<<

Statische beschrijving beheersgebied juli 2015

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek

Inhoud Introductie in de systeembeschrijvingen ...... 3 1 Samenvatting Beheersgebied Schipbeek ...... 5 2 Algemene informatie ...... 10 2.1 Gebiedsbegrenzing en indeling ...... 10 2.2 Bodem en ondergrond ...... 11 2.3 Historie ...... 14 2.4 Landschap en landgebruik ...... 17 2.5 Natuur...... 19 3 Watersysteem ...... 20 3.1 Algemeen: Beheersgebied Schipbeek ...... 21 3.2 Buurserbeek- Schipbeek ...... 24 3.3 Zuidelijk afwateringskanaal ...... 28 3.4 Dortherbeek ...... 29 4 Waterkwantiteit ...... 33 4.1 Peilbeheer...... 33 4.2 Waterbalans ...... 37 4.3 Afvoerkarakteristieken ...... 41 5 Waterveiligheid en -overlast ...... 44 6 Waterkwaliteit ...... 48 6.1 Algemene waterkwaliteit ...... 48 6.2 Chemische kwaliteit ...... 50 6.3 Ecologie ...... 52 6.4 Stedelijke waterkwaliteit ...... 55 6.5 Zwemwater...... 56 7 Grondwater ...... 57 7.1 Ondiep (freatisch) grondwater ...... 57 7.2 Kwel en wegzijging ...... 58 7.3 Grondwateronttrekking & -stroming ...... 59 7.4 Grondwaterkwaliteit ...... 60

1

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

8 Maatschappelijke functies ...... 61 8.1 Cultuurhistorie en watererfgoed ...... 61 8.2 Beroepsscheepvaart ...... 61 8.3 Recreatie ...... 62 9 Beheer en onderhoud ...... 64

2

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

Introductie in de systeembeschrijvingen De systeembeschrijvingen zijn opgesteld onder verantwoording van de systeemkenners van de Unit Waterbeheer. Zij hebben ook de taak om gegevens waar nodig te corrigeren, te actualiseren en aan te vullen. Op- of aanmerkingen kan je mailen naar [email protected] of direct aangeven bij de systeemkenners Rutger Engelbertink, Anne- Reurink-Vuurens of Arie Koster.

Voor elk van de 5 beheersgebieden ( zie kaart A: Schipbeek, , Baakse Beek, Oude IJssel en Liemers Veluwe) is een statische en een dynamische systeembeschrijving opgesteld, die via deze link digitaal worden ontsloten. Het onderliggende rapport is een kopie van de statische beschrijving van beheersgebied Schipbeek.

Statische beschrijvingen

Doel : Snel een algemene indruk krijgen van het functioneren van een watersysteem en/of een thema binnen het beheersgebied.

In de statische beschrijvingen zijn per beheersgebied relevante gebiedskenmerken beschreven die niet (snel) veranderen, zoals: de (hoogte)ligging, historie, bodem en ondergrond en algemene aspecten t.a.v. afvoerkarakteristieken, watersysteem, peilbeheer, wateroverlast, veiligheid, waterkwaliteit, B&O, ecologie, etc.

Via de teksten wordt dus vrij algemene (gebieds)kennis ontsloten. Voor meer of gedetailleerdere informatie wordt vervolgens verwezen naar documenten, informatiesystemen (GEOWEB, H2GO), andere bronnen of specialisten. Aanvullingen en verbeteringen zijn altijd welkom.

Dynamische Beschrijvingen

Doel : Overzicht in beleids- en beheeropgaven en de vertaling ervan naar programmeerbare uitvoeringopgaven.

In de dynamische beschrijvingen worden per beheersgebied de actuele (WRIJ-)opgaven in beeld gebracht. Het gaat hier om concrete beleidsopgaven en 'beheer' opgaven die voortkomen uit knelpunten of wensen vanuit beheer en onderhoud. In tegenstelling tot het statische deel bestaat het dynamische deel niet uit teksten. Het betreft een interactieve opgavenkaart met achterliggende gegevens per opgave. De opgaven worden doorlopend door de systeemkenners verzameld en bijgehouden. Zij zijn echter lang niet altijd 'trekker' van een opgave. Deze rol ligt regelmatig bij andere collega's. Wel hebben ze een bewakende rol t.a.v. de procesvoortgang en een coördinerende rol t.a.v. de prioritering.

3

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

Kaart A: 5 Beheersgebieden van WRIJ

4

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

1 Samenvatting Beheersgebied Schipbeek

Historie en landgebruik (Hoofdstuk 2) Het oosten van het beheersgebied behoort tot het Oost-Nederlands plateau. Het is een hoger gelegen gebied ontstaan door verschuivingen in de aardkorst. Hier komen nu duidelijke beekdalen voor. De (meer) oppervlakkige ondergrond in het lager gelegen westen is grotendeels ontstaan tijdens en tussen de laatste ijstijden. Vooral de vorming van de stuwwallen (Holterberg, Needse Berg) tijdens de voorlaatste ijstijd en het ontstaan van dekzanden door (wind) erosie tijdens de laatste ijstijd waren van belang. In algemene zin is het een goed doorlatend zandgebied met droge en natte zandgronden.

De huidige Buurserbeek was vroeger (net als de Berkel) een bovenloop van de Regge. In de late middeleeuwen zijn diverse beken via graafwerkzaamheden aan elkaar gekoppeld ten behoeve van wateraanvoer voor watermolens en een scheepvaartverbinding tussen Deventer en het (Duitse) achterland. Zo ontstond de Schipbeek. In de loop van de tweede helft van de 19e werd de waterhuishouding steeds belangrijker. Er zijn dan ook diverse verbeteringswerken uitgevoerd, zowel in de hoofdloop als de detailontwatering van het agrarische gebied. De aanleg van het begin vorige eeuw was van grote invloed, op zowel goederentransport, water aan- en afvoer als het regionale watersysteem.

Ondanks en door de veranderingen komen diverse landschapstypes voor, variërend van hoogveenontginningslandschap tot uiterwaarden. Het beheersgebied wordt gekenmerkt door een dekzandlandschap, dat vooral bestaat uit: natte heide- en broekontginnningslandschap, kampenlandschap en jong ontginningslandschap. Dit laatste komt vooral veel voor in het oosten bij de Buurserbeek. Helemaal in het westen ligt het rivierenlandschap. Het landgebruik bestaat vooral uit veeteelt en weidebouw. Er zijn diverse natuurgebieden, 4 hiervan vallen onder Natura- 2000. Diverse wateren hebben hoge ecologische doelstellingen. Opvallend is het lage aandeel stedelijk gebied. De belangrijkste stedelijke kernen zijn Neede, Holten, Markelo en Bathmen.

Watersysteem (Hoofdstuk 3) Het stroomgebied van de Schipbeek is 396 km2 groot en langgerekt van vorm. Een derde hiervan ligt in Duitsland. Het Nederlandse deel omvat ruim 500 km leggerwatergang en ligt in de provincies en . Het bevat (delen van) de gemeenten Deventer, Rijssen- Holten, Hof van Twente, Haaksbergen, en .

De 86 km lange watergang ontspringt bij Ahaus en stroomt bij Haarmühle de grens over. Vanaf hier heet de beek eerst Buurserbeek en later Schipbeek (vanaf stuw Nieuwe Sluis) om vervolgens bij Deventer in de IJssel uit te monden. De Schipbeek kruist het Twentekanaal via onderleiders. Het Nederlandse deel kent verschillende zijtakken, zoals de Zoddebeek, Oude Schipbeek en Dortherbeek. Het Zuidelijk Afwateringskanaal stroomt parallel aan de Schipbeek, is een aaneenschakeling van watergangen en mondt uit in het Twentekanaal.

Waterkwantiteit (Hoofdstuk 4) Het beheersgebied bevat ruim 300 stuwen en enkele gemalen om peil en afvoer te reguleren. De voornaamste zijn gemaal Twentekanaal (inlaat), gemaal Berendsen (onderbemaling) en gemaal Ter Hunnepe (werkt bij hoge IJsselstanden). In het oosten van het beheersgebied gelden

5

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015 streefpeilen, in het westen ligt een complex watersysteem met 28 peilbesluitgebieden. In de winter worden de watergangen gebruikt voor waterafvoer richting de Schipbeek. In de zomer wordt er water ingelaten vanuit het Twentekanaal (via Gemaal Twentekanaal) en verdeeld over het westelijke deel van het beheersgebied.

De Buurserbeek-Schipbeek reageert erg snel op neerslag mede als gevolg van de bodemopbouw en het hoogteverschil. Debieten liggen meestal rond de 1,5 m3/s bij de grens en 2,5 m3/s bij Deventer. Piekafvoeren kunnen een factor 20 hoger liggen. Bij grote afvoeren wordt er ook water afgelaten op het Twentekanaal. Bij IJsselstanden vanaf 5 m+NAP treedt gemaal Ter Hunnepe in werking.

Waterveiligheid (Hoofdstuk 5) In het Oosten bij de IJssel ligt ruim 14 km aan primaire kering om de waterveiligheid te waarborgen (dijkring 51 en 52). Er zijn geen regionale keringen of waterbergingsgebieden in het beheersgebied van de Schipbeek. Wel is het deel tussen de primaire keringen bij Deventer aangewezen als uiterwaarde dat kan inunderen bij hoge IJsselstanden. De Buurserbeek en Schipbeek zijn in het verleden zo ontworpen dat overstromingen nog maar eens per 100 jaar mochten voorkomen. De hele beek ligt tussen primaire keringen of overige keringen (kades) om inundaties te voorkomen.

Waterkwaliteit (Hoofdstuk 6) Binnen het beheersgebied van de Schipbeek zijn 8 KRW-oppervlaktewaterlichamen vastgesteld. Het Zuidelijk Afwateringskanaal, Dortherbeek Oost en West zijn getypeerd als ‘Zoete sloten’ (M1a) en hebben een kunstmatig karakter, een lagere ecologische potentie. De overige beek / riviersystemen hebben (in potentie) een hogere ecologische waarde. De Buurserbeek, Zoddebeek, Nieuwe waterleiding en Oude Schipbeek vallen onder het type langzaamstromende beneden- / middenloop (R5). Hiervan heeft alleen de Zoddebeek een meer natuurlijke inrichting. De andere beken en ook de Schipbeek zelf (type R6: langzaam stromend riviertje) worden gekenmerkt door een strakke cultuurtechnische inrichting. De watergangen zijn over het algemeen rijk aan veel voorkomende waterplanten. De fauna wordt gedomineerd door soorten van plantenrijke, niet stromende wateren. Op sommige plaatsen komen ook (bijzondere) stromingsminnende soorten voor, met name in de Buurserbeek.

Grondwater (Hoofdstuk 7) Naast allerlei lokale grondwaterstromingen, kwel en wegzijging is er over het algemeen een grondwaterstroming vanuit het oosten in ()westelijke richting naar de IJssel. Het beheersgebied van de Schipbeek kent vooral relatief droge omstandigheden. In veel gevallen komen de natte gebieden overeen met de kwelgebieden. Het Haaksbergerveen betreft een hoogveengebied waar water niet wegzijgt vanwege ondoorlatende lagen in de ondergrond. Andere natte gebieden zijn te vinden:

. in de beekdalen, langs waterlopen (Elsbeek, Oude Schipbeek, Buurserbeek en Dortherbeek West), . rond de hoger gelegen infiltratiegebieden, zoals bij de Needse berg en Holterberg.

6

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

Bij het Noordijkerveld bij Neede ligt een Vitens drinkwaterwinning. Dit is de grootste onttrekking van het beheersgebied. Verder zijn er enkele grotere (industriële) en vele kleine grondwateronttrekkingen.

Maatschappelijke functies (Hoofdstuk 8) Het beheersgebied van de Schipbeek kent een rijke historie. Langs de beek zijn op diverse plekken landhuizen en kastelen gebouwd, zoals huize Diepenheim en kasteel Arkelstein. Ook zijn er diverse watermolens bewaard gebleven, zoals: Haarmühle op de grens met Duitsland en de Haaksbergse watermolen. In het gebied komen verder diverse objecten voor die zijn aangemerkt als WRIJ-watererfgoed, zoals diverse stuwen of bruggen, de Schans in het Buurserzand en de verdedigingswerken langs de Schipbeek bij Bathmen.

Sinds tweede helft van de 19e eeuw is er geen beroepsscheepvaart meer op de Schipbeek. Bij Haaksbergen en Bathmen wordt wel gevaren met replica’s van historische boten. Benedenstrooms van het Twentekanaal wordt de Schipbeek gebruikt als kanoroute. Naast landgebonden recreatie zijn er binnen het beheersgebied 2 officiële zwemwateren.

Beheer en Onderhoud (Hoofdstuk 9) Het beheersgebied van de Schipbeek wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van veel ‘breed spoor’ onderhoudspaden in eigendom van het Waterschap. De meeste watergangen hebben aan beide zijden een onderhoudspad. Het onderhoud wordt gedaan aan de hand van de werkprotocollen en onderhoudspakketten zoals vermeld in de veldgids. Het beoogde onderhoud per watergang is vastgelegd in de maaikalender.

In het beheersgebied zijn diverse zandvangen aanwezig zoals in de Buurserbeek (bij Diepenheim) en diverse zandvangen bij het Twentekanaal, in de mondingen van de Slinge, Zuidelijk afwateringskanaal en Schipbeek. De zandvang in de Zoddebeek heeft geen functie meer na de herinrichting.

7

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

Tabel 1.1: Overzichtstabel beheersgebied Schipbeek

Oppervlak beheersgebied ha. 24746 Ned.

Oppervlak beheersgebied ha. 24429 Dui.

Oppervlak buitendijks* ha. 317

Oppervlak stedelijk gebied ha. 2214

Oppervlak landelijk gebied ha. 18310

Oppervlak bos en natuur ha. 3929

Oppervlak water ha. 292

Totaal lengte watergangen km 507

Totaal aantal stuwen - 261

Aantal gemalen (≥ 1 m3/s) - 5

Lengte kades km 113

Lengte regionale keringen km 0

Lengte primaire keringen km 14

RWZI’s: RWZI Holten

Gemeentes: Deventer, Rijssen-Holten, Hof van Twente, Haaksbergen, Berkelland en Lochem

Voornaamste kernen: Neede, Holten en Bathmen. Deventer valt buiten het beheersgebied

HEN wateren (kaart 2.6). geen

SED wateren (kaart 2.6). Dortherbeek type laaglandbeek

Bovenloop van de Buurserbeek type laaglandbeek

Oude Omvloed-Watergang v.d. Molenhoek type plateaubeek

Steenhaarse Watergang type veen/heidebeek

Natura 2000 gebieden Het Witte Veen

Het Buurserzand & Haaksbergerveen

Borkeld

Uiterwaarden IJssel

* Inclusief Twentekanaal

8

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

Tabel 1.2: Overzichtstabel voornaamste wateren beheersgebied Schipbeek

Deeldstroomgebied:

Schipbeek Zoddebeek Elsbeek ZuidelijkAfwateringskanaal Oude Schipbeek DortherbeekOost Dortherbeek Buurserbeek Lengte watergang * km 25.9 32.7 3.3 6.3 18.0 6.3 11.2 16.2

Lengte KRW waterlichaam km 16.2 42.1 3.3 6.3 10.7 10.3 4.9 8.4

KRW-watertype - R5 R6 R5 R5 M1a R5 M1a M1a

Stuwen aantal - 22 28 5 18 10 3 3 7

Opgave vispasseerbaarheid J/N Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee

Verhang waterbodem * ‰ 0.74 0.33 1.53 0.51 0.82 0.22 0.23 0.40

Verhang waterbodem Dui. ‰ 0.99 ------

Opp. stroomgebied km2 24.0 57.6 15.9 15.2 32.0 34.2 28.2 37.2

Oppervlak stroomgebied Dui. km2 143 - 6.0 - - - - -

RWZI aantal 1

* Op basis van de Legger

9

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

2 Algemene informatie

2.1 Gebiedsbegrenzing en indeling

Kaart 2.1: Begrenzing beheersgebied Schipbeek.

Het stroomgebied van de Schipbeek is 39.600 ha groot. Het Nederlandse beheersgebied is 24.700 ha groot en reikt van de grens met Duitsland tot aan de IJssel bij Deventer (kaart 2.1). Het is meestal niet veel breder dan enkele kilometers. Binnen de grenzen van het beheersgebied van de Schipbeek liggen delen van de gemeenten Deventer, Rijssen-Holten, Hof van Twente, Haaksbergen, Berkelland en Lochem.

. Aan de westzijde wordt het gebied begrensd door de IJssel. . Helemaal in het oosten ligt Duitsland. . Het beheersgebied grenst aan de noordzijde aan het beheersgebied van waterschap Vechtstromen. Vanuit de Schipbeek zijn twee inlaten aanwezig richting dit beheersgebied, namelijk de inlaat van de Boven Regge en de Diepenheimse Molenbeek. Verder naar het westen raakt het beheersgebied van de Schipbeek aan het beheersgebied van waterschap Groot . Hier is een natuurlijke waterscheiding aanwezig, waaronder de Holterberg, het grenspunt van de drie waterschappen. Bovenstrooms van het Twentekanaal is de grens meer bepaald door historische ontwikkelingen dan de natuurlijke waterscheiding. . Aan de zuidzijde is een natuurlijke waterscheiding aanwezig tussen het beheersgebied van de Schipbeek (Dortherbeek) en deelstroomgebieden van de Berkel (Eefsebeek en Dommerbeek). Ten (zuid)oosten van het Twentekanaal vormen de Bolksbeek en Berkel

10

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

de grens tussen de beheersgebieden van de Schipbeek en Berkel. Meer naar het oosten wordt het beheersgebied begrensd door een natuurlijke waterscheiding zoals het Haaksbergerveen. In het beheergebied liggen verschillende (sub)stroomgebieden. Deze monden voor het grootste deel uit in de Buurserbeek en Schipbeek. Het Zuidelijke Afwateringskanaal en Slinge monden uit in het Twentekanaal. Het beheersgebied Schipbeek is op te delen in 3 deelgebieden (zie kaart 2.1): . Buurserbeek - Schipbeek: vanaf de Duitse grens waar de beek Nederland binnenkomt tot de IJssel waar de beek in uitmondt. Dit is inclusief de Elsbeek, Zoddebeek, Oude Schipbeek en andere kleine zijtakken die uitmonden in de Buurserbeek-Schipbeek; . Zuidelijk Afwateringskanaal: het gebied dat vrij afwatert op het Twentekanaal. Het gebied ligt tussen Neede, de Schipbeek, Berkel en de Bolksbeek en het Twentekanaal. In dit gebied liggen onder andere het zuidelijk afwateringskanaal, de Elsmansgoot en de Slinge; . Dortherbeek: het Dortherbeek stroomgebied ligt tussen de Schipbeek en het Twentekanaal. Het gebied bestaat uit de Dortherbeek Oost en Dortherbeek West. Het water stroomt in westelijke richting en de beek mondt bij Deventer uit in de Schipbeek.

