Uitgeverij ANWB Inhoud

Het belangrijkste eerst

Dit is Porto

Porto in cijfers

Wat is waar?

Kodakmoment Miradouros Ponte D. Luís I Hét café

Het kompas van Porto 15 manieren om je onder te dompelen in de stad

Cais da Ribeira – op de Douro

Azulejo’s en Majestic – van São Bento naar Mercado de Bolhão

Alles leren over port – Vila Nova de Gaia Historische kern – rond de kathedraal

In de oude stad– Rua das Flores en Palácio da Bolsa

Barokkerk en fotografie – vanaf de Torre dos Clérigos

Boekhandel en galeries – Lello en Rua Miguel Bombarda

Imposante allee – Avenida dos Aliados

Muziektempel – Casa da Música en omgeving

‘Stadion van de draak’ – FC Porto

Romantisch dwalen – Jardins do Palácio de Cristal

Kunst, architectuur, natuur – Fundação de

Tramlijn 1 langs de Douro – Foz do Douro

Op de fiets naar een vissersdorp – Afurada Sardientjes eten – Matosinhos

Straatkunst

School van Porto

Pauze, even rebooten

Overnachten

Eten en drinken

Winkelen

Uitgaan

Reisinformatie

Porto-lingo

Register

Fotoverantwoording

Colofon

Herinner je je deze nog?

Het belangrijkste eerst

Wereld van azulejo’s Waarom is het een aanrader zowel het treinstation São Bento als het toiletgebouw in de Jardim do Passeio Alegre te gaan bekijken? Omdat ze beide hun charme ontlenen aan de schitterende azulejo’s. Die oogstrelende keramische tegels zie je trouwens op veel meer plekken in Porto. Van kerk tot kroeg.

Fascinerende rivier Bij zonsopgang en -ondergang, of je je nu op de linkeroever of op de rechteroever van de Douro bevindt, is de wisselwerking tussen licht en rivierwater vaak betoverend. Vooral de portschepen voor de kade van Vila Nova de Gaia kunnen dan op extra belangstelling rekenen.

Metamorfose van elektriciteitskastjes Met mooie, grappige en spannende graffiti word je in Porto echt in talrijke straten geconfronteerd (zie ook). Extra leuk is dat de straatkunstenaars ook hun oog lieten vallen op de oersaaie elektriciteitskastjes en die een nieuw uiterlijk gaven. In het bijzonder de Rua das Flores werd er flink door opgefleurd.

São João Tik, tik, tik. Met felgekleurde hamertjes slaan ze op elkaars koppen. Hebben ze geen hamers, dan gebruiken ze knoflookbollen aan een lange stengel. Dit ritueel hoort bij de nacht van 23 op 24 juni, als de stad São João viert. Sint Jan is het belangrijkste feest in Porto (zie ook). Als je de kans krijgt, geef je er dan aan over!

Uitzichten De enorme hoogteverschillen leveren heel wat spectaculaire uitzichten op. Een van de fraaiste is bij het Mosteiro Serra do Pilar, op de linkeroever, waar je zelfs de Ponte D. Luís I onder je kunt zien liggen. Of geef je toch de voorkeur aan het adembenemende panorama vanaf de Torre dos Clérigos?

In de rij voor een boekhandel Is de mooiste boekhandel ter wereld? Misschien, want dat zijn moeilijke vergelijkingen. Maar mogelijk staat er in de Rua das Carmelitas af en toe wel de langste rij ter wereld van nieuwsgierigen die naar binnen willen bij een bookshop.

Schat aan moderne architectuur Rem Koolhaas tekende het spraakmakende Casa da Música dat tegenwoordig een must is voor iedere toerist. Liefhebbers van moderne architectuur kunnen daarnaast genieten van zijn Portugese collega’s Álvaro Siza Vieira en Eduardo Souta de Moura die in hun geboortestad schitterende staaltjes van hun kunnen hebben laten zien. Het andere Porto Een loze schoorsteenpijp? Een vervallen Fordfabriek? In Porto? Jazeker! Wie de andere kant van de stad wil zien, niet de highligts maar de stedenbouwkundige treurnis en het schrikbarende achterstallige onderhoud, kan een rondleiding boeken bij The Worst Tours (theworsttours.weebly.com). Betrokken en ter zake kundige gidsen (werkloze architecten) brengen je daar waar je anders niet zou komen.

