<<

In 1783 verscheen er een reeks kaarten, getiteld 'Figuratieve kaarten van het frontier van en het Westerwoldin- ger Land'. Deze gedetailleerde kaarten (schaal 1:19.200) verschaffen ons een fraai beeld van de grenzen en de land- schappelijke opbouw van dit grensgebied in een perifeer ge- west. Door de sektie Milieu- en Landschapsonderzoek (MLO) van de PPD- werd op een van deze kaarten afge- leide ondergrond een nieuwe kaart getekend, die een beeld geeft van de fysische geografie vóór 200jaar. Ruiten A.

Dr,e naam Westerwolde WESTERWOLDE: duikt voor het eerst op rond het jaar 900 in kloosteroorkonden van het klooster Werden aan de Ruhr, als in Westerwolde in Unes- wido (Onstwedde). Naderhand kwamen Uneswede, Wedde, Sallinge (), EEN PERIFERE STREEK Vlachtwede () en Vreschenlo (Vrieschelo) aan de abdij van Corvey en daarna onder het bisdom Osnabrück. In 1316 Jan Meijering, Meindert Schroor stelde het zich onder bescherming van de IN KAART bisschop van Munster, waardoor Wester- wolde voor het eerst samen met de Gronin- ger Ommelanden (inkl. het Friese Achtkar- gen rechtstreeks bedreigd en raakte door het re in tegenover eventuele indringers uit het spelen) onder dezelfde bisschop ressorteer- inroepen door de stad van zijn hulp Karel oosten. Een voor de hand liggende gedachte, de. Al in 1252 echter waren de Addinga's, het van Egmond, hertog van Gelre, betrokken bij want weliswaar was Westerwolde ook des- plaatselijke hoofdelingengeslacht, er toe de strijd. Van 1500 tot 1536 zwaaide hij er de tijds al een ver van het Westnederlandse ge- overgegaan zich wereldlijk aan het Münster- scepter. Daarmee hadden de Addinga's de- legen landstreek, toch vormden de ontoe- se gezag te onderwerpen. Wel hadden zij er finitief hun greep verloren op hun vroegere gankelijke hoogveengebieden — als onder- voor gezorgd in religieuze zaken onder de bezit. Namens Karel V rekende George deel van het grote Bourtanger Moeras — paraplu van Osnabrück te blijven. Deze ver- Schenck van Toutenburg, stadhouder van doorsneden door de dalen van de Ruiten A schuivingen pasten in een politiek spel Friesland en Overijssel, af met de Gelderse en Mussel A, met hun esdorpen en -gehuch- waarin de Addinga's zoveel mogelijk hun hegemonie in Drente en de Ommelanden. ten een strategisch belangrijke grensstreek. zelfstandigheid trachtten te handhaven door Als dank kreeg de laatste van de keizer Wes- Weinig toegankelijk, maar met op de inci- de bisdommen en de stad Groningen, een terwolde in leen. Uiteindelijk kocht de stad dentele zandruggen (op kaart 2 met een N groeiende machtsfaktor, tegen elkaar uit te Groningen in 1619 Westerwolde voor de som aangeduid), tangen genaamd, vestingen en spelen. In 1487 slaagde Groningen erin Wes- van ƒ 140.300,— van de Amsterdamse koop- redoutes. Deze moesten potentiële indrin- terwolde te veroveren. Zij stelde er als be- man Willem van den Hove. Het landschap gers uit het oosten op veilige afstand hou- voegd gezaghebber namens de stad een drost was toen al Generaliteitsland en viel derhal- den. De vestingen (oa. Bourtange en Belling- aan, die voor zowel rechtspraak als bestuur ve onder de souvereiniteit van de Staten- wolde en de ten noorden van het eigenlijke verantwoordelijk was. Generaal, hoewel de stad Groningen er an- Westerwolde gelegen Oude en Nieuwe of De vreugde duurde kort; door de komst van dermaal de supervisie had over de recht- Langakkerschans) aangelegd ten tijde van de Albrecht van Saksen als heer (erfguber- spraak door middel van een drost en twee reduktie van de stad Groningen (1594) en de nator) van Friesland werd de stad Gronin- rechters. De stad zag er een welkome barriè- toetreding van het komplete gewest Stad en

