Uns Gab's Nur Einmal
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
OMWENTELING IN MECKLENBURG- VORPOMMERN: POLITIEK, BESTUUR EN 9BEVOLKING Nu in het vorige hoofdstuk de veranderingen in Oost-Duitsland in algemene zin aan de orde zijn geweest zal in dit hoofdstuk de aandacht uitgaan naar politieke en bestuurlijke veranderingen in Mecklenburg-Vorpommern. Tevens zal gekeken wor- den naar bevolkingsontwikkelingen. 9.1 De ‘Wende’ in regionaal perspectief De media-aandacht ging in 1989 vooral uit naar Leipzig, Oost-Berlijn en in minde- re mate naar Dresden. Maar ook in het onderzoeksgebied werd gedemonstreerd, en er vond in de meeste grote steden elke maandagavond een Friedensgebet plaats: een bijeenkomst in een kerk die werd gevolgd door een optocht. In 1990 hebben vier vrije, democratische verkiezingen plaatsgevonden in de (voor- malige) DDR: in maart verkiezingen voor de Volkskammer van de DDR, in mei gemeenteraadsverkiezingen, in oktober deelstaatverkiezingen en in december de Foto 9.1 Omwenteling in Greifswald. Voor de flat waar ik regelmatig overnachtte stond in de DDR-tijd een propagandabord met de tekst ‘Getreu den Idealen des Roten Oktober’. Na de omwenteling werd het bord overgeschilderd. De afbeelding toont de blinde machthebbers die op de rand van de afgrond staan. Zij dienen zich ten verant- woorden voor hun daden: ‘Mit dem geschicht zum Volke’. 307 Tag der Einigung in Greifswald De avond van 2 oktober 1990 breng ik door in de vertrouwde gemeubileerde woning aan de Ernst-Thälmannring. Klokslag 12 uur in de nacht zal de DDR ophouden te bestaan en liefdevol worden opgenomen bij de Bondsrepubliek. Ik ben bewust niet naar Berlijn gegaan, omdat ik wil meemaken hoe in de periferie de eenwording wordt beleefd. Ik sta voor het raam, en kan de buitenwereld en de televisie in de gaten houden. De televisiebeelden tonen hoe op de trappen van de Reichstag de eenwording wordt ingeluid: de enorme Duitse vlag, de emotionele toespraken, het volkslied. Een geweldig vuurwerk spat van het scherm. Ik kijk uit het raam en zie niets. Geen vuurpijlen, geen luid toeterende auto’s, geen kip op straat. Dit is een nationale gebeurtenis, die individueel voor de buis wordt beleefd. Of is men net als op andere dagen vroeg naar bed gegaan? De volgende dag loop ik door de stad, op zoek naar feestgedruis. Ik ontdek zowaar een feestterrein, met simpel vermaak, bier en braadworsten. Vaders en moeders wandelen met hun kinderen, zoals ze dat ook op zondag doen. Het is mooi weer, en de extra vrije dag is meegenomen. Dat deze dag een bijzondere aantekening krijgt in de geschiedenisboekjes is niet te merken. Het lijkt aan de mensen voorbij te gaan; moeiteloos schikt men zich in de nieuwe situatie. Aanpassen lijkt het devies; men is niet anders gewend. verkiezing voor de eerste Bondsdag van het verenigde Duitsland. Wat zijn de resul- taten geweest in het onderzoeksgebied? Heineberg (1991) heeft de resultaten van deze verkiezingen geanalyseerd. Het grote succes van de traditionele ‘West-Duitse’ politieke partijen viel op; zij behaalden ongeveer driekwart van de stemmen, het- geen gezien werd als een duidelijke keuze van de kiezers voor een Westorientierung. Wat betreft de regionale spreiding van politieke voorkeur was sprake van een duide- lijk verschil tussen noord en zuid: de christen-democraten en de liberalen behaal- den het hoogste percentage stemmen in de zuidelijke Bezirke, terwijl de PDS, en in geringere mate de sociaal-democraten het verhoudingsgewijs beter deden in de noordelijke Bezirke, Oost-Berlijn en Frankfurt/Oder. Heineberg heeft geprobeerd om deze resultaten te verklaren met behulp van het verkiezingsmodel van Johnston, Pattie en Allsopp (1988). Volgens dit model wordt het stemgedrag van individuen niet alleen verklaard door sociale kenmerken van de kiezer, identificatie met een politieke partij en kenmerken van de plaats of streek waar de kiezer woont, maar ook door een beoordeling van zittende politici, optimisme (of pessimisme) over de economische situatie, en de waardering van de verschillende politieke partijen. In Oost-Duitsland is in sommige gevallen is het succes van een politieke partij te verklaren door de inzet van populaire politici (zoals FDP-politicus Hans-Dietrich Genscher in zijn geboortestreek Halle, of de CDU-politicus Kurt Biedenkopf in zijn thuisbasis Sachsen), maar van grotere betekenis is waarschijnlijk de sociaal-eco- nomische structuur. De wat meer conservatieve partijen deden het goed in gebie- den met relatief veel industrie en minder goed in de landsdelen waar de diensten- 308 Kohl in Greifswald 9 oktober 1990: een bijzondere dag voor Greifswald. Helmut Kohl wordt ingevlo- gen en zal een verkiezingstoespraak houden. Ik ben toevallig in Greifswald, en wil het spektakel wel meemaken. De Bondskanselier heeft natuurlijk niet veel tijd; daarom houdt hij op één avond diverse toespraken in een aantal steden in Mecklenburg. Met een helikopter vliegt hij van Rostock, naar Stralsund en Greifswald, als een grote sprinkhaan. Het is flink druk op het marktplein. Ik kan er maar moeilijk aan wennen dat de belangrijkste politicus van een land dat tot voor kort