Het was liefde op het eerste gezicht. Je staat op de Ponte D. Luís I te genieten en denkt: wat een feest om over zo’n prachtige stad een gids te gaan schrijven. Als je je daarna op alle ins en outs stort, wordt die eerste opwelling alleen maar bevestigd!

Vragen? Ideeën? Laat het me weten! Mijn adres bij de ANWB:

@ [email protected] Dit is Porto

Porto non cantat ‘Porto ligt ongeveer ter hoogte van Rome en Istanboel. Het verhoudt zich tot de Algarve als het thuisoord van de Gereformeerde Bond tot de brandhaard van de maffia. Men is er veel gastvrijer dan in Nederland, beleefder dan in Frankrijk, armer dan in Spanje. Toch is het, wanneer je uit het zuiden komt, een stroeve, strenge, nijvere stad. Porto non cantat. Het straatbeeld wordt er beheerst door manchester, niet door katoentjes. Het is een door en door heteroseksuele stad, als ik het zo mag zeggen.’ Aldus Gerrit Komrij in Een zakenlunch in Sintra (1996). Porto zingt niet. Porto gaat er prat op uit harde werkers te bestaan. Inwoners vertellen het de toerist graag met deze woorden: Porto works, Coimbra studies, Braga prays and Lisbon gets the money (of: Lisbon has fun). Dat typeert de eeuwenoude tegenstelling tussen de no-nonsensementaliteit van de tweede stad van en de rijkdom van de hoofdstad. Een contrast dat vaak is vergeleken met dat tussen Rotterdam en Amsterdam. Rotterdam en Porto, beide havensteden, waren in 2001 tegelijkertijd Culturele Hoofdstad van Europa. En de klassieker FC-Porto- Benfica wordt net zo fanatiek gevolgd als Feyenoord-Ajax. De liefde voor de in blauw-wit gehulde voetballers is sterk, al gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat het rood-groen van het nationale elftal nogal is opgerukt in het straatbeeld. De resultaten van FC Porto vielen de laatste tijd immers wat tegen – het laatste landskampioenschap dateert van 2013 –, maar Portugal, met Cristiano Ronaldo in de gelederen, werd in 2016 Europees kampioen.

Werelderfgoedlijst UNESCO en João de Almada Sinds 1996 staat het historisch centrum van Porto op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Het stadsbeeld is volgens deze organisatie ‘van hoge esthetische waarde’, vooral door de zichtbare sporen uit de Romeinse tijd, de middeleeuwen en de decennia dat João de Almada e Melo (1703-1786) de hand had in de stedenbouwkundige ontwikkeling. Almada begon in 1761 in het noorden van de stad met de aanleg van de Praça da Liberdade, buiten de middeleeuwse ommuring, de Muralha Fernandina. Gevolgd door een nieuwe uitvalsweg naar Braga, de straat die tegenwoordig zijn naam draagt: Rua do Almada. Andere uitbreidingen en vernieuwingen waarmee Almada de stad klaarstoomde voor de moderne tijd, waren bijvoorbeeld de aanleg van de huidige winkelstraten Rua de Cedofeita en Rua de Santa Catarina. Tot de openbare gebouwen die op zijn initiatief verrezen, behoren het Hospital de Santo António en de Feitoria Inglesa, beide neopalladiaanse bouwwerken van Engelse architecten met wie Almada nauw samenwerkte.

Azulejo’s en talha dourada Net als elders in het land verfraaien azulejo’s de openbare ruimte, van godshuis tot wc. Meestal gaat het om witte keramische tegels die zijn beschilderd met blauwe verf, maar soms is er een combinatie van diverse tinten aangebracht. Ze zijn voorzien van geometrische of bloempatronen of vormen met elkaar voorstellingen van onder andere religieuze, mythologische en historische gebeurtenissen.

Rua de Miragaia.

