Catalogus Handschriften- Verzameling
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
CATALOGUS VAN DE HANDSCHRIFTEN- VERZAMELING DOOR J. G. B. NIEUWENHUIS GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST ROTTERDAM 1970 CATALOGUS VAN DE HA NDSCHRIFTEN- VERZAMELING DOOR J. G. B. NIEUWENHUIS HOOFDCOMMIES BIJ DE GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST VAN ROTTERDAM I No. 1 - 3116 TEN GELEIDE Aan de vorming en uitbreiding van de handschriftenverzameling van het Rotter- damse Gemeentearchief is van oudsher steeds veel aandacht besteed. Het gevolg was dat de collectie niet alleen omvangrijk is geworden, maar dat er vele stukken in opgenomen zijn, die een grote documentaire waarde bezitten. Naarmate de collectie in omvang toenam, verminderde evenwel de toegankelijkheid ervan. De lij sten met aanvullingen werden summier en uiterst gebrekkig bijgehou- den. Aan systematiek ontbrak alles. Een zeer rijke bron van historische gegevens lag vrijwel opgedroogd, onbruikbaar en onbekend als ze was voor de onderzoekers. Slechts door vakkundige catalogisering zou deze bron opnieuw kunnen gaan vloeien. De heer J. G. B. Nieuwenhuis, die zijn sporen op het gebied van archief- inventarisatie reeds verdiend heeft, vond ik gaarne bereid dit werk op zich te nemen. Veel tijd, veel denkarbeid en andere moeite moest hij eraan besteden, voordat hij de voldoening kon smaken op een verantwoorde wijze gereed te zijn. Het doet mij genoegen dat het gemeentebestuur van Rotterdam heeft willen inzien dat het van belang is dat deze catalogus van handschriften in druk verschijnt, opdat zo veel mogelijk genteresseerden er kennis van kunnen nemen en gebruik van kunnen maken. Voor de fournering van de gelden hiervoor zullen zij met mij erkentelijk zijn. Moge door deze uitgave het gewenste resultaat geoogst worden augustus 1970 R. A. D. Renting Gemeentearchivaris III INLEIDING Het gemeentebestuur van Rotterdam komt de eer toe de grondslag te hebben gelegd voor de huidige verzameling van handschriften. Toen in 1848 een deel van de collectie handschriften van Kornelis van Alkemade en mr. Pieter van der Schelling te Amsterdam werd geveild, gaf het gemeentebestuur opdracht een aantal werken, op de stad Rotterdam betrekking hebbend, aan te kopen. De aldus gekochte delen werden door de gemeentesecretaris getekend en voorzien van het volgende inschrift: „Behoort tot het Archief der Stad Rotterdam, zijnde daarvoor aangekocht door H.H. Burgemeester en Wethouders op de verkoping der na- gelaten Handschriften enz. van K. van Alkemade en P. van der Schelling te Amsterdam op 17 January 1848 en volgende dagen". Toen het archief der gemeente in 1857 zijn officieel bestaan begon, kwamen met de stedelijke archief- stukken bovengenoemde handschriften in het gemeentearchief. In de 19e eeuw waren de archieven, bibliotheek en historische verzamelingen in een hand; zij bevonden zich voor de stichting van een eigen archief gebouw in het Schielands- huis aan de Korte Hoogstraat, het tegenwoordige Historisch Museum. „Aan boeken en handschriften ontbreekt het in geenen deele.", schrij ft ds. J. Craandijk in het derde deel van zijn Wandelingen door Nederland, dat in 1878 het licht zag 1), „In een zeer fraayje kast uit de 17e eeuw berusten alle kronieken van Rotterdam." enz. Het gehele verhaal kan men ook leden in het bekende boek van de gemeentearchivaris, mr. H. C. Hazewinkel, over de stedelijke archiefzorg 2). De handschriften berustten toen in de bibliotheek en wel onder de letter Z van het alfabet, waarvan de letters de hoofdstukken d.w.z, de afdelingen der bibliotheek aanduidden. Deze handschriftenverzameling groeide geleidelijk door schenking van particulieren en instellingen en door aankoop op veilingen. De archief- commissie ging hierin voor; men denke slechts aan het prachtige geillustreerde werk 3), waarin het strafproces van Johan van Oldenbarnevelt satirisch wordt belicht, dat geschonken werd door de toenmalige voorzitter der commissie, wet- houder C. E. Viruly. Waar zijn de tijden gebleven dat de leden der archief- commissie archief en bibliotheek konden verrijken met prachtige 17e-eeuwse wer- ken, prenten en tekeningen ! De eerste verandering kwam in 1900 toen het gemeentearchief een eigen gebouw kreeg aan de Mathenesserlaan; alle archieven werden toen van het Museum- gebouw daarheen overgebracht. Bibliotheek en oudhedenverzameling bleven in het Museumgebouw achter; een gedeelte van de bibliotheek, bestemd voor de latere handbibliotheek, verhuisde echter mee. Tot dat jaar was er nog geen enkele inventaris gemaakt van de in de bibliotheek V aanwezige handschriften, wel van de boeken en geschriften uit de afdelingen A t/m Y. In 1905 kwam er een definitieve scheiding tussen archief en bibliotheek, hetgeen een verdere verdeling van boeken en geschriften met zich meebracht. Intussen was met ingang van 15 augustus 