UITGA VE VAN DE VERENIGING I JAARGANG: 2001 MAAND: DECEMBER NO: 59

Dit blad is een uitgave van de WILLEM MENGELBERG VERENIGING Opgericht 13 februari 1987

SECRETARIAAT Mozartkade 14 1077 DJ Telefoon 020"6262550 """""Giro 155802

REDACTIE Dr. A. Coster Ab. van Kapel Johan Krediet Irislaan 287 Hotbrouckerlaan 66 Kruidenommegang 57 2343 eN OEGSTGEEST 2343 HZ OEGSTGEEST 1115 ER DUIVENDRECHT

BESTUUR Prof. Dr. W.A.M. van der Kwast Voorzitter A. van Kapel Vice voorzitter Mr. A.A. Meurer Secr.lpenningm. J. Krediet en R. Kliisemann Leden

INHOUD VAN DEZE AFLEVERING

01 VAN DE REDACTIE 02 VAN HET BESTUUR 03"06 NOTULEN VERGADERING 10/11101 07-08 W. M. TUSSEN LICHT EN DONKER 09-11 DE DOMME BAAS VOLKSKRANT 12-14 W.M. NAÏEF EN HOOGMOEDIG TROUW 15 W.M. TUSSEN LICHT EN DONKER EVELINE NIKKELS 16-17 HET VERHOOR AVRO-KLASSIEK 18-19 GER. FÜR EINEN KOLLABORA TEUR N. ZÜCHER ZEITUNG 20-25 RAADSELS OM RADIO OPNAMEN JOHAN MAARSINGH 26-29 1924 DE EERSTE RADIO UITZENDING JAN VAN HERPEN 30-31 ONBEKENDE OPNAMEN OP TELEF.? AARNOUT COSTER 32-33 PREM. STRAVINSKY'S OEDIPUS REX JOHAN GISKES 34 HAITINKS VERSCHIL: PASSIE PAUL JANSSEN 35 HAITINK NAAR DRESDEN JOHAN KREDIET 36-37 I.M. MARIUS FLOTHUIS TRUUS DE LEUR 37 AFSCHEID TRUUS DE LEUR JOHAN KREDIET 38 I.M. ISAAK STERN PRELUDIUM 39 DE EEUWIGE WIL TOT SPELEN ERIK VOERMANS 40 I.M. ZOLTÁN SZÉKEL Y PRELUDIUM 41 I.M. FR. ODIJK EN W. HENGEVELD PRELUDIUM 42-44 W.M. LIVE, THE RADIO RECORD. NIEK NELiSSEN 45 MAHLER IV NANCY VD ELST 46 GEKLINGEL TUSSEN BERGTOPPEN VOLKSKRANT 47 DISCOGRAFIE IN FRANKRIJK HUBERT WENDEL 48-49 THE MENGELBERG EDITION MARTIN ANDERS ON 01

Van de Redactie

Het afgelopen jaar stond in het teken van de herdenking van het overlijden van Willem Mengelberg in 1951, vijftig jaar geleden. In die vijftig jaar is hij niet vergeten. Integendeel: thans zijn vrijwel al zijn geluidsopnames op cd verkrijgbaar en worden er boeken en artikelen aan hem gewijd. Verheugend was het interview met Ricardo Chailly 'We all owe to him' in Preludium, overgenomen in MEZT 57 p.ll e.v. Hierin stelt de huidige chefdirigent van het Koninklijk Concertgebouworkest de muzikale verdiensten van Mengelberg centraal en over de oorlogsperiode meldt hij: hij heeft zijn straf gehad.

Martin van Amerongen en Philo Bregstein dachten daar anders over en zij publiceerden een toneelwerk 'Willem Mengelberg tussen licht en donker', waarin voor de zoveelste keer Mengelbergs houding in de oorlog ten tonele gevoerd wordt. De eerste uitvoering vond plaats in de vorm van een 'reading' op 15 oktober j.l. in de Balie te Amsterdam. Er werd goed geacteerd en men deed zijn best om de sfeer van die tijd op te roepen, waarbij ook muziek en beeldscherm een belangrijke rol vervulden. Hoewel het stuk vlot en historisch verantwoord is geschreven, werden er geen nieuwe gezichtspunten naar voren gebracht. ,In het artikel 'Domme baas' uit de Volkskrant kunt u kennisnemen van het gedachtegoed van de beide auteurs. In Trouw vertelt Adriaan van Woudenberg hoe de orkestmusici de ondergang van Mengelberg ondervonden en Sandra Kooke recenseert in dezelfde krant het toneelstuk. Ook namen we een recensie over uit het 'Mahlernieuws' van Eveline Nikkels. Ongeveer tegelijkertijd speelde het toneelstuk 'Het verhoor' van Ronaid Harwood dat handelt over Wilhelm Furtwängler dat wij overnamen uit AVRO-klassiek.

Johan Maarsingh houdt zich bezig met 'Raadsels rondom radio-opnamen van Willem Mengelberg', Jan van Herpenvertelt over 'De . eerste radio uitzending van het Concertgebouworkest' en Aamout Coster heeft vragen over 'Onbekende opnamen op Telefunken' .

Johan Giskes graaft in zijn archief en vertelt over 'De -premiére van Stravinsky's Oedipus Rex. Paul Janssen schrijft in Het Parool over Mahlers zesde en zegt dat Haitink geen muziek maakt voor zijn brood maar omdat hij het niet laten kan. Aansluitend daarop namen wij een bericht over uit Preludium dat Haitink de plaats van de plotseling overleden dirigent Giuseppe Sinopoli, van de Semperoper te Dresden, inneemt .

. Helaas moeten wij het overlijden berichten van Marius Flothuis, Isaak Stern, Zoltán Székely, Frans Odijk en Gerard Hengeveld.

Onze afdeling DISCOGRAFIE is dit keer wat omvangrijker.

Al met al is deze aflevering zeer lezenswaardig, vinden wij.

De redactiecommissie. 02

Van het bestuur

Allereerst wenst het bestuur u allen een goed, gezond en muzikaal Nieuwjaar.

In dit nummer treft u een verslag van de Algemene Ledenvergadering van 10 november 2001 aan, met enige stukken die op de vergadering aan de orde kwamen, t.w. het Jaarverslag van de secretaris en het Financiëel verslag van de penningmeester. De ledenvergadering heeft de jaarlijkse contributie m.i.v. 1 januari 2002 vastgesteld op € 25,--. Om betaling te vergemakkelijken is bij dit nummer een acceptgiro gevoegd (behalve voor hen die hun contributie 2001 al hebben overgemaakt).

Na het huishoudelijke gedeelte hield het oud·lid van het Concertgebouworkest Wim van Keulen het gezelschap ruim een uur in zijn greep met stereo-dia's die hij in de loop der jaren tijdens tournees van het Concertgebouworkest maakte. Als je het niet zelf hebt gezien weet je niet hoe boeiend het is om met een brilletje op je neus naar qua compositie toch al goede foto's te kijken! .

Ten aanzien van toekomstige activiteiten kan het bestuur thans slechts aankondigen dat de jaarvergadering 2002 op een nader te bepalen datum in november in Den Haag .zal . . plaatsvinden, alwaar Dr. Frits Zwart ons zal ontvangen. 07

WILLEM MENGELBERG tussen licht en donker Martin van Amerongen en Philo Bregstein

STAAN DE MUZEN BOVEN DE WET? Martin van Amerongen begint zijn kantekeningen met de verbazing van menigeen dat in het begin van het nieuwe millennium, meer dan vijftig jaar na het einde van de Duitse bezetting, andermaal de oorlog uitbrak. De aanleiding was de studie van een jonge historicus die een krachtige poging deed om diverse ontsporingen in de jaren '40-'45 goed te praten. Al te lang had Nederland in de ban van goed en fout verkeerd, meende hij. Goed en fout zijn echter onwerkbare, sentimentele categorieën. De mens is immers half engel, half zwijn. Hij opereert veelal op de grens van twee werelden. Werkelijk, de Nederlandse secretarissen­ generaal hadden het beste met ons voor, net als de burgermeesters-in-oorlogstijd, die trouwens meer voor elkaar hebben gekregen dan diegenen die voor de illegaliteit hadden gekozen, vaak: op oneigenlijke gronden. 'Men pleegde af en toe een verzetje en toonde zijn onvrede.' De Nederlandse Unie heeft een lovenswaardige rol gespeeld, al was het alleen al omdat zij geen voorstander van de NSB is geweest, dezelfde NSB die overigens de logische consequentie was van alle leed en ellende in de jaren dertig. Het ging Nederland onder de nationaal-socialisten trouwens niet zo slecht, alle 'klassieke terreurverhalen' ten spijt. Men had te eten en te drinken en iedereen had een behoorlijke betrekking, behalve natuurlijk diegenen die zo stom zijn geweest te weigeren zich naar de nationaal-socialistische directieven te schikken. Het boek heet GRIJS VERLEDEN, een verleden waarin door de auteur alles werd gerelativeerd, zowel de moraal van diegenen die de joden, met gevaar voor eigen leven, aan een onderduikadres hebben geholpen.

Arthur Seyss-Inquart? De gehate rijkscommissaris? De man die de joden naar de vernietigingskampen heeft laten verslepen? Ook diens beeld dient te worden bijgesteld. Hij was ongetwijfeld een 'hard en geslepen politicus'. Daarnaast was hij echter ook 'een gevoelig, gelovig en intelligent man', stil, teruggetrokken en melancholiek. 'Heel zijn leven speelde Seyss-Inquart piano en altijd weer bezocht hij concerten van Mozart, Wagner, Bruckner en andere grote componisten uit de achttiende en vooral negentiende eeuw. '

Eén naam ontbrak in het personenregister van deze merkwaardige studie, de naam van Willem Mengelberg, de dirigent van het Concertgebouworkest, het prototype van de accorderende Nederlander, in zijn geval omdat hij van mening was dat men Mozart, Wagner en Bruckner niet met morele staven mocht meten. Het was een verschrikkelijke vergissing, die Mengelberg zowel zijn baan als zijn reputatie heeft gekost.

Martin van Amerongen eindigt zijn kantekeningen met: Vergeten is niet hetzelfde als vergeven. Maar Mengelberg was, ondanks alles, geen nietsnut en geen ellendeling. Er is geen reden voor blinde verafgoding noch is het noodzakelijk hem in zijn oeuvre integraal naar de mestvaalt van de geschiedenis te verwijzen. Hij was een monument uit de jaren twintig en dertig, flink bestoft, maar niettemin een monument. Thans, vijftig jaar na zijn dood, lijkt de tijd eindelijk rijp om in alle kritische zin, maar eveneens in alle rechtvaardigheid over hem te oordelen. 08

De personages die in het toneelstuk optreden zijn: Garderobedame I Garderobedame II Rudolf Mengelberg Matthijs Vermeulen voor DE GROENE AMSTERDAMMER Marius Flothuis voor HET VRIJE VOLK Johan Luger voor DE TELEGRAAF Piet Heuvvekemeijer Ellie Bijsterus Heemskerk Rosa Spier Jo Vincent Willem Mengelberg Marianne Günther Zvvitserse boer Otto Klemperer De geest·van GustafMahler tvvee adjudanten in WA-uniform fotograaf stern van gerechtsdienaar stern van intervievver vader voor televie zittend zoon voor televisie zittend stern televisiepresentator stem echtgenote en moeder van vader en zoon

Philo Bregstein schrijft bij de noten: Het toneelstuk Willem Mengelberg tussen licht en donker, is een tragikomedie, maar ook een historisch drama. Volledig fictieve scènes baseren zich op exacte , documentaire bronnen, tot in de dialogen toe. Dit is ook de reden dat alle personages hun eigen naam hebben behouden. Toch is het toneelstuk geen historische reconstructie, en hebben een aantal scènes zich in vverkelijkheid niet afgespeeld. We hebben het als een uitdaging gezien om trouvv te blijven aan de documentatie, vvaardoor het toneelstuk historische vvaarde heeft. Tegelijkertijd hebben vve via fictieve sleutelscènes een dramatische samenvatting van de problematiek rond Willem Mengelberg vvillen geven. 09

DE DOMME BAAS Overgenomen uit de VOLKSKRANT d.d. 11 oktober 2001

Van Amerongens rol in De Balie is maandag "' ~:i:.:"~:':::;rt~t.s.~:::'~~~ die van Rijkscommissaris SS-Obergruppenfüh• T De, componist en Journalist Vermeu ~ rer Seyss-Inquart. Een hem op het lijf geschre­ len vraagt of Willem Mengelberghet niet 'aan­ ven personage: 'Heerlijk. Elke joodse of half- ' stootgevenq' vindt dat bruinhemden bij zijn joodse jongen heeft de ambitie ooit een keertje concerten in Duitsland Sieg H~il roepen en het een 'nazi te mogen spelen.' Thuis heeft Van Horst Wesselliedzingen. 'Ik zeg altijd, de zon Amerongen nog een 'Oqstenrijks jasje', ooit in der muziek schijnt voor elk mensenkind' luidt België gekocht, 'groen afgebiesd en zo'. Nee, het (historisch correct) het antwoord van d~ diri­ aantreld{en van de bijpassende kniekousen g~nt. 'Rood of zwart, bruin of blank, het kan mij wordt niet in de overweging 'betrokken. mets schelen. U kunt het geloven of niet, maar In een column in De Groenê, het weekblad weet u dat ik ooit in Amerika voor een zaa'l vol waarvan hij hoofdredacteur is,_beschreef Van negers heb gedirigeerd?' Amerongen eerder dit jaar de diagnose die he~ was voorgehouden, een inoperabele h,tmor aan Maestro en hoogmoedswaanzinnige. Genie en dè slokdarm. De boodschap overrompelde be­ vleesgeworden vergissing. Bij de schrijver. en halve de wijdere lezerskring ook collega's en cineast Philo Bregstein heeft het fenomeen intimi. Maar het zou een vergissing zijn,zo Mengelberg tot voor kort louter 'minachting' blijkt, om in Van Amerongens bijdragen aan geoogst. 'Maar nu heb ik toch meer respect voor Willem Mengelberg tussen licht en donker zo­ hem', zegt Bregstein, maker van romans een iets als een afscheidswerkstuk te willen zien. speelfilm, een monsterdocumentaire ov~r de 'Het stuk wás er al.Philo en ik waren er al in '97 dirigent Otto Klemperer, en documentaires mee bezig.' , , ov!!r Nederlandse en Litouwse joden in de jaren Bregstein: 'We zijnmuziekfreaks en archief­ voor de holocaust. freaks, en aUbei heel grote Shakespearefreaks.' 'Zijn verdienste is toch dat hij het Concertge­ Van Amerongen: 'En nu zullen we.ontdekken bouworkest heeft gemáákt. En zijn tweede grote dat we ons stuk beter hadden kunnen wegleg­ verdienste, dat zei Klemperer 66k, is dat Men­ gen. We blijvep tenslotte deerniswekkende gelberg , aan de wereld heeft amateurs.' Bregstein: 'Hoewel we besloten heb­ gepresenteerd. Volkomen waar.' . ben dat ons stuk beter is dan Taking Sides, het . 'Zijn val was de val van een koriing', zegt toneelstuk van Ronaid Harwood over Wilhelm Bregstein, gesticulerend boven zijn zwarte kof­ llurtwängler.' ' fie. Willem Mengelberg tussen lichten donker, Van Amerongen: 'Nou,nou, daarover was ik heet het toneelstuk dat hij met Martin van Ame­ zeer te spreken.' rongen schreef, over de 'Baas' die vijftig jaar de scepter zwaaide over het Concertgebouwor­ kest, tot hem in 1945 een dirigeerverbod werd opgelegd. Waarna de meester zes jaar aan de ontluistering mocht wennen, voor hij op een Moraliteit Zwitserse alp overleed. ' Coïncidentie: sinds eind september is een thea­ Vijftig jaar na -Mengelbergs dood, wordt het tergroep onder leiding van Lodewijk de Boer op 'ko.ningsdrama' van Van Amerongen en Breg­ tournee met Taking Sides of Het Verhoor. Een stem maandag ten doop gehouden ineen semi­ moderne moraliteit waarin Wil helm Furtwän• geënsceneerde lezing in qe Amsterdamse Balie. gIer, chef van Hitlers eigen Berliner Philharmo­ Featuring Philo Bregstein in de rol van Mengel­ niker, zich na de oorlog moet verantwoorden bergs vakbroeder, de uit nazi-Duitsland verjaag­ tegenover een Amerikaanse majoor van het de­ de Otto Klemperer. nazificatie-tribunaal. Nog toevalliger: Bregstein is net terug uit Lon­ Tussen licht en donk(!r. Klemperer: 'Verehrtes­ den, waar zich alweer een ándere dirigerende ter Herr Kollegel U bent een ausserordentlicher sauriër over de bühne beweegt: Gustav Mahler, dirigent, maar u bent een even ausserordentli­ in het.toneelstuk Mahlers bekering, van dezelf­ cher domkop. Daarvoor krijgt u· nu de rekening de auteur Harwood. gepresenteerd.' Machtigen van het podium, marchanderend met, hun geweten, (MahIer, van joodse familie, Lokken wist anno 1897 dat de Opera van 'Wenen zich 'Koffie? Gedverdemme', groet mede-auteur pas zou laten veroveren als hij zich liet dopen). Van Amerongen, sierlijk de hoed lichtend. Tot 'Er is een oplevende belangstelling voor dat de cafébaas: 'Doe mij maar jus d'orange.' Wij­ soort antieke dirigenten', signaleert Van Ame­ zend naar zijn uitgedunde lokken: 'Vroeger had rongen. 'Kijk bij Concerto in de schappen en je ik hier van die grijze punten.' , ziet een halve meter Mengelberg, en een kwart Bregstein: 'Dat zouden mooie laatste woor- meter Toscanini en een kwart,IJleter Furtwän• den wezen, haha.' ' gIer - volgens mij niet alleen omdat ze bijzonder Van Amerongen: 'Het gaat me goed, maai­ waren, maar vooral omdat ze goedkoop ge­ dan in afwachting van het moment dat de tumor ' prijsd zijn.' zegt: "Tof nu toe hebben we het uitstekend met Bregstein: 'Mengelbergs Vierde Mahler blijft elkaar kunnen Vinden, maar nu ben ik de toch recht overeind, net als die van Bruno Wal­ baas".' ter?' 10

Van Amerongen: 'Ik vind hem geen nietsnut. Het eind van de Baas komt pas na jaren. De Maar de meeste dingen die hij heeft opgeno­ zomerviIla in Zwitserland is verworden tot een men, zijn geregistreerd in de periode waarin hij troosteloos ballingsoord, waar .de ontspoorde al een karikatuur was geworden van zichzelf, en onder een berenvel zijn laatste adem uitblaast. ook altijd weer hetzelfde deed. De Eroica. De Zoals Shakespeare doet in Richard III en Sh~w Vierde vanTsjaikovski. Er zijn maar een paar opname.rïUit dè jaren twintig en de vroege)aren !n zijn Jeanne d'Arc-stuk Saint loan, zo komen dertig. Die zijn veel beter: m Tussen licht en donker de omringende perso­ nages nog eens naar voren om het slachtoffer in ~regstein: 'Maar een achterhaalde figuur, nee. HIJ heeft het orkest gemaakt toen Nederland een postume discussie de maat te nerrien. De nog een provinciaals gat was. Hij heeft zich zangeres Jo Vincent, van huis uit een anti~nazi voor Mahler ingezet toen iedereen MahleI' nog bedankt de 'lieve baas' voor het 'onvergelijk~ wegschoof. Dat maakt hem tot de spil vaneen baar prachtige dat hij ons heeft geschonken'. tragedie.' . . . . De grijze Ellie Bijsterus Heemskerk, violiste Van Amerongen: 'Want hij heeft het orkest en Mengelbergs factotum, noemt hem een laten uitkleden, door er genoegen mee tè nemen 'kind', bestempelt zijn veroordeling als een dat de joodse orkestlederï werden ontslagen. En 'schanddaad', en noemt zijn jagers 'hypocrieten Mahler heeft hij verloochend: Bregstein: 'Het die hun eigen falen afwentelen op eenoud~ stuk had ook Hefverraad kunnen hèten: man'. Vermeulen, Mengelbergs felste criticus wil een 'lauwerkrans' leggen. . , Tussen licht en donker. Concertgebouw anno Vermeulen is de spreekbuis van het auteurs­ 1942. Hoog bezoek in de dirigenten kamer. du? Bregsteih: 'Ja, we willen Rechtvaardig­ Seyss-Il1quart tot Mengelberg (koel) : 'Ik dacht heId.' Van Amerongen: 'Maar genade, daar dat we de zaak hadden afgerond. Zestien joden doen we niet aan. Rechtvaardigheid is joods. in uw orkest, dat was in alle redelijkheid te veel.' Genade. is christelijk.' Bregstein: 'We zijn na­ Mengelberg (zwakjes) : 'Maar al waren het er tU!1rlijk moralisten.' Van Amerongen: 'kinde­ maar een paar. Het gaat mij er niet om dat het ren van Presser, in de ban van het contrast joden zijn. Ik praat uitsluitend over hun kwali­ tussen goed en fout. Kortom, het stuk is in de teit als musicus: '(Champägne wordt geheven.) beste traditie geschreven." . Seyss-Inquart: 'Ik ben blij dat we het over dit Van Amerongen: 'Het was duidelijk dat Men­ onderwerp eens zijn geworden .. ' gelberg niet meer voor het orJ

