Vennen Rond Sellingen Ecologisch Onderzoek
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Vennen rond Sellingen Ecologisch onderzoek Inopdrach t van:Zuiveringsbehee r Provincie Groningen Grontmij Afd. Ruimtelijke Planning Afd. Bodem &Wate r Eindhoven, 17februari 1993 ordernr. 26963.10/RB/EI Inhoudsopgave VOORWOORD 1 SAMENVATTING 3 INLEIDING EN DOELSTELLING 5 INVENTARISATIE 9 2.1 GEOLOGISCHE OPBOUW, BODEM EN WATERHUISHOUDING 9 2.2 WATERCHEMIE 10 2.3 MENSELIJKE BEÏNVLOEDING EN BEHEER 16 2.4 VEGETATIE 16 2.4.1 VEGETATIE-BASISKARTERING 16 2.4.2 OVERIGE INFORMATIE 19 2.5 MICROFLORA EN -FAUNA 20 2.6 MAKROFAUNA 24 2.7 LIBELLEN 28 2.8 HERPETOFAUNA 29 2.8.1 INVENTARISATIE 29 2.8.2 RESULTATEN 29 2.9 OVERIGE FAUNA 30 2.10 KARAKTERISERING VAN DE HUIDIGE TOESTAND (SAMENVATTING) 30 REFERENTIE- EN STREEFBEELD 33 3.1 REFERENTIEBEELD 33 3.2 STREEFBEELD 34 KNELPUNTEN EN MAATREGELEN 39 LITERATUUR 41 BIJLAGE 1 43 BIJLAGE 2 45 Voorwoord Inopdrach t van de Dienst Zuiveringsbeheer vand e Provincie Groningen isee n ecologisch onderzoek uitgevoerd aanvenne n ind eomgevin gva nSellingen . Het rapport is opgesteld door G.H.P.Art s en R.F.M. Buskens. Het onderzoek is uitgevoerd door: H.Vallenduu k (adviesbureau Vallenduuk): hydrobiologisch onderzoek; B. Crombaghse n G. Hoogerwerf (adviesbureau Limes divergens): onderzoek aan libellen, herpetofauna en kleinezoogdieren ; R. Bijlsma(Grontmij) :bemonsterin g vand e microflora en-fauna ; J.F.M. Geelen:determinati e van de microflora en-fauna . Als coördinator en projectleider vand ezijd e vand eopdrachtgeve r fungeerde dhr. D.A. deVries . Bovengenoemde personen zowel als anderen,waaronde r H. Hut (Staatsbosbeheer) en M.va n Gijsen (Zuiveringsschap Veluwe), hebben bijgedragen aan hetto t stand komen vandi t project, waarvoor dank. Samenvatting In 1992 is in opdracht van de Dienst Zuiveringsbeheer vand e Provincie Groningen een ecologisch onderzoek uitgevoerd aanvenne n ind eomgevin gva nSellingen . Het ecologisch onderzoek bestond uit een inventarisatie van de macrofauna, de libellen, de microflora en-faun ae nd e herpetofauna. Daarnaast zijn maandelijks fysisch-chemische wateranalyses uitgevoerd door de Dienst Zuiveringsbeheer van de Provincie Groningen. Devegetatie-basiskartering , uitgevoerd door Staatsbosbeheer in 1991, isgebruik t voor debeschrijvin g vand e huidigevegetatie . Daarnaast is literatuur- en archiefonderzoek verricht. Het onderhavige rapport bevat de resultatenva n hetonderzoek . Daarnaastworde necologisch e normdoelstellingen geformuleerd engetoets t aand e huidigesituatie . Deknelpunte n die uit detoetsin g naar voren komen worden kort besproken.Voo r deze knelpunten worden passende maatregelen aangedragen. Devenne n zijnzuu r en met uitzondering vantwe evenne nvoedselrijk . Hetwate r is ionenarm. Chloride is bij de macro-ionen hetdominant e anion en natrium en kalium dedominant e kationen . Eendergelijk e macro-ionensamenstelling is karakteristiek voor vennen die hoofdzakelijk door regenwater worden gevoed.He t oppervlaktewater in het Sellingerzwarteveen blijkt op grond vand e macro-ionensamenstellingwa t meer onder invloedva ngrondwate r testaan . Meestal is ind evenne n een meer of minder dikke sublaagaanwezig . Ind e meeste vennen