INVENTARIS VAN HET ARCHIEF VAN DE GEMEENTE HOLTEN

(1806) 1811 – 1937 (1951)

Samengesteld door:

A.B. van ’t Wel-Nieman

December 2009

PDF created with pdfFactory trial version www.pdffactory.com INHOUDSOPGAVE

INLEIDING Korte geschiedenis van de gemeente………………………………………..………. ..3 Geschiedenis van het archief…………………………………………………………. ..8 Verantwoording van de inventarisatie………………………………………………... ..9 Aanwijzingen voor de gebruiker………………………………………………………. 10 Kaart van de gemeente………………………………………………………………... 11

LITERATUUR…………………………………………………………………………… ………..12

ARCHIEF VAN DE GEMEENTE HOLTEN (1806) 1811-1937 (1951) Stukken van algemene aard…………………………………………………………... 13 Notulen…………………………………………………………………………. 13 Verordeningen…………………………………………………………………. 15 Ingekomen en verzonden stukken…………………………………...... 16 Akten……………………………………………………………………………. 26 Bekendmakingen……………………………………………………………… 26 Gemeenteverslagen ……………………..…………………………………... 27 Stukken betreffende afzonderlijke onderwerpen……………………………………. 27 Organisme……………………………………………………………………... 27 Bestuur ……………………………..………………………………… 27 Personeel ……………………………………………………………. 28 Rechtspositie……………………………………………….. 29 Instructies…………………………………………………… 29 Eigendom en bezit…………………………………………………… 30 Financiën en belastingen………………………………………….... 31 Financiën……………………………………………………. 31 Belastingen…………………………………………………. 36 Belastingcommissies………………………...... 38 Archief……………………………………………………………….... 38 Taak…………………………………………………………………………….. 38 Bevolking, registratie en verblijf……………………………...... 38 Openbare orde ………….…………………………………………… 39 Openbare zedelijkheid ……………………………………………... 40 Volksgezondheid…………………………………………………….. 40 Keuring van waren, vee en vlees.………………………... 41 Begraven en begraafplaatsen…………………………….. 41 Milieubeheer………………………………………………... 41 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting…………………………. 41 Openbare veiligheid…………………………………………...... 41 Verkeer en vervoer….………………………………………………. 42 Economische aangelegenheden…………………………………… 43 Landbouw en veeteelt……………………………………... 43 Elektriciteits- en gasvoorziening………………..……….... 43 Distributie…………………………………………………… 44 Arbeid…………………………………………………………………. 45 Maatschappelijke zorg……………………………………………… 46 Volksontwikkeling en opvoeding…………………………………… 46 Onderwijs…………………………………………………… 47 Schoolgebouwen en terreinen. Benodigdheden en hulpmiddelen voor het onderwijs……………………… 47 Landsverdediging…………………………………………………..... 48 Stukken waarvan het verband met het archief niet duidelijk is……………………. 48

PERSONENINDEX……………………………………………………………………………… 51

ZAKENINDEX.……………………………………………………………………………………52

2

PDF created with pdfFactory trial version www.pdffactory.com INLEIDING

Korte geschiedenis van de gemeente1

In 1811, het jaar van de invoering van de Franse wetgeving hier te lande, vond een ingrijpende verandering plaats, zowel in de gemeentelijke indeling als in de taak van de gemeentebesturen. Deze indeling hing nauw samen met de Franse rechterlijke organisatie, die hier 1 maart 1811 in werking trad en waarbij bestuur en rechtspraak, tot dan toe door de stedelijke gerichten en schout- en richterambten uitgeoefend, werden gescheiden.2 De rechtspraak kwam in handen van vredegerechten, rechtbanken van eerste aanleg en hoven van assisen. Deze behandelden contentieuze zaken en een gedeelte van de voluntaire zaken. Het andere gedeelte van de voluntaire zaken kwam in handen van notarissen. De gemeentebesturen hadden sindsdien alleen een administratieve taak.

Holten en Bathmen werden in april 1811 gescheiden. De gemeente Holten omvatte het voormalige schoutambt Holten en sindsdien hebben zich geen grenswijzigingen voorgedaan. Holten bestaat uit het dorp Holten met de buurtschappen: Beuseberg (onderverdeeld in Zuurberg, Langstraat en Lokerbroek), Borkeld (onderverdeeld in Hoge- en Lage Borkeld), Dijkerhoek (onderverdeeld in Waterhoek, Kerkegaarden en Holterbroek), Espelo ( onderverdeeld in Holterberg en Helhuizen), Look (onderverdeeld in Holterberg, Noorder- en Zuiderlook) en Neerdorp (onderverdeeld in Flishoek, Vijfhuizen, de Haar en ged. van de Holterberg).3

In 1929, bij een opgave voor het aardrijkskundig woordenboek, was de oppervlakte van de gemeente 6486 ha. en werd de gemeente begrensd door de gemeenten Bathmen, Diepenveen, , Hellendoorn, , Markelo, Laren en Gorssel. 4

