Bijdragen En Mededelingen Van Het Historisch Genootschap. Deel 71
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap. Deel 71 bron Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap. Deel 71. J.B. Wolters, Groningen - Jakarta 1957 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_bij005195601_01/colofon.php © 2012 dbnl i.s.m. 3* [Verslag] Verslag van de Algemene Vergadering van de Leden van het Historisch Genootschap gehouden op zaterdag 3 november 1956 in Esplanade te Utrecht Volgens de presentielijst zijn aanwezig de leden: W. Jappe Alberts J.A.v. Arkel G.A.v. Asseldonk R.F.P. de Beaufort E.v. Beusekom M. de Block J.J. Boer M.Th. Uit den Bogaert W.J. de Boone J.W. Bosch C.D.J. Brandt J. Brandt-v.d. Veen P.H.N. Briët E.A.B.J. ten Brink L. Brummel C.A. de Bruyn M.G. Buist J.J. Buurman J.R. Clifford Kocq v. Breugel W.Ph. Coolhaas W.A.H. Crol F.H.J. Dieperink W.J. Diepeveen J.G.v. Dillen B. Dorsman E.v. Dijk H.F.J.M.v.d. Eerenbeemt E.R.v. Eibergen Santhagens C.N. Fehrmann H.A. Enno v. Gelder P. Geyl W.J. Goslinga M.K.E. Gottschalk H.J. de Graaf D. Grosheide C.F.G. Gülcher B.U. Haagsma C.v.d. Haar S. Hart Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap. Deel 71 M. Hartgerink-Koomans F.J. Heeris W.J.v. Hoboken H. Houwens Post C.A. Huygen P.W.A. Immink H. Jansen T.S. Jansma G.J.W. de Jongh A.G. Jongkees J.H. Jongkees M.W. Jurriaanse F.v. Kalken J.H. Kernkamp F. Ketner C.v.d. Kieft M.E. Kluit A.C.F. Koch R.J. Kolman E.H. Korvezee E. Kossmann J.A. Kossmann-Putto J.H. Kramer F.H.J. Lemmink R.v. Luttervelt Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap. Deel 71 4* L.S. Meihuizen A.W.J. Mulder H.J. Mijjer H. Mijnssen J.F. Niermeyer G.B. Ongena J.K. Oudendijk H.F.D. Oxenaar J.C.H. de Pater G.A.W. ter Pelkwijk L. Pirenne L.J. Plemp v. Duiveland A.v.d. Poest Clement R.R. Post C.J.A. de Ranitz R. Reinsma M.J.F. Robijns A.H.J. Rood-Sengers I. Schöffer J. Sibinga Mulder B.W. Siemens B.H. Slicher v. Bath C. Smit J.W. Smit H. Smitskamp F.C. Spits J.L. Struyk J.J.v. Stuyvesant Meijen M.J.L. Taets v. Amerongen H. Terpstra W.S. Unger A.J. Veenendaal W.A. Veenhoven A.J.v.d. Ven G.H. Verbist H.B.C.W. Vermeer W. Vinkhuyzen v. Maarssen C.W.v. Voorst v. Beest E.H. Waterbolk H.v. Werveke J.J. Westendorp Boerma P.A.C. Wieringa J.M.v. Winter P.J.v. Winter J.J. Woltjer J. Woltring F.W.R. Wttewaall Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap. Deel 71 J.W. Wijn C.A. Zaalberg S.B.J. Zilverberg W. Zwier A. Zijp Vijf handtekeningen waren onleesbaar. De Voorzitter, Prof. Dr. C.D.J. Brandt, opent om half elf de vergadering met de volgende rede: Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap. Deel 71 5* Dames en Heren, Ik heet U hartelijk welkom op onze Algemene Vergadering. Dat dit deze keer gebeurt in een andere, voor ons Genootschap zelfs geheel nieuwe omgeving, is een gevolg van de op zichzelf alleen maar verheugende omstandigheid, dat het bezoek aan deze jaarlijkse bijeenkomst zo groot was geworden, dat de zaal in het Instituut voor Geschiedenis de belangstellenden nauwelijks meer kon bergen. Of de intimiteit, die de vergaderingen in ‘ons eigen huis’ altijd heeft gekenmerkt ondanks deze verandering van entourage zal gehandhaafd blijven, zal de ervaring van vandaag ons moeten leren. Ik hoop en vertrouw, dat dit het geval zal zijn. Een speciaal woord van welkom zou ik willen richten tot onze sprekers van vandaag, Prof. Dr. F. Vercauteren en Prof. Dr. J.G. van Dillen. Het gebeurt de eerste secretaris maar zelden, dat hij op zijn eerste uitnodigingen voor het vervullen van een spreekbeurt onmiddellijk bevestigende antwoorden krijgt. Ditmaal was dit wel het geval. Het bestuur heeft dit zeer plezierig gevonden, zoals U begrijpen zult, omdat de voorbereiding van deze vergadering hierdoor zeer vereenvoudigd werd. Ik verzeker onze beide sprekers, dat wij hun bereidwilligheid zeer waarderen en hun voordrachten met grote belangstelling tegemoet zien. Een afzonderlijk woord van welkom zou ik ook willen richten tot onze vrienden uit het Zuiden, Prof. Dr. H. van Werveke en Prof. Dr. Fr. van Kalken. Het verheugt ons allemaal zeer, dat zij ook dit jaar de gelegenheid hebben gevonden om de traditie van hun bezoek aan onze Algemene Vergadering voort te zetten. Op onze vorige vergadering heb ik U kennis gegeven van het besluit van het bestuur, om de contributie te verhogen van 10 gulden op 15 gulden en ik heb daarbij uiting gegeven aan ons vertrouwen, dat onze leden de noodzaak zowel als de redelijkheid van dit besluit zouden inzien. Vandaag kan ik U tot mijn voldoening en vreugde