DOCUMENTATIECENTRUM NEDERLANDSE POLITIEKE Van PARTIJEN artij­ Inzake partijleider Van t be­ : har­ Imet mde nali­ over Een van de beroemdste stukken uit Wirtschaft und Ie el­ Bart Tromp dcri­ Gesellschaft, het hoofdwerk van Max Weber, gaat Socioloog; lid van de over de vraag hoe unieke politieke of religieuze lei­ redactie van S en D rich­ ders erin slagen zich op te laten volgen zonder dat het Ie is uitzonderlijk karakter van hun leiderschap, hun cha­ nen­ risma, daarbij verloren gaat. Het antwoord van We­ alis­ ber is ingewikkeld, maar duidelijk: dat kan niet. Cha­ is of risma kan niet geroutiniseerd worden. De Kalief is Ib) niet de gelijke van Mohammed. Binnen afzienbare tijd ziet de PvdA zich met het pro­ bleem van de routinisering van het charisma gecon­ " in: fronteerd. Toen in 1982 opnieuw lijst­ trekker van de PvdA werd hield hij daarbij uitdruk­ uyn, kelijk de mogelijkheid open dat hij tussentijds terug .gen, zou treden. Het congres dat hem op 10 juli 1982 be­ nan, noemde, regelde ter plaatse het vraagstuk van de op­ 1. volging. Als Den Uyl terugtreedt, dan zal het partij­ : Se­ congres of de partijraad in de gelegenheid worden ge­ , De steld om uit te spreken wie hem te gelegenertijd moet Van opvolgen als lijsttrekker. Wat niet geregeld is , is wat eede 905, de beoogde lijsttrekker moet doen in afwachting van het verkiezingscongres dat hem (maar misschien toch iemand anders) tot lijsttrekker benoemt. Deze zonderlinge procedure berust op het misver­ stand dat Den Uyl moet worden opgevolgd. Den Uyl zal echter niet worden opgevolgd. Hij is, na Troelstra en Drees, één van de drie onbetwiste leiders die de Nederlandse sociaal-democratie heeft gekend. Maar hij ontleent die positie niet aan een specifieke politie­ ke functie als het lijsttrekkerschap. Hij heeft het zich persoonlijk verworven, en hij kan het dus ook niet overdragen. Als hij aftreedt, moet de Tweede-Ka­ merfractie een nieuwe voorzitter kiezen. Of die uit­ groeit tot iemand die een soortgelijke positie in de PvdA inneemt als Den Uyl sinds 1973, kan pas op den duur blijken. Gepraat over 'opvolging', en het voor­ stellen van een lijsttrekker als er geen verkiezingen zijn, passen daarom niet in een nuchtere, democrati­ sche partij.

socialisme en democratie nummer 2, 45 februari 1984 socialisme en democratie nummer 2, socil februari 1984 46 num janu De weg linksaf leidt ook naar de markt

Kenterend tij kei al deze onderwerpen te behandelen. Bovendien Rients de Boer Eind 1980 installeerde de Minister van Economische vergt de beoordeling van de aanbevelingen op een Werkzaam bij de Directie Zaken, Van Aardenne, de Adviescommissie inzake aantal deelterreinen specifieke deskundigheid. Een Coördinatie het Industriebeleid, in de wandeling naar de voorzit­ gedetailleerde behandeling ligt dan ook buiten mijn Werkgelegenheidsbeleid van het Ministerie van Sociale ter de 'commissie-Wagner' genoemd. De commissie bereik. Dat kan beter op onderdelen gebeuren. Een Zaken en Werkgelegenheid bestond uit dertien onafhankelijke deskundigen met goed voorbeeld daarvan is de bespreking van de aan­ ervaring in de verschillende geledingen van het be­ bevelingen op het terrein van onderwijs en arbeids­ drijfsleven. Zij was ingesteld op grond van een aan­ markt door Ritzen in ESB. 1 Ik wil in deze bespreking beveling uit het WRR-rapport Plaats en toekomst van volstaan met het geven van een algemeen oordeel en de Nederlandse industrie. Daarin wordt op klemmen­ mijn aandacht daarbij vooral richten op de samen­ de wijze aandacht gevraagd voor de zeer grote pro­ hang der dingen. blemen waarmee de Nederlandse industrie en daar­ De boodschap van het rapport Een nieuw industrieel door de gehele Nederlandse economie te kampen elan viel medio 1981 binnen de PvdA in het algemeen heeft. slecht. De meerderheid maakte zich er van af door De commissie-Wagner werd gevraagd om binnen een het te betitelen als 'werkgeverstaal' of als een poging half jaar een evaluatie te maken van het bestaande in­ tot 'veramerikanisering van het bedrijfsleven'. De dustriebeleid, suggesties te doen voor nieuwe accen­ nogal ideologisch bepaalde veroordeling van het rap­ ten binnen dit beleid en te adviseren over de organisa­ port heeft tot nu toe binnen de PvdA een zakelijke tie van het industriebeleid. Daarbij moest tevens in discussie over deze materie in de weg gestaan. Dat overweging worden genomen de wenselijkheid van valt in hoge mate te betreuren. Want de crisis is geen \ de instelling van een permanent college, dat de rege­ spookbeeld maar een mondiale realiteit van de eerste ring van advies kan dienen over de te voeren indus­ orde. Dit betekent dat er binnen de partij weer meer triepolitiek. Daarnaast werd de commissie gevraagd aandacht moet komen voor het vraagstuk van de om­ een verkenning te maken van al dan niet reeds in Ne­ vang en samenstelling van de produktiecapaciteit. derland bestaande industriële activiteiten met een De eerste tekenen voor deze hernieuwde aandacht veelbelovend toekomstperspectief. In juni 1981 pu­ zijn gelukkig al merkbaar. Het partijbestuur publi­ bliceerde de commissie haar rapport Een nieuw in­ ceerde enige tijd terug een plan gericht op de bevor­ dustrieel elan. Een van de aanbevelingen van de dering van startende ondernemers. De fractie van de commissie Wagner was een Adviescommissie inzake PvdA publiceerde in 1983 zowel een internationaal de Voortgang van het Industriebeleid in het leven te als een nationaal georiënteerd stimuleringsprogram­ roepen. Eind 1981 honoreerde de toenmalige Minis­ ma. In deze plannen staat het herstel van de markt­ ter van Ecoomische Zaken, Terlouw, deze aanbeve­ sector via stimulering van de vraag in combinatie met ling door de installatie van zo'n commissie, weer on­ kostenmatiging centraal. Een aanpak gericht op ver­ der voorzitterschap van G. A. Wagner. Deze zoge­ betering van de aanbodkant van de economie ont­ naamde Voortgangscommissie-Wagner, die naast de breekt nog, met uitzondering dan van het plan voor voorzitter ook nog een aantal andere leden uit de ad­ startende ondernemingen. In mijn bespreking van de viescommissie telt, heeft sinds haar bestaan een vier­ aanbevelingen van de commissie-Wagner wil ik met tal halfjaarlijkse verslagen van de werkzaamheden name ingaan op de vraag hoe deze zich verhouden tot gepubliceerd; het laatste is in december 1983 versche­ een links beleid, gericht op verbetering van de aan­ nen. Ter wille van de eenvoud maak ik bij de bespre­ bodkant van onze economie. king van de verschillende aanbevelingen geen onder­ Daarbij ontkom ik er niet aan ook aandacht te beste­ scheid tussen wat de adviescommissie en wat de den aan het vraagstuk van de economische orde. voortgangscommissie voorstelt. De logische aanslui­ Want de wijze waarop de overheid invloed kan uit­ ting tussen de aanbevelingen van beide commissies oefenen op het reilen en zeilen van de economie laat toe dat ik deze als één geheel behandel. hangt in belangrijke mate af van de economische or­ Uit de verscheidenheid van beleidsterreinen die de de. Binnen de PvdA wordt daarover nogal opper­ commissie behandelt, blijkt dat zij haar taakopdracht vlakkig en schimmig gedaan. Geen planeconomie, terecht niet eng heeft geïnterpreteerd. Alle behan­ zeker niet; ook geen volledig genationaliseerd be­ delde onderwerpen en gedane aanbevelingen snijden drijfsleven, natuurlijk niet. Maar er bestaat binnen hout vanuit een oogpunt van bevordering van de in­ de partij nauwelijks twijfel over de zegeningen van dustrie en andere sectoren van de marktsector. Maar het bij wet reguleren van economische processen. dat stelt schrijver dezes tegelijkertijd voor een pro­ Want ook al zingen wij in ons 'Internationale' club­ bleem. Hoe binnen het bestek van een tijdschriftarti- lied braaf ' De staat verdrukt, de wet is logen', geen

socialisme en democratie nummer 2, 47 februari 1984 probleem of wij verzinnen er wel een wet voor. Het is lend genoeg ontbreken in deze opsomming de nog van groot belang dat er binnen onze partij over dit immer aanwezige bodemschatten. vraagstuk meer klaarheid komt, juist in het licht van Maar er zijn ook bedreigingen. Dat betreft zaken als het te voeren herstelbeleid. Daarom mijnerzijds ook het te hoge kostenniveau, de slechte werking van de daarover enige opmerkingen. arbeidsmarkt, de afstand tussen techniek, technolo­ gische ontwikkelingen en onderwijs, de kleine thuis­ Wat Wagner wil markt, het qua spreiding en samenstelling ongustige De commissie-Wagner constateert dat de positie van exportpakket en het ten opzichte van het concurre­ ons land op industrieel gebied de afgelopen jaren da­ rende buitenland duurdere facettenbeleid, met name nig in de versukkeling is geraakt, ook al zijn er tot op op het terrein van het milieu. de dag van vandaag nog steeds goede mogelijkheden. Het door de commissie daarop gerichte beleid is op­ Dat dit potentieel niet tot ontplooiing is gekomen, gezet langs een tweetal sporen. Het eeste spoor is ge­ komt in de eerste plaats door het ontbreken van een richt op het scheppen van gunstige voorwaarden voor duidelijke eensgezinde doelstelling. En in de tweede het bedrijfsleven in het algemeen en voor de industrie plaats door de knellende randvoorwaarden waarbin­ in het bijzonder. Deze beleidslijn moet de aanpassing nen het bedrijfsleven moet opereren. Herstel van de en heroriëntatie van de bestaande industrie mogelijk eensgezindheid door veranderingen in het maat­ maken. Het tweede spoor is gericht op herindustriali­ schappelijk klimaat en bijstelling van de randvoor­ satie. waarden door verschuiving in beleidsprioriteiten zijn in de ogen van de commissie derhalve de essentiële Aanpassing en heroriëntatie uitgangspunten voor het economisch herstel. Over­ De commissie vindt bij het proces van aanpassing en heid en bedrijfsleven zullen gezamenlijk in construc­ heroriëntatie een viertal factoren van doorslagge­ tieve samenwerking de verantwoordelijkheid moeten vend belang, te weten het kostenniveau, de werking nemen voor een daarop gericht beleid. van de arbeidsmarkt, de verzwakte vermogenspositie De commissie signaleert terecht dat de achteruitgang en het qua spreiding en samenstelling ongunstige ex­ van onze industrie en grote delen van de commerciële portpakket. dienstverlening dramatisch is . Dat bedreigt recht­ Bij de beheersing van het kostenniveau noemt de streeks ons huidig welvaartspeil en essentiële onder­ commissie een drietal kostensoorten, te weten de delen van onze verzorgingsstaat. Het is dan ook in ie­ loonkosten, energiekosten en de kosten die samen­ ders belang deze ontwikkeling te keren. Daarvoor is hangen met milieumaatregelen. Het is duidelijk dat inderdaad een grote mate van eensgezindheid binnen versterking van onze concurrentiepositie op binnen­ onze samenleving nodig. Maar wel laat zich de vraag en buitenlandse markten in hoge mate afhangt van de stellen: eensgezindheid, tussen wie en waarover? De ontwikkeling van de kosten, met name de hier ge­ commissie heeft vooral het oog op herstel van eensge­ noemde. Een beheerste ontwikkeling op deze punten zindheid tussen overheid, bedrijfsleven en de ver­ is dan ook noodzakelijk. De aanbeveling dat de invul­ schillende maatschappelijke groeperingen die de be­ ling van het loonbeleid decentraal, dat wil zeggen in langen op het terrein van milieu, ruimtelijke orde­ de bedrijfstakken en ondernemingen, gestalte moet ning en dergelijke, behartigen. Juist is dat tussen deze krijgen , is inmiddels door sociale partners en over­ groeperingen weer consensus moet komen over het heid overgenomen. uitgangspunt dat een moderne dynamische industrie Bij de beschouwingen over de beheersing van de onmisbaar is, willen wij ons welvaartspeil en de ver­ loonkosten merkt de commissie terecht op dat het in zorgingsstaat behouden. Maar ook juist is dat er bin­ feite gaat om de loonkosten per eenheid produkt. nen het bedrijfsleven tussen werkgevers en werkne­ Maatregelen gericht op verbetering van de arbeids­ mers weer een grotere mate van eensgezindheid no­ produktiviteit zijn dan ook van even groot belang als dig is. Het is tenslotte het bedrijfsleven dat als drager beheersing van het nominale kostenniveau. Zo uitge­ van het economisch herstel moet fungeren. Wat mij breid als de commissie is ingegaan op het beheersbaar nu opvalt is dat de commissie bij haar pleidooi voor maken en houden van de loonontwikkeling, zo mager herstel van de eensgezindheid nauwelijks spreekt zijn de aanbevelingen die zij doet op het terrein van over de noodzaak van een fundamentele herijking de verbetering van de arbeidsproduktiviteit. Het van de verhoudingen tussen de sociale partners en komt er in feite op neer dat de commissie vindt dat de met name hoe daaraan gestalte te geven. Ik kom daar werkgevers met behulp van moderne management­ nog op terug. technieken en in overleg met de werknemers zo'n verbetering moeten nastreven. Algemener kan het Kansen en bedreigingen haast niet. Maar waar het momenteel aan schort en in De commissie stelt dat er voor Nederland nog steeds welke richting volgens de commissie oplossingen een aantal goede uitgangspunten gelden. Op onze kunnen worden gevonden, daarover geen woord. goed georganiseerde landbouw is een hoog gekwalifi­ De commissie heeft in haar ijver om alle verstarrin­ ceerde voedingsmiddelenindustrie gebaseerd. Daar­ gen op te ruimen gemeend dat de koppeling tussen naast vormen goede uitgangspunten onze gunstige lonen en uitkeringen op minimumniveau moet wor­ ligging in de gouden delta, onze goed ontwikkelde den doorbroken. Daarnaast kiest de commissie voor handels- en dienstensector, de arbeidsrust, het lage een effectief volumebeleid, gericht op een verminde­ inflatietempo en het hoge opleidingsniveau. Opval- ring van het aantal uitkeringstrekkers. Maar verder

sociaHsme en democratie soda nummer 2, num februari 1984 48 janu lOg rekent de commissie het niet tot haar taak om te advi­ van de bijzondere winstaftrek in de sfeer van de inko­ seren over de inrichting van het stelsel van sociale ze­ mensbelasting moet plaatsvinden'. Wie daar chocola als kerheid. Eerder schreef ik al dat de commissie terecht van kan maken, mag zijn vinger opsteken. de haar vleugels wijd had uitgeslagen. Maar op het ter­ Voor de goede orde, ik blijf op grond van de door de ,10- rein van de sociale zekerheid houdt zij plotseling halt. commissie aangedragen argumenten een voorkeur lis­ Ik vind dat een groot gemis. Ons huidige stelsel is na­ houden voor verhoging van de vermogensaftrek bo­ ige genoeg uitsluitend gericht op het verschaffen van in­ ven verlaging van de vennootschapsbelasting. -re­ komen bij inactiviteit. Maar er zijn daarnaast ook an­ En dan de vierde en laatste factor van belang in het me dere accenten denkbaar. Het stelsel kan ook veel proces van aanpassing en heroriëntatie, het qua sprei­ sterker gericht worden op herintreding in het arbeids­ ding en samenstelling ongunstige exportpakket. In Jp­ bestel. Op deze wijze kan een sociaal zekerheidsstel­ het kader van het exportbeleid doet de commissie een ge­ sel tevens worden ingezet als arbeidsvoorzienings­ reeks aanbevelingen, gericht op een grotere geografi­ Jor maatregel, gericht op om-, her-, en bijscholing van sche spreiding. Deze aanbevelingen hebben tot doel :rie betrokkenen. de mogelijkheden van ondernemingen op de export­ ing Op deze wijze kan ook een relatie worden gelegd met markten te vergroten en de bijdragen die de overheid ijk de door de commissie bepleite vergroting van de mo­ aan zo'n beleid kan leveren, te verbeteren. :lli- gelijkheden van onderwijs voor volwassenen. Dit Het beleid gericht op verbetering van de samenstel­ vergt evenwel een integrale aanpak op terreinen van ling van het exportpakket moet gestalte krijgen door sociale zekerheid, arbeidsmarkt en onderwijs. En die vernieuwing van onze industrie. Volgens de commis­ samenhangende visie ontbreekt in de aanbevelingen sie wordt het proces van vernieuwing met name ge­ en van de commissie. Zo'n aanpak zou ook in hoge mate voed door de materiële investeringen. Daartoe acht ge­ binnen het bedrijfsleven kunnen worden opgezet. de commissie voortzetting van belang van het sinds de ing Terecht bepleit de commissie meer invloed voor so­ tweede wereldoorlog gevoerde beleid, gericht op sti­ tie ciale partners bij het beroepsonderwijs en bij het ar­ mulering van investeringen. Naast voortzetting van ~x- beidsmarktbeleid. Op het terrein van de sociale ze­ de WIR en afschaffing van de SIR bepleit de commis­ kerheid heeft het bedrijfsleven deze al grotendeels. sie maatregelen op het terrein van overheidsaan­ de Zo bezien zou de commissie zich ook niet ver van huis koopbeleid, fiscale faciliteiten voor onderzoek en de hebben begeven, als zij zich met deze integrale aan­ ontwikkeling en snellere afhandeling van aanvragen :n­ pak had ingelaten. voor ontwikkelingskredieten. Voorts onderschrijft lat Op het terrein van het arbeidsmarktbeleid doet de de commissie bij het gerichte industriebeleid de in de !ll­ commissie in de eerste plaats een aantal aanbevelin­ Sectornota en Innovatienota aangekondigde verande­ de gen die moeten leiden tot een flexibeler werking van ring in het steunbeleid. Daarbij zal aan activiteiten ~e .. de arbeidsmarkt. Deze aanbevelingen zijn gericht op zonder toekomstperspectief geen steun meer worden en arbeidsbemiddeling, ontslagbescherming, flexibele verleend ten gunste van een meer offensief gericht sti­ ul­ arbeidscontracten enzovoorts. Een tweede reeks muleringsbeleid. in aanbevelingen is gericht op een betere afstemming Bij de vernieuwing van de industrie kiest de commis­ let tussen onderwijs en arbeidsmarkt. In zijn algemeen­ sie als vertrekpunt dat dit in hoge mate verloopt via !r- heid onderschrijf ik deze aanbevelingen. In een tijd de aanschaf van nieuwe kapitaalgoederen, investe­ van aanpassing en heroriëntatie zullen een aantal ver­ ringen dus. Over de daarop gerichte aanbevelingen de worven rechten aan de gewijzigde omstandigheden niets dan goeds. Maar naar mijn opvatting is dat niet in moeten worden aangepast. Daarnaast is het van het volledige verhaal. Vernieuwingen binnen ons be­ ct . groot belang - zowel voor ons industrieel herstel als drijfsleven betekenen vernieuwingen binnen onder­ ls­ voor betrokkenen uit werkgelegenheidsoverwegin­ nemingen. Daarbij speelt de introductie van nieuwe lis gen - dat het beroepsonderwijs beter wordt afge­ technieken via nieuwe kapitaalgoederen een grote ~ e­ stemd op de behoeften van het bedrijfsleven. Daar­ rol. Maar een even grote rol speelt het gehele gebeu­ .ar toe is ook een veel grotere invloed van sociale part­ ren binnen de onderneming. Van welk een importan­ :er ners op de inhoud van het beroepsonderwijs nodig. tie dat gebeuren is voor het innovatief vermogen van an Teneinde de benarde vermogenspositie van een groot ondernemingen wordt onder meer aangegeven in een :et aantal ondernemingen te ontlasten stelt de commissie recente studie van Peters en Waterman, getiteld Ex­ de een aantal belastingmaatregelen voor. Hier stuit ik cellente ondernemingen. 2 De commissie gaat op deze lt- op de enige grote onduidelijkheid in de verschillende problematiek niet in. ,'n rapportages. Eerst houdt de commissie een klem­ .et mend betoog, waaruit blijkt dat verhoging van de ver­ De aanpassing en heroriëntatie gewikt en gewogen. in mogensaftrek de voorkeur heeft boven verlaging van Uit het voorgaande moge blijken dat ik voor de aan­ ~n de vennootschapsbelasting. Later, als het kabinet pak en voor een groot aantal aanbevelingen van de heeft aangekondigd de vennootschapsbelasting te commissie-Wagner veel waardering heb. De commis­ n­ zullen verlagen rapporteert de commissie-Wagner: sie heeft door haar aanpak en wijze van werken in be­ !n 'De Voortgangscommissie komt in dit stadium niet te­ trekkelijk korte tijd op heldere wijze een aantal za­ ,r­ rug op haar eerder uitgesproken voorkeur voor een ken in discussie gebracht, die voordien nauwelijks be­ or verdere verhoging van de vermogensaftrek. Zij is ech­ spreekbaar waren. In dat opzicht heeft de commissie e­ ter evenwel van oordeel dat het verlagen van de ven­ de uitermate nuttige functie vervuld als kristallisatie­ er nootschapsbelasting in combinatie met het verhogen 'punt te dienen in een reeds onde(huids aanwezige

socialisme en democratie nummer 2, 49 februari 1984 ontwikkeling. Ik onderschrijf ook een groot deel van opmerkte heeft de commissie haar taakopdracht te­ de aanbevelingen gericht op het opruimen van ver­ recht niet eng geïnterpreteerd. Maar waarom is zij te­ starringen op het terrein van de loonvorming en de gelijkertijd wel over een aantal zaken heengestapt, arbeidsmarkt. Ik realiseer mij daarbij heel goed dat die als het ware op de stoep van het bedrijfsleven lig­ dit in een aantal gevallen gepaard gaat met het prijs­ gen, en die naar mijn mening van essentieel belang geven van verworven rechten. Van rechten die in een zijn voor het welslagen van het industrieel herstel. soms jarenlange strijd zijn verkregen ter bescherming van werknemers en uitkeringsgerechtigden. Maar de Bedrijfsleven als drager van het economisch herstel vraag dringt zich op wat deze rechten waard zijn als De commissie doet een groot aantal aanbevelingen, deze een beleid gericht op herstel van groei en werk­ gericht op het doorbreken van verstarringen bij de gelegenheid en daarmee ook gericht op bescherming loonvorming en op de arbeidsmarkt, op herstel van van onze verzorgingsstaat, belemmeren. Dit is een rendementen van ondernemingen en het premiëren moeilijk dilemma. Maar het dilemma te ontlopen van investeringen. Dit alles om de vernieuwing van door te stellen dat verworven rechten koste wat het ons bedrijfsleven op gang te brengen. Dit alles is ze­ kost verdedigd moeten worden, miskent de huidige ker nodig, maar kan naar mijn mening nooit voldoen­ ernstige sociaal-economische situatie. Dat leidt tot de zijn om het vernieuwingsproces op gang te bren­ een defensief beleid, waarbij het initiatief voor de gen. Het zou betekenen dat het huidig maatschappe­ toekomst aan anderen wordt overgelaten. En dat kan lijk compromis wordt doorbroken ten nadele van de toch nooit de bedoeling zijn van een sociaal-democra­ werknemers en daarmee basta. Dat zou in feite bete­ tische partij. kenen meer vrijheid voor de ondernemers en de Ik vind dan ook dat wij binnen de PvdA de plicht heb­ werknemers in de tijd teruggezet. Wel is vervolgens ben de huidige invulling van het maatschappelijk ook in de ogen van de commissie nodig dat de samen­ compromis tussen economische doelmatigheid en so­ leving, waaronder de werknemers, in grote mate van ciale rechtvaardigheid ter discussie te stellen. 3 Daar­ eensgezindheid de schouders zetten onder de door de bij zal de nieuwe inhoud sterker geënt moeten zijn op ondernemers uitgestippelde marsroute. Degenen die de economische realiteit van de jaren tachtig. En met de ondernemingsgewijze produktie een goed hart deze opmerking ben ik ook weer terug bij de commis­ toedragen, zouden moeten beseffen dat deze door de sie-Wagner en wel bij mijn algemene punt van kritiek commissie bepleite aanpak de ondernemingsgewijze op het eerste spoor. produktie alleen maar verder in diskrediet kan bren­ Bij de bespreking van de verschillende aanbevelingen gen. Ik zeg verder, omdat voor zover de huidige situa­ heb ik reeds een aantal malen gesignaleerd dat ik wat tie schuldenaren kent het niet alleen de overheid en mis. de werknemers zijn maar ook ondernemers. Het ge­ Zo ontbreekt bij het pleidooi voor een grotere maat­ knoei van de leiding van een aantal grote onderne­ schappelijke eensgezindheid als · het gaat over de mingen in ons land leert in ieder geval dat verscher­ noodzaak tot industrieel herstel, een duidelijk plei­ ping van het toezicht op de leiding geen kwaad zou dooi voor een grote mate van eensgezindheid binnen kunnen. het bedrijfsleven en de ondernemingen. Over de wij­ Als het proces van vernieuwing van produktieproces­ ze waarop daaraan gestalte zou kunnen worden gege­ sen en produktietechnieken alleen maar vertaald ven, wordt inhoudelijk niets gezegd. wordt in meer handelingsvrijheid voor de onderne­ Hetzelfde geldt voor de aanbevelingen over de wijze mingsleiding en in meer materiële investeringen, dan waarop de arbeidsproduktiviteit zou kunnen worden dreigt levensgroot het gevaar dat dit vernieuwings­ bevorderd. Merkwaardig, want de commissie stelt proces niet van de grond komt. Dan dreigt, wat zich het belang daarvan op één lijn met de kostenbeheer­ in het Verenigd Koninkrijk al voltrokken heeft, een sing. En zoals bekend, over het laatste doet zij een volstrekt ongeïnteresseerde beroepsbevolking, die reeks zeer vergaande en soms controversiële aanbe­ niet bereid is om ook nog maar ergens eensgezind de velingen. schouders onder te zetten. Ook dreigt het gevaar dat Zo mis ik ook een visie van de commissie op de her­ de introductie van nieuwe technieken door de werk­ ziening van ons sociale zekerheidsstelsel. Vanuit een nemers wordt tegengehouden omdat zij niet in een oogpunt van industrieel herstel zijn betere vormen vroegtijdig stadium bij de besluitvorming hierover denkbaar dan het huidige stelsel. Zeker in relatie met zijn betrokken. Daarvan zijn vele voorbeelden in bin­ de wel door de commissie bepleite veranderingen op nen- en buitenland bekend. het terrein van het arbeidsmarktbeleid en van de aan­ Herstel van onze industrie en commerciële dienstver­ sluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. lening is alleen maar bereikbaar als dit in een grote En tenslotte mis ik bij de aanbevelingen gericht op mate van eensgezindheid binnen onze samenleving vernieuwing van onze industrie aandacht voor het ge­ wordt nagestreefd. Daartoe is allereerst nodig een beuren binnen de ondernemingen en de invloed daar­ grotere mate van eensgezindheid tussen de sociale van op de mogelijkheden tot vernieuwing. partners. De werknemers zullen daarvoor zowel een Als ik de genoemde punten van gemis overzie dan stap terug moeten doen als zich vol overtuiging voor hebben zij één ding gemeen. Ze hebben allemaal be­ het vernieuwingsproces moeten inzetten. Maar een trekking op zaken die zich geheel of grotendeels af­ beroep op de werknemers om aldus te handelen is al­ spelen of zouden moeten afspelen binnen het be­ leen maar geloofwaardig als zij op volwaardige wijze drijfsleven en de ondernemingen. Zoals ik al eerder bij dat proces worden betrokken. En dit is niet