issprak e van verruigde en/of vergraste oevers. Inee n aantal vennen komen (restanten van) hoogveenachtige vegetaties voor. Daarnaast kenmerkt een aantalvenne n zich door gagel enslangewortel , hetgeen duidt optoestromin g van licht aangerijkt grondwater. Desamenstellin g vand e microfauna duidt opee n zuur-mesotrofesituatie . Desamenstellin g vand e microflora is niet karakteristiek en duidt op eutrofiëring. Evertebraten die karakteristiek zijn voor vennenvinde n wei n alle wateren,karakteristiek e hoogveensoorten vooral in het Sellingerzwarteveen. Een aantal vennen vormt eenbelangrij k biotoop voor zeldzame en bedreigde libellensoorten enee nbelangrijk e voortplantingsplaats voor de heikikker. Devenne n hebben zich ontwikkeld tot detoestand ,waari n ze nuverkeren , mede onder invloed van de processen verzuring,eutrofiërin g enverdroging . Nahe t beschrijven vand e huidigetoestan dword t het referentiebeeld ten aanzien vand evenne n geformuleerd. Het gaat omzur e vennen,waari n de processen hoogveenvorminge nverlandin g optreden. Uit het referentiebeeld wordt voor de vennen eenstreefbeel d gedestilleerd. Ditstreefbeel d omvat eense t van organismen enabiotisch e kenmerken. Hetstreefbeel d wordt geacht in de praktijk haalbaar tezij n endien t daarmee richtinggevend tezij n voor hetbehee r ind e betreffende gebieden.Al s methode omhe t streefbeeld nadert e visualiseren is gekozen voor een (semi-kwantitatieve) amoebe. Deamoeb e iszodani g samengesteld,da t ze representatief is voor de processen vanverlandin ge n hoogveenvorming, end ebijbehorend e stadia omvat die ind evenne n kunnen voorkomen. Bijtoetsin g van ded e huidigetoestan d vand evenne n aan het streefbeeld komen een aantal knelpunten naar voren.Dez eknelpunte n zijn: • te grote waterstandsfluktuaties; • de aanwezigheid van een meer of minder dikke sublaag; • de aanwezigheid van bebossing opto t opd evenoevers ; • de aanwezigheid van veel pitrus en pijpestrootje ind eoeverzone . Dezeknelpunte n belemmeren een herstel van het venoecosysteem. Indien herstel vandi t systeemword t nagestreefd,diene n deze knelpunten dan ookz ovee l mogelijk door het nemen van passende maatregelent e worden opgelost. Deze maatregelenomvatten : • vergaande hydrologische maatregelen:aanpassin g peilbeheer ind eomgeving , vermindering en/of verplaatsing van grondwaterwinningen, aanpak vand e detailontwatering ind e betreffende gebieden eneventuee l verleggen vand e loopva nd e RuitenA ; • verwijdering vansli b uit devennen ; • verwijderen vanbebossin g inee nstroo k omd evennen ; • plaggen vand e oeverzoneto t bovend ehoogwaterlijn . Bij eenaanpa k vand evenne ndien t verdrogingsbestrijding de hoogste prioriteit te krijgen. Devoorgesteld e maatregelen worden gezien als eense t van maatregelen dat inzij ntotalitei t dientt eworde n uitgevoerd. Pasda nzulle n goede resultaten kunnen worden verwacht. 