Waar azulejo’s in de loop van de eeuwen werden aangewend om kerkfaçades te versieren, daar hebben barok en rococo op overdadige wijze het interieur verrijkt met talha dourada, verguld houtsnijwerk. In vrijwel alle kerken glimmen wel een of meer exuberante altaren; de Igreja de São Francisco is er zelfs van gewelf tot vloer mee gedecoreerd. Na de crisis De economische crisis heeft ook Portugal de afgelopen jaren ernstig in de greep gehad. Tussen al het prachtige erfgoed waar je als toerist voor kwam, zag je dan ook een schrijnende hoeveelheid verkrotte gebouwen, leegstaande winkelpanden en verwaarloosde woningen, die smeekten om restauratie of een grondige opknapbeurt. Nu de crisis bezworen is en er weer geld beschikbaar is voor renovatie, heerst er een ware opknapwoede. Het ene na het andere pand verdwijnt achter bouwsteigers. Maar dat heeft wel een keerzijde. Veel panden in het oude centrum worden namelijk omgetoverd tot dure appartementengebouwen die kunnen worden verhuurd aan toeristen die de stad in steeds groteren getale weten te vinden. Voor de inwoners zelf zijn die appartementen veel te duur, dus zij wijken uit naar goedkopere alternatieven in de buitenwijken. Een trend die steeds meer, ook in andere toeristische steden, zorgen baart!

Wat is waar?

Bem-vindo. Welkom in Porto, dat zich op een schitterende manier op de hellingen langs de rivier de Douro heeft genesteld. Wie er met het vliegtuig heen gaat, landt op de internationale luchthaven Francisco Sá Carneiro, zo’n 12 km ten noordwesten van de overal bovenuit priemende Torre dos Clérigos. Met de metro of een taxi is die afstand in ongeveer een halfuur te overbruggen.

Als je met de auto naar Porto komt, zou je de stad eigenlijk uit het zuiden moeten naderen, want als je dan de Eiffeltorenachtige Ponte D. Luís I nadert, is het zicht op de stad adembenemend. Een kleurrijk geheel van huizen en gebouwen ligt harmonisch tegen de helling aan de overkant geplakt. De bedrijvigheid op de Cais da Ribeira, de rondvaartboten op de Douro, het kolossale, witte bisschoppelijk paleis en natuurlijk de hoge Torre dos Clérigos zijn de blikvangers.

Oudste gedeelte Terreiro da Sé, het plein dat zich voor de kathedraal ( kaart 2, C 3) uitstrekt, is een geschikt vertrekpunt voor een eerste kennismaking. Behalve dat je hier een prachtig uitzicht hebt en je er een van de toeristenbureaus kunt bezoeken, is dit het oudste gedeelte van Porto. Om de heuvel waarop de kathedraal prijkt, de Pena Ventosa, werd de eerste stadsomwalling opgetrokken. Nu domineren hier de kathedraal, het bisschoppelijk paleis en de Pelourinho da Sé (een rijkversierde schandpaal). Vanaf dit mooie plein kun je via nauwe straatjes afdalen naar de rivier en je af en toe nog in de middeleeuwen wanen.

Bruisend hart Je kunt op een plattegrond van de stad de straal rond de kathedraal wat oprekken, dan zie je vanzelf de contouren van de oude stad ( kaart 2). Die lag ooit binnen de Muralha Fernandina, de omwalling die het licht zag in de 14e eeuw en waarvan nog slechts een klein gedeelte resteert. Het oude centrum heeft eyecatchers zoals de Torre dos Clérigos, het Palácio da Bolsa, de Mercado Ferreira Borges, de Igreja São Francisco, het treinstation São Bento en de Mercado do Bolhão. Maar bovenal sfeervolle straten en stegen zonder grote bezienswaardigheden, die simpelweg met hun gevels, winkels, cafés en restaurants op geheel eigen wijze aantrekkelijk zijn. Een wandeling door de oude stad kan eindigen op een van de talrijke drukbezette terrassen van de Cais da Ribeira of op het ruime Praça da Ribeira aan de Douro. Daar zijn ook diverse mogelijkheden om een rondvaart op de rivier te maken.