Literatuur [004SB] De Buurserbeek, terug naar vroeger (Rapport, 2003) [013SB] Gewässersteckbrief Ahauser Aa, tabel 1,2-7 (factsheet) 2.2 Bodem en ondergrond

Geologie Het oosten van het beheersgebied behoort tot het Oost-Nederlands plateau. Het is een hoger gelegen gebied ontstaan door verschuivingen in de aardkorst (zie kaart 2.2). Het is een gebied, waar zeer oude afzettingen dicht bij het oppervlak komen, zoals vlak over de grens bij Haarmühle. Bij het Oost-Nederlandsplateau, zoals in het stroomgebied van de Zoddebeek en bij het Haaksbergerveen, is ondiep keileem te vinden behorend tot de formatie van Drenthe. Dit een overblijfsel uit de voorlaatste ijstijd. Tevens zijn in deze ijstijd de diverse stuwwallen gevormd in het beheersgebied van de Schipbeek, zoals de Holterberg en de Needse berg. Ten westen van de lijn Groenlo--Haaksbergen ligt het Noordzeebekken, een gebied dat in westelijke richting steeds lager wordt.

Uit de laatste ijstijd stammen de fluviatiele afzettingen (door stroming) van de formatie Kreftenheye en eolische afzettingen (door de wind) die tot de formatie van Twente worden gerekend. Deze laatste komt tot uiting in de dekzanden, waar een groot deel van het gebied mee bedekt is. De zandige afzettingen kunnen ter plaatse van het IJsseldal in het westen tot circa 60 m dik zijn. Ook zijn de invloeden van het Holoceen op te merken. De beekafzettingen en broekvenen behoren tot de formatie van Singgraven. De hoogvenen Haaksbergenveen en Witteveen behoren tot de formatie van Griendtsveen. De stuifzanden, waaronder het Buurserzand, worden gerekend tot de formatie van Kootwijk. De voorkomende formaties kennen een grote variatie binnen het beheersgebied, mede door het hoogteverloop in het beheersgebied.

Meer informatie over geologische informatie is te vinden op Dinoloket of Bodemdata.

11

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

Hoogte

Kaart 2.2: Hoogte Beheersgebied Schipbeek

In het beheersgebied varieert de hoogteligging, mede door het voorkomen van diverse stuwwallen (kaart 2.2):

. De uitloper van de Stuwwal bij Enschede in het oosten; . Stuwwal van Neede (Needse berg); . Stuwwal van Holten-Markelo (Holterberg).

Binnen het beheersgebied is ongeveer 30 m hoogteverschil tussen de landsgrens in de is het hooggelegen oosten en de IJssel in het lagere westen. In het Duitse deel is het hoogteverschil 26 m, maar over een veel kortere afstand. De Schipbeek zelf ontspringt op een hoogte van circa 59 m +NAP in Duitsland en mondt uit in de IJssel op circa 4 m+NAP. De beken in het beheergebied in het beheersgebied volgen het hoogteverschil van het maaiveld en stromen overwegend (noord)westelijke richting. Bovenstrooms gelegen en kleinere watergangen stromen relatief dicht aan het maaiveld. De benedenstroomse delen van de Schipbeek liggen relatief diep ingesneden. Uit een historische studie blijkt dat de beekbodem in de eerste 16 km vanaf de grens nu ongeveer een meter lager ligt dan in 1937 het geval was. Dit heeft te maken met het genormaliseerde profiel, meanderafsnijdingen en daarmee toegenomen verhang, stroomsnelheden en bodemerosie (zie historie). Opvallend is de relatief hoge ‘opgeleide’ ligging van de Schipbeek bij het Twentekanaal tot Neede (zie ook watersysteem).

Bodem

12

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

Kaart 2.3: Bodem van beheersgebied de Schipbeek (vereenvoudigde legenda)

De bodem van het beheersgebied varieert sterk door de uitgestrektheid van het beheersgebied, hoogteligging en geologische ondergrond (zie kaart 2.3). In algemene zin is het een goed doorlatend zandgebied. In droge tijden vallen kleinere watergangen droog als er geen water wordt ingelaten vanuit de hoofdwaterlopen. Er komen zowel droge als natte zandgronden voor. Bovenstrooms komen beekdalgronden voor en drogere gronden op de hogere delen. Plaatselijk is de bodem venig of moerig als gevolg van stagnatie van water of sterke kwel, zoals in het natuurgebied het Haaksbergerveen (zie natuur). Meer benedenstrooms, waar het vlakker is, komen meer moerige gronden voor. Vlak bij de IJssel komen kleigronden voor als gevolg van rivier afzettingen. rivierkleigronden komen ook voor langs de Bolksbeek, tussen Eibergen en het Twentekanaal.

Meer informatie over geologische informatie is te vinden op Dinoloket of Bodemdata.

Geomorfologie Omdat de Schipbeek over grotere tracélengten gegraven is, is de beek niet duidelijk terug te zien op de geomorfologische kaart (kaart 2.4). Wel is te zien hoe de oorspronkelijke beekdalen liepen van de Buurserbeek, Zoddebeek, Bolksbeek en Regge. De afwatering was oorspronkelijk meer naar het noordwesten gericht. Het gebied tussen de Needse berg, stuwwal van Markelo, Holten en Lochem, bestaat uit een vlakker gebied met de Bolksbeek als enig duidelijk beekdal. Verder komen er veel beekoverstromingsvlaktes en (verspoelde) dekzandruggen voor. Het is een vlak gebied dat vroeger moerassig was. Helemaal in het westen zijn weer beekdalen te onderscheiden die zorgen voor de afvoer richting de IJssel.

13

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

Kaart 2.4: Geomorfologische kaart Schipbeek

Literatuur [004A] Gij beken eeuwig vloeiend; Water in de streek van Rijn en IJssel’ (Boek, 2000). [004SB] De Buurserbeek, terug naar vroeger (Rapport, 2003) [013SB] Gewässersteckbrief Ahauser Aa, tabel 1,2-7 (factsheet) [031A] Bodemkaart van Nederland, Blad 34 West Enschede, Blad 34 Oost Enschede, Blad 35 Glanerbruf (Rapport, 1983) [032A] Bodemkaart van Nederland, Blad 33 West Apeldoorn, Blad 33 Oost Apeldoorn (Rapport, 1983) [040A] Hoog, middelhoog en laag; een archeologische verwachtings- en cultuurhistorische advieskaart voor de Parkstad Limburg gemeenten en de gemeente Nuth. (Rapport, 2007)

Websites www.dinoloket.nl http://maps.bodemdata.nl

2.3 Historie Het beheersgebied van de Schipbeek kent een rijke historie, onder andere beschreven in “Uit de geschiedenis van de Schipbeek”. De Buurserbeek-Schipbeek bestaat eigenlijk uit verschillende losse beken die sinds de late middeleeuwen aan elkaar zijn gekoppeld (zie kaart 2.4 in Bodem en ondergrond). De eerste menselijke activiteiten die invloed hadden op het beekregime waren

14

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015 voornamelijk ingrepen ten behoeve van bijvoorbeeld de scheepvaart, watermolens en landbouw, zoals: . Buurserbeek afgekoppeld van het Regge-systeem en aangesloten op Schipbeek; . Aankoppeling van de Bolksbeek aan het Schipbeek gebied; . Afsnijden meanders en beekverleggingen; . Ontginningen en fijnmazige ontwatering agrarisch gebied.

De oorspronkelijke ontwateringsrichting van de beheersgebieden van de Schipbeek (en Berkel) was van zuidoost naar noordwest. Waarbij er een groot moerassig gebied lag tussen grofweg , Lochem, Markelo en Neede.

De aanleg van de Schipbeek Kort na 1300 werd de Schipbeek bevaarbaar gemaakt onder invloed van de stad Deventer, die hiermee een betere toegang kreeg tot het achterland. De Terhunnepe (beek) werd bevaarbaar gemaakt en via een kanaal verbonden met de bovenloop van de Regge en de Buurserbeek. Zo kreeg Deventer zijn waterweg en gaf het de naam Schipbeek, waarvan het bovenste gedeelte dus feitelijk de Regge is. Er ontstond zo een verbinding vanuit het Duitse Westfalen via de IJsselstad met Holland en vice versa. Over de beek werd o.a. hout uit het Münsterland en leem uit getransporteerd. Uit Holland kwam vooral boter en kaas. Van 1350 tot 1422 werd het vaarwater van de Schipbeek in gedeelten verbeterd. Nadat Deventer zich al twee eeuwen met de Schipbeek had bemoeid, kreeg de stad in 1576 ook het formele beheer. De beek was toen ondanks allerlei inspanningen een groot deel van het jaar moeilijk bevaarbaar. Met de economische neergang van Deventer in de loop van 17e eeuw verloor de beek zelfs voor een groot deel zijn transportfunctie. Rond 1746 kwam daar verandering in toen de Deventerse ondernemer Hendrik Lindeman de bevaarbaarheid liet verbeteren. Vanaf die tijd maakten per dag weer ongeveer 20-30 zompen gebruik van de route. In de 19e eeuw werd de Schipbeek veel gebruikt voor het vervoer van textiel vanuit Twente naar blekerijen in Haarlem. Hier kwam in de loop van de tweede helft van de 19e eeuw een einde aan als gevolg van opkomst van vervoer over weg en spoor. Daarna werd de functie voor de waterhuishouding van oostelijk Nederland steeds belangrijker.

Aanleg Twentekanaal Het Twentekanaal is van groot belang voor het goederentransport maar zeker ook voor aan en afvoer van water in een groot deel van de . Al in 1850 werd gesproken over de aanleg van kanalen ten behoeve van de opkomende textiel industrie in Twente. In 1858 kwamen de Overijsselse kanalen gereed die Zwolle, Almelo en Deventer met elkaar verbonden. Het duurde nog tot 1929 tot men begon met de aanleg van de Twentekanalen.

Het Twentekanaal is vooral van belang voor het goederentransport, de aanvoer van water in droge tijden en de afwatering van het noordelijk deel van het beheersgebied van waterschap Rijn en IJssel, en het zuidelijke deel van Overijssel. Het kanaal heeft een grote invloed op het watersysteem van de Berkel en de Schipbeek. De in noordwestelijke richting stromende beken (Bolksbeek en Slinge) monden nu uit in het Twentekanaal. Voor de aanleg ervan stroomde ze een stuk verder door om uit te monden in de Schipbeek. De Schipbeek zelf wordt met een syphon onder het Twentekanaal doorgeleid. Bij de syphon is een inlaatgemaal gebouwd ter

15

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015 compensatie voor de afvoer naar het Twentekanaal via de Bolksbeek en het zuidelijk afwateringskanaal.

Door de aanleg van het Twentekanaal werd het mogelijk grote hoeveelheden water uit het beheersgebied van de Schipbeek (en Berkel) af te laten op het Twentekanaal waardoor het risico op wateroverlast sterk werd verminderd. Het gaat dan voor de Schipbeek om de overlaat bij het Twentekanaal. Hierbij moet wel opgemerkt worden dat aflaat via de zogenaamde oortjessluizen bij Buurse gesloten werden. Dit om zo de belasting op de Regge systeem te verminderen.

Ontstaan van het waterschap van de Schipbeek Op basis van een initiatief van de Markelose gemeenteraad in 1877 werd met het Koninklijk Besluit van 16 december 1881 het Waterschap de Schipbeek opgericht tegelijk met de waterschappen van de Dortherbeek en Berkel. Pas in 1883 vond de eerste vergadering plaats van het waterschap van de Schipbeek in het gemeentehuis van Markelo. Het waterschap van de Schipbeek was opgedeeld in twee afdelingen, te weten: Schipbeek en Buurserbeek. Op 1 januari 1958 is het waterschap van de Dortherbeek toegevoegd aan het waterschap van de Schipbeek. In 1997 is het waterschap van de Schipbeek opgegaan in het huidige waterschap Rijn en IJssel samen met Polderdistrict Rijn en IJssel, Waterschap De Schipbeek, Waterschap IJsselland- Baakse Beek, Waterschap van de Oude IJssel en Zuiveringsschap Oostelijk Gelderland.

Verbeteringswerken In de stroomgebieden van de Schipbeek en Dortherbeek zijn vanaf het einde van de 19e eeuw diverse verbeteringswerken uitgevoerd, onder andere onder leiding van Ir. C. Lely (zie tabel 2.1).

Tabel 2.1: Verbeteringswerken in het stroomgebied van de Schipbeek

Jaar Beek Doel

1884 Dortherbeek Gronden watervrij houden in zomer

1890 – Schipbeek Voorkomen zomervloeden 1910 Gecontroleerde aflaat naar andere beheersgebieden

Geen doorbraken van kades

1930 – Schipbeek Tegen gaan van wintervloeden 1938 (in het kader van de werkverschaffing)

1933 Dortherbeek Gronden watervrij houden in zomer

Het Duitse deel van het beheersgebied

16

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

Het stroomgebied van de Ahauser Aa heeft een soortgelijke historie als het gebied van de Buurserbeek / Schipbeek. Vooral in de 19e en 20e eeuw is het gebied grootschalig ontgonnen voor de landbouw en is de afvoercapaciteit van de beek sterk vergroot.

Recente historie Er zijn sinds midden jaren ‘90 en vooral na de invoer van de KRW in 2000 diverse herinrichtingsprojecten uitgevoerd. Hierbij zijn bijvoorbeeld langs de Schipbeek op verschillende plekken natuurvriendelijke oevers en vispassages aangelegd, is de Zoddebeek verondiept en versmald en is de Buurserbeek (vanaf Duitse grens tot aan Braambrug) heringericht als een meer natuurlijke beek met meanders.

Door hevige neerslag in augustus 2010 traden er zeer hoge afvoeren op in zowel het Nederlandse als het Duitse deel van het stroomgebied. Debieten waren vergelijkbaar met de maximale afvoer waarop de beek is gedimensioneerd (zie afvoerkarakteristieken). De aanwezige kades konden de afvoeren net aan, al zijn deze plaatselijk wel verstevigd met zandzakken. Op verschillende plekken in het beheersgebied was wateroverlast als gevolg van een gestremde afvoer op de Schipbeek, zoals in het stroomgebied van de Zoddebeek. In het Holterbroek was wateroverlast als het gevolg van grote neerslaghoeveelheden in combinatie met de vlakke gebieden en een beperkte afwatering.

Literatuur [001SB] Uit de geschiedenis van de Schipbeek (Artikel, 1934) [002SB] Schipbeek Historie (memo) [003SB] Herinrichtingprojecten in het stroomgebied van de Buurserbeek/Schipbeek: terug naar 1850? (Rapport, 2013) [004A] Gij beken eeuwig vloeiend; Water in de streek van Rijn en IJssel’ (Boek, 2000). [004B] Historisch Waterbeheer, een benadering van historische watersystemen: definities en voorbeelden (Rapport, 2005) [004SB] De Buurserbeek, terug naar vroeger (Rapport, 2003) [005SB] Analyse van het watersysteem van de Buurserbeek in relatie tot de Regge (Rapport) [006SB] Bouwstenen voor een meer natuurlijke Buurserbeek (Boek, 1998) [013SB] Gewässersteckbrief Ahauser Aa, tabel 1,2-7 (factsheet) [018SB] Waterschap de Schipbeek 1881-1981 (Boek, 1981) [019SB] Varen waar geen water is_Reconstructie van een verdwenen wereld_geschiedennis van de scheepvaart ten oosten van de IJssel van 1300 tot 1930 (Boek, 1981) [034SB] De buurser pot op Landgoed het Lankheet (folder)

Websites http://watererfgoed.wrij.nl/ 2.4 Landschap en landgebruik

Landschap In het beheersgebied komen diverse landschapstypes voor, variërend van hoogveenontginningslandschap tot uiterwaarden. Het beheersgebied van de Schipbeek wordt gekenmerkt door een dekzandlandschap, dat vooral bestaat uit: natte heide en

17

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015 broekontginnningslandschap, kampenlandschap en jong ontginningslandschap. Dit laatste komt vooral veel voor in het oosten bij de Buurserbeek. Helemaal in het westen ligt rivierenlandschap. Opvallend is het lage aandeel stedelijk gebied in het beheersgebied en het voorkomen van hoogveenontginningslandschap. Hoogveen zelf is nog maar zeer beperkt aanwezig (zie natuur).

Vanaf de Duitse grens tot de N18 (tussen Eibergen en Haaksbergen) bestaat het landschap langs de beek uit diverse natuurgebieden. De tussenliggende gebieden zijn veelal agrarisch en hebben een kleinschalig karakter. In dit gebied komen langs de beek veel vakantiehuisjes voor. In dit traject heeft de beek een duidelijk beekdal met op verschillende plekken (stuif)duinen. Vanaf de N18 verandert het landschap. Het wordt meer open en het grondgebruik is voornamelijk agrarisch. Wel stroomt de beek nog langs het natuurgebied Needse Achterveld en Huize Diepenheim. Op deze locaties is het landschap weer kleinschaliger. Vanaf stuw Nieuwe sluis, waar de naam van de beek verandert van Buurserbeek in Schipbeek, wordt het landschap vlakker en het grondgebruik grootschaliger, vooral veehouderij. Dit gebied, dat doorsneden wordt door het Twentekanaal is relatief vlak, afgezien van de stuwwallen die er liggen. In de omgeving van Deventer, Dorth, Bathmen en Neede liggen enkele oude landhuizen en landgoederen.