socialisme en democratie socb nummer 2, num rebruarl 1984 50 janu ht te­ zozeer bedoeld als compensatie voor de door mij ge­ Na het herstel van de gevolgen van de tweede wereld­ zij te­ accepteerde noodzaak van het prijsgeven van een oorlog is in de PvdA de ideologische orde naar ,tapt, aantal verworven rechten. Het gaat er om dat in­ de achtergrond gedrongen. Mede onder invloed van :n lig­ grijpende vernieuwingen binnen ondernemingen de in de jaren vijftig en zestig succesvolle Keyne­ elang alleen maar tot stand kunnen komen als ieder­ siaanse begrotingspolitiek kreeg de ordeningsformu­ ·stel. een binnen de onderneming hieraan inhoud geeft. le 'micro-sturing door de markt, macro-sturing door Werknemers en hun vertegenwoordigers moeten de overheid' hoe langer hoe meer de overhand. Door rstel meer mogelijkheden krijgen om het beleid te volgen manipulatie van de vraagkant bleken in die periode 1gen, en te beïnvloeden. Werknemers en hun vertegen­ de doelstellingen inzake economische groei en volle­ lij de woordigers moeten op adequate wijze bij de besluit­ dige werkgelegenheid gerealiseerd te kunnen wor­ I van vorming over vernieuwing van produktieprocessen den. In die optiek zullen de gewenste structuurveran­ iëren en produktietechnieken worden betrokken. Werkne­ deringen als het ware vanzelf optreden, mits aan de ~ van mers moeten ook meer dan tot nu toe bij de financiële kant van het aanbod aan enkele randvoorwaarden is ze­ resultaten betrokken worden. Alleen zo kan het wordt voldaan. Dit betreft een goed mededingingsbe­ loen­ beoogde doel, verhoging van de arbeidsproduktivi­ leid en een beleid gericht op verbetering van de kwali­ Jren­ teit worden bereikt. Hoe daarbij nieuwe manage­ teit van de produktiefactoren arbeid (scholing) en ka­ Ippe­ menttechnieken zoals 'quality circles', en dergelijke pitaal (onderzoek en ontwikkeling). mde een rol kunnen spelen is eveneens van belang. Of dit In de jaren zeventig verandert het beeld. In de eerste bete­ alles haalbaar is binnen het kader van de huidige Wet plaats worden de negatieve externe effecten die ge­ n de op de Ondernemingsraden en de nieuwe Arbeidsom­ paard gaan met de economische groei, steeds duide­ [gens standighedenwet of dat daarvoor juist geheel nieuwe lijker merkbaar. Er ontstaat behoefte randvoorwaar­ men­ kaders moeten worden ontworpen, had ik nu graag den te formuleren om de milieu- en ruimtelijke orde­ !van van de commissie gehoord. Maar over dit alles zwijgt ningseffecten van de economische expansie te beper­ orde de commissie. Zij heeft in feite verzuimd om naast ken. Maar tegen de tijd dat deze behoefte zich ver­ ndie het pleidooi voor de noodzakelijke technische ver­ taalt in concrete beleidsvoornemens, dient zich nog hart nieuwing van onze produktiecapaciteit tevens een een ander probleem aan, namelijk de economische orde pleidooi te houden voor een even noodzakelijke so­ stagnatie. Deze manifesteert zich in de loop van de ",ij ze ciale vernieuwing op het terrein van het onderne­ jaren zeventig in steeds grotere omvang in de vorm Jren­ mingsgebeuren. En dat is jammer. Want juist op dit van dalende groeivoeten en stijgende werkloosheid .itua­ terrein bestaan grote mogelijkheden om aspiraties en inflatie. Dit leidt tot de merkwaardige situatie dat id en van werknemers, gericht op grotere ontplooiing, me­ juist op het moment dat operationele denkbeelden :t ge­ de dienstbaar te maken aan verbetering van de be­ om de economische groei te beteugelen, worden in­ !rne­ drijfsresultaten. gevoerd, de groei wegvalt. Het antwoord op die situa­ ;her­ Het zal dan ook zeker onderdeel moeten uitmaken tie is selectieve groei, dat wil zeggen wel bevordering [ zou van een links beleid gericht op herstel. Dat vereist zo­ van de groei maar rekening houdend met de rand­ wel de economische doelmatigheid als de sociale voorwaarden die voortvloeien uit overwegingen van )Ces­ rechtvaardigheid. Een andere, aan de tijd en omstan­ milieu, energie, ruimtelijke ordening en internatio­ taald digheden aangepaste, invulling van het maatschappe­ nale arbeidsverdeling. !rne­ lijk compromis. In de Nota selectieve groei van 1976, waarin deze be­ , dan naderingswijze uitvoerig wordt uiteengezet, heeft het ings­ De economische orde kabinet Den Uyl geopteerd voor een zogenaamde ge­ zich De beschouwingen in de vorige paragraaf over de rol oriënteerde markteconomie. Hierbij wordt uitge­ . een van het bedrijfsleven als drager van het economisch gaan van een systeem waarin zoveel mogelijk beslis­ die herstel en de verhouding daarbij tussen werkgevers singen gedecentraliseerd, dat wil zeggen op onderne­ tdde en werknemers leidt zeker in linkse kring haast van­ mingsniveau, worden genomen. Decentralisatie van r dat zelfsprekend tot de vraag of er dan geen andere eco­ verantwoordelijkheden geeft in deze gedachtengang (erk- nomische orde denkbaar is, die de zojuist geschetste betere waarborgen voor het behoud van de creativi­ een nadélen niet kent. teit en dynamiek en kan - met erkenning van haar over Een aanduiding van de economische orde kan plaats­ tekortkomingen en inefficiënties - doelmatiger wer­ bin- vinden aan de hand van een tweetal hoofdkenmer­ ken dan een volkshuishouding waarin alles vanuit één ken, te weten de feitelijke beschikkingsmacht over de centraal punt wordt geleid. Deze creativiteit en dyna­ tver­ produktiemiddelen en de wijze van coördinatie van miek is noodzakelijk om adequaat te kunnen inspelen :rote het economisch proces. Beide kenmerken spelen op de onvoorspelbare veranderingen in de (inter)na­ :ving vanaf het begin van het socialisme een belangrijke rol tionale economische ontwikkelingen. een in de discussie over de inrichting van de maatschappe­ Maar, hoewel er van een ondernemingsgewijze pro­ ciale lijke en economische orde. Zuiver leerstellig moet de duktie wordt uitgegaan, zijn er volgens de eerder ge­ I een beschikkingsmacht over de produktiemiddelen na­ noemde nota ook een aantal motieven op grond voor mens de gemeenschap in handen van de overheid zijn waarvan tot oprichting van overheidsondernemingen een en de wijze van coördinatie via een centraal plan ge­ moet worden overgegaan. Denk aan de natuurlijke is al­ schieden. Voor zover mij bekend zijn er in de monopolies, goederen en diensten waarvan de maat- vijze PvdA nog maar weinig pleitbezorgers voor deze pure . schappelijke betekenis in relatie met het particulier niet opvatting. rendement erg hoog is (bijvoorbeeld onderwijs en

socialisme en democratie nummer 2, 51 februari 1984 volksgezondheid), bevordering van speerpuntactivi­ bewust kiest voor de ondernemingsgewijze produk­ teiten, het oproepen van countervailing power en tie, zal er ook de bereidheid moeten bestaan om reke­ dergelijke. Tot zover heldere en werkbare uitgangs­ ning te houden met de negatieve effecten, die van een punten over de economische orde. overheidsbeleid kunnen uitgaan op de marktsector. Maar de nota zegt nog meer. Want, uitgaande van de Maar ook al kiest men - zoals ik - als vertrekpunt de ondernemingsgewijze produktie, moet de overheid ondernemingsgewijze produktie, dan hoeft dat nog de maatschappelijk gewenste richting van de ontwik­ niet te betekenen dat daarmee afstand wordt gedaan keling van de nationale economie aangeven. Dit ver­ van een offensief beleid gericht op verbetering van eist een vorm van overheidsinvloed die stimulerend onze economische structuur. Ook de commissie­ en corrigerend inwerkt op de particuliere sector. On- Wagner doet daartoe een aantal interessante voor­ . vermijdelijk houdt dit een uitbreiding in van het aan­ stellen, met name binnen het tweede spoor, gericht tal instrumenten op sociaal-economisch terrein. Bo­ op herindustrialisatie. vendien noopt de inperking van de handelingsvrij­ heid van de ondernemingen tot verbreding en verdie­ Herindustrialisatie ping van de overlegstructuren en informatiestromen In aanvulling op de door de commissie bepleite aan­ tussen overheid en bedrijfsleven. Aldus de Nota se­ bevelingen op het terrein van het algemeen econo­ lectieve groei. misch beleid en het industriebeleid, wil de commissie Dit klinkt allemaal erg goed, vooral in linkse oren. langs het tweede spoor een herindustrialisatiebeleid Maar in de nota wordt niet ingegaan op de concrete voeren. Een beleid dat offensief en selectief kiest wel­ vormgeving. Ook komt niet aan de orde de vraag ke industriële activiteiten bevorderd kunnen worden. hoever een overheid kan gaan met het treffen van sti­ Offensief omdat hierbij de overheid constituerend en mulerende en corrigerende maatregelen en het insprirerend te werk moet gaan. Selectief omdat het scheppen van overlegkaders en informatiestromen, een keuze maakt wat bevorderd zal worden en bij die zonder daarmee de creativiteit en dynamiek - de keuze prioriteiten stelt. Overigens mag het selectieve grote voordelen van een ondernemingsgewijze pro­ karakter van het beleid er niet toe leiden dat andere duktie - om zeep te helpen. veelbelovende initiatieven onbenut blijven. In de PvdA is wel een poging ondernomen om De commissie geeft met de hier weergegeven aanpak concreet vorm te geven aan deze sturingsgedachte en te kennen dat zij het mogelijk en wenselijk acht een wel in het partijprogramma Weerwerk. (Dit is for­ industriepolitiek te voeren op basis van een visie op meel gesproken wel niet het laatste verkiezingspro­ de toekomstige economische structuur. Dat is een be­ gramma, maar dat zwijgt over deze materie.) In de langrijke uitspraak. Er zijn een drietal hoofdstromin­ paragrafen 'Ordening en Sturing' en 'Sturing en Sec~ gen te onderkennen als het gaat over de manier waar­ toren' worden daar een centraal ontwikkelingsplan, op industriepolitiek gevoerd kan worden.4 sectorplannen, sectororganen, een bureau voor tech­ De eerste hoofdstroming legt vooral de nadruk op de nologische vernieuwing, een nationale ontwikke­ beïnvloeding van de beslissingen van de individuele lingsmaatschappij in een bonte stoet ten tonele ge­ ondernemingen door samenwerkingsvormen van voerd, dit alles gekaderd in de nodige wetgeving. For­ werknemers- en werkgeversorganisaties op het be­ meel past dit binnen de optie van de georiënteerde drijfstakniveau. In het partijprogramma Weerwerk is markteconomie. Maar naar mijn opvatting worden mede op basis van deze gedachte een ordeningspoli­ via de achterdeur allerlei sturingsmechanismen bin­ tiek uitgewerkt. Zoals gezegd, ik verwacht daarvan nengehaald die, vooral in vereniging bezien, verdacht alleen maar meer verstarring en meer bureaucratie. veel lijken op een vorm van centrale planning. In die De tweede hoofdstroming wil noch via bedrijfstakor­ aanpak wordt naar mijn opvatting te weinig rekening ganen, noch via de overheid al te sterke mogelijkhe­ gehouden met de blijvende onzekerheid van de eco­ den scheppen voor het beïnvloeden van beslissingen nomische ontwikkeling. De benodigde bureaucratie van individuele ondernemingen. Het is in feite de in­ zal de slagvaardigheid van het bestaande bedrijfsle­ dustriepolitieke filosofie die het beleid in de jaren ze­ ven, nodig om doeltreffend op nationale en interna­ ventig heeft bepaald. In deze benadering wordt de tionale veranderingen in te spelen, in hoge mate be­ mogelijkheid dat de overheid op basis van een visie lemmeren. Daarnaast zal het vestigingsklimaat voor op de toekomstige economische structuur een beleid nieuwe activiteiten sterk verslechteren. Voor een zo voert, nadrukkelijk uitgesloten. Via een macro-eco­ internationaal georiënteerde economie als de onze is nomisch beleid gericht op kosten matiging in combi­ dat op langere termijn funest. Ik houd het voor on­ natie met een generiek werkend industriepolitiek in­ mogelijk ons welvaartspeil intact te houden als wij op strumentarium zou herstel van de marktsector tot de marktsector de eerder genoemde sturings- en or­ stand moeten worden gebracht. Het komt mij voor deningsmechanismen loslaten. dat deze filosofie een te groot vertrouwen stelt in het In feite moeten wij in de PvdA opnieuw de alou­ regenerend vermogen van het bedrijfsleven. Zeker in de vraag beantwoorden; kiezen wij als uitgangspunt een periode van langdurige stagnatie is het marktme­ voor ons herstelprogramma de ondernemingsgewijze chanisme zodanig ontregeld, dat dit onvoldoende produktie op gronden, zoals verwoord in de Nota se­ evenwichtsherstellende krachten oproept. In deze lectieve groei of kiezen wij als vertrekpunt een vorm benadering nemen de met de industriepolitiek belas­ van centrale planning. De vraagstelling lijkt triviaal, te autoriteiten nauwelijks zelf initiatieven; zij zijn maar is het naar mijn opvatting niet. Want als men daarvoor geheel afhankelijk van het bedrijfsleven. socialisme en democratie nummer 2, februari 1984 52 luk­ Daardoor leidt dat beleid niet tot 'picking-winners', duktie en kapitaal tot stand komt. De MIP richt zich !ke­ integendeel er ontstaat een situatie van 'losers-pic­ met name op het opsporen, aantrekken en op gang een king-government'. 5 De praktijk van de jaren zeventig brengen van projecten. Zij kan daartoe waar nodig tor. heeft dit ook uitgewezen. Het in die jaren gevoerde deelnemen in het risicodragend vermogen van nieu­ tde beleid heeft zich vrijwel uitsluitend gericht op onder­ we projecten. De MIP kan volgens de commissie bij nog nemingen en bedrijfstakken die in de versukkeling haar 'opsporings- en aanhoudingsbeleid' aansluiting aan zijn geraakt. zoeken bij de mogelijkheden die voortvloeien uit de van Er is nog een derde hoofdstroming en die is gebaseerd door de commissie ontwikkelde methodieken om sie­ op de gedachte dat het mogelijk en wenselijk is om kansrijke activiteiten op te sporen en daaruit goede ,or­ een industriepolitiek te voeren op basis van een visie projecten te identificeren. icht op de toekomstige economische structuur. Op basis Volgens de commissie dient de MIP gevrijwaard te van zo'n visie kan door de overheid een beleid van worden voor dagelijkse beïnvloeding door de over­ 'picking-winners' gevoerd worden door de selectieve heid. Om dat te realiseren heeft de MIP de rechts­ inzet van overheidsmiddelen. vorm gekregen van een naamloze vennootschap en an­ De commissie-Wagner kiest met de door haar voor­ handelt vanuit een taakomschrijving, vastgesteld no­ gestelde aanpak voor deze stroming. Maar behalve door de Minister van Economische Zaken. Voorts ;sie de principiële keuze voor zo'n aanpak reikt de com­ benoemt de minister de raad van commissarissen, die eid missie ook een tweetal interessante methodieken als onafhankelijke deskundigen opereren, zonder rel­ aan. Eén voor het opsporen van kansrijke bedrijvig­ last of ruggespraak met een achterban. De directie en. heid en één om daaruit 'projecten te identificeren en van de MIP moet eenmaal per jaar een strategisch be­ en aan te pakken'. Voor zover mij bekend zijn dit de eer­ leidsplan voorbereiden dat vervolgens door de raad het ste operationele methodieken die handen en voeten van commissarissen wordt vastgesteld en ter goed­ die geven aan de door velen - ook in linkse kring - bele­ keuring voorgelegd aan de Minister van Economi­ !ve den voorkeur om beleidsmatig gestalte te geven aan sche Zaken. De minister kan voor het al dan niet ver­ ~re de toekomstige economische structuur. Deze aanpak lenen van de goedkeuring ter verantwoording wor­ sluit ook aan bij de gedachte van de georiënteerde den geroepen in het parlement. Is het plan eenmaal ,ak markteconomie. Daarin moet de overheid zoveel goedgekeurd dan kan de directie onder toezicht van :en mogelijk de maatschappelijk gewenste richting van de raad van commissarissen los van de politiek func­ op de ontwikkeling van de nationale economie aange­ tioneren en daardoor snel, flexibel en marktconform Je­ ven. De visie op de toekomstige economische struc­ opereren. Tot zover spik en span. in­ tuur vormt daarvan een zeer belangrijk onderdeel. De zojuist geschetste constructie creëert enerzijds u- Deze aanpak vormt naar mijn opvatting een unieke voldoende invloed voor de overheid op de grote lij­ poging om de visie van de overheid op de toekomstige nen, anderzijds voldoende bewegingsvrijheid om de ontwikkeling en de werking van het marktmechanis­ snel en flexibel te kunnen werken. In de constructie !le me op elkaar af te stemmen. In die zin heb ik voor dit schuilt ook niet mijn twijfel. Die heeft te maken met an onderdeel van wat de commissie-Wagner heeft voor­ de taakopdracht van de MIP. 'e­ gesteld de meeste waardering. Het kan ook een uit­ De commissie stelt dat het ministerie van economi­ . is weg bieden uit het al eerder geschetste dilemma bin­ sche zaken de aanzet moet geven tot het herindustria­ li­ nen de sociaal-democratie; geen vrije marktecono­ lisatiebeleid. Daartoe zal volgens de commissie aan ,in mie en geen planeconomie, maar wat dan wel? het Directoraat-Generaal voor de Industrie een orga­ Juist omdat ik zoveel bewondering heb voor de in­ nisatorische eenheid moeten worden toegevoegd. 'r­ houdelijke aanpak van het he~industrialisatiebeleid, Deze kleine uit ervaren mensen opgebouwde eenheid e­ betreur ik de voorstellen van de commissie over het dient verantwoordelijk te worden gesteld voor de !n institutionele kader waarbinnen aan dit beleid vorm voortgang en ambtelijke ondersteuning van de moge­ n­ moet worden gegeven. Uit de al eerder aangehaalde lijkheden tot herindustrialisatie. Het gaat hierbij om e­ literatuur blijkt dat de voorstanders van een 'picking­ het nader vormgeven van het herindustrialisatiebe­ ie winners beleid' dit beleid alleen haalbaar achten als leid. Ik vind deze aanbeveling van de commissie een ie het wordt gerealiseerd via een institutionele structuur ongelukkige. De MIP had ook met de nadere vorm­ id die snel en flexibel kan werken. En de aanhangers geving van het herindustrialisatiebeleid moeten wor­ J- van deze aanpak zijn van mening dat noch de in Ne­ den belast. Taakstellend en onder het motto 'no cure, 1)- derland gebruikelijke tripartite-structuur, noch een no pay'; oftewel na vijf jaar beoordelen en bij onvol­ 1- structuur binnen de overheidsbureaucratie aan die doende resultaat: opheffen! Nu is de eindverant­ )t eisen kan voldoen. Wie geen vreemde is in deze we­ woordelijkheid verdeeld, en een deel van de verant­ lr relden, zal die opvatting gaarne onderschrijven. woordelijkheid ligt nu toch weer bij de overheidsbu­ !t Maar hoe wil de commissie dan dit beleid institutio­ reaucratie. En daar heb ik zo mijn gedachten over; .n neel optuigen? gedachten die mij niet vrolijk maken. Ook al rappor­ !- In de eerste plaats heeft de commissie aanbevolen - teert de Voortgangscommissie in haar laatste verslag .e en is inmiddels gerealiseerd - de oprichting van de dat een en ander met voortvarendheid ter hand is ge­ .e Maatschappij tot oprichting van Industriële Projec­ nomen . ;- ten, de MIP. Deze dient in het kader van de herindu­ Ter voorkoming van misverstand; het is een goede n strialisatie als katalysator op te treden en te bevorde­ zaak als de overheid voorzieningen treft om de coör• I. ren dat een marktgerichte bundeling van kennis, pro- dinatie binnen haar organisatie ten behoeve van het

socialisme en democratie nummer 2, 53 februari 1984 herindustrialisatiebeleid beter te laten verlopen; in­ een zeer interessante weg aangegeven om de onder­ tra- en interdepartementaal schort daar het nodige nemingsgewijze produktievorm te verzoenen met aan. Bovendien kan en moet de overheid bij dit be­ een overheidsbeleid gebaseerd op een visie op de toe­ leid de nodige belangrijke taken vervullen. Denk aan komstige economische structuur. Des te spijtiger dat het aankoopbeleid, regelgeving en dergelijke. Pogin­ zij hiervoor een institutioneel kader heeft aanbevo­ gen tot verbetering van de coördinatie zijn dan ook len, waarin ik weinig vertrouwen heb. positief te waarderen. Mijn bezwaar richt zich tegen Het monumentale WRR-rapprt Plaats en toekomst de voortrekkersrol die de overheidsbureaucratie bij van de Nederlandse industrie stelde voor het eerst de concretisering en uitvoering van het beleid moet sinds de jaren vijftig het vraagstuk van de produktie­ vervullen. structuur weer op indringende wijze aan de orde. De commissie-Wagner heeft kans gezien dit vraagstuk Afronding met één klap in het middelpunt van de belangstelling Het geheel overziende kom ik tot het volgende eind­ te brengen. En dat is een hele prestatie in een land oordeel. De commissie-Wagner heeft in een aantal waarin vermaarde beoefenaren van de economische opzichten baanbrekend werk verricht. Zij heeft ta­ wetenschap, en in navolging daarvan de politiek, on­ boe's doorbroken, zaken bespreekbaar gemaakt die evenredig veel aandacht aan de macro-economie be­ voordien alleen maar achter het gordijn werden ge­ steden. zegd. Daarnaast heeft de commissie een groot aantal aanbevelingen gedaan die niet alleen taboedoorbre­ kend zijn, maar naar mijn opvatting ook hout snij­ Noten den. Meer flexibiliteit, meer bereidheid tot risico ne­ 1 J. M. M. Ritzen, 'Onderwijs- en industriebeleid', in: men, meer gerichtheid op het economisch facet. Dat Economisch Statistische Berichten, 7 september 1983. moet dan leiden tot een andere invulling van het 2 Thomas J. Peters en Robert H. Waterman jr., Excel­ maatschappelijk compromis tussen economische lente ondernemingen; kenmerken van succesvol manage­ doelmatigheid en sociale rechtvaardigheid. Ik ervaar ment, L. J. Veen B.V. , Utrecht/Antwerpen, 1982 het daarbij als een belangrijke tekortkoming dat de 3 Zie voor een uitwerking van dit begrip: Het vierde commissie een aantal essentiële zaken gericht op het jaa;boek voor het democratisch socialisme. Wiardi Beck­ ondernemings- en bedrijfstakgebeuren heeft overge­ man Stichting in samenwerking met Uitgeverij de Arbei­ derspers, , 1983. slagen. Zaken, die nodig zijn uit overwegingen van 4 G. J. Weijers, Een nieuwe aanpak, het industriebeleid economische doelmatigheid, en die tegelijkertijd de en de betekenis van de MIP, SMO-informatief 82/5 . mogelijkheid bieden tot een andere invulling van so­ 5 H . W. de Jong, 'De Maatschappij voor Industriële ciale rechtvaardigheid. Projecten; voortrekker van het industriële herstel' in : De commissie heeft, ook vanuit een linkse optiek, Economisch Statistische Berichten, 14 juli 1982.

