Jaarboek 1979
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Links Klassiek Het eerste jaarboek voor het democratisch socialisme Onder redactie van Jan Bank, Martin Ros en Bart Tromp In dit voortaan elk najaar verschijnende Jaarboek voor het democratisch socialisme zal middels een waaier van artikelen van politiek-theoretische, sociaal-kritische en historische aard in hoofdzaak de aandacht gericht worden op verleden, heden en toekomst van het democratisch socialisme in Nederland en het buitenland. De drie redacteuren van het jaarboek, die zelf geregeld artikelen over of in verband met het socialisme publiceren, zijn van mening dat in de her nieuwde belangstelling voor de geschiedenis en hedendaagse stand van het socialisme in Nederland de brede hoofdstroom van het democratisch socialisme opvallend mager vertegen woordigd is. Het accent ligt bovendien in hoge mate op de historiografie en veel minder op de sociale en politieke theorie. Met het jaarboek hopen de redacteuren een bijdrage te kunnen leveren aan het overbruggen van voornoemde omissies, althans aan het tot stand brengen van enige aan zienlijke accentverschuivingen. Dit jaarboek is niet gebon den aan enige politieke partij in Nederland. In dit eerste jaarboek is het hoofd thema dat van de kritiek op de verzorgingsstaat, terwijl een profiel gewijd is aan Jacques de Kadt. In Het e e r s t e Jaarboek voor het demo cratisch socialisme komt verder onder meer aan de orde het onderwerp socialisme onder het communisme (zowel na 1917 in Rusland als na 1945 in Oost-Europa). Profielen van Frank van der Goes en J. G. Suurhoff completeren het geheel. Tot de medewerkers aan dit nummer behoren, behalve de redacteuren zelf, prof. dr. Hans Daudt, Koen Koch, Leon de W olf, Gerard Nederhorst, Marc Jansen, Jan Piet Janzen, Bruno Naarden, Michel Korzec en Ynte Botke. isb n 90 295 2300 x Het eerste jaarboek voor het democratisch socialisme Links klassiek nr. i Het eerste jaarboek voor het democratisch socialisme Onder redactie van Jan Bank, Martin Ros en Bart Tromp Amsterdam Uitgeverij De Arbeiderspers Copyright © 1979 BV Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of open baar gemaakt, door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission from the pu blisher. Omslag Alje Olthof Druk Tulp bv, Zwolle ISBN 90 295 2300 x Inhoud i n l e i d i n g Redactie Jaarboek 7 VERZORGINGSSTAAT, CRISIS EN KRITIEK Hans Daudt Verzorgingsstaat, democratie en socialisme 14 Leon de Wolff Sociaal-democratie en neo-corporatisme 41 Koen Koch De onheilspellende paradox van de verzorgings staat 72 Gerard Nederhorst Het Plan van de Arbeid 109 b i o g r a f i e : f. v a n d e r g o e s Ynte Botke Franc van der Goes, 1859-1939 i 37 HET SOCIALISME ONDER HET COMMUNISME Mare Jansen De ondergang van de Russische socialisten- revolutionairen 174 Bruno Naarden De Russische sociaal-democratie: meer dan een schim uit het verleden 189 Michel Korzec Het einde van het democratisch socialisme in Oost-Europa 228 BIOGRAFIE: J. G. SUURHOFF Jan Pieter Jansen J. G. Suurhoff, 1905-1967, een levensbericht 242 PROFIEL: JACQUES DE KADT Jan Bank, Martin Ros & Bart Tromp Gesprek met Jacques de Kadt 283 Floris Cohen Bibliografie 339 PERSONALIA VAN DE MEDEWERKERS 347 PERSONENREGISTER 351 Inleiding JAN BANK, MARTIN ROS & BART TROMP Aan de uitgave van Het eerste jaarboek voor het democratisch socialisme ligt de behoefte ten grondslag de ontwikkeling van de politieke theorie te verbinden met historische analyse. Aan beide afzonderlijk wil de redactie aandacht besteden, maar vooral ook aan de samenvoeging van beide. Zij voelt zich ge stimuleerd door de hernieuwde belangstelling voor de geschie denis van de arbeidersbeweging en het socialisme in Nederland en tevens door de tekorten die deze opleving te zien geeft. In de eerste plaats lijkt het erop, dat de aandacht, en ook de sym pathie, van de auteurs en onderzoekers gereserveerd zijn voor de opkomende arbeidersbeweging in haar fase van revolutio naire strategieën en voor anarchisme, communisme en de va rianten daarvan. In de historische verhoudingen in Nederland zijn dit zijrivieren, de brede hoofdstroom van het democra tisch socialisme ontbreekt vrijwel. In de tweede plaats beperkt deze hernieuwe belangstelling zich in het algemeen tot (vaak gedetailleerde) geschiedschrijving op zichzelf. Wat ontbreekt is aandacht voor de ontwikkeling van maatschappelijke en poli tieke theorieën en evenzeer voor de feitelijke politieke ontwik kelingen waarin het optreden van socialistische bewegingen en partijen uiteindelijk heeft geresulteerd en resulteert. Hiermee zijn twee van de motieven genoemd voor deze uit gave. Het derde motief is ingegeven door het besef dat de hoofdstroom van het democratisch socialisme in Nederland een beweging zonder geschiedenis dreigt te worden. De ver nieuwing die met name de Partij van de Arbeid heeft doorge maakt in de jaren zestig is er de oorzaak van dat denken en doen in het democratisch socialisme voordien is vervat in een historische