Het Enige En Afdoende Middel Tot Bloei En Welvaart
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Het enige en afdoende middel tot bloei en welvaart Mens en landschap tijdens de lange weg naar een gekanaliseerd Westerwolde, 1880-1920 Geert Volders Masterscriptie Landschapsgeschiedenis Auteur: Geert Volders Begeleider: Dr. J.F. (Jeroen) Benders, universitair docent Landschapsgeschiedenis Rijksuniversiteit Groningen Tweede lezer: Dr. A. (Albert) Buursma, auteur en freelance historicus Het enige en afdoende middel tot bloei en welvaart Mens en landschap tijdens de lange weg naar een gekanaliseerd Westerwolde, 1880-1920 Masterscriptie Landschapsgeschiedenis Rijksuniversiteit Groningen Onstwedde, mei 2014 Voorwoord In het kader van mijn masteropleiding Landschapsgeschiedenis begon ik in het najaar van 2013 aan mijn masterscriptie. Door mijn vooropleiding als historicus wilde ik graag een historisch thema onderzoeken in de regio waar ik ben opgegroeid: Westerwolde. De ontwikkelingsgang van dit gebied heeft mij altijd al gefascineerd en zodoende heb ik de kans aangegrepen om nader onderzoek te verrichten over dit landschap. Ik dank dr. Jeroen Benders voor zijn geduldige begeleiding gedurende het hele onderzoek. Ik heb veelvuldig contact gehad met Jeroen en veel suggesties en tips van hem mogen ontvangen. Dank gaat ook uit naar dr. Albert Buursma. Albert was bereid als tweede lezer deze scriptie te beoordelen. Daarnaast heeft Albert mij herhaaldelijk op nuttige publicaties en bronnen gewezen, waardoor ik nieuwe inzichten kon verkrijgen. Naast Jeroen Benders en Albert Buursma, ben ik ook dank verschuldigd aan Jochem Abbes (voorzitter van de Historische Vereniging Westerwolde), Tjarko van Dijk (medewerker Museum de Oude Wolden) en Wilma Koning (archivaris Waterschap Hunze en Aa’s). Ik dank Jochem voor het feit dat ik gebruik mocht maken van zijn collectie historische documenten betreffende Westerwolde. Tjarko vertelde mij over zijn onderzoek ter voorbereiding van de tentoonstelling ‘Vooruitgangsvisioenen’ in Museum de Oude Wolden te Bellingwolde. Wilma begeleidde mij bij het onderzoek in het archief van het waterschap Hunze en Aa’s te Veendam. Dank gaat ook uit naar de medewerkers van het Regionaal Historisch Centrum Groninger Archieven en het Streekhistorisch Centrum te Stadskanaal voor hun hulpvaardigheid en voor de genoten gastvrijheid. Tot slot wil ik mijn ouders danken voor hun steun en interesse tijdens het onderzoek. Ik kon gebruik maken van hun collectie boeken over Westerwolde die mijn grootouders in de jaren 1990 hadden aangeschaft. Daaronder bevond zich onder andere de complete reeks Geschiedenis van Westerwolde. Enkele jaren geleden las ik deze boeken. Het leidde bij mij tot nog meer interesse voor de historie en het landschap van Westerwolde, maar het riep ook nieuwe vragen op. Door middel van deze scriptie kreeg ik de kans onderzoek te verrichten naar de ontwikkelingsgang van het gebied waar ik ben opgegroeid en waar mijn familie al eeuwen woont. Ik wens u veel plezier bij het lezen! Inhoudsopgave Samenvatting……………………………………………………………………………. 1 1 Inleiding………………………………………………………………………………….... 4 1.1 Stand van het onderzoek…………………………………………………. 6 1.2 Probleemstelling……………………………………………………………. 10 1.3 Bronnen en onderzoeksmethoden……………………………………… 12 2 Het landschap van Westerwolde……………………………………………………. 17 2.1 Begrenzing van het onderzoeksgebied…………………………………. 19 2.2 Verkenning van het onderzoeksgebied: vier landschapstypen…...23 2.3 Landschapsgenese…………………………………………………………. 32 2.4 Een korte geschiedenis tot het midden van de 19e eeuw………….. 36 2.5 Twee katalysatoren voor een vernieuwd landschap………………… 39 2.6 Westerwolde aan de vooravond van kanalisatie……………………… 41 2.7 Conclusie…………………………………………………………………….. 47 3 Kanalisatieplannen……………………………………………………………………… 48 3.1 Bestuurlijke ontwikkelingen……………………………………………. 49 3.2 Onderzoekscommissies…………………………………………………… 52 3.3 De Vereeniging ter bevordering van de kanalisatie van Westerwolde…………………………………………………………………. 56 3.4 Kanalisatie in theorie……………………………………………………… 60 3.5 Naar Koninklijke goedkeuring…………………………………………… 74 3.6 Conclusie…………………………………………………………………….. 78 4 Motieven, belangen en doelen………………………………………………………. 80 4.1 De herenboer: Boelo Tijdens…………………………………………….. 81 4.2 Mens en landschap in beweging………………………………………… 88 4.3 Van tegenstellingen naar onrust……………………………………….. 95 4.4 Orde door hervorming……………………………………………………... 98 4.5 Hervorming door kanalisatie?...................................................... 101 4.6 Conclusie…………………………………………………………………….. 102 5 Uitvoering en uitwerking van de kanalisatie…………………………………… 104 5.1 Kanalisatie in de praktijk……………………………………………….. 105 5.2 Verandering van het landschap…………………………………………. 115 5.3 Westerwolde gekanaliseerd………………………………………………. 124 5.4 Herinnering………………………………………………………………….. 