WBS-nieuws CONFERENTIE OVER REGIONAAL BE­ LEID

Voor 31 maart organiseert de WBS, in samenwerking met het criteria voor regionaal beleid (wat bepaalt waarom een regio gewest Limburg van de PvdA, een studieconferentie over mo­ voor gericht beleid in aanmerking komt), ingeleid door Piet gelijkheden en problemen van regionaal beleid. De plaats is de Ruiter; (b) bestuurlijke vormgeving (wie zet de lijnen uit; de voormalige abdij Rolduc in Kerkrade. De conferentie kan welke overheid is het meest geschikt om beleid tot stand te worden gezien als een vervolg en tegelijk herwaardering van brengen), ingeleid door Bé Bos; (c) instrumenten van regio­ de in 1978, ook in Rolduc, gehouden conferentie over regio­ naal beleid (over welke middelen beschikt de overheid, al dan naal beleid. niet effectief gebleken), ingeleid door . Vier deskundige auteurs zuUen een inleiding schrijven die tij­ Opgave voor deze conferentie vóór 15 maart bij de WBS, Nic. dens de conferentie ter discussie staat. Het debat zal telkens Witsenkade JO, 1017 ZT Amsterdam, tel. 020-262424 (vra­ door een 'coreferent' worden ingeleid. In de ochtend is een gen naar Ria Nijholt). Deelnemers gelieven te vermelden aan door de voorzitter van het regionaal overleg in de partij, welke discussiegroep zij 's middags wensen deel te nemen. Martha Vonk, geschreven algemeen stuk aan de orde. In de Zij krijgen dan alle stukken en het programma toegezonden. middaguren wordt in drie groepen gediscussieerd over (a)

socialisme en democratie nummer 2, februari 1984 54 !r­ ten in geding waren onder meer: de ontwikkeling van J. M. den Uyl let JooP Voogd de partij van onderen op (later de basis geheten), gro­ voorzitter van de le­ tere openheid naar Oost-Europa, meer prioriteit PvdA -fractie in de Tweede Kamer lat ter nagedachtenis voor anti-racisme en dekolonisatie, meer bewegings­ '0- vrijheid voor jongeren in de partij. Dat ging toen al tamelijk hard, maar ik weet hoe groot de waardering 'lSt van Joop Voogd voor een man als Suurhoff was, ook :st al bestreed hij zijn inzichten. e­ In 1963 lid van de Kamer geworden, werd hij deelge­ )e Er is bij het verscheiden van Joop Voogd, die zeven­ noot in de verwarnng en veranderingen die het beeld Jk enzestig jaar oud op tweede kerstdag 1983 in Haar­ van de jaren zestig bepalen. De statenverkiezingen 19 lem stierf, terecht veel aandacht gegeven aan zijn uit­ van 1966 (zeven procent Boerenpartij, vijf procent ld zonderlijke persoonlijkheid. Hier, in dit tijdschrift, PSP) waren voor hem geen verrassing. De knie van le moet iets gezegd worden over de opvattingen en in­ de politiek zat vast en alleen operatief ingrijpen kon n­ zichten die hij in een lang politiek leven heeft voorge­ de politiek weer doen scoren, dat wil zeggen doen e- staan en verdedigd. aansluiten op de concrete problemen van mensen in Toen hij in 1949 medewerker werd van de Wiardi achterstandsituaties. Opkomen voor de underdog Beckman Stichting stond hij al volop in het politieke 'unto this last', dat werd een Leitmotiv van het ageren bedrijf. Hij kwam uit de Vrijzinnig Democratische en het parlementaire werk van Joop Voogd. Bond, was medewerker aan het links-socialistische Dat betekende ernstig nemen van de kunstenaars in weekblad De Vlam en lid van de gemeenteraad van hun situatie van afhankelijkheid, subsidie voor crea­ n: Haarlem (wat hij zesentwintig jaar zou blijven). Eco­ tieve activiteiten, die buiten de gebaande wegen vie­ '1- noom van opleiding had cultuurpolitiek zijn grote be­ len . Felle strijd tegen ongelijkheid. Tien jaar lang e- langstelling. Hij had een leidend aandeel in het deel voorzitter van het comité Zuid-Afrika. Sharpville on­ van het socialistische planboek De weg naar vrijheid derkennen als dwingend signaal tot totale druk op het Ie (1951), dat aan 'mens en cultuur' was gewijd. apartheidsregime. Demonstreren op straat tegen de (- Zijn leven lang heeft hij het beeld gehad tamelijk Vietnampolitiek van de Verenigde Staten. Daarvoor i- links in de PvdA te staan. Hoe liet zich dat rijmen met gearresteerd worden. En dan heel in het bijzonder: zijn herkomst uit de VDB? Voor een antwoord daar­ recht doen aan oorlogsslachtoffers, met name aan de d op is het goed eraan te herinneren hoe groot de in­ mensen die verzet boden en de oorlog overleefden. e breng van de vrijzinnig-democraten in het na-oorlog­ De wetgeving die daaromtrent onder het kabinet-Den I: se socialisme is geweest, waar het geldt de verdedi­ Uyl onder directe verantwoordelijkheid van staatsse­ ging van de individuele vrijheid, de terughoudend­ cretaris Meyer tot stand is gekomen, is ondenkbaar heid van de staat in zaken van morele overtuiging, het zonder het gestage volhouden van Joop Voogd. Het beginsel van gelijke behandeling, de tolerantie en het complement daarvan was in zekere zin zijn woord­ opkomen voor een pluriforme samenleving. Wie die voerdersschap in 1972 en later inzake de Drie van achtergrond ziet, zal niet verrast zijn Joop Voogd in Breda. Hij was met de meerderheid van de fractie te­ actie te hebben gezien voor zaken als afschaffing van gen vrijlating, maar zelden zal een beslissing van deze de filmkeuring en nog in zijn laatste levensjaren voor aard zo scrupuleus zijn afgewogen en verwoord als de gelijke behandeling van homosexuelen, over wier door hem gebeurde. De afweging die hij maakte was positie in Europese landen hij voor de Raad van die van de gang van recht in de democratische staat D Europa een baanbrekend rapport uitbracht en aan­ (waarin veel pleitte voor vrijlating) en het recht tot ·t vaard zag. Een eerste generatie vrijzinnig-democra­ eerbiediging van menselijk leed en vermogen tot be­ ten in de PvdA (Kranen burg, Joekes, Tendeloo, Dee­ grijpen. Die afweging van de. botsing van recht op ring) als een tweede generatie (Vondeling, Posthu­ recht werd nooit een schablone, nooit vooraf voor­ mus, Harmsen, Van 't HuIl, Geluk, Voogd) hebben spelbaar. Die afweging bepaalde mede zijn opstelling een bestuurlijke traditie ingebrac~t en voortgezet. tegenover de staat Israël. Als half-jood en als socialist Voogd was vele jaren lid van het bureau van de Twee­ wist hij zich betrokken, als socialist evenzeer, bij de de-Kamerfractie en bestuurslid van een hele rij orga­ betekenis die Israël heeft voor het joodse volk, zoals nisaties. Hervormingsdrift werd beproefd in bestaan­ hij betrokken was bij en openstond voor de rechten de structuren en op vaak ingewikkelde wettelijke en van het Palestijnse volk. Het botsen van recht op bestuurlijke regelingen. Dat verschafte aan Joop recht, van de voorkant en de achterkant van het ge­ Voogd die merkwaardige dubbelpositie dat hij vaak lijk, dat bezorgde hem slapeloze nachten. Hij was tel­ voorop liep in het openbreken van verstarde maat­ kens weer bereid naar de feiten te zien, nooit beschik­ schappelijke structuren, maar solidariteit toonde met baar om met het automatisme van de ideologie of het bestuurders die het waar moesten maken. dogma te opereren. Dat is een uitputtende bezigheid. Hij was één van de gangmakers van 'de Anti-Partij Het tilde zijn politieke betekenis uit boven het cliché­ Groep' die zich in het begin van de jaren zestig met matig links-zijn, maar wie meende in gegeven orde­ name onder medewerkers van de Wiardi Beckman ningen te kunnen berusten, moest tegenover hem Stichting manifesteerde en die als een voorloper van steeds op zijn tellen passen. Het maakte hem tot een Nieuw Links kan gelden. Hij ontmoette Ko Suurhoff, zinnebeeld van integriteit, een socialist van eigen sig­ toen voorzitter van de partij als tegenspeler. De pun- natuur, een kostbaar vriend.

socialisme en democratie nummer 2, 55 februari 1984 riel De brede maatschappelijke discussie over dat het kernenergie val mi me sel gel ba, A. P. Oele We beleven nu het laatste bedrijf van het experimen­ reau: 'Centrum voor Energiebesparing' wilde die mo­ hel Commissaris van de tele toneel van de brede maatschappelijke discussie gelijkheid onderbouwen met een passend scenario. da Koningin in Drenthe; tot over de kernenergie. Wat was de aanleiding? Het kwam met een aantal interessante bouwstenen rio eind mei 1983 voorzitter van Oorspronkelijk was het de bedoeling om de aan­ voor de beheersing van de groei van het energiever­ mi de Voorlopige Algemene vaardbaarheid van risico's, verbonden aan de begro­ bruik en een uiteindelijke beperking van dat gebruik. rio Energieraad ting van het aandeel van de kernenergie in de openba­ Met de uitwerking en toetsing van een dergelijk sce­ Sil re stroomvoorziening, in publieke discussie te bren­ nario tegen de achtergrond van het voor Nederland 19 gen. Naar aanleiding van het groeiende aantal tegen­ geldende economische model wilde men het realiteits­ ge standers tegen de voorgenomen bouw van enkele gehalte van de voor milieu en werkgelegenheid gun­ oli kerncentrales, werd in 1979 in het bijzonder door de stige gevolgen van deze ombuiging demonstreren. be kerken aan de regering voorgesteld om de beslissing lOl uit te stellen. De daarbij te winnen tijd zou moeten Scenario's oH worden benut voor het organiseren van een bredere Regering en vooral het parlement zagen desgevraagd M en meer gefundeerde meningsvorming, alvorens de wel iets in deze planmatige en model matige aanpak. sti regering en het parlement definitief zouden beslissen. Toen dan ook in 1981 de stuurgroep van start ging, de Ook in andere landen had men het publiek betrokken werd de informatiefase benut voor het ontwikkelen in: bij de besluitvorming over dit onderwerp. In Enge­ en toetsen van verschillende scenario's. Tegen de oU land betrof het de bouw van een opwerkingsfabriek achtergrond van een referentie-scenario van ongewij­ lij voor gebruikte splijtstof. Daar koos men als voorbe­ zigd beleid zouden de uiteenlopende mogelijkheden re reiding voor een door de overheid te nemen voort­ van een Nederlandse energietoekomst op een goed tn gangs-beslissing een publieke hoorzitting, die zowel samenhangende manier planmatig worden geschetst. mi wetenschappelijk en technisch als juridisch grondig Die mogelijkheden waren al voor de start inzet ge­ 10' werd voorbereid en volgens de regels van een open­ worden van discussie en conflict. Het bleek moeilijk ge bare rechtszitting werd gehouden. In Oostenrijk en te bepalen, welke scenario's gewenst waren en welke va Zweden betrof het de aanvaardbaarheid van de bouw rol ze in de maatschappelijke discussie zouden moe­ sh . van één of meerdere kerncentrales. Daar koos men ten spelen. De adviescommissie voor de begeleiding til voor een referendum. Voor de Nederlandse verhou­ van het scenariowerk en voor de vergroting van de m ding zou een referendum maar evenmin een weten­ vergelijkbaarheid heeft met de stuurgroep onder lei­ oi schappelijk-juridische hoorzitting goed passen in on­ ding van de heer De Brauw veel energie, tijd en geld UI ze parlementaire verhoudingen. Het moest dus een moeten besteden om tot enigszins vergelijkbare sce­ ei eigensoortig in de Nederlandse situatie passende nario's te komen. kc vorm van informatie en opiniepeiling worden. Men Begin dit jaar kwam het produkt van informatiefase V2 koos daarom voor een enquête, voorafgegaan door en scenariostudies gereed in de vorm van een tussen­ ce een grondige voorbereiding en goede voorlichting. rapport en een vragenlijst. Ook het oordeel van de v2 De voorbereiding en in het bijzonder de uiteindelijke adviescommissie werd openbaar. I In haar eindadvies dl bepaling van de omvang van de vraagstelling heeft constateerde deze commissie onvergelijkbaarheid hl veel tijd in beslag genomen. Men beperkte zich niet tussen het referentie-scenario en de drie overige sce­ te tot de voor- en nadelen van de kernenergie en zelfs nario's, die in het tussenrapport zijn gebruikt. Het re­ m niet tot de verschillende mogelijkheden in de energie­ ferentie-scenario beoogt namelijk geen gewenste VI voorziening. De omvang en de kwaliteit van die voor­ economische ontwikkeling te schetsen en is uitslui­ ziening heeft allerlei gevolgen voor de samenleving, tend gericht op het energieprobleem. In het min of niet alleen op het vlak van risico's maar ook voor onze meer tegengestelde energiebesparings-scenario van welvaart en relaties van onze volkshuishouding met het Centrum voor Energiebesparing zijn de proble­ de energiegrondstoffen exporterende landen. Ook men van energie, milieu, economie en werkgelegen­ het milieu ondervindt de gevolgen van keuzen in het heid als samenhangende vraagstukken gekozen waar­ energiebeleid. Vooral die milieu-effecten hebben ge­ voor oplossingen moesten worden gevonden op basis leid tot een sterke verruiming van de vraagstelling. van de uitgangspunten van risicovermijding en klein­ Het ging tenslotte niet meer om de vraag naar de aan­ schaligheid. Hier gold de economische ontwikkeling vaardbaarheid van één of meerdere kernenergiecen­ niet als een nauwelijks of niet te beïnvloeden decor, trales extra, maar om de mogelijkheid om te ontko­ maar als onderdeel en dus gevolg van de te beïnvloe• men aan een meer energie-intensieve volkshuishou­ den ontwikkeling. In de beide andere scenario's: het ding. Het in de tweede helft van de jaren zeventig scenario voor industrieel herstel en het scenario voor door milieu-bewuste wetenschappers gevormde bu- arbeidsdeling gaat men uit van een op besparing ge- socialisme en democratie nummer 2, februari 1984 56 richt energiebeleid en een actief milieubeleid zoals volstrekt onvoldoende is om de enquête met enig be­ dat overigens ook in het energiebesparings-scenario nul te kunnen invullen. Het is jammer dat men het het geval was. Echter, deze scenario's gaan niet uit uitvoerige rapport niet goedkoper en ruimer onder van een met deze aanpak sterk te beïnvloeden econo­ het publiek heeft kunnen en willen verspreiden. Het mische ontwikkeling. Men plaatst deze scenario's na­ evenwicht tussen de deskundologisch uitvoerige aan­ melijk tegen de achtergrond van mogelijke economi­ pak in de informatiefase en de benadering van het sche ontwikkelingen die voornamelijk als extern ge­ grote publiek is dan ook ver te zoeken. geven worden ingevoerd. Daarmee is de vergelijk­ Deze kritiek zou minder gerechtvaardigd zijn, wan­ baarheid van de scenario's zoek. Die vergelijkbaar­ neer de voor de opiniepeiling gestelde vragen minder heid wordt overigens nog bemoeilijkt door het feit fundamenteel en minder verreikend zouden zijn ge­ dat de uitkomsten van het energiebesparings-scena­ weest. Dan had men na de omvangrijke voorberei­ rio met een ander model van de Nederlandse econo­ ding kunnen volstaan met een kleiner aantal concre­ mie zijn verkregen dan die van de overige drie scena­ tere vragen. Jammer [;enoeg is het in de informatiefa­ rio's. se blijkbaar niet mogelijk geweest om tot een nadere Sinds de start van de informatiefase in de zomer van toespitsing en een wetenschappelijk verantwoorde 1981 is de economie haar eigen, niet al te lieve gang verkleining van de verschillen van mening over de gegaan. Er kwam een deuk in de opgaande lijn van de kernenergie te komen. De verschillen zijn integen­ olieprijzen en de opvattingen over de toekomstige deel op goed vaderlandse wijze zwaar aangezet. Dat beschikbaarheid van olie, maar ook van aardgas, ver­ is een gevolg van de vergaande verbreding van de loren hun dramatisch karakter. De instabiliteit in de vraagstelling naar het soort economie, dat men uit olie-exporterende landen, in het bijzonder in het milieu-oogpunt zou moeten hebben. Ook buiten ons Midden-Oosten, bleef en veranderde zelfs in ongun­ land wordt niet licht getild aan het vraagstuk van de stige zin. Elders op de wereld werden nieuwe voorra­ kernenergie. Toch ziet men in de internationale me­ den olie en aardgas gevonden. De diepe economische ningsvorming het zwaartepunt van de risico-discussie inzinking droeg er toe bij , dat de vraag naar vooral verschuiven naar dat van de veilige opslag en verwer­ olie beneden het aanbod kwam. Het valt thans moei­ king van het kernafval. De risico's, verbonden aan lijk te voorspellen hoelang deze situatie zal voortdu­ het normale bedrijf en eventuele menselijke fouten ren. Er zijn tekenen van enige opleving en een aan­ worden mede ten gevolge van de verder ontwikkelde trekkende vraag naar gas en olie. Desondanks kan veiligheidstechniek beter beheersbaar geacht. met vrij grote zekerheid worden gezegd, dat er voor­ Bij dit alles blijft onderbelicht, dat de met fossiele lopig (en dat geldt dan zeker tot het jaar 2000 en mo­ brandstoffen gestookte centrales ook bij toepassing gelijkerwijze zelfs nog daarna) geen sprake zal zijn van een grondige zwavelverwijdering nog altijd grote van fysieke schaarste van fossiele brandstoffen. Dit hoeveelheden nitreuze gassen en kooldioxyde in de sluit grote gevolgen van politieke, ook handelspoli­ atmosfeer brengen. De waarschijnlijke relatie met de tieke acties op de wereld-energieprijs niet uit. Het enorme aantasting van het Europese bosbestand no­ minste wat men kan zeggen, is dat de vraag naar het al pen hier tot nadere bezinning en afweging. In het tus­ of niet bijbouwen van kernenergiecentrales minder senrapport verdrinken deze overwegingen temidden urgent is geworden. De aanleiding voor de discussie is van allerlei andere wetenswaardigheden. Ook de eigenlijk een zaak van latere zorg geworden. De kostenvergelijking van de stroomopwekking met kernvraag wordt nu meer het al of niet openhouden kernenergie ten opzichte van andere vormen van van de optie voor kernenergie. Sluiting van de kern­ stroomproduktie komt niet uit de verf. Het tussen­ centrales in Dodewaard en Borssele betekent afzien rapport waagt zich hier niet aan een vergelijking. Dat van die optie. De rekening voor die sluiting is volgens is jammer, want er valt wel degelijk iets concreets te de gegevens van de commissie-Beek onaantrekkelijk zeggen, al was het slechts op grond van de met de cen­ hoog. Hoewel ook deze conclusie wordt aangevoch­ trale van Borssele verkregen ervaring. Nu blijft de le­ ten heeft de meerderheid van de Tweede Kamer in­ zer onthouden dat de kernstroom zonder grote tegen­ middels geen bezwaar gemaakt tegen voortzetting vallers niet duurder hoeft te zijn en zelfs goedkoper van de activiteiten met de bestaande kerncentrales. kan zijn dan kolenstroom. Wel wordt de lezer onder ogen gehouden dat niets in deze wereld absoluut ze­ Informatiefase ker is. Op meer dan één plaats in het tussenrapport Van de informatiefase is door de stuurgroep en haar worden de onzekere en onvoorspelbare externe in­ vele onderleveranciers veel werk gemaakt. Het tus­ vloeden genoemd. De nadruk valt echter op de moge­ senrapport laat zien, hoe breed en grondig de zaak is lijkheid van een zelfstandige en nationale keuze. De aangepakt. Niet minder dan honderdzeventig blad­ wisselwerking met de ontwikkeling in het buitenland zijden worden besteed aan de voor de beoordeling komt niet op de voorgrond. Zo ontstaat de indruk, van onze energietoekomst noodzakelijke gegevens dat Nederland een goed geïsoleerde proeftuin is. en standpunten. Wie deze stof goed tot zich laat door­ Erkend moet echter worden, dat de opstellers van het dringen, weet meer over het Nederlandse energiebe­ tussenrapport en de daaraan ten grondslag liggende leid en zijn dilemma's dan de pas afgestuurde politi­ scenario's een moeilijke klus hadden. Zij waren ge­ coloog, econoom of ingenieur. De minder direct roepen om de mogelijkheid van keuze in de zuiver na­ geïnteresseerden in het publiek moeten het overigens tionale context te benadrukken. Bovendien zou het doen met een folder waarin de verschafte informatie hun werk aanzienlijk hebben verzwaard, wanneer zij

socialisme en democratie nummer 2, 57 februari 1984 ook nog de mogelijke gevolgen van specifieke buiten­ Dat kiest voor een meer arbeidsintensieve volkshuis­ on landse ontwikkelingen op de verschillende beleidsva­ houding met een verminderde afhankelijkheid van SP! rianten in Nederland hadden aangegeven. Kritiek het buitenland en gaat in tegen de versterking van de da zou hier niet op zijn plaats zijn, indien de stuurgroep bestaande industriële structuur met een mogelijker­ sp: zich bij het presenteren van de vraagstelling aan het wijs nog toenemende afhankelijkheid van de econo­ ge grote publiek meer zou hebben beperkt. Zij heeft mie van het buitenland. Het radicale scenario zoekt rel echter niet minder dan twaalf series vragen geformu­ het in een op de binnenlandse vraag gerichte econo­ lal leerd, zodanig, dat in de beantwoording van elke se­ mie met een veel grotere arbeidsintensiteit. Daarmee SCI rie vragen meer dan twee standpunten met nog ver­ probeert men weg te komen van een situatie waarin co schillende nuanceringen kunnen worden ingenomen. nog meer produktie voor het buitenland nodig is om ku Een dergelijke gedetailleerde enquête suggereert een een hoger nationaal inkomen te verkrijgen. Die af­ de bijna autonome beïnvloeding van het energiebeleid. hankelijkheid immers maakt een eigen milieugericht Dl Deze uitvoerige en ambitieuze aanpak heeft zijn oor­ beleid veel moeilijker. De consequentie van een tel zaak in de voorgeschiedenis van de brede maatschap­ meer op de binnenlandse vraag gerichte economie SCI pelijke discussie. Het meest radicale scenario koos betekent minder vrije tijd en daardoor ook minder he niet slechts voor het laten vallen van de optie van de problemen met de verdeling van het werk. Dit scena­ on kernenergie, maar ook voor een ander minder ener­ rio echter geeft een ander soort kwetsbaarheid dan rel gieverbruikend en meer milieuvriendelijk produktie­ een meer op de grootschalige industriële produktie dr patroon. Dat veronderstelde de mogelijkheid een en export gerichte economie. Die kwetsbaarheid is wt daarop toegespitste economische structuur te kunnen een gevolg van de althans gedeeltelijke loskoppeling de realiseren en vereiste tevens een enigszins onder­ van het Europese en internationale handelsverkeer DI bouwde argumentatie van de aanvaardbaarheid van en het waarschijnlijk achterblijven bij het welvaarts­ de het een en ander in het bijzonder voor wat betreft de niveau van de omringende landen in de puur mate­ he werkgelegenheid. Vooral het laatste was belangrijk, riële zin. Het radicale-scenario gebruikt het in ons na wilde men aan het verwijt van verwaarlozing van de eigen economische tuintje aanwezige gereedschap de economische en sociale gevolgen ontkomen. Dankzij voor vergaande veranderingen in onze industrie en to de taaie volharding van de rond het Centrum van volkshuishouding. Daarvoor moet een prijs worden ril Energiebesparing geschaarde verdedigers van milieu betaald. Die prijs is naar alle waarschijnlijkheid een he en aangepaste technologie is dit milieuvriendelijke relatief achterblijvend inkomen ten opzichte van de he besparings-scenario er gekomen. Dat leidde vervol­ ons omringende landen. De verdeling van het inko­ DI gens tot de behoefte aan andere niet minder consis­ men zal overeenkomstig meer problemen opleveren. te tente scenario's voor een goede vergelijking. Zo­ De vraag is of dat politiek uitvoerbaar is. Verrassend sil doende hebben de scenario's en de daarmee verbon­ is die vraag niet, omdat men voor een beter milieu nu co den vraag naar de stuurbaarheid van onze economie eenmaal offers moet kunnen en willen brengen. Het vc een veel grotere rol gespeeld dan aanvankelijk de be­ gaat echter om de problematiek verbonden aan de ni doeling was. Deze brede onderbouwing maakte de verdeling van die lasten. Een groter economisch se brede maatschappelijke discussie even interessant als draagvlak dan dat van Nederland zou deze milieuge­ de hachelijk. richte exercitie minder riskant kunnen maken. va Dit dilemma is overigens universeel een niet van deze aa Dilemma's tijd en plaats. Sterke internationale afhankelijkheid de Zoals hierboven reeds gesteld kan de vergelijkbaar­ geeft weliswaar de beste kansen op groei, wanneer de pe heid van de scenario's niet hoog worden aangeslagen. wereldhandel toeneemt en de economie internatio­ m Ook de praktische betekenis, die de scenario's heb­ naal groeit, maar belemmert de keuze voor een meer su ben op het punt van de aansluiting op onze huidige milieu-conforme ontwikkeling met een grote mate m verslechterde economische situatie is beperkt. Des­ van zelfstandigheid en sociale stabiliteit. Het streven cc ondanks past waardering voor de poging om de di­ naar gelijkheid en evenwicht komt steeds in het ge­ fe lemma's van deze tijd goed en grondig weer te geven. drang, als men zich door technologische ontwikkelin­ dl De verschillende gedachten gangen komen goed uit gen en rijke landen op sleeptouw laat nemen. Kiezen ri de verf. Niet in het minst die van de makers van het in de marge tussen de uitersten van honderd procent di energiebesparingsscenario voor het behoud van mi­ autarkie en volstrekte afhankelijkheid van de wereld­ v( lieu, voor energiebesparing en verdeling van werkge­ handel en het internationale kapitalisme behoort tot m legenheid. Zij beperken zich niet tot de populaire af­ het wezen van elk sociaal gericht economisch ontwik­ zi schaffing van de kernenergie, maar geven ook aan kelingsbeleid. Het succes van die keuze is erg afhan­ pl wat er nodig is om bijvoorbeeld kleinschalige bedrij­ kelijk van de beschikbaarheid van investeringsmid­ bi ven kansen te geven en de milieuvervuiling onder an­ delen en van de kennis en de bereidheid van mensen dl dere ten gevolge van het autogebruik te beperken. om die doelmatig te gebruiken. Kiest men daarbij z\ Wat dat betreft, komen de verschillen in aanpak ten nog voor een markt-conforme aanpak, dan is op z'n gl opzichte van de meer conventionele, op bestrijding minst een vrij groot economisch en politiek draagvlak van de werkloosheid gerichte vormen van econo­ nodig wil men de gewenste richting met een redelijke m misch beleid redelijk goed naar voren. zelfstandigheid handhaven. In ontwikkelingslanden "g! Dat verschil blijkt duidelijk wanneer we wat nader zijn die voorwaarden nauwelijks te vervullen, al was dl kijken naar het radicale energiebesparings-scenario. het slechts vanwege de eenzijdigheid van de minder bi socialisme en democratie nummer 2, februari 1984 58 uis­ ontwikkelde volkshuishouding en het gebrek aan be­ Energie mag dan gelden als een sleutelsector van de van sparingen en investeringsmiddelen. Interessant is nu, economie, zolang er nog een redelijke hoeveelheid tde dat de verdedigers van het scenario voor energiebe­ beschikbaar is, is de energievoorziening eerder een :er­ sparing, milieubehoud en werkgelegenheid een niet afgeleide dan een bepalende factor voor produktie en no­ geheel onvergelijkbare excercitie in het kleine maar consumptie. Een andere niet minder belangrijke con­ ekt relatief rijke en traditionele vrijhandelsland Neder­ clusie van de scenario-exercities is die van de te ver­ 00- land willen doen. Het milieu en werkgelegenheids­ wachten verkorting van de werkweek en de zeer be­ Jee scenario suggereert, dat deze veranderingen markt­ perkte inkomensstijging. Ook resulteert een nog ,rin conform en met een redelijke mate van continuïteit steeds grote afhankelijkheid van het buitenland in het om kunnen worden bewerkstelligd. Dat zou een prece­ jaar 2000. Deze gevolgtrekkingen op basis van de ver­ af­ dent zijn van vergaande betekenis. Zou het kunnen? schillende scenario's zijn niet bijzonder verrassend. cht De adviescommissie heeft sterke twijfels. Ze consta­ De historische unieke economische groei in de perio­ !en teert dat de drie qua energiebeleid zeer verschillende de tussen 1956 en 1977 blijkt op basis van deze voor­ oie scenario's toch alle uitlopen op eer. situatie waarbij in spellingen echt afgelopen te zijn. De derde conclusie Jer het jaar 2000 de werkloosheid ten opzichte van het betreft de relatieve betekenis van de aanleiding van la­ ongewijzigde beleid met vierhonderdduizend manja­ de discussie. Het industrieel herstel-scenario zou zon­ !an ren vermindert. De commissie stelt ook vast, dat alle der het stukje kernenergie niet heel anders uitpak­ tie drie beleidsscenario's uitkomen op een gemiddelde ken. Voor de meer-omvattende problematiek van de is werkweek in het jaar 2000 van circa dertig uur. Ook groei en de werkgelegenheid is het vraagstuk van de ng deze overeenstemming acht de commissie frappant. kernenergie een marginale zaak geworden. Deze !er De overeenkomst op het punt van deze toch vergaan­ conclusie zullen velen ook op grond van eigen waar­ ts­ de wijzigingen in arbeidstijd en werkgelegenheid neming hebben getrokken. Het verklaart goeddeels te­ heeft iets kunstmatigs. Er blijven in de uitkomsten het nachtkaarsachtige karakter van de brede maat­ ns natuurlijk verschillen. Er is uiteraard het verschil in schappelijke discussie in zijn laatste fase . ap de stijging van het elektriciteitsverbruik. Dat neemt en toe met 62 procent vergeleken met 1980 bij het scena­ Bruikbaarheid en rio voor industrieel herstel; met veertig procent voor Blijft nog de vraag naar de praktische bruikbaarheid ~n het arbeidsdelings-scenario en met drie procent voor van de gevolgde methode en in het bijzonder van de je het scenario behoud van milieu en werkgelegenheid. uiteenlopende opties voor het beleid. De indruk kan 0- De particuliere consumptie stijgt met zestien procent ontstaan, dat de genoemde beleidsmaatregelen bin­ o. ten opzichte van 1980 bij het herstel-scenario en nen het kader van één scenario met uitsluiting van de td slechts met vier procent voor het milieu-scenario. De in andere scenario's genoemde maatregelen het alfa IU commissie stelt vast, dat het belang van de scenario's en het omega zullen kunnen zijn voor een bepaald be­ et voor de praktijk van vandaag beperkt is. Er wordt leid. Dat zou een grandioos misverstand zijn; niet Ie niet ingespeeld op onze actuele economische impas­ passend in de thans gegeven moeilijke situatie van :h se. Het nastreven van een wezenlijke verkleining van ons land. Ook deze scenario's zijn vingeroefeningen, de uitgaven in de collectieve sector en het stimuleren die kunnen bijdragen tot het vinden van praktische van de binnenlandse vraag is in de vier scenario's niet vormen van beleid voor de verbetering van de werk­ :e aan bod gekomen. Ook ontbreekt de uitwerking van gelegenheid en de selectieve groei in de richting van d de scenario-resultaten in de vorm van energielasten een meer milieu-conforme economie. De vaak con­ ,e per gezin of bedrijf. Ook de gevolgen voor de inko­ currerende verlangens op het gebied van het inko­ ,- mensverdeling en voor de samenstelling voor de con­ mensbeleid, de werkgelegenheid en het milieu ma­ 'r sumptie komen niet in beeld. De commissie heeft ken het bij voorbaat moeilijk, zo niet onmogelijk om e overigens geen reden om aan de boekhoudkundige één bepaald scenario te volgen. In elk geval zal de o consistentie van de uitgevoerde berekeningen te twij­ energie-beschikbaarheid niet het enige beslissende ;- felen. Wel wijst zij op het al eerder gesignaleerde feit , element zijn. Er zijn meer ernstige knelpunten niet dat het energiebesparings-scenario voor een belang­ alleen op het terrein van het milieu maar ook op so­ J rijk deel op een ander model berust dan de overige ciaal gebied. Er zijn gelukkig ook veranderingen in t drie. Dit kan aanleiding geven tot niet onbelangrijke onze opvattingen over het prestatie element in belo­ verschillen in een aantal uitkomsten waarbij het niet ning en produktie. Dat nu maakt het beleid voor de t mogelijk is aan te geven welke het meest plausibel verbetering van het milieu en de werkgelegenheid tot zijn . De commissie signaleert nog een ander zwak een lang vol te houden inspanning. Binnen de ruimte punt van het meest radicale scenario. Er wordt daar­ die onze democratie en onze economie bieden zullen bij aangenomen dat de vrij vergaande wijzigingen in alle mogelijkheden moeten worden benut om weg te de voorkeur van de consumenten min of meer vanzelf komen van de milieubedreigende activiteiten. zullen optreden. Hierbij plaatst de commissie een Het ligt voor de hand, dat de mogelijkheden van een groot vraagteken. radicaal besparings-scenario voor ons land groter zul­ Wat er van deze kritiek ook waar zij, vastgesteld len zijn, naarmate de ons omringende Europese lan­ moet worden, dat de invloed van de economie op de den bereid zijn om een gelijkgericht consequent mi­ gang van zaken in de energiesector veel groter is dan lieubeleid te voeren. Dat steuntje in de rug is mede de invloed van de energievoorziening en het energie­ daarom zo gewenst, omdat ons land naar verhouding beleid op de economie en de industriële structuur. een vrij groot arbeidsaanbod te verwerken krijgt in