Kultuurkamer, en in het kamp terechtkwam. En Bregstein: 'Weet je wie écht verachtelijk was? die na de oorlog pas onder dwang van de wet is Van Karajan. Zo slecht dat ik er respect voor teruggenomen door het orkest.' heb. Ik ben jaren op zoek geweest, in heel Flothuis, Vermeulen en hun antipode in het Europa, naar een nazi-foto van Van Karajan. Er stuk, de Telegraaf-kontlikker Luger, komen moeten duizenden foto's en negatieven zijn ge­ evenzeer uit de werkelijkheid als de 'verblinde weest. Hij heeft alles systematisch met zijn pu­ groopie' Bijstenis Heemskerk, volgens Van bliciteitsl].1ensen laten vernietigen. Geniaal. Amerongen het 'toonbeeld van de idolatrie die Moeten we daar geen toneelstuk . .' Mengelberg moreel heeft verwoest'. Bregsteil1 : Van Ameróngen: Eén dirigent is meer dan 'Maar ze had iets touchants.' Van Amerongen: genoeg.' . 'Nou nou.' Bregstein: 'Zeker als ze zegt, "Ze Wat voor acteur de dictator en drollige 'Onkel hebben je levend begraven".' Hausfrau' Mengelberg moet belichamen, mocht het tot een productie komen - 'Een mooie Docudrama stevige dame', meent Bregstein. Van Ameron­ Dialogen in de gedrukte tekst gaan vergezeld gen: 'Gedver, laat dat over aan moderne regis­ van ettelijke honderden verwijzingen nailr ge­ seurs.' Bregstein: 'Het hoeft geen look-alike te schiedschrijving en journalistiek. Het 'docudra­ zijn.' Van Amerongen: 'Eerder Pierre Bokma ma', geschreven tijdens weekendbezoekjes van dan een dikke man. Het gaat om de ideeën, en Van Amerongen aan Bregstein (vast schema: niet om het plaatje.' $ 'Thalys, metro, slapen, elkaar ideeën toemoppe­ ren, confit de canard, gevarieerde schotel, con­ Mengelberg tussen licht en donker. Amsterdam, De cert Boulez of toneelstuk Schnitzler in het Balie (15 o.ktober leesvoorstelling met .Jaap Sp,ijkers, Frans, werken, metro') dankt zijn bestaan voor Adelheid Roosen e.a .). In boekvorm: ultgeven] De een aanzienlijk deel aan oude oral histOly-cam­ Prom, f 34.95. pagnes van Bregstein en aan Van Amerongens Mengelberg-knipselarchief. .. Een map die hij zich op een rustige avond wist toe te eigenen, 'sameq met het archief-Prins Bernhard', toen zijn Vroegere krant Het Vrije Volk failliet ging, 'en men voor de vraag stond al die archievenjn de gracht te dumpen of naar Rotterdam te brengen; wat haast nog erger is'. 12

MENGELBERG: Naïef en hoogmoedig Trouw donderdag 11 oktober 2001

Dirigent Willem Mengelberg, de men deze taak in 1985 over. Na haa. 'Begrijp me goed, ik vond het terecht dat overlijden werd Wn Wotldenper?~ hij werd gestraft. Maar ik vond de straf held van het vooroorlogse dochter gastvrouw. Niet àlleen, muslcl te zwaar." muziekleven, zag zijn reputatie na maar ook bewonderaarS van Mengel­ Van Woudenberg weet van mensen berg kunnen tegenwoordig loger~n in . in zijn omgeving dat ze moeite hebben de oorlog in één klap ,.verwoe5t het chalet, dat nogbijnahelemaal m de met dit herdenkingsjaar en al helemaal met het leggen van bloemen op Men­ toen de Centrale Ereraád ~ vande staat verkeert waarin. de dlpgent ):let bij zijn dood in 1951 achterliet.. . gelbergs graf "Die mening respecteer Kunst hem, wegens zijp )banqen Van Woudenbei'g W;51SFQ;qk aanwezlg ik Maat er moet ook respect zijn voor met de Duitsers leven$lalng (later bij de kr' r' '-, > :'," b~hoorlijk geruzied toen er. op een.ge­ zou musiceren." Veel heeft hifte dan- róa~8JSpositie ' én~ de ondergang geven moment Joodse coliéga's W'ilren ken aan zijn vader, die zelf graag be­ ~#~, ~ :~~~~~iaf!leu iè dirigent aan . verdwenen, Maar dat we Mengelberg roepsmusicus had willen worden, maar ~~ità~ri vrageÎÎ' qm bij wijze van ptQtest niet mocht van zijn ouders. "HiJ speel­ M~i; ) [jjve : ~IDdervQnden . !let stokje erbij neer te gooien, is nooit de piano, fluit en cello en heeft ook nog .< ."./,;,,, .,cy . besproken. Misschien dachten sommi­ een mars gecomponeerd, de prins gen dat wel, m<;tar doen, nee, dat was Bernhardmars. Die is op de negentigste Musicus ondenkbaar. M,engelberg was zo'n verjaardag van de prins uitgevoerd door ...... ~ ...... grootheid. Die sprak je niet aan, laat de luchtmachtkapel." Zijn leraar op het Henny de Lange staan tegen, Je moet het ook zien in de Amsterdams conservatorium was de hiërarchische verhoudingen van die Duitse hoornIst Richard Sell, die door driaan van Woudenberg (75), tijd." Mengelberg naar Nederland 'was ge­ A:waarschijnlijk de laatste nog le­ Na deoodóg realiseerde Van Wou­ haald om zijn orkest te versterken. Via vende musicus van het Concertge­ 'denberg zich pas goed hoeveel impact Sell mocht hij stage lopep bij het or­ bouworkest die werkte onder Wil­ het zou hebben gehad als Mengelberg kest. "En zo ben ik erin gerold. Ik kwam lem Mengelberg. is net terug uit had besloten niet meer te spelen zolang als jongste orkestlid en ging ei: weg als Zwitserland. Eike zomer vérblijft hij 'de Duitsers het voor het zeggen hadden. oudste, in 1985, drie jaar voor Chailly eenaant~ 'weken in 'Chasa Mengel­ "Dat zou als een heldendaad zijn opge­ aantrad. Ik heb dus drie dirigenten mee­ berg~, het chalet in Zuort waar de di- . vat. Je moet weten dat Mengelberg een gemaakt: Mengelberg, Van Beinum en rigent zijn laatste levensjai:ensleet, voorbeeldfunctie had. Hij was zelfs po­ Haitink." nadat hem een beroepsverb,ód :was pulairder Mrt koningin Wilhelmina. Van Woudenberg pakt een map met opgelegd wegens zijn pro-Duitse . Het is jaIIJ.J;Uer en te betreuren dat hij vergeelde krantenlmipsels en foto's. De hQ~ding in de oorlog. knipsels gaan terug tot 1935, toen Men­ , die stap niet heeft gezet en dat ook het gelberg in opspraak kwam omdat hij in ", orkest gewoon bleef doorspelen." In zijn testament bepaalde M.eng~lberg Berlijn wilde optreden, waar Joodse mu­ Van Woudenberg vindt zelf dat de di­ dat zijn 'chasa' na zijn overlijden'open­ . sici en componisten in de ban waren ge­ rigent te zwaar is gestraft na de oorlog. gesteld moest worden voor beroeps­ daan door de nazi's. "Alle muziek móet "Toen in 1946 het nieuws over zijn be­ musici om er een vakantie door te bren­ onpolitiek zijn", verdedigde de dirigent gen. Jarenlang werd het gastenverblijf roepsverbodbekend werd gemaakt aan de orkestleden, werd er gejuicht door zich in een interview. "Zij moet juist geleid door het orkestlid Ellie Bijsterus het verzoenende element voor de mens­ de mensen die. fel tegen zijn houding Heemskerk en Marianne Günther, de heid betekenen. De kunstenaar moet waren. Maar er waren ook musici, 'en Duitse f'ysiotherapeute van de dirigent. niet aan partijpolitiek doen: Voor alle Van Woudenberg en zijn echtgenote na- paar hoorde ik bij, die niet blij waren. 13

inens~n van welke rassen ook, moet hij Maal' Mengelberg was geen nazi, ook al den verraden, hij h~eft de Joodse com­ met evenveel enthousiasme, met even­ heeft hij grote fouten gemaakt. Of wij ponist Mahler verraden en daarmee veel liefde de grote kunstwerken ver­ als orkestleden ons dat ook moeten aan­ zichzelf." tolken." rekenen? Nee, we gedroegen ons zoals Ingrediënten genoeg voor een Sha­ In diverse media en ook in de ge­ het leeuwendeel van de Nederlanders kespeariaans drama, vonden de twee meenteraad van Amsterdam werd deze zich in die jaren gedroeg. Mijn vader schrijvers en daarom begonnen zij vier halfslachtige houding gehekeld. vVant was fel anti-Duits, maar is in de oorlog jaar geleden aan een toneelstuk over Mengelberg mocht dan van mening zijn ook gewoon blijven doorwerken. Hij Mengelberg. Een toneelstuk moet leven dat kunst apolitiek moest zijn, feit was koos voor zijn gezin en wilde dat niet en drama tonen, maar de schrijvers wil­ dat met het \'erbod in Duitsland op de blootstellen aan de risico's van een le­ den alleen ware gebeurtenissen als uit­ uitvoering van muziek van Joodse com­ ven in de illegaliteit. Ik denk dat 99 pro­ gangspunt nemen. Meestal g"J.at dat niet ponisten de politiek zich wel met de cent van de Nederlanders er zo over samen, maar in dit geval wel. Van Ame­ kunst bemoeide. Als Mengelberg in dacht in de oorlog. Alleen de echte hel­ rongen had lang geleden een omvang­ Duitsland zou dirigeren, zouden de na­ den gingen in het verzet en dat waren rijke stapel materiaal over Mengelberg zi's daar ongetwijfeld politieke munt er verhoudingsgewijs maar weinigen." uit het archief van Het Vrije Volk kuIUlen uit slaan. "Nee, wroeging heb ik nooit gevoeld. redden en plukt daar nu de vruchten Politieke naïviteit van Mengelberg? Het was onbestaanbaar geweest dat ik van. Van Woudenberg: .. Het ging Mengel­ als jonge musicus Mengelberg aan diens Vier jaar lang reisde hij elk~ zes we­ berg in de eerste plaats om de muziek jas had getrokken met de vraag of hij ken voor een weekeinde naar Parijs om Ik herinner me dat toen in de oorlog zijn dirigeerstok wilde neerleggen. Hîj met Bregstein deze schat tot een to­ Joodse musici verdwenen uit het orkest, was degene die tot je sprak en niet om· neelsnlk te bewerken. Uit de interviews hij bij Seyss-Inquart ging bepleiten om gekeerd. Willem Mengelberg was een met en verhalen over Mengelberg komt die mensen terug te láijgen. Die lege dictator. Maar dat dictatorschap heeft een naïeve man naar voren die aan plekken moesten opgevuld, anders kon ook tot fantastische dingen geleid. Hij 'hoogmoedswaanzin in de hoogste het orkest niet spelen. Daar draaide zijn maakte een wereldorkest van het Con­ graad' leed, zoals Van Amerongen het wereld om. Mengelbel'g keek door een certgebouworkest." in een essay bij het toneelstuk ver­ muziekbril. waardoor hij de realiteit uit woordt. Zoals blijkt ujt Mengelbergs re­ het oog verloor. Maar op dat moment actie op de aarzeling van Joodse or­ heb ik me dat niet zo scherp gereali­ kestleden om in 1938 in nazi-Duitsland seerd. Ik was jong, diep onder de indruk te spelen... U hebt mijn persoonlijke ga­ van deze beroemde dirigent en vl?or de rantie dat niemand een haar zal wor­ rest probeerde je te overleven. Toen de Jen gJ.'krenkt. ledereen van ons is wel- namen van de Joodse componisten in . kO li~ zo we] ~J)d.e:1l als g ~ NSS',t.\>tj." het Concertgebouw werden ' wegge­ Ennb}: (~e 9 d~g noe ze moeten ant­ kalkt, signaleerde je dat wel als iets dat woorden ai'S \~and Heil Hitler zegt, ant­ zich nietverdroeg met de opvatting van Toneelstuk woordt hij: .. Dan zegt u ne~jes: Guten~ Mengelbetg dat kunst apolitiek moet tag", zijn. Maar tegelijkertijd viel deze han­ Sandra Kooke De sleutel tot bet begrip van Mengel­ deling in het niet bij de veel ergere din­ bergs gedrag is de verafgoding die hem gen die je om je heen zag gebeuren. Er ,;Hij was meer dom, {IaU,slecht", zegt ten deel viel, vinden Bregstein en Van werden mensen doodgeschoten op Martin van,.NneroJlgen.,,,,lje,e::;,te;-. Amerongen_ Mengelberg was volgens straat. Joden weggevoerd." ageert Philo Bregstem feL "HiJ hield tijdgenoten, schrijft van Amerongen, Van Woudenberg herinnert zich dat zich van de domme." Ook nu het to­ 'Gods eigen opperkapelmeester op aar­ Mengelberg zijn houding verdedigde neelstuk over dirigent Willem Men­ de'. Recensenten vereerden hem als met de opmerking: 'Juist nu hebben gelberg af is, zijn de twee schrijvers 'Hercules', 'jonge Bonaparte' en 'pro­ mensen de muziek nodig.' "Maar hij niet tot een gezamenlij}Qeordee~(jver feet der muzièk'. Geen orkestlid dat had ook kunnen zeggen: ik stop ermee hun ondclWerp te bewegen.. . r hem durfde tegen te spreken. In een zolang de Duitsers hier de baas zijn. land waarin enige concurrentie ont­ Dan was hij een held geweest." Dat is niet zo vreemd als het lijkt. Want brak, werd de talentvolle Mengelberg Mengelberg heeft nooit afscheid ge­ 'de zaak Mengelberg' is te complex voor in korte tijd tot bovenaards wezen ge­ nomen van zijn orkest. Nog voor de be­ een eenduidig oordeel. Mengelberg, die promoveerd. Geen wonder dat hij er vrijding vertrok hij naar zijn 'chasa'. van 1895 tot 1944 het Concertgebouw­ zelf in ging geloven. ,.We hebben nog Toen het Concertgebouworkest in 1947 orkest dirigeerde, was geen antisemiet. ge~n half zinnetje zelfkritiek van hem optrad in het Zwitserse Interlaken, Hij heeft geen Joden verlinkt, Maar hij ontdekt", zegt Bregstein. zocht violiste Ellie Heemskerk Mengel­ heeft zich evenmin verzet tocn de na­ Nu wás Mengelberg in de eerste twin­ berg op in zijn chalet. Van Woudenberg: zi's de Joden uit zijn orkest en 100dse tig jaar van zijn loopbaan ook een bril­ "Hij heeft toen tegen haar gezegd dat componisten van het repertoire ver­ jant dirigent. Het Concertgebouworkest hij niet begreep waarom hij was be­ wijderden. Hij liet zich gebruiken voor heeft daar enorm van geprofiteerd. Het straft. Letterlijk waren zijn woorden: 'll< c.ultuurpolitieke nazi-propaganda: voor is niet voor niets dat de directie van het begrijp niet waar ik dit lot aan heb ver­ een zaal vol nazi's het Horst Wessellied Concertgebouworkest en dirigent Ric­ diend'. spelen, vond hij geen bezwaar. Hij te­ cardo Chailly begin vorige maand naar Achterafheeft Van Woudenberg zic~ kende voor de Kultuurkamer en ging Mengelbergs graf in Luzem gingen om afgevraagd ofdiens Duitse achtergrond zonder problemen op de foto met rijks­ er een krans te leggen als eerbetoon aan een rol beeft gespeeld bij Mengelbergs conunissaris Seyss-Inquart. Bregstein: het muzikale genie. Als eerste herken­ pro-Duitse houding. "Zijn ouders waren "Hij heeft zijn Joodse orkestleden ver­ de hij de genialiteit van Gustav Mahler. . Duitsers, hij is in Duitsland opgeleid en raden, hij heeft de Joodse diamant\Ver­ wiens werk hij tegen de stroom in keer was sterk georiënteerd op dat land. kers die altijd zijn concerten bijwoon- _op keer uitvoerde. Des te schrijnender 14

. IS het dat hij niet protesteerde toen de toch mededogen voor de man die van mes . 'Een ausserordentlicher domkop", rnuziek van Mahler niet meer mocht ZJl grote hoogte t~n val kwam. "De tra· oordeelt Klemperer. "Een nationale worden uitgevoerd. Om zijn hoge posi­ giek van Mengelberg was die hofhou· zondebok", zegt Heemskerk "Een on­ tie te behouden moest hij zich daarbij ding, de pluimstrijkerij, waardoor geen ve rgelijkbaar dirigent. die, dol gewor· neerleggen. zelfkritiek meer mogelijk was." den, alleen nog maar. werkte voor zijn Dat verraad aan Mahler, en daarmee In het toneelstuk, dat Mengelberg eigen praal", concludeert Vermelllen. aan zijn eigen artistieke principes, voor de oorlog op het hoogtepunt van Maar de schrijvers' laten Vermeulen wordt in het toneelstuk verbeeld door zijn macht toont en na de oorlog als hij . na Mengelbergs dood in 1951 (vlak voor de zWijgende schim van Mahler, die uitgekotst is door Nederland, worden het einde van zijn straf) ook zeggen dat Mengelberg kwelt als zijn geweten gaat deze en andere gezichtspunten ver- . hij een lauwerkrans op Mengelbergs knagen. Mengelberg ontkende dood­ woord door tijdgenoten als de dirigent graf zou willen leggen, omdat hij door weg dat hij geen Mahler meer mocht Otto Klemperer, zangeres ]0 Vincent, hem in de 'schatkamer van de muziek' spelen van de nazi's, zoals hij ook ont­ orkestlid en vriendin Eliy Bijsterus was irIgewijd. Die krans is vijftig jaar la­ kende dat het standbeeld van Mendels­ Heemskerk en componist en criticus ter alsnog door het Concertgebouwor­ sohn in Leipzig was neergehaald. "Hij • Matthijs Vermeulen. In een rechtszit­ kest gelegd en Van Amerongen noemt loog", oordeelt Bregstein hard. "Wie ting, die zicn in een droom van Men­ dat een 'daad van noblesse'. Tegelijker­ liegt, is te lcwader trouwen niet dom." gelbergafspeelt, belichten z~i de gTQot­ tijd mag de smet en smaad beslist niet Ook Van Amerongen noemt Mengel­ heid van zijn muzikale erfenis en de bedekt worden. Bregstein: "Hij blijft berg onolÎl.wonden 'fout', maar hij voelt kldnheid van zijn politieke stellingna- een.Sll1et op de Nederlandse geschiede­ nis",

CENTRA EERER

\ '. I 15

Willem Mengelberg tussen licht en donker Overgenomen uit MAHLERNIEUWS Eveline Nikkels

"Wij schreven een toneelstuk over deze pijnlijke bladzijde in de Nederlandse cultuurgeschiedenis, dat niet alleen beoogt een portret van Willem Mengelberg te schetsen, maar bovendien een beeld van het door-en-door conservatieve klimaat dat de dirigent tot hoogmoedswaanzin dreef waardoor hij uiteindelijk zijn fatale vergissing heeft gemaakt," lezen wij op de achterflap van het door Martin van Amerongen en Philo Bregstein gezamenlijk geschreven toneelstuk 'Willem Mengelberg tussen licht en donker'.