NOORDERBREEDTE 87-153 NOORDERBREEDTE 87-154 Lande tot de unie hadden al meerdere malen hun nut bewezen. Zij maakten deel uit van wat in het begin van de zeventiende eeuw, naar analogie van de Hollandse strategische variant, de 'tuin van Friesland' werd genoemd. Het was dan ook de Friese stadhouder Willem Lodewijk, die de eerste initiatieven nam tot de aanleg van sterkten, met als oogmerk een isolering van de Spaansgezinde stad Groningen en zijn stadhouder Verdugo van de rest van het door de Spanjaarden beheerste gebied. Na de val van Groningen dienden de vestin- gen in eerste instantie ter ontmoediging van eventuele Spaanse invallen uit de Achter- hoek en Twente via het Duitse grensgebied. Zover kwam het echter niet. De meest se- rieuze aanslagen op Westerwolde en het erachter gelegen gebied, gepleegd door de Münsterse bisschop Berend van Galen ('Bommen Berend'), liepen zowel in 1665 als in 1672 vast. Het laatste jaar dankzij het ver- metele optreden van Berend Prott, de kom- mandant van het bijkans onneembare Bour- tange. Andermaal bleef Groningen in Staatse handen. Voor Friezen en Groningers lag het belang van de barrièrefunktie van deze streek in de- oog springend zijn de veengebieden, die reliëf onstaan. Op de kaart is dat te zien bij zelfde orde van belangrijkheid als de IJssel- thans afgegraven en in kuituur gebracht zijn. Jipsingbourtange, Borgertange en Wesslng- linie voor Holland enige eeuwen later. Ten Zo'n oude kaart met over grote oppervlakten tange. De vierde tange, de Bourtange, had oosten van de Ruiten A, het Nederlandse nog een natuurlijke situatie en een land- van oorsprong een heel andere funktie: zij deel van de Bourtanger moerassen, ten wes- bouw die inspeelde op de mogelijkheden die vormde de oude heir- of legerweg naar ten van dat riviertje de op de bestendig in het landschap bood, verschaft veel informa- Duitsland, de enige passage door het gelijk- ontwikkeling zijnde Veenkoloniën aanslui- tie over de vormen aan het aardoppervlak, namige moeras. Op meer geïsoleerd in het tende hoogvenen, die pas na 1880 aan snee zoals die door geologische krachten zijn ont- hoogveen liggende dekzandruggen en dek- werden gebracht. Niet zoals in de oude staan. Daardoor kan aan de hand van deze zandkoppen ontstonden soms kleine een- Veenkoloniën ten behoeve van de turfwin- kaart een rekonstruktie van de fysisch-geo- mansesjes, zoals de Molenkamp bij . ning, maar vooral tot uitbreiding van de kul- grafische situatie anno 1783 worden ge- • Het hoogveen tuurgrond. Een motief dat naarmate de tijd maakt (zie kaart). Hoogveen wordt als moeras op de kaart voortschreed aan belangrijkheid won en uit- De volgende elementen springen in het oog: weergegeven. Niettemin zal deze moerassige eindelijk — dwz. rond de Eerste Wereldoor- • De ruggen langs de beken heide 's zomers toegankelijk zijn geweest log — leidde tot ontginning van de langs de De ruggen zijn te onderscheiden op grond voor het weiden van schapen en geschikt rijksgrens gelegen venen als het , van een reliëfaanduiding en het voorkomen voor de verbouw van boekweit. Dat valt af te het Rhederveld en de . Wij zijn dan al van bouwland, de essen, die werden aange- leiden uit de series evenwijdig aan elkaar ge- vèr voorbij het tijdstip van verschijning van legd op de hogere, drogere gronden. Het re- graven greppels, die vooral in het zuidelijk deze kaart. Zij toont ons buiten de oude be- liëf op de ruggen werd door de in zwang zijn- deel voorkwamen. woonde linten langs de riviertjes, bezaaid de landbouwmethode nog eens versterkt: Ook in het grensgebied komen dergelijke met esgehuchten en enkele grotere dorpen jaarlijks vond een bemesting van de akkers greppelsystemen voor, die het hoogveen ont- (Onstwedde, Vlagtwedde), vrijwel on- plaats met een mengsel van schapemest ver- waterden. Dit zal zeker tegen de zin van de bewoonde, toponymloze hoogvenen, in ge- mengd met heideplaggen, die vanuit de pot- militairen zijn geweest, die het grensgebied bruik als schapenweide of boekweitakker. stal werd opgebracht en waardoor er een ge- wensten te behouden zoals het was: ontoe- Een (kaart-) beeld dat bij verschijning van de leidelijke ophoging van vijf a tien centimeter gankelijk. Om die reden werd de oude leidijk eerste chromo-topografische kaart van 1850 per eeuw ontstond, verstevigd. Die was oorspronkelijk aange- maar weinig veranderd was. e De tangen legd om het zure hoogveenwater van de ont- Temidden van het hoogveen komen dek- gonnen landbouwgronden te weren, maar zandruggen voor, aangeduid als 'tangen', die kreeg naderhand een strategische funktie, Westerwolde omstreeks 1783 gebruikt werden als schapedriften; wegen waarbij door de aanleg van het Modder- waarlangs de schapen dagelijks van de pot- mansdiep vanaf Rijsdam het water uit de Het landschap in 1783, zoals in kaart ge- Ruiten A kon worden afgeleid om het gehele bracht op de figuratieve kaarten van het stal naar de heide trokken en weer terug. Hierdoor werd de vegetatie stukgelopen en hoogveengebied langs de grens te inunderen. frontier van Wedde ca. vertoont wel grote Direkt langs de leidijken werd veen gewon- verschillen met het huidige. Het meest in het kon door verwaaiing een grillig stuifzand-