Landgebruik Het landgebruik in het beheersgebied van de Schipbeek lijkt veel op dat van de beheersgebieden Berkel, Oude IJssel en Baakse Beek. Het beheersgebied van de Schipbeek valt wel op door het relatief kleine aandeel van akkerbouw, bebouwing en wegen (zie tabel 2.2). In het beheersgebied van de Schipbeek is een groter aandeel veehouderij dan in de andere beheersgebieden, namelijk 70%.

Tabel 2.2: Verdeling van landgebruik in het beheersgebied Schipbeek naar hoofdklassen (LGN6, 2007) Type Oppervlak (ha) Aandeel (%)

Veeteelt & Weidebouw 17324 70

Akkerbouw 986 4

Bos & Natuur 3929 16

Bebouwing & wegen 2214 9

Water 292 1,2

Literatuur [003SB] Herinrichtingprojecten in het stroomgebied van de Buurserbeek/Schipbeek: terug naar 1850? (Rapport, 2013) [004A] Gij beken eeuwig vloeiend; Water in de streek van Rijn en IJssel’ (Boek, 2000). [004B] Historisch Waterbeheer, een benadering van historische watersystemen: definities en voorbeelden (Rapport, 2005) [004SB] De Buurserbeek, terug naar vroeger (Rapport, 2003)

18

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

[006SB] Bouwstenen voor een meer natuurlijke Buurserbeek (Boek, 1998) [008SB] Herstelmogelijkheden Buurserbeek achtergrond bij Visie (Rapport, 1999) [012SB] Rapport Dortherbeek (Rapport, 2003) 2.5 Natuur

Natuurgebieden

Kaart 2.5: Natuur in beheersgebied Schipbeek

In het beheersgebied van de Schipbeek liggen vier Natura-2000 gebieden. Al deze Natura-2000 gebieden liggen deels in een ander waterschap of in Duitsland (zie kaart 2.5 of klik of linkjes):

. Het Witte Veen; . Het Buurserzand & Haaksbergerveen; . Borkeld; . Uiterwaarden IJssel.

Naast de Natura-2000 gebieden liggen de volgende natuurgebieden in het beheersgebied: . Waterpark Lankheet; . Needse achterveld; . Huize Westerflier; . Noordijkerveld; . Huize Dorth.

19

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

Tevens raakt het beheersgebied aan de landgoederen: Kranengoor, Ampsen en Verwolde die in het Berkel beheersgebied liggen. Er liggen geen beschermde natuurmonumenten binnen het beheersgebied van de Schipbeek.

Grote delen van het beheersgebied van de Schipbeek vallen onder het Nationale Natuurnetwerk en bijhorende Provinciale Natuur Netwerken van Gelderland en Overijssel. Deze beleidskaders zijn de opvolgers van de EHS en EVZ (Ecologische Hoofdstructuur en Ecologische Verbindingszone). De natuurnetwerken hebben als doel het verbinden van natuurgebieden (www.gelderland.nl). Watergangen spelen hierbinnen een belangrijke rol omdat dit van nature aanwezige lijnvormige elementen zijn waarlangs dieren en planten zich kunnen verspreiden.

Natte natuur Het watersysteem heeft naast de verbindende functie zelf ook (hoge) natuurwaarde. Diverse wateren zijn aangewezen als SED water (Specifiek Ecologische Doelstelling).

. Dortherbeek (type laaglandbeek) . Bovenloop van de Buurserbeek (type laaglandbeek) . Oude Omvloed-Watergang v.d. Molenhoek en Steenhaarse Watergang, Twee zijtakken van de Buurserbeek (type plateaubeek en veen/heidebeek)

Er zijn geen HEN wateren (Hoogste Ecologisch Niveau) aangewezen. Meer informatie over HEN en SED wateren is te vinden op de site van de provincie Gelderland (HEN en SED wateren).

Een groot deel van de hoofdwatergangen zijn aangewezen als KRW waterlichaam. In het onderdeel waterkwaliteit wordt nader ingegaan op de waterkwaliteit en ecologie van deze watergangen.

Ook in het Duitse deel van het stroomgebied zijn natuurdoelen toegekend aan de Schipbeek en Zoddebeek zelf of delen van het stroomgebied. Het gaat onder andere om veengebieden die op de grens van Nederland en Duitsland liggen. Meer informatie hierover is te vinden op de site van Kreis Borken.

Literatuur [017SB] GGOR rapportage Buurserzand Haaksbergerveen (conceptrapport, 2014) [018A] Waterplan Gelderland 2010-2015 (Rapport, 2009) [038SB] Natura 2000 Gebiedsanalyse voor de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) Buurserzand en Haaksbergerveen (Rapport, 2014)

Websites http://www.synbiosys.alterra.nl www.gelderland.nl http://natuurkaart.nl http://www.kreis-borken.de/de/kreisverwaltung/aufgaben/gewaesserschutz-und- wasserwirtschaft/wasserrahmenrichtlinie/umsetzungsfahrplan/

20

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

3 Watersysteem

3.1 Algemeen: Beheersgebied Schipbeek De beek ontspringt op 59 m+NAP in Duitsland en mondt uit in de IJssel op circa 4 m+NAP. De totale lengte is 85 km (tabel 3.1). In het Duitse deel is het verhang groot, namelijk 1‰. In Nederland neemt het verhang af naarmate de beek dichter bij de IJssel komt. De beek passeert de grens bij de Haarmühle. Vanaf hier heet de beek Buurserbeek. Na 26 km gaat de Buurserbeek over in de Schipbeek. De Schipbeek wordt onder het Twentekanaal geleid en stroomt richting Deventer om daar uit te monden in de IJssel. De totale breedte van de watergang neemt toe van 6 m bij de grens tot ongeveer 24 meter bij Deventer. Er zijn verschillende zijtakken die uitmonden in de Buurserbeek en Schipbeek. De Slinge en het zuidelijke Afleidingskanaal monden uit in het Twentekanaal. Op enkele plaatsen is ook de mogelijkheid om water af te laten (zie peilbeheer).

Kaart 3.1: Watersysteem beheersgebied Schipbeek

De Schipbeek reageert erg snel op neerslag mede als gevolg van de bodemopbouw en het hoogteverschil. In het beheersgebied staan circa 301 stuwen en 7 gemalen voor peilbeheer en waterverdeling. De totale lengte aan watergangen in het beheersgebied is ruim 500 km. De Schipbeek-Buurserbeek ligt in het geheel binnen kades en keringen om het achterland te beschermen tegen overstromingen (zie Waterveiligheid).

In het beheersgebied liggen enkele stedelijke kernen, de voornaamste zijn Neede, Holten, Markelo en Bathmen. Helemaal in het westen stroomt de Schipbeek langs Deventer naar de IJssel. Deventer behoort tot het beheersgebied van Waterschap Groot Salland en staat

21

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015 waterhuishoudkundig los van de Schipbeek. De kernen liggen doorgaans op hogere zandgronden. Het stedelijk water bestaat uit enkele vijvers en/of kleinere watergangen. De RWZI Holten ligt ongeveer 3 km ten zuiden van Holten direct aan de Schipbeek. In Waterkwaliteit is de invloed van de RWZI op de waterkwaliteit in de Schipbeek beschreven.

Tabel 3.1: Watersysteemkenmerken van watergangen in het Schipbeek beheersgebied

Lengte Lengte Opp. Verhang Breedte (km) KRW (ha.) Waterbodem Waterspiegel (m) Watergang (km) (‰) Bov. Ben.

Nederland 24429#

Buurserbeek 25.9 16.2 2403 0.74 6 18

Zoddebeek 5.9 3.3 1585 1.53 3 5

Elsbeek 15.5 6.3 1520 0.51 1 7

Zuidelijk Afw. Kanaal 18.0 10.7 3197 0.82 1 9

Dortherbeek Oost 11.2 4.9 2819 0.23 1 9

Dortherbeek 16.2 8.4 3721 0.40 2 19

Oude Schipbeek 6.3 10.3 3422 0.22 5 14

Schipbeek 32.7 42.1 5762 0.33 18 24

Buurserbeek 25.9 16.2 2403 0.74 6 18

Duitsland 14862

Ahauser Aa 27.1 - 14259 0.99 - 6

Zoddebach 4.4 - 603 - - 3

* Diepte gegevens komen beschikbaar in 2015 bij oplevering ‘Toetsing’; # Exclusief IJsseluiterwaarden en Twentekanaal; Bov: Bovenstrooms; Ben: benedenstrooms

Literatuur [002A] Zuordnung der kommunalen Kläranlagen und industriell-gewerblichen Einleitungen zu den jeweiligen Wasserkörpern (factsheet) [003SB] Herinrichtingprojecten in het stroomgebied van de Buurserbeek/Schipbeek: terug naar 1850? (Rapport, 2013) [004A] Gij beken eeuwig vloeiend; Water in de streek van Rijn en IJssel’ (Boek, 2000). [004SB] De Buurserbeek, terug naar vroeger (Rapport, 2003) [009SB] Herstelmogelijkheden Buurserbeek Effectenstudie (Rapport 1999)

22

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

[010SB] Inundatie en meandering een aangename verandering (1999) [013SB] Gewässersteckbrief Ahauser Aa, tabel 1,2-7 (factsheet) [014A] KRW factsheets (factsheets, 2013) [015A] Factsheets waterlichamen Actualisatie waterkwaliteitsopgave Periode 2016-2021 (Factsheets, 2014) [018SB] Waterschap de Schipbeek 1881-1981 (Boek, 1981) [023SB] Detailkaart watersysteem Schipbeek, bijlage 3 Calamiteitenbestrijdingsplan wateroverlast en watertekort (kaart, 2013) [024SB] Gebiedsdocument KRW Waterlichaam Schipbeek (conceptrapport, 2007) [026SB] Gebiedsrapportage KRW Waterlichaam Buurserbeek (Rapport, 2008) [029SB] Gebiedsrapportage KRW Waterlichaam Elsbeek (Rapport, 2008) [030SB] Gebiedsrapportage KRW Waterlichaam Oude Schipbeek (Rapport, 2008) [031SB] Gebiedsrapportage KRW Waterlichaam Schipbeek (Rapport, 2008) [032SB] Gebiedsrapportage KRW Waterlichaam Zoddebeek (Rapport, 2008) http://watererfgoed.wrij.nl/

23

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

3.2 Buurserbeek- Schipbeek

Ahauser Aa De Ahauser Aa ontspringt op 59 m+NAP in Duitsland. De Beek dankt zijn naam aan Ahaus, een plaats in Duitsland waar de beek doorheen stroomt. De Ahauser Aa wordt gevoed door verschillende zijbeken, zoals de Flörbach, Moorbach, Broekbach en Vennbach, voordat de beek de grens bij Haarmühle passeert. Vanaf hier heet de beek Buurserbeek. Het Duitse deel is 27 km lang. Het verhang is groot vergeleken met het Nederlandse deel, namelijk 1‰ (tabel 3.1).

Buurserbeek: Grens - N18 Net na de grens stroomt de Buurserbeek tussen hoge (heide)gronden door. Hier slingert de beek door een duidelijk beekdal, de beek ligt diep ingesneden en langs de beek liggen hoge gronden en stuifduinen (onder andere van het Buurserzand). De beek is hier circa 6 meter breed en ongeveer 0.8 m diep. De ‘natuurlijke’ oevers hebben steile en vlakkere delen in de buiten- en binnenbochten. Na enkele kilometers krijgt de beek een meer genormaliseerd profiel met uniforme oevers en kades. Na circa 7 km mondt de Zoddebeek uit in de Buurserbeek. Deze beek ontspringt in Duitsland, stroomt circa 5 km door Nederland en mondt daarna uit in de Buurserbeek. De Zoddebeek heeft een diepte van enkele decimeters tot een halve meter en een groot verhang van circa 1,5 ‰. De beek is heringericht en heeft een natuurlijk profiel met cascades die het peil reguleren. Vlak na de grens is een zandvang aangelegd.

Ten zuiden van Haaksbergen drijft de Buurserbeek de Oostendorper watermolen aan, het hoogteverschil bij de molen is ruim 3 meter. De beek is hier circa 10 meter breed. Tevens wordt hier water ingelaten naar het waterpark Het Lankheet, waar onder andere vloeivelden en zuiveringsmoerassen voorkomen. Hier kan in tijden van extreme afvoer water geborgen worden. Vlak na Het Lankheet kruist de Buurserbeek de N18, de provinciale weg tussen Eibergen en Haaksbergen. In het traject van de grens tot de N18 heeft de beek een relatief groot verhang van 0,8 ‰, dit wordt opgevangen door een groot aantal overlaten. Beweegbare stuwen komen in dit traject niet voor, m.u.v. de stuw bij de Haaksbergse Watermolen. Van nature was de beek veel minder steil. Door ‘verbeteringswerken’ zoals ‘bochtafsnijdingen’ is een kortere beekloop ontstaan met meer verval (zie historie). Bij de N18 heeft de Buurserbeek inmiddels een genormaliseerd profiel met kades, de oevers zijn redelijk steil, ongeveer 1: 1,5.

Buurserbeek: N18 – Stuw Nieuwe Sluis Tussen de N18 en de stuw Nieuwe Sluis blijft de Buurserbeek genormaliseerd met een diepte van ongeveer een meter, steile oevers (circa 1:1,5) en kades. De beek is circa 12m breed en meer opgeleid (zie ook kaart 2.3). Het verhang is met 0,64 ‰ een stuk kleiner dan het traject van de grens tot de N18. Door het relatief hoge peil in de Buurserbeek kan het lokale watersysteem niet direct afwateren op de Buurserbeek en wordt het water omgeleid. Op twee plaatsen wordt het water zelfs onder de Buurserbeek door geleid. Deze omleidingen komen pas veel verder benedenstrooms uit in de Buurserbeek/Schipbeek op een lager stuwpand. Al het water uit de omgeving wordt afgevoerd naar de Elsbeek of het Zuidelijk Afwateringskanaal, die lagere peilen hebben. Ter hoogte van Diepenheim is de inlaat van de Diepenheimse Molenbeek, richting het stroomgebied van de Regge. Afspraken hierover zijn met het waterschap Vechtstromen vastgelegd [020SB (pdf, 118 kB)] en [021SB (pdf, 1,4 MB)].

24

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

Elsbeek (of Nieuwe Waterleiding) De Elsbeek is een landelijke beek die in het verleden is gegraven en vergraven om niet te veel water af te hoeven laten naar het stroomgebied van de Regge. Voor het grootste deel van de beek is ontwatering van het agrarische gebied de hoofdfunctie. Benedenstrooms is de Elsbeek een soort bypass, de beek stroomt ruim 15 km evenwijdig aan de Buurserbeek en mondt net benedenstrooms van stuw Nieuwe Sluis uit in de Schipbeek. De Elsbeek (inclusief bovenlopen) is ongeveer 15 km lang en heeft een verhang van circa 0,51‰. Bij Neede is het een kleine watergang (sloot) van ongeveer 1 meter breed en enkele decimeters diep. Bij stuw Nieuwe Sluis is de watergang een stuk breder (7 m) en dieper.

Schipbeek: Stuw Nieuwe Sluis - Twentekanaal Stuw Nieuwe Sluis vormt de grens tussen de Buurserbeek en de Schipbeek (officieel de inlaat van de Diepenheimse Molenbeek, deze bevindt zich circa 250 m bovenstrooms van deze stuw). Net benedenstrooms van deze stuw is een zandvang aanwezig om het zand af te vangen wat sedimenteert als gevolg van het afnemende verhang, hier staat een beweegbare stuw. Net als het benedenstroomse deel van de Buurserbeek ligt de Schipbeek tot aan het Twentekanaal relatief hoog tussen kades, met een vergelijkbaar genormaliseerd profiel. Het verval van 0,30 ‰ wordt opgevangen door vaste overlaten. De beek is hier circa 12m breed oplopend tot circa 20m vlak voor het Twentekanaal.

In dit tracé wateren geen andere watergangen af op de Schipbeek. Het water uit het gebied wordt via het Zuidelijk afwateringskanaal afgevoerd. Ter plaatse van Huize Westerflier is een aflaat aanwezig van de Schipbeek naar de Boven Regge. Dit is de eigenlijke bron van de Regge, een riviertje dat bij Ommen in de Overijsselse stroomt. Er zijn ambtelijke afspraken over de waterverdeling met het waterschap Vechtstromen, deze zijn nog niet bestuurlijk vastgelegd in convenanten [020SB (pdf, 118 kB)] en [021SB (pdf, 1,4 MB)].Vlak voor het Twentekanaal passeert de beek een zandvang, daarna stroomt het water via drie betonnen duikers onder het Twentekanaal door. In de zomer wordt er via het Gemaal Twentekanaal water vanuit het Twentekanaal opgepompt. Hiermee wordt de Schipbeek zowel bovenstrooms als gedeeltelijk benedenstrooms van het Twentekanaal van water voorzien en wordt ondermeer de drainerende werking van het Twentekanaal gecompenseerd. Bij piekafvoeren wordt er onder vrij verval water afgelaten op het Twentekanaal. Dit gebeurt door een vaste overlaat die een hoogte heeft van 13.20 m + N.A.P. Voor zowel het inlaten als het afvoeren zijn afspraken gemaakt met Rijkswaterstaat [022SB] (pdf, 428 kB).

25

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

Kaart 3.2: Waterverdeling beheersgebied Schipbeek

Schipbeek: Twentekanaal - Sandermanstuw Vanaf het Twentekanaal stroomt de Schipbeek in westelijke richting naar Deventer waar deze na 26 km uitmondt in de IJssel. In dit traject van de beek is het verhang klein, circa 0.33 ‰. De Schipbeek is hier circa 20m breed, ongeveer een meter diep en heeft een genormaliseerd profiel. Door de aanleg van het Twentekanaal is de bovenstroomse aanvoer via de Bolksbeek, het Zuidelijke afleidingskanaal en Slinge afgesneden. Dit deel van de Schipbeek is daarom bij geringe afvoer afhankelijk van water dat uit het Twentekanaal wordt opgepompt via Gemaal Twentekanaal.