In 1811 werd G.W. Jacobson genoemd als schout der gemeente. Van 1811-1815 was Jan Vincent schout/maire/burgemeester van Holten en Bathmen. 5 Jan Pakkert is zeker vanaf 1825-1832 burgemeester van Bathmen en Holten geweest. Toen in 1829 de dorpsbrand zich voltrok, was Jan Pakkert uit Bathmen burgemeester van Holten en Bathmen. Gemeentesecretaris was J. Vincent, die de functie ook in Bathmen vervulde en tevens postmeester was. Schuitert was gemeenteontvanger.6 Van 1834-1844 was Jan Vincent burgemeester van Holten. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Jannes Vincent die vanaf 1844 tot zijn overlijden op 30 oktober 1897 burgemeester en secretaris is gebleven.7 Op 6 januari 1852 besloot de raad tot goedkeuring van de benoeming van burgemeester J. Vincent jr. tot gemeentesecretaris. Het college bestond verder uit de wethouders Hendrik Jan Wansink en Gerrit Teeselink, terwijl Hendrik Jan Harmsen Baltink, G. Oud Aanstoot, L. Lamberts en Gerrit Jan Boode raadsleden waren. Na het overlijden van burgemeester Jannes Vincent werd zijn functie tijdelijk waargenomen door loco- burgemeester M. Boode totdat op 8 januari 1898 mr. D.J.A. baron van Harinxma thoe Slooten in functie kwam als burgemeester en gemeentesecretaris. De laatste functie vervulde hij tot 15 augustus1900, toen hem op eigen verzoek ontslag werd verleend. Hij werd opgevolgd als secretaris door Klaas Galenkamp, ambtenaar ter secretarie. Burgemeester mr. D.J.A. baron van Harinxma thoe Slooten, die m.i.v 1 oktober 1903 vertrok als burgemeester naar de gemeente ’s Graveland en Ankeveen, werd bij KB van 28 oktober 1903 opgevolgd door Klaas Galenkamp, die de functie van gemeentesecretaris van Holten reeds vervulde. Hij werd op 14 mei 1908 gevangen genomen wegens het verduisteren van de gemeentekas, werd op 10 juni 1908 in staat van faillissement gesteld en op 18 juli 1908 ontslagen als burgemeester. Hij vroeg zelf ontslag als secretaris op 5 augustus 1908.

1 Zie voor de volledige titelomschrijving van aangehaalde werken het literatuuroverzicht. 2 De grenzen van en van de Overijsselse gemeenten, p. 9 3 Holten, Geïllustreerde Gids, p. 8 4 Ingekomen stukken 1929, dossier 4/19 nr. 29 5 Patentenregister inventarisnummer 542 6 De Vuurstorm van 1829, pp. 10 en 15-16 7 Holten van huis uit, p. 9

3

PDF created with pdfFactory trial version www.pdffactory.com De functies werden van 14 mei tot 1 oktober 1908 waargenomen door wethouder H. Kalfsterman. De nieuwe burgemeester, A.P.C.R. baron van der Borch van Verwolde, benoemd bij KB van 18 september 1908, was afkomstig uit Laren in Gelderland. Tot zijn overlijden in 1944 bleef hij in functie. Op 25 september 1908 werd de ambtenaar ter secretarie J.P. Royer als secretaris benoemd, op 4 juni 1910 opgevolgd door A.J. Goldstein. In 1935 werkten er drie ambtenaren op de gemeente-secretarie.

Vanaf 1818 werden de raadsleden voor een periode van 6 jaar door Gedeputeerde Staten benoemd. Om de twee jaar trad een derde deel van de raad en één assessor (vanaf 1851 wethouder genoemd) af. De gemeente Holten werd aanvankelijk bestuurd door een maire en twee assessoren. Vanaf de invoering van de Gemeentewet in 1851 werd de raad gekozen door het kiesgerechtigde deel van de bevolking. In Holten werden zes raadsleden gekozen, waarvan twee de functie van wethouder vervulden. In 1869 kreeg men zeven raadsleden en een jaar later acht raadsleden. In 1911 was het inwonertal zodanig gegroeid, dat er vier raadsleden bijkwamen en het totale aantal, inclusief wethouders, op elf kwam.8 De gang van zaken voor de raadsvergaderingen werd vastgelegd in het Reglement van Orde.9 In 1919 deed het algemeen kiesrecht zijn intrede en sindsdien worden raadsleden voor een periode van 4 jaar gekozen. De burgemeester, voor 1825 schout genoemd, werd en wordt nog steeds voor een periode van 6 jaar benoemd door de Kroon. De functie van gemeentesecretaris werd in de gemeente Holten tot 1900 bijna steeds vervuld door de burgemeester.