Port Op de noordelijke oever van de Douro heb je vaak een aantrekkelijk uitzicht op de beroemde porthuizen in Vila Nova de Gaia ( G-J 8) en de barcos rabelos, traditionele boten die ooit de wijn over de Douro vervoerden. Het is de moeite waard de rivier over te steken. Doe dat bij voorkeur lopend over het bovendek van de Ponte D. Luís I, want dat levert een spectaculair uitzicht op. De porthuizen vormen tegenwoordig een toeristische attractie van de eerste orde. Met rondleidingen, tentoonstellingen en proeverijen wordt de wereld van de port ontsluierd (en te gelde gemaakt). Er zweven zelfs cabines boven Vila Nova de Gaia om de bezoeker op alternatieve wijze een blik te laten werpen op de uitgestrektheid van de portkelders (en een hoogteverschil op eenvoudige wijze te overbruggen).

Monding van de Douro Op de linkeroever van de Douro, vanuit Vila Nova de Gaia richting de kust, ligt het alleraardigste vissersdorpje Afurada ( C-D 6-7) met zijn huizen vol azulejo’s en wat fijne visrestaurants. Even ten westen daarvan strekt zich het mooie Reserva Natural Local do Estuário do Douro uit, een 62 ha groot natuurgebied dat met zijn zandvlakten, moeras en duinen in trek is bij tal van vogelsoorten. Daartegenover, op de rechteroever van de Douro, lag vroeger eveneens een vissersdorp, maar in de 19e eeuw groeide Foz do Douro ( kaart 3, C-D 5-7) uit tot een buitenwijk van Porto, waar zich vooral welgestelden vestigden. Zowel aan de zuid- als aan de noordkant van de brede boulevard langs zee liggen imposante vestingwerken: het 16e-eeuwse Forte de São João da Foz en het 17e- eeuwse Forte de São Francisco Xavier.

Avenida da Boavista Vanaf de Praça de Gonçalves Xarco, het plein waaraan het Forte de São Francisco Xavier ligt, loopt de ruim 5 km lange, kaarsrechte Avenida da Boavista naar de , waaraan het bijzondere Casa da Música ( F 4) ligt. In de 19e eeuw aangelegd als een lommerrijke laan, is de avenida nu vooral een drukke autoweg met erlangs kantoren, winkelcentra, appartementen en hotels. Aan zee ligt ten noorden van de avenida het grote Parque da Cidade ( kaart 3, C-D 4-5). Ongeveer halverwege ligt iets ten zuiden van de avenida de Fundação de Serralves ( A-B 3-4): een fraai museum voor contemporaine kunst in een aangenaam park.

Naar het strand Ten noorden van het Parque da Cidade ligt langs de kust Matosinhos ( kaart 3, B-D 3-4). Dit leuke vissersplaatsje met een fijn strand is goed bereikbaar met de metro. In de monding van de Leça, ten noorden van Matosinhos, ligt de haven: Porto de Leixões.

Cais da Ribeira– op de Douro

Waarschijnlijk gebeurt het je al op de eerste dag van je verblijf in Porto: je wordt naar de Cais da Ribeira gezogen. Je strijkt neer op een van de talrijke terrassen en vergaapt je aan de levendigheid op de rivier, de rode dakpannen van de porthuizen aan de overkant en natuurlijk aan de machtige Ponte D. Luís I, een soort omgevallen Eiffeltoren over de Douro. Al snel neem je je voor een rondvaart te gaan maken.

Hoeveel foto’s zouden er al gemaakt zijn van de Cais da Ribeira (rio betekent rivier, beira oever), die schitterende kade met zijn booggewelven en daarboven de kleurrijke huizen, de smeedijzeren balkons en de wapperende was. Op een van de terrassen hier iets eten of drinken is ronduit een feest, vaak opgeluisterd door straatmuzikanten, levende beelden en souvenirverkopers.