In de eerste kilometers van dit gebied ligt de beek tussen kades en is opgeleid, hier stroomt de beek door het Markelose broek, een vlak en nat kwelgebied. Een deel van dit gebied wordt vanwege zijn lage ligging onderbemalen door gemaal Berendsen (zie kaart 3.1). Het oppervlaktewater dat via de Beusbergerwatergang vanaf de Markelose stuwwal stroomt, wordt onder de Schipbeek doorgeleid en ook bemalen. Het bemalen gebied kan eventueel ook vrij lozen, via een verbindingsleiding die uitmondt in de Schipbeek tussen de Enkelaarsweg en Larenseweg. Hiervoor moet het stuwpeil van de Sanderman stuw met circa een halve meter verlaagd worden.

Ongeveer een kilometer benedenstrooms van het Twentekanaal bevindt zich de inlaat voor het Dortherbeek gebied (zie ook Dortherbeek). Hier wordt in de zomerperioden het water verdeeld over de Schipbeek en de Dortherbeek. In meer benedenstroomse richting wordt er ook water afgelaten richting onder andere de Groteboerswatergang. De aanwezige watergangen in dit gebied vormen een netwerk waarmee het beschikbare water wordt verdeelt en er is vaak geen

26

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015 duidelijke beekdal aanwezig. Door middel van deze inlaten en het netwerk aan watergangen wordt een groot deel van het beheersgebied van de Schipbeek ook in de zomer op peil gehouden (zie peilbeheer).

Schipbeek: Sandermanstuw - Gelderse IJssel In het traject tussen het Twentekanaal en de IJssel zijn in 1931 en 1932 meerdere grote stuwen gebouwd, zoals de Sandermanstuw, Temminkstuw en Wippertstuw. Deze stuwen zijn deels geautomatiseerd om het waterbeheer en daarmee de waterverdeling in het benedenstroomse traject van de Schipbeek te optimaliseren. De beekbreedte loopt op van 20 naar 24 meter en het verhang is circa 0,34 ‰.

Ter plaatse van de Sandermanstuw loost de RWZI van Holten het effluent op de Schipbeek. Ca. 75 meter bovenstrooms van de Wippertstuw bevindt zich de aftakking van de Oude Schipbeek. Dit is de oude loop van de beek die tegenwoordig slechts nog beperkt water afvoert en zorgt voor de ontwatering van het Holterbroek. De oude Schipbeek is circa 6,3km lang, heeft een verhang van 0,22 ‰ en is circa 14m breed. Tijdens droge periodes wordt water vanuit de Schipbeek ingelaten waardoor de Oude Schipbeek het gehele jaar watervoerend is.

Stroomafwaarts van de A1 t/m de monding in de IJssel ligt er langs de Schipbeek een primaire kering. Aan de zuidkant is dit de A1 zelf en aan de noordkant is dit deels hoge grond en deels een kering in beheer bij WS Groot Salland. Aanvullend liggen er direct langs de beek kades. Ter hoogte van gemaal Ter Hunnepe mondt de Dortherbeek West uit in de Schipbeek. Dit gemaal treedt in werking bij een IJsselpeil van 5m+ NAP. Vanaf het gemaal ligt de Schipbeek in een smal dal omgeven door primaire waterkeringen, aan de zuidkant de A1 en aan de noordkant de primaire waterkering in beheer bij WS Groot Salland. Een deel van het gebied tussen de primaire keringen en de kades kan inunderen bij extreem hoge waterstanden op de IJssel al dan niet in combinatie met een stagnerende afvoer van de Schipbeek en de Spildijkswatergang.

Literatuur [002A] Zuordnung der kommunalen Kläranlagen und industriell-gewerblichen Einleitungen zu den jeweiligen Wasserkörpern, tabel 3,1,1,2-1.(factsheet) [003SB] Herinrichtingprojecten in het stroomgebied van de Buurserbeek/Schipbeek: terug naar 1850? (Rapport, 2013) [004A] Gij beken eeuwig vloeiend; Water in de streek van Rijn en IJssel’ (Boek, 2000). [010SB] Inundatie en meandering een aangename verandering (1999) [011SB] Visie voor herstel van de Buurserbeek (Rapport, 2002) [013SB] Gewässersteckbrief Ahauser Aa, tabel 1,2-7 (factsheet) [014A] KRW factsheets (factsheets, 2013) [015A] Factsheets waterlichamen Actualisatie waterkwaliteitsopgave Periode 2016-2021 (Factsheets, 2014) [018SB] Waterschap de Schipbeek 1881-1981 (Boek, 1981) [020SB] Verslag WRD en WRIJ waterverdeling Schipbeek (2009) [021SB] Afspraken WRD waterinlaat Schipbeek (besluit, 2003) [022SB] Waterakkoord Twentekanalen (rapport, 2011)

27

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

[023SB] Detailkaart watersysteem Schipbeek, bijlage 3 Calamiteitenbestrijdingsplan wateroverlast en watertekort (kaart, 2013) [024SB] Gebiedsdocument KRW Waterlichaam Schipbeek (conceptrapport, 2007) [026SB] Gebiedsrapportage KRW Waterlichaam Buurserbeek (Rapport, 2008) [029SB] Gebiedsrapportage KRW Waterlichaam Oude Schipbeek (Rapport, 2008) [031SB] Gebiedsrapportage KRW Waterlichaam Schipbeek (Rapport, 2008) [032SB] Gebiedsrapportage KRW Waterlichaam Zoddebeek (Rapport, 2008) [034SB] De buurser pot op Landgoed het Lankheet (folder) http://watererfgoed.wrij.nl/ 3.3 Zuidelijk afwateringskanaal Het stroomgebied van het Zuidelijke afleidingskanaal ligt tussen de Buurserbeek-Schipbeek (noordelijk) en de Berkel en Bolksbeek (zuidwestelijk). Het Zuidelijk afwateringskanaal een aaneenschakeling van watergangen bestaande uit de Mallemsche- en Ruskemorsgoot, Elsmansgoot en Bollertsgoot & Koningsbeek en het Zuidelijk Afwateringskanaal (zie kaart 3.3).

Kaart 3.3 Watersysteem van het Zuidelijk Afwateringskanaal

De oorsprong van de watergang ligt ten zuidoosten van Neede. Hier is de watergang smal en ondiep. Het water stroomt vervolgens zuidelijk van Neede, Noordijk en het Noordijkerveld.

Het Noordijkerkanaal ontwatert het Noordijkerveld en wordt ook gevoed door de Ravenhorsterveldleiding, die via een syphon onder de Buurserbeek door stroomt. Benedenstrooms van het Noordijkerveld bij Gelselaar komen het Noordijkerkanaal en de Bollertsgoot & Koningsbeek samen. Vanaf hier heet de watergang officieel Zuidelijk

28

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015 afwateringskanaal. Ongeveer 3 km verder stroomt de watergang via een zandvang uit in het Twentekanaal.

Het Zuidelijk afwateringskanaal is ruim 10m breed. Het geheel is 18 km lang en stroomt door agrarisch gebied. De watergang heeft een verhang van 0.82 ‰. Het grootste hoogteverschil wordt tussen Eibergen en Neede overbrugd, benedenstrooms van Neede is er veel minder verhang.

De Slinge stroomt tussen de Bolksbeek en het Zuidelijk afwateringskanaal. De beek ontspringt in de omgeving van Gelselaar. Het is een relatief kleine beek van circa 5,5 km lang die ook via een zandvang uitmondt in het Twentekanaal. In vroegere tijden stroomde de Slinge nog een stuk verder door in westelijke richting. Aan de noordwestzijde van het Twentekanaal is er nog een gelijknamige watergang die hieraan herinnerd.

Het stroomgebied kan op verschillende manieren water inlaten (zie kaart 3.3), namelijk: . Iets bovenstrooms van stuw Nieuwe Sluis is een inlaat aanwezig om water in te laten vanuit de Buurserbeek in de Ravenhorsterveldleiding. . Uit de Berkel richting de Ruskemorsgoot bij Neede. . Vanuit het Twentekanaal via de Schipbeek richting het Zuidelijkafwateringskanaal en . Op twee plaatsen vanuit de Bolksbeek richting de Slinge.

Deze laatste twee inlaatvoorzieningen zijn mede aangelegd om de drainerende werking van het Twentekanaal tegen te gaan.

Literatuur

[004A] Gij beken eeuwig vloeiend; Water in de streek van Rijn en IJssel’ (Boek, 2000). [014A] KRW factsheets (factsheets, 2013) [015A] Factsheets waterlichamen Actualisatie waterkwaliteitsopgave Periode 2016-2021 (Factsheets, 2014) [023SB] Detailkaart watersysteem Schipbeek, bijlage 3 Calamiteitenbestrijdingsplan wateroverlast en watertekort (kaart, 2013) [033SB] Gebiedsrapportage KRW Waterlichaam Zuidelijk afwateringskanaal (Rapport, 2008) http://watererfgoed.wrij.nl/

3.4 Dortherbeek De Dortherbeek bestaat uit meerdere beken die onderling verbonden zijn (zie figuur 3.1). Het gebied is in te delen in de Dortherbeek Oost en West. Deze indeling is gebaseerd op de oorspronkelijke ontwatering van het gebied. Het is een relatief vlak gebied waar het in de winter vrij nat is. In de zomermaanden wordt water ingelaten om te voorkomen dat het grondwaterpeil wegzakt. De watergangen in dit stroomgebied zijn relatief smal (tot circa 4m), vrij ondiep en rechtgetrokken. De watergangen zijn als gevolg van de waterinlaat veelal het hele jaar watervoerend. In natte perioden wordt het water snel richting de Schipbeek geleid, terwijl in droge periode er juist water wordt ingelaten.

29

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

Figuur: 3.1 Schematische weergave van de waterverdeling in het stroomgebied van de Dortherbeek in de zomer en de winter. █ = Dortherbeek West; █ = Dortherbeek Oost; █ = Oude Schipbeek; [ = Stuw open; [ = Stuw Dicht; ∆ = gemaal; ∆ = Zomer gemaal. Gemaal Berendsen is niet opgenomen in dit figuur.

Dortherbeek Oost

De Dortherbeek Oost ontspringt in het Ampsensche Broek, vlakbij het Twentekanaal. De Dortherbeek Oost is circa 11km lang, heeft een verhang van 0,23 ‰ en een maximale breedte van 9m.

In de zomer stroomt tot wel 50% van het Schipbeekwater via de Bolksbeek naar de Dortherbeek Oost om daar het water op peil te houden (zie figuur 3.1 en peilbeheer). In de winter heeft de Bolksbeek een water afvoerende functie. De Bolksbeek mondt net bovenstrooms van de Sandermanstuw uit in de Schipbeek. De Dortherbeek Oost en de Bolksbeek zijn verbonden via een tweetal koppelleidingen om het water te verdelen.

De Dortherbeek Oost splitst zich na de N332 (weg Holten - Lochem) in:

30

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

. Dortherbeek Oost, die richting de Schipbeek stroomt . Inlaatleiding Dortherbeek / Haarbeek, die uiteindelijk uitmondt in de Dortherbeek West.

Vlak voordat de Dortherbeek Oost uitmondt in de Schipbeek is er nog een inlaat naar de Oude Dortherbeek.

Dortherbeek West De Dortherbeek West is een afsplitsing van de oostelijke tak. De watergang is circa 5,8 km lang en heeft een verhang van 0,4 ‰. Bij het uitmonden in de Schipbeek is de breedte van de watergang 19m.

Enkele eigenschappen van het complexe watersysteem van de Dortherbeek West: . Ter hoogte van de Temminkstuw in de Schipbeek bevindt zich een inlaat van de Zaalbeek (en ook een inlaat naar de Baarhorsterwatergang, noordelijk van de Schipbeek). De Zaalbeek stroomt ten noorden van Huize Dorth langs alvorens uit te monden in de Dortherbeek West. . De Oude Dortherbeek is ook een aftakking van de Dortherbeek Oost en stroomt parallel aan de Zaalbeek en de Haarbeek. . De Oude Dortherbeek loopt bovenstrooms van het landgoed van Huize Dorth. Met een pomp wordt een deel van het water circa een 0,5 m omhoog gepompt ten behoeve van een hoge grondwaterstand op het landgoed. Daarna mondt de Oude Dortherbeek uit in de Zaalbeek. . Het opgepompte water stroomt ten zuiden van het landgoed en wordt Molenbeek genoemd. . Na het landgoed gaat de Molenbeek over in de Dortherbeek West en verderop monden de Haarbeek en Zaalbeek uit in de Dortherbeek West en deze stroomt verder in westelijke richting. . Vlak voordat de Dortherbeek in de Schipbeek uitmondt, stromen nog enkele kleine watergangen uit in de beek, zoals de Oxerwatergang waarvan het stroomgebied ten noorden van de Schipbeek ligt. Deze watergang kan in geval van hoge waterstanden op de IJssel water ontvangen van de Spildijkswatergang. Deze watergang loopt ten noorden van Bathmen en kan bij normale IJssel waterstanden vrij lozen op de Schipbeek.

Circa 2,5 kilometer voordat de Schipbeek in de IJssel uitmondt, stroomt de Dortherbeek West uit in de Schipbeek. Tijdens lage en gemiddelde IJsselwaterstanden kan de Dortherbeek West vrij lozen op de Schipbeek. Tijdens hoge IJssel waterstanden (5m+NAP) wordt de Dortherbeek West bemalen door gemaal Ter Hunnepe.

Literatuur [004A] Gij beken eeuwig vloeiend; Water in de streek van Rijn en IJssel’ (Boek, 2000). [012SB] Rapport Dortherbeek (Rapport, 2003) [014A] KRW factsheets (factsheets, 2013) [015A] Factsheets waterlichamen Actualisatie waterkwaliteitsopgave Periode 2016-2021 (Factsheets, 2014) [015SB] Hydrologisch onderzoek Dortherbeek (Rapport, 2011)

31

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

[023SB] Detailkaart watersysteem Schipbeek, bijlage 3 Calamiteitenbestrijdingsplan wateroverlast en watertekort (kaart, 2013) [027SB] Gebiedsrapportage KRW Waterlichaam Dortherbeek (Rapport, 2008) [028SB] Gebiedsrapportage KRW Waterlichaam Dortherbeek Oost (Rapport, 2008) http://watererfgoed.wrij.nl/

32

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

4 Waterkwantiteit

4.1 Peilbeheer Het peilbeheer is overwegend afgestemd op de landbouw. De meest optimale omstandigheden zijn een relatief droog voorjaar en een natte zomer. Zo kunnen boeren in de winter en voorjaar hun land op en is er tijdens het ‘groeiseizoen’ voldoende water voor een optimale productie. In natuurgebieden wordt vaak gestreefd naar vernatting en hoge waterpeilen.

In een groot deel van het beheersgebied kan water ingelaten worden (zie kaart 3.2). Dit kan water zijn uit het Twentekanaal, maar ook uit de Schipbeek, Bolksbeek en Berkel. Door middel van deze inlaten kunnen waterlopen ook in de zomer vrij lang op peil gehouden worden.

De stuwdichtheid en peilbeheer zijn nauw verbonden aan de te overbruggen hoogteverschillen. Door de grotere hoogteverschillen in het oosten zijn hier relatief veel stuwen aanwezig (zie Geoweb). Het peilbeheer dat wordt gevoerd in het beheersgebied van de Schipbeek is in te delen in twee hoofdgebieden: . Het sterk hellende gebied ten oosten van het Twentekanaal (en het gebied bij de Holterberg): Hier komen voornamelijk overlaten voor in zowel de grote als de kleine watergangen. Het peil kan niet geregeld worden en er gelden vaste (minimum) streefpeilen voor de overlaten. . Het vlakkere gebied ten westen van het Twentekanaal: in dit gebied komen zowel vaste overlaten als beweegbare stuwen voor. Tevens is voor een groot deel van dit gebied een peilbesluit opgesteld met minimum en maximum peilen (zie watersysteem voor de waterverdeling).

Onder normale omstandigheden watert de Schipbeek vrij af op de IJssel. Bij IJsselstanden vanaf 5 m+NAP is vrije afwatering van de Dortherbeek niet meer mogelijk en treedt gemaal Ter Hunnepe in werking. Bij grote afvoeren wordt er water richting het Twentekanaal afgelaten. Bij droogte wordt hier water ingelaten met gemaal Twentekanaal (zie ook waterbalans).

33

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

Kaart 4.1 Peilbesluiten in beheersgebied Schipbeek

Tabel 4.1 Peilbesluit Schipbeek (2006)

Nr. Peilgebied Bovengrens (GOR) Benedengrens (GOR) (m+NAP) (m+NAP)

1 Peilvak stuw Hoekman 11.05 10.85

2 Peilvak stuw Kattendaal 10.70 10.45

3 Peilvak gemaal Berendsen 10.65 10.45

4 Sandermanstuw 10.65 10.45

5 Pekkerietstuw 10.40 10.20

6 Stuw Catsmeer 9.50 9.30

7 Stuw Dorperdijk 9.60 9.40

8 Rinkelaarstuw 9.20 9.00

9 Pothaarstuw 9.55 9.25

10 Stuw Berkendijk 9.65 9.45

34

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

Nr. Peilgebied Bovengrens (GOR) Benedengrens (GOR) (m+NAP) (m+NAP)

11 Stuw De Hop 9.50 9.30

12 Stuw Bakhuis 10.55 10.20

13 Wippertstuw 10.00 9.70

14 Stuw Rowinkel 9.55 9.35

15 Temminkstuw 9.25 9.10

16 Stuw Possenweg 9.95 9.70

17 Stuw Blauwhand 9.50 9.30

18 Stuw Hietkamp 9.35 9.15

19 Stuw Braakmansteeg 8.40 8.20

20 Bolestuw 8.50 8.30

21 Stuw Britspad 9.10 8.90

22 Gemaal Spildijkswatergang 8.30 8.10

23 Stuw Apenhuizerweg 8.10 7.90

24 Stuw Jansen 7.45 7.25

25 Verdeelwerk Spildijkswatergang 6.15 5.95

26 Stuw Bathmensebrug 7.70 7.40

27 Stuw IJsbaan 6.90 6.30

28 Banninkstuw 6.70 6.40

GOR: Gewenst Oppervlaktewater Regime

Gebieden met streefpeilen In het grootste deel van het bovenstroomse gebied gelden geen peilbesluiten maar streefpeilen. In de zomer zakt het peil in veel kleine watergangen weg. Het gevolg hiervan is stagnant water of zelf droogval van de watergang.