In de periode van 1811-1906 was er in de gemeente Holten geen gemeentehuis. Het bestuur van de gemeente huurde gedurende deze periode ruimten van particulieren en benoemde ze tot ‘kamer der gemeente’. In 1816 huurde het gemeentebestuur voor ƒ 60,- een gemeentekamer van Jan Vincent en in 1837 en 1847 ook, maar nu voor ƒ 40,- per jaar. In herberg De Denneboom was het posthuis gevestigd en sinds 1829 werden daar ook de vergaderingen van het gemeentebestuur gehouden. Van 1900-1906 huurde de gemeente het pand De Denneboom van de heer Van Beest, notaris te Olst voor ƒ 80,- per jaar. Het pand, dat nog steeds dienst deed als gemeentehuis, was gelegen in de Dorpsstraat niet ver van het spoorwegviaduct. Dit ‘gemeentehuis’ verkeerde begin 20ste eeuw in slechte toestand en stelde de gemeente keer op keer voor grote onkosten. Bovendien was het te klein geworden om plaats te bieden aan het zich steeds uitbreidende bestuursapparaat en, ook heel belangrijk, Holten was één van de weinige gemeenten die nog geen eigen gemeentehuis had. De gemeenteraad besloot 5 januari 1901 tot aankoop van een stuk grond, groot ca 7.90 aren en gelegen in de bebouwde kom van Holten, voor de prijs van ƒ 600,- . Dit stuk grond, gekocht in een publieke veiling, was bestemd voor stichting van een gemeentehuis. Pas op 1 februari 1906 vond de aanbesteding plaats voor de bouw van het gemeentehuis naar ontwerp van de architecten De Herder & Hellendoorn te . Aan L. Foks, timmerman en aannemer te Hengelo, werd de bouw gegund voor het bedrag van ƒ 6.320,-. De totale kosten van bouw en inrichting bedroegen ƒ 8446,30. Op 12 oktober 1906 werd eindelijk het eerste eigen gemeentehuis van Holten in gebruik genomen. Regelmatig volgden er verbouwingen om het groeiende ambtenarenapparaat te kunnen herbergen. Als gemeentehuis heeft het dienst gedaan tot 1987, toen het nieuwe gemeentehuis op de Smidsbelt in gebruik werd genomen.

De naam ‘Holten’ is waarschijnlijk afgeleid aan de ligging van de plaats. Holten ligt namelijk in een laagte, een ‘holte’ tussen de Holterberg en de Zuurberg.10

Bij Koninklijk Besluit van 21 november 1898, nr. 33 werd aan de gemeente Holten een gemeentewapen verleend. Het gemeentewapen werd als volgt omschreven: Gedeeld I in sinopel de maagd Maria met Christuskind; II in keel drie varkenskoppen in goud; het schild omgeven door het randschrift: GEMEENTEBESTUUR VAN HOLTEN

Het wapen karakteriseert de belangrijkste bronnen van inkomsten. De drie varkenskoppen aan de rechterzijde wijzen op de handel in jonge varkens (biggen) en het mesten van varkens. De linkerzijde

8 Holten van huis uit, p. 18 9 Inventaris Holten 1938-2000, inventarisnummer 113 10 Holten, Geïllustreerde Gids, p. 3

4

PDF created with pdfFactory trial version www.pdffactory.com stelt de maagd Maria voor met het kindeke en geeft aan dat Overijssel vroeger tot het bisdom Utrecht behoorde.11

De bevolking bestond in de 19e eeuw voor een groot deel uit landbouwers. In 1826 stonden er in Holten 359 huizen en 78 stallen.12 In 1930 deed de gemeente mee aan een proef met het gezins- persoonskaartenstelsel. Op dat moment woonden er 829 gezinnen in Holten.13

De bevolking groeide gestaag van 1865 inwoners in 1812 tot 4412 in 1937. In de periode tussen 1878 en 1904 was er sprake van een stabilisatie en zelfs geringe terugloop van de bevolkingsgroei. Door verschillende oorzaken was er veel armoede in deze periode, o.a. door de landbouwcrises en trokken mensen weg om hun bestaan te vinden in de textielfabrieken in .

Overzicht van aantal inwoners per 31 december/1 januari: 1812 1865 1826 199414 1830 238415 1850 2931 1860 3102 1870 3096 1880 2963 1890 2799 1900 2874 1905 2914 1906 2960 1907 3019 1908 3045 1909 3104 1910 3190 1915 3440 1920 3542 1925 3806 1930 4121 1935 4367 1937 4412

Op 16 juni 1829 werd Holten getroffen door een ramp. Bij de familie Jan Bosschers sloeg de vlam in de pan met olie en door het aanhoudend mooie, warme weer was alles kurkdroog en kon het vuur razendsnel om zich heen grijpen. Na een uur was het dorp afgebrand, met als gevolg dat 52 huizen, 17 schuren, de kerk met toren, de school met het meestershuis en de apotheek van de heel- en vroedmeester verloren waren gegaan. Gelukkig vielen er geen doden, maar wel waren 270 mensen dakloos. Het nieuwe kerkorgel verbrandde ook. De kerk werd opgebouwd en op 26 februari 1832 weer ingewijd. Het duurde nog tot 16 juni 1840 alvorens er weer klokken in de toren hingen en de klokkentonen over Holten klonken.16 Na de grote dorpsbrand werden de huizen herbouwd en bedekt met pannen i.p.v. met riet en mede daardoor werd er in De Borkeld een dakpannenfabriek opgericht. In 1853 kwam er nog een tweede bij, maar beiden verdwenen in de 2e helft van de 19e eeuw.

