AFSCHEID VAN DE KOLONIËN Het Nederlandse Dekolonisatiebeleid

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

AFSCHEID VAN DE KOLONIËN Het Nederlandse Dekolonisatiebeleid AFSCHEID VAN DE KOLONIËN Het Nederlandse dekolonisatiebeleid 1942-2010 John Jansen van Galen Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit van Amsterdam op gezag van de rector-magnificus prof. dr. D.C. van den Boom, in het openbaar te verdedigen ten overstaan van een door het college voor promoties aangewezen commissie in de aula van de universiteit op promotor: dr. M. Fennema INHOUD Hoofdstuk I: EEN VERGELIJKENDE GESCHIEDENIS VAN DE NEDERLANDSE DEKOLONISATIES (Inleiding) Hoofdstuk II: ‘MET MAJESTEITELIJKE GRATIE’ (De aankondiging van het einde van het Nederlandse kolonialisme) Hoofdstuk III: ‘HET GROTE INDONESIË IS VRIJ, VRIJ’ (Naar de overdracht van Nederlands-Indië: 1942-’49) Hoofdstuk IV: ‘NIET MET GEWEREN, MAAR MET ONS INTELLECT’ (Naar een nieuwe verhouding met de West: 1942-’54) Hoofdstuk V: ‘UITGENODIGD OM ZELFSTANDIG TE WORDEN’ (Naar het einde van Nederlands Nieuw-Guinea: 1949-’69) Hoofdstuk VI: ‘SURINAME IS FRI, FRI, FRI!’ (Naar de Surinaamse onafhankelijkheid: 1954-’75) Hoofdstuk VII: EEN DUTCH ISLE IN THE CARIBBEAN (Naar een status aparte voor Aruba: 1954-’94) Hoofdstuk VIII: EEN LANGE WEG VOL STRUIKELBLOKKEN (Naar de opheffing van de Nederlandse Antillen en de intrede van Curaçao en Sint-Maarten als landen in het Koninkrijk: 1954-2010) Hoofdstuk IX: EEN ‘SOORT NEDERLANDSE GEMEENTEN’ IN DE TROPEN (Naar de installatie van Bonaire, Saba en Sint-Eustatius als ‘openbare lichamen’ van Nederland: 2006-2010) Hoofdstuk X: ‘ZO GEK NOG NIET’? (Naar een balans van 70 jaar Nederlandse dekolonisaties) Noten Verantwoording en literatuurlijst Hoofdstuk I EEN VERGELIJKENDE GESCHIEDENIS VAN DE NEDERLANDSE DEKOLONISATIES (Inleiding) Dekolonisatie is het tegenovergestelde van kolonisatie. Kolonisatie is de vestiging van mensen en/of kapitaal op vreemd, buitenlands grondgebied. Wanneer daar uitoefening van macht over dat gebied en zijn bevolking op volgt, is er sprake van kolonialisme. Dit is volgens Rupert Emerson ‘het vestigen en voor langere tijd handhaven van heerschappij over een vreemd volk dat gescheiden is van en ondergeschikt aan de overheersende macht’. (1) Of, in de omschrijving van Maarten Kuitenbrouwer, ‘het doelgerichte en daadwerkelijke streven naar de vestiging van formele of informele heerschappij over een andere samenleving’. (2) Heerschappij, het uitoefenen van macht, over een ander volk maakt in deze definities het wezen van kolonialisme uit. Paul Kennedy beschrijft het begrip aan de hand van een aantal andere kenmerken, maar de meeste daarvan zijn niet onderscheidend omdat ze ook buiten koloniale situaties voorkomen: het bestaan van een kleurbarrière, economische afhankelijkheid, geringe sociale zorg voor het volk, gebrek aan sociaal contact tussen overheersers en overheersten. (3) Een raciaal verschil tussen de betrokken volkeren, dat ook wel als kenmerk genoemd wordt, is evenmin wezenlijk voor kolonialisme: zo waren Canada, Australië en IJsland wel koloniën van respectievelijk Engeland en Denemarken, maar in hoofdzaak door blanken bevolkt. Alleen politieke ondergeschiktheid van een gebied en zijn bevolking aan een buitenlandse, overzeese mogendheid onderscheidt het kolonialisme van andere politieke systemen. Dekolonisatie maakt een einde aan die politieke onderwerping. De term is in 1938 voor het eerst gebruikt door Moritz Julius Bonn in diens The Crumbling of Empire en door Dietmar Rothermund gedefinieerd als ‘de verlossing van een bestaan als kolonie’ of ‘onafhankelijkheid verlenen’. (4) John Darwin geeft als kenmerken van dekolonisatie: 1) de ontmanteling van formele politieke en economische controlemechanismen over niet-Europese staten, 2) de ontmanteling van de ‘open