Op een aantal plekken kan water ingelaten worden vanuit de Buurserbeek-Schipbeek of de Bolksbeek (kaart 3.2). Hiermee kunnen in de zomerperiode bepaalde delen van het beheersgebied (langer) watervoerend gehouden worden (zie watersysteem). Wanneer en

35

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015 hoeveel water wordt ingelaten staat niet vast, er is inlaat mogelijk zolang er afvoer is op de betreffende hoofdwaterloop.

Gebieden met een peilbesluit Voor het overgrote deel van het gebied benedenstrooms van het Twentekanaal geldt het peilbesluit uit 2006 (zie kaart 4.1). Er is een peilbesluit genomen voor die watergangen die meestal op peil worden gehouden met inlaatwater uit het Twentekanaal. Het gebied is circa 9228 ha groot en bestaat uit 28 peilgebieden. De peilgebieden hebben een minimum en maximum peil. Gemiddeld is het maximum peil ongeveer 30 cm hoger dan het minimum peil. In het peilbesluit zijn peilen vastgesteld en de watergangen waar ze betrekking op hebben. In het gebied wordt het peil gereguleerd via inlaten, beweegbare stuwen en vaste overlaten. Op de kaart 3.2 (watersysteem) is te zien in welke gebieden water ingelaten kan worden en waar het water vandaan komt.

Bemalen gebieden Een aantal gebieden in het beheersgebied van de Schipbeek wordt bemalen. Hierbij kan onderscheid gemaakt worden tussen reguliere bemalingen (jaarrond), bemalingen tijdens hoog buitenwater (hoge IJssel waterstanden) en bemaling voor de wateraanvoer in droge perioden.

In tabel 4.1 staan de voorkomende gemalen benoemd en hun functie. De locatie van de gemalen is te vinden op de kaart 4.1. Wat opvalt, is dat er slechts twee afvoergemalen aanwezig zijn waarvan Gemaal Berendsen de belangrijkste is. Verder is gemaal Ter Hunnepe van groot belang voor de afvoer van water uit de Dortherbeek bij hoge IJsselwaterstanden. Er is nog een aantal kleine gemalen voor lokale aanvoer of het opmalen van water voor de waterverdeling.

Tabel 4.2 Gemaalgegevens beheersgebied Schipbeek

Deelgebied Watergang Capaciteit Naam gemaal 3 Type gemaal (m /min)

Schipbeek Twentekanaal naar GM 90,0 Aanvoergemaal* (tot Schipbeek Twentekanaal Twentekanaal)

Schipbeek Watergang van het Afvoergemaal GM Berendsen 150,0 (Twentekanaal – Stokkum naar (onderbemaling) Wippertstuw) Schipbeek

Schipbeek Watergang langs de GM 3,2 Aanvoergemaal (Oude Schipbeek) Markelose weg Waardenborgh

Schipbeek Spildijkswatergang GM Spildijk 1,5 Aanvoergemaal (Oude Schipbeek)

Watergang vanaf Den Schipbeek GM van den Afvoergemaal Brink naar 1,0 Brink (onderbemaling)** (Oude Schipbeek) Maatwillemswatergang

36

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

Deelgebied Watergang Capaciteit Naam gemaal 3 Type gemaal (m /min)

Dortherbeek – Dortherbeek West naar GM Ter Hunnepe 230,4 Hoogwater gemaal West Schipbeek

Dortherbeek – Oude Dortherbeek GM Dorth 2,0 Aanvoergemaal West

*Betreft de inlaat vanuit het Twentekanaal naar de Schipbeek **Betreft een windmolen, zie afbeelding: 4.1

Literatuur [005A] Voorstel AB, Peilenplannen en ontwerppeilbesluiten Schipbeek, Berkel en Oude IJssel Aa-strang (2006)

Websites http://waterdata.wrij.nl/

4.2 Waterbalans In tabel 4.3 zijn de belangrijkste aan- en afvoerposten en hun aandeel voor de waterbalans weergegeven. De waarden zijn afgeleid van beschikbare data uit verschillende perioden. Het betreft een grove inschatting om een indruk te krijgen van verschillende in- en uitlaatposten.

Tabel 4.3: Inschatting waterbalans beheersgebied Schipbeek

Aanvoer Gemiddeld debiet Gemiddeld aandeel (milj. m3/j) (%)

Neerslag 203.8 80

Aanvoer vanuit Duitsland (Buurserbeek) 43.2 17

Aanvoer vanuit Duitsland (Zoddebeek) 1.7 1

Aanvoer Twentekanaal 4.6 2

RWZI Effluent 2.0 1

Totaal 255.4

Afvoer Gemiddeld debiet Gemiddeld aandeel (milj. m3/j) (%)

Verdamping 139.6 55

Afvoer Schipbeek naar IJssel 76.0 30

37

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

Afvoer Zuidelijk Afwateringskanaal naar 7.3 3 Twentekanaal

Afvoer Slinge naar Twentekanaal 2.0 1

Hoogwater afvoer Schipbeek naar 0.3 0.1 Twentekanaal

Afvoer naar waterschap Vechtstromen 4.2 2

Wegzijging (inclusief kwel) 4.8 2

Wegzijging naar Twentekanaal 1.7 1

Totaal 235.9

Restpost afvoer 18.0 8

Neerslag & verdamping De neerslag en verdamping zijn belangrijke posten in de waterbalans van een met regenwater gevoed regionaal watersysteem zoals de Schipbeek (tabel 4.3). Over het algemeen geldt dat neerslaghoeveelheden en verdamping binnen het waterschap Rijn en IJssel vergelijkbaar zijn, vooral als het meerjarige gemiddelden betreft. Om een algemeen beeld te krijgen zijn de gemiddelde neerslag en verdamping berekend van de weerstations van Hupsel, Deelen en Twente, over een periode van 20 jaar (zie tabel 4.4). Dit is vergelijkbaar met 0.82 m3/m2 neerslag en 0.56 m3/m2 verdamping per jaar. Ook zijn de natste en droogste jaren weergegeven.

Tabel 4.4 Neerslag en verdamping binnen het waterschap Rijn en IJssel

Neerslag Verdamping Neerslagoverschot (mm) (mm) (mm)

Nat jaar 1998 1071 493 578

Droog jaar 2007 670 637 33

Gemiddeld 823 564 259

De neerslag is het grootst in de nazomer en het kleinst in april. De tegenhanger van neerslag is verdamping van gewassen, natuur en rechtstreeks uit oppervlakte water. Verdamping is gerelateerd aan de temperatuur en is het grootst in de zomer. Het verschil tussen neerslag en verdamping is het neerslagoverschot of -tekort. In de zomer is er een tekort, meer verdamping dan neerslag. Van augustus tot en met maart is er een neerslagoverschot ten opzichte van verdamping. Over een heel jaar is er gemiddeld 259 mm neerslagoverschot. Voor het beheersgebied van de Schipbeek is het gemiddelde neerslagoverschot totaal 64 miljoen m3 per jaar.

Aanvoer vanuit Duitsland

38

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

De Buurserbeek (Ahauser Aa) en Zoddebeek (Zoddebach) ontspringen in Duitsland. De Buurserbeek heeft een relatief groot stroomgebied in Duitsland (14.862 ha.) vergeleken met de Zoddebeek (603 ha). Dit uit zich in aanzienlijke debieten in de Buurserbeek en een relatief kleine aanvoer vanuit de Zoddebeek. Gezamenlijk is de aanvoer bijna 50 miljoen m3 per jaar. Dit is met 18% de op één na grootste aanvoerpost voor het beheersgebied Schipbeek. Alleen de aanvoer via lokale neerslag is groter.

Het Nederlandse deel van het watersysteem is vergelijkbaar met het Duitse deel. Dit wil zeggen dat noemenswaardige piekafvoeren en natte of droge periodes voor het hele beheersgebied veelal gelijktijdig plaatsvinden.

Aanvoer vanuit Twentekanaal In droge perioden mag er conform het Waterakkoord Twentekanalen 1,4 m3/s vanuit het Twentekanaal worden opgepompt naar de Schipbeek. Op basis van deze regeling wordt er gemiddeld ruim 4.5 miljoen m3 per jaar ingelaten (zie figuur 4.1). Meestal wordt water opgepompt in het groeiseizoen, van april/mei tot oktober. De grootste aanvoer vindt plaats in de periode juni t/m augustus. Afhankelijk van het neerslagoverschot wordt er in een zomer tussen 0.8 en 7 miljoen m3 water ingelaten vanuit het Twentekanaal. Opvallend is het feit dat het Zuidelijk afwateringskanaal en de Slinge water lozen op het Twentekanaal terwijl het gemaal Twentekanaal het tegelijkertijd ‘terugpompt’ richting de Schipbeek.

Figuur 4.1: Inlaatwater uit Twentekanaal

RWZI Holten Sommige RWZI’s in het beheergebied zijn van belang voor de watervoerendheid van de beken. Gemiddeld loost de RWZI Holten 2 miljoen m3 per jaar en is daarmee een relatief kleine post in de afvoer van de Schipbeek. In het Duitse deel is ook een RWZI aanwezig, ter hoogte van Ahaus. Hiervan zijn bij waterschap Rijn en IJssel geen gegevens bekend.

39

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

In droge periodes kan het debiet in de beken dusdanig afnemen dat het relatieve aandeel van een RWZI groot wordt, vooral in kleinere beken. Het aandeel van deze RWZI Holten ter plaatse van de lozing is klein, gemiddeld 2% in de winter en 6% in de zomer (zie tabel 4.5).

Tabel 4.5: RWZI aandeel water aanvoer

RWZI / Watergang RWZI Aandeel t.o.v. Debiet (m3/s) Benedenstrooms (%)

Zomer Winter Zomer Winter

RWZI Holten 0.06 0.07 6% 2% Schipbeek 1.00 3.58

Afvoer Schipbeek naar IJssel Na verdamping is de afvoer van het oppervlaktewater van de Schipbeek naar de IJssel de grootste uitpost (33%). Gemiddeld is de afvoer 76 miljoen m3 per jaar (2.9 m3/s). Het merendeel van dit water is afkomstig van de Schipbeek, ongeveer 16% komt uit de Dortherbeek West.

Afvoer Zuidelijk afwateringskanaal en Slinge naar Twentekanaal Het Zuidelijk afwateringskanaal en de Slinge monden uit in het Twentekanaal. Het gemiddelde debiet van het Zuidelijk afwateringskanaal is 0.23 m3/s ofwel 7.3 miljoen m3 per jaar. De afvoer van de Slinge is ongeveer een kwart hiervan.

Hoogwaterafvoer Schipbeek naar Twentekanaal In het Waterakkoord Twentekanalen/Overijsselse Vecht (2012) is afgesproken dat er bij een hoge afvoersituatie (van 1 x per 100 jaar) 8 m3/s geloosd mag worden. Dit vindt voornamelijk in de wintermaanden plaats maar soms ook in de zomer, zoals in 2010. Omdat het maar sporadisch en gedurende een korte periode plaatsvindt, zijn de gemiddelde debieten relatief klein. Er wordt gemiddeld 0.3 miljoen m3 per jaar geloosd.

Afvoer naar waterschap Vechtstromen Vanuit de Schipbeek wordt oppervlaktewater ingelaten naar de Diepenheimse Molenbeek en de Boven Regge (Westervlier), beide gelegen in het beheergebied van waterschap Vechtstromen. Het betreffen twee kleine inlaten, die vooral in de zomer gebruikt worden om deze beken op peil te houden.

Bij de Diepenheimse Molenbeek heeft dit te maken met de molenrechten van de watermolen in Diepenheim. Hierover zijn afspraken gemaakt met Waterschap Vechtstromen [voorstel: 036 en 037]. Op hoofdlijnen is de afspraak dat de aanvoer in de droge perioden 50-50 verdeeld wordt nabij de inlaat Platerink (inlaat vanuit de Buurserbeek naar de Elsbeek). Het water bestemd voor de Diepenheimse Molenbeek stroomt recht door over de Buurserbeek en het water bestemd voor de Schipbeek wordt omgeleid via de Elsbeek om net benedenstrooms van stuw Nieuwe Sluis weer in de Schipbeek terecht te komen. Wanneer de afvoer op de Buurserbeek wegvalt, kan er

40

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015 geen water meer ingelaten worden naar de Diepenheimse Molenbeek. Voor inlaat van de Boven Regge ligt dit anders.

De Boven Regge ontvangt water uit het stuwpand van de Schipbeek dat op peil wordt gehouden door middel van gemaal Twentekanaal. Het inlaten van water is hier ook in droge perioden geborgd.

Kwel en wegzijging Het beheersgebied Schipbeek is bijna kwelneutraal. Over het hele gebied heffen de locaties met kwel of wegzijging elkaar bijna op. Er is iets meer wegzijging, namelijk 0,05 mm per dag. Omgerekend is dit bijna 5 miljoen m3 per jaar. Door de lage ligging van het Twentekanaal is hier relatief veel kwel richting het Twentekanaal. Omdat dit niet tot het watersysteem van het beheersgebied wordt gerekend, is dit als wegzijging meegenomen in de waterbalans. Uit een grove schatting blijkt dat deze post goed is voor ongeveer 2 miljoen m3 per jaar.

Literatuur [022SB] Waterakkoord Twentekanalen (rapport, 2011)

Websites http://waterdata.wrij.nl/ 4.3 Afvoerkarakteristieken

Dimensionering De Schipbeek-Buurserbeek is in de loop der eeuwen gegraven, vergraven en genormaliseerd. De beek reageert snel op neerslag en heeft relatief korte heftige afvoerpieken (zie historie). Tijdens zo’n piek stijgt het waterpeil (snel) en was er in het verleden nogal eens sprake van wateroverlast. Hierom is de beek verbreed en verdiept, zijn meerdere kunstwerken gebouwd en zijn er kades aangelegd. Vanwege het grote verhang in de Buurserbeek zijn er circa 30 overlaten aangelegd. De Buurserbeek-Schipbeek is in de loop der tijd ingericht om een afvoer te kunnen verwerken van 33 m3/s in Buurse en 47 m3/s in Bathmen. Dit is vergelijkbaar met een situatie die circa 1x per 100 jaar voorkomt.

41

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

Figuur 4.2: Schematische weergave van het watersysteem op hoofdlijnen en de gemiddelde debieten à = Inlaat zomersituatie; ∆ = Gemaal Twentekanaal.

Debieten Bovenstroomse delen van het beheersgebied wordt gekenmerkt door de sterke helling en het ondiep voorkomen van keileem (zie bodem en ondergrond), wat resulteert in een gering waterbergend vermogen van de bodem. Hierdoor treden er snel hoge afvoeren op in regenachtige en natte perioden. In droge perioden is er een lage afvoer of zelfs stagnatie, zoals in de zomer van 2013. De afvoer is ‘s zomers beperkt (zie tabel 4.5). De Buurserbeek – Schipbeek zelf blijft watervoerend. Gegraven en opgeleide delen van de beek hebben eerder te maken met stilstaand water en het uitzakken van het peil dan waar de beek dieper in het landschap ligt. Veel van de kleinere watergangen bovenstrooms van het Twentekanaal zakken uit of vallen zelfs droog, afhankelijk van de geologie en de aanvoer. Door de inlaat vanuit het Twentekanaal blijven de meeste watergangen benedenstrooms het gehele jaar watervoerend (zie peilbeheer).

In tabel 4.6 zijn de afvoerkarakteristieken van de beek weergeven. De grootste gemeten afvoer in de Buurserbeek is 31 m3/s in 2010. Dit is vergelijkbaar met de T=100. De ernst van de situatie bij de Haaksbergse Watermolen is goed te zien in dit filmpje. De gemiddelde afvoer is slechts 0,68 m3/s.

De afvoer van de Dortherbeek bij Gemaal Ter Hunnepe ligt meestal rond de 0.5 m3/s. Bij natte omstandigheden kan dit oplopen. In de zomer is er geen of bijna geen afvoerdebiet er wordt bovenstrooms precies genoeg water ingelaten om het gebied van water te voorzien.

42

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

Tabel 4.6: Afvoerkarakteristieken Buurserbeek-Schipbeek

Overlaat Reinkstuw Stuw Bathmen (Buurserbeek bij Buurse) (Schipbeek bij Bathmen)

Meetperiode vanaf 1978 1978

Grootst gemeten debiet (m3/s) 31 (28-8-2010) 41.5 (20-12-1988)

Hoogwater T=100 jaar (m3/s) +/- 33 +/- 47

Hoogwater T=10 jaar (m3/s) 24 35

Maatgevend hoogwater T=1 jaar (m3/s) 18 25

Meest voorkomend debiet (m3/s) 0,68 1,6

Laagwater T=1 jaar (m3/s) 0,07 0*

Laagwater T=10 jaar (m3/s) 0,015 0*

* Bij lage afvoeren stroomt het water via de Dortherbeek

Literatuur [001A] Afwentelingsonderzoek oppervlaktewater Rijn-Oost (Rapport, 2012) [004A] Gij beken eeuwig vloeiend; Water in de streek van Rijn en IJssel’ (Boek, 2000). [004B] Historisch Waterbeheer, een benadering van historische watersystemen: definities en voorbeelden (Rapport, 2005) [004SB] De Buurserbeek, terug naar vroeger (Rapport, 2003) [005SB] Analyse van het watersysteem van de Buurserbeek in relatie tot de Regge (Rapport) [006A] De wateropgave voor Waterschap Rijn en IJssel (Rapport, 2002) [006SB] Bouwstenen voor een meer natuurlijke Buurserbeek (Boek, 1998) [010SB] Inundatie en meandering een aangename verandering (1999) [012A] Waterrapport 2008-2011 (Rapport, 2012) [013A] Waterrapport 2011-2014 (Rapport, 2015) [014SB] Draaiboek wateroverlast schipbeek (Rapport, 2014) [017SB] GGOR rapportage Buurserzand Haaksbergerveen (conceptrapport, 2014) [018SB] Waterschap de Schipbeek 1881-1981 (Boek, 1981)

Websites http://waterdata.wrij.nl/

43

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

5 Waterveiligheid en -overlast

Kaart 5.1: Waterkeringen, kades, waterberging en hoge grond in westelijk deel van het beheersgebied Schipbeek (NB: de hele Buurserbeek-Schipbeek tot aan de grens ligt tussen kades en hoge gronden)

Waterkeringen Waterveiligheid wordt onder andere bereikt met waterkeringen. De veiligheid wordt uitgedrukt in een hoogwatersituatie die deze waterkeringen en kades aan moeten kunnen. Primaire waterkeringen, ofwel de keringen langs de grote rivieren zijn bestand tegen een peil dat eens per 1250 jaar voorkomt (zie kaart 5.1).