werd afgeschilderd als de klassenvijand nu in de schijnwerpers staat, op dezelfde plek waar ik vorig jaar getuige was van een militaire parade waar rode vlaggen overheersten en waar een groot spandoek was bevestigd aan het post- kantoor dat opriep tot versterking van het socialisme. Het is al bijna traditie geworden dat Kohl bij zijn toespraken in Oost-Duitsland door een deel van het publiek wordt uitgefloten.Tot genoegen van de rest van het publiek bestempelt Kohl deze fluiters als representanten van de communisten die alles bij het oude willen laten. De CDU heeft gezorgd voor een krachtige geluids- installatie, waarbij het gefluit gemakkelijk overstemd kan worden. Waarschijnlijk houdt Kohl deze avond overal dezelfde toespraak, ogenschijnlijk praat hij zonder papier. Alleen bij het begin, als hij opent met ‘Liebe Bürger und Burgerinnen von Greifswald’, kijkt hij naar beneden.Waarschijnlijk ligt daar één vel- letje, waarop met koeienletters ‘Greifswald’ staat geschreven. Een verkeerde plaatsnaam noemen is een te groot risico; de Bondskanselier moet de illusie wek- ken dat hij weet waar hij is.Veel zal hij niet gezien hebben van Greifswald.Wel een voordeel dat hij in het donker kwam.Toen vorig jaar Erich Honecker langskwam, om de Dom te openen, gebeurde dat overdag. De Protokollstrecke, de paar straten waardoor hij zou rijden en lopen, ondergingen een metamorfose. Gaten in het pleisterwerk werden dichtgesmeerd, grijze muren werden geschilderd en bij enke- le in elkaar gezakte huizen werd voor enkele dagen een bord geplaatst waarop vermeld stond dat de sanering snel zou beginnen. Leegstaande huizen werden van gordijnen voorzien en planten werden in het raamkozijn gezet. Voor Helmut Kohl hoefde geen ‘Pontemkin-dorp’ gebouwd te worden; direct na zijn toespraak werd hij naar zijn helikopter gebracht. sector, of de landbouw overheersten, zoals in het noorden van de DDR. Hierin week Oost-Duitsland dus af van het gebruikelijke stempatroon in Westerse landen. Relatief hoge percentages stemmen voor de PDS kwamen voor in Oost-Berlijn, in de (vroegere) hoofdsteden van de Bezirke, in nieuwe ‘socialistische’ steden, en in de nieuwbouwwijken van grote steden. Men mag aannemen dat deze kiezers minder enthousiast waren over een Westorientierung, en meer heil zagen in een meer zelf- standige koers van de (voormalige) DDR. In Mecklenburg-Vorpommern scoorde de PDS in 1990, na Oost-Berlijn, het hoog- 309 ste percentage stemmen (rond de 23 procent); dit percentage bleef ook de jaren daarna ongeveer constant, zoals bij de Bondsdagverkiezingen in 1994. Bij de verkie- zingen voor de Landtag in 1998 behaalde de PDS 24,4 procent van de stemmen, maar in 2002 was dit percentage (in lijn met de algehele trend in Oost-Duitsland) gezakt tot 18,0 procent (Fischer Weltalmanak 1995, 1999 en 2000). De PDS maakt sinds 1998 deel uit van de regering van Mecklenburg-Vorpommern. Rutz e.a. (1993, p. 108) gaan bij de verklaring van de regionale spreiding van het stemgedrag nog een stapje verder dan Heineberg: in hun ogen heeft de PDS het in 1990 goed gedaan in de regio’s waar dankzij de DDR-staat de grootste (sociaal-)eco- nomische vooruitgang is geboekt, zoals in het noorden van Oost-Duitsland. Het succes van de conservatieve partijen in Sachsen is omgekeerd verklaarbaar: Sachsen kende bij aanvang van de DDR de hoogste welvaart en heeft dus relatief het meeste moeten inleveren gedurende veertig jaar communistisme. Daarnaast speelt een rol dat in de traditionele industriecentra van Midden-Duitsland, waar industrie ook ten tijde van de DDR dominant bleef, de nadelen van de socialistische planecono- mie duidelijker waren, onder andere zichtbaar in de vorm van verouderde produc- tietechnieken en een omvangrijke milieuvervuiling (Rutz e.a. 1993, p. 80). 9.2 Nieuwe bestuurlijke en ruimtelijke kaders Al snel na de Wende begon in de DDR, parallel aan de discussie over een mogelijk samengaan met de Bondsrepubliek, een debat over de afschaffing van de Bezirke en herinvoering van de deelstaten. De Bezirke werden gezien als een typisch product van het SED-regime: in 1952 waren de deelstaten, die merendeels gefundeerd waren op historisch gegroeide regionale eenheden, op ondemocratische wijze terzijde geschoven. De vijftien Bezirke waren naar Sovjet-voorbeeld gemodelleerde con- structies, gebaseerd op (beoogde) economische zwaartepunten. Hieraan had het Bezirk Rostock zijn merkwaardige langwerpige vorm te danken: de economische basis van dit Bezirk bestond uit havengebonden functies, daarom en om militair- strategische redenen moest de gehele kust van de DDR in één hand blijven. De vervanging van de Bezirke door deelstaten had derhalve meerdere psychologi- sche componenten: het waren niet alleen regionale sentimenten die de roep om deelstaten voedden; de opheffing van de Bezirke was ook noodzakelijk omdat ze een duidelijke exponent waren van het centralistisch staatsapparaat van de DDR. Door deze psychologische aspecten, en het feit dat veel sneller op een staatkundige eenwording werd afgekoerst dan gedacht, was er weinig tijd voor een gedegen debat over de meest geschikte omvang van de nieuw in te voeren deelstaten.