Op 15 oktober vond de première als een reading plaats in de Balie in Amsterdam, waarbij een groot aantal meer en minder prominenten uit de muziek- en verdere kunstwereld acte de présence gaf.

De bedoeling was om die avond het eerste exemplaar aan te bieden aan Marius Flothuis, die een hoofdrol vervult in dit stuk en boyendien de tekst met de hem zo eigen zorgvuldigheid voor de publicatie op eventuele fouten heeft nagelezen. Helaas verhinderde zijn ziekte hem toen al een publiekelijk verschijnen. (Inmiddels is Flothuis niet meer onder ons, zie in memerorium lilders in dit nummer) Hij was echter in de interpretatie van Freek Bos zéér aanwezig en leeft nu -postuum- waardig voort in de vele momenten, waarin ook hij -tussen licht en donker- een belangrijke rol vervulde.

Deze zomer mocht ik als eerste als gast op de Chasa Mengelberg verwijlen en deze week heeft op mij een onuitwisbare indruk nagelaten. Wat in dit stuk over Mengelberg en zijn Chasa wordt gezegd kreeg als het ware een duidelijk perspectief, een uitvergroting, zo groot, dat het leek alsof inderdaad Mengelberg daar op zijn stoel zat. Missschien was de eerste opzet van Van Amerongen en Bregstein om Mengelberg te veroordelen, maar gaandeweg kwam er toch meer begrip voor de onhandigheid en ongenaakbaarheid van 'de baas', zoals hij door velen van zijn orkestleden en solisten, ja zelfs door de garderobejuffrouwen werd genoemd.

Zou het stuk 'taking sides' van RonaId Harwood, dat handelt over Wilhelm Furtwängler deze veranderde toon veroorzaakt hebben? Onder de titel 'het verhoor' speelde dit toneelstuk tezelfdertijd als de reading van 'Mengel berg' , een vreemde coïncidentie, maar extra boeiend! Oordelen mag, maar veroordelen? Na 50 jaar kijkt een nieuwe generatie naar deze stukken en heeft --denk ik- niet meer die onverzoenlijkheid van de mensen van het eerste uur, die over Mengelberg moesten oordelen. De TV documentaire over Mengelberg (1995) toonde dit ook al aan.

Na de reading was het de tijd van bet stuk zelf lezen. Heel verhelderend en absoluut onmisbaar voor diegene, die niet is ingevoerd in het wel en wee van de periode Mengelberg, zijn vooral de annotaties achterin. Het toneelstuk leest als een flitsend verhaal, de reading was op hoog niveau en ik mag alleen maar hopen dat het niet bij deze reading blijft. Voor Mahlerianen is het een verhelderende belichting van de relatie Mengelberg-Mahler, tijdens de reading gesymboliseerd als een zwijgende, in de bekende 'zwarte jas met hoed' gehulde figuur, die als een verwijtend geweten door het hoofd van Mengelberg spookte. 16 HET VERHOOR Bram van der Vlugt imponeert als dirigent Wilhelm Furtwängler Overgenomen uit AVRO Klassiek nummer 3, jaargang 5.

Kunstenaarschap tijdens de Tweede Wereldoorlog is ruim een halve eeuw later nog steeds een heikel onderwerp. In het nieuwste toneelstuk van Ronaid Harwood Het Verhoor wordt de wereldberoemde dirigent Wilhelm Furtwängler aan de tand gevoeld. Goed of fout in de oorlog. Zo zwart-wit ligt het niet volgens acteur Bram van der Vlugt, die de rol speelt van de omstreden dirigent. Het Verhoor is een door Lodewijk de Boer minutieus geregisseerde voorstelling met een ijzersterke cast. "Het is een vreugde om als acteur hieraan te mogen meewerken" .

Wilhelm Furtwängler (1886-1954) was Furtwängler. "Als dit stuk alleen maar over Duitslands leidende dirigent gedurende de goed of fout ging, dan was het als een jaren 1933-1945. Hij werd in een benarde wedstrijd geschreven", zegt Bram van positie gemanoeuvreerd, ingegeven door der Vlugt. "En dat is het niet. Het is een de politieke situatie van dat moment. De gevecht over dingen die hoger zijn dan het liefde voor de muziek hield hem in Duits­ tastbare, over kunst en proleten. Furtwängler land. Veel collega's als Arthur Bodansky, voelde zich een wachter die op het glorieuze Bruno Walter, Otto Klemperer en Arnold . muzikale erfgoed moest toezien. Dát moest Schönberg waren inmiddels naar het bui­ in tact blijven en daarom vond hij dat zijn tenland verdreven. Alleen de jonge, ambi­ plaats bij zijn volk was. Hij zag het als een tieuze Herbert von Karajan, lid van de missie om de hoogste muzikale waarden in Partij. speelde zich in de kijker. stand te houden. Om met muziek troost te Jaren later zou Von Karajan in de voet­ bieden. Hij geloofde in zijn grootheid sporen van Furtwängler treden en het en het wonder van de geest. Daar heeft hij leiderschap van de Berliner Philharmoniker zijn leven aan gewijd." op zich nemen. Binnen zijn mogelijkheden heeft Furtwängler er alles aan gedaan om .Joodse musici te beschermen. Op zijn eigen Opnames van het slotdeel van de wijze pleegde hij verzet; hij heeft officiële Se Symfonie van Beethoven en het Adagio functies nooit geaccepteerd, hij speelde uit de 7e Symfonie van Bruckner spelen een niet in de omringende bezette landen en belangrijke rol in het stuk. "Overal waar hij weigerde de Hitlergroet te brengen bij Bruckner en Beethoven worden gespeeld is aanvang van zijn concerten. Toen hij in 1942 de mens vrij . De muziek voert de mens naar werd opgeroepen om op de verjaardag van regionen waar beulen en moordenaars hem Hitier te dirigeren, was een spontane niet kunnen deren", verklaart Furtwängler. ontsteking in zijn hals, die hem het werk Hij wordt geconfronteerd met een opname onmogelijk maakte, zijn antwoord. van het Adagio uit Bruckners 7e Symfonie. Hij weigerde te dirigeren. De oorlogsjaren Van der Vlugt laat Furtwänglers handen hebben Furtwängler tot een controversieel langzaam bewegen op de maat van de man gemaakt. muziek, alsof hij weer voor zijn orkest Schrijver Ronaid Harwood levert een staat. Totdat hem verteld wordt dat deze boeiend, geslaagd toneelstuk af, waarin hij muziek gedraaid werd op de radio bij de een fictieve ontmoeting arrangeert tussen dood van Hitier. Furtwängler verstilt en hij de Amerikaanse ondervrager Steve Arnold beseft in welke situatie hij is terechtgekomen: . (gespeeld door Theo Pont) en de musicus hij is gebruikt door de Partij. 17

Van der Vlugt heeft zelf de historische Hoe omstreden nog steeds over Furtwängler Bruckner-opname deze zomer in New York wordt gedacht illustreert Van der Vlugt als gevonden: een opname uit april 1942 in volgt: "Ik was te gast bij Roland Kieft in het Berlijn, Studio Telefunken. Dit was voor hem AVRO-radioprogramma Artiestenfoyer op tevens een eerste kennismaking met het werk zondagochtend. Daar ontmoette ik dirigent van Bruckner. En dat terwijl hij zelf uit een die Furtwängler direct tot muzikale famili e komt, piano en cello speelt de grootste dirigent aller tijden benoemde. en twee kinderen op het conservatorium Twee dagen later sprak ik Jan Wolkers, die heeft. Favoriete werken voor hem zijn de hem 'een vuile verrader, die niet deugde' drie vioolsonates van Brahms. "De eerste noemde. Zo ligt het dus nog steeds." acht maten van de Eerste Sonate zijn hemels en kan ik keer op keer beluisteren". Maar ook het Cel/okwintet van Schubert of de strijkkwartetten van Sjostakovitsj bieden hem veelluistergenot. "Zo organisch, zo rijk aan klank. Ik kan iedereen aanraden om daar eens de tijd voor te nemen".

Wilhelm Furtwängler buigt voor (v.l.n.r.) Goering, Hitier en Goebbels (The Lebrecht Collection) 18

Gerechtigkeit für einen J(ollahorateur Das Erbe Willem Me1lgelbergs «Mengelberg war neben Stokows!ä der grösste Dirigent, den i~h au! Platten gehört "abe», bekalInte Glenn Gould - ellle Einschätzung, die nicht nul' übel'raschen sondem aucl~. Betremden ar~slösen. dü~(te. Abel' Kontroversen begleiten Leben und mrken des hollandlschen Muslkel's 11lcht el'st seit dessen Tod vOI'/ünjzig Jahl'ell.

~tttJii rg,trJfitu ~g Mittwecb, 21. Novell'lber 2001 . 'Nr. 271,

Als der «Zentrale Ehrenrat für die Kunst» am ren. An der Spitze einer langen Liste mit Urauf­ 2. Juli 1945 ein lebenslanges Auftrittsverbot über führungen unter Mengelbergs Leitung stehen Willem Mengelberg verhängte, bedeutete dies das Hindemiths «Schwanendreher» von 1935 (unter unIiihmliche Ende einer glanzvollen Karriere, die Mitwirkung des Komponisten) und das Violin­ den hochbegabten Musiker bereits 1895, mit ge­ konzert (1940), Milhauds «Carnaval d'Aix» rade 24 Jahren, an die Spitze des Concertgebouw­ (1926) und Kodálys Háry-János-Suite (1927) so­ Orchesters Amsterdam geführt hatte. Wie kam es wie die wegweisende Premiere von Bartóks Zwei­ zu diesem tiefen Sturz? Es war, vereinfacht ge­ tem Violinkonzert (1939) mit dem Geiger Zoltán sagt, Mengelbergs erschreckende Naivität in poli­ Székely, die glücklicherweise als Mitschnitt über• tischen Fragen, die ihn weder von Tourneen ins liefertist. Unter den übrigen Aufnahmen fallt eine Dritte Reich noch von Auftritten mit deril ver­ starke Bevorzugung der deutsch-österreichischen hassten «Reichskommissam Arthur Seyss-Irtquart Tradition ins Auge, mit kompletten Zyklen der Abstand nehmen liess. Hinzu kam ein gewisser Sinfonien von Beethoven und Brahms, den spä• Dünkel des KünstIers: «Wie die Sonne flir alle ten· Schubert-Sinfonien sowie Auszügen aus scheint», meinte er, so «ist es auch mit der Kunst, Opern von Weber und Wagner. Btuckner spieIt die über der Politik steht.» Eine Äusserung, die dagegen erstaunlicherweise keine Rolle. Stattdes~ vor dem Hintergrund der. deutschen Besatzung sen linden sich Orchesterstücke von Debussy, der Niederlande ab Mai 1940 fraglos weltfremd, Ravel und Franck sowie Hauptwerke von Dvofák wennnicht gar scheinheilig zunen~ei} ist -~aren und Tschaikowsky, den Mengelberg noch persön­ doch ilUch, ihm Verfolgurig prid ,Rassêriw!lhn 'niCht !ich kennen gelernt hatund dessen Handexem- verborgerigeblieben. Sa" erhie/ten die jiidisc~eii. plare ihm zur Verfügung standen. . Musiker seines Orchesters alsbald ' Spieiverbot, Sucht man in diesem gewaltigen Katalog mit und die Kulturideologie Hiders erklärte viele der gut · 230 dokumentierten Aufnahmen zwischen grössten Komponisten filr «entartet», 1922 und 1944 nach Schlüsselproduktionen, so Wenngleich Mengelberg diese Doktrinzumin­ kommen als Erstes die Sinfoniezyklen von Beet­ dest im Oktober 1940 · noch . mehrmals unterlief, hoven und Brahms sowie der aufschlussteiche als er Bruchs g-Moll-Konzert und Mahlers Erste Mitschnitt der Bach'schen Matthäuspassion von Sinforiie auf seine Programme setzte, und obwohl 1939 in den Blick. Letzterer belegt Mengelbergs er sich im Stillen mr verfolgte Musiker verwandte; lebenslangen Einsatz für dies es Werk, das er als muss man seine Haltting gegenüber den Besat­ Leiter des Toonkunst-Chores ab 1898 jedes Jahr zem nach aussen hin als angepäss~Jä' -àïs l,öy~1 be" zur Aufführung gebracht hat, unter anderem auch zeichnen. Es verwundert deshalb kaum, dass ihm bei der Pariser Olympiade von 1924. eben diese Einstellung nach der Befteiung zum Verhängnis wurde. Stmmen mag inan . ehèdi~et die Härte, mit der die Niederlande ihren früherèrt Staatskünstler gezielt ins Abseits stèllüirt:. Zwat wird dàs lebenslange Auftrittsvèrbot nach Protes­ ten auf Juli 1951 begrenzt, doch diese J'viilderung korrtmt Mengelberg nicht mêhr ztigute; AtU 22. März 1951, sechs Tage vor seinern 80. Öê- Bach, Deethoven, Drahms burtstag, stirbt er im Schweizer Exil. , . , . Selbsttedend darf man diese Produktion nicht Bis heute nicht offiziell rehabilitie~, gilt rVJen­ unterdem 8lickwinkel einer historisch informièr­ gelberg vielen Niederländemnoch imme( àls ten Aufführungspraxis beurteilen. Dagegen spre­ rückgratIoser . Kollaborateur, und die Bèwertung chen allein schon einige schmerzhafte, doch da­ seines Verhaltens wird kontrovers bleihen. Sein mals geduldete Kürzungen und ein sowohl in Fauxpas soIlte, freilich - wie. illl ähnlicI,l<.öQipl~x dynamischen wie agogischen Fragen äusserst gelageiten' ' , f~ll Wilhelm Fun;wänglè($ ..~ ,ilicht freier Umgang mit dem Notentext. Doch die mr gänzlich ,den ..' Blick ., verstellen" ftir. . di~ , mti~îl<.-:­ he:utige. Ohren kaum ' mehr gerechtfertigten Ein­ geschiGIiHiche: iind : interpretàtorische Bedeutung g~ff~ smd of~ nur die Schattenseite eines in jeder des,Dirigenten, dessen diskograp1iischè~ . Erbe dn Hinslcht subJektiven Musizierstils, einer bis ins einzigartiges Zeugnis vom Musizierstii im frühen Letzte von der Persönlichkeit des Dirigenten 20. Jahrhundert bewahrt. ' . durchdrungenen Interpretation, die ihren Ur­ Mengelbergs Repertoire war aussergewöhnlich sprung in bedingungslosem Ausdrucksmusizieren weit gespannt: Kaum ein Bereich des klassisch­ hat, deren Wirkung ab er auf minuziöser Planung romantischen Kanons blieb ausgespart, . und b~!'llht. Die~e gleich~am subjektivistische Haltung neben einzelnen Werken der Barockmeister ist stosst zwar Immer wleder:an Grenzen stilistischer ~uch die zeitgenössische Musik ausgeprägt vertre- wie .geschmacklicher Art; ,doch 'im Gegenzug .er- 19

reicht Men~elbergs . Sicht beispielsweise in der Den Haag verwahrt werden. Nicht ohne Grund «?rbarrne dlch»-Arie eirien Tiefgang, gegen den hat die Mahler-Forschung diesen Aufführungs• vlele moderne Lesarten nur mehr glatt wirken. exemplaren den Rang von Quellen eingeräumt: Während diese Produktion in vielem wie ein Auskünfte über die letztgültige StelIUIIg der Mit­ Gege~b!I~ , , zum heutzutage vorherrschenden telsätze in der Sechsten Sinfonie beispielsweise B~9h.-, S,ttl)tn",lutet - ~ine Eigenschaft, die umge­ oder auch die Entschlüsselung des Adagiettos als ~e'1n ~ur aBzu deutltch auf emotionale DeflZite Liebestied für Alma verdanken wir Eintragungen uii.~er~r :, Zeit ., verweis~, -, ,können Mengelbergs Mahlers und Mengelbergs in diese Partituren. B,e~~h,o.yeIH~t~rpretatlOnen noch immer als ge­ Wie genau der Dirigent den Angaben seines num Jomantlsche Lesart bestehen. Sie besetzen Freundes folgte, zeigt die 1926 entstandene Ein­ tláriIi,.: eirte v'eimihelnde P()sition zwischen der spielung dieses so oft zerdehnten Satzes in weni­ Uta9-en. ~~ftert , Grösse bei Klemperer und der ger als acht Minuten, in denen dennoch die Zeit hu, '~a~~i1,Klassizität des späten Bruno Walter. stillzustehen scheint - eine bis heute nicht wieder­ ly1e~g~l~erg berier sich seinerseits auf eine Tradi­ holte Meisterleistung. - Als Mengelberg Zll sei­ tionslihie; die ' ihIi über seinen Kölner Lehrer nem 25 cJahr-Dienstjubiläum in Amsterdam 1920 ft~~~. WÜ;lIl'letupd.dessen Mentor AntOn Schind­ das 'erste grosse MaWer-Fest mit Aufführungen lèL!~llr dem Melster selbst verbunden habe. Wie aller Sinfonien ins Leben rier, schwärrnte der Iinnwt,iiian:sich dazu.stellt.- der Rang namentlich Musikpublizist Paul Stefan: '«Amsterdam ist zum dj:s . ~st7rd .amer Smfomen-Zyklus vom April Mahler-Bayreuth geworden, und das Concert­ 19~q .·, ste~t ~usser Frag.e. Die flir Mengelberg so gebouw ist sein Festhügel.» Heute feiert Mahlers chara~t~nstlschen a~oglschen Schwankungcn wir­ Werk auf allen Bühnen Triumphe; doch es k~I\~\~r stets o!'gamsch entwickelt, nicht gewollt scheint an der Zeit, auch einem seiner frUhen För• wle.p11tunter bel Bach; zudem gibt das Klangbild derer mehr Gerechtigkeit widerfahren zu lassen. obschon unleugbar historisch, ein beeindrucken~ Christioll WildhageIl des .Zeugnis von der Spielkultur des Orchesters das Jeder Nuance und jeder Eigenheit seines Diri~ AusgeWählte Aufnahmen unter Willem Mengelberg (mit dem genten: bereitwillig rolgt. Concertgeliouw-Orchester, safetn nicht anders vennerkt): Bach: MaUhäuspassion (1939). K. Erb, w. Ravelli, J. Vin­ " bÎeseNatürlichkeit des Rubatos zeichnet eben­ cent, I. Durigo, Toonkunst-Chor. 462 871 -2 (2 CD). - so:detlspätenBrahms-Zyklus aus der die Musik Bèethoven: Sinronien Nr: 1-9 (1940). Music & Arts 1005 (5 bëstäitdig in dunkeI lodetndem 'Feuer leuchten CD). :. Brahms: Sinfonien Nr. 1-4 (1940, 1939, 1944, 1938). läs's~ "-ein zugleich monumentaler und schwänne- Dante/Lys 075, 125 und 076 (3 CD). - Mahler: Sinfonie Nr. 4, Lieder eines fahrenden Gesellen (1939). Jo Vincent (Sopran), . ris~~er ' ~tiI, ?~t gleichsam aus ,der Empfindung Hermann Schey (Bariton). Dante/ Lys 282 (I CD). - Mahler: dëS ÁugenbllcRs geboren, der Brahins näher an Sinfonie Nr. 5, 4. Satz (1926). Symposium 1078 (I CD). - w~gn~t ' und Mahler ~ckt als an Schumann. Strauss: Ein HeIdenieben (1928), Don Juan (1938). Philhanno­ nic Symphony of New York (1928). Pearl GEM 0008 (I CD). - Richard Slrauss: Ein HeIdenIeben (1941), Don Juan (1938). Tel­ Strauss uud Mahler dec 9031-16441-2 (I CD). - Pèler Tschaikowsky: Klavierkoilzert Nr. I; Sinfonie Nr. 5 (1940). Conrad Hansen (Klavier), Berliner Solche Polarisierung erstaunt indes wenig, Philhannoniker. Biddulph 051 (I CD). wenn 'man bedenkt, dass Mengelberg nicht nOr «Maestro appassionato" . Bartók: Violinkonzert Nr. 2 (Ur­ Freund und Kollege der Spätromantiker Strauss auffûhrung, 1939); Schubert: Sinfonien Nr. 7 in h-Moll und und Mahler wa~, sondern auch deren bevorzugter Nr. 8 in C-Dur (1942); Bruch: Violinkonzert Nr. 1(1940); Wag­ ~ntetpret. So leltete Mengelberg in seinem Leben ner: Vorspiele zu «Tannhäusem (1940) und «Lohengrin» uber 370 Mahler-Aufführungen - weit mehr als (1927); Weber: Ouverturen zu «Oberol\)' (1928) und'«Der Frei­ Bruno Walter, Kl.en:rperer oder d.er Kompol)ist schütz» (1931); Tschaikowsky: Sinfonie Nr. 6 (1941); Franck: selbst, der es ledlghch aur 70 Dlrigate eigener Sinfonie in d-Moll (1940); 'Debussy: Fantasie mr Klavier lInd Orchcster (mit WaUer Gieseking) (1938); Ravel: Daphnis et Werke brachte. Kaum seltener standen die Ton~ Chloë, Suitè' Nr. 2 ~1938); 'Kodály:Peacock-Varialionen (1939) dichtungen ' vtm aur dem Pro­ u. a. HiSlory/Tiînoompany 205254-303 (lOCO). gr~mm:~app 360 Dirigate sind belegt - an der S~ltze mlt 89 Aufführungen «Ein Heldenlebem>. Dleses Selbst~orträt mit Makart'schen Zügen hat der' 'Kompomst dem Dirigenten und seinem Otchester aus Dankbarkeit gewidmet, und Men­ gelberg ~okum~ntierte seine Bemühungen urn das Werk mlt z~el Plattenproduktionen von 1928 und 1941, die .Strauss' eigener Einspielung im Temp() ers~unhch nahekommen, der Musik aber sogar,nochmehrlyrische Seiten abgewinnen . .Nicht minder au~schluss~eich ist der Vergleich · mlt... M1ihlers-Adaptlonen. elgener ,Werke fijr das Reproduktionsklavier WeIte-Mignon: Derbered­ t~'Rliba~o~S!il ' Mengelbergs findèt beim Koiiipo­ msten,em dlrektes Pendant, und die Gesamtauf­ n~hme. der Yierten Sinfonie vom November 1939 wlrkt m;ndleser Hinsicht schlichtweg wie eine Offenba(Ung. Obwohl immer wieder über• raschend in einigen eigenwilligen Details, ist l'yfengelbergs Interpretation im Ganzen nachweis­ hch durch peI?ö~liche Angaben Mahlers gedeckt u~d kan.n mlthm geradezu eine authentische Sttm,me .. lnnerh~lb der Tradition beanspruchen. Daf~r burge~ mc~t zuletzt die originalen Dirigier­ ~artlturen, die mlt rund 700 weiteren Werkein­ nchtungen Mengelbergs im Gemeentemuseum 20