Rond 1834 verkeerde Holten in grote armoede. Om de armoede te bestrijden werd een fabriek voor het weven van katoenen stoffen opgericht welke heeft bestaan tot ca 1895. In 1866 kwam er nog meer nijverheid bij en wel een handcalicotweverij (men maakte er koffie- en rijstzakken, ook door thuiswevers), een handjuteweverij, een pannen- en twee steenfabrieken. Verder waren er ambachtslieden, zoals timmerlieden, metselaars, grofsmeden, kleermakers, schoenmakers en broodbakkers. In 1896 werd de Stoomzuivelfabriek De Eendracht opgericht door de gebroeders

11 Holten, Geïllustreerde Gids, p. 6 12 Verzonden stuk d.d. 26 september 1826 13 Inventarisnummer 188 nrs. 10/25en 10/43 14 Verzonden stuk d.d. 26 september 1826 15 Holten voor omstreeks honderd jaar, p. 7 16 Holten voor omstreeks honderd jaar, p. 1

5

PDF created with pdfFactory trial version www.pdffactory.com Wansink van de uit Look afkomstige molenaarsfamilie. Tien jaar later kwam daar de Coöperatieve Stoomzuivelfabriek De Vrijheid bij.17 In 1850 waren er nog vier molens in Holten en wel drie op de enken rond Holten en één in Dijkerhoek. Alleen korenmolen “De Hegeman” in Dijkerhoek, omstreeks 1890 vanuit Zuid-Holland naar Holten verplaatst, heeft de tand des tijds doorstaan.

De eigendommen van de gemeente bestonden in 1866 uit de toren (zonder spits), twee schoolgebouwen, een onderwijzerswoning en een wacht- en brandspuithuisje. Voor het herstel van de torenspits na de dorpsbrand van 1829 ging de gemeente een lening aan van ƒ 3500,- en 42 jaar later stond er in 1871 weer een spits op de toren.18 Er stonden in dat jaar twee kerken, een hervormde kerk en een kerk van de Christelijk Afgescheiden gemeente. De algemene begraafplaats was een eind buiten het dorp gelegen. Het merendeel van de bevolking was in 1930 Nederlands-hervormd (3491), gevolgd door Gereformeerden (457), Rooms-katholieken (89) en Israëlieten (52).

In 1595 werd vermeld dat er al een schoolmeester en school in Holten aanwezig waren.19 In 1761 gaf Jan Helderman les aan de school in het dorp en in 1829 onderwees zijn zoon meester D.J. Helderman20 de jeugd. In dat jaar brandde tijdens de dorpsbrand ook de school af. De herbouwde school, die er een jaar later al stond, werd in 1874 vervangen door een nieuwe school voor 460 kinderen aan de Dorpsstraat. In 1916 werd de school vergroot en heeft nog dienst gedaan totdat in 1954 de nieuwe halschool in het Boschkampcomplex in gebruik werd genomen.21 De oude school heeft vanaf 1874 nog dienst gedaan als speel- of bewaarschool.

In de buurtschap Dijkerhoek was vóór 1793 op initiatief van landbouwer Hakkert en enkele mede- inwoners al een schooltje opgericht, om reden dat men de afstand tot de dorpsschool te ver vond voor de kinderen. Omstreeks 1809 werd er met medewerking van het markebestuur een betere school gebouwd, die tot 1890 in gebruik bleef voor het onderwijs. De oude school werd nog jarenlang als zondagsschool gebruikt, totdat hij in 1928 werd afgebroken.22 In 1885 werd er een onderwijzerswoning gebouwd in Dijkerhoek.

In de buurtschap Espelo werd rond de eeuwwisseling een tweeklassige-school met onderwijzerswoning gebouwd op het zogenaamde ‘Meilinkstuk’ aan de Raalterweg. De opening vond plaats op 15 augustus 1902.

In de 19e en begin 20e eeuw waren er alleen openbare scholen in Holten. In 1906 kwam daar verandering in, want toen verzocht de Vereniging tot stichting en instandhouding van een School met den Bijbel om een vergunning voor de bouw van een school met twee lokalen en een onderwijzerswoning aan de Stationsweg.23 De opening vond plaats op 31 december 1906.