1 Inleiding en doelstelling Momenteel is bij de Provincie Groningen het Beheersplan Waterkwaliteit in voorbereiding. Dit is een praktische uitwerking van het geformuleerde beleidte n aanzien vand ewaterkwaliteit , zoals neergelegd is in het Provinciale Waterhuishoudingsplan. Het Beheersplan richt zich met nameo pd e realisering van functies met bijbehorende normdoelstellingen. Inhe t Provinciaal Waterhuishoudingsplan wordenwatere n cq.waterrijk e gebieden genoemd,di eee n specifiek ecologische functie hebben gekregen.Aa ndez ewatere n dient nog ecologisch onderzoek plaatst evinden . Debedoelin g van eendergelij k onderzoek is omecologisch e gegevens te verzamelen,o pgron dwaarva n normdoelstellingen voor de betreffende wateren kunnen worden opgesteld. Natoetsin g vand e doelstellingen aand e huidigesituati e kunnen maatregelen wordengeformuleerd , die noodzakelijk zijn omd ebeheersdoele n tebereiken . In het Provinciale Waterhuishoudingsplan wordend e RuitenA envenne n ind e omgeving van Sellingen genoemd alswatere n die eenspecifie k ecologische functie hebben gekregen. In 1992i s ecologisch onderzoek uitgevoerd aandez ewateren . Dit ecologisch onderzoek is door de Provincie Groningen uitbesteed aanGrontmi j Advies enTechnie k bv. Het onderzoek is gesplitst intwe efasen : 1. onderzoek vand e ecologische uitgangssituatie; 2. formulering entoetsin g van de ecologische normdoelstellingen. Dit rapport omvat beidefase nva n het onderzoek. Daarmee isd etoetsin gva nd e huidigesituati evastgelegd . Het begripvenne n kan als volgt worden gedefinieerd.Venne n zijn ondiepewatere n (meestal ondieper dan 2 m),me t eengerin g oppervlak (maximaal enkele hectaren) en gelegen in voedsel-e n kalkarme pleistocene zandgronden (Arts &Buskens , 1989).Venne n vormenda n ook eenwatertype ,da t primair onderscheiden wordt op grond van geomorfologische kenmerken.Z evorme n een kwetsbaar watertype.Z e hebben eengrot e (potentiële) waarde. Ind e Provincie Groningen nemenvenne n een bijzondere plaats in binnen dewatertypen . Welke vennen indez estudi e zijn betrokken,word t vermeld inTabe l 1.1.D e geografische ligging vand evenne n isweergegeve n in Fig.1.1 .I n het geval vand e zandwinput Sellingerbeetse gaat het eigenlijk niet omee n echt ven,maa r omee n zanduitgraving. Deze komt ook niet in aanmerking voor eenspecifie k ecologische functie, maar heeft defuncti e zwemwater gekregen. Dewatere nzij n alle in eigendom en/of beheer van Staatsbosbeheer. Tabel1.1 - De bkatiesen coördinaten vande onderzochte vennen. Tevens zijnde codes,die voor de vennen indit rapport worden gebruikt, weergegeven. Naam / Lokatie Coördinaten Jipsingbourtange bij de Elmborg (JI) 271.1 554.6 SeUeegte, aan de Heidensiegerweg (HE) 272.8 555.2 SeLlingerzwarteveen (SE) 272.9 553.7 Krumpels, natuurgebied Ter Borg (TB) 271.9 552.1 Zuidelijk ven, natuurgebied Ter Borg (ZB) 271.7 551.4 Zandwinput Sellingerbeetse (SB) 269.3 551.4 In 1991 heeft Staatsbosbeheer een uitgebreide vegetatie-basiskartering uitgevoerd, waarin deze s genoemde vennen zijn opgenomen. Binnen dezestudi e isd e vegetatie daarom niet opnieuw beschreven of gekarteerd. Het ecologisch veldwerk bestond uit een inventarisatie vand emacrofaun ae nd e libellen,d emicroflor a en -fauna end e herpetofauna. Daarnaast zijn maandelijks fysisch-chemische wateranalyses uitgevoerd door de Dienst Zuiveringsbeheer vand e Provincie Groningen. Indi t rapport zal eerst in hoofdstuk 2d e huidige situatie worden beschreven ten aanzien vand egeologisch e opbouw, bodeme nwaterhuishouding ,d ewaterchemi e end ebiot a (vegetatie,