Tabel 5.1 Keringen en kades in beheersgebied van de Schipbeek

Type kering Km

Primaire kering 14.0

Regionale kering 0

Zomerkade 8.5

Overige keringen (incl. verhulde keringen)* 113.0

* Voorheen kades en hoge gronden

44

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

In het gebied liggen 2 dijkringen: . Dijkring 51 ligt in de provincies Gelderland en Overijssel, waarbij provincie Gelderland de coördinerende provincie is. Het dijkringgebied wordt aan de noordzijde begrensd door Rijksweg A1 Deventer-Enschede, aan de oostzijde door hoge gronden, aan de zuidzijde door het Twentekanaal ter hoogte van Eefde en aan de westzijde door de IJssel. . Dijkring 52 ligt in de provincie Overijssel en valt onder het beheer van Waterschap Groot Salland.

Langs de Schipbeek liggen primaire waterkeringen omdat dit gebied sterk onder invloed staat van hoge IJsselstanden. Tussen de primaire keringen en de Schipbeek liggen zomerkades om buitendijkse delen droog te houden bij minder hoge waterstanden. Voor meer specifieke informatie over de twee dijkringen word verwezen naar de achtergrondrapportages van derde toetsing dijkring.

Kades In het beheersgebied van de Schipbeek zijn geen waterkeringen getypeerd als ‘regionale waterkering’. Wel ligt de Buurserbeek-Schipbeek bijna geheel tussen kades. Kades zijn vergelijkbaar met regionale keringen maar er worden geen eisen aan gesteld door de provincie. De kades moeten formeel, net als de rest van het watersysteem in landelijk gebied, omstandigheden aankunnen die eens per 10 jaar voorkomen. Stedelijk gebied heeft een beschermingsniveau van eens per 100 jaar. De grotere WRIJ-watergangen, zoals de Oude IJssel, Berkel, Schipbeek veroorzaakten in het verleden overlast. Vanwege de overlast zijn ze zo gedimensioneerd dat ze een afvoer die eens per 100 jaar voorkomt aan moeten kunnen. Om dit te realiseren zijn er langs veel van deze watergangen kades aangelegd (zie kaart 5.1). Bovenstrooms van het Twentekanaal ligt 60 km kade en benedenstrooms 37 km. Op die plekken waar geen kades voorkomen zijn hoge gronden aanwezig.

De Bolksbeek vormt de scheiding tussen het beheersgebieden van de Berkel en de Schipbeek en ligt volledig in de kades, hiervan ligt circa 16 km in het beheersgebied van de Schipbeek. Op plaatsen waar de Buurserbeek-Schipbeek de grens vormt, zijn de noordelijke kades in beheer bij Waterschap Vechtstromen, zoals bij Haaksbergen en oostelijk van het Twentekanaal.

Kades zijn er in verschillende vormen en maten. De profieltypes van de kades langs de Buurserbeek-Schipbeek bestaat voor het merendeel uit type 8C, 9 of 10. De grootte en breedte van de kades varieert van een halve meter hoog ruggetje tot kades van enkele meters hoog en een bovenbreedte van 3 meter.

45

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

Figuur 5.1: De Schipbeek en Buurserbeek hebben veelal een leggerprofieltype 8C of een vergelijkbare leggerprofieltypes 9 en 10.

Afsluiters In de kades en keringen komen diverse afsluiters voor, om in geval van hoogwater een gesloten kering te verkrijgen. In het Buurserbeek-Schipbeek gebied zijn dit voornamelijk terugslagkleppen. Ter plaatse van de primaire keringen altijd dubbele afsluiters aanwezig, vaak in putten met schuiven.

Waterberging In kaart 5.1 zijn de waterbergingsgebieden in het beheersgebied van de Schipbeek weergeven. In het beheersgebied van de Buurserbeek-Schipbeek liggen geen formeel vastgestelde waterbergingsgebieden. Wel zijn er diverse locaties waar water geborgen kan worden, deze gebieden worden onderstaand kort toegelicht: . Op landgoed “Het Lankheet” kan tijdens piekafvoeren water geborgen worden op het landgoed. Het gebied tussen Bathmen en Deventer heeft niet de status van officieel waterbergingsgebied. Dit gebied kan alleen vollopen bij extreem hoge waterstanden op de IJssel. . Langs de Dortherbeek tussen Huize Dorth en gemaal Ter Hunnepe is de afgelopen jaren veel ruimte gecreëerd voor de Dortherbeek en is tevens waterberging gecreëerd. Met de uitvoering van het project “herinrichting van Dortherbeek west” is ten behoeve van het bedrijvenpark A1: 100.000 m3 waterberging gerealiseerd. Dit gebied heeft niet de status van officieel waterbergingsgebied, maar kan wel onderlopen bij hevige neerslag. . Langs de Buurserbeek en Zoddebeek diverse stapstenen voor, ingericht voor de ecologie, maar waar tevens water geborgen kan worden. Deze gebieden hebben een beperkte bergingscapaciteit. Daarnaast zijn in de omgeving van Buurse, waar de Buurserbeek in een duidelijk beekdal ligt op een aantal plekken de kades verwijderd. Hierdoor ontstaat meer ruimte voor de beek. . Tussen de primaire keringen van de Schipbeek bij Deventer kunnen de uiterwaarden inunderen, vooral als hoge IJsselstanden gepaard gaan met grote afvoeren op de Schipbeek. Deze gebieden hebben niet de officiële status van waterbergingsgebied.

Wateroverlast

46

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

Het watersysteem is zo ingericht dat overlast zich niet of nauwelijks meer voordoet. Beken zijn voorzien van kades en profielen zijn ruim gedimensioneerd (1:100).

De grootste absolute debieten zijn in de winter. Door de verhoogde grondwaterstanden kan hevige en aanhoudende neerslag leiden tot ‘extreme’ afvoeren. Zeer intensieve (na)zomerse buien kunnen lokaal leiden tot verhoogde afvoer en mogelijk overlast in stedelijk gebied of plaatsen waar de bodem weinig water opneemt. Deze verhoogde afvoer neemt dan weer vrij snel af als het stopt met regenen. Mede door de keringen en kades in het gebied zijn er geen locaties waar wateroverlast een noemenswaardig probleem is. Als er in het beheersgebied wateroverlast voorkomt, dan is de oorzaak te herleiden tot extreme omstandigheden of een calamiteit.

Ten aanzien van hoogwatersituaties zijn er afspraken gemaakt met de Duitse waterbeheerder. Contactgegevens van Duitse waterbeheerders zijn vastgelegd in de rapportage Grensoverschrijdende hoogwaterbescherming (zie ook draaiboek wateroverlast, bijlage 6).

Literatuur [004A] Gij beken eeuwig vloeiend; Water in de streek van Rijn en IJssel’ (Boek, 2000). [006A] De wateropgave voor Waterschap Rijn en IJssel (Rapport, 2002) [009A] Toetingsresultaat landelijke normen regionale wateroverlast concept (Kaart, 2007) [010SB] Inundatie en meandering een aangename verandering (1999) [012A] Waterrapport 2008-2011 (Rapport, 2012) [013A] Waterrapport 2011-2014 (Rapport, 2015) [013B] Derde toetsing dijkring 51 Gorssel (Rapport, 2010) [014SB] Draaiboek wateroverlast schipbeek (Rapport, 2014) [036A] Dwarsprofielen volgens de keur (Tekeningen, 2012)

47

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

6 Waterkwaliteit

6.1 Algemene waterkwaliteit De waterkwaliteit in het beheersgebied van de Schipbeek is door de jaren heen sterk veranderd. Vanaf eind 19e eeuw stond de beek in toenemende mate onder invloed van intensivering van de landbouw. Via bemesting, uit- en afspoeling van landbouwgronden en rioollozingen zijn verontreinigende stoffen zoals bestrijdingsmiddelen, nutriënten en zware metalen in de beek terecht gekomen. Al eerder zijn grote delen van de beek gegraven of rechtgetrokken ten behoeve van de scheepvaart en landbouw, die de natuurlijkheid en dus de (ecologische) waterkwaliteit niet ten goede kwam. Vanaf de jaren ‘60 is er meer aandacht voor het verbeteren van de waterkwaliteit. Sinds de invoer van de KRW in 2000 is deze aandacht nog groter geworden. Dit heeft geleid tot striktere milieueisen voor onder andere de landbouw en rioolwaterzuiveringen en het terugbrengen van het aantal overstorten.

Deze maatregelen hebben onder andere geleid tot minder schadelijke lozingen van industrieel en huishoudelijk afvalwater op het oppervlaktewater en schoner effluent van de RWZI bij Holten. Tevens is de laatste jaren veel hemelwater afgekoppeld van het rioolstelsel en zijn gescheiden riool stelsels aangelegd waardoor het riool minder vaak overstort. Ook is de beek op sommige plaatsen natuurlijker ingericht met natuurvriendelijke oevers en vispassages. Door deze ontwikkelingen is de waterkwaliteit verbeterd (zie waterrapport).

Over het algemeen geldt dat de ecologie in de watergangen baat heeft bij een smalle watergang met voldoende stroomsnelheid. Daarnaast is variatie onder water nodig. Een gevarieerde flora en fauna vraagt om afwisseling van vegetatie, zandbanken, slibafzettingen, stroomkuilen, dood hout en detritusbanken. Vaak ontbreken meerdere van deze elementen. En is sommige gevallen hebben hoge fosfaat en ammoniumgehalten een negatief effect op gewenste flora en fauna.

48

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

Kaart 6.1: KRW Waterlichamen in beheersgebied Oude IJssel.

Let op: de KRW-naamgeving/begrenzing kan afwijken van de gebruikelijke naamgeving

Voor de KRW zijn in het beheersgebied 8 waterlichamen vastgesteld (zie tabel 6.1 en kaart 6.1). De Schipbeek is als enige getypeerd als ‘R6’-riviertje, het vormt de verbinding tussen bovenstroomse watergangen en de IJssel. Vier beken zijn getypeerd als R5. Door menselijke aanpassingen zijn de Schipbeek en de beken ‘sterk veranderd’. De Dortherbeek Oost en West en het zuidelijk afwateringskanaal zijn getypeerd als M1a (kunstmatige watergangen). De actuele KRW-waterkwaliteit wordt bijgehouden in factsheets. Eens per 2 tot 4 jaar wordt een waterrapport opgesteld. Dit is een waterschapsbrede beschrijving met onder meer de toestand en ontwikkeling van de waterkwaliteit.

Tabel 6.1: Typering van waterlichamen in beheersgebied Schipbeek

Actuele KRW factsheets: Type Omschrijving

Zuidelijk afwateringskanaal (tot bij Neede)

Dortherbeek Oost M1A Zoete sloot

Dortherbeek West

Schipbeek (vanaf N18) Langzaam stromend R6 riviertje op zand/klei

49

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

Buurserbeek (tot aan N18)

Zoddebeek Langzaam stromende R5 middenloop/ Oude Schipbeek (en Groteboerswatergang) benedenloop op zand

Nieuwe Waterleiding (Elsbeek tot bij Neede)

Literatuur

[012A] Waterrapport 2008-2011 (Rapport, 2012) [013A] Waterrapport 2011-2014 (Rapport, 2015) [014A] KRW factsheets (factsheets, 2013) [015A] Factsheets waterlichamen Actualisatie waterkwaliteitsopgave Periode 2016-2021 (Factsheets, 2014) [019A] Hoofdrapportage KRW voor het beheergebied van waterschap Rijn en IJssel (Rapport, 2007) [024SB] Gebiedsdocument KRW Waterlichaam Schipbeek (conceptrapport, 2007) [037SB] Waterkwaliteitsrapportage 2010 (rapport, 2011)

Websites Waterrapport 2011-2014 op sharepoint: http://sharepoint.wrij.nl/plein/Organisatie/KA/Gedeelde%20%20documenten/Waterrapport%20def initief.pdf#search=waterrapport http://www.wrij.nl/waterbeheerplan/

6.2 Chemische kwaliteit

Prioritaire stoffen In 2005 zijn in de Schipbeek twee prioritaire stoffen aangetroffen die de norm overschreden: benzo(ghi)peryleen en indenopyreen. In 2009 en 2012 bleken deze stoffen nog steeds norm overschrijdend aanwezig te zijn. Niet alleen in de Schipbeek maar ook in de Buurserbeek en Oude Schipbeek (zie factsheets). Mogelijke bronnen van deze PAK’s zijn depositie, inlaat Twentekanaal, verkeer en bouw.

Specifieke verontreinigende stoffen Koper en zink: Uit de groep ‘specifieke verontreinigende stoffen’ was in de periode 2001 - 2005 en in 2012 koper normoverschrijdend in de Schipbeek. In de Buurserbeek is naast koper ook zink een probleemstof (zie factsheets). Mogelijke bronnen voor koper en zink zijn: landelijk gebied, verkeer, RWZI’s, industrie, riooloverstorten, bovenstroomse aanvoer, inlaat Twentekanaal en overige diffuse bronnen.

Ammonium: Met uitzondering van de Buurserbeek en Zoddebeek is ammonium incidenteel in te grote concentraties aanwezig. Hoge concentraties ammonium in het oppervlaktewater zijn een

50

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015 indicatie van verontreiniging met menselijke of dierlijke uitwerpselen. In sommige gevallen zijn concentraties beperkend voor waterplanten, zoals in de Oude Schipbeek. Gezien de landelijke ligging is veeteelt de meest voor de hand liggende bron, al zijn er ook (gemengde) overstorten verspreid over het beheersgebied van de Schipbeek. De RWZI Holten loost op de Schipbeek en heeft invloed op ammonium gehalten in het benedenstroomse deel van de Schipbeek.

Nutriënten Stikstof en fosfaat zijn belangrijke voedingsstoffen voor planten, maar teveel stikstof en vooral fosfaat kan juist weer problemen opleveren. Algemene soorten gaan overheersen ten koste van meer bijzondere soorten en algen en wieren reageren sterk op extra fosfaat. Verhoogde sulfaatgehalten kunnen leiden tot het vrijkomen van fosfaat. Dit gebeurt vooral in de sliblaag bij zuurstofloze omstandigheden.

Stikstof: Voor 2010 was totaal-stikstof normoverschrijdend aanwezig in de Schipbeek en de Buurserbeek. In 2013 voldeden alleen de benedenstroomse zijtakken van de Schipbeek, Dortherbeek Oost, Dortherbeek West en de Oude Schipbeek. Vooral in de grensoverschrijdende Buurserbeek en Zoddebeek zijn stikstofconcentraties hoog (tabel 6.2). De aanvoer vanuit Duitsland is hier een belangrijke bron. Andere bronnen in het gebied zijn (nalevering uit) landelijk gebied, RWZI Holten, inlaat Twentekanaal, overstorten met huishoudelijk afvalwater en depositie. De hogere N-concentraties in het oosten hangen samen met het grondgebruik en de bodemgesteldheid in het Duitse en Nederlandse deel van de stroomgebieden. De bodem is hier meestal slecht doorlatend. Regenwater spoelt daarom snel af naar de beken, en voert de stikstof mee die via neerslag en bemesting op de bodem is beland. Het gebied heeft bovendien relatief veel hoogteverschil. Het water in de watergangen stroomt daarom snel en dat belemmert de denitrificatie, een proces waarbij nitraat wordt omgezet tot stikstofgas dat naar de atmosfeer verdwijnt. In de afgelopen decennia zijn stikstofconcentraties gedaald, vooral door nationaal en Europees mestbeleid.

Fosfaat: In 2009 was fosfaat alleen normoverschrijdend in de Schipbeek. In 2013 voldeden de Zoddebeek en de Buurserbeek niet aan de fosfaatnormen voor de KRW. De belangrijkste bronnen voor fosfaat zijn binnenlandse en Duitse landbouwpercelen, rioolwaterzuiveringen en overstorten en mogelijk ook nalevering vanuit de waterbodem. Ook is de RWZI Holten een bron van fosfaat, al is er een daling van fosfaat in het effluent vastgesteld.

Sulfaat: Met uitzondering van de Zoddebeek is sulfaat in het gehele beheersgebied in te hoge concentraties aanwezig. Concentraties dalen wel, maar langzaam. Dit is in lijn het andere beheersgebieden . Belangrijke bronnen zijn bemesting van landelijk gebied. Ook bevat het inlaatwater uit het Twentekanaal sulfaat.

Overige fysische / chemische waterkwaliteit (pH, doorzicht, zuurstof) De meer natuurlijke beken van de typen R5 en R6 (zie tabel 6.1) hebben de typische fysisch chemische kenmerken van een beek-/riviersysteem met: een redelijke doorstroming, voldoende doorzicht, lage watertemperatuur, neutrale pH en een laag zoutgehalte. De watersystemen voldoen hiermee aan KRW-kwaliteitseisen. Hetzelfde geldt voor de Dortherbeek Oost, Dortherbeek West en het Zuidelijk Afwateringskanaal, behorend tot het type M1a.