In 1920 werd er herhalingsonderwijs gegeven en vanaf 1921 werd er vervolgonderwijs gegeven in de Dorpsschool en de scholen in Dijkerhoek en Espelo. In het jaarverslag van 192124 staat dat de Ulo- lessen waren opgeheven, die sinds 1918 werden gegeven. Op 14 maart 1924 besloot de raad vanaf 1 april 1924 geen vervolg- en herhalingsonderwijs van gemeentewege meer te doen geven. Wel werd besloten subsidie te geven voor onderwijscursussen. Het 7e leerjaar werd in 1927 ingevoerd op de lagere scholen. In 1935 waren er 3 openbare scholen in het Dorp, Espelo en Dijkerhoek met in totaal 11 leerkrachten en een school met den Bijbel met 5 leerkrachten.25

Holten was gelegen aan een belangrijke doorgaande weg van naar die onderdeel was van de handelsroute Amsterdam-Berlijn. In 1830 werd deze weg al verhard. Toch waren in de 19e eeuw de middelen van vervoer erg minimaal. Er was een brievenpost van Deventer

17 Holten van huis uit, p. 5 18 Jaarverslag 1871, inventarisnummer 335 19 Holten een Sallandse marke, p. 73 20 Zie ook inventarisnummer 693 21 Holten in oude ansichten, nr. 5 22 Holten voor omstreeks honderd jaar, p. 14 en Holten in oude ansichten, nr. 6 23 Ingekomen stukken 1906 inventarisnummer 107 24 Jaarverslag 1921 in inventarisnummer 139 nr. 48 25 Jaarverslag 1931-1935, inventarisnummer 229 nr. 130/7

6

PDF created with pdfFactory trial version www.pdffactory.com naar en van Deventer naar Goor. De eerste werd op 1 januari 1869 opgeheven en de tweede al in januari 1866. Behalve post namen deze postiljons ook wel reizigers mee. In de jaren 1853 en 1854 werd er veel over de aanleg van de weg Laren-Holten via Markelo en Rijssen geschreven als voortzetting van de grindweg Zutphen-Laren. Koning Willem III verleende in 1856 vergunning tot aanleg van de weg.26 In 1928, zo valt te lezen in het jaarverslag der gemeente, werden er op marktdagen autobusdiensten onderhouden naar Deventer en Rijssen. In de jaren tachtig van de 19e eeuw werd de spoorlijn Deventer-Holten-Almelo aangelegd door de Koninklijke Nederlandsche Locaalspoorwegmaatschappij Koning Willem III te Apeldoorn. De lijn werd op 1 september 1888 in gebruik genomen.27 In Holten en in Dijkerhoek kwam een station, welke laatste op 15 mei 1934 werd gesloten.28

De wegen, voetpaden, bruggen, duikers en waterleidingen in de gemeente waren nog altijd in bezit van de marke van Holten, evenals al het onderhoud. Reeds in de Franse tijd werd geopperd dat de markegronden verdeeld moesten worden onder de markegenoten en dat het instituut marke opgeheven moest worden. Op 19 juni 1843 besloot de markevergadering van Holten tot verdeling van de markegronden. Er werd een plan gemaakt waaruit bleek dat begin 1845 de marke nog ruim 3972 ha. groot was. Bij Koninklijk Besluit van 3 maart 1846 nr. 52 volgde de goedkeuring van het plan. Een speciaal ingestelde commissie van uitvoering legde in 1850 het concept-plan van verdeling ten huize van kastelein Jannes Meerman in herberg De Denneboom ter inzage. Het concept werd goedgekeurd en de notaris stelde een akte van verdeling op. De verdeling en opheffing van de marke duurde jaren, al werd de marke officieel in 1865 opgeheven. In 1880 moest er zelfs nog weer een nieuw markebestuur gekozen worden om tot afwerking en ontbinding van de marke te kunnen komen. Bij akte van 26 mei 1883 werden werken en eigendommen van de marke van Holten door de gemeente overgenomen en werd de gemeente belast met het onderhoud van 77 wegen, 16 waterleidingen, 6 houten bruggen, 9 voetpaden, 61 stenen en 21 houten duikers die voordien bij de marke in onderhoud waren29.

De weinige wegen die er waren, werden ’s nachts niet verlicht. Het moet aardedonker zijn geweest in het dorp en de buurtschappen, behalve wanneer de (volle) maan haar licht verspreidde. Een hele vooruitgang was de plaatsing van 9 lantaarns in 1886, die op petroleum brandden. Jaarlijks werden er bijgeplaatst en in 1911 werd het dorp al verlicht door 23 petroleumlantaarns. Vanaf 1919 is er elektrische straatverlichting, eerst in het dorp, later ook in de buurtschappen.