Alle toeristen doen het, maar het is dan ook heerlijk: een terras opzoeken op de kleurrijke Cais da Ribeira. Praça da Ribeira Praça da Ribeira wordt ook wel Praça do Cubo genoemd, naar het beeld O Cubo van de hand van José Rodrigues. Een fontein uit de 17e eeuw wordt bekroond met deze forse bronzen kubus die door opspuitend water in evenwicht lijkt te worden gehouden en waarop duiven zijn neergestreken. Het beeld verrees twee jaar na de Anjerrevolutie (1974) om de democratie te vieren. In de Fonte da Praça da Ribeira, aan de noordkant van het plein, staat ook een beeld, waarover de meningen nogal zijn verdeeld. Deze uit 2000 daterende, merkwaardige São João (Johannes de Doper) is van kunstenaar João Cutileiro. Voordat de haven van Porto naar de monding van de Leça verhuisde, lagen de schepen onder andere voor de wal bij Praça da Ribeira. Vanaf het plein werd de handelswaar met ossenkarren verder de stad in vervoerd. In westelijke richting gaat de Cais da Ribeira over in de Cais da Estiva, waar de rondvaartboten liggen. Deze kade loopt naar de Largo do Terreiro. Aan de noordkant van dit aardige pleintje staat de Capela de Nossa Senhora do Ô, een wit, oorspronkelijk 17e-eeuws kerkje.

Richting Ponte D. Luís I Richting Ponte D. Luís I zie je vlak voor de brug twee stenen pijlers. Ze behoorden toe aan de Ponte Pênsil, een hangbrug die Porto van 1843 tot 1887 met Vila Nova de Gaia verbond. Op de hoek met de Avenida de Gustavo Eiffel staat een gedenksteen gemaakt door kunstenaar José Rodrigues voor Deocleciano Monteiro (1902- 1996). Deze charismatische schipper stond bekend als ‘hertog van de Ribeira’; op zijn elfde redde hij een man van de verdrinkingsdood. Die Avenida de Gustavo Eiffel loopt de Túnel de Ribeira in. In de aanloop naar die tunnel hangt rechts het azulejopaneel Ribeira Negra dat 40 bij 3 m meet en dateert uit 1987. Beeldhouwer Júlio Resende verbeeldt hier het reilen en zeilen van weleer op de rivieroever.

In Portugal, een gids voor vrienden, tekende de schrijver Rentes de Carvalho een merkwaardig toeval op: ‘De naam Gustave Eiffel (1832-1923) is niet alleen verbonden met de Eiffeltoren maar ook met de twee schitterende ijzeren bruggen die de beide oevers van de Douro met elkaar verbinden. De Ponte da Arrábida is gebouwd door ingenieurs die voor een ander materiaal opteerden, beton. In 1963, precies op het moment dat werd overgegaan tot plaatsing van het 80 m lange en 465 ton zware middenstuk, voer het Duitse vrachtschip de “Eifel” onder de brug door de rivier op. Het was de eerste keer dat het in Porto kwam.’ Geen echte Eiffel De spectaculaire Ponte D. Luís I , die 172 m overbrugt, heeft twee niveaus. Beneden delen voetgangers de oversteek met auto’s. Ook op het bovenste niveau, dat zo’n 45 m boven het water hangt, kunnen wandelaars terecht, evenals de metro. Vanzelfsprekend heb je hier een geweldig uitzicht. De naamgever van de brug, koning Lodewijk I van Portugal, verrichtte de opening in 1886. Het ontwerp is van Théophile Seyrig, ingenieur bij de Belgische Société de Willebroeck, die een medewerker van Gustave Eiffel was. Een meningsverschil over geld dreef hen uiteen.

INFO EN OPENINGSTIJDEN Er zijn diverse aanbieders van de ‘6-bruggen-tocht’. Je vindt ze op de kade. Of kijk van tevoren op: www.cruzeiros-douro.pt, www.douro.com.pt, www.rentdouro.com, www.manosdodouro.pt, www.douroacima.pt of www.tomazdodouro.pt. De duur is ca. 50 min., de prijs ca. € 15. Museu dos Transportes e Comunicações : Rua Nova da Alfândega, tel. 223 403 000, www.amtc.pt, di.-vr. 10-13, 14-18, za. 15-19 uur, € 7,50 (combikaartje voor alle expo’s).

Uitneembare kaart D-N 6-7 | Metro São Bento, Bus 900, 901, 906, ZM, ZR

Ongeveer halverwege de Cais da Ribeira hangt een bas-reliëf, Alminhas da Ponte, in 1897 gemaakt door beeldhouwer Teixeira Lopes sr. (1837-1918). Het brengt de honderden mensen in herinnering die in 1809 op de vlucht sloegen voor de manschappen van Napoleon. In paniek renden ze de Ponte das Barcas op, maar die bezweek onder hun gewicht. Velen verdronken. Bij dit gedenkteken branden altijd kaarsjes.