Raadsels rondom radio-opnamen Van Willem Mengelberg Johan Maarsingh

In de laatste tijd zijn er dankzij onderzoek onbekende opnamen van de Nederlandse dirigent Willem Mengelberg boven water gekomen. Sommige opnamen werpen vraagtekens op over de datum waarop ze zijn gemaakt, andere opnamen hebben soms merkwaardige technische tekortkomingen, zoals intercomtonen, weer andere zijn niet compleet bewaard gebleven. Van Beethovens Derde Symfonie blijkt toch een complete live opname te bestaan. Vaneen andere opname kwam vast te staan dat deze niet door Mengelberg was gedirigeerd. Al met al een speurtocht met verrassende ontdekkingen.

Mengelbergs concerten waren sinds 1925 via de radio in menig huiskamer te beluisteren. De bewaard gebleven opnamen in de archieven van de omroep dateren echter van de periode 1935 tot en met 1944. Dat zijn dus Mengelbergs laatste jaren, voor een deel waren het zeer omstreden jaren.

Opnamen 1935-1944(?) In de jaren na 1920 dirigeerde Mengelberg een minder veelzijdig repertoire, de muziek uit Frankrijk en de muziek van eigen bodem, werd het stokpaardje van . Mengelberg oriënteerde zich meer en meer op de Duitse muziek. Toch is dit te zwart-wit 21

uitgedrukt. Er zijn live opnamen bewaard van composities van , , Sergei Rachmaninov, Julius Röntgen, Johan Wagenaar, Mengelbergs collega Comelis Dopper en zelfs Willem Pijper is vertegenwoordigd in de lijst van radio-opnamen en wel met het celloconcert. Op 22 november 1936 gaf Marix Loevensohn, solo cellist van het Concertgebouworkest zijn afscheidsconcert in die functie. Hij speelde behalve Pijpers celloconcert , ook de solo partij in "Don Quixotte" op. 35 van Richard Strauss. Dat overigens weer niet bewaard is gebleven. De vermoedelijk oudste opname is gemaakt op 4 mei 1935 tijdens een voorstelling in de Amsterdamse Stadsschouwburg, van Sofocles' Elektra met de toneelmuziek van Alphons Diepenbrock. Een andere witte raaf in de Mengelberg-discografie is het pianoconcert op. 26 van de Duitse componist en muziekpedagoog Max Trapp (1887-1971). Het niet of nauwelijks bekende pianoconcert van Max Trapp krijgt bij Gieseking en Mengelberg een gloedvolle vertolking. De muziek kenmerkt zich door vele noten, in een stijl van en Richard Strauss, die virtuoos aan de luisteraar worden voorgeschoteld. Willem Pijper schreef echter over deze uitvoering dat het een pleidooi was "voor een verloren zaak". De opname is niet compleet bewaard gebleven: één glasplaat is door de tand des tijds te veel aangevreten. Pianist en dirigent konden het goed met elkaar vinden en bewonderden elkaar wederzijds. Zo kon Mengelberg, waar het tempo en frasering betrof, aan vele ~olisten zijn eigen inzichten opleggen. Gieseking kon bij Mengelberg echter zijn eigen gang gaan. In pianoconcerten van Rachmaninov bijvoorbeeld, was Mengelberg bekend met de opvattingen van Rachmaninov zelf. Gieseking nam over het algemeen een lager tempo dan de componist. Mengelberg respecteerde de tempo-opvatting van Walter Gieseking volkomen en paste zich daarbij aan hetgeen indrukwekkende vertolkingen tot gevolg had.

Uit het jaar ,1937 lijkt geen enkele radio-opname te zijn bewaard gebleven. Tot de bijzopdere opnamen uit 1938, het jaar waarin gebouwen orkest vijftig jaar bestonden~ mogen de tweede Suite uit "Daphnis et Cloé" van Ravel, en de Fantasie voor piano en orkest van Claude Debussy worden gerekend. In laatst genoemde compositie soleerde wederom Walter Gieseking. In 1938 is er eveneens een uitzending geweest van Mahlers Achtste Symfonie, de "Sinfonie der Tausend". Juich niet te vroeg: alle bewaard gebleven live opnamen van de onder Mengelberg gegeven Mahler uitvoeringen blijven beperkt tot de twee reeds bekende: de Vierde Symfonie (van 9 november 1939, met Jo Vincent), en de Lieder eines Fahrenden Gesellen (met Hermann Schey, van 23 november 1939). Van die beide concerten is meer interessant materiaal bewaard gebleven: het Vioolconcert van Emest Bloch (met Joseph Szigeti, 9 november) en van Zoltan Kodaly de zogeheten "Pauw-Variaties" , een werk dat de componist speciaal schreef voor het 50- jarig jubileum van het Concertgebouw (-orkest), dat een jaar eerder plaats had.

Uit 1940 zijn ons vrij veel opnamen overgeleverd. Naast de reeds genoemde Beethoven-cyclus, waarover verderop meer, zijn er in de periode voor mei composities van Rachmaninov (pianoconcert nr. 3, Gieseking) en Hindemith (Vioolconcert, met Ferdinand Helmann) bewaard gebleven. Op 10 mei werd Nederland bezet door Nazi-Duitsland en verbleef Mengelberg in datzelfde Duitsland .... Het is uitgesloten dat hij reeds op 26 mei het Concertgebouworkest leidde in de Vierde Symfonie van Tsjaikovsky, de dirigent was wèl Eduard van Beinum. Volgens de archieven zou in de live opname van die uitvoering alleen de Finale door Van Beinum zijn gedirigeerd, ' de drie andere delen werden gespeeld onder leiding van Mengelberg. Uiterst merkwaardig! In oktober 1940 dirigeerde Mengelberg voor het laatst in zijn leven werk van zijn vriend Mahler. 22

Met toestemming van Rijkscommissaris Seyss Inquart mocht het Concertgebouworkest drie uitvoeringen geven van de Eerste Symfonie. Het werk werd niet in het programmaboekje toegelicht. De uitvoering stond ook niet in de radiogids aangekondigd en is -gezien de anti­ joodse politiek van de nazi' s ook niet voor uitzending via de radio opgenomen.

In 1941 is er gek genoeg geen radio-opname van Mengelberg bewaard gebleven Wel maakte hij voor de firma Telefunken enkele plaat-opnamen, waar onder "Ein Heldenleben" van Richard Strauss. Ondanks de in 1941 bestaande omstandigheden krijgt het deel met als titel "Des Helden Friedenswerke", een zeer bevredigende verklanking ..

Datering opnamen Met ingang van 1942 bespeelde Haakon Stotijn de eerste hobo in het Concertgebouworkest. Zijn geluid is voller en rijker dan de iel-scherpe toon van George Blanchard. De klank van de hobo is een belangrijke toetssteen voor het dateren van radio- en plaatopnamen van het Concertgebouworkest. Naar nu pas blijkt bestaan er maar liefst twee opnamen van Beethovens Vijfde Symfonie .. Mengelberg dirigeerde het Concertgebouworkest op plaat opnames voor Telefunken niet alleen op 5 april 1937, maar ook op 15 april 1942. De reden is dat er in de eerste opname een paar uitglijders zijn te horen. Deze zijn in 1942 niet opnieuw gemaakt. De opname is zondermeer veel beter, en de toon van de hobo moet haast wel die van Stotijn zijn. Merkwaardig genoeg bracht Teldec juist die opname uit 1942 tot twee keer toe uit op CD. Voor de liefhebbers in 1988 gafTeldec op 1 cd de symfonieën 5 en 8 uit onder nummer 243.7252 ofZS 844.159 in de serie ten gevolge van het 1OO-jarig jubileum van het Concertgebouworkest. In 1993 verscheen hiervan een heruitgave onder nummer 4509955152. De echte opname uit 1937 is echter in 1999 door Teldec uitgegeven met het bestelnummer 3984- 28408-2, gekoppeld aan Beethovens Zesde Symfonie (pastorale). Een blad als de "International Classical Record Collector" (Summer 2000, blz.69-70), beweert dat ook nu de opname uit 1942 is heruitgebracht, maar een vergelijking van de opnamekwaliteit wijst uit dat het echt om de opname uit 1937 gaat. Deze opname is eveneens uitgekomen bij het Engelse label Pearl GEMS 0074 (3 cd's) Mengelberg conducts Beethoven. The Telefunken Recordings 1937-1942. Met als inhoud: Symfonieën nrs. 1,3,4,5,6 en 8 met deJen uit "Die Geschöpfe des Prometheus". In het begeleidende boekje wordt bovendien een nooit uitgebrachte opname van de Tweede Symfonie genoemd, die op 24 april 1941 zou zijn gemaakt. Het is echter ook heel goed mogelijk dat Mengelberg toch maar één opname van Beethovens Vijfde Symfonie voor Telefunken heef}: gemaakt. De verschillen tussen de diverse uitgaven zijn terug te voeren op ongelijkheden in de montages door de platenmaatschappij ten behoeve van de heruitgaven door de jaren heen.

Nederlands Audiovisueel Archief In het historisch archief van het Nederlands Audiovisueel Archief (N.A.A.) zijn live opnamen uit mei 1936 van de symfonieën 2,6 en 7; van mei 1938 dateren opnamen van de Zesde en de Negende symfonie. De cyclus uit april/mei 1940 is bewaard gebleven en in de jaren na 1945 meer dan eens door de AVRO via de radio uitgezonden. In 1960 verschenen de opnamen van acht symfonieën, met een live opname van de ouverture Fidelio, op Philips-Iangspeelplaten, in de serie Documenta Musica. Alle symfonieën, behalve de Derde. In 1977 gaf Philips de Beethoven-cyclus onder Mengelberg opnieuw uit in één doos. Voor die gelegenheid had deze firma, in het geval van de Eroica-symfonie, gebruik mogen maken van een plaatopname, gemaakt door Telefunken op 11 november 1940. In 1985 verzorgde Philips in Japan (!) een uitgave op CD. Deze is ook in Europa beschikbaar geweest. 23

In 1998 bracht Philips alle opnamen opnieuw in OInlOOP als onderdeel van de serie Dutch Masters. De klank van deze set is aanmerkelijk minder fraai dan de Japanse CD-uitgave! In al deze CD-uitgaven van Philips is de Derde symfonie de bekende Telefunken-opname. In de Dutch Masters-uitgave is daar bovendien nog eens applaus aan toegevoegd: een meesterlijke blunder. Het overslaan van de naald in de Finale van de Eerste symfonie laten we maar buiten beschouwing, het is wel exemplarisch voor de zorg, die aan deze uitgave is besteed.

Een uitvoering van de "Eroica?' vond plaats op 14 april 1940. Het gedeelte voor de pauze werd door de A VRO rechtstreeks uitgezonden. Het programma bevatte de Egmont-ouverture op. 84 en de Symfonie nr. 1 in C op.21. Na de pauze hoorde het publiek in de zaal de Eroica, maar deze is niet live door de AVRO uitgezonden! Wel blijkt de opname bewaard te zijn gebleven. Daarvan ontbreekt het openingsdeel. Het tweede deel (Marcia funèbre) laat aan het begin grote technische mankementen horen. De opname is dus niet compleet! Momenteel wordt deze opname door het N.A.A. bewaard op DAT (Digital Audio Tape). Deze opname is echter niet in bezit van de AVRO, maar van de NRU, de huidige NPS! Of de AVRO van deze opname echt afstand heeft gedaan is niet bekend.

In 1985 bracht het Amerikaanse label Curtain Call (Music & Arts) een doos platen op de markt met live-opnamen van het Concertgebouworkest onder Mengelberg. Een complete opname van Beethovens Eroica is daar onderdeel van. Het gaat daarbij om een live-opname van een concert van 6 mei 1943. Deze opname staat bij het N.A.A. op DAT. Deze opname uit 1943 is in Europa ook leverbaar geweest op een CD van de Japanse firma King Records en die CD klinkt even goed als de DAT in het omroeparchief. De kwaliteit van de opname uit 1943 laat sterk te wensen over. Zo zijn de slotmaten van het Scherzo het aanhoren nauwelijks waard. Ook in de Marcia funèbre zitten een aantal opname technisch zwakke plekken. Hoe dan ook: beter een technisch gebrekkige, maar wel complete live opname dan helemaal géén. Dat men deze opname in latere CD-uitgaven laat doorgaan voor die van april 1940 is te betreuren. De mankementen aan het slot van het Scherzo zijn nauwelijks te verhullen en zijn een ideaal controle punt om te bepalen of het gaat om de opname van mei 1943.

Een merkwaardige vondst was een band met als datum van montage: 9 januari 1957. Dit is dus gedaan drie jaar voor de uitgave van de Mengelberg-LP's door Philips in de serie Documenta Musica. Een datum van opname, ook wel registratiedatum genoemd, is niet gegeven De documentatie bij deze band is te gebrekkig om een exacte opnamedatum te kunnen achterhalen. Deze band bevat een live opname van Beethovens Derde Symfonie, gedirigeerd door Willem Mengelberg. Zijn kenmerkende tweevoudige tikje is tijdens deze opname te horen. De opname is gemaakt met het Miller-systeem van Philips. Kort voor de Tweede Wereldoorlog nam men in Hilversum dit systeem in gebruik.

De op deze band aanwezige technische storingen, in de vorm van doffe, ploffende tikjes, kunnen ons misschien helpen bij het vaststellen van een registratiedatum. In "Luistergids, het orgaan van de sinds 9 maart 1941 functionerende Nederlandsche Omroep, staat op 5 maart 1942 een live uitzending vanuit het Concertgebouw aangekondigd. Het programma van het concert door het Concertgebouworkest onder leiding van Willem Mengelberg bevatte voor de pauze de volgende werken van Mozart: Ouverture tot de opera "die Zaubertlöte" KV. 620; Scène "Bella mia fiamma" KV 528 (met Ria Ginster, sopraan); Concert voor fluit en orkest nr. 2 in D-groot KV 314 (met Hubert Barwahser, fluit); motet "Exsultate jubilate" KV. 165 (met Ria Ginster sopraan). Na de pauze werd de Derde Symfonie van Beethoven uitgevoerd. 24

Het N.A.A. bewaart het gehele Mozart-programma, behalve de ouverture "Zauberflöte", met als registratiedatum: 5 maart 1942. Waarom deze datum bij de ouverture ontbreekt is niet bekend. Van belang is nu dat al deze opnamen de ploffende tikjes laten horen, die eveneens aanwezig zijn in de opname van Beethovens "Eroica"! De registratiedatum van deze uitvoering is dus zeer waarschijnlijk 5 maart 1942. Een ander argument is de hoboklank van Stotijn. Deze opname kan echter ook uit 1944 stammen. Op 8 mei 1944 gaf Mengelberg zijn allerlaatste concert met het Concertgebouworkest. In een totaal Beethoven-programma klonk als laatste de Derde symfonie. Gegevens zoals een aankondiging in een radiogids van die datum ontbreken echter. De uitgave van de eerder genoemde "Luistergids" staakte in het midden van 1943. Het papier was te schaars om de uitgave van een radiogids nog langer toe te staan. Bovendien werd het in 1943 verboden om een radiotoestel in bezit te hebben. Alleen Nederlanders die samenwerkten met het nazi-regime mochten legaal naar de radio luisteren. Gesteld dat er op 8 mei 1944 inderdaad een uitzending vanuit het Concertgebouw gepland was. Heeft deze dan ook werkelijk plaatsgevonden? Een intern mededelingenblad ten behoeve van medewerkers van de Nederlandsche Omroep van de maand mei 1944 is niet in het Omroepmuseum aanwezig. Het kan zijn dat het NIOD wel een programmaoverzicht heeft, maar het archief van de Nederlandsche Omroep blijkt nauwelijks in kaart te zijn gebracht. (René Kruis in een telefonisch onderhoud met de auteur). Gesteld dat er een schriftelijk bewijs komt dat er op 8 mei 1944 een concert door het Concertgebouworkest onder Mengelberg rechtstreeks zou worden uitgezonden, dan is nog niet zeker of een dergelijke uitzending ook heeft plaatsgehad. Waarom zou de Nederlandsche Omroep nog in mei 1944 van deze symfonie, welke tot het ijzeren repertoire behoort, een band­ opname hebben gemaakt? Dan zou ook nog eens geregistreerd moeten staan op welke band deze uitvoering van de Eroica is vastgelegd. Dan nog weten we in feite maar heel weinig: Het N .A.A. beschikt immers alleen maar over de bewuste kopie op een Digitale Audio-Tape ... Als datum van opname houd ik toch maar 5 maart 1942 aan.

