PDF Van Tekst
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Neerlandica extra Muros. Jaargang 1980 bron Neerlandica extra Muros. Jaargang 1980. Coutinho, Muiderberg 1980 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_nee005198001_01/colofon.php © 2015 dbnl i.s.m. 1 [Neerlandica extra Muros - voorjaar 1980] Van de IVN Reacties op resoluties. De lezers van NEM en in het bijzonder diegenen onder hen die het Zevende Colloquium Neerlandicum hebben bijgewoond, zullen wel eens willen weten wat er nu met die aangenomen resoluties is gedaan. We hebben ze in de eerste plaats gestuurd aan die instanties die door de indieners van de resoluties waren genoemd. In sommige gevallen zijn er later nog een paar adressen bijgekomen. De tekst van alle resoluties is gestuurd aan de Ministeries van Buitenlandse Zaken in België en Nederland, het Ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur en het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, en het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. Voor de tekst van de resoluties verwijs ik u naar NEM-33, blz. 7. Resolutie 1, over de geringe plaats die het Nederlands inneemt aan de drie instituten voor Vertalers en Tolken in de Bondsrepubliek, werd gestuurd aan: - Fachbereich Angewandte Sprachwissenschaft te Germersheim; - Fachbereich für Angewandte Sprachwissenschaft sowie Übersetzen und Dolmetschen in Saarbrücken; - Institut für Übersetzen und Dolmetschen te Heidelberg; - Ministerium für Wissenschaft und Kunst Baden-Württemberg; - Kultusministerium Saarland; - Kultusministerium Rheinland-Pfalz; - Kultusministerkonferenz; - Westdeutsche Rektorenkonferenz; - C.I.U.T.I. (Genève). Tot nu toe - dat ‘nu’ is 25 februari 1980 - zijn op deze resolutie de volgende reacties ontvangen: 1. Johannes Gutenberg-Universität, Fachbereich Angewandte Sprachwissenschaft: uit het uitvoerig antwoord van de Dekaan, prof. dr. Klaus Pörtl, nemen wij de belangrijkste gedeelten hier over: ‘Wir begrüssen sehr die Initiative der Internationale Vereniging voor Neerlandistiek, weil die Ausbildungssituation der niederländischen Abteilung, vor allem in der Ausrichtung der Dolmetscher, bei uns zu gravierenden Engpässen geführt hat. Unsere in der Priorität an erster Stelle stehende Stellenforderung nach einer BAT II-a-Stelle für Niederländisch ist bis heute noch nicht berücksichtigt worden. Wenn die zur Zeit laufenden Haushaltsberatungen keine Stelle für den Fachbereich für die niederländische Abteilung erbringen, würde die einzige Ausbildungsstätte für Niederländisch als Ausbildungsziel Diplomdolmetscher in der Bundesrepublik Deutschland ab dem Sommersemester 1980 nicht mehr existieren.’ Hij geeft dan een overzicht van het programma en de aantallen studenten. In het wintersemester 1978/79 waren voor het vak Nederlands ca. 100 studenten ingeschreven, in het zomersemester ca. 90, in het wintersemester 1979/80 weer ca. 100. Neerlandica extra Muros. Jaargang 1980 Over het ‘Lehrpersonal’ schrijft de Dekaan dan het volgende: Neerlandica extra Muros. Jaargang 1980 2 ‘Im Wintersemester 1979/80 ist die Stelle des Akad. Oberrats besetzt, der Lehrauftrag ist vakant. Die Vergabe des Lehrauftrags stösst wegen geringer Dotierung bei sehr hohem Arbeitsaufwand und meist weiten Anfahrtwegen bereits seit langem auf grosse Schwierigkeiten und hat sich im laufenden Semester als unmöglich erwiesen. Auf diese Weise ist ein ganzer Studiengang (Diplomdolmetscher) in Gefahr.’ Prof. Pörtl hoopt dat het mogelijk zal zijn ‘dass statt des bisherigen Lehrauftrags kurzfristig eine im Haushaltsplan bereits ausgewiesene Stelle eines Wissenschaftlichen Angestellten zur Abhaltung von Lehrveranstaltungen (BAT IIa) zur Besetzung freigegeben wird’. ‘Nach der Besetzung einer solchen Stelle eines Wissenschaftlichen Angestellten zur Abhaltung von Lehrveranstaltungen köntte das Niederländische als zweite Fremdsprache am Fachbereich Angewandte Sprachwissenschaft in befriedigendem Umfange für Übersetzer und Dolmetscher angeboten werden. Nachfrage von Seiten der Studenten besteht, wie man obigen Angaben entnehmen kann, in hohem Masse [...]. Die Nachfrage nach Absolventen mit Niederländisch als zweiter oder dritter Fremdsprache ist ebenfalls relativ gross. Für einen vollen Ausbau des Niederländischen als zweiter (und dritter) Fremdsprache wäre also eine Schaffung bzw. endgültige Zuweisung einer Stelle nach BAT IIa unumgänglich.’ 