mededelen, dat dit vertrouwen niet misplaatst is gebleken. Het aantal bedankjes, dat speciaal het gevolg was van de contributieverhoging, is werkelijk minimaal gebleven. Voor deze houding is het bestuur onze leden zeer erkentelijk. Ondanks deze trouw van de leden aan ons Genootschap en Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap. Deel 71 6* hun begrip voor onze financiële moeilijkheden is toch ons ledental een weinig teruggelopen. Momenteel telt ons Genootschap 659 (684) leden in Nederland, 67 (78) buitenlandse leden en 10 (10) ereleden. Op zichzelf is deze teruggang noch opvallend noch verontrustend - het aantal van hen, die ons door de dood ontvielen, was helaas het afgelopen jaar betrekkelijk groot. Het meest treft wellicht nog het feit, dat er 11 buitenlandse leden minder zijn dan vorig jaar. Ik betreur het zeer, dat de voornaamste verklaring van dit verschijnsel gezocht moet worden in de omstandigheid, dat wij ons genoodzaakt hebben gezien verschillenden hunner wegens wanbetaling van onze lijst te schrappen. In het Algemene bestuur is dit jaar geen verandering gekomen. In het Utrechtse besuur moesten wij tot onze grote spijt dit jaar Prof. Dr. D.Th. Enklaar missen. Hij deelde ons mede, dat zijn gezondheidstoestand hem niet toeliet zoveel tijd, aandacht en energie aan de zaken van ons Genootschap te besteden als hij voor zijn lidmaatschap van ons bestuur noodzakelijk achtte. Hoewel deze aankondiging niet onverwacht kwam en wij zonder meer begrepen, dat wij dit besluit van ons medelid Enklaar hadden te eerbiedigen, deed zij ons veel leed, zowel om de oorzaak hiervan als vanwege de gevolgen voor het werk van ons bestuur. Prof. Enklaar heeft mij met nadruk gevraagd mijn vermelding van zijn heengaan als bestuurslid zo eenvoudig mogelijk te houden. Ik zal die wens natuurlijk eerbiedigen, maar ik kan toch niet nalaten, om collega Enklaar van deze plaats hartelijk dank te zeggen voor alles wat hij als lid van ons Genootschap, als medewerker aan onze uitgaven en als bestuurslid heeft gedaan en dat de laatste jaren onder fysieke omstandigheden, die wel het uiterste van hem vergden. Bij zijn vertrek uit ons bestuur heeft Prof. Enklaar zich sponte sua bereid verklaard om ons bestuur met raad en daad te blijven bijstaan, zo vaak wij een beroep op hem zouden willen doen. Ik geef hem vandaag nogmaals de verzekering, dat wij onzerzijds gaarne zoveel mogelijk van zijn medewerking achter de schermen willen blijven profiteren. Onze tweede secretaris, de heer C.H. van Aken, heeft ons op onze laatste bestuursvergadering doen weten, dat het hem tot zijn grote spijt door drukke werkzaamheden niet langer mogelijk was om deel uit te maken van het Utrechtse bestuur. Wederom hadden wij geen andere keus dan ons neer te leggen bij dit besluit. Ook de heer van Aken breng ik de dank van bestuur Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap. Deel 71 7* en leden voor het werk, dat hij in zijn bestuursfunctie voor ons Genootschap heeft verricht. Ik kom thans tot het gebruikelijke overzicht van de stand van onze publicaties. Daarbij wil ik vooropstellen, dat wij dit jaar, zoals U zult hebben opgemerkt, van drukker en uitgever veranderd zijn. Dit moet voor onze leden een verrassing zijn geweest. Het heeft geen zin dunkt mij, hier nader op in te gaan. U zult mij wel willen geloven, wanneer ik zeg, dat werkelijk zeer dwingende redenen er ons toe gebracht hebben om de band van meer dan een eeuw met de drukkerij Kemink, Over den Dom, te verbreken. Wij hopen, verwachten en vertrouwen, dat onze samenwerking met de firma J.B. Wolters te Groningen in het belang van onze uitgaven een blijvende en aangename zal zijn. In het afgelopen jaar hebben wij onze leden, behalve een deel van onze B. en M., kunnen doen toekomen de uitgave in twee deeltjes van de Briefwisseling van Van den Bosch. Zonder enige twijfel is dit een zeer belangwekkende publicatie geworden, waarmede wij de bewerker Dr. J. Westendorp Boerma van harte geluk kunnen wensen; hij zal hiervan zeker veel genoegen beleven. Het doet mij deugd, dat ik U vandaag kan mededelen, dat de Fruin-correspondentie, deze interessante uitgave bewerkt, zoals U weet, door wijlen Prof. Sneller en door de heren Dr. H.J. Smit en Prof. Dr. W.J. Wieringa, thans ter perse is gelegd. De beide bewerkers zowel als ons bestuur hebben al zo lang naar dit ogenblik uitgezien. Wij verwachten, dat het eerste deel van deze publicatie - zij is te omvangrijk gebleken voor éen deel van onze Werken - in de voorzomer van het volgend jaar aan onze leden zal kunnen worden toegezonden.