P Schilderkunstvan
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
SURINAAMSE SCHOOL Schilderk unst van aribo tot Am ram sterdam Pa Stedelijk Museum Amsterdam READER Voorwoord p. 4-5 Rein Wolfs Essay p. 6-9, De ontwikkeling van Surinaamse School Bart Krieger & Claire van Els p. 10-13, Een andere blik op de fotografie van de gezusters Curiel Jessica de Abreu p. 14-17, Op zoek naar ‘het eigene’. Kritische vragen op basis van het werk van Bos Verschuur, Hatterman en Baag Mitchell Esajas p. 18-21, De kracht van het tekstbord Ellen de Vries m.m.v Eline de Jong p. 22-23, Surinaamse School als aanzet voor de toekomst Carlien Lammers & Inez Blanca van der Scheer Biografie p. 24-25 Bibliografie (selectie) p. 26-31 Tentoonstellingsteksten & plattegrond p. 32-85 Colofon p. 86-87 VOORWOORD De komende jaren wil het Stedelijk Museum zich ontwikkelen tot een instituut dat zich zowel laat leiden door kunst en kunstenaars als door maatschappelijke en sociaal- politieke ontwikkelingen – en, in bredere zin, het publiek. Het contextualiseren van ontwikkelingen in de maatschappij door middel van kunst is een manier om het raamwerk waarbinnen kunst zich manifesteert meer naar de voorgrond te halen. Deze ambitie toont zich ook in de tentoonstelling Surinaamse School, waarin het werk van 35 kunstenaars uit de periode van omstreeks 1910–1985 te zien is. De tentoonstelling onderzoekt de bijdrage van individuele kunstenaars en thematische ontwikkelingen in de Surinaamse schilderkunst. Ook worden werken van Nola Hatterman en Armand Baag uit de Stedelijk- collectie gepresenteerd in een voor het museum nieuwe con- text. Surinaamse School richt zich op een kunstgeschiedenis die verweven is met de Nederlandse en geeft die een unieke plek in het programma. Circa 25 jaar geleden presenteerde het Stedelijk de tentoonstelling Twintig jaar beeldende kunst in Suriname, 1975-1995, de door Chandra van Binnendijk en Paul Faber georganiseerde tentoonstelling die na het Surinaams Mu- seum in Paramaribo doorreisde naar Amsterdam. Bovendien sluit de tentoonstelling aan bij de verschillende kritische pro- STEDELIJK MUSEUM AMSTERDAM jecten die deel uitmaken van het actuele programma, zoals In the Presence of Absence (2020–2021) en, gepland voor 2021, Kirchner en Nolde. Expressionisme. Kolonialisme. Voor de toekomst van de collectie, een belangrijke bron om uit te putten voor nieuwe programmering, heeft het museum ook de ambitie een aantal schilderijen van Surinaamse kunstenaars te verwerven – een ambitie die aansluit bij de nieuwe visie op de collectie. Ook voor tentoonstellingen worden nieuwe ideeën ontwikkeld, bijvoorbeeld waar het kunst uit het Caribisch gebied betreft. Voor het tot stand komen van Surinaamse School spreek ik mijn grote waardering uit voor de werkgroep van (gast)curatoren die deze tentoonstelling samenstelde: Jessica de Abreu, Claire van Els, Mitchell Esajas, Bart Krieger, Carlien Lammers, Inez Blanca van der Scheer en Ellen de Vries. 4 VOORWOORD Zij werkten bijzonder nauw samen en haalden het optimale uit hun kennis over Surinaamse kunst en geschiedenis en hun netwerk van kunstenaars en verzamelaars, en ontwikkelden een voor het museum nieuwe inclusieve manier van samenwerken, die een belangrijke en nu al waardevolle weg naar de toekomst wijst. Ook wil ik de bruikleengevers in Suriname en Nederland bedanken voor hun medewerking aan de tentoonstelling, en ben ik adviseur Chandra van Binnendijk erkentelijk voor haar rol in het project. In Suriname is het team bovendien onders- teund door Aruna Mungra, en zowel in Suriname als in Nederland hebben vele experts, kunstenaars, verzamelaars, culturele instellingen en galeries hun kennis en netwerk gedeeld en op SURINAAMSE SCHOOL deze manier een belangrijke bijdrage geleverd aan de realisatie van de tentoonstelling. Ik wil eenieder bedanken en hoop in de toekomst de samenwerking voort te zetten. Rein Wolfs Directeur Stedelijk Museum Amsterdam VOORWOORD 5 DE ONTWIKKELING VAN SURINAAMSE SCHOOL Bart Krieger & Claire van Els Net als iedere creatieve productie kent het verbreden en te richten op de ontwikkelingen format van een tentoonstelling een vertrekpunt, in de Surinaamse schilderkunst van circa 1910 ontwikkeling en resultaat. Het proces van het tot midden jaren 1980, waarin kunstenaars als maken van een tentoonstelling kent een scala George Gerhardus Theodorus Rustwijk, Wim aan keuzes die worden ingegeven door onder- Bos Verschuur, Nola Hatterman, Quintus Jan zoek, beschouwing, discussie en doelmatige Telting, Armand Baag, Jules Chin A Foeng en afwegingen. In dit essay staat de totstand- Rihana Jamaludin een rol hebben gespeeld. STEDELIJK MUSEUM AMSTERDAM koming van de tentoonstelling Surinaamse De in Amsterdam geboren Nola School centraal om inzichtelijk te maken welke Hatterman portretteerde onder anderen overwegingen van