NOORDERBREEDTE 87-155 c

Legenda - eenheden.'voorko m«?nd op de fysisch-geografische hoort

taar> ^oor lan&ijs en mogftilk tecTorveh

" ru,/ r^"'~] «JnanflriJS

meng

vla* Ir [«••"] Sekiniiflvl hlff m#t orr«gtlrnalig oDDrrvlBh l.g.v 'veruulvJno

•••"••" i rrSr

al (Jan raef nfff menselijke txinvtoecllng

DMk-OJ rivferdülfl

F Hsrmen Dn /aan tfoor wofer zonüer gelijinvlotd

•aHl9 •DD^ltf, OCLJI | ru 1 brrktJol m

faa^ &aor veenvormirrg, sterft ttoor ^* morts beïnvloed

[g ™™. \e orlgtnnlnssïloli» (londrr wtn)

Ovartgc anders

viotlvcja. macrauig «loriKHO.aroofl

»ntvar 2-Bm breed wolti-vDrrwul

•*«• iiWIrnrw.

1 pJOOlSMijll nlgcgrovM terrdn

Fysisch-geografische kaart van Westerwolde

NOORDERBREEDTE 87-156 resteert nog een fragment van de Ruiten A: de Oude Loop. Ter verbetering van de afwa- tering zijn tussen 1911 en 1918 het Mussel A kanaal, het Ruiten A kanaal en het B.L.- Tijdenskanaal gegraven. Het laatste kanaal was genoemd naar de radikaal-liberale afge- vaardigde Boelo Luitjens Tijdens, die in 1891 voor het eerst door het distrikt Winschoten in de Tweede Kamer was gekozen en zich daar en elders sterk had gemaakt voor de ka- nalisatie van Westerwoldé. Door de diepe ontwatering is het natte karakter, tot uiting komend in de vele kleine meertjes (de Ze- venmeersvenen), verdwenen. Ook zijn er nieuwe aardvormen onder het veen vandaan gekomen. Zo komen er veel dalresten voor, de zogeheten rillen, be- horend tot een vlechtend riviersysteem, dat ontstaan is onder omstandigheden van een poolklimaat. Deze dalresten zijn ten dele nog gevuld met veen. Het reliëf langs de beekdalen is grotendeels nog aanwezig. Wel zijn er ten gevolge van schaalvergroting in de landbouw veel steil- randen, dikwijls beplant met eiken, verdwe- Naar aanleiding van de opname van de kaart werd de vesting Bourtange uitgebreid met de Linie, die via de Bakovenkade met de vestingnen of sterk aangetast. Tenslotte is veel van werd verbonden. Om de grensstreek te kunnen inunderen bij oorbgsdreiging kon bovenstaande sluis worden afgesloten. het grillige stuifzandreliëf op de zandtangen ten gevolge van ontginning en daarmee ge- nen, waarbij kleine plasjes ontstonden zoals lo) en , wat duidt op een latere paard gaande egalisaties verdwenen. Er mag ten zuiden van Bourtange en ten oosten van ontginning op de klei dan op het zand. Daar ons inziens best enige dynamiek in het land- Bellingwolde te zien is. had door vererving reeds een opdeling van schap aanwezig zijn, maar de mate waarin • De beekdalen de grond in lengterichting plaatsgevonden. dit tot nu toe plaatsvond, heeft de natuurlij- De beekdalen en beekoverstromingsvlakten • De glaciale ruggen ke terreinvormen deerlijk gehavend, van- hebben een graslandaanduiding. De beek- Op grond van de toponymen kan iets wor- daar dat een wat meer konserverend beleid, dalvlakten zijn zeer breed, hetgeen werd den gezegd over de glaciale ruggen bij Onst- verafschuwd door de moderne landschaps- veroorzaakt door een slechte