Proefschrift (Compleet)
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
UvA-DARE (Digital Academic Repository) ‘Achter het nieuws’ en de geboorte van de actualiteitenrubriek: Televisiejournalistiek in de jaren vijftig en zestig Prenger, M.A.E. Publication date 2014 Document Version Final published version Link to publication Citation for published version (APA): Prenger, M. A. E. (2014). ‘Achter het nieuws’ en de geboorte van de actualiteitenrubriek: Televisiejournalistiek in de jaren vijftig en zestig. General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:26 Sep 2021 Achter het nieuws Mirjam Prenger Achter het nieuws en de geboorte en de en geboorte de van actualiteitenrubriek van de actualiteitenrubriek Televisiejournalistiek in de jaren vijftig en zestig Mirjam Prenger Mirjam A MB ACHTER HET NIEUWS EN DE GEBOORTE VAN DE ACTUALITEITENRUBRIEK Achter het nieuws en de geboorte van de actualiteitenrubriek Televisiejournalistiek in de jaren vijftig en zestig ACADEMISCH PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit van Amsterdam op gezag van de Rector Magnificus prof. dr. D.C. van den Boom ten overstaan van een door het college voor promoties ingestelde commissie, in het openbaar te verdedigen in de Aula der Universiteit op vrijdag 7 november 2014, te 13:00 uur door Mirjam Adriana Elizabeth Prenger geboren te Enschede Promotiecommissie Promotor: Prof. dr. F.P.I.M. van Vree Overige leden: Prof. dr. J.Th.M. Bank Prof. dr. M.J. Broersma Prof. dr. J.F.T.M. van Dijck Prof. dr. J.C. Kennedy Prof. dr. H.B.M. Wijfjes Faculteit der Geesteswetenschappen In memoriam Jorge ter Laak INHOUDSOPGAVE Voorwoord ix 1 – Inleiding 1 Noten bij de Inleiding 9 — DEEL I - DE ACHTERGRONDEN — 2 – Het buitenland 15 3 – Het Nederlandse medialandschap 49 4 – Televisie in Nederland: de moeizame start 59 5 – Actualiteiten op televisie: het voorzichtige begin 77 6 – Achter het nieuws in de jaren zestig 105 Noten bij Deel I 123 — DEEL II - DE CASE STUDIES — De case studies 155 7 – De politieke verslaggeving 157 8 – Het doorbreken van seksuele taboes 193 9 – Het onthullen van misstanden 221 De vernieuwing 253 Noten bij Deel II 257 — DEEL III - DE FACTOREN — De factoren 279 10 – De publieke verwachtingen en opvattingen 281 11 – Het journalistieke landschap 295 12 – De techniek 317 13 – De journalisten 329 14 – De institutionele context 353 Noten bij Deel III 368 15 – Conclusie 389 Noten bij de Conclusie 397 BIJLAGEN 1- De factoren 401 2- Dimensies van journalistieke vernieuwing 403 3- Dimensies van professionalisering 404 4- Ingrepen bij de Vara (1964-1966) 405 Verantwoording 409 Bronnen en literatuur 411 Samenvatting / Summary 427 VOORWOORD Deze studie kent een lange voorgeschiedenis. Oorspronkelijk ben ik in 1988 aan dit on- derzoek begonnen als assistent in opleiding aan de Faculteit der Historische- en Kunstwe- tenschappen van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Het doel was het onderzoek vier jaar later af te ronden, maar dat liep anders. Ik zwichtte voor de verlokkingen van de journalis- tiek en stapte over naar een ander beroep. In plaats van het werk van journalisten te be- studeren, werd ik zelf een journalist. En alhoewel een substantieel deel van het onderzoek voor deze studie was verricht, werd het manuscript nooit voltooid. Pas twintig jaar later, nadat ik was teruggekeerd naar de universiteit om daar les te gaan geven en onderzoek te doen, pakte ik de draad weer op. De inzichten die ik had opgedaan tijdens mijn werk als journalist hielpen bij het aanscherpen van de vraagstelling. Vandaar dat de oorspronkelijke opzet van de studie is herzien. In dat opzicht is dit niet het boek waaraan ik in 1988 ben begonnen, alhoewel het onderwerp – de begintijd van de televisiejournalistiek – wel hetzelfde is gebleven. Dat deze studie is voltooid, is in de eerste plaats te danken aan mijn promotor Frank van Vree die mij geduldig bleef aansporen om het onderzoek weer op te pakken en af te ronden. Daarnaast ben ik veel dank verschuldigd aan Jan Bank en Henri Beunders die mij in de eerste fase van het onderzoek enthousiast en vaardig hebben begeleid. Velen hebben mij onderweg geholpen, zowel bij de audiovisuele archieven als bij de overige archieven die ik heb geraadpleegd. De bereidheid van de betrokken redacteuren en omroepbestuurders om mee te werken was groot. En ik heb veel steun gehad aan iedereen die verbonden was aan Stichting Film en Wetenschap en de Vereniging Geschiedenis, Beeld en Geluid. Mijn collega's bij de master Journalistiek en Media van de Universiteit van Amster- dam namen mij in de eindfase van dit onderzoek werk uit handen en stelden mij zodoen- de in staat het manuscript af te ronden. Zonder hun hulp was dat niet gelukt. Ook de steun van de afdeling Mediastudies