaken. Het boek roept ook de vraag op welke situaties realiteit: mensenwerk we het meest urgent en ernstig vinden. Hoe ver- houdt de ernst en urgentie van babyverkrachting Naarmate de situatie van mensen aangrijpender, zich tot de ernst en urgentie van het gebrek aan ernstiger en complexer is, nemen de mogelijk- privacy van verpleeghuisbewoners? En hoe erg is het heden om zich ‘menselijk’ te gedragen (gren- als jongeren hun school niet afmaken en onverze- zen stellen, ingrijpen en aandacht geven) voor kerd rondlopen? Durven we — als hulpverlener, als hulpverleners en andere professionals af, terwijl sector, als samenleving — daarin te prioriteren? En de mogelijkheden om zich te verschuilen achter als we vinden dat in onze samenleving al deze zaken regels en verwijzingsprocedures of — nog erger van belang zijn, wie maken er dan werk van en hoe? — achter het masker van professionaliteit voor hen Een andere vraag is of we verschil kunnen en toenemen.