socialisme en democratie nummer 2, 59 februari 1984 de jaren tachtig. De verdeling van arbeid en inkomen gen van bepaalde keuzen worden vermeden. Men be­ schept dan ook voor ons land extra verplichtingen. perkt zich in belangrijke mate tot de eigenlijke mate­ Tegen die achtergrond moet het economisch draag­ rie van de discussie. Ook de vergelijkende economi­ vlak van ons land wel erg klein worden geacht voor sche kant van de stroomopwekking met behulp van een geheel eigen invulling van ons economisch bestel, kernenergie komt onvoldoende uit de verf. Dat is indien het milieu en energiebeleid in de ons omrin­ jammer, want het prijsaspect zal in de toekomst stel­ gende landen sterk zou afwijken. Scenariostudies op lig een rol blijven spelen. De stuurgroep stelt immers Europese schaal en op basis van gelijk gerichte noties vast dat men het probleem niet kan ontwijken door over werkgelegenheid, milieu en de daarvoor te vra­ matiging van prijzen van de concurrerende fossiele gen offers zouden voor ons land van meer betekenis brandstoffen. Er is geen meerderheid voor het naar C zijn geweest dan deze puur Nederlandse vingeroefe­ beneden aanpassen van de aardgasprijzen en er zijn Tt ningen. Ons land heeft nu eenmaal een betrekkelijk weinig verwachtingen van de economische voordelen it klein economisch tuintje. Mocht de illusie gewekt van stroom uit steenkool. De aandacht gaat nadruk­ el zijn dat we er op eigen kracht en op basis van eigen kelijk en terecht in de richting van energiebesparing, e keuzebeslissingen en met een eigen centrale planning warmte- en krachtkoppeling en het daaraan verbon­ TI zelf uit zouden kunnen komen, dan zou dat voor de den decentraal vermogen. De daarmee samenhan­ jl toekomst van de methodiek van de planning als een gende problemen van de organisatie van de stroom­ b toch noodzakelijk beleidshulpmiddel geen goede voorziening komen gelukkig wel in het beeld. Er is fl zaak zijn. Bij de thans gegroeide verhoudingen heeft geen duidelijke meerderheid te vinden om Borssele h een gebied als de EEG meer kansen om zijn eigen en Dodewaard te sluiten. Het lijkt niet gemakkelijk fl economisch lot in handen te nemen dan een land als een meerderheid te construeren om nieuwe kerncen­ h Nederland. trales te bouwen, voordat meer zekerheid bestaat n Tot slot passen hier nog enkele opmerkingen over de over afvalverwerking en -berging. Dat biedt een dui­ [j aanleiding van de brede maatschappelijke discussie. delijk aanknopingspunt voor een weliswaar niet com­ b Het ging immers om de vraag van ja of nee doorgaan pleet doch gedeeltelijk succes van de milieubewegers h met de kernenergie. Op het moment, dat deze regels in ons land. Degene die tegen de prijs van het open­ d worden geschreven, kan nog niet over de uitkomst houden van de optie van de kernenergie uitstel van de c van de brede opiniepeiling worden beschikt. Het par­ uitbreiding van de grootschalige toepassing wil , kan t lement zal waarschijnlijk geconfronteerd worden met hiermee in de politiek scoren. Daarbij kan de naar () twijfels in brede kring over de maatschappelijke aan­ verhouding sterke aardgaspositie van ons land en de v vaardbaarheid van de kernenergie. Daarmee komt mogelijk gebleken invoer van stroom uit het buiten­ I het vermoedelijk opnieuw voor de keuze van het al of land een handje helpen. t niet openhouden van de optie van de kernenergie. Voor socialisten is de uitkomst van de discussie over 1 Voor de toekomst is het prijskaartje van het geheel de organisatie en de structuur van de elektriciteitsbe­ l uitsluiten van de civiele toepassing van de kernener­ drijven van speciaal belang. Er blijkt immers weinig gie dermate onzeker, dat het onverstandig zou zijn bereidheid tot het handhaven van het overheidsmo­ ~ deze vorm van energievoorziening voor eens en voor nopolie en een doorslaggevende politieke invloed op ( altijd af te zweren. Enerzijds zijn er in die sector ont­ de elektriciteitsbedrijven. In deze actuele aangele­ I wikkelingen in de richting van een meer veilige toe­ genheid ziet men een verschuiving naar een meer 1 passing: anderzijds gaat de luchtverontreiniging door veelzijdig patroon van stroomvoorziening, waarbij I fossiele brandstoffen steeds zwaarder wegen. Meer regionale bedrijven in samenwerking met de indus­ l actueel echter is de inschakeling van duurzame bron­ trie de kans krijgen om de stroom toe te voegen aan nen en van meer doelmatige vormen van energieop­ het bestaande pakket, indien dit maar enigszins eco­ wekking zoals warmtekrachtkoppeling. Dat vraagt nomisch verantwoord is. Dat betekent aan de ene een minder grootschalige opwekking en een daartoe kant aantasting van het monopolie en de daarin gege­ aangepaste structuur van onze elektriciteitsbedrij­ ven sturingsmogelijkheden en aan de andere kant een ven. El moet ruimte komen voor regionale produk­ zekere ruimte voor alternatieve energie. Gelet op alle tiebedrijven, die deze nieuwe opwekkingsmethode verkregen ervaring zal die ruimte er wel moeten ko­ toepassen en de levensvatbaarheid daarvan in con­ men. Regionale bedrijven moeten ook door de over­ currentie met de centrale stroomvoorziening kunnen heid in staat gesteld worden die ruimte in te vullen bewijzen. Als de uitkomst van de brede maatschap­ waar dat maar even economisch kan. Het zal echter pelijke discussie er toe zou kunnen bijdragen, dat de zaak zijn om de grootschalige stroomproduktie niet structuur op dit punt flexibeler en produktiever wordt uit het oog te verliezen. Hier zal men het beleid niet dan zou dat al met al toch winst zijn. over moeten laten aan puur bedrijfseconomisch ma­ nagement en de concurrentie met de decentrale Inmiddels is het eindrapport van de stuurgroep eind stroomproduktie. Ook overwegingen van industrie­ januari gepubliceerd. De conclusies en aanbevelin­ politiek en werkgelegenheid dienen mee te spelen. gen doen weinig af aan de inhoud van het voorgaan­ Het zou doodzonde zijn als de BMD tot het afkappen de. De sociaal-economische aardverschuiving van de van sturingsmogelijkheden op dit terrein zou leiden. laatste jaren heeft een duidelijk spoor achtergelaten Noot in de gevolgtrekkingen van de stuurgroep. Stellige 1 Eindrapport adviescommissies scenario's, Stuurgroep uitspraken op het terrein van de economische gevol- maatschappelijke discussie energiebeleid, maart 1983. socialisme en democratie nummer 2, februari 1984 60 'e­ :e­ Fabian Society: de jezuïeten van het socialisme li­ m is !I­ rs Jr Ie :u Op de avond van 24 oktober 1983 komen zestien we­ den. De enige reden waarom juist de Fabian Society Piet Hagen in reldverbeteraars bijeen ten huize van Edward Pease in de latere geschiedschrijving meer aandacht zou Journalist :n in Londen. Hun doel is een uitweg te zoeken uit de krijgen was, dat zij de weg bereidde voor de oprich­ Op 4 januari 1984 bestond k- economische en geestelijke crisis van hun tijd. Het is ting (in 1906) van de Labour Party, waarbinnen zij tot de Fabian Society, de denktank van de Engelse J> een bont gezelschap bestaande uit een paar ambtena­ op de dag van vandaag een belangrijke rol zou spelen. ~, Labour Party, honderd jaar. )- ren , een student, een architect, een paar radicale Met hun keus voor praktische hervormingen langs de De vereniging, enigszins 1- journalisten, enkele vrouwen met verlichte denk­ weg van de geleidelijkheid keerden de Fabiërs zich vergelijkbaar met de Wiardi l­ beelden en Pease zelf, die dan werkzaam is op een ef­ niet alleen af van de utopisten die droomden van een Beckman Stichting, heeft een is fectenmakelaardij . Eén ideaal hebben ze gemeen: ideaal 'Nergensland' , maar onderscheidden zij zich kleurrijke geschiedenis. e het streven naar een betere maatschappij. Ze filoso­ ook van radicale stromingen als het communisme en Persoonlijkheden als George k feren over de oprichting van een 'Genootschap van anarchisme. Die koers werd nader uitgewerkt in de Bernard Shaw en Sidney en 1- het Nieuwe Leven', dat 'de wederopbouw van de Fabian Essays die in 1889 verschenen. Daarin vestig­ Beatrice Webb hebben maatschappij in overeenstemming met de hoogste den de schrijver G. B. Shaw en zijn mede-auteurs hun daarin een belangrijke rol lt gespeeld. Bijna alle 1- morele waarden' zou moeten bevorderen. Na enkele hoop op een democratische besluitvorming. De klas­ vooraanstaande politici van I­ besprekingen krijgen de meer praktisch ingestelde senstrijd en de geweldadige revolutie wezen zij van de Labour Party, inclusief de s hervormers echter de overhand. Als op 4 januari 1884 de hand. Zij wilden feiten verzamelen en zo hun te­ nieuwe leider Neil Kinnock, .- de Fabian Society wordt opgericht gaat het niet meer genstanders overtuigen. Want, zei Shaw, 'geen rede­ waren of zijn lid van de e om 'de onderwerping van het stoffelijke aan het gees­ lijk mens die de feiten kent kan weigeren socialist te Fabian Society. De J telijke', maar om een stapsgewijze hervorming van worden. ' Shaw was in mei 1884 toegetreden tot de Fa­ vereniging telt nu r de maatschappij . Daarmee is de grondslag gelegd bian Society. Tientallen jaren heeft hij samen met drieduizend leden; daarnaast voor de Engelse variant van de sociaal-democratie. kopstukken als Sidney en Beatrice Webb, Graham zijn er ook nog plaatselijke afdelingen met tweeduizend Kenmerkend is de keus voor geleidelijkheid, die ook Wal/as en Sidney Olivier de toon aangegeven. Vooral leden. De activiteiten van de tot uitdrukking komt in de naam van het gezelschap. door de inzet van deze leiders werd de Fabian Society Fabian Society bestaan uit Deze verwijst immers naar de Romeinse veldheer Fa­ een succes. Omstreeks 1890 was de groei van de ver­ het houden van discussies bius Cunctator, die in de strijd tegen Hannibal een eniging spectaculair. Overal in het land (en zelfs in de over socialistische politiek en tactiek voorstond van dralen totdat de tijd gunstig koloniën) werden afdelingen opgericht, nieuwe leden het publiceren van was om de overwinning in de wacht te slepen. meldden zich bij honderden en de Fabian Essays wer­ brochures. Om het initiatief van Pease en de zijnen te kunnen den bij duizenden verkocht. Nog meer aftrek vonden plaatsen moeten we iets meer weten van het politieke de populaire tractaten waarvan in de afgelopen hon­ klimaat van de jaren tachtig van de vorige eeuw. derd jaar een kleine vijfhonderd afleveringen ver­ Door de economische neergang heerste in Engeland schenen. Alleen al tussen 1891 en 1893 hielden 'rei­ grote werkloosheid. Armoe en sociale onvrede waren zende sprekers' meer dan drieduizend lezingen in het daarvan het gevolg. Daar kwam bij dat de hervormin­ hele land. Maar zoals de Fabian Society in die begin­ gen van de liberalen onder leiding van Gladstone in tijd profiteerde van de verdiensten van de oude gar­ het slop dreigden te geraken. Ook het geestelijke kli­ de, zo kreeg zij later ook de fouten van haar grote maat was onzeker. Onder invloed van de opkomende voorgangers nagedragen. Shaws flirt met het Itali­ natuurwetenschappen hadden velen de kerk de rug aanse fascisme in 1927 en zijn nauwelijks verholen toegekeerd. Darwin's leer dat de mensen geen geval­ bewondering voor figuren als Mussolini, Stalin en len engelen maar omhoog gekrabbelde apen waren, Hitier in 1934 wierpen een moeilijk uitwisbare smet zaaide veel twijfel. Deze combinatie van sociaal-eco­ op de vereniging waarvan de gevierde schrijver tot nomische misère en geestelijke ontreddering inspi­ zijn dood in 1950 lid bleef. Hetzelfde gold, zij het in reerde veel zoekers tot fantasieën over een betere we­ mindere mate, voor Sidney en Beatrice Webb, die in reld. Geestelijke genootschappen, charitatieve stich­ de jaren dertig in de ban raakten van het Russische tingen en politieke verenigingen schoten als padde­ communisme. Zij zagen wel de fouten van Stalin, stoelen uit de grond. Utopisten, sociaal bewogen maar vergoeilijkten die als groeistuipen van een nieu­ christenen, anarchisten, communisten en socialisten we maatschappij. van allerlei slag zochten koortsachtig naar een alter­ natief voor het kapitalisme, dat zoveel armoe en on­ Geleidelijkheid en doordringing recht met zich mee bracht. De verschillen tussen al Via de ontsporingen van Shaw en de Webbs zijn we die groepen en groepjes waren niet altijd even duide­ ver afgedwaald van de hoofdlijn die in 1884 werd uit­ lijk, zodat grensverkeer regelmatig plaats vond. Te­ gezet en die sindsdien door de Fabian Society als ge­ gen die achtergrond was het vanzelfsprekend dat Pea­ heel is gevolgd: geduldig werken aan de verbreiding se en zijn medestanders ook een duit in het zakje de- van het socialisme langs democratische weg. De

sociallsme en democratie nummer 2, 61 februari 1984 kracht van de Fabiërs school vooral in de propaganda ste wordt bedoeld dat veranderingen geleidelijk tot va die zij maakten onder de verlichte bourgeoisie, pro­ stand moeten komen. Slechts met geduld kan de op­ ke gressieve liberalen en naar links neigende intellectue­ bouw van een rechtvaardiger samenleving worden mi len. Het eerste, nog enigszins amateuristische trac­ verwezenlijkt. Het begrip 'permeation' houdt in dat dil taat van de fabiërs verscheen in april 1884. Het was Fabiërs er op uit zijn anderen te overtuigen en zo de m: geschreven door de huisschilder W. L. Phillips en maatschappij van hun ideeën te doordringen. In en­ de droeg de titel: Why are the Many Poor? Het is een kele gevallen is dat ook aardig gelukt. Men kan daar­ ee vraag die nog altijd actueel is, en dat niet alleen in het bij denken aan de socialisering van bepaalde mono­ ot Engeland van Margaret Thatcherwaar nu zes miljoen poliebedrijven, sommige onderwijshervormingen en aa mensen onder of net op de armoedegrens leven. Ook de opbouw van de Welfare State. Vooral mensen als ve tv-kijkers in andere westerse landen, die dagelijks de Beatrice en Sidney Webb slaagden er nogal eens in sc ellende van de wereld in kleur te zien krijgen, kunnen progressieve liberalen voor hun kar te spannen. Soms ve zich deze vraag stellen: Waarom zijn zovelen arm? nam de morele verontwaardigIng van de Fabiërs heel tic Phillips, lange tijd door de Fabiërs gekoesterd als een concrete vormen aan. Zo gaf Annie Besant (de latere li< van de weinige echte arbeiders in hun gelederen, was theosofe) daadwerkelijke steun aan een actie van bi bepaald niet ongeletterd. Hij had kennis genomen meisjes in een luciferfabriek in Londen. Zij hielp de­ lij van de ideeën van de Franse socioloog August Comte ze jonge arbeidsters, die veertien uur per dag werkten ra en was gegrepen door diens positivistische religie, die en bloot stonden aan giftige stoffen, bij het organise­ in dienst aan de medemens stelde in plaats van dienst ren van een staking en zorgde voor de nodige publici­ w aan God. Phillips beantwoordde de door hem zelf op­ teit over deze vorm van 'blanke slavernij'. w geworpen vraag aldus: 'Indien het kapitaal gesociali­ Toch was directe actie niet het sterkste punt van de kt seerd wordt, zullen de werkers er ten volle profijt van Fabiërs. Zij legden zich liever toe op onderzoek en sc hebben. Maar aangezien het kapitaal in handen is van politieke meningsvorming. Vooral aan onderzoek w weinigen, is armoede het lot van velen'. En zich wen­ hechtten zij veel belang. Een van de vroege Fabiërs zi dend tot de rijken schreef hij: 'Gij die een lekker en die er zelf op uit trok om feiten te verzamelen was 0 ' aangenaam leven leidt, bedenkt dat uw gemak en weel­ Beatrice Potter. Zij was van goede komaf, onderhield dl de betaald worden door het ongeluk en gebrek van an­ enige tijd contacten met de liberale politicus Joseph (t deren'. Hoewel Phillips' analyse en de geschriften van Chamberlain, en studeerde.graag. Lang voordat ze al andere vroege Fabiërs soms aan Marx doen denken, toetrad tot de Fabian Society (en met Sidney Webb te gingen hun conclusies toch een andere kant uit. Zij huwde) trok zij, vermomd als naaister en gaarster van al richtten de pijl van hun hervormingsdrift niet op het huurpenningen, de arbeiderswijken van Londen in klassebewustzijn van de arbeiders, maar op het gewe­ om zo de grauwe werkelijkheid beter te leren ken­ sI ten van hen die verantwoordelijk waren voor het on­ nen. Het resultaat van haar onderzoek werd opgeno­ tt recht in de wereld. Zij mikten vooral op de gegoede men in het volumineuze werk Life and Labour of the b burgers. De Fabiërs geloofden dat zelfs miljonairs People in London, dat Wiltiam Booth (de stichter van \i nog te overtuigen moesten zijn van hun ongelijk. het Leger des Heiis) publiceerde. De bijdrage van tt Shaw schreef met dat oogmerk een tractaat dat hij - Beatrice werd geprezen door Sidney Webb, niet al­ niet zonder ironie - de titel Socialism for miltionairs leen vanwege de inhoud, maar ook om de literaire "si meegaf. kwaliteit. Eenmaal getrouwd zouden de Webbs nog VI Vanaf 1885 noemen de Fabiërs zich socialisten. Hun vele werken publiceren om de zaak van de Fabiërs re socialisme is sterk ethisch bepaald, het gaat hun in de kracht bij te zetten. Na de oprichting van de Labour li eerste plaats om waarden als eerlijkheid en recht­ Party in 1906 concentreerde de Fabian Society zich h vaardigheid. Daarom willen ze de vrucht van de ar­ nog meer op haar onderzoekstaak. De Fabiërs vorm­ beid ten goede laten komen aan de gemeenschap. In den zo de braintrust van de partij. Zij stichtten een "g het voetspoor van Jeremy Bentham zoeken ze naar instituut voor wetenschappelijk onderzoek, dat tal li 'het grootste geluk voor het grootste aantal mensen' . van belangwekkende rapporten publiceerde. De op I­ Ze staan in de traditie van Engelse economen als Ri­ initiatief van Sidney Webb opgerichte London School ti cardo en Milt, Jevons en Marshall. Zij zien meer heil of Economics stond weliswaar los van de Fabian So­ d in een stapsgewijze socialisering van de voornaamste ciety en haar research-bureau, maar via allerlei per­ b monopolies (te beginnen met de gas- en waterbedrij­ sonele unies was zij toch een belangrijke steun in de d ven) dan in een uitzichtloze klassenstrijd. Ze willen rug. Bekende Fabiërs als R. H. Tawney (schrijver van k vooral praktisch bezig zijn en zetten zich daarom in The acquisitive society) en R. M. Titmuss (schrijver o voor de verbetering van het lokale bestuur, de oprich­ van The irresponsible society) waren beiden· hoogle­ d ting van openbare nutsbedrijven of de hervorming raar aan de London School of Economics. Eveneens s van het onderwijs. Ze schrijven geen onleesbare pil­ dankzij de Webbs kwam er ook een tijdschrift waarin J. len zoals Marx en Engels, maar stuiver-pamfletten als linkse politici en wetenschapsmensen hun ei kwijt v Feiten voor socialisten die bij tienduizenden worden konden: The New Statesman, opgericht in 1913 . g verkocht. En in hun ijver om anderen voor hun stand­ ~ punt te winnen gedragen ze zich - naar het woord Kracht en zwakten 1 van Shaw - als de 'Jezuïeten van het socialisme' . Het is niet de bedoeling de hele geschiedenis van de z Kenmerkend voor de tactiek van de Fabiërs zijn de Fabian Society hier na te vertellen. Die is niet alleen ( begrippen 'gradualism' en 'permeation'. Met het eer- te omvangrijk, maar bovendien in menig boek (o.a. ti socialisme en democratie nummer 2, februari 1984 62 :>t van Margaret Cole en van Norman en Jeanne Mac­ zegd. Men kan de Fabiërs echter wel meer verwijten p- kenzie) al uitvoerig beschreven. In die boeken vindt maken. Vooral in de begintijd hebben zij weinig be­ :n men ook tal van anekdotes over de hoofdpersonen grip getoond voor de eigen verantwoordelijkheid van lt die de begintijd van de Fabian Society zo kleurrijk de vakbeweging. Natuurlijk ging het ook de Fabian Ie maakten. Tot hen behoort de schrijver H. G. Wells, Society om verbetering van de werk- en leefomstan­ )­ door de Webbs overgehaald om lid te worden tijdens digheden van de arbeiders. Maar de Fabiërs hadden r­ een van hun fietstochtjes op zondagmiddag. Wells soms het idee dat zij beter wisten wat goed was voor l­ ontpopte zich weldra als een rebel die de oude garde de arbeiders dan de arbeiders zelf. Op het terrein van n aan de kant wilde schuiven. Hij vond het gezelschap de buitenlandse politiek hebben de Fabiërs ook meni­ Is veel te sloom. 'De Fabian Society doordringt de maat­ ge steek laten vallen. In de Boerenoorlog namen ve­ n schappij even weinig als een muis een kat', luidde zijn len van hen een conservatief standpunt in. Het Engel­ .s vernietigend oordeel. Na een mislukte paleisrevolu­ se wereldrijk werd lang beschouwd als een uitvinding :1 tie legde Wells het hoofd in de schoot en zegde zijn voor het bestwil van onderontwikkelde volken. Toen e lidmaatschap op. Had Wells gelijk? Hadden de Fa­ de Fabian Society eenmaal actiever werd en aparte n biërs wel zoveel invloed? Die vraag is niet gemakke­ bureaus in het leven riep voor koloniale aangelegen­ lijk te beantwoorden. Dat komt mede door het ka­ heden en voor buitenlandse zaken, kwam daarin rakter van de vereniging: meer een verzameling losse langzaam verbetering, maar langzaam ging het wel. individuen dan een hechte organisatie. Aanvankelijk Een zwakte van de Fabian Society was ook haar eli­ werden de traetaten nog onder gezamenlijke verant­ taire karakter. Veel buitenstaanders beschouwden woordelijkheid uitgegeven, maar later werd nadruk­ haar als een gezelschap van salonsocialisten. Maar de kelijk vermeld dat iedere auteur op persoonlijke titel Fabiërs hielden vol dat het niet hun bedoeling was het schreef. Toen de Labour Party het politieke hand­ socialisme geschikt te maken voor de salon, maar dat werk had overgenomen hoefde de Fabian Society ze juist de salon wilden bekeren tot het socialisme. zich ook niet meer te wagen aan publieke uitspraken Hoe dat zij , tot op de dag van vandaag hebben de Fa­ over brandende kwesties. Steeds meer werd zij de biërs de naam dat zij de snobs van de Labour Party denktank op de achtergrond. Daarnaast fungeerde zijn. Maar vanwege hun verdiensten worden ze met (en fungeert) de Fabian Society als de bakermat voor liefde getolereerd. aankomende politici die zich niet meteen wilden stor­ Misschien is die elitaire opstelling van de Fabiërs er ten in het gewoel van partijvergaderingen. Via deze mede oorzaak van dat de standsverschillen in de En­ achterdeur konden zij gemakkelijk binnenkomen en gelse samenleving zo sterk zijn gebleven. Op sociaal­ - eenmaal binnen - lukte het hun vaak een vooraan­ economisch terrein gingen de Engelse socialisten staande plaats te bemachtigen. Bijna alle prominen­ vaak heel ver (denk aan de al heel vroeg begonnen ten van de Labour Party waren of zijn lid van de Fa­ opbouw van de Welfare State en aan de nationalisatie bian Society. van bedrijven), maar op sociaal-cultureel terrein Veel belangrijker dan deze recruteringsfunctie is ech­ bleef de tweedeling van de maatschappij min of meer ter de ideologische inbreng geweest. Na de Tweede voortbestaan. Een goed voorbeeld daarvan is de on­ Wereldoorlog moge de invloed van de Fabiërs ge­ derwijspolitiek. Met de mond beleden socialistische slonken zijn , vooral in de eerste dertig, veertig jaar politici dat ze voor de invoering van comprehensive van haar bestaan heeft de Fabian Society een sleutel­ schools waren (en ze voerden die ook eerder in dan rol gespeeld in de ontwikkeling van het Engelse socia­ socialistische regeringen elders in Europa), maar veel lisme. Temidden van de ideologische verwarring van Labour-ministers stuurden hun eigen kinderen liever honderd jaar geleden hebben de Fabiërs in samen­ naar grammar schools en zelfs naar public schools. Zo werking met anderen een alternatief geboden voor de bleven ook de Fabiërs in menig opzicht trouw aan de gevestigde partijen. Marx werd afgewezen, het socia­ waarden van de Victoriaanse samenleving, die ze op lisme gekanaliseerd in een typisch Engelse bedding. sociaal-economisch terrein te vuur en te zwaard be­ Hoewel critici smalend spreken over het 'gas- en wa­ streden. Uit die hang naar oude waarden moet ook de tersocialisme' van de Fabiërs, moet men hun nageven ascetische instelling van Fabiërs worden verklaard. dat zij juist door hun praktische instelling veel heb­ Roken en drinken was voor velen taboe en ook vlees ben bereikt. George Bernard Shaw heeft eens gezegd lieten sommigen staan. Er werden tijdens de zomer­ dat al het goede in de Engelse maatschappij te dan­ scholen wel liederen gezongen en toneelstukjes opge­ ken was aan de Fabiërs. Natuurlijk is dat schromelijk voerd, maar erg frivool werd het nooit. Om die reden overdreven. Maar de invloed van de Fabiërs is wel noemde J. L. Heldring hen eens ' een stelletje humor­ duidelijk herkenbaar in de manier waarop de Engel­ loze, preutse lieden'. sen gestalte hebben gegeven aan de Welfare State. In het recente verleden is de Fabian Society er niet in Achteraf is het gemakkelijk kritiek te hebben op de geslaagd mensen als Roy Jenkins en Shirley Williams wildgroei die de verzorgingsstaat in de jaren zestig als lid te behouden. Toen de Sociaal-Democratische ging kenmerken. Maar dat doet niets af aan de grote Partij eenmaal van Labour was afgesplitst, verklaar­ verdiensten van mensen als Beatrice We bb die al in den de Fabiërs het lidmaatschap van de SDP onver­ 1909 de contouren schetste van het stelsel van sociale enigbaar met dat van hun vereniging. Jammer, want zekerheid dat wij nu normaal vinden. zo verloor zij de mogelijkheid om een brug te slaan Over de dwaalwegen van sommige Fabiërs, met na­ me van Shaw en de Webbs, is al het een en ander ge- Vervolg op blz. 73