Er moet echter nog een andere kanttekening worden geplaatst. Tijdens het beluisteren van de opname bekroop mij -en mij niet alleen- het gevoel dat de uitvoering mogelijk niet in het Concertgebouw plaatsvond. Een mogelijkheid is bijvoorbeeld de grote zaal van de Musikverein , in Wenen, alwaar het Concertgebouworkest op 8 april 1942 [I] een gastoptreden verzorgde. Het programma is afgedrukt in het eerste deel van de "Historie en kroniek van het Concertgebouwen het Concertgebouworkest (blz.214). Het programma is als volgt: Wagenaar ouverture Cyrano de Bergerac Franck Variations symphoniques (met Cor de Groot, piano) Berlioz 3 delen uit La Damnation de Faust Beethoven symfonie nr. 3 in Es op. 55 "Eroica" Het zou kunnen dat de opname tijdens dat concert is gemaakt en dat men in Hilversum na de oorlog bepaalde gegevens daarover heeft weggewerkt ... Maar dat blijft gissen. De andere werken zijn wel in andere opnamen van orkest en dirigent bewaard gebleven. Een rechtstreekse uitzending vanuit Wenen is destijds niet in Nederland te horen geweest. Het stond althans niet in de radiogids. Maar dat is geen garantie ... In geen enkele publicatie over het Concertgebouworkest of over Mengelberg wordt er melding gemaakt van een radio-uitzending van dit gastoptreden. Volgens Pauline Micheels was dat het enige buitenlandse optreden van het Concertgebouworkest tijdens de bezettingsjaren. [Muziek in de schaduw van het Derde Rijk blz. 234] Of er ook opnamen bewaard zijn in het archief van de ORF is niet bekend.

Onderzoek in radiogidsen uit april en mei 1940 bracht aan het licht dat destijds niet alle symfonieën zijn uitgezonden. De uitvoering van symfonie nr. 3, op zondag 14 april 1940 is niet 25 uitgezonden. Het concert van 21 april 1940, waarop de tweede en de zesde symfonie werden gespeeld is eveneens niet uitgezonden. . Van Beethovens 2e, 6e en 7e symfonie bevinden zich ook live opnames uit 1936 in het N.AA.. Van de Pastorale bestaat er zowaar een opname uit mei 1938. Onderzoek van de radiogids uit die tijd brengt aan het licht dat Beethovens Pastorale op 22 mei 1938 rechtstreeks is uitgezonden. De beluisterde opnamen van de 2e (uit 1936 en 1943), 6e (uit 1936 en 1938) en van de 7e symfonie (uit 1936) zijn niet gelijk aan de opnamen welke door Philips zijn verschenen.

Een Tristan-opname van Willem Mengelberg? Op een dubbel-LP en op een CD van het label Archive Documents verscheen enkele jaren geleden een live opname van Wagners Vorspiel und Isoldes Liebestod uit "Tristan und Isolde". De uitvoering zou zijn gegeven door het Concertgebouworkest onder leiding van Willem Mengelberg. In 1990 verscheen die opname op een cd van het Japanse King Records label onder nummer KlCC 2054. Binnen de gelederen van de Willem Mengelberg Vereniging werd getwijfeld aan Mengelbergs medewerking aan deze uitvoering Merkwaardig genoeg vermeldt een lijst van het N .AA geen enkele uitvoering van deze muziek onder Mengelbergs leiding.... De computer bleek die combinatie alleen op een cd te kennen. Hierbij werd de King-Records cd genoemd. Op band bleek wel een uitvoering bewaard te zijn onder leiding van met als registratiedatum 19 februari 1953. Al bij de eerste seconden bleek dat Monteux de dirigent was van de uitvoering die door Mengelberg zou zijn geleid!

Utrecht, augustus 2001 26

1924 De eerste radio uitzending Van het Concertgebouworkest Door Jan van Herpen.

In zijn boek EEN LEVEN MET RADIO schrijft Willen Vogt: "Toen Dr P. Cronhe~m, artistiek directeur (gedelegeerde van het bestuur) van het ~oncertgebouw, t~estemml~g gegeven had om het Concertgebouw uit te zenden, voegde hij een waarsch~wmg aan, ZIJ~ toestemming toe: 'Zorgt u er voor dat u het met ~illem ~engelberg verstandIg ~egt. HIJ had zich aanvankelijk wat verwondert over de Ultdrukking:. het Concertgebo~w Ultze~den. Wat was dat? 'Ik dacht zo dat zoiets alleen gebeurde met dmers van de k~k. .Met Wtlle~ Mengelberg had ik geen moeite. Hij ha~ in. ~erik~. i~ts van de aanwezlghel.d van radlO gemerkt en wilde graag meewerken, mits Ik ZIJn aanwlJzmgen volgde. Dat deed Ik graag. De proefuitzending vond plaats op 8 januari 1925."

Het programma die avond want 'we hoorden jullie zingen voortreffelijke Kroniek, Nico bestond uit Een Nacht op de (of spelen) als waren wij erbij in Steffen, inderdaad "Eerste uit­ Kale Berg van Moessorg~ky, de de zaal' was een compliment dat zending door de NSF te Hilver­ Concertsuite voor viool en or­ enorm veel goodwill stichtte. De sum van een AC (Abonnements­ kest opus 28 (solist Ferdinand uitzendingen uit het Concertge­ concert) o.l.v. Karl Muck." Er Helmann) van de nu vergeten bouw waren daarmee begon­ staat bij dat die dag in Amster­ Russische componist S.l. Tane­ nen. Iedere donderdagavond en dam de eerste uitvoering plaats­ jev (1856~1915) en de 5e Sym­ menige zondagmiddag werden vond van The Ocean opus 99 fonie van Tsjaikowsky. de concerten integraal uitgezon­ van de Amerikaan H. Hadley Vooraf waren er (uitgesproken den." onder leiding van de componist. in Hilversum) een openingsrede Toch heeft Willem Vogt het mis. Maar dat werk wordt in de Ra­ door G. baron Tindal, voorzit­ De eerste uitzending van het . dio-Expres niët genoemd. Hoe ter van de Hilversumsche Concertgebouworkest was niet . zit dat dan? Nico Steffen heeft Draadlooze Omroep en een rede op 8 januari 1925 maar op 30 voor me uitgezocht dat er op die van de directeur van de NSF, maart 1924. Dat weten we uit zondag twéé concerten onder A. Dubois. Omroeper was het blad Radio-Expres van die leiding van Muck zijn gegeven. W. Vogt. week. Het meldt dat de NSF het 's Middags een abonnements­ Vogt: "Dat was nog maar een Concertgebouworkest onder lei­ concert met de Symfonie nr. aanloop tot het programma van ding van Karl Muck zal uitzen­ 103 van Haydn, The Ocean van zaterdag daarop, toen wij het den. Programma: de Symfonie Henry Kimball Hadley (onder drieste waagstuk ondernamen in C van Schubert, het violon­ leiding van de componist) en de van de uitzending van de 8e celconcert van Saint-Saëns met Faust-symfonie van Liszt. En Symfonie van Mahler. Mengel­ als solist Henri van Goudoever 's avonds een volksconcert met berg was volkomen 'in' van het (de latere dirigent) en de Ouver­ Schubert, Saint-Saëns en Wag­ ogenblik af, waarop hem van ture Tannhäuser van Wagner. nero De NSF zond niet het abon­ vrienden en kennissen talloze Er staat bij: "De muziek wordt nementsconcert van de middag, complimentjes hadden bereikt. langs de telefoonlijn naar Hil­ maar het volksconcert van de Dat is heerlijk met de radio, dat versum gevoerd en vandaar avond uit. Steffen heeft in deel de daad zelf - mits gelukt - draadloos uitgezonden. Het 11 van het boek een erratum ge­ voor de beloning zorgt. Radio Concertgebouw-bestuur heeft plaatst. was - toen in 1925 - weinig de meest mogelijke medewer­ In het boek 50 jaar Concertge­ verbreid. In het bijzonder niet king voor deze uitzending ver­ bouw vermeldt Dr. Rudolf Men­ onder dat ietwat sophisticated leend." gelberg de uitzending wel, maar publiek dat naar de Concertge­ Toen het boek Historie en kro­ hij noemt ten onrechte het pro­ bouwuitvoeringen ging, of er niek van het Concertgebouwen gramma (Haydn, Hadley, Liszt) zijn belangstelling aan gaf. Als het Concertgebouworkest 1888- van de middag. Rutger Schoute de radio dàt kon, zat er toch iets 1988 uitkwam, was het eerste neemt in zijn boekje Muziek goeds in die, als 'Spielerei' on­ dat ik deed, naar die 30ste omlijst, 20 portretten in het dergane radio. De uitvoerenden maart 1924 kijken. Daar ver­ Amsterdamse Concertgebouw waren voor de radio gewonnen, meldt de samensteller van de ,de fout over, net als Lydia Lan- 27

sink en Jan Taat in hun Van derhandelingen tussen Hilver­ geluid der fortissimi en sommi­ Dolf van Gendt naar Bernard sum en Amsterdam op woens­ ge te zachte passages, verster­ Haitink, Negentig jaar Concert­ dagmiddag 12 maart 1924 zijn ken onze indruk omtrent plaats gebouwen Concertgebouwor­ gevoerd. en gevoeligheid van de micro­ kest (die van de eerste radio-op­ De volgende bewaarde brief van foon voor eventuele volgende name in plaats van de eerste ra­ de NSF is van 21 maart en ge­ concerten. Wij zouden het zeer dio-uitzending spreken). En Mr. richt aan "den Heer Chef de Bu­ op prijs stellen wanneer U ons S.A.M. Bottenheim noemt in reau Concertgebouw Amster­ kunt toestaan op een nader met zijn Geschiedenis van het Con­ dam". De referentieletter V zal het Bestuur van het Concertge­ certgebouw de uitzending ook, aangeven, dat de brief wederom bouw vast te stellen datum nog­ maar gewaagt van het abonne­ is 9pgesteld door Vogt. Hij is maals een concert uit te zenden. mentsconcert 's avonds, het­ ondertekend door (L.H.F.) Wac­ De rapporten ontvangen wij geen dus volksconcert op de kers, sinds 1 maart 1918 mede­ gaarne na gemaakt gebruik van avond dient te zijn. directeur van de begin 1918 tot U terug." Is er in 1924 contact geweest directeur van de NSF benoemde Het antwoord komt op 14 april tussen NSF en Concertgebouw? A. Dubois: "Naar aanleiding 1924. Dr. Paul Cronheim, gede­ Er is (mededeling van Mej. Mr. van het bezoek, dat wij U op 12 legeerd bestuurslid van het E.J.G. Zwarts, secretaris van de dezer mochten brengen, beves- Concertgebouw, schrijft: "De Raad van Commissarissen van . tigen wij hierbij nogmaals gaar­ rapporten, die gij zoo vriende­ het Concertgebouw NV) niets ne, dat wij overeenkwamen, dat lijk waart ons ter inzage te zen­ terug te vinden in de notulen wij 30 maart a.s. het concert, den, zijn in de laatste Bestuurs­ van de Raad van Bestuur van hetwelk onder leiding van Dr. vergadering ter tafel gebracht. het Concertgebouw uit die tijd. Carl Muck, te beginnen 8 uur Wij hebben van den inhoud met Wel is er dank zij haar mede­ 's avonds zal worden gegeven, veel belangstelling kennis geno­ werking in Amsterdam de brief­ draadloos uit te zenden. Ter de­ men en zeggen U voor de toe­ wisseling tussen de NSF en het finitieve vaststelling van de zending der stukken beleefd Concertgëoouwuit maart/april . plaats van de microfoon, zou­ dank. Er is dezerzijds geen be­ 1924 nu teruggevonden. den wij gaarne Vrijdagmiddag zwaar tegen, indien gij de proef De eerste brief van de NSF is 28 Maart a.s. ten ongeveer 10 nog één maal zoudt herhalen. van 11 maart 1924: uur in het Concertgebouw ko­ Wil zoo goed zijn zich, wat de "Naar aanleiding van Uw tele­ men en wij hopen van U te ver­ datum van deze proef aangaat, gram dd. gisteren deelenwij U nemen of U dit schikt. Wij zou­ in betrekking te stellen tot den beleefd mede, dat zelfs al zou­ den het verder op prijs stellen chef de Bureau. Mocht deze den wij Woensdag tot een ver­ wanneer U ons zoo spoedig mo­ proef andermaal succes opleve­ gelijk komen, de tijd van voor­ gelijk opgave zoudt kunnen ren, dan is ons Bestuur bereid bereiding te kort is om dan nog doen van het programma der op met U omtrent een meer perma­ het Capetkwartet op Vrijdag uit dien avond uit te voeren wer­ nente regeling dezer aangele­ te zenden. Wij zullen niettemin ken. Met belangstelling Uwe be­ genheid in overleg te treden." Woensdagmiddag te Uwent zijn richten wachtende, teekenen Waarop de NSF in een brief van teneinde met U te bespreken de wij." 17 april 1924, opgesteld door mogelijkheid tot het uitzenden En zo vindt dan op zondag­ Vogt en ondertekend door Wac­ van een der voltallige concert­ avond 30 maart 1924 de eerste kers, antwoordt: "Wij danken U uitvoeringen van het Concertge­ uitzending uit het Concertge­ ten zeerste voor Uw schrijven bouw Orkest. Wij hopen dat dit bouw plaats. Op 2 april 1924 van 14 dezer, waaruit wij no­ U schikt." schrijft de NSF een weer door teeren, dat U genegen is ons nog De brief is met de letters "pp", V(ogt) opgestelde en nu door éénmaal toe te staan de proef hetgeen "per procuratie" zal Dubois ondertekende brief, met de uitzending van het Con­ betekenen, ondertekend door waarin men het ijzer smeedt certgebouw te herhalen. Van W. Vogt. Men krijgt de indruk, terwijl het heet is: "Wij zenden den verderen inhoud van Uw dat er eerst sprake geweest is U hierbij een aantal rapporten, schrijven namen wij goede nota van het uitzenden van het Ca­ die wij van luisteraars ontvin­ en wij zullen daar zeer zeker petkwartet. En dan op een vrij­ gen over de uitzending van het nader op terug komen." dag? De NSF zond vrijwel al­ Concertgebouw-concert van Voor zover is na te gaan is het leen op zondagavond uit, maar Zondagavond 30 Maart. In het Concertgebouworkest in 1924 we weten dat de fabriek er van algemeen is zoo U merkt, de uit­ verder niet meer uitgezonden. 28 maart 1924 af de vrijdag­ voering als een groot evene­ Wél waren er andere in die avond bijnam. Er is nog iets op­ ment beschouwd in de geschied­ vroege radiotijd schier vermete­ vallends. De brief is van de nis der draadlooze telefonie in le daden, zoals op 21 april de NSF. Niet van de Hilversum­ Nederland. Wij hebben die uit­ Matthäus-Passion uit de St. sche Draadlooze Omroep. Die zending voor ons als een leerza­ Bavo in Haarlem en een dag la­ wordt pas op 17 juni 1924 voor me proef beschouwd en de op­ ter (!) de opera Carmenuit de het eerst genoemd. En tenslotte merkingen, die sommige luiste­ Amsterdamse Stadsschouw­ weten we nu dat de eerste on- raars maakten over het harde (burg. En op 24, 25, 26 en 27 28

juli 1924 zendt de Hilversum­ Anton Philips er niet was ge­ sche Draadlooze Omroep bij weest, dan was het Concertge­ zijn éénjarig bestaan het vier­ bouw zeker veel later uitgezon­ daagse muziekfeest in de RAl den. Het geluk wilde, dat hij - uit, waarop het Concertgebouw­ hoewel hij toen nog alleen maar orkest met koren en vele solis­ gloeilampen verkocht - veel ten onder leiding van Theo van hield van ernstige muziek. Met der Bijl optreedt. In de aankon­ zijn vooruitziende blik had hij diging in de Radio-Expres van een jaar lang ons werken in Hil­ .' 10 juli leest men niet wat Stef­ versum geobserveerd. De óm• fen in zijn Kroniek wel mee­ roep - hoe primitief ook - boei­ deelt, namelijk dat het een mu­ de hem. En als Philips door iets ziekfeest van de R.K. Oratorium geboeid wordt, koopt hij het Vereeniging betrof. Op de vier ook. In een ommezien behoor­ dagen werden uitgevoerd en uit­ den wij bij Eindhoven. We kre­ gezonden: Een Beethovenavond gen twee hoge zendmasten ca­ (Vioolconcert - solist Louis Zim­ deau, waardoor onze klanken in merman - Mis in C), de Messias het hele land gehoord konden van Händel, Passio, een orato­ worden. Tevoren had hij ge­ rium van Theo van der Bijl en zegd: 'Dat orkestje van François een concert met de ouverture Lupgens (klein ensemble van de Anakreoon van Cherubini, het Hilversumsche Draadlooze Om­ Vioolconcert van Respighi en roep) is heel aardig, maar je het Te Deum van Berlioz. moet het Concertgebouw aan­ Anton Philips was zich intussen sluiten.' Ik moest antwoorden: gaan interesseren voor de Hil­ 'Meneer Phil~ps, ik heb geen versumse uitzendingen. Hij zei: cent in kas.' Hij dacht even na "Ik hoor jullie zo slecht." Tegen . en zei toen kortaf: 'Morgen Kerstmis 1924 heeft Philips komt mijn secretaris bij je.' Dat vertelt Vogt dat de onderhande- toen twee 60 m hoge zendmas­ was een zwierige jonge man - '-lingen met Cronheim plaatsvon­ ten ten geschenke gegeven. Op naar de laatste mode gekleed - den in Café Het Hoekje aan de 8 januari 1925 staat in het eer­ tiré à quatre épingles - c;l.ie later J.W. Brouwersstraat. "Ik kreeg ste nummer van de Radio-Luis­ minister van buitenlandse za­ de vergunning - voor een als tergids, officieel orgaan van de ken zou worden en ambassa­ symbolisch bedoelde f 100 per Hilversumsche Draadlooze Om­ deur in Parijs, Mr. J.w. Beijen keer"). roep, het trotse bericht: "Ope~ (1897-1976 - secretaris van de We zonden op 8 januari 1925 ningsconcert van de versterkte directie van Philips van 1924- Een Nacht op de Kale Berg, de HDO aangeboden door N.V. 1925). Van hem kreeg ik het Suite van Tanejev en de 5e van Philips Gloeilampenfabrieken, groene licht om te gaan onder­ Tsjaikowsky uit. De reacties wa­ Eindhoven. Uitzending van het handelen met de directeur van ren ontroerend en aanmoedi­ Mengelberg Abonnements Con­ het Concertgebouw, Dr. Paul gend. Dat waren toen van die cert uit het Concertgebouw te Cronheim, een briljante, kunst­ heerlijke ervaringen. Ze waren Amsterdam. 1. Openingsrede zinnige figuur en een groot or­ volkomen nieuw. Ze overwel­ door de voorzitter van de HDO, ganisator. Als je tegenwoordig digden je als een onverwacht G. baron Tindal, 2. Rede van de ergens aanbelt en je zegt: 'Ik loon. Geen spoor van de nuch­ directeur der NSF, A. Dubois, kom van de omroep, zoudt u terheid erin van een modern 3. Une nuit sur Ie Mont-Chauve willen vergunnen uw concert rapport over een opinie-onder­ van Moussorgsky, Opus 28 van uit te zenden?' weet iedereen zoek. Met één slag bleken we de S.Iw. Sanejes (Concertsuite waar je het over hebt. Kom je intelligentsia te hebben gewon­ voor viool en orkest van S. Ta­ voor de televisie, dan schikt nen. Als die radio - die nog niet nejew) en na de pauze de Vijfde iemand zijn dasje al recht en in serieus genomen werd - de Symfonie van Tsjaikowsky." beide gevallen wordt de loper al Concertgebouwconcerten kon Het is boeiend nog eens te luis­ voor je uitgerold. Maar toen verbreiden, moest er toch iets teren naar wat Vogt zich herin­ was radio nieuw en onbekend. meer inzitten dan Spielerei. nert over die onderhandelingen We kwamen tot overeenstem­ Maar vooral Willem Mengel­ voor 8 januari 1925. Daarover ming op basis van: een kans ge­ berg en het Concertgebouwbe­ heb ik eens een lang radio vraag­ ven aan iets nieuws tegen een stuur en de orkestleden waren gesprek met hem gemaakt, dat heel bescheiden symbolische re­ geïmponeerd door de loftuitin­ uitgezonden is op 23 september numeratie. Iemand die nu een gen die ze te horen kregen van 1966. Het 25 minuten durende brief opbrengt in het televisieto­ geestdriftig gestemde luiste­ interview is onder de signatuur neel zou zo'n beloning weigeren raars. We konden geen kwaad HA 008368 bewaard in het his­ als te laag. (In soortgelijke her­ meer doen. Zo'n plotseling ef­ torisch Archief van het NOB in inneringen in Elseviers Week­ fect is kostbaar, omdat het de . Hilversum. Vogt vertelt: "Als blad van 27 november 1965 vooruitgang versnelt. Behalve 29