economie’ tussen koloniale mogendheid en kolonie, 3) de veranderende aard van de Europese demografische expansie naar Afrika en Azië en de gedeeltelijke beperking van Europa’s culturele en intellectuele invloed, 4) de open wedijver voor buitenlandse invloed op gebieden die eerst formeel of informeel gereserveerd waren voor een koloniale of grote mogendheid. (5) In The Late Colonial State omschrijft Darwin het begrip dekolonisatie ongeveer zoals Rothermund het doet: ‘toekennen van soevereiniteit aan een koloniaal gebied’, met inbegrip van ‘de directe gebeurtenissen die daartoe leiden’. Maar hij vindt deze omschrijving te beperkt, omdat kolonialisme ook een economisch systeem is met een ‘arbeidsdeling tussen goederen producerende koloniale onderdanen en hun geïndustrialiseerde heersers’ en een ‘culturele hiërarchie’. De vraag of ook aan die aspecten van kolonialisme een einde is gekomen, moet volgens Darwin in het begrip dekolonisatie verdisconteerd worden. (6) Elders noemt hij dekolonisatie de ‘gedeeltelijke terugtrekking, herschikking en herverdeling van Britse en Europese invloeden uit die gebieden van de buiten-Europese wereld waarvan het economische, politieke en culturele leven tot dan voorbestemd leek zich naar Westerse behoeften te voegen’. (7) Rudolf von Albertini vat het begrip dekolonisatie eveneens ruim op: het is ‘niet slechts het zich terugtrekken van de koloniale mogendheid maar ook het vestigen van nieuwe relaties tussen deze en de vroegere kolonie op basis van gelijke status en zelfbeschikking’. (8) Jacques van Doorn en zijn co-auteur W.J. Hendrix vinden ook dat we verder moeten kijken dan naar de overdracht van soevereiniteit alleen: “Dekoloniseren is het verbreken van de band tussen moederland en kolonie.” (9) Als we deze omschrijving volgen, zou Nederlands-Indië pas werkelijk gedekoloniseerd zijn toen Indonesië in 1957 alle formele banden met Nederland verbrak; of misschien zelfs eerst een kwart eeuw later, toen het in 1992 de ontwikkelingssamenwerking met het vroegere moederland beëindigde. De dekolonisatie van Suriname is op grond van de definitie van Van Doorn en Hendrix nu nog niet voltooid: er bestaat nog een nauwe band tussen dit land en Nederland, dat er alleen al via de taal een grote culturele invloed heeft. Een keuze van de Papoea’s op Nieuw-Guinea voor staatkundige onafhankelijkheid of voor aansluiting bij Indonesië zou volgens hen wél gegolden hebben als dekolonisatie, maar een eventuele keuze voor behoud van hun relatie met Nederland niet. De logica hiervan valt moeilijk in te zien en hun definitie is dan ook onbevredigend. Een bezwaar tegen de ruime opvatting van dekolonisatie die Darwin, Albertini en Van Doorn & Hendrix voorstaan, is dat daardoor een eindpunt in het proces moeilijk vast te stellen is. Economische overheersing van westerse mogendheden over gedekoloniseerde naties bestaat nog en volgens de aanhangers van de dependencia-theorie is het juist het doel van de koloniale mogendheden geweest deze via dekolonisatie voort te zetten. Nog moeilijker is te bepalen of en wanneer een land cultureel gedekoloniseerd is. Zijn Franssprekende onafhankelijke landen in Afrika culturele koloniën van Frankrijk? Het gaat dan niet alleen om de taal van de kolonisator, maar ook om sporen van kolonialisme in de geest van gekoloniseerde volken. Een school van denkers, vooral uit voormalige koloniën, houdt zich tegenwoordig bezig met het thema van decolonizing the mind. (10) Maar als aan alle vereisten voor dekolonisatie pas voldaan is wanneer deze ook in dat opzicht voltooid is, is het einde van koloniale overheersing nog lang niet in zicht. Ik neem daarom toch de overdracht van soevereiniteit door een kolonisator aan een kolonie als het ijkpunt voor dekolonisatie, omdat die gebeurtenis er in ieder geval een toetssteen voor is, of om met Darwin te spreken, het