Ten tijde van de Eerste Wereldoorlog was er gebrek aan van alles. De distributie van vele voedingsmiddelen, maar ook kleding, brandstof e.d. werd geregeld. In Holten is veel archief bewaard gebleven uit die periode. Nederland was neutraal in die jaren, maar had het door de geïsoleerde ligging wel erg moeilijk. Veel vluchtelingen zochten hun heil in ons land. In Holten kwamen voornamelijk Fransen.30

Na de Eerste Wereldoorlog werden door het gemeentebestuur veel zaken verder ontwikkeld. Het elektriciteitsnetwerk werd ook naar de buurtschappen uitgebreid. De fabrieken en landbouw zouden ook profiteren van de elektrisch aangedreven machines. Door betere methodes van landbewerking en verzorging van vee ging de standaard van de Holtense landbouw en veeteelt omhoog. Om de paar jaar werden er landbouwtentoonstellingen gehouden. Er werden wegen verhard en het rioolnet in het dorp werd uitgebreid. Ook sloot de gemeente zich begin jaren 30 aan bij de NV Overijssel voor de drinkwatervoorziening. Straat- en huisvuil werd door de reinigingsdienst opgehaald.31

De burgemeester en gemeentesecretaris zagen in dat toerisme een belangrijke bron van inkomsten zou kunnen zijn voor de gemeente en ze deden er alles aan om Holten in den lande te promoten als toeristisch aantrekkelijk gebied. In samenwerking met het gemeentebestuur van Hellendoorn werd in 1929 een eenvoudige zogenaamde automobielweg over de Holterberg aangelegd, die op 17 april 1929 in gebruik werd genomen. Het was een zandweg, aangelegd op bestaande karrensporen, die

26 Inventarisnummer 626 27 Zie inventarisnummer 628 en ingekomen stukken 1885-1886 28 Holten, zo was het, zo is het 29 Uit het archief der marke van Holten, pp. 116-125 30 Inventarisnummer 352 en Holten een Sallandse Marke, pp. 142 en 143 31 Jaarverslagen 1931-1935 inventarisnummer 229 nr. 130/7

7

PDF created with pdfFactory trial version www.pdffactory.com door de boeren werden gebruikt om plaggen uit de Holterberg te halen. De weg verbond Holten en met elkaar. Menig automobilist strandde in het mulle zand.32 De weg had tot doel: het ontsluiten van het landschapschoon voor autotoeristen.

Bij besluit van Gedeputeerde Staten van Overijssel d.d. 15 mei 1934 werd de gemeente Holten de verplichting opgelegd een uitbreidingsplan met bebouwingsvoorschriften vast te stellen en binnen 6 maanden ter goedkeuring toe te zenden. Het besluit werd genomen met het oog op de toenemende bebouwing van de Holterberg en omgeving, waardoor aan het aldaar aanwezige natuurschoon ernstig afbreuk zou kunnen worden gedaan. De gemeente zag het nut er niet van in en richtte zich tot Hare Majesteit de Koningin met het verzoek het besluit van Gedeputeerde Staten als strijdig met het belang der gemeente te vernietigen. Gedeputeerde Staten hield vast aan het uitbreidingsplan en stelde zelf bij besluit van 6 oktober 1936 een ontwerp-plan van uitbreiding, met ontwerp-bebouwingsvoorschriften vast voor een gedeelte van de gemeente Holten en wel voor de terreinen liggende op de Holterberg. De gemeente was van oordeel voldoende instrumenten in handen te hebben, zoals bouwverordening en advies Welstandscommissie, om de natuur te sparen en verzocht daarom nogmaals Hare Majesteit dit uitbreidingsplan niet goed te keuren.33

Holten kende in deze periode ook al gemeentebedrijven. Doordat in de periode van de Eerste Wereldoorlog o.a. petroleum op rantsoen werd gezet werd er in Holten een Elektriciteitscommissie ingesteld die moest bekijken of de nieuwe energievoorziening een alternatief kon vormen. Het was de eerste stap op weg naar een eigen Gemeentelijk Energie Bedrijf.34 In 1918 stelde de raad de Verordening op het Elektriciteitsbedrijf vast en in 1924 werd het Gemeentelijk Elektriciteitsbedrijf opgericht. Aanvankelijk werkte het bedrijf samen met de gebroeders Wansink, die in hun fabriek stroom opwekten, maar vanaf 1925 kwam de elektriciteit via het net van de IJsselcentrale in Holten. Er kwamen steeds meer aansluitingen, maar toch kwam er in 1935 pas elektrisch licht in Dijkerhoek, terwijl de andere buurtschappen tot na de Tweede Wereldoorlog moesten wachten.35 In 1923 werd het Keurings- Waag- en Slachthuisbedrijf opgericht, met aan het hoofd de gemeentelijke veearts, vanaf 1928 directeur genoemd. Het slachthuis van de firma H.J. Kalfsterman was al in 1921 aangekocht en tot gemeentelijk slachthuis ingericht. In 1932 volgde voor beide bedrijven de aanwijzing als tak van dienst.36

Geschiedenis van het archief

De gemeente Holten had tot 1906 geen gemeentehuis. Het archief lag waarschijnlijk tot 1829 bij de secretaris thuis, want in dat jaar verbrandde tijdens de dorpsbrand ook het archief bij secretaris, tevens postmeester Vincent thuis.37 Van 1829-1906 werd herberg De Denneboom, tevens posthuis, ook als huis der gemeente gehuurd en gebruikt. Het archief zal ongetwijfeld ook in deze kamers gelegen hebben.