socialisme en democratie nummer 2, 63 februari 1984 de Universiteiten in de knel uil t~ te ge ki d~ fa D Hugo Priemus Inleiding Academische Raad zijn teleurstelling hierover niet til Hoogleraar Volkshuisvesting Universitaire docenten en medewerkers voelen zich onder stoelen of banken. di aan de TH-Delft; lid van de in het nauw gedreven. Zij klagen steeds luider over In de nota Hoger onderwijs voor velen zette Pais ra redactie van SenD de aanslagen op de universiteit, de steeds grotere in­ (1978b) een andere koers uit: die van de tweefasen­ al vloed van de bureaucratieën van het departement en structuur . Via een uitstelwetje werd de invoering van Ol de centrale apparaten van de universiteit, aantasting de Wet Herstructurering wetenschappelijk onderwijs re van de academische vrijheid, de overdosis van maat­ eerst nog met twee jaar opgeschort. Bij de behande­ bi regelen en veranderingen, die het departement te­ ling van de nota Hoger onderwijs voor velen (novem­ oJ weegbrengt. Tegenover de klachten aan het adres ber-december 1978) bleek dat een kamermeerder­ u van bestuurderen en planners valt er ook kritiek te heid zich in de plannen van Pais kon vinden. Op 12 l'I beluisteren op de docenten en medewerkers van de maart 1979 brachten Pais en Braks het voorontwerp s( universiteit: de ivoren-toren-mentaliteit, het gebrek van wet van een Wet tweefasenstructuur wetenschap­ h aan verantwoordelijkheidsbesef, de vèrgaande vrij­ pelijk onderwijs uit, op 19 mei 1980 gevolgd door een SI blijvendheid. Er zou vooral veel geld worden opge­ Ontwerp van Wet (Pais, 1980). o maakt aan nutteloze onderzoekingen. Getuige de pa­ De Wet tweefasenstructuur beoogt een belangrijke k nische angst voor de prikklok wordt er op vele plaat­ stap te zetten in de richting van een omvattend en sa­ iJ sen kennelijk gelanterfanterd. De universiteit zou op menhangend stelsel van wet- en regelgeving ten be­ z een te grote voet leven en ernstig verstard zijn. Men hoeve van het hoger onderwijs en wetenschapsbeoe­ n moet zich maar beter kleden op de frisse wind die nu fening. Daarmee wordt voortgebouwd op de BUOZ­ a door de universiteitsgebouwen waait, vindt menig­ nota (die wij hierna bespreken), de Beleidsnotitie h een. open universiteit, de voorontwerpen van de Wet op s Beide visies hebben gemeen dat ze in de sfeer van het het Wetenschappelijk Onderwijs 1981 , de Kaderwet d universitaire onderwijs en onderzoek wijzen op mis­ hoger onderwijs en de Wet op het hoger beroepson­ d standen. Voor de buitenwereld is het echter moeilijk derwijs. Wie het allemaal wil volgen, moet bepaald j te beoordelen wie er nu 't meeste boter op het hoofd een jurist in dienst nemen. t heeft en wat er in feite aan de hand is . Al helemaal Voornaamste kenmerken van de tweefasenstructuur s onbegrijpelijk wordt het voor vele sociaal-democra­ zijn: r ten om te vernemen dat de Tweede-Kamerfractie van een eerste fase, bestaande uit een éénjarige pro­ s de PvdA op essentiële punten het beleid van de veel­ paedeuse, gevolgd door een driejarige doctoraalfase, ( gesmade bewindsman Deetman steunt. In het nu vol­ zodat na vier jaar een doctoraal examen kan worden t gende wordt getracht het beleid met betrekking tot afgelegd ; t het universitaire onderwijs en onderzoek te beschrij­ een selectief toegankelijke tweede, postdoctorale ven, te analyseren en te evalueren. fase met een cursusduur van ten hoogste twee jaar; een maximering van de periode waarin men als Het wetenschappelijk onderwijs: van herstructure­ student kan zijn ingeschreven, van in het algemeen ring naar tweefasenstructuur naar éénfasestructuur zes jaar. naar herstructurering De Academische Raad wees in een advies van 10 sep­ De veranderingen in het wetenschappelijk onderwijs tember 1979 de tweefasenstructuur af en sprak zijn worden thans bepaald door de invoering van de twee­ voorkeur uit voor de Wet herstructurering weten­ fasenstructuur. De gedachten over een tweefasen­ schappelijk onderwijs. De volgende drie hoofdbe­ structuur zijn voortgesproten uit de eerdere misluk­ zwaren werden aangevoerd: kingen bij pogingen om het wetenschappelijk onder­ de voorgestelde structuur werd te rigide bevon­ wijs te herstructureren. Deze herstructurering was den; tussen afzonderlijke studierichtingen leek te geregeld in de Wet van 12 november 1975 (Stb. 656) , weinig differentiatie mogelijk; houdende wijziging van de WWO en van de WUB er was twijfel aan het maatschappelijk perspec­ 1970 (Wet Herstructurering wetenschappelijk onder­ tief voor hen die de eerste fase hadden afgerond; wijs). Bij de herprogrammering op voet van deze wet bij de besteding van toegewezen financiële mid­ bleek dat er van de beoogde verkorting van de studie­ delen zou de eigen verantwoordelijkheid van de be­ duur tot vier jaar weinig of niets terechtkwam. De trokken instellingen te weinig tot uitdrukking komen voorstellen die in mei 1977 door de Academische (de minister had een gescheiden financiering van eer­ Raad bij de minister werden ingediend, omvatten te­ ste en tweede fase in het vooruitzicht gesteld). gen de bedoeling van de wetgever in, bijna alle meer In de discussie over de tweefasenstructuur is er van de dan vier jaar. Pais (1978a) stak in een nota aan de zijde van het departement steeds op gewezen dat in

socialisme en democratie nummer 2, februari 1984 64 de westerse landen zo'n structuur eerder regel dan tegen was . De faculteiten zijn murw gebeukt en heb­ uitzondering is. Op het voornemen om de eerste en ben al hun aandacht nodig bij de invoering van de eer­ tweede fase geheel gescheiden te financieren , werd ste fase die straks het derde jaar in gaat. Jarenlang teruggekomen. Maar er werd op nog veel meer terug­ zullen de faculteiten twee regelingen tegelijkertijd gekomen. Terwijl de tweefasenstructuur al in wer­ moeten uitvoeren: het nieuwe systeem, en het sys­ king was (sinds september 1982) , ontstonden op het teem van voor de tweefasenstructuur, dat thans nog departement geheel nieuwe ideeën over de tweede voor de meeste studenten geldt. Overigens komen er fase. uit de praktijk van de eerste fase alarmerende signa­ De tweede fase was volgens de Memorie van Toelich­ len. Mede doordat in vele studierichtingen de over­ ting bij het wetsontwerp bedoeld als beroepsoplei­ gang van vijf naar vier jaar gepaard is gegaan met een ding voor in de wet vermelde beroepen, zoals arts, le­ verzwaring van het studieprogramma (soms nage­ raar, apotheker, tandarts, dierenarts en dergelijke, noeg de zelfde stof in één jaar minder), blijkt het stu­ als voorbereiding op de functie van wetenschappelijk dierendement van de eerste jaars uitzonderlijk laag te onderzoeker en voor het vervullen van enkele ande­ zijn. Slechts zeer kleine aantallen studenten behalen re, meer gespecialiseerde beroepen. Recentelijk is hun propaedeutisch-examen zonder vertraging. Het besloten om de lerarenopleidingen te belasten met de kleine beetje elastiek tussen cursusduur en maximale opleiding van leraar, en deze variant uit de universi­ studieduur is er voor veel studenten in het begin al taire tweede fase te schrappen. In de zogenaamde grotendeels uit. De universitaire gemeenschap wacht Nota-Beiaard, die in concept (!) begin 1983 ver­ met huiver op volgende circulaires die nieuwe rege­ scheen, werd de hele opzet van de tweede fase op de lingen beloven om de problemen op te lossen die de helling gezet. Voorgesteld wordt nu dat de tweede fa­ vorige regelingen hebben teweeggebracht. se een maximale duur van vier jaar krijgt. Leerling­ onderzoekers komen in dienst van de universiteit, en Het wetenschappelijk onderzoek kunnen ook bij het onderwijs in de eerste fase worden Ook in de sfeer van het onderzoeksbeleid zit het de­ ingeschakeld. Het komt erop neer dat ook de onder­ partement niet stil. Rutter (1980) karakteriseert de zoekersopleiding overboord wordt gezet en plaats jaren zestig als jaren van expansie, de jaren zeventig maakt voor het aanstellen van jonge doctorandi, die als de jaren van het constante volume en de jaren als assistenten een arbeidscontract krijgen van ten tachtig als de jaren die een tijd inluiden van inkrim­ hoogste vier jaar en een salaris dat start op het be­ ping van onderzoeksactiviteiten. Het onderzoeksbe­ scheiden niveau van f 1500, en kan uitlopen tot het leid staat dan ook duidelijk in het teken van deze dubbele bedrag per maand. In de jaren negentig zou­ krimp, die ook in de jaren negentig nog flink lijkt te den 2300 van dergelijke assistenten in opleiding per zullen doorwerken. De grondslag voor het beleid jaar kunnen worden aangesteld, dit is vijftien à twin­ werd gelegd in de nota Universitair onderzoek; 'een tig procent van het aantal afstuderen den van de eer­ nota over de taken van het universitaire onderzoek, de ste fase. In totaal zouden er in het volgende decen­ middelen en de verantwoording', in de wandeling nium ongeveer achtduizend van deze plaatsen be­ BUOZ-nota genaamd (Pais, 1979a). De aanleiding schikbaar zijn , die een uitkomst moeten bieden voor tot het schrijven van de BUOZ-nota is goeddeels te­ de zogenaamde 'lost generation': de verloren genera­ rug te vinden in de volgende passage (p. 8) : 'De grote tie van veelbelovende onderzoekers die nu nergens toeneming van het aantal studenten heeft zo, tot voor terecht kunnen. Deze nieuwe categorie zal de huidige enkele jaren, via de student/staf-sleutels geleid tot een categorie 'doorstromers' vervangen en ook de 'stu­ vrijwel evenredige toeneming van de universitaire on­ dent-assistenten'. Studenten zullen straks zo weinig derzoekcapaciteit zonder dat er daarbij nadrukkelijk tijd hebben, dat ze aan een student-assistentschap op werd gelet ofer ook sprake was van een vergelijkba­ niet meer toekomen. Evenmin zullen ze tijd hebben re toename van de onderzoekbehoefte en -prestatie'. voor bestuurlijke taken: een reden te meer om aan de Gestreefd wordt naar een organisatie- en financie­ universitaire democratisering goeddeels af te schaf­ ringsstructuur met betrekking tot het universitair on­ fen , zo redeneert men kennelijk. derzoek waardoor: Nadat zij tevergeefs vele rapporten hebben volge­ het universitaire onderzoek duidelijk 'zichtbaar' schreven met voorstellen voor herstructurering van wordt; de opleiding, met ontwikkelingsplannen en met ont­ automatismen die de ontwikkeling van een on­ werpen voor een tweede-fa se-opleiding, mogen de derzoekbeleid belemmeren, worden teruggedrongen universitaire kroondocenten zich nu opmaken voor ten gunste van een verband tussen middelen en resul­ de begeleiding van de nieuwe 'gezellen', die volgens taat van beoordeling; de plannen een flink deel van de huidige wetenschap­ de verantwoordingsplicht die de onderzoeker en pelijke staf zullen moeten verdringen. Gedwongen de universiteiten hebben voor het gebruik van de ge­ ontslagen bij de wetenschappelijke medewerkers om boden middelen tot zijn recht komt; plaats te maken voor tijdelijke assistenten worden doelmatig gebruik van middelen door program­ bepaald niet uitgesloten. mering en taakverdeling wordt bevorderd; Nu de tweede fase eigenlijk ter ziele is en alleen de maatschappelijke beïnvloeding bij de themakeu­ eerste fase is overgebleven, is via een omweg toch de ze wordt bevorderd. oorspronkelijke herstructurering van het weten­ De BUOZ-nota rept over een verbetering van de schappelijk onderwijs doorgevoerd, waar iedereen doelmatigheid door taakverdeling en zwaartepunt-

socialisme en democratie nummer 2, 65 februari 1984 vorming, respectievelijk samenwerking en coördina• kwaliteit en het initiëren van universitair onderzoek tie. De weg van de later gestarte TVC wordt in de dat kan aansluiten bij, en een bijdrage kan leveren BUOZ-nota reeds geëffend door de instelling van tot, nieuwe belangrijke wetenschappelijke of maat­ zwaartepunten door de overheid in het vooruitzicht schappelijke ontwikkelingen. De BUOZ-nota meldt te stellen, dat wil zeggen het concentreren aan één of dat de ZWO-projectfinanciering zich zal uitstrekken twee universiteiten van omvangrijke onderzoeksfaci­ over alle terreinen van universitair onderzoek en dat liteiten op een bepaald onderzoekgebied. Wat deze ZWO stimulerend en initiërend zal gaan optreden op passage in de BUOZ-nota zou kunnen betekenen, is prioriteitsgebieden waar dat op grond van nieuwe we­ pas later, toen de rigoureuze TVC-voorstellen wer­ tenschappelijke of maatschappelijke ontwikkelingen den gelanceerd, duidelijk geworden. gewenst lijkt. Het onderzoek moet beter worden gepland, en dat Van financiering via contracten is sprake als derden zal moeten gebeuren via de ontwikkelingsplannen (overheids-, semi-overheidsinstellingen, het bedrijfs­ van de instelling en door disciplineplannen, op te stel­ leven of andere maatschappelijke organisaties) bij­ len door de secties van de Academische Raad. Als dragen in de kosten van wetenschappelijk onderzoek plaats waar afspraken tot stand zouden moeten ko­ dat op grond van een schriftelijke overeenkomst ten men omtrent samenwerking en coördinatie, acht de dienste van of in samenwerking met deze derden aan BUOZ-nota de secties van de Academische Raad de universiteiten wordt uitgevoerd. De BUOZ-nota aangewezen organen. Later zouden deze secties spreekt uit dat de financiering via contracten een be­ hardhandig terzijde worden geschoven. langrijker plaats moet gaan innemen binnen het tota­ De BUOZ-nota acht de bestaande financieringsstruc­ le universitaire onderzoek. tuur van universitair onderzoek ondoorzichtig en lan­ Hoe is het sinds 1979 gelopen met al die soorten on­ ceert de volgende financieringsvormen: derzoek? In de sfeer van de eerste geldstroom zal het - eerste geldstroom: opslagfinanciering via de onderwijsgebonden onderzoek binnenkort meer dan rijksbijdrage (voor onderwijsgebonden onderzoek); gehalveerd zijn. Tegelijkertijd wordt nu de voor­ - eerste geldstroom: voorwaardelijke financiering waardelijke financiering van de grond getild, waarbij via de Rijksbijdrage; men gekozen taakstellingen voor vijf jaarformuleert, - tweede geldstroom: projectfinanciering door van een omvang van tenminste vijf full-time-eenhe­ ZWO; den (fte) wetenschappelijk personeel per jaar. Deze - derde geldstroom: financiering door derden omschrijvingen worden beoordeeld door externe krachtens een contract. commissies die moeten nagaan of de wetenschappe­ In 1990 zal, volgens de BUOZ-nota, van de exploita­ lijke kwaliteit de toets der kritiek kan doorstaan en tie-uitgaven voor universitair onderzoek maximaal voorts, of het onderzoek voldoende maatschappelijk de helft via opslagfinanciering worden verstrekt. De relevant is. Het gaat hier om een beoordelingsproce­ tweede geldstroom via ZWO (en de Stichting voor de dure die ondeugdelijk is: er wordt bijvoorbeeld niet Technische Wetenschappen) zal tussen 1979 en 1990 vergelijkenderwijze beoordeeld door één jury en er worden verdubbeld. is geen weerwoord van de betrokkenen in de procedu­ Wat houden de genoemde financieringsstromen nu re voorzien. Zo'n beoordeling is snel uitgesproken, in? De opslagfinanciering, waarvan de omvang via maar kan op den duur dramatische gevolgen hebben. sleutels zal worden vastgesteld, dient volgens de Als een externe commissie een voorstel afwijst (wat BUOZ-nota voor de financiering van een vrije ruim­ al herhaaldelijk is gebeurd), lopen wetenschappelij­ te, waarin onderzoek wordt verricht, deskundigheid ke medewerkers straks de kans van deeltijds of com­ wordt verworven of in stand gehouden, onder meer pleet ontslag. Omdat het onmogelijk is om bij deze om wetenschappelijk onderwijs van kwaliteit te ver- beoordeling algemeen geldende criteria te geven, zorgen. . hangt er erg veel af van de samenstelling van de exter­ Met 'de voorwaardelijke financiering (VF) wordt on­ ne commissie. De universiteitsbestuurders (en vooral derzoek gefinancierd op grond van een overeengeko­ het wetenschappelijk personeel) hebben zich op dit men taakstelling. Het onderzoek dat door middel van punt wel uiterst kwetsbaar laten opstellen. voorwaardelijke financiering wordt bekostigd, is on­ Minder grimmig is het tweede-geldstroomonderzoek, derwerp van de meerjarenafspraken tussen instelling de projectfinanciering, die men kan verwerven door en departement en het Algemeen Financieel Schema. een subsidie van ZWO of de enkele jaren geleden op­ De voortzetting van de middelentoewijzing in het ka­ gerichte Stichting voor de Technische Wetenschap­ der van de VF zal worden gekoppeld aan de correcte pen. De beoordeling van de projectvoorstellen ge­ besteding van de middelen voor de overeengekomen schiedt hier door wetenschappelijke 'peer' -groepen, taken, een correcte taakuitoefening, voldoende kwa­ veelal aan de hand van anonieme referee-rapporten. liteit en aanwijsbare resultaten van het onderzoek en De ervaring ten aanzien van de kwaliteit van het on­ een periodieke afweging van het belang van voortzet­ derzoek in de tweede geldstroom is uitgesproken ting van het onderzoek tegen het belang van het be­ gunstig. Over de zorgvuldige beoordelingsprocedu­ ginnen of uitbreiden van ander onderzoek. Slechts res is men in het algemeen goed te spreken. Hier onderzoek van hoge kwaliteit komt voor VF in aan­ dreigt echter het gevaar dat de verhouding tussen het merking. aantal toegewezen ten opzichte van het aantal indien­ De ZWO-projectfinanciering heeft tot doel het bevor­ de projecten vèr beneden de kritische grens van der­ deren van wetenschappelijk onderzoek van hoge tig à veertig procent zakt. De financiële middelen ne-

66 men niet toe, terwijl de aanvraagdruk, door het ver­ ling van de middelen', aldus Van Spiegel, directeur­ dampen van de eerste geldstroom en door het intro­ generaal van de hoofddirectie Wetenschapsbeleid duceren van grote nieuwe wetenschapsgebieden in de (Delta 8-6-1983). Noch de universitaire instellingen tweede geldstroom, sterk stijgt. Hierdoor is op ver­ noch de overheid zijn er in het verleden in geslaagd schillende vakgebieden een situatie ontstaan waarbij een wetenschapsbeleid op te zetten. Alleen Leiden door een gebrek aan geld ook vele goede voorstellen heeft een eigen onderzoekbeleid op poten gezet, met worden afgewezen. Bovendien tekent een gevaarlij­ als hoofdelement de zogenaamde Z-financiering voor ke ontwikkeling zich af, namelijk dat de bescheiden onderzoek dat prioriteit verdient. Deze opzet heeft groeiende middelen voor toegepast onderzoek wor­ model gestaan voor de VF. Sommige instellingen den onttrokken aan het fundamentele onderzoek. , (Nijmegen, Utrecht, Delft) hebben een bescheiden Juist voor een bloei van het toegepaste onderzoek is 'vrije beleidsruimte' waaruit vooral vernieuwend on­ florerend fundamenteel onderzoek een levensvoor­ derzoek kan worden gefinancierd. Velen vinden dat waarde. Door een toenemend gebrek aan middelen het onderzoek-management moet worden versterkt, verliezen enkele stichtingen en werkgemeenschap­ maar op dit punt is het talent dun gezaaid. pen die in ZWO opereren, niet alleen hun sturende Het is natuurlijk te loven dat er wordt gestreefd naar functie, maar ook kan men waarnemen dat de betere het opzetten van een onderzoeksbeleid, maar de onderzoekers een dergelijke loterij gaan mijden. vraag is wie dat beleid voert en de vraag is, of men Wanneer het toewijzingspercentage te laag wordt (in zich de problemen wel voldoende heeft gerealiseerd. sommige gebieden is dat percentage ongeveer tien), Om met dit laatste punt te beginnen: over de criteria moet gevreesd worden voor een daling van de kwali­ en de onderzoeksprioriteiten is al heel wat gediscus­ teit van de aanvragen. sieerd. Hutter (1976; 1980) komt tot de conclusie dat De omvorming van de Nederlandse Organisatie voor het niet mogelijk is criteria op te stellen die betrokke­ Zuiver-Wetenschappelijk Onderzoek (ZWO) tot de nen in staat stellen verschillende vormen van onder­ Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk On­ zoek tegen elkaar afte wegen. Hutter (1980): 'De po­ derzoek (NWO) verloopt overigens moeizaam. Mi­ gingen om zulke criteria te bedenken zijn goeddeels nister Deetman heeft dit jaar een Voorontwerp van mislukt'. Weinberg (in Shils, 1968) stelt dat het wèl Wet gepubliceerd, waarop veel kritiek is gekomen. mogelijk is zulke criteria te vinden. Hij onderscheidt Zowel ZWO als de Academische Raad en de Raad interne en externe criteria. Interne criteria komen uit van Advies voor het Wetenschapsbeleid vinden dat er het wetenschapsgebied zelf en kunnen worden om­ in de wet veel te veel wordt geregeld en dat de be­ schreven als: a) is het desbetreffende gebied rijp moeïenis van de overheid in de nieuwe opzet te ver voor exploitatie? b) zijn de desbetreffende onder­ gaat. Wie kennis neemt van het Voorontwerp van zoekers werkelijk competent? Deze vragen kunnen Wet, ontkomt niet aan de indruk dat men ten depar­ alleen worden beantwoord door experts op het be­ temente de NWO beschouwt als een soort directo­ trokken onderzoekgebied. De externe criteria ko­ raat-generaal voor projectfinanciering, dat vanuit de men van buiten het onderzoekgebied en hebben be­ departementale hiërarchie moet worden bestuurd. trekking op het technologisch, wetensclrappelijk res­ Tenslotte is er de derde geldstroom. In de jaren zestig pectievelijk het maatschappelijk belang van het ter­ en zeventig werd deze stroom aan menige universiteit rein. Toepassing van deze laatste criteria kan volgens verguisd: de onafhankelijkheid van het onderzoek Weinberg het beste gebeuren door anderen dan we­ zou op het spel staan, wanneer 'vreemd kapitaal' de tenschappers op het betrokken gebied. In het inter­ universiteit zou binnenstromen. Deze naïeve opstel­ nationale debat over deze kwestie is gebleken dat het ling heeft de universiteit niet alleen veel geld gekost hanteren van de afzonderlijke criteria veel hoofdbre­ (dat voor een deel rechtstreeks op de girorekening kens kost; de afweging van de criteria tegen elkaar van particuliere stichtingen terecht kwam ter finan­ blijkt zelfs onmogelijk te zijn. De conclusies van Hut­ ciering van nuttige activiteiten, of op de eigen girore­ ter zijn helaas zeer plausibel. kening van hoogleraren en wetenschappelijk perso­ Zoiets zou tot bescheidenheid moeten nopen, maar neel, maar droeg ook niet zelden bij aan het ontstaan de pretenties van de overheid reiken ver. Zonder dat van een geïsoleerde positie van de universiteit. Ten daarvoor royale middelen ter beschikking worden ge­ opzichte van in de maatschappij levende problemen steld, heet het dat van alles en nog wat wordt gestimu­ hebben te veel vakgroepen en faculteiten de boot ge­ leerd: innovatiegerichte programma's (in de Innova­ mist. Er is nu een herwaardering gaande van het der­ tienota gelanceerd), aandachtsgebieden, transfer­ de-geldstroom-onderzoek. Opdrachten en subsidies punten, wetenschapswinkels, disciplineplannen, ont­ van derden zijn nu gewoonlijk van harte welkom. wikkelingsplannen, het is om moe van te worden. Maar er worden nog hardnekkige achterhoede-ge­ Enige tijd heeft ook de Nota Sectorraden weten­ vechten geleverd, met name door instellingen die ver­ schapsbeleid in de discussie een rol gespeeld. Volgens zuimen om de werkeenheid, die de derde-geldstroom deze nota zouden per veld van wetenschapsbeoefe­ weet aan te boren, in staat te stellen om over de be­ ning raden worden opgericht waarin onderzoekers, stemming van de inkomsten (binnen bepaalde rand­ overheid en gebruikers gezamenlijk zouden komen voorwaarden) zelf te beslissen. tot een programmering van het onderzoek in de des­ 'In de ontwikkeling van het wetenschappelijk onder­ betreffende sector. Deze gedachte is nimmer geïnte• wijs in Nederland hebben strategische overwegingen in greerd in voorstellen ter vergroting van de coördina,­ het verleden maar een kleine rol gespeeld bij de verde- tie van onderzoek in het kader van de Academische