eerste ‘kenmerk’. (11) Ze markeert minstens een definitieve ommekeer in de koloniale verhouding, waarbij het staatkundig overwicht over de kolonie verlegd wordt van het moederland naar het gedekoloniseerde land. Er bestaat geen algemene theorie van dekolonisatie of een verklaringsmodel waaraan het verloop van de Nederlandse dekolonisatieprocessen getoetst zou kunnen worden. Wel somt Albertini een reeks factoren op die zich kunnen doen gelden bij dekolonisaties; ook geeft hij een aantal verklaringen voor de verschillen in de Franse en Engelse dekolonisaties: de sterk uiteenlopende rol die de socialisten in beide landen in het proces speelden, de relatieve kracht van de nationalistische bewegingen waarmee ze als koloniale mogendheid te maken kregen, hun verschillende verhouding tot de Verenigde Staten, en de tegenstelling tussen de Franse traditie van assimilatie van de onderdanen overzee versus het Britse beleid van associatie. (12) Die factoren spelen ook een rol in een vergelijking van de Nederlandse dekolonisaties, maar een theoretisch model dat daarbij behulpzaam kan zijn levert Albertini’s opsomming niet op. * * * De Nederlandse dekolonisaties zijn niet in vergelijkend perspectief beschreven. Weliswaar beschreven historici de Nederlandse koloniale geschiedenis in de Oost en de West als één geheel, althans in één band, maar niet vergelijkenderwijs tegenover elkaar. (13) Dat laatste doet Wim van den Doel voor het eerst in zijn Zo ver de wereld strekt uit 2011. Het ‘vergelijkend perspectief’ uit de ondertitel van Inge Klinkers’ De weg naar het Statuut betreft een vergelijking van het beleid van verschillende koloniale mogendheden in het Caraïbisch gebied. (14) Buitenlandse historici hebben de Nederlandse dekolonisaties vergeleken met die van andere koloniale mogendheden (15) en Van Doorn en Hendrix deden dit voor het militaire aspect van de gebeurtenissen. (16) Maar in hun onderlinge samenhang zijn de Nederlandse dekolonisaties niet beschreven. Dat komt waarschijnlijk doordat het Nederlandse imperium nooit als een levende eenheid ervaren
Recommended publications
  • Gouverneur-Generaals Van Nederlands-Indië in Beeld
    JIM VAN DER MEER MOHR Gouverneur-generaals van Nederlands-Indië in beeld In dit artikel worden de penningen beschreven die de afgelo- pen eeuwen zijn geproduceerd over de gouverneur-generaals van Nederlands-Indië. Maar liefs acht penningen zijn er geslagen over Bij het samenstellen van het overzicht heb ik de nu zo verguisde gouverneur-generaal (GG) voor de volledigheid een lijst gemaakt van alle Jan Pieterszoon Coen. In zijn tijd kreeg hij geen GG’s en daarin aangegeven met wie er penningen erepenning of eremedaille, maar wel zes in de in relatie gebracht kunnen worden. Het zijn vorige eeuw en al in 1893 werd er een penning uiteindelijk 24 van de 67 GG’s (niet meegeteld zijn uitgegeven ter gelegenheid van de onthulling van de luitenant-generaals uit de Engelse tijd), die in het standbeeld in Hoorn. In hetzelfde jaar prijkte hun tijd of ervoor of erna met één of meerdere zijn beeltenis op de keerzijde van een prijspen- penningen zijn geëerd. Bij de samenstelling van ning die is geslagen voor schietwedstrijden in dit overzicht heb ik ervoor gekozen ook pennin- Den Haag. Hoe kan het beeld dat wij van iemand gen op te nemen waarin GG’s worden genoemd, hebben kantelen. Maar tegelijkertijd is het goed zoals overlijdenspenningen van echtgenotes en erbij stil te staan dat er in andere tijden anders penningen die ter gelegenheid van een andere naar personen en functionarissen werd gekeken. functie of gelegenheid dan het GG-schap zijn Ik wil hier geen oordeel uitspreken over het al dan geslagen, zoals die over Dirck Fock. In dit artikel niet juiste perspectief dat iedere tijd op een voor- zal ik aan de hand van het overzicht stilstaan bij val of iemand kan hebben.