Wel een echte Eiffel Landinwaarts ligt er wél ‘een echte brug van Eiffel’, de Ponte D. Maria Pia , genoemd naar de toenmalige koningin van Portugal, de vrouw van Luís I. Deze boogbrug, die 9 jaar eerder dan zijn grote broer werd geopend, heeft alleen een bovendek, op 61 m boven het wateroppervlak, waarop een enkelspoor loopt. Sinds 1991 rijden er echter geen treinen meer over. Die gebruiken nu het witte gevaarte ernaast, de Ponte de São João , een ontwerp van Edgar Cardoso (1913-2000), een bekende Portugese ingenieur die tientallen bruggen over de hele wereld ontwierp.

Rondvaart met zes bruggen Behalve de drie al genoemde bruggen, zijn er nog eens drie exemplaren te bewonderen. De aanbieders van rondvaarten bieden hun tochten op de rivier dan ook meestal aan als ‘Cruzeiro das 6 pontes’. Op de Cais da Estiva staan diverse kiosks waar je een ticket kunt kopen. Je kunt ook vertrekken vanuit Vila Nova de Gaia. Stroomopwaarts vaar je na de Ponte D. Luís I onder de Ponte do Infante door, de witte brug uit 2002. De boog van beton is 280 m lang en het brugdek hangt op zijn hoogste punt 75 m boven de rivier. Er ligt een tweebaansweg voor autoverkeer op. Dan volgt de Ponte D. Maria Pia en als laatste de Ponte do Freixo , die in 1995 gereedkwam. Vervolgens keert de boot en vaart richting de zee. Ruim voordat je de monding van de Douro bereikt, ligt brug nummer 6, de Ponte da Arrábida . Deze werd in 1963 in gebruik genomen, heeft een 52 m hoge boog en kwam net als de Ponte de São João uit de koker van Edgar Cardoso. Ter hoogte van het vissersdorp Afurada zal de boot opnieuw keren en stroomopwaarts terugkeren naar het vertrekpunt.

Ludiek: de boog van de Ponte do Infante kun je ook ‘beklimmen’. Gezekerd aan een lifeline stijg je over 262 treden naar het hoogste punt, 65 m boven het water. Daar kun je unieke foto’s maken. Vanaf 12 jaar. Zie verder: Porto Bridge Climb, www.portobridgeclimb.com.

OM DE HOEK

Tot de gebouwen die vanaf het water heel mooi zichtbaar zijn, behoort zeker de Alfândega , het reusachtige gebouw dat zich uitstrekt tussen de Rua Nova da Alfândega en de rivier. Dit vroegere douanegebouw uit de 2e helft van de 19e eeuw, kwam van de tekentafel van de Franse architect Jean- François Colson. Overigens dineerden koningin Beatrix en prins Claus in de Alfândega tijdens hun staatsbezoek aan Portugal in november 1991. In de Alfândega is het Museu dos Transportes e Comunicações ondergebracht. ‘Transportes’ verwijst naar een exposities over presidentiële auto’s, in gebruik tussen 1910 en nu. Behalve de voertuigen zelf zijn er foto’s en audiovisuele presentaties. ‘Comunicações’ is een gevarieerde tentoonstelling over communicatie. Er is aandacht voor de technologische ontwikkelingen op dit gebied, maar je wordt ook uitgedaagd stil te staan bij alle mechanismen en processen die je dagelijkse leven beïnvloeden. Wie belangstelling heeft voor het indrukwekkende gebouw zelf en zijn historie moet beslist een kijkje nemen bij de expositie ‘Metamorfose de um lugar’ (gratis). Getoond wordt hoe het er in het douanegebouw eertijds aan toe ging én hoe architect Eduardo Souto de Moura het omtoverde tot een modern, multifunctioneel centrum zonder het karakter van het oude gebouw aan te tasten.