2. Ook Fachbereich 8 van de Universiteit van het Saarland heeft gereageerd. Op 8.1.1980 schreef prof. dr. W. Wilsz ons o.a.: ‘Ich stimme mit Ihnen darüber überein, dass das Niederländische als Sprache der europäischen Gemeinschaften und als Sprache zweier wichtiger Handelspartner der Bundesrepublik Deutschland in der Berufspraxis des Übersetzers und Dolmetschers eine wichtige Rolle spielt. Leider haben sich die Studenten unserer Fachrichtung bei der Wahl ihrer Studienfächer dieser Tatsache nur in sehr geringem Masse aufgeschlossen gezeigt. Während der etwa 15 Jahre des Bestehens der niederländischen Abteilung an der hiesigen Fachrichtung hat die Gesamtzahl an Studenten, die Niederländisch als Zweitsprache gewählt haben, niemals über 15 gelegen. Diese Tatsache ist von der Leitung der Universität des Saarlandes immer wieder bemängelt worden, insbesondere hat man die Zuweisung neuer Planstellen für des Institut in den letzten Jahren immer wieder von der Schliessung “unrentabler” Sprachabteilungen abhängig gemacht.’ Dank zij de financiële steun van het Belgische en het Nederlandse Ministerie kon er in samenwerking met de Universität des Saarlandes sedert het wintersemester 1978/79 wel een taalcursus Nederlands (8 uur) worden gegeven voor ‘Hörer aller Fakultäten’. Het aantal deelnemers aan deze cursus ligt aanzienlijk hoger dan vroeger het aantal studenten in de Nederlandse afdeling van het Tolkeninstituut. 3. Het Ministerium für Wissenschaft und Kunst van Baden-Württemberg betreurt het dat het antwoord op de resolutie negatief is. Regierungsdirektor Schnarrenberger deelde ons op 4.2.1980 mee ‘dass das Land Baden-Württemberg gerne den Ausbau des Faches Niederländisch an der Universität Heidelberg fördern würde. Die gegenwärtige personelle Ausstattung des Faches Niederländisch lässt es nicht zu, Niederländisch als erste Fremdsprache anzubieten.’ Neerlandica extra Muros. Jaargang 1980 3 Het ziet er naar uit dat in deze toestand binnen afzienbare tijd geen verbetering zal komen. 4. Het Kultusministerium van Rheinland-Pfalz berichtte ons dat een definitief antwoord pas te verwachten is als ‘die von uns in dieser Angelegenheit angeforderte Stellungnahme des Fachbereichs Angewandte Sprachwissenschaft Germersheim vorliegt’. 5. De algemeen secretaris van het CIUTI in Genève, prof. dr. F.C. de Clavé, schreef ons: ‘Sans me prononcer sur le contenu de la recommandation en question, j'ai l'honneur de vous signaler que chaque Institut membre de la CIUTI est libre dans l'organisation de son programme d'études et que ces programmes ne sont pas soumis à l'appréciation par la CIUTI.’ De resoluties 2 en 4 betreffende respectievelijk het onderwijs van het Nederlands in Frankrijk en Italië hebben tot nu toe maar één antwoord opgeleverd. Wat de gezamenlijke resoluties betreft, deelde het Belgische Ministerie van Buitenlandse Zaken ons op 27.11.1979 mee dat de Vertegenwoordiging bij de Europese Gemeenschappen en de Belgische Ambassades in Rome en Bonn van de aangenomen resoluties in kennis werden gesteld. Uit mededelingen van de Belgische Ambassade in Parijs is gebleken dat de Franse regering waarschijnlijk niet de suggesties van de heer J. Pelletier inzake het onderwijs van vreemde talen zal volgen. De verklaringen van de heer Pelletier zouden niet in overeenstemming zijn met de houding die de Franse regering ter zake aanneemt. Over de derde resolutie (betr. het opgeheven tijdschrift Delta) kan ik hier kort zijn. De enige reactie hierop kwam van de heer A. van Marle, destijds redacteur van Delta, aan wie de tekst ter kennisneming was gezonden. Hij deed ons nog wat suggesties aan de hand voor adressen waaraan de resolutie eveneens gestuurd zou kunnen worden. (hme) Neerlandica extra Muros. Jaargang 1980 4 Van buiten de muren / Europa Bondsrepubliek Duitsland Universität München. Hier is als ‘Lektorin für Niederländisch’ werkzaam mw. Sigrid P.E. van Audekerke. Zij volgde in deze functie de heer E.G. de Langen op. Mw. van Audekerke bezit de Belgische nationaliteit. Zij studeerde Germaanse Filologie aan de Rijksuniversiteit Gent (Duits/Nederlands) waar zij in 1978 haar licenciaat behaalde op een verhandeling over ‘Zum Wortschatz des deutschen Zionismus bei Theodor Herzl’. Een jaar later slaagde zij aan dezelfde universiteit voor het examen voor de ‘Aggregatie voor het Hoger Secundair Onderwijs’. Van 1.10.1978 tot 31.7.1979 studeerde zij dank zij een beurs van de D.A.A.D. aan de universiteit van München. Universiteit Regensburg. Mw. van Audekerke deelde ons mee dat zij aan deze universiteit de leeropdracht van dr. C. ter Haar heeft overgenomen. Zij geeft hier per week 2 × 2 uur Nederlands voor gevorderden. Dr. ter Haar is thans als lektor verbonden aan de Johann-Wolfgang-Goethe-Universität in Frankfurt/Main. Universiteit Trier. Het doet ons genoegen dit overzicht van het Nederlands in de Bondsrepubliek te kunnen besluiten met een ‘nieuwe’ universiteit. De naam van de docent is ons niet onbekend. Lic. Carlos Vandoorne was tot 1.10.1978 verbonden aan de Universiteit van Saarland in Saarbrücken. Sinds 1 oktober 1979 geeft hij in het Sprachzentrum van de universiteit Trier 6 uur per week Nederlands. De cursus voor beginners wordt door ongeveer 35 studenten gevolgd. Als materiaal gebruikt de heer Vandoorne J.G. Wilmots,