    [Show full text]
  • Western Civilization in Javanese Vernacular
    WESTERN CIVILIZATION IN JAVANESE VERNACULAR Colonial education policy Java 1800-1867 Sebastiaan Coops Sebastiaan Coops Student number: 1472720 Supervisor: Prof. Dr. J.J.L. Gommans Preface The picture on the cover is a Javanese civil servant, employed by the Dutch colonial government as a teacher - mantri goeroe. He is seated together with a pupil on the left and a servant on the right. The servant and the sirih-box for betel nuts imply his high social status. Both the title and this picture refer to Dutch colonial education policy where western and Javanese normative culture created an amalgamation from which the Inlandsche school developed. 2 Table of Contents INTRODUCTION 5 CHAPTER I: EDUCATION IN THE ENLIGHTENMENT ERA 15 CHAPTER INTRODUCTION 15 THE ENLIGHTENMENT IN THE METROPOLIS 16 THE ENLIGHTENMENT IN THE COLONY 21 JAVANESE EDUCATION TRADITION 26 CHAPTER CONCLUSION 32 CHAPTER II: EDUCATION POLICY IN THE NETHERLANDS-INDIES 33 CHAPTER INTRODUCTION 33 BEFORE 1830 34 1830-1852 42 1852-1867 48 CHAPTER CONCLUSION 64 CHAPTER III: BRITISH-INDIA AND COLONIAL EDUCATION POLICY IN THE NETHERLANDS INDIES 67 CHAPTER INTRODUCTION 67 BEFORE 1835 67 1835-1854 68 1854-1867 70 CHAPTER CONCLUSION 73 CONCLUSION 75 BIBLIOGRAPHY 78 3 4 Introduction No! It is our sacred duty, our calling, to give that poor brother, who had lived in the wastelands of misery and poverty, the means with which he, the sooner the better, could share in our happier fate completely equal to us!1 The Age of Enlightenment and revolution had shaken the world at the end of the 18th century to its core.
    [Show full text]
  • IRELAND JANUARY-JUNE 1990 Meetings and Press Releases 7-22
    COUNCIL OF THE EUROPEAN COMMUNITIES PRESS RELEASES PRESIDENCY: IRELAND JANUARY-JUNE 1990 Meetings and press releases 7-22 May 1990 Meeting number Subject Date 1400th General Affairs 7 May 1990 1401st Internal Market 14 May 1990 1402nd Health 17 May 1990 1403rd Culture 18 May 1990 1404th Energy 21 May 1990 1405th Agriculture 21-22 May 1990 - 1 - COUNCIL OF THE EUROPEAN COMMUNITIES GENERAL SECRETARIAT PRESS RELEASE 6025/90 (Presse 55) 1400th Council meeting - General Affairs - Brussels, 7 May 1990 President: Mr Gerard COLLINS, Minister for Foreign Affairs of Ireland 6025/90 (Presse 55 - Gl EN - 2 - 7.V.90 dey/BS/ep The Governments of the Member States and the Commission of the European Communities were represented as follows: Belgium: Mr Mark EYSKENS Minister for Foreign Affairs Mr Paul DE KEERSMAEKER State Secretary, European Affairs Denmark: Mr Uffe ELLEMANN-JENSEN Minister for Foreign Affairs Mr J0rgen 0RSTR0M M0LLER State Secretary, Ministry of Foreign Affairs Germany: Mr Hans-Dietrich GENSCHER Federal Minister for Foreign Affairs Ms Irmgard ADAM-SCHWAETZER Minister of State, Federal Ministry of Foreign Affairs Greece: Mr Antonis SAMARAS Minister for Foreign Affairs Spain: Mr Pedro SOLBES MIRA State Secretary for relations with the European Communities France: Mr Roland DUMAS Ministre d'Etat, Minister for Foreign Affairs 6025/90 (Presse 55 - G) EN - 3 - 7.V.90 dey/BS/ep Ireland: Mr Gerard COLLINS Minister for Foreign Affairs Ms Maire GEOGHEGAN-QUINN Minister of State with responsibility for EEC matters ~: Mr Gianni DE MICHELIS Minister for Foreign Affairs Luxembourg: Mr Jacques F. POOS Minister for Foreign Affairs Netherlands: Mr H.