socialisme en democratie nummer 2, 67 februari 1984 Raad (eerste geldstroom) of ZWO en STW (tweede over de noodzaak om tot een vorm van rendements­ geldstroom). Steeds meer bleek, hoewel op enkele bepaling van het onderzoek te komen. Daarbij gaat terreinen positieve ervaringen met (pre-)sectorraden het, aldus de BUOZ-nota (p. 17), niet alleen om pu­ zijn opgedaan, dat het idee van de sectorraden niet blikaties in tijdschriften van erkend wetenschappelijk paste in het wetenschapsbeleid, zoals zich dat ontwik­ niveau, maar ook om aanhalingen van het werk, uit­ kelde. Het resultaat is nu dat de coördinatie zich nodigingen voor spreekbeurten, bijdragen aan boe­ thans voltrekt via een woud van instituties en zo ver­ ken oftijdschriften, ontvangen gelden en toeloop van snipperd is dat de spoeling per institutie wel erg dun gastonderzoekers. Nu de bezuinigingsoperaties in de is. In een aantal wetenschapsgebieden blijken al deze universitaire wereld in enkele sectoren het karakter instituties overigens door een verrassend klein aantal draagt van de 'struggle for life' en de 'survival of the mensen te worden bemand, die een ongedacht groot fittest', doemen nu overal pogingen op om al tellend aantal dubbelrollen spelen. Soms leidt dat tot een en turvend te bepalen wie de 'fittest' is. Publikaties toch nog bevredigende gang van zaken met een ver­ worden geregistreerd en gerubriceerd, citaten geteld wonderlijk hoge efficiëncy. Soms ook gaat zo'n situa­ en vooral internationale activiteiten scoren hoog. Op tie gepaard met een mandarijnencultuur waarin een zichzelf is het nuttig dat men ook in Nederland meer afgebakende kleine groep de middelen onderling ver­ gaat doen aan output-meting, maar vooral gezien de deelt. vèrstrekkende consequenties die men soms aan deze Ook de kennisoverdracht blijkt op een weinig door­ exercities verbindt, is het hinderlijk dat daarbij vele zichtige wijze te zijn 'geregeld'. De meeste universi­ elementaire fouten worden gemaakt (Van Gessel, teiten hebben daartoe nu wetenschapswinkels en 1983). transferpunten opgetuigd. Volgens de BUOZ-nota Een positief te waarderen ontwikkeling is dat vooral zijn de wetenschapswinkels vooral bedoeld voor 'vra­ door de in de BUOZ-nota aangekondigde maatrege­ gen van meer encyclopedische aard, die slechts in be­ len de vrijblijvendheid van (delen van) universitaire perkte mate onderwerpen voor wetenschappelijk on­ onderzoek wordt teruggedrongen. derzoek opleveren en met bestaande kennis in betrek­ kelijk korte tijd kunnen worden beantwoord'. Deze De operatie 'Taakverdeling en Concentratie': wild wetenschapswinkels blijken overwegend links ge­ west aan de universiteit oriënteerd te zijn en bemiddelen vooral bij het toele­ Aanvankelijk leken de voorstellen voor de tweefa­ veren van onderzoek ten behoeve van 'zwakke groe­ senstructuur en de financiering van het onderzoek te pen'. De transferpunten zijn gelanceerd in de Innova­ zijn gedaan ter vergroting van de effc::ctiviteit van on­ tienota (1979), waarin is aangegeven hoe ook het we­ derwijs. De lading van deze voorstellen is de laatste tenschappelijk onderwijs zou kunnen bijdragen aan jaren sterk bepaald door de bezuinigingsopdracht die de innovatie. Transferpunten zouden moeten worden aan de universiteiten is opgedrongen. Steeds meer is ingesteld bij wijze van 'kennisloketten' aan universi­ het bezuinigingsbeleid een eigen leven gaan leiden. teiten en hogescholen. Eerder waren met name van­ Voorlopig is het culminatiepunt bereikt in de opera­ uit de Technische Hogescholen initiatieven in die tie 'Taakverdeling en Concentratie' waarop wij nu richting genomen. De gedachte achter de transfer­ uitvoerig ingaan. punten is dat bedrijven (met name kleine en middel­ Voorstellen voor taakverdeling en concentratie zijn grote), die niet de beschikking hebben over eigen on­ voor het eerst al gedaan in het kader van de begro­ derzoeksfaciliteiten, bij innovatie gesteund zouden tingsprocedure 1982 en bij de voorbereiding van het kunnen worden door kennisoverdracht vanuit de uni­ Algemeen Financieel Schema 1983-1987 door Van versiteiten en hogescholen. Kemenade. De toen gebruikelijke ponds-pondsge­ Uit een evaluatie in 1983 ~Gooren en Korsten, 1982) wijze bezuinigingstechniek, zou uiteindelijk spaak lo­ bleken de transferpunten goed te voldoen. In 1981 pen, zo meende hij. Structurele maatregelen zouden behandelde het transferpunt in Eindhoven vijfhon­ nodig zijn, met name in de vorm van aangepaste taak­ derd vragen, die in Twente vierhonderd vragen. De afspraken. TH Delft startte pas in 1982. Een belangrijk motief Na een advies van de adviesgroep Planning (AGP) van bedrijven om zich tot een transferpunt te wen­ van de werkgroep Procedures en criteria voor taak­ den, is de mogelijkheid om de kennis vooral goed­ verdeling (bestaande uit afgevaardigden van de in­ koop te verwerven. Uit de evaluatie blijkt dat er aan­ stellingen, van de Academische Raad en van het Mi­ leiding is voor de vrees dat de toeloop naar de trans­ nisterie van Onderwijs en Wetenschappen), dat uit­ ferpunten sterk zou verminderen als de instellingen kwam op juli 1982, maakte minister Deetman op 1 de hulp aan derden volledig zouden moeten doorbre­ september 1982 zijn standpunt bekend in de Beleids­ ken. nota Taakverdeling en Concentratie. In deze nota De wetenschapswinkels en transferpunten vervullen werden criteria en randvoorwaarden geformuleerd. in vele gevallen nuttige functies. Het is echter op z'n In afwijking van het AGP-advies liet de minister het minst curieus dat overal wetenschapswinkels en initiatief voor een TVC-voorstel bij de instellingen, transferpunten apart zijn opgezet, vaak nog naast een mits deze vóór 1 maart 1983 een globaal taakverde­ al bestaande afdeling wetenschapsvoorlichting die lingsplan zouden afleveren. De instellingen hadden vèr voor de instelling van wetenschapsvoorlichting en dus luttele maanden de tijd om een plan op te stellen transferpunten de zelfde doelen nastreefde. met een vèrstrekkende reikwijdte. De Colleges van In de BUOZ-nota wordt voor het eerst gesproken Bestuur aanvaardden deze uitdaging om erger te

68 voorkomen. Er kwam een verkennende studie waar­ door de TVC-commissie, noch door de minister zelf. over op 25 november 1982 overleg is gevoerd tussen De betrokken faculteiten en vakgroepen worden in de minister en de Colleges van Bestuur. Hierna be­ feite verzocht de uitkomsten te beschouwen als een gon de TVC-commissie, onder voorzitterschap van!. soort natuurverschijnsel. w. F. Hoffman, haar werkzaamheden. Tot verbazing Tot schrik van de instellingen maakte Deetman deel I van vriend en vijand viel de commissie niet uit elkaar van zijn reactie op het TVC-plan op 29 maart 1983 al en kwam tot een plan. Op 11 maart 1983 bood de bekend. Hij bleek met betrekking tot de concentratie commissie het eindrapport aan de minister aan. van studierichtingen verder te willen gaan dan de Daarin werden voorstellen gedaan, die wat de com­ TVC-commissie. Deel 11 van de reactie van Deetman missie zelf noemt 'het minst slechte plan' vormen. (met name over het medisch cluster) volgde op 14 Tiental1en vestigingen van studierichtingen werden april 1983. Een dag later was de reactie van de be­ voorgedragen voor opheffing. Aan de financiële windsman op het TVC-voorstel afgerond. Op 17 mei randvoorwaarden, meegegeven door Deetman, werd 1983 verschenen de Concept-beleidsvoornemens voldaan. Taakverdeling en Concentratie wetenschappelijk on­ ( In het Eindrapport van de TVC-commissie worden derwijs. In de tussentijd vond ook enkele malen (24 vier typen van taakverdeling genoemd: februari en 15 juni 1983) overleg plaats tussen het concentratie (vermindering van het aantal vesti­ parlement en de bewindsman, die het gevoel moet gingsplaatsen van een studierichting); hebben gehad van een simultaan-snelschaakspel. De takenruil (uitruil van specialismen zonder ophef­ minister bleek zich uiteindelijk in vergaande mate te fing van vestigingen van een studierichting) ; kunnen vinden in de TVC-voorstellen. Belangrijke afslanking (verlaging van het voorzieningenni­ afwijkingen tussen zijn visie en die van de TVC-com­ veau zonder beperking van de opleidingsmogelijkhe­ missie manifesteerden zich ten aanzien van de ge­ den) ; neeskunde, tandheelkunde en farmacie , een gedeelte regionale samenwerking (zodanige afslanking bij van de letteren en de sociale wetenschappen, en de meerdere vestigingen, dat een geheel van comple­ interuniversitaire instituten (die in het TVC-plan van mentaire voorzieningen ontstaat). de commissie tussen de wal en het schip waren be­ Breman (1983) wijst terecht op het eufemistische ka­ land). rakter van de hier gehanteerde termen: 'Afslanken In de eerste helft van 1983 had de Tweede Kamer klinkt tenslotte heel wat aangenamer dan afdanken'. vooral aangedrongen op een sociaal plan in het kader De TVC-commissie heeft een snelkookpanprocedure van de TVC. Na de zomervakantie begon het parle­ gevolgd. Nauwelijks was de commissie opgericht of ment zich ook te bemoeien met de inhoud van de men had (medio december 1982) al aangegeven wel­ TVC met als culminatiepunt het verschil van inzicht ke typen van taakverdeling voor elk van de disciplines dat zich tussen Tweede Kamer en Deetman manife­ of groep van disciplines het meest van toepassing steerde over de toekomst van de opleidingen tand­ werd geacht, en welke globale 'opbrengst' aan bezui­ heelkunde. nigingen per discipline zou moeten worden gereali­ Het uiteindelijke plan omvat uiteindelijk een bespa­ seerd via de aangegeven typen taakverdeling. ring van 318 miljoen gulden per jaar. Tegelijkertijd In het eerste TVC-bul/etin (22 december 1982) wer­ zullen zestig miljoen gulden per jaar worden gemobi­ den deze plannen wereldkundig gemaakt. Vele uni­ liseerd voor vernieuwing, zodat per saldo 258 miljoen versitaire medewerkers hebben in 1982 een donkere gulden per jaar wordt bezuinigd. AI met al legt Deet­ Kerst gehad en zijn aangeslagen het nieuwe jaar inge­ man iets meer dan de TVC-commissie het accent op gaan. In de periode 7-24 januari 1983 vonden de disci­ concentratie en op de nieuwe modaliteit van de fusie plinegewijze deel-overlegbijeenkomsten plaats, (die hij zelf ook beter in de hand heeft). Als dank waarbij deskundigen werden ingeschakeld (gewoon­ voor de medewerking van de universiteiten heeft de lijk de decanen van de betrokken faculteiten) . Dit bewindsman toegezegd zich krachtig te zullen inzet­ overleg was erop gericht om de taakverdeling en de ten de universiteiten, hogescholen en academische op te brengen bezuinigingen 'in te vullen'. TVC-bul­ ziekenhuizen tot 1987 voor verdere aanslagen in de letin nr. 2 d.d. 25 januari 1983 gaf het resultaat weer personele sfeer (een verdere teruggang in arbeids­ van deze deeloverleggen. Vervolgens werden vanuit plaatsen) te sparen. de Colleges van Bestuur voorstel1en geformuleerd als In de Concept-beleidsvoornemens TVC d.d. 17 mei reactie op de resultaten van de deeloverleggen. Deze 1983 merkt Deetman op dat de juridische grondslag voorstel1en werden door de TVC-commissie getoetst voor taakverdelingsbeslissingen zijns inziens vol­ aan de eerder vastgestelde kaders. TVC-bul/etin nr. doende is. Toch achtte hij aanvullende wetgeving 3, inclusief een persconferentie op 21 februari 1983, wenselijk om alle twijfels weg te nemen. Frustraties liet het resultaat zien. Opval1end is hoe in feite in de­ van het taakverdelingsproces door voortdurende cember 1982 de kaarten zijn geschud. Toen zijn de twijfel dienen te worden voorkomen. Met betrekking randvoorwaarden door de TVC-commissie vastge­ tot de TVC-operatie dient de verhouding tot het par­ steld, waaraan in feite nauwelijks kon worden ge­ lement zuiver te worden geregeld. De uitvoering van tornd. Over de motivering van de aanslagen per disci­ genomen taakverdelingsbeslissingen moet worden pline en per vestigingsplaats tast iedereen in het duis­ verzekerd. De fusievariant voor taakverdeling moest ter. De criteria die tevoren door Deetman waren ge- . mogelijk worden gemaakt, aldus Deetman. formuleerd , zijn niet systematisch gehanteerd, noch Inmiddels is de TVC-wet door het parlement aan-

socialisme en democratie nummer 2, 69 februari 1984 vaard, die aan de Colleges van Bestuur en de minister in Twente en Einhoven) en door het effect van coali­ ongekende bevoegdheden geeft. Daar waar sprake is ties en andere voorspelbare processen die uit besluit­ van taakverdeling en concentratie, worden de WUB­ vormingstheorieën bekend zijn; se instellingen terzijde geschoven. Niet alleen de On­ in de praktijk hing het lot van afdelingen en facul­ derwijsraad en de Academische Raad hadden grote teiten af van één vertegenwoordiger in de TVC, die bezwaren, maar ook de commissie voor de bestuurs­ oncontroleerbaar was . Als er al adviseurs werden in­ hervorming (de commissie-Slagter) die een groot geschakeld, was de keuze vrij willekeurig. Persoonlij­ spanningsveld signaleert tussen de nieuwe wet en de ke anti- en sympathieën speelden een niet te verwaar­ WUB. Het is de bedoeling dat de nieuwe wet tijdelijk lozen rol ; is . Na 1 januari 1988 zou de wet niet meer nodig zijn. de volgorde was nu: eerst een besluitvorming De besluiten zijn genomen. De uitvoering van de over de TVC, daarna over het zogenaamde Plaatsen­ TVC kan beginnen. Deze uitvoering zal ongekende Geld-Model. Veel logischer zou het zijn geweest om problemen met zich brengen, zoals mag blijken uit de eerst de consequenties van het PGM te schetsen en grote moeilijkheden die bij de uitvoering van enkele daarover besluiten te nemen en daarna behoedzaam minuscule TVC-operaties avant-Ia-Iettre optreden. een TVC-achtige operatie in te zetten; Een van de eerste pogingen om intern orde op zaken de besluitvorming is geheel centralistisch verlo­ te stellen, was het rapport van de commissie-De pen, waarbij niet werd teruggevallen op de informa­ Swaan, die de Vakgroep Toegepaste Sociologie aan tie op vakgroep- en faculteitsniveau. De wettelijke de Universiteit van Amsterdam op de korrel nam. De verantwoordelijkheden van vakgroepen, faculteits­ diagnose was verontrustend: een niet gering aantal besturen en -raden zijn volledig ondermijnd; stafleden bleek niet of nauwelijks tot publikaties te bestuurlijke verhoudingen aan vele instellingen zijn gekomen. Therapie: het mes in deze vakgroep. van wetenschappelijk onderwijs zijn voor vele jaren Ook aan de Rijksuniversiteit te Leiden werd er al in verstoord. Sommige decanen en universiteitsbestuur­ een vroeg stadium geoefend met het snijden in eigen ders worden nu beschouwd als 'foute burgemeester'. vlees. Er kwamen zogenaamde profileringsplannen Vakgroepen en instituten die als koopwaar in de aan­ voor de subfaculteiten biologie respectievelijk schei­ bieding hebben gelegen, hebben trauma's opgelo­ kunde, leidend tot de conclusie dat taken zouden pen; moeten worden opgeheven en dat bijgevolg perso­ de uitvoering zal nog zoveel emoties, tijd, aan­ neel aan de dijk gezet zou moeten worden. Over deze dacht, papier en ergernis kosten, dat de negatieve ge­ Amsterdamse en Leidse taakafspraken zijn al gerui­ volgen voor het onderwijs en de wetenschapsbeoefe­ me tijd geleden beslissingen genomen, maar de uit­ ning niet zullen uitblijven; voering van deze (relatief bescheiden) plannen blijkt de hantering van de zogenaamde WORSA-ra­ op grote problemen te stuiten. We zullen in de ko­ mingen met betrekking tot de te verwachten studen­ mende jaren nog heel wat opschudding rondom de tenaantallen was onverantwoord. Deze ramingen TVC mogen verwachten. Terwijl men verwoed tracht zijn volgens de opstellers, mede door de discontinuï• de zwakkeren weg te werken, zal overal het klimaat teit bij de invoering van de tweefasenstructuur, vol­ zo verziekt raken, dat de sterkeren ijlings een heen­ strekt onbetrouwbaar; komen buiten de universiteiten zullen zoeken. het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen De TVC-operatie is meer dan één dissertatie in de zelve heeft niet het goede voorbeeld gegeven ten aan­ sfeer van de bestuurskunde waard. Conclusies die uit zien van het afstoten van taken. het afslanken en het een doorwrochte analyse zouden kt:nnen voort­ bezuinigen; de centrale dienste'n van de instellingen vloeien, lijken ons de volgende punten: (die in feite het bezuinigingsbeleid uitvoeren) zijn het tijdschema dat is aangehouden, was waanzin­ uiterst mild behandeld. De toevloed van ambtenaren nig. Hierdoor is de zorgvuldigheid niet voldoende in in centrale diensten en op bureaus van universiteiten acht genomen; is de laatste jaren spectaculair geweest. De bijdrage deskundigen zijn ingeschakeld na het moment van deze centrale diensten en bureaus aan de opge­ waarop besluiten waren genomen, kennelijk uitslui­ legde bezuinigingen is verwaarloosbaar. De 'ambte­ tend ter legitimering van de genomen besluiten; lijke overhead' blijkt nagenoeg onaantastbaar. Op 1 de opoffering van interuniversitaire instituten die juli 1984 wordt de nieuwbouw voor het Ministerie van geen rechtstreekse pleitbezorgers in de TVC-com­ o & W opgeleverd, zegge: honderdnegentig miljoen missie hadden, was een te voorspellen miskleun; gulden plus inrichtingskosten. Inclusief meerwerk: de aparte status van de LH Wageningen is gecon­ bijna de kosten van de gehele TVC-operatie ... . De tinueerd. Deze instelling blijft onder het departe­ machtstrijd is verloren door de faculteiten en gewon­ ment van Landbouw en Visserij vallen, wat net zo ab­ nen door de bureaucratieën. surd is als een TH-afdeling bouwkunde, gefinancierd Als we voorlopig de voor- en nadelen van de TVC­ door het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelij­ operatie moeten afwegen, moeten we helaas tot een ke Ordening en Milieu. De taakverdeling tussen de­ negatief oordeel komen. partementen is op dit punt zonderling gebleven; de kwaliteit van onderwijs en onderzoek zijn vol­ Het Plaatsen-Geld·Model ledig op de achtergrond geraakt, doordat criteria als In zijn TVC-beleidsnota stelde Deetman vast: 'Het is perifere ligging werden benadrukt (gunstig voor de in mijn opinie onaanvaardbaar een dergelijke operatie universiteiten in Maastricht en Groningen en de TH's binnen hetzelfde decennium te herhalen'. Deze uit·

DIIIIIIMr 2, rebruarl 1984 70 spraak ziet er heldhaftig uit, maar als wordt gepoogd tief bepaalde) materiële middelen vijf jaar lang be­ om de consequenties van het hierna te bespreken scherming. Voor de instellingen betekent dit de Plaatsen-Geld-Model door te trekken naar 1990, ont­ noodzaak van nieuwe beheerstructuren die dwars komt men niet aan de indruk dat niet de TVC maar door de bestaande vakgroepstructuren kunnen heen­ het PGM de grootste boosdoener is. Ook na de uit­ lopen en soms zelfs dwars door de indeling in facultei­ voering van de vigerende TVC zal er nog zeer hevig ten. Wat deze bescherming nu exact betekent voor de bezuinigd moeten worden aan de universiteiten. Dit betrokkenen (wordt een beschermd iemand die weg sombere beeld geldt vooral voor de faculteiten die te gaat, in alle gevallen opgevolgd?) en voor de overigen maken hebben met een perspectief van een dalende (komt de bezuiniging nu extra hard bij anderen aan?) studenteninstroom. Op dit punt scoren de technische is nog lang niet duidelijk. Recentelijk is door Deet­ wetenschappen gunstiger dan bijvoorbeeld de sociale man voorgesteld om voor onderzoek afzonderlijke wetenschappen die een regelrechte crisis beleven. instituten op te richten. In veel gevallen betekent dit Het Plaatsen-Geld-Model (PGM) is de naam van het dat ook op dit punt ingrijpende reorganisaties nodig nieuwe financieringssysteem voor de universiteiten. zijn. In de komende jaren zal dit systeem stap voor stap Ten departement en op de centrale afdelingen van de worden ingevoerd. Voor een goed begrip is enige universiteiten heerst een ware modellenmanie. Aan­ kennis van het PGM onontbeerlijk. Het Plaatsen­ tallen kroondocenten plaatsen , de verhouding kroon­ Model, dat als verdeelsleutel van personeelsplaatsen docenten-wetenschappelijk personeel-niet weten­ geldt, is onderverdeeld in vier compartimenten: één schappelijk personeel, de materiële middelen: alles voor onderwijs, twee voor onderzoek en één voor wordt modelmatig bepaald voor het hele land. Met maatschappelijke dienstverlening. De overgang van essentiële verschillen tussen studierichtingen en we­ plaatsen naar geld verloopt via het toerekenen van tenschapsgebieden wordt maar zeer ten dele reke­ een gemiddelde personeelslast voor wp (wetenschap­ ning gehouden. De Colleges van Bestuur weten pelijk personeel)- respectievelijk nwp (niet-weten­ meestal niet beter te doen dan de PGM-getallen ook schappelijk personeel)-plaatsen aan de berekende maar te gebruiken voor de allocatie van personeel en aantallen wp- en nwp-plaatsen. middelen over de faculteiten. En de faculteitsbestu­ Het aantal wp-plaatsen ten behoeve van het weten­ ren gebruiken deze getallen mopperend bij'de verde­ schappelijk onderwijs (Al) is, afgezien van een 'vaste ling van de pijn over de vakgroepen. Wat begonnen is voet' van vier à vijf wp-plaatsen per faculteit , afhan­ als globale vuistregels voor globale toedelingsregels, kelijk van het aantalonderwijsvragende studenten. blijkt in de kortste keren een eigen leven te leiden en De staf-studentenverhouding is een op zesendertig tot zeer gedetailleerde consequenties te leiden op voor alfa-richtingen; een op dertig voor gamma-rich­ vakgroepniveau: alle vakgroepen zullen moeten pas­ tingen en een op twintig voor beta, technische en me­ sen in het korset van het model, ongeacht de verschil­ dische richtingen. Het aantal wp-plaatsen in het A1- len in studierichting en wetenschapsgebied. Terwijl deel wordt verder verhoogd in verband met onder­ juist flexibiliteit, mobiliteit en differentiatie in het wijsgebonden onderzoek, bestuur en beheer, en pro­ wetenschappelijk onderwijs nodig zijn, houdt de moties. Voor het onderzoek is er allereerst het A2- nieuwe systematiek het levensgrote gevaar in van ver­ deel, normatief berekend, dat de faculteiten in staat starring en uniformering: de wiskundige vergelijking moet stellen een eigen onderzoekbeleid te voeren blijkt overgedetermineerd te zijn. (zes wp per faculteit plus een wp per twaalf wp Al). Aparte normen worden opgesteld voor dienstverle­ Prikklok en universitair klimaat ning zoals patiëntenzorg, musea en ontwikkelings­ AI jarenlang duikt in de pers de prikklok aan univer­ hulp (het A3-deel). siteiten op: een van de dankbaarste thema's in kom­ Tenslotte is er het B-deel, bedoeld voor wetenschap­ kommertijd. De discussie over de prikklok, onver­ pelijk onderzoek, dat in het kader van de voorwaar­ mijdelijk op een weinig verheven niveau gevoerd, delijke financiering extern zal worden beoordeeld. versterkt het beeld van wetenschappers die misbruik Voor dit B-deel zijn landelijk vierduizend wp-plaat­ maken van hun vrijheid en weinig presteren. Steeds sen beschikbaar, die per gekozen taakstelling steeds meer wordt het imago verspreid van wetenschappe­ voor vijf jaar zijn beschermd. lijk medewerkers als nieuwe vrijgestelden, die niet Het vertrouwen in de mogelijkheid om al deze delen serieus dienen te worden genomen. Het psycholo­ te kunnen onderscheiden staat in schril contrast tot de gisch klimaat waarin de universiteiten zich moeten aard van veel universitaire activiteiten, die in meer ontwikkelen, is in korte tijd aanzienlijk verslechterd. dan één van deze categorieën plegen te vallen. Gemakshalve gaat men daarbij voorbij aan het feit Het PGM legt dus een modelmatige grondslag voor dat aan universiteiten (zoals in de meeste andere sec­ een financieringssysteem met een overwegend stu­ toren) door de gràte meerderheid van de medewer­ dentafhankelijke onderwijscomponent naast een stu­ kers zeer hard wordt gewerkt. dentonafhankelijke, dus taakstellende, financiering Door alle al genoemde beleidswijzigingen loopt ook van onderzoektaken. Het PG-model speelt in bepaal­ nog de kernnota inzake beleidsvoornemens betref­ de opzichten in op de beleidsvoorstellen uit de fende het universitair wetenschappelijk personeel BUOZ-nota. Wanneer onderzoekingen voorwaarde­ (BUWP), die een nieuwe functieopbouw voor de staf lijk worden gefinancierd, genieten de personeelstien-' van universitair personeel in het vooruitzicht stelt. den die worden ingezet en de bijbehorende (norma- Oude rangen verdwijnen, nieuwe komen. Het beleid