In 1866 en 1876 schreef men in het jaarverslag der gemeente dat het archief in behoorlijke staat verkeerde en dat voor zo ver bekend alle stukken sinds de oprichting van 1811 aanwezig waren. Alleen de Franse wetten zijn bij de scheiding van de gemeente Bathmen en Holten overgebracht naar Bathmen. In 1877 schreef het College van burgemeester en wethouders dat er behalve doop-, huwelijks- en overlijdensboeken en wat aantekeningen alleen nieuw archief was. Het archief lag in een gehuurde kamer, die tevens dienst deed als secretarie. De archiefstukken lagen in kasten, waar ze veilig lagen opgeborgen tegen vochtschade, maar niet tegen brandschade. Het archief was niet geordend, geliaiseerd en geïnventariseerd. Er werden wel jaarlijkse en tienjaren tafels gemaakt op de registers van de burgerlijke stand, toegangen op de bevolkingsregisters en registers van ingekomen en uitgaande stukken.

32 Inventarisnummer 180 nr.112/4 en Holten in oude ansichten, nr. 38 33 Ingekomen stukken 1934 en 1936, dossier 87 34 Holten van huis uit, p. 19 en inventarisnummer 643 35 Holten van huis uit, pp. 20-22 36 Inventarisnummer 196 nr. 40/5 37 De Vuurstorm van 1829, pp. 10 en 16

8

PDF created with pdfFactory trial version www.pdffactory.com In 1886 werd het archief van de marke van Holten aan de gemeente overgedragen. De overbrenging van de doop-, trouw- en begraafboeken naar het Rijksarchief Overijssel (nu Historisch Centrum Overijssel) in heeft plaatsgehad op 6 juli 1920. Op 22 december 1919 zijn de archiefstukken en markeboeken van de marke van Holten in bruikleen afgegeven aan het Rijksarchief Overijssel.38

Het eerste gemeentehuis van Holten werd in 1906 in gebruik genomen en het archief werd daar naar toe overgebracht. De eisen voor bewaring waren nog niet zo streng, dus een speciaal archiefdepot was er niet. In 1921 ging men over tot de aanschaf van een brandkast voor archief- en andere waardevolle stukken. Het archief verkeerde toen in goede staat. Een jaar later werd een archiefkast aangeschaft. In 1926 werd er, volgens een schrijven aan Gedeputeerde Staten van Overijssel, ‘een grote verbetering aangebracht in de opberging van de aan onze zorgen toevertrouwde archieven’.39

De archiefruimte in het gemeentehuis werd in 1942 voorzien van een nieuwe kluisdeur en in 1951 vond er een verbouw en uitbreiding van de archiefruimte plaats. In 1973 werd als archiefbewaarplaats aangewezen de kluis in het gemeentehuis, Dorpsstraat 27 en de ondergrondse kluis in het pand Dorpsstraat 47. In deze laatste kluis van de voormalige Coöperatieve Boerenleenbank lag het archief al zeker sinds 1964, want in dat jaar werd een droogapparaat aangeschaft, ‘teneinde de kluis waar een gedeelte van het oude archief lag, droog te houden’. Het droogapparaat sorteerde kennelijk niet het gewenste effect, want in een brief van ODRP uit 1971 staat dat het oud-archief gedeeltelijk was geplaatst in een zeer vochtige, gehuurde kluis van een voormalig bankgebouw. Bovendien was de archiefbewaarplaats overvol.

In 1976 werd de prefab-archiefbewaarplaats staande op de parkeerplaats achter het gemeentehuis, Dorpsstraat 27, aangewezen als archiefbewaarplaats.

Vanaf 1987 werden de condities voor bewaring nog beter toen het gemeentehuis op de Smidsbelt, met archiefkluis, in gebruik werd genomen en de archieven daar naar toe overgebracht werden. In 2005 werd het archief van de voormalige gemeente Holten overgebracht naar het aan alle eisen voldoende archiefdepot in het nieuwe gemeentehuis van de gemeente Rijssen-Holten in Rijssen,

M.i.v. 1 januari 1938 sloot de gemeente zich aan bij het Registratuurbureau van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en is de systematische ordening volgens de archiefcode ingevoerd.

Verantwoording van de inventarisatie

De inventarisatie van het archief van de gemeente Holten uit de periode 1811-1937 werd in 2007- 2009 verricht in opdracht van het gemeentebestuur door Project- en adviesbureau DocConsult BV te Hengelo.

Uit het archief van de gemeente Holten zijn bij de bewerking stukken geselecteerd voor vernietiging. Hierbij is uitgegaan van de ‘Lijst van voor vernietiging in aanmerking komende bescheiden uit de archieven van gemeentelijke en intergemeentelijke organen, dagtekenende van ná 1850’, vastgesteld door de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur en in werking getreden op 1 december 1983. De voor de geschiedenis en de cultuur van de gemeente van belang zijnde bescheiden zijn bewaard gebleven. Van vóór 1851 zijn geen archiefstukken vernietigd. Alleen van de serie ingekomen stukken en niet ingebonden uitgaande stukken zijn stukken geselecteerd voor vernietiging. Veel afschriften van verzonden stukken zijn ingebonden en daar heeft geen selectie plaatsgevonden.