    [Show full text]
  • 2020 International Narcotics Control Strategy Report
    United States Department of State Bureau for International Narcotics and Law Enforcement Affairs International Narcotics Control Strategy Report Volume I Drug and Chemical Control March 2020 INCSR 2020 Volume 1 Table of Contents Table of Contents Common Abbreviations ..................................................................................................................................... iii International Agreements.................................................................................................................................... v INTRODUCTION ..................................................................................................................................... 1 Legislative Basis for the INCSR ......................................................................................................................... 2 Presidential Determination ................................................................................................................................. 7 Policy and Program Developments .................................................................................................... 12 Overview ......................................................................................................................................................... 13 Methodology for U.S. Government Estimates of Illegal Drug Production .......................................................... 18 Parties to UN Conventions ..............................................................................................................................
    [Show full text]
  • Crisisbeheersing in Regionale Context
    Clingendael Magazine voor Internationale Betrekkingen Crisisbeheersing in regionale context December EU, NAVO, GOS, Afrikaanse Unie, ASEAN, ad hoc-operaties Te koop: het Olympisch ideaal! 2013 Al-Qaida en gijzelingen in de Sahel Internationale erkenning LHBT-rechten moeizaam proces www.internationalespectator.nl Inhoud Redactioneel De rol van regionale actoren in brandhaarden 1 Artikelen Europese Raad en daad? | Margriet Drent & Dick Zandee 2 Al-Qaida en gijzelingen in de Sahel: een effectieve strategie? | Sergei Boeke 5 Tot de dood(straf) ons scheidt: LHBT-rechten en Internationale Betrekkingen | Cees van Beek 10 Column Sotsji: Olympisch ideaal te koop | Bob van den Bos 15 Artikelen De rol van regionale organisaties in crisisbeheersingsoperaties en stabilisatiemissies De evolutie van VN-vredesoperaties en de rol van regionale organisaties | Gustaaf Geeraerts 18 Europese vredesoperaties: waar is de strategie? | Sven Biscop & Luk Van Langenhove 23 EU-geleide crisismanagement-operaties: minder, kleinschaliger en pragmatischer | Tim Haesebrouck & Melanie Van Meirvenne 28 De grenslegioenen van de fantoom-USSR: vredesoperaties onder het GOS | Bruno De Cordier & Joris Wagemakers 33 Is de Afrikaanse Unie klaar voor crisisbeheersing op eigen continent | Joost van Puijenbroek 39 De track record van ad hoc-coalities: Koeweit, Oost-Timor en Irak | Kees Homan 45 ASEAN, de onderschatte soft power en het belang van post-moderne diplomatie | Jan Willem Blankert 50 Opinie Oorzaak ineffectiviteit VN in weeffouten systeem | Bibi van Ginkel 55 Artikelen Slachtoffer van een VN-vredesoperatie | Sanne Maas 57 Between a rock and a hard place; geopolitieke dilemma’s rond de tweede democratische verkiezingen in Bhutan | Jeannette Mak 62 Respons EU-zelfreflectie kan tot vrede leiden | Jan Wijenberg 66 Boekbesprekingen Herman van Roijen, 1905-1991.