socialisme en democratie nummer 2, 71 februari 1984 lijkt erop gericht te zijn dat er aan de universiteiten waardelijke financiering, de omvorming van ZWO, geen steen op de andere blijft. Ook de bestuursstruc­ de TVC, het PGM, het BUWP, de nieuwe WWO. De tuur, neergelegd in de Wet Universitaire Bestuurs­ universiteiten ondergaan een bezwijkanalyse, te­ hervorming (WUB), wordt flink veranderd. De weeggebracht door de onophoudelijke stroom struc­ machtspositie van de raden wordt ondermijnd; er tuurwijzigingen, die tussentijds op hun beurt aan­ moet vooral professioneel bestuur en beheer komen , zienlijk plegen te worden bijgesteld. In de Memorie aldus de voorstellen in de Wet op het Wetenschappe­ van Toelichting bij het Ontwerp van Wet Tweefasen­ lijk Onderwijs (WWO). In de WWO, staat nog veel structuur W.O. wordt gesproken van een 'panorama meer, waarop wij niet zullen ingaan. Duidelijk is wel van wet- en regelgeving'. Het beeld van een oerwoud dat er ook ten aanzien van de verdeling van bestuur­ of labyrint is echter meer adequaat. lijke verantwoordelijkheden aan de universiteit met Als het departement een beleid zou willen voeren, het verleden zal worden gebroken. gericht op de bevordering van het wetenschappelijk Aan de universiteit is sinds de invoering van de WUB onderwijs en onderzoek, zijn bezuinigingen onge­ een aanvankelijk prikkelende en stimulerende demo­ twijfeld te rechtvaardigen. Aan de volgende punten cratisering geleidelijk aan verworden tot een sterk zou dan prioriteit moeten worden gegeven: verkalkte en verkokerde bureaucratische structuur, handhaving van een academisch klimaat aan uni­ waarin de lakens steeds meer worden uitgedeeld door versiteiten, dat stimulerend en inspirerend is . Con­ het Ministerie van 0 & W en de bureaucratieën van currentie en mobiliteit dienen te worden bevorderd. de hoofdgebouwen per instelling, met het College Voor een gedetailleerde sturing en bemoeienis van van Bestuur als verantwoordelijk lichaam. Daarnaast buitenaf via een veelheid aan bureaucratieën is geen en vaak daartegenover bevindt zich een slechts voor plaats; ingewijden te overziene structuur van raden en com­ ook de universiteit is aan verandering toe. Het missies, via de meest democratische procedures ge­ doelbewust opwekken van aardbevingen leidt echter kozen, waarin steeds minder betrokkenen participe­ niet tot organisatorische en bestuurlijke verbeterin­ ren. In het begin werd de zwaarte van de structuur gen. De tijdas van de in gang gezette veranderingen, nog gecompenseerd door elan en verbeelding, maar zal aanzienlijk moeten worden uitgerekt; in verrassend korte tijd is de structuur met bureau­ zo langzamerhand zal er systematisch moeten tjes, vaste procedures en routine dichtgeslibd. Deze worden gewerkt aan een zeker herstel van het imago structuur is door de TVC-procedure goeddeels terzij­ van de universitaire medewerkers. Daaraan zal door de geschoven. Ook de Academische Raad, het over­ deze medewerkers zelf moeten worden gewerkt, legorgaan tussen de instellingen bij uitstek, is er niet maar ook door het departement; aan te pas gekomen, en staat thans op de tocht. investeren in kennis is nog altijd een van de meest Breman (1983) ziet de bezuinigingen als een voorbo­ belovende maatregelen in het kader van een econo­ de van een herstructurering die de wetenschap steeds misch herstelbeleid (Van Benthem van den Bergh, meer in dienst zal stellen van het beleid. Wetenschap­ 1983). Het is bijvoorbeeld zonderling dat de rijks­ pers zouden zich steeds meer dienstbaar moeten ma­ overheid een veelvoud uitgeeft aan investeringen in ken aan de oplossing van noden en problemen waar­ een zeer beperkt aantal bedrijven en te zelfdertijd be­ voor beleidsvoerders worden geplaatst. Alleen de zuinigt op onderwijs en onderzoek, dat voor de voe­ veranderingen aan de universiteit zelf behoeven ken­ ding met know how voor dergelijke bedrijven een le­ nelijk niet wetenschappelijk te worden aangepakt. vensvoorwaarde is; Zijns inziens zijn de universiteiten door de voorwaar­ het is hoog tijd voor een krachtige operatie delijke financiering in feite onder curatele gesteld. 'Taakverdeling en Concentratie', uitsluitend gericht De academische vrijheid, die voor de beoefening van op het Ministerie van 0 & W en de universiteitsbu­ wetenschap van essentiële betekenis is, is langzamer­ reaucratieën. Er valt in de 0 & W-sfeer verbazend hand in het geding. veel te dereguleren.

Panorama of labyrint In wetenschappelijke en bestuurlijke kringen begint Literatuur men steeds meer doordrongen te raken van de gren­ Bakker, Reinier , 1?83, Goed onderzoek krijgt prioriteit (in­ zen van het bestuurlijk vermogen en de beperkte terview met E . van Spiegel) , Delta, 8 juni, p. 5. Beek, W. J., 1983, Technologiebeleid, ESB, 68, 21 sept. , p. 'maakbaarheid' van de samenleving. De 0 & W­ 835. planners hebben kennelijk geen oog voor deze gren­ Benthem van den Bergh, G. van, 1983, Cultuur en onder­ zen en beseffen onvoldoende dat het incasseringsver­ wijs cruciaal voor herstel van economie, NRC Handels­ mogen van de universiteiten al ver is overschreden. In blad, 31 jan. de Concept-Beleidsvoornemens TVC-WO van 17 Breman, Jan, 1983, De aanval op de universiteiten, Interme­ mei 1983 schrijft Deetman (p. 24): 'Er zal veel moeten diair, 19, 25 maart, no . 12, p. 1-7. veranderen in het wetenschappelijk onderwijs. De fa­ Deetman, W. J., 1982a, Voorwaardelijke financiering uni­ sering van de verschillende processen in onderlinge sa­ versitair onderzoek, Den Haag (Staatsuitgeverij), Twee­ de Kamer 1981-1982, 17.499 nrs. 1-2, 15 juli. menhang zal daarom zorgvuldig moeten zijn. Niet al­ Deetman, W. J., 1982b, Taakverdeling en concentratie in het les kan tegelijk .. . ' Zo is het maar net. Het vervelende w.o., Den Haag (Staatsuitgeverij), Tweede Kamer 1982- is echter dat alles wèl tegelijk over de universiteiten 1983, 17.649 nrs. 1-2 , 27 okt. wordt gekieperd: de tweefasenstructuur, de voor- Deetman, W. J., 1983a, Taakverdelingen concentratie in het

Dammer 2, rebruarl 1984 72 W.O. , Den Haag (Staatsuitgeverij), Tweede Kamer, 1982- verantwoording, Den Haag (Staatsuitgeverij), Tweede 1983, 17.649 nr. 13, 13 juli. Kamer 1979-1980, 15.825 nrs. 1-2, 8 okt. Deetman, W. J., 1983b, Wetenschapsbudget 1984, Den Pais, A. , 1979b, Voorontwerp van Wet op het Wetenschappe­ Haag (Staatsuitgeverij), Tweede Kamer 1983-1984, lijk Onderwijs 1981. Herziening van de universitaire be­ 18.103 nrs. 1-2, 20 sept. stuursorganisatie, Den Haag (Staatsuitgeverij), okt. Gessel, Han van, 1983, Staat U al met stip in de top-10, pro­ Pais, A ., 1980, Twee-fasenstructuur wetenschappelijk onder­ fessor? Volkskrant, 26 nov. wijs, Den Haag (Staatsuitgeverij), Tweede Kamer 1979- Gooren, W. J. A. en A. F. A. Korsten, 1982, Kennisover­ 1980, 16.106 nrs. 1-2, 19 maart. dracht aan kleine en middelgrote ondernemingen via trans­ Pais, A ., 1983, De gaten van Hassan, ESB, 68, 30 nov., p. ferpunten in Nederland, Den Haag, (Staatsuitgeverij). 1106-1109. Hutter, W., Criteria en onderzoeksprioriteiten - instru­ Priemus, H., 1983, Inbreng van deskundigen werd door be­ menten van wetenschapsbeleid? TNO Project 1980 no. 9, stuurders gefrustreerd, Mare, 6, 10 febr. p. 7-8. p. 343-348. Raad van Advies voor het Wetenschapsbeleid (RA Wa), Hutter, W. , et al., Op weg naar criteria voor onderzoeksbe­ 1981 , Maatschappelijke beoordeling van wetenschappelijk leid, Groningen (Wolters-Noordhoff), 1976. onderzoek, Den Haag (Staatsuitgeverij) , sept. Pais, A., 1978a, Enkele beschouwingen naar aanleiding van Shils, E . (ed.), Criteria for scientific development: public po­ de eerste ronde van de herprogrammering, Den Haag licy and national goals; a selection of artie/es from 'Miner­ (Staatsuitgeverij), Tweede Kamer 1977-1978,14.924 nrs. va', Cambridge (Mass.), (MIT-Press), 1968. 1-3, 31 jan. Swaan, A. de, Alleen voor onbevoegden, NRC Handels­ Pais, A. , 1978b, Hoger onderwijs voor velen, Den Haag blad, 28-1-1982. (Staatsuitgeverij), Tweede Kamer 1977-1978, 15 .034 nrs. Trier, A. A. Th. M. van, 1979, 1nnovatie; het overheidsbe­ 1-2, 18 mei. leid inzake technologische vernieuwing in de Nederlandse Pais, A., 1979a, Universitair onderzoek; een nota over de ta­ samenleving, Den Haag (Staatsuitgeverij), Tweede Ka­ ken van het universitaire onderzoek, de middelen en de mer, 1979-1980, 15 .855 nrs. 1-2, 23 okt.

naar verwante groeperingen, iets wat in de vorige de vraag van het allereerste tractaat steeds opnieuw eeuw zo aardig lukte. te stellen: 'Why are the many poor?'. Het is en blijft echter de verdienste van de Fabiërs dat zij - zoals een andere columnist van NRC-Handels­ Literatuur blad, J. A. A . van Doorn schreef - 'als een Gideons­ De Fabian Essays zijn in 1899 in het Nederlands in een verta­ bende de weg naar de twintigste eeuw hielpen banen'. ling van F. M. Wibaut verschenen. Ook in onze tijd blijft er voor die Gideonsbende nog Margaret Cole, The Story of Fabian Socialism, London voldoende werk te doen, al was het alleen maar door 1961.

socialisme en democratie nummer 2, 73 rebruarl 1984 den in de mond kan geven dat Oosteuropese dissiden­ Boeken ten op de vuilnisbelt der geschiedenis thuishoren. Dat soort transcendente zekerheden is echter niet gratis - men moet er bij de vestiaire nogal wat ethische ba­ gage voor achterlaten. Dat betekent een bijna Faust­ achtige keuze, zekerheid bekocht met het opgeven van morele distantie en vrijheid, maar het is niet zo­ maar een dilemma. Dat klinkt toch te objectief, te zeer als een extern gegeven, te zeer ook ethisch neu­ Dilemma's van socialisten traal, alsof de kosten verbonden aan de ene en de an­ dere keuze ongeveer gelijk zijn. Ook het relaas van Rob Kroes bespreekt: Verrips kan me niet de indruk geven dat hij gevangen Jan Bank e.a., red., Het Derde Jaarboek voor het De­ zat in een dilemma; hij heeft een keuze gedaan waar­ mocratisch Socialisme. Amsterdam, 1982. op hij later terugkwam. Nu moet men ieder zijn fou­ ten gunnen. Maar twee dingen vallen op: het betrek­ De wereld van de ware gelovigen blijft raadselachtig kelijk willekeurige breekpunt van alles wat Verrips voor wie daar niet van nature toe neigt. Hoe talrijk wel geslikt had en wat voor weer anderen het 'tot hier ook de geschriften van hen die zich in ontgoocheling en niet verder' had betekend. Zo leert niemand van geroepen voelden verantwoording af te leggen van iemand anders en is dit soort geschiedenis gedoemd hun vorig bestaan als 'true believers' in het gesloten zich te herhalen. Het tweede dat opvalt illustreert dit: wereldbeeld van het communisme, de buitenstaander Verrips werd lid van de CPN toen er al veel was ge­ houdt een gevoel van verbazing over dat alleen maar beurd dat velen tot een geruchtmakende breuk met toeneemt met ieder volgend vaarwel aan het geloof het communisme had gebracht. Het weerhield hem der kameraden. Juist in de lange reeks van dit soort niet van toetreding. Wat is de houding ten opzichte bekentenis-literatuur ligt het ontmoedigende. Poin­ van de geschiedenis van iemand die pas nu, ter recht­ teloos legt iedere renegaat opnieuw dezelfde weg af; vaardiging van zijn uittreden, aankomt met het Molo­ haakte de een al bij Kronstadt af, anderen doorston­ tov-Ribbentrop pact van 1939 - toen al, voor velen, den ongeschokt de berichten over Stalin-terreur, het het bewijs dat 'God' gefaald had. 'Wat zou er, ' vraagt Molotov-Ribbentrop pact, maakten moeiteloos de Verrips zich af, 'van de communistische partijen in ene handlichting met het eigen geweten na de andere, West-Europa zijn geworden als de Komintern niet eni­ tot Hongarije, tot Tsjecho-Slovakije, tot ... De uit­ ge maanden maar enige jaren de gelegenheid zou heb­ eindelijke geloofsafval heeft zo vaak meer weg van de ben gehad hen in de befaamde 'correcte houding' te­ zoveelste zwenking, moreel bezoedeld door alle genover Nazi-Duitsland op te stellen, ondertussen voorgaande, dan van een moreel verheffend schouw­ klassenhaat jegens de plutocraten in Londen en Wall spel. Street aanwakkerend?' Voor wie zijn intellectuele en Over het algemeen kunnen deze overlopers rekenen morele distantie had ingeruild voor zijn geloof in de op een warm onthaal, zeker als de Koude Oorlog Loop der Geschiedenis, is het antwoord duidelijk. weer wat kouder wordt. Want als de Koude Oorlog Het is het antwoord waaraan George Orwells inquisi­ ergens zijn frontlijn heeft getrokken is het binnen teur 0' Brien Winston Smith herinnert: 'Who controls links, tussen mensen die eigenlijk geestverwanten the past, controls the future. Who controts the present, zouden moeten zijn. En in die zin gaat die koude oor­ controls the past. ' log veel verder terug dan de Koude Oorlog. Maar In dit jaar duikt onvermijdelijk de vraag op omtrent hebben we dan inderdaad te maken met een van de het belang van Orwells profetie voor onze tijd. Als er klassieke dilemma's van links? De redacteuren van sprake is van gelijkenis, dan misschien het duidelijkst dit derde jaarboek doelen daarop als zij de bijdrage op dit vlak van manipulatie van heden, verleden en van Ger Verrips over zijn CPN-jaren (van 1950 tot toekomst - van de geschiedenis, kortom. Sommige 1975) die rubricering geven: klassieke dilemma's. neo-marxisten hebben zelfs een derde lid aan Orwells Maar voorzover dat woord iets van heroïsche allure sluitrede toegevoegd: Who controls the media, con­ suggereert, is het misplaatst. Uit het soort kleinere en trols the present, en vandaar verder volgens Orwell­ grotere morele smoezeligheid van de CPN in het na­ een inzicht waarvan ik toch altijd het stiekeme gevoel oorlogse Nederland komt iemand niet gauw als held, heb, dat zij het stiekeme gevoel hebben aldus treffen­ eerder toch als dupe, te voorschijn. Maar dupe van der het Westen dan welk ander deel van de wereld wat - van welk dilemma precies? Het moet te maken ook te hebben gekarakteriseerd. Dat valt allemaal hebben met de verleidelijke pretentie van het marxis­ nog wel mee: er is nog voldoende verscheidenheid me, in de draai die Lenin daaraan gaf, de geschiede­ aan vervormende waarnemingskaders voorhanden nis te doorschouwen. En ieder die het op kan brengen om ze nog als zodanig te kunnen herkennen. Dat blindelings in die pretentie te geloven, geniet de vol­ wordt lastiger als er maar één over is - als inderdaad doening zich een voltrekker te weten van de Gang der sprake is van 'control of the media'. Maar het blijft Geschiedenis. Uiteraard heeft men op dat niveau van oppassen, ook voor mensen van links. Er is toch een actie de overweging van eenvoudige menselijke mo­ aantal klaarliggende interpretaties waar je moeilijk raliteit verre achter zich gelaten. Nog steeds is dit de onderuit komt. Natuurlijk, 'Grenada' waren we te­ kijk die iemand als Marcus Bakker de snerende woor- gen. Maar speelt niemand eens met de gedachte hoe

74 aardig het zou zijn om met een handjevol mensen die vrijheid van organisatie, en zal zij subversief moeten vervelende Bouterse .. . ? Natuurlijk, de Falkland­ zijn in het aanmoedigen van sociaal-democratische oorlog van mevrouw Thatcher waren we tegen. Maar verbanden, in Chili , maar ook in Nicaragua en Cuba. zonder de doeltreffende uitvoering van een zaak die En zij zal zich eens moeten richten naar de nuchtere zij in simpele, klinkklare lijnen trok, had nu de Ar­ waarheid, hoe onwelkom ook, waar mevrouw Kirk­ gentijnse junta nog hoog te paard gezeten. patrick bij herhaling op wijst: repressieve regimes van Ook het stuk van Marnix Krop over de Socialistische rechts komen en gaan, in Spanje, Portugal, Grieken­ Internationale in de wereldpolitiek heeft dat hier en land, Argentinië; die van links zijn niet weg te bran­ daar. Zijn overzicht en plaatsbepaling van de SI , met den, zeker niet in een wereld waar détente betekent name voor de na-oorlogse periode, is bondig en ver­ dat het Westen zich een schroomvallige hands-of! po­ helderend: de rol van de SI als linkervleugel van de litiek oplegt. Carters mensenrechtenpolitiek en Rea­ Pax Americana tot in de jaren zestig toe, onder de gans politiek van de harde hand zijn in dit opzicht hoede van de Labour Party, de versukkeling in de twee alternatieven van interveniërend buitenlands Vietnam-jaren, en dan vanaf 1976 de opleving onder beleid die, of men het er nu mee eens is of niet, beide auspiciën van de SPD. Maar in zijn afweging van de berusten op een erkenning van een historisch dilem­ kansen nu , klinkt toch af en toe weer een ondoor­ ma. En dat is een stap verder dan de naïeve solidari­ dachte pasklare retoriek van links die de vaststelling teit met alles wat zich als bevrijdingsbeweging affi­ van dilemma's eerder uit de weg gaat dan mogelijk cheert. maakt. Krop behoort tot diegenen die ontspanning In zeker opzicht zouden we in deze grotere ideologi­ een voorwaarde achten voor Westeuropese autono­ sche flexibiliteit van recente Amerikaanse politiek mie, ook waar het de armslag voor zelfstandig beleid een bewijs kunnen zien van de stelling die Van Ros­ van de SI betreft. Nu zijn er anderen, conservatieven, sem uitwerkt in zijn bijdrage over de on-marxistische neo-conservatieven, maar ook critici van links, die de revolutie in Amerika. Hij richt zich op de jaren vijftig hoop op détente als een gevaarlijke illusie afschilde­ toen het idee in de beste van alle denkbare werelden ren. Zij wijzen er op dat in de jaren van de détente de te leven post had gevat bijeen groep Amerikaanse in­ Sovjet-Unie haar binnenlandse dissidentenbeweging tellectuelen. Het is de groep van 'New York intellec­ heeft opgerold, dat zij is voortgegaan met een strate­ tuals' wier gezamenlijke Werdegang van radicaal­ gische ontplooüng die bijvoorbeeld de verhouding marxist tot advocaat van Amerika hij in zijn proef­ Europa-Amerika onder druk heeft gezet, dat zij , zèlf schrift Het radicale temperament heeft gevolgd. of via bondgenoten als Vietnam en Cuba, militair in­ Twee boeken met name, Daniel Bells The End of tervenieert in derde landen. De terughouding die de Ideology en s. M. Lipsets Political Man zijn tekenend SI zich op moet leggen ten aanzien van 'volksopstan­ voor het stadium dat velen uit de genoemde groep in den en onafhankelijkheidsbewegingen' in Midden­ de jaren vijftig in hun intellectuele loopbaan hadden Amerika en het Caraïbisch gebied, zou niet alleen in­ bereikt. Alles wat kritische intellectuelen als ideaal gegeven moeten zijn , zoals Krop zegt, door inschik­ voor ogen hadden gehad, bleek in het Amerika van kelijkheid tegenover de strategische belangen van die tijd op verbluffende wijze bereikt of binnen be­ Amerika in een wereld waarin de spanning weer is reik: beheersing van maatschappelijk conflict, even­ opgelopen. Natuurlijk brengt een bondgenootschap wichtige representatie van maatschappelijke belan­ mee dat de bondgenoten elkaar in tijden van span­ gen, democratische gehalte van de samenleving, ning niet in het wilde weg voor de voeten gaan lopen. rechtvaardigheid van maatschappelijke verdeling. Krop erkent dat ook. Maar, laat hij daar op volgen: De grote ideologische conflicten waren beslecht in 'Het enige politieke argument dat de SI tegenover de het programmatisch ruilverkeer van Amerika's plu­ VS in dat gebied in feite heeft, is dat de veiligheid van ralistische orde. En dat zou zo blijven, want anders de VS wezenlijk meer gediend is met het bevorderen dan Europa kende Amerika niet de historische duivel van sociale rechtvaardigheid en volkssoevereiniteit van een dialectiek die onvermijdelijk de krachten·zou dan met het in stand houden van repressieve regimes'. wekken van ondergraving van het systeem. Alles wat Zo'n uitlating nu gaat voorbij aan een van de (her­ daar sinds Marx, met name in een sociologie van de nieuwde) ontnuchteringen van de jaren zeventig dat intelligentsia, over was gezegd gold niet voor Ameri­ zoveel 'volksopstanden en onafhankelijkheidsbewe­ ka. Ook een Europeaan als Schumpeter die in het in­ gingen' waarmee de Europese sociaal-democratie terbellum naar Amerika was gegaan en aan Harvard zich solidair verklaarde, zijn uitgemond in de vesti­ doceerde, sloeg in zijn beroemde boek Capitalism, ging van nieuwe repressieve regimes. Pas wie dit ont­ Socalism and Democracy, verschenen in 1942, de nuchterend besef toelaat, is zich bewust van een di­ plank mis , volgens Bell. Ook Schumpeter had op de lemma. We hebben allemaal de bevrijdingsbewegin­ inherente dialectiek van het kapitalisme gewezen. De gen van Vietnam en Cambodia toegejuicht, maar na moderne onderneming, 'although the product of the de overwinning viel al snel een pijnlijk zwijgen. Daar­ capitalist process, socialises the bourgeois mind; it re­ om zou de SI meer politieke argumenten moeten heb­ lentlessly narrows the scope of capitalist motivation .. . ben dan het ene dat Krop noemt tegenover de Ver­ (and) .. . will eventually kil! its roots'. En zelfs de vrij­ enigde Staten. Juist als internationaal verband van heid van de kritische geest, het 'vrij ondernemer­ sociaal-democraten zal zij in haar verkeer met repres­ schap' van een onafhankelijke intelligentsia, zal aan sieve regimes, van links en rechts, moeten hameren zijn eigen werkzaamheid te gronde gaan. 'The critical op democratie, op persvrijheid, op verkiezingen, op frame of mind ... after having destroyed the moral aut-