en de Faculteit der Geesteswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam was groot. Daarnaast bleken de enthousiaste aanmoedigingen van mijn kamergenoten bij Mediastudies onontbeerlijk. Het was bovendien bijzonder bemoedigend dat mijn familie en vrienden in mij bleven geloven, ook al leek deze studie maar niet af te komen. Ten slotte maakte het grenzeloze vertrouwen van mijn vrouw het werk lichter. Het duurde even, maar nu ligt het boek er dan toch. Amsterdam, september 2014 INLEIDING 1 INLEIDING Wie naar de Nederlandse televisie kijkt, struikelt tegenwoordig over de actualiteitenrubrieken. Dagelijks zijn programma’s als EenVandaag en Nieuwsuur op de televisie te zien, wekelijks worden afleveringen van actualiteitenrubrieken als Brandpunt, Altijd Wat of het onderzoeksjournalistieke programma Zembla vertoond. En al worden deze rubrieken door verschillende omroepen gemaakt, de formats vertonen buitengewoon veel overeenkomsten. Het draait in deze programma’s om het kritisch onderzoeken en belichten van actuele maatschappelijke onderwerpen via interviews en reportages. Elke kijker die middenin zo’n uitzending valt, weet dat hij of zij met het genre van de actualiteitenrubriek te maken heeft – zo groot is de herkenbaarheid van de vorm, de toonzetting en de gehanteerde stijl.1 De actualiteitenrubriek is in naam geen nieuw format; programma’s die als ‘actualiteitenrubriek’ werden aangeduid bestonden al bij de start van de Nederlandse televisie in 1951. Maar dat waren korte rubrieken gevuld met enkele wetenswaardigheden en faits divers, en niet vergelijkbaar met de kritische actualiteitenrubriek zoals wij die nu kennen. De vraag is waar in Nederland het startpunt ligt van het genre. Doorgaans luidt het antwoord: in het begin van de jaren zestig. De Nederlandse televisie kende een buitengewoon aarzelende start en programmamakers waren een aantal jaren aan het aftasten hoe ze met het medium om moesten gaan. Tussen 1955 en 1965 maakte de televisie in Nederland echter een koortsachtige ontwikkeling door, zeker wat betreft de televisiejournalistiek. In deze periode is ook het format van de huidige actualiteitenrubriek ontstaan, en wel bij twee programma’s: KRO’s Brandpunt en Vara’s Achter het nieuws. Begin jaren zestig kwam bij deze twee televisiemagazines “een nieuwe vorm van omroepjournalistiek” tot ontplooiing, aldus mediahistoricus Huub Wijfjes. “Misstanden worden gesignaleerd, politiek en moreel controversiële onderwerpen niet langer geschuwd en de vraagstelling is kritischer en minder onderdanig.”2 Ook historicus Jan Bank signaleert dat vanaf 1962 vooral bij Brandpunt en Achter het nieuws de “professionele televisiejournalistiek” haar opgang maakte. Zo veranderde de toon van de journalisten ten opzichte van de gezagsdragers en verschoof de aandacht naar taboedoorbrekende onderwerpen.3 Met de vaststelling dat Achter het nieuws en Brandpunt in Nederland de standaard hebben gezet voor het genre van de ‘professionele’ actualiteitenrubriek, is nog niet verklaard waarom deze innovatie en bijbehorende aanpassing van format, aanpak en toonzetting plaatsvonden.4 Diverse mediahistorici hebben weliswaar een aanzet gegeven tot een verklaring en noemen onder andere het aantreden van een nieuwe generatie programmamakers of de specifieke eisen van het nieuwe medium televisie als voornaamste oorzaak van de geconstateerde veranderingen, maar gaan daar niet dieper op in.5 Daarmee blijven tal van vragen onbeantwoord, zoals de vraag wat er specifiek vernieuwend was aan 1 ACHTER HET NIEUWS EN DE GEBOORTE VAN DE ACTUALITEITENRUBRIEK dit ‘nieuwe’ genre van de actualiteitenrubriek en waardoor dit genre en de daarmee verbonden journalistieke vernieuwingen konden ontstaan.6 Het ontbreken van antwoorden op deze vragen is in meer dan een opzicht veelzeggend. Het onderzoek naar de geschiedenis van de Nederlandse televisie staat nog in zijn kinderschoenen, zeker in vergelijking met wat er op dat gebied in het buitenland gebeurt. Gelet op de grote rol die televisie in de Nederlandse samenleving speelde en speelt, is dit een duidelijk gemis. Dit raakt ook rechtstreeks aan het onderzoek naar het ontstaan van nieuwe journalistieke genres en de professionalisering van de journalistiek in het algemeen. Journalistiek functioneert bij gratie van routines, gedeelde waarden en normen en deels ongeschreven regels met betrekking tot de verschillende genres. Maar waar komen die vandaan? En hoe werken die door? Daar weten we nog betrekkelijk weinig over, terwijl het fundamentele vragen zijn. Dit klemt des te meer daar het onderzoek dat tot dusver is verricht naar zowel het ontstaan van genres als de geschiedenis en de professionalisering van de journalistiek, niet zonder methodologische tekortkomingen is gebleken.