·met Cronheim had ik ook aanra­ 'dustrie ze in de jaren zestig her­ ·overeenstemming tussen het be­ king met het bestuur. De voor­ ontdekte in de AVRO-kelders. stuur van het Concertgebouw zitter was Mr. Dr. baron Roëll, Ze zijn toen als kostbare oude en de omroepverenigingen. Wij commissaris der koningin in schilderijen 'verdoekt' op han­ verheugen ons daarover en vele Noord-Holland, en de secretaris delsplaten. Zodoende is een luisteraars zullen van de hervat­ de bankier G.H. de Marez groot deel van het herschep­ ting van de uitzending van de Oyens, een charmant patriciër pend oeuvre van Willem Men­ Concertgebouwconcerten met met wie ik uitstekend overweg gelberg voor ons behouden ge- voldoening kennis nemen. Pro­ kon. Grote hoogachting had ik voldoening kennis nemen. Pro­ grammatechnische redenen ver­ ook voor Dr. Rudolf Mengel­ grammatechnische redenen ver- dragen zich niet altijd met de berg, een fijne geest. Gesprek­ uitzending van de volledige con­ ken met hem waren een ver­ certen. Men zij daarover niet al kwikking. Zijn composities Tot zover Willem Vogt in een te ontstemd, aangezien door­ droegen het merk van voor­ uitgezonden vraaggesprek met gaans maatregelen genomen n'aamheid en vakmanschap. mij. Op 1 februari 1940 trad ik worden, het niet aanstonds uit­ Voor de AVRO componeerde in dienst van de AVRO. In okto­ gezonden gedeelte, later uit te hij in opdracht bij een universi­ ber 1947 kwam ik er als omroe­ zenden. Wij verheugen er ons taire herdenking een feestelijk per terug. Er wachtte me toen op, dat het eerste concert ons klankdicht met het Gaudeamus een bijzondere taak: het aan­ opnieuw doet kennismaken met Igitur als hoofdthema. kondigen van ernstige muziek de geliefde meester Bruno Wal­ Op 10 januari 1925 pakten we in de studio, het Concertge­ ter. Maar laat ik thans overgaan al overmoedig uit met de 8ste bouw, het Kurhaus en het Hol­ tot de volledige aankondiging van Mahler. Ik geloof dat er dui­ land Festival. Het begon op 16 uit de Radiobode." zend man op het podium stond oktober 1947. Uit het Concert­ Conclusie: de eerste radio-uit­ als uitvoerenden. Willem Men­ gebouw riep ik het programma zending van het Concertge­ gelberg dirigeerde met al de voor de pauze onder leiding van bouworkest uit het Gebouw brille waarover hij beschikte, Bruno Walter om: de Oxford­ vond plaats op 30 maart 1924. verhoogd nog door zijn ver­ symfonie van Haydn en Don Maar daar waar Willem Vogt ering voor Mahler. Microfoon­ Juan van Richard Strauss. Ik zijn herinneringen ophaalt is hij technisch was zo'n massaal begon met de volgende door met zijn gedachten bestendig bij werk een opgave om van te ril­ Vogt opgestelde annonce: "De eind 1924 - begin 1925, als hij len. Maar de technicus RoeI Vis­ aankondiging, die ik nu moet onderhandelingen voert met ser verrichtte het bijna onmoge­ doen, noopt de AVRO tot een Philips en Amsterdam. Blijft lijke. (De concerten werden van bijzondere opmerking. Het Con­ nog de vraag: was hij ook aan­ begin 1925 af vrijwel wekelijks certgebouworkest wordt, na een wezig bij de onderhandelingen uitgezonden). vrij langdurige onderbreking op 12 maart 1924 in Amster­ Later zijn we nQg weleens aan­ weer uitgezonden. De onder­ dam waarover we nu de corres­ gepakt door andere omroepen "handelingen hebben geleid tot pondentie gevonden hebben? over onze relatie met het Con­ certgebouw. Men verweet ons exclusieve contracten. Daar is deining over gemaakt. Maar de DE MEESTER LEIDT WERKEN luisteraar is niets te kort geko­ VAN DEN GROOTMEESTER. men, want alle concerten wer­ DE CONCERTl\lEESTER ALS SOLIST. den volledig door de AVRO uit­ gezonden. Er zijn uitzendingen waarop men trots is en er zijn Aansluiting m.et het Concertgebouw verworvenheden die men niet te Amsterdam. uitleent. Het Concertgebouwen HET CONCERTGEBOUVI'-ORKEST de AVRO hadden een nieuw o. 1. v. cultureel terrein samen bouw­ Dr. WILLEM MENGELBERG. rijp gemaakt. Ze voelden dat ze Solist: LOUIS ZIMMERMANN, viool. bij elkaar hoorden. Bovendien: de omroepen waren ook riva­ BEETHOVEN-CYCLUS len. Tegenwoordig is de relatie 1. Ouverlure "Coriolan". met het Concertgebouworkest 2. Concert voor viool met orkestbege­ genationaliseerd in de Neder­ leiding,in D gr. t.,· op. 61. a. Allegro ma non troppo. landse Radio Unie, een toestand b. Larghetto. die na de bevrijding is ontstaan c. Rondo. en die toen wel moest ontstaan. Solist: L 0 u i s Z i mme r man n, Na 1936 hebben we uitzendin­ gen ook opgenomen. Die opna­ 9.25-9.40 n.m. men bleken zo verrassend goed, dat Philips Phonografische In- A.V.R.O.'s ECHO DER WEEK. 30

Onbekende opnamen op Telefunken? Aarnout Coster._,

In het jaa r 2000 verscheen van het merk Pearl een doosje met drie cd' s waarop de Telefunken~opnamen van Beethovensymfonieën onder leiding van Mengelberg. Zie de recensies hiervan in MEZT 55 p.41 en MEZT 56 p . 39. In het boekje bi j de set wordt vermeld dat de opname van de Vijfde symfonie uit april 1937 dateert en dat is conform de tot dan toe verschenen discografieën van Mengelberg . Het boekje vermeldt verder dat volgens research van 'discographer' Michael Gray er een tweede opname van dit werk is gemaakt in april 1942 en uitgebracht onder dezelfde matrijs ~ en labelnum~ mers. Een recente Teldec cd (4509 ~ 055515 ~ 2) :1;OU de opname uit 1942' bevatten . Het Pearl~boekje geeft hèlaas niet aan op grond waarvan de heer Gray dit heeft vastgesteld. Op mijn brief aan Gray (via Pearl) om nadere informatie werd door de heer John waite gereageerd dat hij de gevraagde informatie niet had . De beide opnamen zouden een verschillende klank hebben . Voorts bevat de opname uit 1937 twee kleine foutjes en de opname van 1942 heeft die niet; op de Pearl cd bij 4'31" in track 5 en bij 1'45" in track 8) ..., het gaat respectievelijk om maat 243 in het eerste deel (foute hoorntoon) en om maat 74 in het vierde deel (foute trompettoon).

Laten we Gray's onthulling aan een nader onderzo~k onderwer~ pen. Waarom zou Mengelberg en Telefunken in 1942 beslissen tot een nieuwe opname? Die uit 1937 was zeer fraai qua opvatting en geluidsregistratie en die twee kleine foutjes ~ vergeet niet dat een matri js van vier à vi jf minuten steeds in één keer opgenomen moest worden - doen er niet zo veel toe. Het · was een best~ seller, vier 78.,.,.toeren platen, fraai uitgegeven in een blauw album met zilveropdruk. Bovendien zou het in 1942 ~ in oorlogstijd = geen economisch gebruik van de schaarse grondstoffen zijn geweest . Klankverschillen zijn genoemd, maar -het is bekend dat elke transfer van 78~toeren platen op lp of cd een zekere 'verkleu ~ ring' geeft als gevolg van technische ingrepen om de signaal­ ruis verhouding te optimaliseren c . a. Een test in ons geval is de hobo ~ solo in het eerste deel, maat 268, een passage die de speciale aandacht van Mengelberg had, getuige een aantekening op zijn directiepartituur. In 1937 werd deze solo gespeeld door G. Blanchard, die een wat geknepen klank produceerde . Na 1940 werd de eerste hobo in het Concertgebouworkest gespeeld door Haakon stotijn, die een veel vollere klank aan zijn instrument wist te ontlokken . Dàt klankverschil zou, ondanks technische ingrepen, zeker te horen moeten zijn in transfers van opnamen uit 1937 en 1942. Maar in de vergelijking van de hieronder genoemde uitgaven vinden we het niet terug. Blijven de foutjes van het koper . Dit is nagegaan door een vergelijking van de oorspronkelijke Telefunken 78...,toerenplaten uit het blauwe album (SK 2210/3) met de Telefunken lp uit 1952 (LSK 7005), de Teldec cd uit 1988 (243 725 ~ 2), de Teldec Telefunken Legacy cd uit 1999 (3984 = 28408 ~ 2) en de Pearl cd van 2000 (GEMS 0074) . Het resultaat is weergegeven in de tabel . Hierin zien we dat het ' profiel ' van de 78 toeren 31

platen identiek is met de Pearl cd (in beide de fouten aanwe­ zig) en dat het profiel van de lp uit 1952 identiek is met de Teldec cd uit 1988 (geen fouten), terwijl de Telefunken Legacy cd de ene fout wèl en de andere niet heeft! In de partituur zien we dat maat 243 in deel 1 (de maat van de eerste fout) vri jwel identiek is met maat 241 . We bladeren verder naar het laatste deel en daar zien we dat maat 74 vrijwel identiek is met maat 72 . Dat is natuurlijk 'gefundenes Fressen' voor een handige geluidstechnicus . En die hadden ze bij Telefunken in 1952, toen de magneetband al lang ingebur­ gerd was en met 'knippen en plakken' een feilloze opname geproduceerd kon worden. Hij verving de foute maat 243 door de foutloze maat 241 en in het vierde deel idem dito maat 74 door maat 72.

TABEL

======"======;======;;;:;;:==;;;;======-======;;:=== deel 1 m. 243 deel 4 m. 74

Telefunken 78 t. 1937 + + Telefunken lp 1952 Teldec 1988 Telefunken Legacy 1999 + Pearl 2000 + +

+ = fout - = zonder fout ===~=~======In de catalogus van 1952 kondigde de firma Telefunken trots zijn eerste 'Langspielplatten' aan. En welke plaat staat er bovenaan de lijst? Juist: 'Die Fünfte" door het 'Concertge". bouw~Orchester, Amsterdam, Dirigent: Professor Willem Mengel-­ berg'. Een perfecte opname, ontdaan van een paar kleine fout= jes; menigeen dacht dat het een nieuwe opname betrof, maar dat kon natuurlijk niet in 1952. De Teldec cd uit 1988 is hoogst­ waarschijnlijk een transfer van diezelfde lp. De Telefunken Legacy cd is een merkwaardig geval, hierbij zijn mogelijk ver­ schillende bronnen gebruikt. Pearl heeft zich keurig aan de 78 ..,. toeren platen gehouden; het boekje vermeldt dat een keuze is gemaakt uit de beste 78 ... toeren persingen van de Duitse, Zwitserse, Franse en Italiaanse Telefunken en Tsjechische Ultrafoon (die vóór, in of kort na de Tweede Wereldoorlog zijn verschenen). Blijkbaar waren er tussen de diverse uitgaven van de Vijfde symfonie geen verschillen en waren ze dus alle geba ~ seerd op de 1937 opname . . Zolang er niet meer informatie over de 'research' van de heer Grey boven water komt, is zijn 'onthulling' over een tweede opname van de vi jfde symfonie niet geloofwaardig. Volgens het Pearl- boekje had hi j ook nog ontdekt dat Mengelberg met het Concertgebouworkest voor Telefunken een opname van de Tweede symfonie van Beethoven gemaakt heeft in april 1941, maar die is niet uitgebracht , jammer I die zouden we toch graag eens willen horen . . .. 34

BERNARD HAITINK

Bernard Haitink was weer even terug in Amsterdam en dirigeerde o.a. Mahlers Zesde Symfonie, een gebeurtenis die bij velen lang zal naklinken. Wij laten hieronder Paul Janssen van Het Parool aan het woord.

KlASS~EK ner wordt in Zijn interpretatie: ' de andere kan~, 'höopvi:'ll'VQortiit- D~ Zesde Symfonie; waarmee lrij ' blikken, '. . , , Koninklijk Concertgebouworkest zijn huidige verblijf bij het KO- Opeens, aan het begin v~nliet o,l.v, 8ernard Haitink MahlercZesde niriklijk Concertgebouworkest Andante, steeg daar voor. h:E\t Symfonie, Gehoord: 6/12 Concert­ begon - volgende week volgt nog eerst deze donderdagavpndi:Iié gebouw Amste.rdam, herhaling: een programma met werken van overrompelende verzadigde sç.rij• 7 /1 ~, Uitzending; 23/12 Radio 4 Stravinslcy, Haydn en Brahms - kerslclank uit h:et Koninl

HAITINK naar DRESDEN

Het is bekend dat Haitink na veertien jaar afscheid gaat nemen van het Royal Opera House Covent Garden te London.

Paul Janssen schreef aan het slot van zijn artikel HAITINKS VERSCIDL: PASSIE: Haitink maakt geen muziek voor zijn brood, hij dirigeert omdat hij het niet laten kan.

Volgens PRELUDIUM van december zal Haitink in augustus 2002, als chefdirigent van de Staatskapelle Dresden, de plaats van de plotseling overleden Giuseppe Sinopoli in Dresden overnemen.

Op onze informatie bij de Staatskapelle ontvingen wij onderstaande e-mail als antwoord:

Johan Krediet

Van: Evelyn Weichelt [[email protected]] Verzonden: vrijdag 14 december 2001 13:57 Aan: johan. [email protected] Onderwerp: Bernard Haitink

Sehr geehrter Herr Krediet, vielen Dank für Ihre Anfrage vom 1. Dezember, die mi eh heute erreie ht ha t. Bitte orientieren Sie sieh im Internet unter www.semperoper.de über die Säehsisehen Staatskapelle Dresden und ihre Spielstätte, die Semperoper. Wenn Sie darüber hinaus Fragen haben, stehe ieh Ihnen gerne zur Ver f ü~ung. Die Säehsisehe Staats kapelle Dre$den arbeitet mit Bernard Haitink seit 1989 regelmä~ig zusammen in Konzerten, bei Aufnahmen ("Fidelio", "Rosenkavalier", Beethoven-Konzerte mit Andras Sehiff) und auf Konzertreisen. Er wird ab Sommer 2002 der Chefdirigent des Orehe sters sein. Das ers te Konzert in dieser Position dirigiert er am 29.8.2002 zu den Salzburger Festspielen (Werke von R. Strauss). Er wird pro Saison in Dresden mindestens 4 Konzerte (a 3 Aufführungen) und Tourneen leiten. Mit freundliehen GrüBen

Eberhard Steindorf Kon zertmanager 36

In memoriam MARIUS FLOTHUIS Overgenomen uit PRELUDIUM December 2001

Matthäus-Passion aan te passen aan de nieuwste inzichten in de barokmuziek. Mede dankzij Flothuis floreerde ook de traditie van het Concertgebouwor­ .·.··. ar.,.,.iU.:. ~,. jf lothUiS, die op 13 november 200 I in kest op het gebied van de Franse muziek. Bij zijn '. ,;' Am~terdam overleed, was een van de afscheid als artistiek leider werd hij benoemd tot M, s2~aá~se figuren in wie wetenschap, compo- Officier in de Orde van Oranje Nassau. neren en mti;:?:iekpraktijk zich met elkaar verbonden en elkaar:ve.is~erkten. In de muziekpraktijk was hij Abonnees en andere Concertgebouwgangers kennen sedert 1937 actief toen hij werd aangesteld bij het Flothuis van de talrijke toelichtingen die hij voorheen Concertgebouw NV als assistent van de toenmalige voor de programmaboekjes van het Concertge­ artistiek directeur Rudolf Mengelberg. Een harde bouworkest en sinds 1974 voor Preludium schreef. cesuur in zijn leven vormden de oorlogsjaren, die hij Met hun eenvoudig taalgebruik, zuivere stijl, deskun­ door openlijk een anti-Duits standpunt te beleiden, dige en ter zake doende informatie vormen zij even­ sedert 1943 in interneringskampen als Vught en zovele voorbeelden voor toelichters van volgende Sachsenhausen moest doorbrengen. generaties. Zijn gevoel voor humor en zijn verfijnde Na de oorlog vatte hij de draad weer op als biblio­ en erudiete woordspelingen waren een niet aflatend thecaris bij Donemus en hij schreef muziekkritieken genoegen voor hen die met hem hebben mogen in het Vrije Volk. In 1953 trad hij in dienst bij het samenwerken. Deze aanleg benutte hij ook graag in Concertgebouworkest, aanvankelijk als assistent en de door hem samengestelde cryptogrammen die in 1955 nam hij het artistiek leiderschap op zich. Zijn onder het kopje 'Test-hoek' jarenlang in Preludium muziekwetenschappelijke studie aan de toenmalige werden opgenomen. Gemeente-Universiteit van Amsterdam had hij in 1969 afgesloten met het proefschrift 'Mozarts Bear­ Als componist is hij zijn hele werkzame leven lang beitungen eigener und fremder Werke'. In 1974 : actief gebleven. Zijn oeuvre omvat meer dan hon­ werd hij aangesteld als hoogleraar in de muziekwe­ derd opusnummers en bestrijkt alle genres behalve tenschap aan de Universiteit van Utrecht. In deze de opera. Zijn gevoel voor taal heeft hem meer dan functie, die hij tot 1982 bekleedde, heeft hij talrijke eens tot vocale werken geïnspireerd, zoals zijn dage­ studenten de liefdë' voor de muziek en voor de lijks contact met het Concertgebouworkest een muziekwetenschap bijgebracht. Zijn grote kennis van inspiratiebron vormde alsmede het contact met indi­ de klassieke periode en in het bijzonder van de viduele kunstenaars zoals de sopraan Hans Gruys, de muziek van Mozart heeft hij kunnen inzetten bij de alten Kathleen Ferrier en Jard van Nes, de harpiste Neue Mozart-Ausgabe waarvoor hij de editie ver­ Phia Berghout en de fluitist Hubert Barwahser. zorgde van zes pianoconcerten, 25 stukken voor drie Het Concertgebouworkest voerde negen van zijn bassethoorns en de dansmuziek uit Mozarts Weense werken uit: tijd. Zijn meest recente publicaties betroffen mono­ grafieën betreffende de pianoconcerten en de strijk­ kwartetten van Mozart (München 1998). Van 1980 tot 1994 was hij voorzitter van het Zentral-Institut für Mozartforschung in Salzburg. Ook aan de op stapel staande nieuwe uitgaven van het oeuvre van Debussy en Ravel verleende hij medewerking.