51

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

Literatuur [001A] Afwentelingsonderzoek oppervlaktewater Rijn-Oost (Rapport, 2012) [012A] Waterrapport 2008-2011 (Rapport, 2012) [013A] Waterrapport 2011-2014 (Rapport, 2015) [014A] KRW factsheets (factsheets, 2013) [015A] Factsheets waterlichamen Actualisatie waterkwaliteitsopgave Periode 2016-2021 (Factsheets, 2014) [019A] Hoofdrapportage KRW voor het beheergebied van waterschap Rijn en IJssel (Rapport, 2007) [024SB] Gebiedsdocument KRW Waterlichaam Schipbeek (conceptrapport, 2007) [037SB] Waterkwaliteitsrapportage 2010 (rapport, 2011) [038SB] Natura 2000 Gebiedsanalyse voor de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) Buurserzand en Haaksbergerveen (Rapport, 2014) [042A] Factsheet 1 INDENO(1,2,3-CD)PYREEN (factsheet, 2005)

Websites Waterrapport 2011-2014 op sharepoint: http://sharepoint.wrij.nl/plein/Organisatie/KA/Gedeelde%20%20documenten/Waterrapport%20def initief.pdf#search=waterrapport http://www.wrij.nl/waterbeheerplan/

6.3 Ecologie

Hydromorfologie & waterbodem De Buurserbeek ligt voor een deel in agrarisch gebied maar voor een belangrijk deel stroomt de beek ook door bossen of natuurgebieden en is begroeid met houtige gewassen op de oevers. De beek kent aanzienlijke hoogteverschillen. De stroomsnelheid is dan ook voldoende voor stromingsminnende soorten.

De hydromorfologie van de Schipbeek is kunstmatig of sterk aangetast ten opzichte van de natuurlijke situatie. De Schipbeek is een langzaam stromende, sterk genormaliseerde beek die over de gehele lengte tussen kades of hoge gronden ligt. De lage stroomsnelheden zijn ongunstig voor typische beeksoorten.

De Schipbeek ligt in een vlakker en voornamelijk in agrarische gebied. De beek heeft op veel plaatsen het karakter van een kanaal met kades. Op sommige plaatsen zijn de oevers begroeid met houtige gewassen. Nabij Deventer ligt de beek in een meer stedelijk gebied. Toch zijn er ook gebieden die regelmatig inunderen en zijn er plaatsen met meer stroming, in het bijzonder waar vistrappen zijn aangelegd.

De Elsbeek, Zuidelijk Afwaterkanaal, Dortherbeek Oost en West, Oude Schipbeek worden ook getypeerd door civieltechnische inrichting, intensief onderhoud en waterinlaat. Het waterlichaam

52

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

Zoddebeek is over de hele lengte heringericht en heeft een meer natuurlijke inrichting met vispasseerbare cascades en plas/dras-oevers.

Waterplanten PM

Vis & fauna In het stoomgebied zijn zestien vissoorten aangetroffen tijdens KRW-visstandmonitoring. De visstand wordt gedomineerd door soorten van plantenrijke, niet stromende wateren zoals blankvoorn, rietvoorn en kolblei. Ook komt er bittervoorn voor. Toch komen ook stromingsminnende soorten voor zoals bermpje en serpeling. Dit is voornamelijk het geval op locaties waar het water sneller stroomt en het bodemsubstraat uit zand of stortstenen bestaat. Op dergelijke locaties komt ook de rivierdonderpad voor. De invasieve marmergondel heeft inmiddels grote delen van de Schipbeek gekoloniseerd en komt in hoge dichtheden voor in de oeverzone.

In de Buurserbeek zijn veertien vissoorten gevangen. Er zijn drie stromingsminnende soorten aangetroffen waaronder serpeling. Deze soort komt voornamelijk bovenstrooms van Haaksbergen voor waar de beek meer morfologische variatie vertoont. Het vispasseerbaar maken van een groot aantal overlaten heeft een positief effect op de verspreiding van deze systeemeigen soorten. Opvallend is het voorkomen van Bittervoorn in de Buurserbeek.

De zijbeken van de Buurserbeek en Schipbeek, zoals de Zoddebeek en Elsbeek, bevatten weinig diversiteit en delen vallen regelmatig droog. In het mondingsgebied van de Zoddebeek worden de habitatkritische serpeling en bermpje aangetroffen. In andere wateren, zoals de Dortherbeek en Oude Schipbeek, wordt water ingelaten maar is de stroming beperkt, stuwen zijn hier niet vispasseerbaar en stromingsminnende soorten ontbreken. Verder wordt de visstand gedomineerd door algemene soorten: zeelt, snoek en blankvoorn.

Voor veel vissoorten is migratie belangrijk. Het gaat dan om lokale migratie tussen delen van een beek of binnen een beheersgebied en vissoorten die grote afstanden afleggen. Om vismigratie mogelijk te maken zijn er vispassages in de Schipbeek-Buurserbeek aangelegd. De beek is bijna optrekbaar, met uitzondering van enkele stuwen, die in de nabije toekomst vispasseerbaar wordt gemaakt. De aanwezige vaste overlaten liggen ‘verzonken’ en zijn geen obstakel voor migrerende vis of zijn vispasseerbaar gemaakt. Behalve de Zoddebeek zijn de zijtakken van de Schipbeek-Buurserbeek niet visoptrekbaar.

In de meeste waterlichamen is de visstand op orde of is er verbetering waar te nemen. In de Buurserbeek bleef de visstand onder de maat. De beek is ongeschikt is voor stromingsminnende soorten. Dit heeft te maken met het afvoerregime (droogval in de zomer) en weelderige plantengroei wat in combinatie met intensief maaionderhoud na het herinrichten.

In de Buurserbeek zijn bevers waargenomen. Deze kunnen lokaal onderhoudsproblemen opleveren. Voor de natuur is de komst van de bever echter een verrijking omdat de soort meer variatie aanbrengt in bosstroken langs een beek.

Macrofauna

53

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

In de Buurserbeek worden vooral in het heringerichte gedeelte tot de Braambrug in Buurse veel zeldzame beeksoorten aangetroffen, zoals: . Kokerjuffers Psychomya pussila, Hydropsyche pellucidula en onlangs Rhyacophila dorsalis; . Platte nachtroofwants Aphelocheirus . kevers van de familie Limnius.

Verder komen in grote aantallen kriebelmuglarven, vlokreeften watermijten voor waardoor de Buurserbeek voldoet aan de KRW-eisen. De beek ligt echter wel vast tussen stenen en puinoevers waardoor de beek zijn kracht in de diepte uitoefent. Een voordeel hiervan is dat slib wordt weggespoeld en negatief scorende soorten als wormen en rode muggenlarven geen habitat hebben. Bovendien zijn vaste substraten als steen en zand ideale plekken voor beeksoorten. Een nadeel van de diepte is dat het vestiging van vegetatie belemmert. Ook spoelt al het organische materiaal weg waardoor er meestal geen evenwichtige verdeling is van soorten als het gaat om voedselstrategie.

Twee zijbeken, de Steenhaarwatergang en de Zoddebeek zijn overwegend stagnant. De eerste heeft een veenachtig karakter geschikt voor de kokerjuffer Oligotricha striata, het zwarte bootsmannetje en de duikerwants Hesperocorixa sp. De Zoddebeek is een plantenrijke watergang waar onlangs de zeldzame Zuidelijke oeverlibel (Orthetrum brunneum) wordt aangetroffen. De watergang voldoet niet aan de KRW-normen.

In de Schipbeek, die in het verleden gegraven is, zijn natuurvriendelijke oevers aangelegd om de ecologie te verbeteren. Een dergelijke herinrichting bevordert de plantengroei en een toename aan stagnant water indicerende macrofauna. Doorspoelen van het watersysteem zorgt er voor dat af en toe ook zeldzame stromingsindicatoren worden aangetroffen, zoals de haften Brachycercus harrisella en Caenis lactea. Over het algemeen domineren de stagnante soorten als wantsen en kevers. Ook neemt het aantal exotische soorten toe. Dikerogammarus sp, Gammarus tigrinus, de korfmossel Corbicula en de slijkgarnaal Corophium bezetten al de hele watergang. Met de beoordeling volgens de KRW maatlat voor stromende wateren voldoet de Schipbeek.

De macrofaunagemeenschap van de Elsbeek is een mix van stromende- en stagnant indicerende soorten. Naast de vele slakken en wantsen worden ook veel vlokreeften en kokerjuffers gevangen, toch voldoet de Elsbeek aan de KRW-normen.

De Dortherbeek West en de Dortherbeek Oost (Voortsebeek) hebben een stagnant karakter (M- type) en een hierbij behorende macrofaunagemeenschap met een overmaat aan slakken en wantsen. De Voortsebeek behaalt daarmee de KRW-doelen. De verwachting voor de Dortherbeek is dat dit eveneens wordt behaald na het aanleggen van de plasbermen.

De kwaliteit van de macrofaunagemeenschappen in het beheersgebied van de Schipbeek is stabiel gebleken tussen 2009 en 2013. Zoals hierboven is beschreven voldoen sommige waterlichamen aan de gestelde doelen, andere niet. Alleen in de Dortherbeek Oost is er een verbetering vastgesteld.

54

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

Literatuur [012A] Waterrapport 2008-2011 (Rapport, 2012) [013A] Waterrapport 2011-2014 (Rapport, 2015) [014A] KRW factsheets (factsheets, 2013) [014B] RAVON Vissenweekend 2006 Gelderland - Achterhoek (Rapport, 2007) [015A] Factsheets waterlichamen Actualisatie waterkwaliteitsopgave Periode 2016-2021 (Factsheets, 2014) [016A] Evaluatie van 23 jaar macrofauna-monitoring bij Waterschap Rijn en IJssel (Rapport) [017A] Vissenatlas gelderland (Boek, 2012) [019A] Hoofdrapportage KRW voor het beheergebied van waterschap Rijn en IJssel (Rapport, 2007) [020A] Vismigratie in de Achterhoek, Onderzoek naar vismigratie in de Schipbeek, de Groenlose Slinge en de Oude IJssel (Rapport, 2007) [021A] Waterplanten- en vissenonderzoek in waterlichamen van Waterschap Rijn en IJssel in 2008 (Rapport, 2008) [022A] Waterplanten- en vissenonderzoek in waterlichamen van Waterschap Rijn en IJssel in 2012 (Rapport, 2012) [024A] Visplan Rijn en IJssel, Deel 2: gebiedsgerichte uitwerking in factsheets (Rapport, 2013) [024SB] Gebiedsdocument KRW Waterlichaam Schipbeek (conceptrapport, 2007) [025SB] Waterplanten- en vissenonderzoek in waterlichamen van Waterschap Rijn en IJssel in 2012 (Rapport, 2012) [026SB] Gebiedsrapportage KRW Waterlichaam Buurserbeek (Rapport, 2008) [027SB] Gebiedsrapportage KRW Waterlichaam Dortherbeek (Rapport, 2008) [028SB] Gebiedsrapportage KRW Waterlichaam Dortherbeek Oost (Rapport, 2008) [029SB] Gebiedsrapportage KRW Waterlichaam Elsbeek (Rapport, 2008) [030SB] Gebiedsrapportage KRW Waterlichaam Oude Schipbeek (Rapport, 2008) [031SB] Gebiedsrapportage KRW Waterlichaam Schipbeek (Rapport, 2008) [032SB] Gebiedsrapportage KRW Waterlichaam Zoddebeek (Rapport, 2008) [033SB] Gebiedsrapportage KRW Waterlichaam Zuidelijk afwateringskanaal (Rapport, 2008) [037SB] Waterkwaliteitsrapportage 2010 (rapport, 2011) [038SB] Natura 2000 Gebiedsanalyse voor de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) Buurserzand en Haaksbergerveen (Rapport, 2014)

Websites Waterrapport 2011-2014 op sharepoint: http://sharepoint.wrij.nl/plein/Organisatie/KA/Gedeelde%20%20documenten/Waterrapport%20def initief.pdf#search=waterrapport

6.4 Stedelijke waterkwaliteit Tegenwoordig dient het stedelijk water vooral voor de afvoer van water in het stedelijk gebied en ter verfraaiing van de openbare omgeving. Echter het stedelijk water is in sommige gevallen gevoelig voor waterkwaliteitsproblemen, zoals blauwalg, vissterfte, stank en zwerfvuil. Meldingen van blauwalg komen vooral voor in wateren waarin geen doorstroming mogelijk is in combinatie

55

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015 met hoge nutriëntgehalten en warm weer. Meldingen van vissterfte komen het meeste voor in combinatie met overstorten. Dat komt omdat de vuillozing tot een plotselinge - en voor vissen soms fatale zuurstofdaling kan leiden. Daarnaast zijn wateren zonder mogelijkheid tot doorstroming in de zomer kwetsbaar voor vissterfte, ongeacht de aanwezigheid van een overstort.

6.5 Zwemwater. Tegenwoordig dient het stedelijk water vooral voor de afvoer van water in het stedelijk gebied en ter verfraaiing van de openbare omgeving. Echter het stedelijk water is in sommige gevallen gevoelig voor waterkwaliteitsproblemen, zoals blauwalg, vissterfte, stank en zwerfvuil. Meldingen van blauwalg komen vooral voor in wateren waarin geen doorstroming mogelijk is in combinatie met hoge nutriëntgehalten en warm weer. Meldingen van vissterfte komen het meeste voor in combinatie met overstorten. Dat komt omdat de vuillozing tot een plotselinge - en voor vissen soms fatale zuurstofdaling kan leiden. Daarnaast zijn wateren zonder mogelijkheid tot doorstroming in de zomer kwetsbaar voor vissterfte, ongeacht de aanwezigheid van een overstort.

56

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

7 Grondwater

7.1 Ondiep (freatisch) grondwater

Kaart 7.1 Grondwatertrappen in het Schipbeek beheersgebied (obv AMIGO versie 1)

In het verleden zijn watergangen steeds dieper en breder gemaakt om water snel te kunnen afvoeren. Daardoor is ook de gemiddelde grondwaterstand gedaald. In een groot deel van ons gebied de gemiddelde zomer-grondwaterstand te laag voor zowel landbouw als natuur. De landbouw kan droogteschade deels voorkomen door beregening of verbetering van de bodemstructuur. Voor landnatuur zijn aanpassingen van het watersysteem nodig om de gemiddelde grondwaterstand te verhogen.

Het beheersgebied van de Schipbeek kent droge en natte gebieden (kaart 7.1). Deze worden vooral veroorzaakt door hoogteligging en bodemopbouw (zie bodem en ondergrond). De hogere zanderige stuwwallen zijn droog en hebben een hoge grondwatertrap (GT VIII), zoals bij Holten, Neede en aan de grens met Duitsland. Aan de voet van deze hogere delen is er kwel en staat het grondwater vlak onder maaiveld (GW I t/m III). Dit is goed te zien in de gebieden rondom de Needse Berg en aan de voet van stuwwal van Holten tot aan het Twentekanaal, waaronder het Holterbroek en Markelose broek. In het oosten ligt het Natura 2000 gebied ‘Het Buurserzand & Haaksbergerveen’ (zie natuur). Vooral het zuidelijke deel hiervan is erg nat. In het westen bij Bathmen wisselen natte en droge zones elkaar af. Dit heeft te maken met (voormalige) beeklopen en de hiermee samenhangende bodemopbouw en hoogteverschillen. Hier ligt de

57

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

Schipbeek relatief laag waardoor er in de directe omgeving droge omstandigheden zijn. Hetzelfde geldt zeker voor het Twentekanaal, dat nog een stuk dieper ligt en een duidelijke drainerende invloed heeft op de omgeving.

Literatuur [004SB] De Buurserbeek, terug naar vroeger (Rapport, 2003) [015SB] Hydrologisch onderzoek Dortherbeek (Rapport, 2011) [016SB] Kringen in het water, Heden en verleden van de Alstätter Aa Buurserbeek Schipbeek (Boek, 2005) [013A] Waterrapport 2011-2014 (Rapport, 2015)

7.2 Kwel en wegzijging De kwel en wegzijging kennen grote gelijkenis met de grondwaterstanden (kaart 7.1). In natte gebieden is vaak sprake van kwel, in de droge gebieden wegzijging. Alleen het Buurserveen is hierop een uitzondering. Hier zijn natte omstandigheden te wijten aan het vasthouden van water en niet aan kwel.

Het grootste deel van het beheersgebied heeft beperkte inzijging. In de beekdalen en langs de flanken van de stuwwalen treedt kwel op, meestal ter plaatse van een watergang. Het Holterbroek en Markelose broek (bij de stuwwal Markelo-Holten) zijn voorbeelden van kwelgebieden. Ook is er aanzienlijke kwel in het stroomgebied van de Dortherbeek.

Het laag gelegen Twentekanaal heeft een constant peil van ongeveer 10 m+N.A.P. en snijdt de goed doorlatende Kwartaire afzettingen aan. Hierdoor oefent het Twentekanaal een drainerende werking uit op de directe omgeving.

Literatuur

[004SB] De Buurserbeek, terug naar vroeger (Rapport, 2003) [015SB] Hydrologisch onderzoek Dortherbeek (Rapport, 2011) [016SB] Kringen in het water, Heden en verleden van de Alstätter Aa Buurserbeek Schipbeek (Boek, 2005)

58

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

7.3 Grondwateronttrekking & -stroming

Kaart 7.2: Grondwateronttrekkingen en –stroming. (Informatie over de provincies Gelderland en Overijssel verschilt ten aanzien van sommige kaartlagen. Niet alle onttrekkingen in Overijssel zijn zichtbaar.)

De grondwaterstroming in het freatisch pakket is bovenstrooms van het Twentekanaal voornamelijk (noord)westelijk gericht. Benedenstrooms van het Twentekanaal is de stroming westelijk gericht. De stuwwal bij Markelo-Holten is duidelijk zichtbaar met lokale stroming naar de Schipbeek. Het Markelose Broek is een gebied met een beperkt verhang en grondwaterstroming.

In het beheersgebied komen enkele grote en veel kleine onttrekkingen voor (kaart 7.2). De grootste onttrekking is de Vitens drinkwaterwinning bij het Noordijkerveld bij Neede. In het beheersgebied komen verder diverse industriële onttrekkingen en (tijdelijke) bronbemalingen voor, zoals ten zuiden van Neede. In droge periodes wordt op veel plaatsen grondwater onttrokken om het land te beregenen. In het Gelderse deel wordt in totaal bijna 1.3 miljoen m3 per jaar onttrokken, waarvan ongeveer twee derde drinkwater bij Neede. In de provincie Overijssel zijn er veel grondwateronttrekkingen doch deze onttrekkingen voor beregening in de landbouw zijn geen onderdeel van de Overijsselse dataset.