    [Show full text]
  • Sugar, Steam and Steel: the Industrial Project in Colonial Java, 1830-1850
    Welcome to the electronic edition of Sugar, Steam and Steel: The Industrial Project in Colonial Java, 1830-1885. The book opens with the bookmark panel and you will see the contents page. Click on this anytime to return to the contents. You can also add your own bookmarks. Each chapter heading in the contents table is clickable and will take you direct to the chapter. Return using the contents link in the bookmarks. The whole document is fully searchable. Enjoy. G Roger Knight Born in deeply rural Shropshire (UK), G Roger Knight has been living and teaching in Adelaide since the late 1960s. He gained his PhD from London University's School of Oriental and African Studies, where his mentors included John Bastin and CD Cowan. He is an internationally recognised authority on the sugar industry of colonial Indonesia, with many publications to his name. Among the latest is Commodities and Colonialism: The Story of Big Sugar in Indonesia, 1880-1940, published by Brill in Leiden and Boston in 2013. He is currently working on a 'business biography' — based on scores of his newly discovered letters back home — of Gillian Maclaine, a young Scot who was active as a planter and merchant in colonial Java during the 1820s and 1830s. For a change, it has almost nothing to do with sugar. The high-quality paperback edition of this book is available for purchase online: https://shop.adelaide.edu.au/ Sugar, Steam and Steel: The Industrial Project in Colonial Java, 1830-18 by G Roger Knight School of History and Politics The University of Adelaide Published in Adelaide by University of Adelaide Press The University of Adelaide Level 14, 115 Grenfell Street South Australia 5005 [email protected] www.adelaide.edu.au/press The University of Adelaide Press publishes externally refereed scholarly books by staff of the University of Adelaide.
    [Show full text]
  • Closer Ties: the Dutch Caribbean and the Aftermath of Empire, 1942-2012
    City University of New York (CUNY) CUNY Academic Works All Dissertations, Theses, and Capstone Projects Dissertations, Theses, and Capstone Projects 6-2017 Closer Ties: The Dutch Caribbean and the Aftermath of Empire, 1942-2012 Chelsea Schields The Graduate Center, City University of New York How does access to this work benefit ou?y Let us know! More information about this work at: https://academicworks.cuny.edu/gc_etds/1993 Discover additional works at: https://academicworks.cuny.edu This work is made publicly available by the City University of New York (CUNY). Contact: [email protected] CLOSER TIES: THE DUTCH CARIBBEAN AND THE AFTERMATH OF EMPIRE, 1942-2012 by CHELSEA SCHIELDS A dissertation submitted to the Graduate Faculty in History in partial fulfillment of the requirements for the degree of Doctor of Philosophy, The City University of New York 2017 © 2017 CHELSEA SCHIELDS All Rights Reserved ii Closer Ties: The Dutch Caribbean and the Aftermath of Empire, 1942-2012 by Chelsea Schields This manuscript has been read and accepted for the Graduate Faculty in History in satisfaction of the dissertation requirement for the degree of Doctor of Philosophy. Professor Dagmar Herzog ______________________ _________________________________________ Date Chair of Examining Committee Professor Helena Rosenblatt ______________________ _________________________________________ Date Executive Officer Professor Mary Roldán Professor Joan Scott Professor Todd Shepard Professor Gary Wilder Supervisory Committee THE CITY UNIVERSITY OF NEW YORK iii Abstract Closer Ties: The Dutch Caribbean and the Aftermath of Empire, 1942-2012 by Chelsea Schields Advisor: Professor Dagmar Herzog This dissertation examines the unique trajectory of decolonization in the Netherlands and its former Caribbean colonies and argues that sexual and reproductive politics have played a pivotal role in forging a postcolonial commonwealth state.