Rondvaartboten bekijken vanaf de kant kan ook. Vooral vanaf het Mosteiro Serra do Pilar is dat ronduit spectaculair. Azulejo’s en Majestic – van São Bento naar Mercado do Bolhão

De azulejo’s, die fantastisch beschilderde tegels die je kunt bewonderen in het treinstation São Bento, zijn misschien wel de allermooiste van de stad. Maar je kunt tijdens deze stadswandeling nog veel meer tegeltableaus zien. Ga je onderweg liever chic winkelen, snuffelen op een prachtige markt of een kop koffie drinken in het allermooiste café van de stad? Kan ook!

Al ben je helemaal niet van plan een trein te nemen, toch moet je het kopstation São Bento , in hartje Porto, op gaan zoeken vanwege de ongelooflijke azulejo’s die het interieur sieren. José Marques da Silva was de architect van São Bento, dat in 1916 officieel in gebruik werd genomen, terwijl er in 1896 al wel treinen arriveerden. Het station werd genoemd naar het klooster dat eerst op deze plek stond. Het is een rechthoekig gebouw waarvan de ramen met rondbogen bijna tot aan het plafond reiken. Direct onder het witte, van fraai stucwerk voorziene plafond lopen twee geel-blauwe friezen. Daartussenin zie je een lange sliert kleurige azulejo’s van koetsen en rijtuigen, alsof ze allemaal op weg zijn naar de ingebruikname van het spoor. Jorge Colaço (1868-1942) schilderde ze. Hij is ook verantwoordelijk voor de reusachtige voorstellingen in blauw-wit daar weer onder. In totaal zou het om 20.000 tegels gaan, waarmee ruim 550 m² is bedekt. De fantastische azulejo’s in São Bento maken dit treinstation tot een waar openluchtmuseum.

Op de azulejo’s zijn enkele belangwekkende taferelen uit de Portugese historie te zien: Hendrik de Zeevaarder neemt Ceuta in; Johan I (João I) van Portugal en Filippa van Lancaster komen de stad binnen; Johan en zijn Filippa trouwen in de kathedraal Sé; met een strop om de hals geeft Egas Moniz, een telg uit een rijk adellijk geslacht die huisleraar was van de latere Portugese koning Alfons I, zich over aan Alfons VII, koning van Léon; diezelfde koninklijke Alfonsen in de Slag bij Arcos de Valdevez (1140). Maar er zijn ook afbeeldingen van het dagelijks leven: processies, wijnbouw en oogsten op het land. Aan het eind van de Rua dos Clérigos, in het verlengde van de Rua 31 de Janeiro, rijst de Torre dos Clérigos op. In de dagen voor Kerstmis is dat een extra feestelijk gezicht.

Ruimtelijk De Rua 31 de Janeiro loopt in oostelijke richting omhoog (zie op nr. 174 de jugendstilgevel van Vicent) naar de Igreja de Santo Ildefonso en ligt in het verlengde van de Rua dos Clérigos die richting het westen omhooggaat. Samen zorgen ze voor een mooie, ongeveer 600 m lange zichtas van kerk naar kerk.

Nogmaals Jorge Colaço In 1739 werd de barokke Igreja de Santo Ildefonso voltooid. Het godshuis is gewijd aan de Spaanse bisschop Ildefonsus van Toledo (607-667). Scènes uit zijn leven staan op de azulejo’s die de symmetrische façade met twee klokkentorens verlevendigen. Ze zijn net als die in het station van de hand van Jorge Colaço. Binnen zie je een barok, verguld altaarretabel dat wordt toegeschreven aan Niccolò Nasoni.

Plein van het gevecht De naam van het levendige Praça de Batalha (batalha is ‘gevecht’) verwijst naar de strijd die de inwoners in de 10e eeuw leverden met de Moren. Dominant aanwezig is het standbeeld van Pedro V, uit 1866, vervaardigd door Teixeira Lopes sr. Aan de oostkant van het plein bevindt zich het 18e-eeuwse Palácio da Batalha, een stadspaleis dat vanbinnen helemaal werd gestript en aan de buitenzijde een flinke modernisering onderging. Het herbergt nu een hotel. Ernaast staat de prachtige art-decobioscoop , ooit een icoon van de stad. Nu staat het pand leeg, hopelijk te wachten op een goede restauratie. Ertegenover rijst de statige façade van het Teatro Nacional São João op (zie ook).