afwatering. Dat wedde. Op de zuidelijke rug komt het topo- architekt, best verantwoord is. • was het gevolg van een van nature reeds be- nym 'De Tichelberg' voor, duidend op de Drs. Jan Meijering is fysisch geograaf, medewerker af- perkt verval, maar werd nog eens versterkt aanwezigheid van zware klei, die slechts deling landinrichting PPD-Groningen, woonachtig te doordat het hoogveen door de vervening ge- door stuwing zo dicht aan het oppervlak kan Leek. leidelijk zijn sponswerking verloor. Daar- voorkomen. De noordelijke rug heet de Drs. Meindert Schroor is historisch geograaf, geogra- door ging de afstroming van regenwater Onstwedder 'Holte', holt duidt op droog bos, fisch en historisch publicist, woonachtig te Leeuwar- meer onregelmatigheid (piekvorming) verto- en moet derhalve hoog gelegen zijn. Dit in te- den. nen én doordat benedenstrooms de afstro- genstelling tot 'wolde', in de naam van Bel- ming steeds meer geremd werd door de op- lingwolde, dat verwijst naar het voorkomen slibbing van kleigronden in de Dollard werd van nat bos. De Harsberg (Hasseberg), ter Literatuur dit proces verder versterkt. Bij de overstro- hoogte van Zeilingen (Sellingen) aan de Formsma, W.J. (red.)—Historie van Groningen, Stad en mingen, die hiervan het gevolg waren, werd Duitse grens gelegen heeft een duidelijke re- Land-Groningen 19812. vruchtbaar slib afgezet, waardoor grazig liëfaanduiding. Fruin, R Overzicht der staatsgeschiedenis van het land- hooiland onstond. Tegen de overstromingen schap Westerwoldé tot op zijne vereeniging met de XVII met name door het zoute zeewater vanuit de Nederlanden—Leiden 1886. Dollard, werden vanaf Wedde stroomaf- MunlingaJ. E. —Het landschap Westerwoldé— Gronin- De huidige situatie gen, 1945. waarts dijken langs de Westerwoldse A aan- Meijering, J.J. — Vrieschelo — ISP-rapport nr. 13—As- gelegd. Dijken die, getuige de vele kolken, di- De huidige fysisch-geografische situatie is sen, 1976. verse malen zijn doorgebroken. weergegeven op de kaart. In de 200 jaar die Schroor, M—De landelijke lijn —de lineaire elementen in • De Dollardboezem er liggen tussen de vervaardiging van beide het Groninger landschap, cultuurhistorisch bekeken. kaarten is al het hoogveen verdwenen, ter- PPD, Groningen, 1985. De Dollardgronden zijn te onderscheiden op Siderius, M. — Deelrapport Milieu- en Landschapsonder- grond van het voorkomen van een strookvor- wijl daarnaast een aantal veenriviertjes vol- zoek (MLO) — Westerwoldé PPD, Groningen, 1981. mige verkaveling en een afwisseling van ledig is uitgewist door het afgraven van het Snijders, F. L. — Fysische geografie in de provincie Gro- bouw- en grasland. De strookvormige kavels hoogveen. ningen—PPD, Groningen, mei 1985. zijn hier breder dan op de aangrenzende De beken zijn gekanaliseerd, waarbij delen van Winter, P.J. — Westerwoldé generaliteitsland—As- zandgronden van Friesschenloo (Vriesche- van het Pagediep zijn verlegd. Bij Smeerling sen, 1948.

NOORDERBREEDTE 87-157