    [Show full text]
  • Rondom De Nacht Van Schmelzer Parlementaire Geschiedenis Van Nederland Na 1945
    Rondom de Nacht van Schmelzer Parlementaire geschiedenis van Nederland na 1945 Deel 1, Het kabinet-Schermerhorn-Drees 24 juni 1945 – 3 juli 1946 door F.J.F.M. Duynstee en J. Bosmans Deel 2, De periode van het kabinet-Beel 3 juli 1946 – 7 augustus 1948 door M.D. Bogaarts Deel 3, Het kabinet-Drees-Van Schaik 7 augustus 1948 – 15 maart 1951 onder redactie van P.F. Maas en J.M.M.J. Clerx Deel 4, Het kabinet-Drees II 1951 – 1952 onder redactie van J.J.M. Ramakers Deel 5, Het kabinet-Drees III 1952 – 1956 onder redactie van Carla van Baalen en Jan Ramakers Deel 6, Het kabinet-Drees IV en het kabinet-Beel II 1956 – 1959 onder redactie van Jan Willem Brouwer en Peter van der Heiden Deel 7,Hetkabinet-DeQuay 1959 – 1963 onder redactie van Jan Willem Brouwer en Jan Ramakers Deel 8, De kabinetten-Marijnen, -Cals en -Zijlstra 1963 – 1967 onder redactie van Peter van der Heiden en Alexander van Kessel Stichting Parlementaire Geschiedenis, Den Haag Stichting Katholieke Universiteit, Nijmegen Parlementaire geschiedenis van Nederland na 1945, Deel 8 Rondom de Nacht van Schmelzer De kabinetten-Marijnen, -Cals en -Zijlstra 1963-1967 PETER VAN DER HEIDEN EN ALEXANDER VAN KESSEL (RED.) Centrum voor Parlementaire Geschiedenis Auteurs: Anne Bos Charlotte Brand Jan Willem Brouwer Peter van Griensven PetervanderHeiden Alexander van Kessel Marij Leenders Johan van Merriënboer Jan Ramakers Hilde Reiding Met medewerking van: Mirjam Adriaanse Miel Jacobs Teun Verberne Jonn van Zuthem Boom – Amsterdam Afbeelding omslag: Cals verlaat de Tweede Kamer na de val van zijn kabinet in de nacht van 13 op 14 oktober 1966.[anp] Omslagontwerp: Mesika Design, Hilversum Zetwerk: Velotekst (B.L.
    [Show full text]
  • State Building Participants Coordinator
    Theme 6: State Building Participants Coordinator: Ido de Haan (Utrecht University) Participants In alphabetical order 1. Alberto Feenstra 2. Klaas van Gelder 3. Jens van de Maele 4. Karen van Nieuwenhuyze 5. Marijcke Schillings 6. Pieter Slaman 7. Tamàs Székely 1. Alberto Feenstra University of Amsterdam Paper for the Conference: Keeping the Ship of State Afloat. Zeeland's Sovereign Debt Management, 1600-1800 (Working) Title of dissertation Finance without frontiers? The integration of provincial money markets in the Dutch Republic. Supervisor(s) J.P.B. Jonker Short Biography Alberto Feenstra (1982) studied Global History at the Vrije Universiteit Amsterdam. Previously he has been employed as research assistant at the Geldmuseum (Money Museum) in Utrecht. Currently he is employed as a PhD Candidate at the University of Amsterdam, where he works on the integration of financial markets within the Dutch Republic. This research examines the domestic capital market developments within the Dutch Republic. Whereas international relations have been studied more extensively the domestic ‘rooting’ of each location has remained under-researched. Yet, as the current crisis clearly showed, international capital markets are intertwined with domestic ones and they mutually influence each other. Hence, this research aims to improve our understanding of capital markets by taking into account their specific local context, such as political, legal and social institutions. Contact information [email protected] Website/Social Media - 1 2. Klaas van Gelder
    [Show full text]
  • In Memoriam Jan Herman Van Roijen (1905-1991)
    341 IN MEMORIAM JAN HERMAN VAN ROIJEN (1905-1991) The death of Herman van Roijen meant not only the disappearance of a very important personality from Dutch public life but also of a man of unusual qualities who made a special contribution to international relations of our age. His career was crowned by the outstanding ambassadorships in Canada, the United States and the United Kingdom. In all of these countries Herman gained not only personal friends, but also forged deep links, profound mutual understanding between governments of his country and the host state. He did much more, he contributed to the development of friendship between peoples. For he was indeed an unusual man. He prepared his doctoral thesis at Utrecht University in 1929 on 'The Legal Status of International Recognition of Newly Created States and Governments'. He could hardly guess that twenty years later he would be heading his country's delegation preparing a round table conference with Indonesia, a country which, formerly under control of the Netherlands, gained independence as one of the newly born states of the world community. Thus life offered him very many surprises but he lived up to them due to his capacity of mind and the special features of his character. Up to his last fatal illness he reflected his unusual personality, the eagerness to know and of absorbing as much knowledge as possible. Not insisting to convince people to his views he much rather helped them to find their own way. Hence it was his own courtesy -more I would say kindness- which attracted so many to seek his company.