socialisme en democratie nummer 2, 75 februari 1984 hority of so many institutions, in the end turns against ideologen. En de grote ironie is dat mensen als Bell its own. ' Dit alles kwam volgens Bell neer op een pro­ zich genoodzaakt hebben gezien toch Europese jectie van een Europese denkwereld en het miskende ideeën over de culturele contradicties van het kapita­ de historische ervaring van Amerika. Het kenmer­ lisme van stal te halen voor hun bestrijding van de kende daar was juist dat de 'moral authority' van zijn nieuwe ontwikkelingen. We moeten daar wel bij be­ instituties zo'n brede aanvaarding vond. 'Consensus' denken dat bijvoorbeeld de Partisan Review-intellec­ is dan ook het sleutelwoord in de maatschappij-analy­ tuelen in hun analyse altijd een afgeschermde sfeer se van Amerika in de jaren vijftig, niet alleen in het hadden gelaten waarin ze de werking van culturele werk van de gelouterde New York intellectuals, maar contradicties hadden herkend en toegejuicht - de ver daarbuiten, in de sociologie, de politieke weten­ avant-garde sfeer van het modernisme in de kunst. schap, de geschiedschrijving van die tijd. Die sfeer had toch altijd bestaan bij de gratie van Toch kwamen dergelijke inzichten niet uit de lucht krachten die ze elders ontkenden - een anarchis­ vallen en werden ze niet, zoals men uit Van Rossems tische, anti-burgerlijke impuls, voortdurend wrik­ hoofdstuk in het Jaarboek zou kunnen afleiden, voor kend aan alle hekwerken, richtingborden en stutten het eerst in de late jaren veertig en daarna geformu­ die ze overigens voor behoud van de maatschappelij­ leerd. Als Bell over het falen van het socialisme in ke orde zo noodzakelijk vonden. Zolang die sfeer een Amerika schrijft of over Amerika's on-marxistische elite-domein was geweest - de sfeer van high-brow revolutie, legt hij een enthousiasme aan de dag voor culture had gevormd - leek van het ontwrichtende de opkomst van de overleg- en samenwerkingsstruc­ potentieel daarvan geen bedreiging voor andere le­ turen van het 'corporate liberalism' in Amerika, venssferen uit te gaan. In de jaren zestig ging daar­ waarvan de New Republic-progressieven als Herbert mee echter iets mis. Avant-garde cultuur raakte ge­ Croly, Walter Weyl, en Walter Lippmann al blijk had­ commercialiseerd en haar anarchistische impuls ge­ den gegeven in de Eerste Wereldoorlog, toen ze de vulgariseerd. De wonderlijke spanning tussen disci­ Wilsoniaanse ordening van de oorlogseconomie toe­ pline en zelfbevrijding die altijd de drijvende kracht juichten. Een ironie van de latere geschiedenis is dan van de modernistische creatieve impuls had gevormd wel dat juist de progressieven van een later uur, de raakte verbroken en de bevrijdingsdrang verwerd tot New Left intellectuelen als Mills, Lynd, Flacks, Kol­ het vulgair hedonisme van de Me-Decade. De on­ ko en Lowi het corporate liberalism op de korrel zou­ maatschappelijkheid die altijd een ingrediënt van het den nemen. modernisme had gevormd was nu een algemeen cul­ Ook het inzicht dat het socialisme slecht paste in tuurgoed geworden, maar zonder de hoge roeping, Amerika was niet nieuw. Al vanaf Sombarts korte en de zelfdwang, het verantwoordelijkheidsgevoel je­ treffende analyse uit 1906 waarom er in de Verenigde gens het erfdeel van de westerse cultuur dat daar in Staten geen socialisme voorkwam, hebben Ameri­ het modernisme altijd mee gepaard .../ as gegaan. Wat kaanse socialisten voor dit kenmerkend Amerikaan­ goed was voor een avant-garde, voor een elite, was se dilemma gestaan: hun bestaan te rechtvaardigen niet veilig in de handen van de grote massa - een als zij eigenlijk niet konden bestaan. En bij herhaling wantrouwig inzicht dat ook al de opvattingen over hebben Amerikaanse socialisten dan ook de grenzen pluralisme van de consensus-denkers in de jaren vijf­ verkend tussen de beloften van het socialisme en die tig had bepaald. In hoofdlijnen vinden we deze kri­ van een Amerikanisme dat op zo grote groepen zo'n tiek op de eigentijdse cultuur van Amerika bij veel grote aantrekkingskracht bleek uit te oefenen. John auteurs terug: Sydney Hook, Daniel Boorstin, lrving Spargo en Morris Hillquit deden dat in de dagen na de Howe, Michael Harrington, Christopher Lasch en Eerste Wereldoorlog (met name Spargo's America­ Daniel Bell. In hun beklemtoning van waarden van nism and Social Democracy is tekenend), Alfred discipline, tucht, verantwoordelijkheid vertonen ze Bingham en Leon Samson deden het in de crisisjaren. een conservatieve impuls die een geestverwantschap Zoals Samson schreef in Toward a United Front in verraadt met de groep die men wel als neo-conserva­ 1934: 'Every concept in socialism has its substitute tieven omschreven vindt. En een aantal van hen is counterconcept in Americanism, and that is why the ook niet afkerig van dat adjectief. Maar een neo-con­ socialist argument falls so fruitlessly on the American servatief als Daniel Bell gaat toch nog een stap verder ear'. Slechts voor wie zich socialist achtte, lag hier een en daarin zullen socialisten als Lasch en Howe hem dilemma; wie, zoals Bell en Lipset, in de jaren vijftig niet willen volgen. in de grote consensus van het Amerikanisme waren In een ander artikel! meent Maarten van Rossem dat gaan delen, hadden het dilemma achter zich gelaten. Bell in die stap verder eigenlijk een truc uithaalt. Het Maar niet voor lang. Want ook een andere indruk die volstrekte nihilisme, de geest van Verneinung, waar­ Van Rossem zou kunnen wekken, is onjuist - de in­ toe de vulgarisering van de modernistische impuls druk dat mensen als Bell in de jaren vijftig een intel­ had geleid, is geworden tot de subcultuur van een lectueel eindpunt hadden bereikt, in harmonieuze nieuwe klasse, veilig geborgen aan universiteiten, overeenstemming met het maatschappelijk eindpunt academies en in de verzorgingssfeer, of onveilig aan dat Amerika had bereikt. de onmaatschappelijke rand van de tegencultuur van Zowel de culturele veranderingen van de jaren zestig krakers en soortgenoten. Wat de neo-conservatieven en zeventig als de opkomst van een intellectuele nu hebben geprobeerd, volgens Van Rossem, is 'to maatschappijkritiek onder de noemer van de New answer the political criticism of the sixties with an at­ Left vormden een uitdaging aan de End of ldeology- tack on the cultural shortcomings of Modernism'. De socialisme en democratie nummer 2, februari 1984 76 kritiek van de New Left op de Amerikaanse samenle­ landse industrie, een tweeledige actie. De PvdA ving en de Amerikaanse buitenlandse politiek is ech­ hoeft echter geen actiepartij te worden, het gaat Van ter niet inhoudeli jk te weerleggen door erop te wijzen der Hek (hoofdzakelijk) om het overheidsbeleid in­ dat zij is ingegeven door het ressentiment en het nihi­ zake risicofinanciering en vakbonds- en werkgevers­ lisme van de nieuwe klasse. Toch gaat Van Rossem te beleid inzake de bruto loonkosten. Nu is de PvdA-in­ ver met zijn strakke scheiding tussen de kritiek op het breng in het te voeren overheidsbeleid niet groot en vulgair modernisme en de kritiek op de New Left. Er de inbreng in het vakbondsbeleid hooguit invloed­ is onmiskenbaar dat enorme grijze overgangsgebied rijk. Dit neemt de plicht tot het formuleren van stand­ waar de vulgarisering van het denken het eerst in het punten niet weg. Wat dat betreft is het artikel van oog springt, of het nu de vulgarisering van het moder­ Van der Hek te prijzen. De ingenomen standpunten, nisme of van het marxisme betreft. Maatschappijkri­ waarvan ik aanneem dat het kernpunten zijn, zijn tiek vergt evenzeer als de produktie van moderne echter bepaaldelijk voor discussie vatbaar. kunst discipline, discipline van het denken in dit ge­ Alvorens een aantal kritische kanttekeningen te val. En naast de intellectueel integere produkten van plaatsen wil ik Van der Heks probleemstelling onder­ maatschappijkritiek is natuurlijk sinds de jaren zestig schrijven. Nederland heeft een open economie, wat vooral opvallend de opmars van een vulgair marxis­ wil zeggen dat een groot deel van het nationaal ver­ me, met een vocabulaire van honderd woorden, dat teerde produkt wordt ingevoerd, waarmee het nood­ wel degelijk met dezelfde polemische wapens is te be­ zakelijk is een aanzienlijke export te realiseren. Deze strijden als het vulgair modernisme. Maar wie dat export bestaat uit commerciële dienstverlening, land­ aanbeveelt, staat gauw in een geur van conservatis­ bouw- en industrieprodukten. Het instandhouden me. Als ook dat een dilemma vormt voor mensen van c.q. verbeteren van de exportpositie is een noodzake­ links, is dat jammer. lijke voorwaarde voor de welvaart van het land. Op de korte termijn bezien is de situatie niet louter on­ gunstig. Nederland kent al jaren een overschot op de Rob Kroes is directeur van het Amerika Instituut van lopende rekening van de betalingsbalans. Alleen het de Universiteit van Amsterdam. niveau der lopende rekening laat te wensen over. Op de langere termijn is de situatie (uiteraard!) onzeker. Noten 'Wij dreigen oude industriële activiteiten snel te verlie­ 1 Zie zijn hoofdstuk 'The intellectual roots of Neo-Con­ zen, zonder dat er sprake is van voldoende industriële servatism' in: R. Kroes, red., Neo-Conservatism: lts vernieuwing' schrijft Van der Hek in navolging van de Emergence in the USA and Europe. Amsterdam: Free WRR (1980) en niet de commissie-Wagner. Deze University Press, 1984. zorg is overigens uniek, maar geldt voor alle geves­ tigde westerse industrielanden, sinds de industriële opmars van een aantal 'derde wereldlanden' . De Nederlandse exportpositie houdt ook verband met de werkgelegenheid (al is dit verband niet een­ duidig). Voor de vervaardiging van exportprodukten is nog steeds arbeid nodig en de collectieve sector welke onder meer zorg draagt voor een infrastructuur (van post tot en met onderwijs) zonder welke aan geen export te denken valt, is zelfs overwegend ar­ Pen op papier beidsintensief. Wordt het werk van beide sectoren beloond door een gunstige ontwikkeling der export dan zijn werkgelegenheid en welvaart het resultaat - al dan niet in voldoende mate en/of eerlijk verdeeld. Het probleem moge duidelijk zijn. Nederland staat of valt, niet alleen nu maar ook in de toekomst, met een sterke exportsector. De nadere analyse van Van der Hek op dit punt is echter betwistbaar. 'Structureel Industriepolitiek als maatstaf voor zwak' is Nederland door de kapitaalgoederen- en sociaal-democratische kleur transportmiddelenindustrie. 'Dat ligt aan het karakter van de ondernemingen die er deel van uitmaken. Zij Het zou de PvdA goed doen zich nader te beraden zijn onvoldoende zelfscheppend, te kleinschalig en over de gewenste industriepolitiek. Dit onderwerp vaak slecht geleid'. Is dat zo? Anders dan Van der wordt ten onrechte door de 'specialisten' als een tech­ Hek meent, heeft deze zwakte veel te maken met de nocratisch vraagstuk behandeld en is zelden onder­ conjunctuurgevoeligheid van deze bedrijfstakken. In werp van politieke meningsvorming. een tijd van economische stagnatie of crisis wordt er Aanleiding tot deze reactie is het artikel van kamerlid weinig geïnvesteerd, waardoor er ook relatief weinig A. van der Hek in SenD november 1983. Onder het vraag is naar kapitaalgoederen en transportmidde­ motto 'industriepolitiek als maatstaf voor het macro­ len. In geval van de scheepsbouw (die bepaald niet economische beleid' bepleit Van der Hek, na een' kleinschalig is) gaan de afzetproblemen zelfs verder aanduiding van de structurele zwakte van de Neder- dan de huidige crisis, zonder dat de drie voornoemde

socialisme en democratie nummer 2, 77 februari 1984 euvelen de belangrijkste boosdoeners zijn. door de constellatie van andere bedrijven en het land Gelukkig heeft Nederland ook structureel sterke waarbinnen het functioneert. Dit geldt de toe leve­ kanten in de agrarische sector, de commerciële rings- en afzetkanalen, evenals de infrastructuur. De­ dienstverlening en de voedings- en genotmiddelenin­ ze context is niet de verdienste van de eigen werkne­ dustrie. Waar het echter op aankomt is dat de weg mers in het winstgevende bedrijf, maar die van ande­ naar algeheel economisch herstel gemarkeerd zal ren. Voor een evenwichtige economische ontwikke­ worden door het herstel van de wereldhandel. Dit ling dient, met andere woorden, niet (in de eerste laatste hoeft bepaald geen metafysisch gebeuren te plaats) de loon hoogte te variëren met het rendement zijn, maar kan zelfs doel van het politieke bedrijf zijn. van een bedrijf of bedrijfstak (met alle gevolgen van­ Heeft een nationaal Keynesiaans stimuleringsbeleid dien) , maar dienen slechts de belastingafdrachten te (zeker in Nederland) zijn bezwaren in het weglekken variëren met de rendementen. Geleide loonpolitiek van de beoogde effecten, in bijvoorbeeld EG-ver­ of loonmaatregelen moeten zo bezien geen taboes band is dat bepaald anders (verder bestaat er zelfs zijn , al is hiermee nog niets gezegd over het gebruik een OECD). 'Revitaliseren van Europa' is een slogan dat daarvan moet worden gemaakt. die de Nederlandse industriepolitiek bepaald niet zou Mijn conclusie met betrekking tot het nastreven van misstaan. Nederland kan op dit punt een welbegre­ een concurrerend kostenpeil is anders dan die van pen eigenbelang veel actiever propageren. Europese Van der Hek, mede omdat dit criterium zo duister is. inspanningen als maatstaf voor de industriepolitiek Voorlopig zou het, naar mijn mening, de PvdA sieren ontbreken helaas in Van der Heks actieprogramma. wanneer naar een serieuze bewijsvoering wordt ge­ Het actieprogramma is zelfs uitgesproken mager en vraagd wanneer werkgevers of het werkgeverskabi­ politiek kleurloos. Overheid, vakbeweging en werk­ net het argument van te hoge belastingen of loonkos­ gevers moeten zorgen voor een concurrerend kosten­ ten in het geding brengen. Deze strategie zou de bete­ peil (1) terwijl het via de overheidsbegroting omzet­ kenis van beide voor het economisch herstel wel eens ten van risicomijdend in risicodragend kapitaal de stevig kunnen relativeren. Belangrijker is misschien kern van de industriepolitiek moet zijn (2) . Verder nog dat zo het proces van vraaguitval bestreden kan blijft de stimulering van onderzoek en ontwikkeling, worden. De Nederlandse economie bestaat niet al­ evenals de exportfinanciering van belang. leen uit een exportsector. ad 1. Een concurrerend kostenpeil is een belangrijk, ad. 2. De kern van het industriebeleid moet, volgens maar duister criterium; vaak onderwerp van borrelta­ Van der Hek, het omzetten van risicomijdend in risi­ felpraat maar zelden serieus onderzocht. Wat is er codragend kapitaal zijn. De reden: 'Bij vele (grote! publiekelijk bekend van de feitelijke belastingdruk w. d.) ondernemingen is de verhouding tussen risico­ op het bedrijfsleven? We kennen de percentages van dragend en risicomijdend vermogen grondig ver­ de vennootschapsbelasting, de inkomstenbelasting stoord: teveel vreemd (risicomijdend) vermogen met en de sociale premies. We weten ook van het bestaan de daaruit voortvloeiende kapitaal/asten, die bij een van aftrekposten, holdings, belastingparadijzen en hoge rentestand en een aanhoudend recessie de conti­ zwarte circuits. Maar naar het netto resultaat van een nuïteit gaan bedreigen'. en ander kan slechts worden gegist. Het is anno 1983 Het is goed dit gegeven iets verder te doorgronden. bepaald niet voor het eerst dat ondernemers van me­ Waarom is de vermogensverhouding verstoord? Een ning zijn dat de belastingen te hoog zijn. plausibele verklaring is dat die ondernemingen vanaf Ook voor wat betreft de bruto-loonkosten is het de jaren zestig hiertoe gedwongen c.q. gestimuleerd moeilijk een balans op te maken. Zijn deze na jaren werden, om mee te gaan in de schaalvergroting en de van matiging nog steeds te hoog en zo ja hoeveel? Wil concentratiebeweging. Deze tot het eind van de jaren degene die antwoord geeft nog wel even het rende­ zeventig profijtelijke strategie breekt velen nu op , ment verdisconteren dat het Nederlandse bedrijfsle­ onder meer vanwege het Anglo-Amerikaanse mone­ ven heeft van de collectieve sector in vergelijking tot taire beleid. Ik ben het met Van der Hek eens dat het concurrerende landen? Het is in dit verband ook goed een algemeen belang is te zorgen dat dit de onderne­ nog eens terug te denken aan ervaringen van de jaren mingen in kwestie niet geheel opbreekt. Maar dan vijftig. De destijds in Nederland lage lonen (naar Eu­ wel onder het oud-vaderlandse motto 'voor wat hoort ropese maatstaven) vormden bepaald geen stimulans wat'. Van dit laatste is bij Van der Hek geen spoor te voor kapitaalsintensieve investeringen, wat bedrijfs­ bekennen. Waarom zou 'de gemeenschap' risicodra­ takken als de textiel-, confectie- en schoenenindus­ gend kapitaal fourneren wanneer daar geen concreet trie later lelijk is opgebroken. voordeel tegenover staat? Continuering van werkge­ Tenslotte, laat de PvdA geen dogma maken van de legenheid is in het licht van processen van mechanise­ decentrale verantwoordelijkheid van werkgevers en ring, automatisering en robotisering een nogal vage werknemers voor de loonhoogte. Waarom zou tegenprestatie; voor de met toekomstige rentabiliteit iemand in een bloeiende bedrijfstak meer moeten samenhangende belastingafdrachten geldt in het licht verdienen dan iemand (die hetzelfde werk doet) in van de vele belastingparadijzen hetzelfde. een weinig rendabele bedrijfstak (of in overheids­ De instemming waarmee Van der Hek de (semi-)pu­ dienst ). Niet alleen solidariteitsoverwegingen spre­ blieke instellingen noemt, die zich met het verschaf­ ken hiertegen, maar ook het economisch gegeven fen van risicodragend kapitaal bezighouden, doet (door de PvdA in de jaren vijftig vaak verwoord) dat weinig goeds vermoeden. Nemen we de constructie een afzonderlijk bedrijf zijn winsten mede behaalt van de NV Maatschappij voor Industriële Projecten socialisme en democratie nummer 2, rebruari 1984 78 als voorbeeld. Deze recentelijk opgerichte NV, waar­ ten allereerst bepaald door de internationale con­ van de Staat der Nederlanden meerderheidsaandeel­ junctuur; houder is, heeft twee doelstellingen: het opsporen 3. het instandhouden van bedrijven in moeilijkhe­ van innoverende projecten en het financieren van den is in het licht van de grote werkloosheid in veel kansrijke projecten. De meerderheidsaandeelhou­ gevallen goedkoper dan het verschaffen van uitkerin­ der heeft deze firma zo ingericht dat: a. zij in het te gen. Nieuwe initiatieven zullen hier bepaald geen voeren beleid (middels twee door haar benoemde hinder van ondervinden vanwege de neerwaartse pre­ commissarissen) slechts een minderheidsstem heeft miedruk welke van zo'n beleid uitgaat. en b. de firma niet mag expanderen; de MIP moet In het voorgaande rijtje voegt zich nog het benutten haar aandelen van succesvolle projecten na verloop van de mogelijkheden die de overheid heeft om zelf van tijd van de hand doen. De beloning voor de door kansrijke projecten ter hand te nemen. De Staatsmij­ de MIP voor rekening van de gemeenschap te lopen nen, Breedband en wat dies meer zij kunnen toch risico's is in het midden gelaten; waarschijnlijk als voor herhaling vatbaar zijn. Zo kan als hedendaags lokkertje voor de particuliere aandeelhouders van de voorbeeld genoemd worden de uitbreiding van de ac­ MIP, die (uiteraard) wèl bevoegd zijn de aandelen op tiviteiten der openbare nutsbedrijven op het terrein te kopen van de door de MIP mogelijk gemaakte pro­ van de alternatieve energie-opwekking. De kern van jecten. De MIP kent zo, al met al, een weinig zakelij­ het gewenste industriebeleid is - voor de duidelijk­ ke opzet. heid - met het bovenstaande wel omgebogen van pu­ Naast de MIP kennen we nog de Nationale Investe­ blieke risicofinanciering tot actieve overheidsinter­ ringsbank, het Industrieel Garantiefonds en garantie­ venties. regelingen en kredietbeschikkingen van de overheid. Uit het bovenstaande mag duidelijk zijn dat onderge­ Het probleem van deze instellingen is volgens Van tekende de ideeën van Van der Hek niet alleen te ma­ der Hek niet dat ze de gemeenschap te weinig rende­ ger vindt, maar ook bepaald niet van sociaal-demo­ ment opleveren, maar dat 'ze te weinig aan de onder­ cratische kleur. Kostenverlaging en risicofinanciering nemers worden verkocht, te weinig toegankelijk zijn, door de gemeenschap zonder eigendomsrechten, zijn te traag werken' enz. Lubbers' paard moet nog dichter werkgeversverlangens . Voor de PvdA is het zaak hier bij de haverkist worden gebracht. met eigen verlangens en werknemersbelangen op aan Zien we af van de mogelijkheid dat Nederlandse on­ te sluiten. Een tijd van economische crisis biedt daar dernemers te dom zijn om deze instellingen te vin­ bepaald mogelijkheden toe. Wanneer het gelukt in den, dan wijst de geringe belangstelling allereerst op een volgende regering de weg van globale lastenver­ de huidige crisis. Goede investeringsperspectieven lichting in te ruilen voor een gericht industriebeleid, bestaan uit meer dan financiële mogelijkheden. Wil dat zich niet alleen kenmerkt door gerichte lastenver­ men de crisis niet uit laten zieken (de opleving in lichting (zoals bepleit door Van der Hek), maar ook Amerika wijst erop dat dit wellicht al is gebeurd) dan door het gericht verwerven van staatsaandelen in zal de remedie (of de nazorg) alleen in een internatio­ hulpbehoevende bedrijven èn kansrijke projecten, naai opgezet stimuleringsbeleid gevonden kunnen dan kan voorkomen worden dat na de crisis alleen de worden. Ten tweede wijst de te geringe belangstelling ondernemers (en een select gezelschap werknemers) voor voornoemde instellingen op een ander pro­ lachen. bleem. Bedrijven in moeilijkheden, zoals dat de laat­ Tot slot kan ik Van der Heks besluit met instemming ste jaren heet, kunnen hier niet of nauwelijks terecht. citeren: 'Een sociaal-democratische partij die nog eni­ Sinds het kabinet-Van Agt-Wiegel is de geldkraan ge herinneringen heeft aan de wenselijkheid de pro­ voor steunverlening drastisch dichtgedraaid en zijn duktiemiddelen in gemeenschapshanden te brengen, de maatschappelijke kosten afgewenteld op de fond­ mag niet terugdeinzen voor een uitdaging die minder sen der werkloosheidsregelingen. Elders (Tijdschrift verstrekkend is'. voor Politieke Ekonomie, jrg. 611) heb ik eens uiteen­ gezet dat het instandhouden van bedrijven in moei­ W. J. Dercksen, Maastricht lijkheden in tijden van grote werkloosheid in veel ge­ vallen voor de gemeenschap een uiterst rendabele Naschrift A. van der Hek zaak kan zijn. 1. Mijn artikel betrof niet alleen en zelfs niet hoofd­ Al met al kom ik tot de volgende conclusies met be­ zakelijk 'het overheidsbeleid inzake risicofinancie­ trekking tot publieke risicofinanciering: ring en vakbonds- en werkgevers beleid inzake de 1. wordt er met publieke middelen risicodragend ka­ brutokosten'. Ik beveel herlezing van mijn artikel pitaal verstrekt (hetzij aan kansrijke projecten, hetzij derhalve gaarne aan. aan bedrijven in moeilijkheden), dan dienen daar 2. Op de korte termijn en nog meer op de lange ter­ maatschappelijke eigendomsbewijzen tegenover te mijn is naar mijn mening onze exportpositie en onze staan, die niet bij de eerste de beste gelegenheid ver­ bedrijvigheid buitengewoon kwetsbaar. Tenzij er be­ kocht worden wanneer een particulier ze wil hebben. leidsmatig iets aan gedaan wordt. Voor de korte ter­ Het verbeteren van de verhouding vreemd/eigen ver­ mijn gaarne ter illustratie enige ontwikkelingen, die mogen van het Rijk is met het oog op het huidige fi­ iets mededelen over de structuur van onze import en nancieringstekort ook wat waard; export. (zie CBS-bulletin nr. 74). In de eerste negen 2. financiering van kansrijke projecten is zeker van maanden van '83 was ten opzichte van de zelfde pe­ belang, al worden de mogelijkheden van deze projec- riode in '82, een toename van de invoer te zien en wel

socialisme en democratie nummer 2, 79 februari 1984 van grondstoffen en' halffabrikaten ten behoeve van voldoende maatstaf op voor het industriebeleid dat vooral chemie, aardolie-industrie en voedings- en ge­ vooral structurele versterking moet beogen. Onge­ notmiddelenindustrie met 6%; consumptiegoederen twijfeld kan een conjuncturele opleving het structu­ 4%; investeringsgoederen 7%. De laatste categorie is rele herstel vergemakkelijken. Paradoxaal kan zij het vooral interessant. Zeven procent meer lijkt mooi. ook in de weg staan. Helaas! Het ging vooral om personenauto's en kan­ 6. Een concurrerende e) kostenniveau en structuur toormachines. De overige machine-invoer daalde met is allerminst een duister criterium. Het is zelfs op mi­ 3%. De uitvoer groeide ook: aardolieprodukten cro- en meso-niveau zeer goed vast te stellen. De heer 12%; chemie 10%; voedings- en genotmiddelen 5%; Dercksen is het ermee eens dat het belangrijk is . AI aardgas 2% ; metaal- en elektrotechnische produkten zijn aanvullende opmerkingen doen aan die constate­ J echter met 1 %. Indien de export van kantoormachi­ ring geen afbreuk. L nes wordt weggelaten, zien we een daling met 1 %. 7. De onderneming moet goed zijn voor zijn (ar­ Wat blijkt hieruit? a) de conjunctuurgevoeligheid beids)kosten, zei Marx al. De heer Dercksen zal toch van chemie, raffinage en aardgas; b) de goede posi­ geen inkomens- en belastingpolitiek willen bepleiten tie van de voedings- en genotmiddelenindustrie; die de concurrentiepositie ontoelaatbaar onder­ c) de zwakke positie van de kapitaal-, transport­ mijnt? Welnu! middelen- en professionele goederenindustrie, die 8. Wat een concurrerend kostenniveau en structuur niet of heel zwak van de gesignaleerde internationale betreft, ligt de bewijslast bij de ondernemer. De vak­ conjuncturele opleving profiteert. Uiteraard is hier bonden en ondernemingsraden zijn beter dan de ook sprake van vertraagd volgen. Een iets betere rijksoverheid in staat vast te steIl en waar kritische prestatie valt in 1984 te verwachten. Maar ze zal niet grenzen liggen. Zeker indien noch de ondèrnemer, - groots zijn! Zouden we de ontwikkeling over meerde­ noch de vakbeweging de kans krijgt risico's afte wen­ re jaren nemen, dan zou blijken dat: a) de chemie, telen. raffinage en aardgas zeer dominant zijn in onze struc­ 9. Wat ook de oorzaak van het gebrek aan risico­ tuur, terwijl er met betrekking tot chemie en raffina­ dragend kapitaal is , de heer Dercksen is het met mij ge zich negatieve ontwikkelingen beginnen af te teke­ eens dat hier in ieder geval een kernprobleem ligt. nen, die veroorzaakt worden door de industriële in­ Het is vreemd dat hij mij aanwrijft, dat ik geen voor­ spanningen van de OPEC-landen en de nieuwe indus­ stander zou Zijn van het 'voor wat (de ondernemer), tri elanden; b) de voedings- en genotmiddelenin­ hoort wat (de gemeenschap)'. Zijn verwijt slaat ner­ dustrie het relatief goed blijft doen; c) de kapitaal­ gens op. De heer Dercksen zou mijn kritische en veel­ transportmiddelen en professionele goederenindus­ eisende opstelling in deze zaak kunnen kennen. In de trie op een aantal punten de slag heeft verloren. Ik huidige MIP zie ik overigens niet veel, omdat de op­ concludeer daarom in afwijking van de heer Dercksen zet in een aantal opzichten niet deugt. Ook dat had hij dat niet alleen het niveau van onze in- en uitvoer te kunnen weten. Mijn kritiek op het circuit van de Na­ laag is, maar ook dat onze economische structuur niet tionale Investeringsbank en de rest van het steunin­ deugt. strumentarium is vele malen publiekelijk geweest! Ik 3. De kwalen van de Nederlandse economie wor­ neem aan dat de heer Dercksen elders heel boeiend den niet gedeeld door Japan en de VS om maar eens over de steunverlening heeft geschreven. Ik heb mij twee wat oudere industrielanden te noemen. Ze zijn ermee bezig gehouden. Dat is geregistreerd in tal van typisch voor de noordelijke moot van het EG-gebied, Kamerstukken. Zou hij deze analyseren, hij zou niet waarin Nederland er naar verhouding slecht afkomt. zo schrijven als hij thans doet. Ik beoogde voor SenD 4. Op grond van het voorgaande kan ik de analyse echter een artikel te schrijven en geen uitvoerig rap­ van de heer Dercksen niet delen. Het moet mij van port. het hart, dat hij vermoedelijk weinig zicht heeft op 10. Staatsmijnen, Hoogovens enz. zijn voorbeel­ wat er in de kapitaal-, transport- en professionele den waar de overheid nu juist door risicodragend ver­ goederenindustrie gaande is. De structurele zwakten mogen ter beschikking te stellen ondernemingen zijn meer doorslaggevend voor de prestatie dan de heeft gereorganiseerd en gecontinueerd. Wat is het conjunctuurgevoeligheid. nemen van een (groot) aandeel in een onderneming 5. Ik heb niets tegen een OECD-coördinatie. Een anders dan risico-financiering. Wat bedoelt de heer EG-coördinatie is vermoedelijk onvoldoende, maar Dercksen eigenlijk? Tegen wie keert hij zich eigen­ zeer nastrevenswaardig. Een dergelijke coördinatie lijk. Of heeft hij aIleen naar aanleiding van mijn arti­ /' gericht op conjunctuurherstel levert echter een on- kel iets willen beweren.

SOl socialisme en democratie nu nummer 2, fel februari 1984 80