belang zijn geweest in het Surinaamse modellen. Zij is een van de weinige project, dat in verschillende opzichten uit- vrouwelijke kunstenaars die het Stedelijk al zonderlijk is het voor het Stedelijk Museum. vroeg, namelijk vanaf de jaren 1930, heeft Sinds 2017 is het de ambitie van het verzameld. Het museum bezit negen schilde- Stedelijk om vanuit specifieke werken in de rijen en drie werken op papier van Hatterman, collectie de blik te verruimen op regio’s die in alle van voor haar vertrek naar Suriname in het verleden niet of te weinig tot de aandachts- 1953. Vooroorlogse voorbeelden van werk van gebieden van het museum behoorden. In 2018 Surinaamse kunstenaars zijn er niet in de presenteerde onafhankelijk curator en onder- collectie; het Stedelijk verwierf het eerste werk zoeker Kerstin Winking bijvoorbeeld de ten- in 1963, namelijk het schilderij Het magische toonstelling Gebroeders Djaya: Revolusi in het oog (1963) van Erwin de Vries. Omdat Stedelijk, over de Indonesische broers Agus en Hatterman niet Surinaams is van geboorte 3 Otto Djaya, die sinds 1947 met werk in de col- en haar werk in de collectie een te eenzijdige lectie zijn vertegenwoordigd.1 Voor Surinaamse en beperkte basis voor de tentoonstelling School vormde het voorstel van onafhankelijk vormt, is er een werkgroep van gastcuratoren onderzoeker en Nola samengesteld om het onderzoek naar Hatterman-biograaf Ellen de Vries het Surinaamse kunst uit te breiden en te vertrekpunt. 2 Met de gastcuratoren verdiepen. Experts Jessica de Abreu, Mitchell is besloten het tentoonstellingsconcept te Esajas, Bart Krieger en Ellen de Vries hebben 6 ESSAY samen met Stedelijk-medewerkers Claire van 2019 maakte een essentieel onderdeel uit Els, Carlien Lammers en Inez Blanca van der van het project en heeft het concept van de Scheer aan het concept en de uitvoering van tentoonstelling en de individuele werken daarin de tentoonstelling gewerkt.4 Met deze sterk richting gegeven. werkgroep kon er vanuit verschillende vak- en Het onderzoek spitste zich in beide interessegebieden alsook vanuit persoonlijke landen algauw toe op particuliere collecties en ervaringen worden nagedacht over de inhoud nalatenschappen, die vaak door nabestaanden en betekenis van Surinaamse kunst en kunst- worden beheerd. Nederlandse publieke geschiedenis, zowel in Suriname en Nederland instellingen bezitten relatief weinig werken uit als daarbuiten. Doorwrochte kennis van het de 20e-eeuwse Surinaamse schilderkunst.6 gedeelde cultureel erfgoed van Suriname Suriname kent geen beeldendekunstmuseum, en Nederland en de betekenis ervan in een maar het Surinaams Museum (opgericht in Nederlandse context werd gerepresenteerd 1947) in Paramaribo heeft een brede cultuur- door verschillende gastcuratoren in de historische collectie en bezit een bescheiden, werkgroep, die deels geworteld is in de maar interessante collectie schilderkunst. Ook Nederlandse, Surinaamse en Caribische door Sticusa (Stichting Culturele Samenwerk- gemeenschap. De werkgroep werd voor het ing), opgericht in 1948 ter bevordering van de tentoonstellingsconcept en de begeleidende culturele samenwerking tussen Indonesië, de teksten geadviseerd door zelfstandig publicist Nederlandse Antillen, Suriname en Nederland, en redacteur Chandra van Binnendijk, woon- is een collectie moderne schilderkunst achtig en werkzaam in Paramaribo. Van van onder anderen Surinaamse Binnendijk organiseerde samen met Paul Faber kunstenaars opgebouwd.7 voor het Surinaams Museum in Paramaribo de In het presidentieel paleis in tentoonstelling Twintig jaar beeldende kunst in Paramaribo is een deel van de staatscollectie SURINAAMSE SCHOOL Suriname, 1975–1995 (1995–1996), die vervol- van Suriname te zien, waarvan twee gens naar het Stedelijk Museum (1996–1997) schilderijen in de tentoonstelling zijn reisde en met aanvullingen van Rudi Fuchs opgenomen, namelijk van Rinaldo Klas en werd gepresenteerd.5 In een toekomstig project Paul Woei. Ook bedrijfscollecties als die van zou een samenwerking met een gastcurator De Surinaamsche Bank en Centrale Bank van woonachtig in Suriname of een Surinaamse Suriname in Paramaribo representeren het partner een aanvulling zijn, en zou het van werk van bekende kunstenaars, onder wie belang zijn om de tentoonstelling in beide Erwin de Vries, Robbert Doelwijt, Cliff San A landen te presenteren. Jong en Soeki Irodikromo. Dankzij de culturele De werkgroep van gastcuratoren infrastructuur in Paramaribo, gevormd door onderzocht de bredere ontwikkelingen in de onder meer de Nationale Kunstbeurs, Surinaamse schilderkunst, onder meer aan de Readytex Art Gallery, Gallery Eegi Du, en hand van de activiteiten van George Gerhardus dankzij de voormalige Galerie Nola Hatterman Theodorus Rustwijk, Wim Bos Verschuur, Leo en Galerie Srefidensi in Amsterdam, en daar- Glans en Govert Jan