Grote onttrekkingen in de buurt van het beheersgebied van de Schipbeek hebben ook invloed op het grondwater in het beheersgebied. Het gaat onder meer om een winning bij Holten en Markelo (beheersgebied van waterschap Vechtstromen) en in Deventer (waterschap Groot Salland).

59

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

7.4 Grondwaterkwaliteit

60

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

8 Maatschappelijke functies

8.1 Cultuurhistorie en watererfgoed Het beheersgebied van de Schipbeek kent een rijke historie. Langs de beek zijn op diverse plekken landhuizen en kastelen gebouwd, zoals huize Diepenheim langs de Schipbeek of kasteel Arkelstein langs de (oude)Schipbeek. Ook komen en kwamen er diverse watermolens voor in de hoofdloop van de Buurserbeek-Schipbeek, zoals: Haarmühle op de grens met Duitsland en de Oostendorperwatermolen, ook wel Haaksbergse watermolen genoemd. Diverse watermolens en landhuizen en kastelen zijn in het verleden verloren gegaan. Op enkele locaties zijn nog wat oude restanten aanwezig zoals bij cafe Beekzicht Buurse, kasteelruine Waerdenborch bij Holten en bij de Markveldse Molenstuw.

In het gebied komen verder diverse objecten voor die zijn aangemerkt als watererfgoed. Hierbij kan gedacht worden aan een stuw of brug, maar ook bijvoorbeeld aan een Schans, zoals deze is te vinden in het Buurserzand of de verdedigingswerken langs de Schipbeek in de omgeving van Bathmen. Deze objecten zijn ook te vinden op de WRIJ Watererfgoed website.

Enkele in het oog springende objecten zijn: . Opgravingen Klooster Ter Hunnepe Deventer; . Landweer Schipbeek Bathmen; . Waterpartij Dorth Kring van Dorth; . Archeologische vindplaats Gracht bij kasteelruine Waerdenborch; . Schipbeek Westerflier Diepenheim; . Stuw Watermolen Oostendorper Watermolen Haaksbergen.

Literatuur [004A] Gij beken eeuwig vloeiend; Water in de streek van Rijn en IJssel’ (Boek, 2000). [016SB] Kringen in het water, Heden en verleden van de Alstätter Aa Buurserbeek Schipbeek (Boek, 2005) [018SB] Waterschap de Schipbeek 1881-1981 (Boek, 1981) [036SB] Rapport Landgoederen Westerflier en Diepenheim Hydrolo-ecologische en cultuurhistorische analyse (Rapport, 2010)

8.2 Beroepsscheepvaart Sinds tweede helft van de 19e eeuw is er geen beroepsscheepvaart op de Schipbeek of andere delen van het beheersgebied.

Literatuur [001SB] Uit de geschiedenis van de Schipbeek (Artikel, 1934) [002SB] Schipbeek Historie (memo) [004A] Gij beken eeuwig vloeiend; Water in de streek van Rijn en IJssel’ (Boek, 2000). [004B] Historisch Waterbeheer, een benadering van historische watersystemen: definities en voorbeelden (Rapport, 2005) [019SB] Varen waar geen water is_Reconstructie van een verdwenen wereld_geschiedennis van de scheepvaart ten oosten van de IJssel van 1300 tot 1930 (Boek, 1981)

61

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

8.3 Recreatie De Achterhoek en Twente bieden een gevarieerde omgeving voor de recreant. Het Beheergebied van de Schipbeek kenmerkt zich enerzijds door het afwisselende reliëf, kleinschalige beboste kavels en grote boscomplexen en anderzijds door dorpen en steden zoals Neede, Markelo en Deventer. Naast de hieronder beschreven recreatieve mogelijkheden zijn er onder andere ook ruiter- en skeelerpaden.

Alle eigendommen van het waterschap zijn passief opengesteld voor recreatief medegebruik. Dit geldt ook voor het Schipbeek beheersgebied. Het gaat om wandelen, zwemmen, schaatsen en ongemotoriseerd varen, mits men niets beschadigt of vervuilt. Bij aanwezigheid van fietspaden mag men fietsen en honden dienen aangelijnd te zijn. Naast de passieve openstelling is er ook actief recreatief medegebruik. Bij deze activiteiten is instemming van het waterschap nodig (instemming betekent: vergunning en/of overeenkomst of toestemmingsbrief).

Recreatievaart Er wordt op twee plekken in de Buurserbeek-Schipbeek gevaren met boten. Er is verder geen sprake van recreatievaart. Ter hoogte van de Haaksbergsewatermolen in Haaksbergen, wordt met kleine groepen gevaren met de Buurserpot (www.hetlankheet.nl). Bij Bathmen wordt op de Oude Schipbeek gevaren met een zomp (www.depothaar.nl). Beide boten zijn replica’s van de boten die vroeger gebruikt werden voor goederentransport op Buurserbeek-Schipbeek.

Kanovaart De Schipbeek benedenstrooms van het Twentekanaal en Oude Schipbeek zijn aangemerkt als kanoroute en daartoe ook ingericht, de Buurserbeek is dat niet (zie ook www.kanoweb.nl).

Sportvisserij De volledige visrechten van de wateren in eigendom van Waterschap Rijn en IJssel worden verhuurd aan twee koepelorganisaties: de Hengelsportfederatie Midden Nederland en Sportvisserij Oost Nederland. Beide hebben viswateren binnen het beheersgebied van de Schipbeek (zie Visplan Rijn en IJssel). In tegenstelling tot andere beheersgebieden heeft het beheersgebied van de Schipbeek geen stedelijk water dat wordt verhuurd aan lokale visverenigingen. Er is geen beroepsvisserij binnen het waterschap Rijn en IJssel.

De meeste wateren zijn opgenomen in www.visplanner.nl. Via deze website kunnen sportvissers informatie krijgen over vislocaties en de regels die daar gelden. Voor alle viswateren geldt: . Er gelden restricties ten aanzien van het meenemen van vis; . Nachtvissen is alleen toegestaan met een zogenaamde nachtvispas op de Schipbeek en Buurserbeek. Anders alleen tussen 1 uur voor zonsopkomst en 1 uur na zonsondergang; . Langs de Schipbeek en de Buurserbeek zijn wedstrijdvislocaties. Om een wedstrijd te organiseren is een vergunning van de betreffende hengelsportfederatie nodig.

Wandelen en fietsen In het beheersgebied van de Schipbeek lopen veel fiets- en wandelroutes en zelfs skeeler- en ruiterroutes. In de omgeving van Haaksbergen en Buurse ligt een MTB-route die voor een deel

62

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015 langs de Buurserbeek loopt en de beek meerdere keren kruist. De onderhoudspaden van het waterschap zijn in principe allemaal open voor wandelaars. Sommige zijn zelfs aangesloten op lange afstandswandelroutes. De routes zijn onder andere te vinden op de internetsites van het Achterhoek.nl en recreatieschap Salland.

Zwemmen Binnen het beheersgebied zijn 2 wateren gekenmerkt als officieel zwemwater. Onder het kopje zwemwater zijn verwijzingen naar de zwemwaterprofielen opgenomen.

Literatuur [004A] Gij beken eeuwig vloeiend; Water in de streek van Rijn en IJssel’ (Boek, 2000). [023A] Visplan Rijn en IJssel, Deel 1: algemene uitwerking (Rapport, 2013) [024A] Visplan Rijn en IJssel, Deel 2: gebiedsgerichte uitwerking in factsheets (Rapport, 2013) [025A] AB 23-12-04 Nota recreatief medegebruik (Besluit, 2004) [026A] Recreatief medegebruik van EVZ, Hen en SED in Waterschap Rijn en IJssel, ecologische effecten en inpassingsbeoordeling (Rapport, 2007) [027A] Gezamelijke Lijst van Nederlandse Viswateren 2013-2014-2015 (Folder, 2013) [028A] Overzicht vrijstellingwateren vis (lijst) [034SB] De buurser pot op Landgoed het Lankheet (folder) [035SB] Landelijke & Federatieve Lijst van Viswateren 2010-2011-2012 (Folder)

63

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

9 Beheer en onderhoud

Legger en keur De legger watergangen en bergingsgebieden is een register waarin gegevens over de ligging, vorm, afmeting en constructie van watergangen, bergingsgebieden en bijbehorende kaden en kunstwerken zijn vastgelegd (zie Informatie legger op WRIJ website). Daarnaast is in de legger vastgelegd wie de onderhoudsplichtigen en wat de onderhoudsverplichtingen zijn. Dit is een uitwerking van de algemene bepalingen in de Keur over gewoon en buitengewoon onderhoud. De legger geeft ook de begrenzing van de kernzone en de beschermingszone aan. In deze zones zijn de bepalingen uit de Keur van toepassing. Een wijziging in de legger kan ook een wijziging in het toepassingsgebied van de Keur betekenen. De legger bevat alleen de waterstaatswerken die WRIJ actief beheert, conform het vastgestelde beleid.

Profieltypes De Buurserbeek-Schipbeek en de andere waterlopen in het beheersgebied hebben veelal een standaard profiel. Kenmerkend voor de Schipbeek is de breedte van de onderhoudspaden. Langs 87% van de oevers is het onderhoudspad 3 meter of breder. In de andere beheersgebieden is het aandeel van onderhoudspaden breder dan 3 meter gemiddeld 30 %. 3 Meter is de minimale breedte om met ‘breed spoor’ materieel het onderhoud te kunnen plegen. In de praktijk is echter een bredere strook nodig voor de bewegingsvrijheid van het materieel. Op de overige oevers in het beheersgebied van de Schipbeek is er vaak geen onderhoudspad of –strook. Hier wordt het onderhoud vanaf 1 zijde gedaan, het betreft veelal smallere watergangen. Er zijn nauwelijks stroken smaller dan 3 meter te vinden in het beheersgebied van de Schipbeek.

De Buurserbeek-Schipbeek heeft aan weerszijden een onderhoudspad van 4m en vervolgens kades of aansluitende hoge gronden (zie ook waterveiligheid). Op diverse plekken is één van de onderhoudpaden vergraven tot een ecologische oever. Kenmerkend voor de Buurserbeek- Schipbeek is dat langs 84% van de watergangen onderhoudspaden liggen. Langs het overige deel wordt de toegang voor het onderhoud gekregen op basis van de keur. Hier is er sprake van zogenaamde onderhoudsstroken. Enkele herinrichtingen vormen de uitzondering. De kleinere watergangen hebben over het algemeen een bodembreedte beginnend met 0,5 meter en een talud van 1:1 of 1:1,5.

Om te voldoen aan een goede doorvoer van water in de watergangen is onderhoud nodig. Om het onderhoud goed te kunnen uitvoeren, hebben de watergangen een vastgesteld leggerprofiel. Ook zijn ze ingedeeld in keurprofieltypes waar op het onderhoud is afgestemd (zie overzicht profieltypen). De profieltypes zeggen iets over de volgende kenmerken van een watergang:

. Dimensionering; . Aanwezigheid en type van onderhoudsstroken; . Aanwezigheid en type kades; . Inrichting / bufferzone; . Kern / beschermingszone; . Natuurlijkheid;

64

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

Figuur 9.1 Profieltype 2, het meest voorkomende profiel binnen het beheersgebied Schipbeek (legenda)

Profieltype 2 is veruit het meest voorkomende profiel in het beheersgebied (en het hele waterschap). Het gaat om een watergang met aan beide zijden een onderhoudsstrook of onderhoudspad. Meer dan 50% van alle hoofd en overige watergangen is ingericht volgens dit type (zie figuur 9.1).

De ruimtelijke verdeling van profieltypes en onderhoudspakketten in beheersgebied Buurserbeek- Schipbeek is via Informatie legger beschikbaar.

Onderhoudspakketten Het onderhoud wordt gedaan aan de hand van de veldgids. In de veldgids zijn 5 werkprotocollen opgesteld voor: . Maaionderhoud . Onderhoud houtwallen . Onderhoud waterkeringen . Onderhoudsbaggeren en herstelwerkzaamheden aan oever en onderhoudspad Binnen deze protocollen wordt er rekening gehouden met voorkeursperioden die zijn gebaseerd op het efficiënt uitvoeren van het onderhoud en het ontzien van beschermde flora- en faunasoorten. Het exacte onderhoud is vastgelegd in de Maaikalender op de WRIJ-website. Hoe we precies omgaan met aanwezige natuur staat beschreven in de gedragscode Flora-faunawet.

Binnen protocol 1 voor maaionderhoud wordt er onderscheid gemaakt tussen 8 onderhoudspakketten (zie veldgids). Deze zijn gebaseerd op het watertype en de breedte. Onderhoudspakket 9 betreft een BOP met een apart beheer- en onderhoudsplan. Een beheer- en onderhoudsplan wordt gebruikt om na de inrichting van een projectgebied de gewenste situatie te realiseren en te onderhouden. Het plan beschrijft hoe te werk wordt gegaan en waarom juist daarvoor gekozen is. Daarnaast wordt ook de verdeling gemaakt wie welk onderdeel (wat) van het beheer en onderhoud uitvoert. De kosten en verplichtingen worden in het plan inzichtelijk gemaakt, ook om budgetten en begrotingen hierop te kunnen afstemmen. Vaak zijn er in stedelijk gebied BOP’s gemaakt bij de overdracht van stedelijk water.

Hieronder zijn enkele kenmerken van het gebied beschreven: . Voor o.a. de Zoddebeek is een specifiek beheer en onderhoudsplan opgesteld (BOP).

65

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

. Binnen het beheersgebied van de Schipbeek ligt ruim 230 km aan hoofdwatergangen. Dit is bijna gelijk aan de totale lengte van de overige watergangen. . Van deze hoofdwatergangen is bijna de helft pakket 2. Pakketten 1 en 5 zijn goed voor 20% en 26% van de lengten. . In de 280 km niet hoofdwatergangen komen pakketten 1 (47%) en 3 (38%) het meest voor. . Het bovenstaande is vergelijkbaar met de overige beheersgebieden (vooral Berkel en Baakse Beek). Wel is er een relatief groot aandeel aan watertype 1 (smalle watergang die alleen in het najaar wordt gemaaid en geschoond).

Tabel 9.1 Maaipakketen in het beheersgebied Schipbeek (werkprotocol 5, volgens veldgids)

Onderhouds- Hoofdwatergangen (%) Overig water (%) pakket (OHP) Beheersgeb. Overige Beheersgeb. Overige Beheersgeb. Schipbeek Beheersgeb. Schipbeek

0* 0 0 0 1

1 20 12 47 28

2 49 55 10 9

3 0 0 38 46

4 0 3 1 7

5 26 16 1 3

6 1 5 2 3

7 0 2 1 3

8 0 0 0 1

* 0 = Geen onderhoudspakket; ** 9 = BOP (beheer- en onderhoudsplan)

Baggeren en groot onderhoud Baggerwerkzaamheden worden uitgevoerd op basis van een meetprogramma en het piepsysteem. Het hoofwatersysteem (circa 1000 km in het beheergebied van WRIJ), de inlaatleidingen en het stedelijk water wordt elke 10 jaar ingemeten. Afhankelijk van het meetresultaat wordt bepaald of baggeren noodzakelijk is. Voor de overige watergangen geld dat deze gebaggerd worden op basis van het piepsysteem. In de Oude Schipbeek, Dortherbeek Oost en West wordt ongeveer eens per 15 jaar gebaggerd.

Zandvangen

66

Statische beschrijving beheersgebied Schipbeek juli 2015

Op diverse plekken in het beheersgebied komen zandvangen voor. De zandvangen zijn veelal te vinden op die plekken waar het verhang afneemt in de watergangen waardoor de stroomsnelheid afneemt en het sediment bezinkt. In het beheersgebied van de Schipbeek is de grootste zandvang te vinden in Diepenheim (50.000 m3). Tevens was er een grote zandvang aanwezig in de Zoddebeek ter hoogte van de grens, deze heeft echter door de herinrichting van de Zoddebeek zijn functie verloren. En komen er ter hoogte van het Twentekanaal een aantal zandvangen voor. Daar waar de Slinge, het Zuidelijk afwateringskanaal en de Schipbeek in het Twentekanaal uitmonden. Voor de grote zandvangen geld dat de grote elke circa 10 jaar worden ingemeten. De kleinere zandvangen worden door de onderhoudsdienst regulier op diepte gebracht.

Natuurvriendelijk beheer en onderhoud Met de invoer van diverse natuurbeschermingswetten, KRW en de Gedragscode voor de flora- en faunawet wordt nu zowel met economische belangen van de landbouw als met ecologische belangen rekening gehouden. Ook na herinrichtingsprojecten wordt veelal een nieuw of herzien onderhouds- en beheerplan opgesteld, om de ingerichte maatregelen ook op langere tijd in zijn waarde te laten. Bij knelpunten tussen functies wordt er gezocht naar oplossingen die meerdere doelen dienen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan:

. Minimaliseren van de frequentie waarmee de watergangen gemaaid of geschoond worden; . Gefaseerd maaien en schonen; . Het maaien en schonen op momenten dat dit zo min mogelijk schade geeft aan de natuur; . Hoger peil om verdroging tegen te gaan en kwetsbare natte natuur een kans te geven; . Aanvullende maatregelen om beschermde dier- en plantensoorten te beschermen bij werkzaamheden.

Bosontwikkeling op de oever leidt op den duur tot minder onderhoud, zo leert de ervaring met Buurserbeek, Leerinkbeek en delen van de Groenlose Slinge. De ontwikkelingen langs de Zoddebeek laten zien wat er gebeurt als er alleen verondiept wordt zonder bos op de oevers.

Literatuur [033A] Toelichting Leggertekst (Memo) [034A] Legger watergangen en bergingsgebieden Bepalingen en toelichting (Memo) [035A] Veldgids beheer en onderhoud, natuurwedgeving in de praktijk (Rapport, 2010) [036A] Dwarsprofielen volgens de keur (Tekeningen, 2012) [037A] Gedragscode Flora- en faunawet voor waterschappen (Rapport, 2012) [038A] Programma van eisen Beheer en OnderhoudsPlan (BOP) binnen waterbeheer (Memo, 2012)

Maaikalender

67