rechtvaardiging van die vernieuwing. Hoe noodza kelijk deze ook was, men kan de legitimatie van wat tenslotte een in de tijd bepaalde verandering was niet blijvend doen gel den voor het huidige decennium en de komende erbij. Het brandscherm dat ergens rondom 1966 is neergelaten en dat an dere zienswijzen op de tradities van de socialistische beweging 8 bemoeilijkt, moet worden opgetrokken. De verkorting van het historisch bewustzijn na 1966 is niet alleen de oorzaak van een voluntarisme dat de besluitvorming in de Partij van de Arbeid bepaalt en dat in een ironische tegenstelling staat tot de deter ministische visie waarmee het marxistisch socialisme is begon nen, ze leidt ook tot een onderschatting van analyse en tot een overschatting van wat werkelijk mogelijk is. Zo ontstaat in de praktijk opportunisme op korte termijn en conformisme in het denken op lange. Wij willen hiermee geen pleidooi houden voor het immer volgen van de ingeslagen weg en evenmin bepleiten we de tra ditie te gebruiken als middel tot disciplinering van het politie ke denken en handelen. Wij zouden daarentegen wel willen stellen dat vernieuwing enkel mogelijk is als men zich beweegt in die historische traditie. Pas wanneer de laatste geheel verge ten is en onbekend, kan men zich er immers niet meer tegen afzetten. Dit jaarboek is niet gebonden aan welke politieke partij of orga nisatie ook. De redactie richt zich echter nadrukkelijk op het democratisch socialisme in Nederland als subject. Dat betekent niet dat de onderwerpen die ze aan de orde stelt beperkt blij ven tot het Nederlandse socialisme en de geschiedenis daar van. Elk jaarboek zal bestaan uit een aantal artikelen gegroepeerd rond een centraal thema, een of meer secundaire thema’s en losse bijdragen waarvan er steeds tenminste twee beschouwd kunnen worden als biografische profielen. Tevens zijn over zichten te verwachten van bibliografische of documentaire aard. De redactie streeft er daarbij naar de leesbaarheid van de artikelen niet ten koste te laten gaan van hun wetenschappe lijke betrouwbaarheid-of vice versa. Het hoofdthema van het eerste jaarboek is de crisis van de verzorgingsstaat. Een van de bijkomende effecten van die crisis is dat ze binnen het Nederlandse socialisme (en daar niet al leen) het besef heeft wakker geroepen dat het ontbreekt aan een adequate staatstheorie. Drie auteurs hebben de crisis als uit gangspunt genomen voor beschouwingen. Hans Daudt stelt in 9 zijn bijdrage dat het bestaande besluitvormingsmechanisme in de parlementaire democratie neigt tot een belangendemocratie waarin steeds meer overheidsactiviteiten ten behoeve van steeds meer institutionele belangen en belangengroepen toe nemende ontevredenheid bij iedereen teweeg brengen. Deze pa radox roept de vraag op welke interne spanning (zowel in ter men van de kwantiteit van wat van de overheid gevraagd wordt als in termen van verscheidenheid van die eisen) een de mocratische verzorgingsstaat als de Nederlandse nog kan ver dragen. Koen Koch begint daarna met de constatering dat de crisis van de verzorgingsstaat allereerst een crisis is in het sociaal democratisch denken. Meer dan welke andere politieke stro ming immers heeft het democratisch socialisme zich vereenzel vigd met de moderne verzorgingsstaat. Hoewel Koch een an der uitgangspunt kiest dan Daudt en ook elders eindigt, is zijn betoog geordend langs een paradox die duidelijke overeenkom sten heeft met die van Daudt. Volgens Koch leidt de aard van het politieke proces en van het proces van staatsvorming tot het steeds meer opdragen van taken aan een instituut, de ‘staat’, dat juist door zijn karakter niet het vermogen heeft deze naar behoren te vervullen. De staat wordt enerzijds ster ker, anderzijds onmachtiger. Een derde perspectief op de crisis van de verzorgingsstaat wordt geboden door Leon de Wolfï. Dat het democratisch so cialisme zich zo heeft vereenzelvigd met de verzorgingsstaat wijt hij aan het ontbreken van een socialistische staatstheorie. In de begintijd van de beweging leek deze overbodig; in de strijd voor de achturige werkdag en het algemeen kiesrecht voldeed het collectivistisch sentiment. De feitelijke ontwikke ling van een hoogkapitalistische staat als Nederland is er een in de richting van een door niemand als zodanig voorgestaan neo-corporatisme. Die ontwikkeling wordt nog nauwelijks po litiek onderkend. Nadere analyse brengt aan het licht dat cor poratistische elementen aan het democratisch socialistisch den ken over staat en maatschappij niet vreemd waren, al ging het dan wel om een corporatisme met een menselijk gezicht. Ook in Nederland is het debat over de crisis van de verzor 10 gingsstaat tot nu toe voornamelijk gevoerd op basis van libe rale en neoconservatieve premissen; het bekende artikel van Milton Friedman is daarvan het prototype. Met deze drie bij dragen hoopt de redactie zowel de termen van het debat te hebben verlegd als ook voor die discussie een aantal inhoude lijke argumenten te hebben aangevoerd.