1904 dr. E. Wiersum tot gemeente- archivaris benoemd in de plaats van zijn overleden voorganger J. H. W. Unger. Deze benoeming had grote gevolgen voor de handschriftenverzameling, want voor het eerst ging men toen over tot een summiere beschrijving, chronologisch, van alle aanwinsten in een register dat tot titel droeg „Aanwinsten der Bibliotheek van Handschriften in het Archief der gemeente Rotterdam vanaf Augustus 1904". Dit register werd tot in het jaar 1962 op dezelfde wijze bijgehouden en vormde de enige toegang tot de inhoud der handschriften. Wegens het ontbreken van een index (in 1925 werd een beknopte index op de stukken tot dat jaar vervaardigd) en ook door de degelijke verpakking der stukken was raadpleging vaak moeilijk. Wilde men iets weten, dan was men verplicht de uit drie delen bestaande aan- winstenregisters door te lezen; het gevonden nummer bestond dan soms uit een met dikke touwen dichtgebonden stoffig pak. Niet ten onrechte werd deze ver- zameling door de ambtenaren oneerbiedig „de vuilnisbak" genoemd; wat men kwijt wilde of waar men geen raad mee wist, werd daar bijgezet. Aangezien deze situatie onhoudbaar werd, gaf de huidige archivaris, drs. R. A. D. Renting, onder- getekende opdracht deze verzameling te ordenen en te beschrijven en eventueel samen te voegen met andere op dit gebied betrekking hebbende collecties. De hierna volgende catalogus van de handschriftenverzameling is samengesteld uit de volgende collecties: 1°. de Bibliotheek van Handschriften, gevormd tussen 1904 en 1962, met de sindsdien ontvangen aanwinsten tot medio 1968. 2°. de zg. Z-Bibliotheek. 3°. de Kronieken van Rotterdam en Schieland. 4°. de serie Rotterdamse Geslachten. 5 ° . de serie Brieven aan en van Rotterdammers. 6°. de verzameling Hartman de Custer. 7 ° . de verzameling Scheltus van Kampferbeke. Een korte geschiedenis van deze collecties leert ons het volgende: 1°. De Bibliotheek van Handschriften werd ingesteld door de archivaris dr. E. Wiersum en bestond uit een chronologische lijst van aanwinsten op dit gebied, vnl. schenkingen van particulieren en instellingen, benevens aankopen. Bij de afscheiding van de bibliotheek in 1905 kwam het grootste deel der hand- schriften in het bezit van het gemeentearchief en deze stukken werden op- genomen in de aanwinstenlijst. Werden er in het jaar 1904 ca. 15 nummers vermeld, eind 1905 vermeldt de lijst niet minder dan 400 nummers. Bij de meeste stukken wordt de schenker niet vermeld; op een zeker ogenblik treft men dan ook de mededeling aan: „De nummers waarbij geen plaats van her- komst is aangegeven, zijn alle gevonden in het Archiefdepot." Hieruit kan men de merkwaardige conclusie trekken dat in 1905 meer dan 300 stukken VI in het depot „gevonden" zijn. De waarheid is natuurlijk, dat men niet meer wist vanwaar de stukken kwamen, o.a. door gebrek aan een behoorlijk register van inschrijving. Door de afsplitsing van de bibliotheek in dat jaar was de handschriftenverzameling gedeeld en de het archief toekomende hand- schriften waren, zonder de daarbij behorende beschrijving, ergens in het archiefdepot opgeslagen. Aldus werden alle stukken in 1905 opnieuw in- geschreven zonder daarbij te vermelden dat het vaak stukken betrof die voor dat jaar reeds waren ontvangen. Een tweede injectie kreeg deze verzameling door de instelling van het Museum van Oudheden, het latere Historisch Museum. De archiefambtenaar A. Hoynck van Papendrecht werd bij besluit van 30 december 1904 met het beheer belast en hij werd in 1910 tot eerste directeur van dit museum benoemd. Hij schonk vele handschriften, die in het museum verzeild waren geraakt, aan het archief en ook verschillende per- soonlijke stukken uit zijn familie. De omschrijving in de aanwinstenlijst was soms zo summier, dat vaak prak- tisch niet was op te maken wat de stukken bevatten. Om een enkel voorbeeld te noemen: in 1926 wordt vermeld: „Stukken betreffende het huis Hoofd- steeg 0.Z., oud-prot. N° 3655, later wijk L, N°118, nu Hoofdsteeg N° 26, vroeger genaamd „Groot Neurenbergh", bestaande uit 22 nummers en een verzameling gifte- en schuldbrieven, alle verleden voor schepenen, hoof d- zakelijk te Rotterdam, doch ook van andere plaatsen, benevens enkele andere schepenacten, genummerd 1-283 (vele nummers ontbreken) en waarschijnlijk afkomstig van een der eigenaren van bovengenoemd huis. Ten geschenke ontvangen van de N.V. Kon. Ned. Edelmetaalbedrijven Van Kempen, Begeer en Vos". En daarmee moest men het maar doen. Het geheel was stevig ge- bundeld in een groot pak, hetgeen ten koste was gegaan van een aantal zegels. Bij nader onderzoek bleek het talloze transportbrieven van huizen, schepen en landerijen te Rotterdam en uit vele andere plaatsen in Zuid- Holland te bevatten, die niets met elkaar uitstaande hadden en door een verzamelaar bij een waren gebracht. Thans zijn zij afzonderlijk beschreven. Ook kwam