Opgaven etc. voor de Nationale Militie en de Landstorm die aangetroffen werden in de ingekomen stukken zijn bewaard i.v.m. het ontbreken van alle militie- en landstormregisters. In 1932 waren er, volgens opgave, nog diverse registers en oude bescheiden aanwezig. Bij de inventarisatie zijn deze niet meer aangetroffen.40

38 Inventarisnummers 575 en 576 39 Ingekomen stukken 1927 nr. 4 40 Inventarisnummer 577

9

PDF created with pdfFactory trial version www.pdffactory.com Uit de archieven zijn de nietjes, spelden, paperclips, touwtjes, elastieken en oude omslagen verwijderd en vervangen door zuurvrije omslagen en zuur-, metaal- en lijmvrije dozen.

Van de geconstateerde schade aan de in deze inventaris beschreven stukken werd een rapport gemaakt.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Deze beschrijvende archiefinventaris beslaat de periode 1811-1937.

Zoals gebruikelijk bestaat de inventaris van een gemeentearchief uit stukken van algemene aard en stukken betreffende afzonderlijke onderwerpen. Onder stukken van algemene aard zijn alle stukken die op meer dan één onderwerp betrekking hebben ondergebracht, zoals notulen, ingekomen en verzonden stukken en verslagen van de toestand van de gemeente. Dit is het belangrijkste gedeelte van het archief. Hierin is immers de hoofdmoot van de correspondentie te vinden, grotendeels toegankelijk via agenda’s van ingekomen en uitgaande stukken. Deze stukken werden oorspronkelijk chronologisch opgeborgen. Vanaf 1914 heeft men alles op rubriek (onderwerp) geordend, maar daarbinnen nog wel chronologisch opgeborgen. De gehanteerde rubrieken waren niet ieder jaar hetzelfde. In de loop der jaren breidde hun aantal zich tot over de honderd uit. Overzichten zijn te vinden bij de ingekomen stukken en in de inventarisnummers 275 en 276. Onder het hoofdstuk ‘stukken betreffende afzonderlijke onderwerpen’ vindt men de stukken die buiten bovengenoemde categorieën vallen. Het toegepaste schema blijkt duidelijk uit de inhoudsopgave van deze inventaris.

Bij het raadplegen van de reeksen ingekomen en uitgaande stukken dient men er rekening mee te houden dat niet alle stukken werden voorzien van een registratienummer en werden ingeschreven in de agenda’s. De belastingverordeningen zijn niet op onderwerp opgenomen, maar op alfabetische volgorde onder het hoofdstuk belastingen.

Vanaf 1 januari 1938 werd het registratuurstelsel ingevoerd en werden de ingekomen en afschriften van verzonden stukken zaaksgewijs opgeborgen d.m.v. de code van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Dit archief is beschreven in de Inventaris van het Archief van de gemeente Holten van 1938-2000.

Soms staat onder de omschrijving de opmerking ‘plaatsingsnummer’, met een volgnummer. Dit heeft betrekking op stukken die in verband met hun formaat niet in standaardarchiefdozen passen. Zij zijn geplaatst na de reeks standaardarchiefdozen. Het verdient aanbeveling om ook dit plaatsingsnummer te vermelden bij het aanvragen van de stukken.

Bij de indicering van deze inventaris zijn doorgaans stukken die op grond van de inhoudsopgave al op een bepaalde plaats worden gevonden, niet opgenomen. De personen- en zaakindex verwijzen naar de inventarisnummers waarin respectievelijk de namen en trefwoorden voorkomen.

10

PDF created with pdfFactory trial version www.pdffactory.com

11

PDF created with pdfFactory trial version www.pdffactory.com

LITERATUUR

Matthie Brands Holten van huis uit. Een boekje open over boeren, burgers en bestuurders, Zwolle 1987

B.H. Brouwer De vuurstorm van 1829 Dorpsschoolserie no. 11

B.H. Brouwer Holten, een Sallandse marke, Deventer 1980

B.H. Brouwer Holten in oude ansichten, Zaltbommel 1971

A.J. Goldstein Holten voor omstreeks honderd jaar, Deventer 1929

A.J. Goldstein Holten, Geïllustreerde Gids voor vreemdelingen bij een bezoek aan deze plaats en haar mooie omgeving, Erven Tijl, Zwolle, 1928

J. de Graaf Uit het archief der marke van Holten, Zwolle 1918

F.M. Hendriks De grenzen van Overijssel en van de Overijsselse gemeenten van 1807 (1811) – 1842, Deventer 1960

J. Smale/J. ten Velde Holten, zo was het, zo is het, Holten 1985

12

PDF created with pdfFactory trial version www.pdffactory.com