    [Show full text]
  • RESTRICTED WT/TPR/S/391 7 August 2019
    RESTRICTED WT/TPR/S/391 7 August 2019 (19-5090) Page: 1/75 Trade Policy Review Body TRADE POLICY REVIEW REPORT BY THE SECRETARIAT SURINAME This report, prepared for the third Trade Policy Review of Suriname, has been drawn up by the WTO Secretariat on its own responsibility. The Secretariat has, as required by the Agreement establishing the Trade Policy Review Mechanism (Annex 3 of the Marrakesh Agreement Establishing the World Trade Organization), sought clarification from Suriname on its trade policies and practices. Any technical questions arising from this report may be addressed to Arne Klau (tel: 022 739 5706) and Bernard Kuiten (tel: 022 739 5676). Document WT/TPR/G/391 contains the policy statement submitted by Suriname. Note: This report is subject to restricted circulation and press embargo until the end of the first session of the meeting of the Trade Policy Review Body on Suriname. This report was drafted in English. WT/TPR/S/391 • Suriname - 2 - CONTENTS SUMMARY ........................................................................................................................ 6 1 ECONOMIC ENVIRONMENT ........................................................................................ 10 1.1 Main Features of the Economy .....................................................................................10 1.2 Recent Economic Developments ...................................................................................11 1.3 Developments in Trade and Investment ........................................................................13
    [Show full text]
  • Door Ko Van Geemert PRAATJES VOOR DE WEST Radio
    door Ko van Geemert PRAATJES VOOR DE WEST Radio Nederland Wereldomroep verzorgde van 1947 tot 2012 dagelijks radio- uitzendingen in het Nederlands op de korte golf, opgericht om het contact met Nederlanders wereldwijd te handhaven. Daarin werd ook plaats ingeruimd voor schrijvers. Wat was de betekenis van de Wereldomroep voor de Surinaamse en Antilliaanse literatuur? B. Jos de Roo, auteur, oud-onderwijzer en van 1983 tot 2002 werkzaam bij de Wereldomroep, deed er onderzoek naar, waarop hij in 2014 promoveerde. Het betrof 267 literaire bijdragen die in de periode 1947 tot 1958 waren uitgezonden. Een centrale figuur toen was Johan van de Walle (1912-2000), destijds chef van de West-Indische afdeling van de Wereldomroep. Overigens, zijn nog altijd boeiende herinneringen uit Suriname en Curaçao zijn te vinden in Beneden de wind uit 1974 en Een oog boven Paramaribo van een jaar later. De genoemde 267 bijdragen werden nooit als ‘literair’ gepresenteerd. De Roo koos ze op basis van een aantal criteria als inhoud, originaliteit, opbouw, beeldspraak. Laten we ons in deze korte bespreking beperken tot Suriname. Dan vallen drie zaken op. Ten eerste de rol van vertellen, de orale literatuur. De bekendste vertegenwoordiger is Johan Ferrier (1910-2010), oud-onderwijzer, laatste gouverneur, eerste president van Suriname. In totaal zond de Wereldomroep in de genoemde periode twintig keer een Anansitori uit, een verhaal over Anansi, de beroemdste spin van de wereld, door Ferrier verteld. Zijn vertellingen zijn na te lezen in Het Grote Anansiboek uit 2010. Ten tweede valt de belangrijke plaats op die Wie Eegie Sanie, (‘Onze eigen dingen’) inneemt in deze uitzendingen, een Surinaamse culturele vereniging in 1951 in Nederland opgericht door Eddy Bruma, Jules Sedney en anderen.
    [Show full text]