Als artistiek leider heeft hij altijd een lans gebroken voor contemporaine en vooral voor de contempo­ raine Nederlandse muziek, waarbij hij met een zeld­ zame bescheidenheid zijn eigen composities bij voor­ keur buiten beschouwing liet. Maar ook op het ter­ rein van traditionele componisten was hij vernieu­ wend. Hij was het die concertante uitvoeringen van nooit gespeelde opera's introduceerde, zoals Or(eo ed Euridice van Monteverdi en La c/emenza di Tito van Mozart en hij legde het eerste contact met Nikolaus Harnoncourt om de jaarlijkse uitvoeringen van de 37

in 1948 dirigeerde Eduard van Beinum de eerste uit­ in 1986, ten slotte, dirigeerde Haitink de wereldpre­ voering in Amsterdam van de Dramatische ouverture; mière van Drie orkestliederen voor mezzosopraan, die in 1953 hield hij het Capriccio voor strijkorkest ten Flothuis in Haitinks opdracht componeerde. Soliste doop: was Jard van Nes. in 1958 volgde de wereldpremière van de aan hem In een interview naar aanleiding van de laatste opgedragen Symfonische muziek; wereldpremière, liet hij weten ook nog drie opera's in 1959 dirigeerde de Concertouverture; te willen schrijven: een met een duidelijk geënga­ in 1964 leidde Bernard Haitink de wereldpremière geerde tekst, over het leven van een figuur als Han­ van Canti e giuochi, dat werd opgedragen aan Hans nie Schaft of Gerrit van der Veen, één komische ope­ Henkemans; ra en één over een 'fait divers', waarvoor hij toen in 1970 dirigeerde Karel Ancerl Flothuis' Espressioni concrete plannen had die hij evenwel nooit heeft cordiali, gecomponeerd voor het ISO-jarig bestaan kunnen verwezenlijken. van het Noordhollands Philharmonisch Orkest; Met Flothuis' heengaan heeft niet alleen het Konink­ in 1971 hielq Bernard Haitink Per sonare ed ascoltare lijk Concertgebouworkest maar het hele Nederland­ (om te spelen en om te luisteren) ten doop, een se muziekleven een gevoelig verlies geleden. In zijn werk voor solofluit en orkest dat Flothuis had musicologische werk en in zijn muziek zal zijn herin­ geschreven ter gelegenheid van het afscheid van nering levend blijven. Voor wie hem persoonlijk Hubert Barwahser als solofluitist van het Concertge­ gekend hebben, blijft de herinnering aan een kriti­ bouworkest; sche maar beminnelijke geest, bereid om zijn enorme in 1974 beleefde Hymnus voor sopraan en orkest op kenn is te delen met wie daar een beroep op deed. tekst van zijn wereldpremière onder Haitinks leiding met medewerking van de Truus de Leur sopraan Erna Spoorenberg en

Afscheid van Truus de Leur

Na decennia lang lief en leed met het Concertgebouworkest te hebben beleefd, mag Truus de Leur zich vanaf de maand december 'gepensioneerd' noemen en haar werk voor het orkest uit handen geven. Waar ze zich op verheugt is meer Jijd Voor zichzelf, al heeft ze nog een aantal prestigieuse projecten onder handen; wat ze zal missen is vooral de samenwerking met de musici, de betrokkenheid van i binnenuit met het orkest. I

De redactie van MEZT zal haar missen ; ::' vanwege haar publicaties in het 'i', PRELUDIUM die wij regelmatig , ,, " overnamen. .::.

Hartelijk bedankt en het ga u goed! ; . 38

In memoriam Isaak Stem Overgenomen uit PRELUDnJM -oktober 2001.

Op vrijdag 21 september 200 I ven (1949), Mozarts Vioolconcert, trad hij in 1956 op in het Viool­ overleed de meesterviolist Isaac KV 216 (1954), Wieniawski's concert, KV 216 van Mozart en in Stern. Voor het laatst bezocht hij Tweede vioolconcert (1956) en het Tweede vioolconcert van ons land in 1998 voor 'Een week­ het Tweede vioolconcert van Pro­ Wieniawski. end met Isaac Stern' georgani­ kofjev (1958). Bernard Haitink Gevraagd naar zijn herinneringen seerd door het Concertgebouw. begeleidde hem in de vioolconcer­ aan Van Beinum zei hij in 1998: Hij trad op als solist in het Viool­ ten van Stravinsky (1963), Beetho­ 'Klemperer, Monteux en hij waren concert in a kl.t. van Bach en het ven (1965), Bartók (1968) en de drie grote musici, die deel uit­ Vioolconcert in G gr.t., KV 216 Mendelssohn (1970); bovendien maakten van mijn jeugd. Van Bei­ van Mozart en leidde een master­ voerde hij in 1968 onder Haitinks num was geen begelèider, hij was class. leiding op één programma het een partner, 'a happy partner, Bij het Concertgebouworkest trad Vioolconcert in a kl.t. van Bach en who gave you a wonderful plat­ hij vele malen als solist op. Met het Vioolconcert van Berg uit. Met form and then did all kind of things Eduard van Beinum gaf hij uitvoe­ Rafael Kubelik gaf hij in 195 I uit­ to make it a happy experience.' ringen van de vioolconcerten van voeringen van Mendelssohns Stern is 81 jaar oud geworden. Brahms (1948 en 1951), Beetho- Vioolconcert en met Antal Doráti 39

De eeuwige wil tot spelen Erik Voermans Overgenomen uit HET PAROOL

"f:f s~c STERN was misschien meisje leert hoe je een vioollcunt in oktober 1998, tijdens het II met de all~rbeste, maar wel laten zingen. Als docent en sti­ 'Weekend met Isaac Stem' in het "':";~ . de populaIrste van de grote mulator van jong talent was Amsterdamse Concertgebouw, VIolisten van de twintigste eeuw. Stem misschien nog wel groter geen schim meer was van de stra­ Zaterdag overleed hij aan de ge­ dan als violist. Vraag het Perl­ lende violist uit het verleden. De volgen vaneen hartkwaal in een man, Zukerman, Bronfinan, Ma, criticî die eerlijk dUlfden te zijn ziekenhuis in Manhattan waar Ax, die allen aan het beiin van schreven dàt hij te .laat was ge­ hij al geruime tijd het bed' hield. hun carrière een belangrijk duw- stopt. Maar stoppen met spelen Hij werd 81 jaar. tje van hem lcregen. - stond voor Stern gelijk' aan ster­ Met ]ascha Heifetz, Nathan Isaac Stern werd geboren in' de ven. Hij wilde als muzikant het Milstein, David Oistrakh en Ye­ Oekraïne, emigreerde met ' ûjn eeuwïge leven. hudi Menuhin behoorde Stern ouders in 1921 naar de Veretûg­ tot de lijn van (Russisch-Hoodse de St~teneI?-. groeide op in Sàn n;eestervioli~ten, al durfde hij FranClsco .. HIJ studeerde daar bij zIchzelf nOOIt als hun evenknie Naoum Blinder, en bij Louis Per­ te beschouwen. In zijn autobio­ singer in New York, maar zou ~àfie My first 79years schatte hij B~n~er c:n zijn nadruk op 11ltiZέ zIchzelf ook lager in dan PerI­ kaal Instinct bovenwetktuigi1ijk~ lI!an en Zuke~an, 'of Airile-Sop­ be~rev:eriheid altijd als zijnpri. hle,Mutter,Gldon Kremer en;Mi­ malre Invloed beschouwen. do~', wat waarschijhlijk eenjuis­ te , Inschatting was, maar OON Totale triomf , , , de'el~ tharmantgespeelde' b~~ op zijn zestiende. debtitèe'J.iÇl~" scheldenheid. met de San FranClstoS "Behalve als stersolist gaat onder Monteux (Baths ' ,, _ Stern dè geschiedenis in als,' de ~dhcert, ' met Blinder) en' gaF' ê~ . ma~ die Carnegie Hall in de japen Jaar later zijn eersterëtitärln: zestig van de sloophamer redde. ~ew York. Dékritiekwas getha. Na de renova~e in 1986 werdLliij tigd enthousiast en Stern o'v~r­ verkozen tot bestuursvoorZitter woog een positiè als lid värt een v,an de: Carnegie Hall CorpiJl'(l­ orkest. Maar 'Dammit, I wanted:to t~

In memoriam, , ZOLTAN SZEKELY Overgenomen uit PRELUDIUM - november 2001

De violist Zoltán Székely, die op 6 oktober in Banff, Een belangrijke gebeurtenis was de wereldpremière Canada, overleed, heeft een grote rol gespeeld in het van het voor Székely gecomponeerde (tweede) Nederlandse muziekleven. In 1922 kwam hij voor Vioolconcert van Bartók op 23 maart 1939 door het het eerst uit Hongarije naar Nederland - hij was toen Concertgebouworkest onder Willem Mengelberg. 19 jaar oud. Hier ontmoette hij zijn toekomstige Székely had de solopartij met Bartók ingestudeerd. vrouw Mientje Everts en vestigde zich metterwoon Van deze uitvoering is de radio-opname bewaard in Nijmegen. Hij bood veel Hongaarse musici gast­ gebleven. vrijheid en introduceerde hen in Nederland. De In 1940 was Zoltán Székely op uitnodiging van Men­ meest vooraanstaanden onder hen waren Zoltán gelberg in dienst getreden bij het Concertgebouw­ Kodály en vooral Béla Bartók , met wie hij een duo orkest als eerste concertmeester. Na zijn weigering vormde en wiens werken hij vaak heeft uitgevoerd. om met het orkest en Mengelberg op tournee te Als solist trad Székely in en buiten Nederland vaak gaan naar Wenen werd hij in 1942 weer ontslagen. voor het voetlicht. Met het Concertgebouworkest Zijn collega Koromzay maakte sinds 1941 deel uit onder Willem Mengelberg maakte hij zijn debuut in van het orkest als solo-altist en tezamen traden zij in 1926 met het Vioolconcert van Dvoi"ák; met Pierre 1941 op in Mozarts Symphonie concertante onder Monteux en Albert van Raalte speelde hij in 193 I de leiding van Jochum. Sedert 1940 trad Székely voorts vioolconcerten van Brahms en Î~eethoven en onder als solist op in de concerten van Brahms, Dvoi"ák, Monteux' leiding voerde hij in 1932 voor het eerst Viotti (nr. 22) en in Ravels Tzigane onder leiding van een compositie van Bartók_uit, de Tweede rapsodie, Mengelberg en Eduard van Beinum. Na de oorlog gecombineerd met het Vioolconcert van Guillaume speelde hij, op 20 en 21 maart 1946 onder leiding van Landré. In 1935 betrokken Székely en zijn vrouw de Franz André, nog eenmaal het Vioolconcert van zijn door Gerrit Rietveld ontworpen villa 'De rapsodie' . dierbare vriend Bartók, die op 26 september I 945 in in Santpoort. New York was overleden. In hetzelfde jaar werd het Nieuw Hongaarsch Strijk­ quartet opgericht met Sándor Végh en Péter Szervánsky (viool), Dénes Koromzay (altviool) en Vilmos Palotai (cello), dat uiteraard de strijkkwartet­ ten van Bartók op zijn repertoire nam. Het Eerste en het Tweede kwartet zijn aan hen opgedragen en zij verzorgden de wereldpremières van het Derde en Vierde strijkkwartet. In 1937 werd Székely gevraagd als primarius. Székely accepteerde op voorwaarde dat het kwartet Nederland als standplaats koos. Zo geschiedde en Sándor Végh werd tweede violist. Op 27 november 1937 maakte het Nieuw Hongaarsch Strijkquartet zjjn debUut in de Kleine Zaal met onder meer het Vijfde strijkkwartet van Bartók en keerde tussen 1939 en 1942 jaarlijks terug. Sándor Végh ging terug naar Hongarije en werd vervangen door de Russische violist Alexander Moskowsky. In decem­ ber 1945 hervatte het kwartet, nu als Hongaarsch Strijkkwartet, de traditie met onder meer een Beet­ hoven cyclus van 6. concerten. Tot en met 1960, toen het Hongaars Strijkkwartet zijn zilveren jubileum vierde, t rad het kwartet vrijwel jaarlijks op in de Kleine Zaal. Het Hongaars Strijkkwartet is door de beeldhouwer Ubbo Scheffer vereeuwigd in de stenen plastiek bij de entrée van de Kleine Zaal. 41

In memoriam Overgenomen uit PRELUDIUM Frans Odijk

Op 15 juli 200 I overleed Frans Brian Pollard dankte hem in zijn waar hij zijn oude orkest weer Odijk, lid van het Concertge­ afscheidswoord voor de duizen­ eens kon beluisteren. Zijn fysieke bouworkest van 1932 tot 1974. den uren van muzikale schoon­ conditie had het hem onmogelijk Hij is 91 jaar oud geworden. In de heid, die zij samen hadden gemaakt om nog naar Amsterdam periode-Mengelberg werd hij als gedeeld. te komen voor de abonnements­ 23-jarige aangesteld in de functie Frans Odijk was een bemind colle­ concerten. Het orkest speelde in van tweede fagottist en speelde ga en een groot komisch acteur. het Auditorium Stravinsky onder vervolgens jarenlang onder Eduard Bij de toneelclub van de Sociëteit Chailly's leiding Dvoi'áks Symfonie van Beinum en onder Bernard heeft hij verschillende onvergete­ Uit de nieuwe wereld en SheherazQ­ Haitink. Als tweede was hij een lijke rollen gespeeld, waaronder de van Rimsky-Korsakov. Frans uiterst betrouwbare en collegiale de titelrol in de eenakter 'De Odijk was tot tranen toe geroerd steun en toeverlaat voor de eer­ beer' van Tsjechov. toen hij zijn oude orkest weer ste fagottisten Thom de Klerk, In auglJstus 1993 waren hij en zijn hoorde, waarin hij zoveel jaren Brian Pollard en Joep Terwey. vrouw met vakantie in Montreux, met grote inzet had gespeeld.

Gerard Hengeveld

Gerard Hengeveld 42

Discografie Overgenomen uit LUISTER mei 2001 Door Niek Nelissen

WILLEM MENGELBERG - LIVE, THE RADIO RECORDINGS

COMPONISTEN: BACH: Cantate, BWV 202 - Klavierconcert, BWV 1056. BARTOK: Vioniconcert nr 2. BEETHOVEN: Pianoconcert nr 5 - Symfonie nr. 9 - Egmont, ouverture. BERLIOZ: La Damnation de Faust, delen. BLOCH: Vioolconcert. BRAHMS: Vioolconcert, Symfonie nr. 3. BRUCH: Vioolèoncert nr. 1. CHOPIN: Pianoconcert nr. 2. DEBUSSY: Fantaisie. GRIEG-. Peer Gynt, suite nr. I. KODALY: Pauwvariaties- Háry János, suite. MAHLER: Symfonie nr. 4 - nr. 5, Adagietto - I.ieder eines fahrenden Gesellen. MOZART: Fluitconcert nr. 2 - l)ie Zauberflötete, Ouverture - Concertaria, KV 528. SCHUBERT: Rosamunde, delen - Liebe schwärmt auf allen Wegen. PESTALOZZA: Chiribiribin. PUCCINI: Madama Butterfly, Un bel di vedremo. RAVEL: Daphnis et Chloé, suite nr. 2. STRAUSS: Tod und Verklärung. TSJAIKOVSKI: Symfonie nr. 5 WAGENAAR: Ouverture De getemde feeks. W AGNER: Tannhauser, ouverture. WEBER: Oberon, ouverture.

UITVOERENDEN: SOPRANEN: Jo Vincent, To van der Sluys, Ria Ginster, Grace Moore, Betty van den Bosch-Schmidt, AL TEN: Suze Luger, TENOREN: Louis van Tulder, BASSEN: Hermano Schey, Willem Ravelli, VIOLISTEN: Herman Krebbers, Guila Bustabo, zoltan Székely, Joseph Szigeti, FLUITISTEN: Hubert Bahrwasser, PIANISTEN: Agi Jambor, Cor de Groot, Theo van der Pas, Gibner King, Walter Gieseking, KOREN: Amsterdams Toonkunstkoor, Koninklijk Oratoriumkoor. Q-disc 97016 (10 cd's en 1 dvd). ADD-12.03'

Dit is de derde box die Q-Disc wijdt aan een chefdirigent van het Concertgebouworkest. De inmiddels imposante reeks ging in van start met een 14 cd's tellende doos rond Bernard Haitink ter ere van diens zeventigste veljaardag (mei '99). Even opzienbarend was de uitgave (11 cd's en een dvd) die vorig jaar werd uitgebracht bij de honderdste geboortedag van 43

Eduard van Beinum (nov. 2000)). Weer een stap verder teruggaande in de tijd is Q-disc nu aanbeland bij Mengelberg. Aanleiding ditmaal was de herdenking in maart van het feit dat Mengelberg vijftig jaar eerder in Zwitserland overleed. Bij vergelijking van de inhoud van de drie dozen valt op dat de verrassingen kleiner worden bij het terug kruipen in de tijd. Ook voor de fanatieke verzamelaar was, gemeten in speelduur, hooguit acht procent van de Haitink-box bekend. Bij Van Beinum was dit bijna het dubbele.Van de opnamen uit deze Mengelberg doos is meer dan driekwart al eerder op cd gezet door labels als Philips, Music and Arts en King. Kennelijk zijn de archieven met glasplaten van concerten onder Mengelberg al behoorlijk afgegraasd en is het moeilijk om nog onbekend materiaal te vinden. Frappant zijn de overlappingen met de superbudget-doos van History, eveneens tien cd's, waarop ook weer Mahlers Vierde, Debussy's Fantasie en de wereldpremières van het vioolconcert van Bartók en Kodály's pauwvariaties (gesignaleerd in De Slag, jan. 'Ol). De vraag dringt zich dus op of de Q-disc uitgave nog wel iets toevoegt, na alles wat er van Mengelberg beschikbaar is. Het lijkt me wel, om meerdere redenen zelfs, Op de eerste plaats omdat hier een mooie en kwalitatief hoogstaande verzameling bijeen werd gebracht, die ook nog eens voortreffelijk gedocumenteerd is. Grote zorg moet besteed zijn aan de technische kant, want sommige van deze opnamen klinken beter dan ooit. De voor de hand liggende vergelijking met History valt dan ook snel in het voordeel van Q-dise uit. De History-box is matig gedocumenteerd en bevat een bonte mengeling live- en studio-opnamen. Q-disc koos voor een doordacht beeld van Mengelbergs concerten, met als extra's de Telefunken­ opnamen van -Tod und Verklärung en het Adagietto uit Mablers Vijfde. Het veelzijdige programma reikt van Bach tot en met Bloch. Jammer is wel dat de Nederlandse muziek erg zuinig vertegenwoordigd is met amper acht minuten Wagenaar. Kort na het draaien van de laatste cd's van deze doos, kwam ik een uitgave tegen in de nieuwe Concertgebouw series' van Audiophile Classics (APL 101.541) met de bij mijn weten niet eerder op cd gezette wereldpremière uit 1936 onder Mengelberg van Pijpers celloconcert met Marix Loevensohn als solist. Na het applaus is te horen hoe Loevensohn, die met dit werk afscheid nam als solo­ cellist van het Concertgebouworkest, wordt toegesproken door Mengelberg. Ook Loevensohns dankwoord is opgenomen. Hoewel op de uitvoering valt af te dingen, had deze opname, gezien het historisch karakter - niet misstaan in de uitgave van Q-disc. Andere keuzes van de samenstellers zijn beter te begrijpen. Terecht zijn hier alle bewaard gebleven Mahler-opnamen van Mengelberg bijeengebracht, wat de aanwezigheid van een van de twee studio-opnamen in de doos - bet Adagietto uit Mahlers Vijfde - verklaart. Voor de hand lagen eveneens de genoemde wereldpremières van Bartók en Kodaly. Onmisbaar was ook een opname van Beethovens Negende, waarvan Mengelberg ooit verklaarde dat hij zich zonder dat werk geen succesvol concertseizoen kon voorstellen. Q-disc koos niet de bekende opname uit '40, die Philips al verscheidene malen op lp en cd zette, maar een tweejaar oudere met het zelfde solistenkwart, (Van der Sluys, Luger, van Tulder, Ravelli), eerder op Music and Arts (nov.'96). Groot zijn de verschillen tussen beide uitvoeringen niet, al wordt het Adagio in de opname uit '38 een fractie langzamer gespeeld. Het duidelijkst komen Mengel bergs kwaliteiten naar voren in de krachtig gespeelde eerste twee delen. Vreemd blijft de vertraging die Mengelberg aanbracht in de tutti aan het eind van de finale. Naast dit bekende materiaal biedt Q-disc ook verrassingen. Er bestond een incomplete .uitgave van de opname uit '42 van Beethovens Vijfde pianoconcert met Cor de Groot. Het materiaal uit het privé­ archief van Cor de Groot bracht Q-disc voor het eerst het complete concert op cd. Behalve de schitterende solopartij van Cor de Groot in Beethoven trekken andere uitstekende Nederlandse solisten de aandacht, zoals de jeugdige Herman Krebbers in het vioolconcert van Brahms en Theo van der Pas in het Tweede pianoconcert van Chopin (eerder uitgebracht door de 'Theo van der Pas Stichting) To van der .Sluys is niet alleen te beluisteren in Beethovens Negende maar ook in Bachs Cantate BWV 202, waaruit een aria terecht kwam in

• 44

het Philips doosje 'Het puik van zoete kelen'. Nieuw voor mij waren bovendien een paar vocale delen van Schubert met Betty van den Bosch-Schrnidt en een aria uit Puccini's Madame Butterfly met Grace Moore.