129 5.5 Samenvatting………………………………………………………………… 133 6 Conclusies…………………………………………………………………………………. 135 6.1 Onderzoeksresultaten…………………………………………………….. 135 6.2 Eindconclusie……………………………………………………………….. 138 6.3 Aanbevelingen en slotwoord……………………………………………… 139 Bronnen en literatuur………………………………………………………………….. 141 Archieven (inclusief gepubliceerde bronnen)………………………………………. 141 Literatuur…………………………………………………………………………………… 144 Websites…………………………………………………………………………………….. 146 Verantwoording………………………………………………………………………….. 147 Afbeeldingen………………………………………………………………………………..147 Kaartfragmenten………………………………………………………………………….. 149 Bijlagen…………………………………………………………………………………….. 150 Bijlage I Thematische kaarten Westerwolde……………………………. ………. 151 Bijlage II De kanalisatie in poëzie………..................................................... 154 Bijlage III Kosten van de kanalisatie………………………………………………… 158 Bijlage IV Waterstanden 1906 en 1938…………………………………………….. 159 Samenvatting Het is bijna honderd jaar geleden dat het kanalisatieproject in Westerwolde werd voltooid. Hoewel er al eeuwen kanalisatieplannen werden gemaakt voor Westerwolde, leek er pas in 1880 echt schot in de zaak te komen. De door de Oldambtster herenboer en Tweede Kamerlid B.L. Tijdens opgerichte Vereeniging ter bevordering van de kanalisatie van Westerwolde gaf de aanzet tot de kanalisatie. Dit onderzoek probeert nieuw licht te werpen op een groots project dat tot stand kwam dankzij een particulier initiatief. De probleemstelling waar antwoord op wordt gegeven luidt als volgt: Wat was de maatschappelijke en landschappelijke context van de kanalisatie van Westerwolde tussen 1880 en 1920? Met welke belangen, doelen en motieven werd de kanalisatie van Westerwolde uitgevoerd en wat zien we hiervan terug in het landschap? Om hier antwoord op te geven zijn een viertal deelvragen gesteld. Deze vragen zijn beantwoord door interdisciplinair onderzoek te verrichten. Archiefonderzoek, kaartanalyse en literatuuronderzoek spelen een grote rol. 1. Hoe ontwikkelden mens en landschap zich in Westerwolde tot het midden van de 19e eeuw? Westerwolde was eeuwenlang een zandeiland omringd door heide en veenmoerassen. Dit landschappelijke isolement had een maatschappelijk isolement tot gevolg, waardoor Westerwolde lange tijd verstoken bleef van een goede waterhuishouding en infrastructuur. Daarnaast bestond een groot deel van Westerwolde aan het einde van de 19e eeuw nog uit onontgonnen woeste gronden. Doordat de omringende veengebieden in de 19e eeuw in een hoog tempo verdwenen, werd de waterdruk op de Westerwoldse rivieren groter. De slechte infrastructuur en de waterproblematiek waren belangrijke redenen om iets aan de waterstaat te doen. Er zijn twee belangrijke ontwikkelingen die grote invloed hebben gehad op het landschap en de maatschappij in Westerwolde aan de vooravond van de kanalisatie. De eerste was de ontmanteling van de vesting Bourtange, waardoor het niet meer noodzakelijk was de oostgrens nat te houden. De tweede was de opheffing van het stelsel van de boermarken. De boermarke had vanaf de Middeleeuwen een grote invloed gehad op mens en landschap in Westerwolde. De boermarke beheerde en reguleerde het gebruik van de woeste gronden. Met de opheffing van de boermarken werden de enorme woeste gronden particulier bezit. Door de slechte bereikbaarheid en beroerde waterstaat konden veel van deze woeste gronden niet gebruikt worden. Hoewel deze twee ontwikkelingen geen aanleiding vormden 1 voor de kanalisatie, werkten ze wel als katalysator om iets aan de waterstaat van Westerwolde te doen. 2. Op wiens initiatief en op welke wijze kwam het kanalisatieplan van Westerwolde tot stand? Nadat een in 1880 ingestelde onderzoekscommissie van Gedeputeerde Staten van Groningen onder leiding van de Gedeputeerde J.D. Lewe Quintus zonder succes de kanalisatie van Westerwolde had onderzocht, werd in 1891 de Vereeniging ter bevordering van de kanalisatie van Westerwolde door B.L. Tijdens opgericht. Deze vereniging bekostigde een kanalisatieplan dat werd opgesteld door de op dat moment voor Rijkswaterstaat als opzichter werkende A.J.H. Bauer. De Vereeniging creëerde door middel van bijeenkomsten, brochures en de mogelijkheid tot inspraak draagvlak voor het kanalisatieplan. Toch stuitte de Vereeniging op veel weerstand. Zo werden er ook diverse alternatieve kanaalplannen gecreëerd. Uiteindelijk werd het plan-Bauer in 1901 goedgekeurd door de Rijksoverheid en kon het uitgevoerd worden. 3. Wat was de drijfveer om Westerwolde te kanaliseren, welk voordeel werd hier mee behaald en waar zou kanalisatie in moeten resulteren? De kanalen zouden de infrastructuur en de waterstaat aanmerkelijk moeten verbeteren. Tijdens had hier geen direct politiek of financieel voordeel van. De duizenden hectares woeste grond van Westerwolde zouden makkelijker in cultuur gebracht kunnen worden dankzij