Aangenaam verrast was ik door de wijze waarop Mengelberg - wars van elke vorm van senti­ mentaliteit - de Amerikaanse sopraan begeleidt in de aria van Puccini. Ook Mengelbergs aan pak van de tweede suite uit Ravels Daphnis, muziek waarmee je Mengelberg niet meteen as­ socieert, is niet zo gedateerd als ik verwachtte. In het lever du jour zit een mooie stuwende lijn en de Danse générale krijgt onder Mengelberg een demonische kracht. Toch is de opname van het zelfde stuk uit de Van Beinum doos van Q-disc me liever. Het langzame middendeel van de suite, Pantomime, kreeg onder van Beinum meer subtiliteit en de grote fluitsolo, in beide gevallen gespeeld door Hubert Barwahser, heeft in de latere opname aanzienlijk meer souplesse en kracht. Met de werken van Bartók, Kodaly en Bloch wordt overigens nog eens duidelijk dat Mengelberg zich ook in de jaren '30 nog volop inzette voor repertoirevernieuwing. Het nieuwe is aan sommige van die eigentijdse werken duidelijk af te horen, neem Kodály's Pauwvariaties. De Moderato-inleiding, veel langzamer gespeeld dan we tegenwoordig gewend zijn, krijgt een uitgesproken romantische toon. Meer gevoel voor het idioom spreekt uit de in '40 met veel pit gespeelde Háry János-suite, die trouwens ook al (maar dan dertien jaar eerder in New-York) door Mengelberg ten doop was gehouden. Behalve dit bijzonder repertoire waarvan maar één opname onder Mengelberg bewaard bleef, zijn er ook werken waarvan meerdere versies -zowel studio als live - bewaard gebleven. Over het algemeen gaat mijn voorkeur daarbij uit naar de studio-opnamen. In het optreden van Mengelberg in zijn latere jaren zat soms een moment van overdrijving in de vorm van vertragingen of nadrukkelijke accenten. Voorbeelden hiervan zijn te vinden in de uitvoering van de Derde symfonie van Brahrns uit '44, die niet de spankracht heeft van Mengelbergs beroemde CoIumbia-opname uit '31 - Toch komen Mengelbergs kwaliteiten ook met de eigenzinnigheden beslist naar voren. Bij zoveel momenten van grote expressiviteit in Mahlers Vierde neem je die eigenzinnigheid (neem de merkwaardige vertraging aan het begin van het eerste deel bijvoorbeeld) graag op de koop toe. Q-disc wist deze en andere opnamen overi-­ gens prachtig te verdoeken. Mengelbergs concerten werden vastgelegd op glasplaten, die de tand des tijds niet altijd even goed doorstonden. In de Music and Arts uitgave van Brahms Derde uit '44 is bijvoorbeeld aan het begin een vinnige tik te horen. Bij Q-disc is die be-­ schadiging nog wel hoorbaar maar minder storend. Ook het vioolconcert van Bloch klinkt 'schoner' dan op een cd van Music and Arts.

Naast de fraaie remastering dragen goede toelichtingen van Mengelberg-kenner Frits Zwart bij tot een verzorgd resultaat. Net als bij de Van Beinum-box is de documentairewaarde nog vergroot door een dvd. Hierop zijn de filmbeelden te vinden die het Concertgebouworkest onder Mengelberg maakte van drie korte orkestwerken in een studio in het Franse Epinay, waar het podium van de Grote Zaal tot in detail was na gebouwd. Het zijn unieke documenten uit de geschiedenis van het Concertgebouworkest, die nu integraal voor de verzamelaar beschikbaar zijn! 45

Mahler IV Overgenomen uit LUISTER, juni 2001

Met grote belangstelling en waardering heb · ik het artikel van Niek Nelissen over Mengelbergs interpretaties in het meinummer gelezen. Hierin wijst de schrijver op de 'merkwaardige vertraging' aan het begin van het eerste deel van Mahlers Vierde Symfonie. Het betreft hier niet een eigenzinnigheid van Mengelberg, zoals de auteur denkt, maar een aanwijzing van Mahler zélf.

In het boek dat de opname van Philips Documenta Musicae, no. W 09911 L vergezelt (opname met Jo Vincent) staat een fotokopie van de eerste partituurbladzijde met aantekeningen. Bij de opmaat van de vierde maat d-e-fis staat gedrukt 'Etwas zurückhaltend grazioso' met de volgende aantekening van Mengelberg onderaan de bladzijde: "Mahier sagte in der Probe: Bitte (. .. .) spielen sie das rail. So, alsob Sie in Wien einen 'Wienerwalzer' anfangen! " Hieruit blijkt dat Mahlers gedrukte aanwijzing 'etwas ' in de praktijk een iets andere betekenis had. Persoonlijk heb ik de aanvang van deze symfonie wat deze opmaat betreft altijd, sinds mijn jeugd, aangevoeld als 'Do-nau so blau ..... ' en ik was dan ook blij verrast, toen ik jaren geleden mijn intuïtie bevestigd zag door Mahlers bedoeling.

of Ihe score. Here. however, everything is Ihal 1940 performance., this one fealures a Nancy van der Eist more extreme, exaggerated 10 Ihe point of caricature. Thus at the end of the first-move­ leviathan rilard before Ihe repeal of Ihe first ment's development the pulse comes to a movement's expostion, an oddity not to be found in Ihe conductor's studio account in Beéthoven Symphonies - No. 2 in D. Op. dead slop; the Trio of Ihe Scherzo is a which Ihe repeal is nol observed. 36 ; No. 3 in E flat. Op. 55. 'Eroica'b: No. a ludicrously distended and Ihroughout the C The Firsl is Ihe only one of Brahms's in F, Op. 93 outer movements, the effect is of a series of Brahms Symphony No 1 in C minor. Op. chopped-up segments rat hef Ihan of unified symphonies Ihal Mengelberg did not record in d Ihe sludio. Some years ago, however, Philips 6a . Concertgebouw Orkest I wholes. The Funeral Mareh, in its exceptional Willem Mengelberg. breadth and interestlng vOicing, fares best. released a live 1940 performance with the TAHRA MONO ® (IJ 391/3 (THREE 018C8; 164MIN8, ADD); And the entire performance carries a convic­ Concertgebouw Orkest. lts virtues and many aberrant peculiarities recur in this account of REC. "MAR 1942 (?); AMAR. 0ApR & CMAY 1943. tion Ihat is often absent in more modern Ih ree years later, often in a more markeo and readings. Then too, it often boasts a richness unsettling fashion. On th e one hand, there is All these concert performances give a of textu re and lean'less of sonority that an energy and textural transparency that remarkably accurate idea of Mengeiberg's suggests Toscanini. But for all the clarity. streng(hs and wh at might be politely termed excitement and power that Mengelberg suggests Toscanini even to the point of favour­ his peculiarities. And all suggest. as is the generates (the final peroration is magnificent). ing some of the same brass reinforcements in case with so many artists, that he was a more it remains tile kind cf endeavour that on ce the first move ment. But counterbalancing tilis free·wheeling performer with an audience inspired Toscanini to nete : 'Blessed are Ihe are a number of distortions that are so extreme, they sound like the aural equivalent behind him than he was· in the studio. The arts that can survive Without interpreters . That Eroica commands the most attention. in part said, for anyone interested in Mengelberg or of what one sees in an amusement park mirror: an episodic first movement fragmented because of ilS uncertain provanance - Tahra the history of performance practice. il IS an suggests March 5, 1942 as the most likely account that should be heard. by gear ·shifts in which loud passages move date - but also because of the uniqueness of The Second and Eighth Symphonies quickly and soft ones slow to a crawl: a second movement that swoons with 'expres­ the reading itself. On the basis of carellJi command less interest. mainly because they comparison, il would seem to be the per· hardly differ from Ihe 1940 Mengelberg con­ sion' and is marred by a violin solo coloured formance included in two Music & Arts cert performances that have been available by such tremulaus vibrato. it suggests a releases : an LP release, where il is credited for some lime. Th e Second has a broad palsied fiddler; and a finale tha! is segmented to 1943, and a CD set, where it IS attributed opening movement that hints at the Eroica to into subdivisions by the imposition of breath­ to 1940. If my identification is slightly equivo­ co me and a spankingly witty finale . But the pauses. tempo changes and arbitrary cai, it IS because of the vastly superior sound slow movement be co mes sentimental in its phrasings. Never has that movement's of Tahra's sou ree which, while noisy, baasls a excessive distention and all the humour of famous theme sounded so misshapen. In so me of Brahms's music. notably rhe presence, impact, anC! richness of colour that the Scherzo is e~äsed by an absurdly slow Second and Third Symphonies and the !wo almost make il sound like a differenl version. tempo. Many humorous moments in the overtures, Mengelberg proved a sympathetic The inlerpretation may be viewed, Eighth are also lost. notably the darting. interpreter; but the sense of the First Symphony depending on one's taste, as Mengelberg in peek-a-boo part ex hang es of the second eluded him. Warts and all, however, this set is excelsis or ad nauseam Every opportunity for movement and the deliciously silly scamp er· an invaluable release, adding dimension to one point-making is explored wilh manipulations ing arpeggios in the coda of the finale . And of the most compellingly committed - if of lempo and overdoses of rubato. And Ihey the horns in the Trio of the third movement eccentrically individual- conductors of the 20th are made at Ihe same points at which they (surely comprising one of Beethoven's mlrac­ century. Good transfers throughout. occur in the conductors !wo studio accounts ulous strokes of orchestration) are not as technically secure as theywere in 1940. As in MORTIMER H FRANK 46

DISCOGRAFIE

OVERGENOMEN UIT DE VOLKSKRANT 30 AUGUSTUS 2001

Klassiek berg. Op het label Q Disc van van klank, en is het vierde deel de Wereldomroep en Muziek- . wat gaver (op volume II is een groep Nederland verscheen in vervelend slepend bijgeluid). Geklingel dezelfde periode een box met De chique uitgave bevat als tien cd's en een dvd met histo­ charmante toegift een korte tussen de rische live-opnamen van het opname van het carillon in de Concertgebouworkest onder kapel die Mengelberg tussen bergtoppen leiding van Mengelberg. 1920 en 1924 bij zijn Chasa liet Ook op het Franse label Tah­ bouwen als dank dat Neder­ Willem Mengelberg: Historie ra, gespecialiseerd in het her- land en Zwitserland niet in de unissued Live Reeordings . uitgeven van historische opna­ Eerste Wereldoorlog betrok­ (1942-1943) .en Archives iné­ men, zijn recent twee uitgaven ken waren geraakt. De kleine dites 11. Werken van o.a. Beet­ verschenen met niet eerder kapel en de Chasa (thans va­ hoven, Brahms, Trapp en Voor- uitgebrachte opnamen van kantieverblijf voor musici en molen. Tahra, TAH391-393 en Mengelberg. De eerste uitgave Mengelberg-vereerders) zijn 2. betreft een box met drie cd's zonder meer een bezoek Kennelijk waarop Beethoven (symfo­ waard, alleen al door het bij­ heeft de mu­ nieën 2, 3 en 8) en Brahms zondere houtsnijwerk en de ziekwereld be­ (Eerste symfonie), alle opge­ weergaloze ligging. Het caril­ sloten dat diri~ nomen met het Concertge­ lon is helaas wat ontstemd ge­ gent Willem bouworkest in 1942-'43 . Maar raakt, maar is met zijn geklin­ Mengellierg vooral de tweede uitgave, in gel tussen de majesteuze berg­ vijftig jaar na zijn overlijden chique langwerpig boekfor­ toppen en de zacht ruisende zijn boetedoening heeft vol­ maat, bevat veel extra's. Onder dennenbomen nog altijd goed bracht. Aanbeden als een na­ de opnamen zijn twee uitvoe­ voor een bijna onaardse erva­ tionale held vóór· de Tweede ringen met de Wiener Philhar­ ring. Wereldoorlog, daarna onteerd moniker (Beethöven, Ouver­ Een schoonheidsfoutje: in de en veroordeeld voor zijn open­ ture Egmont en Weber, Ouver­ uitgebreide discografie staan lijke sympathie met de Duitse ture Euryanthe), gemaakt tij­ de uitgaven van de Q Disc-box bezetters, stierf hij eenzaam in dens de Salzburger FestspieIe niet vermeld. Was dat het wel zijn Chasa in het Zwitserse in 1942. De Egmont-interpre­ het geval geweest dan hadden plaatsje Zuort. Niet in de laat­ tatie laat zich fraai vergelijken de samenstellers waarschijn­ ste plaats door de inzet van de met die uit 1943 in de box van · lijk ook gemerkt dat de Mo­ huidige chefdirigent van het Q Disc. Opvallend is dat Men~ zart-aria Resta 0 cara met so­ Koninklijk Concertgebouwor­ gelberg in beide uitvoeringen praan Ria Ginster (opgeno­ kest, Riccardo Chailly, is het het openingsakkoord negen men in 1942) al was uitge­ toch tot een herdenkingsjaar seconden aanhoudt. bracht in genoemde box. gekomen. Maar een vergelijking is ook Op 5 september zai het Con­ mogelijk met de Derde symfo­ certgebouworkest onder zijn nie van Beethoven die op bei­ leiding in Luzern, waar Men­ de Tahra-uitgaven staat. Op gelberg zijn dirigentenloop­ volume II (die met het mooie baan begon en is begraven, een boekje) mist het eerste deel. herdenkingsconcert geven en De opname is gemaakt in 1940 wordt er een krans gelegd bij en is iets directer en helderder het graf. In maart dit jaar gaf dan de opname op volume I, het Concertgebouworkest al die vermoedelijk uit 1942 een concert in Amsterdam ter stamt. Maar hier is de hobo in nagedachtenis aan Mengel- de Marche funebre iets fraaier nIscogra° 47 tiIe

Van Hubert Wendel uit Frankrijk is het volgende e-mailbericht:

Dear Sir,

Here follow the contain of the 5 new Mengelberg CD's *: live performance

Vol. 28: Weber: Oberon, Ouverture (13 october 1940 *) "Ozean du Ungeheuer" (Ruth Homa - 18 march 1943*) Puccini: "Un bel di vedremo" (Grace Moore - 23 june 1936*) Bruch: Concerto for violin in g minor (Guila Bustabo - 27 october 1940*) Dvorak: Concerto for violon (Maria Neuss - 25 march 1943*)

Vol. 29: Kodaly: Hary Janos (12 december 1940*) Dopper: Symphonie no. 7 (8 december 1940*) Gronostay: Cantata for the film "Dood water" (14 june 1934)

Vol. 30: Mozart: The magic flute, ouverture (5 march 1942*) Exultate, Jubilate (Ria Ginster - 5 march 1942*) BeHa mia fiamma, adio! (Ria Ginster - 5 march 1942*) Schubert: Rosamunde - Quverture, Ballet music no 1, Entr'acte no 3, Ballet musie no 3 (19 december 1940*) Schubert: Der Vollmond'strahlt, Liebe schwärmt auf allen Wegen, Ständchen, Vedi quanto adoro (Betty van der Bosch - 19 december 1940*)

Vol. 31: Händel: Alcina, Suite (New-York Philh. 16 january 1929) J-C Bach: Sinfonia en sib majeur (New-York Philh. 16 january 1929) J-C Bach: Concerto pour piano in B major (Marinus Flipse - 21 march 1943*) Mozart: Concerto for flute no 2 (Hubert Barwahser - 5 march 1942*) Cherubini: Anacreon, ouverture (19 april 1943*)

Vol 32: Beethoven: Symphonie no 9 (To van der Sluys, Suze Luger, Louis van Tulder, Willem Ravelli - 2 may 1940*)

Price for one CD: FFIOO Post charges for Europe: 1-2 CD : FF18 / 3 CD : FF28 /4 CD : FF32 /5 CD : FF35

Sincerely, Hubert Wendel

Deze cd's zijn niet in de winkel verkrijgbaar, uitsluitend bij Hubert Wendel.

Hubert Wendel / 61, rue de la Vallée / F-67160 Wissembourg-Weiler / France e-mail: [email protected] http://perso.wanadoo.fr/mengelberg Tel. 00.33.388.94.95.36 48

The MENGELBERG EDITION Overgenomen uit INT. RECORD REVIEW november 2001

The Mengelberg Edition Nistorie as, for example, when the rollicking folk Volume 13. dance of the Scherzo is followed by the sudden, Dopper Symphony No. 7, 'Zuiderzee'a. Tristan-esque climax which opens - yes, opens Ciaconna goticab. _ the slow movement. It tums out to be a richly Voormolen Sinfoniac. scored and rather fine seascape which, incongru­ Concertgebouw Orchestra/Willem ously, closes with carillon evocations of Handel's Mengelberg. Harmonious Biacksmith and similarly familiar Archive Documents ADCDl19 (medium price, materia!. The finale contains, amid the contra­ 1 hour 16 minutes, AAD). From "Past Masters PM 16, puntal fun it enjoys with its old tunes, some brelefunken SK3155/7. Producer Heinz Herschmann. adventurous writing for the timpani, suggesting Remastering Engineer Chris Churcher. Date 'December that Dopper had made the acquaintance of the 8th, bApril 9th, 'October 31 st, 1940. Strauss Burleske. Compar/scn: Mengelberg' s recording of the dignified Dopper: Ciaconna Botica was for years Dopper's only HSOIBakeis (NM Classics) NM92060 representation in the catalogue, as it surfaced in historical anthologies here and there. In Both Alexander Voormolen (1895 -1980) and Mengeiberg's hands it stretches to more than Cornelius Dopper (1870-1939) have made recent 19 minutes, almost 20 per cent longer than in appearances in the Chandos series of Dutch Kees Bakels's rendition on NM Classics. It both orchestral music from Matthias Bamert and the gains and loses in the process: some individual Residentie Orchestra in . Voormolen variations are the statelier for it, but after a is represented by his two popular Baron Hop while the work itself begins to drag - one Suites and Concerto for two oboes and orchestra al most feels that Dopper could have made two (CHAN9815) and Dopper by his Second separate chaconnes from it. Symphony and a couple of pieces called pó'an The sound is adequate but hardly more. The (CHAN9884). Modern recordings of Dopper's back of the jewel-case warns that 'Occasional Seventh Symphony (1917) and his Ciaconna clicks and bumbs [sic) are due to the condition Botica (1920) appeared six years back in the of the original glass based discs'. 'fhe trouble is ongoing exploration of Dutch repertoire on NM that there are plenty of clicks and bumbs, and Classics. swish to spare: the slow movement of the Zuiderzee Symphony is a woozy business indeed. Michael G. Thomas's notes are brief and 'That leaves only the Voormolen Sirif0nia of idiosyncratic; and there is no information on the 1939, premiered by Mengelberg the following jewel-case about when these recordings were year, to attract your attention to this disc on made - something that the historical buffs Iikely musical grounds alone. Stylistically, it's a slightly to be attracted to this CD will want to know. odd work, reminiscent of Reger's Suite im alten A curate's egg, then. Martin Anderson Stil in its recollection of eighteenth-century models in textures a century-and-a-half younger, and although it's not particularly individual, it's weil crafted and directly appealing. The Zuiderzee Symphony is Iikewise referential: it is shot through with Dutch folk songs, to which Dopper gives the full symphonic treatment. Here, too, this can result in some strange imbalances, , "

'M·

'~ . ~ . ~.. j

i ' : . . i . . . I .

l ·· M···:• ·. :·. W. i , . . " ...... ~