Renaat Verbruggen (Antwerpen, 1909 – Antwerpen, 1981)
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Renaat Verbruggen (Antwerpen, 1909 – Antwerpen, 1981) Collectie Renaat Verbruggen (1909‐1981) Collectiegeschiedenis: De collectie werd in 2009 door dhr. en mevr. Paul L. Peeters‐ Verbruggen, schoonzoon en dochter van Renaat Verbruggen, door bemiddeling van het Studiecentrum voor Vlaamse Muziek vzw aan de bibliotheek van het Koninklijk Conservatorium Antwerpen geschonken. Omvang: De collectie telt 1.408 volumes, goed voor 3.599 titels (verzamelbundels werden geëxcerpeerd). Collectiebeschrijving: De collectie bestaat uit de praktische muziekbibliotheek die Renaat Verbruggen als zanger en operadirecteur gebruikte. De verzameling bevat een uitgebreide selectie uit de internationale lied‐, opera‐, cantate‐ en oratoriumliteratuur. Het aandeel Vlaamse muziek is groot. Verschillende werken werden voor Verbruggen gecomponeerd of gearrangeerd en zijn unica. Naast partituren bevat de verzameling ook libretto’s, vaak met Nederlandse vertaling. De collectie werd geïnventariseerd en op stukniveau beschreven door Lien Alaerts, in opdracht van het Studiecentrum voor Vlaamse Muziek. Biografische informatie over de collectievormer: Bariton Renaat Verbruggen (Antwerpen 1909 ‐ Antwerpen 1981) legde een niet alledaags parcours af. Hij studeerde eerst scheepsbouw, nadien architectuur, en ondertussen nam hij privé zanglessen bij Adolphe Coryn (1869 ‐ 1933). Na een internationale carrière leidde deze Gentse bariton van 1911 tot 1933 het Théâtre Royal Français (de ‘Bourla’) in Antwerpen. Verbruggen debuteerde in 1928, vijf jaar later werd hij voor het eerst door de radio‐omroep geëngageerd en in het seizoen 1943‐1944 kreeg hij als Lescaut zijn eerste contract aan de Koninklijke Vlaamse Opera in Antwerpen. Op vraag van Vina Bovy verkaste hij in 1947 naar de Koninklijke Opera in Gent, om dan in 1951 definitief naar het Antwerpse operahuis terug te keren. In de daarop volgende jaren zong hij 57 (!) verschillende belangrijke rollen. Verbruggen was werkelijk van alle markten thuis, zo zong hij ook chansons, operettes, liederen, cantates en oratoria. Jarenlang was hij incontournable als Christus in de Bach‐passies (o.l.v. Lodewijk De Vocht) en hij zong in zowat alle Benoit‐oratoria (o.l.v. Hendrik Diels en later Leonce Gras). Tegelijkertijd was hij ook geknipt voor eigentijdse werken als de kamercantate La couronne de gloire van Darius Milhaud, Golgotha van Frank Martin of Hiawadha’s lied van Marinus De Jong. Als liedzanger bracht hij meer dan veertig keer Die Winterreise, maar vooral was hij een fervent verdediger van het Vlaams liedrepertoire: hij had zowat zeshonderd Vlaamse liederen op zijn repertoire, waarvan hij er vele ook op plaat zette. Tijdens zijn carrière maakte hij overigens tientallen plaatopnamen, soms onder de alias Bert Roelants, de naam die hij in het begin van zijn zangcarrière gebruikte. Verbruggen was ook niet schuw van het lichtere genre. In 1955 zong hij op het Festival Internazionale della Canzone in Venetië Wel te rusten, goede nacht van Hans Flower en twee jaar later bracht hij op het zelfde festival ‘k Vergeet u nooit van Jef Van den Berg, dat bekroond werd met een zilveren medaille. (Voor de geschiedenis: Jef Van den Berg studeerde aan het Antwerpse conservatorium, leidde verschillende amusementsorkesten, was BRT‐producer en gaf muziekles aan de Studio Herman Teirlinck). Renaat Verbruggen kreeg veel aanbiedingen uit het buitenland, maar wees de meeste van de hand. Tijdens zijn zangcarrière bleef hij namelijk een druk architectenbureau leiden en dat bemoeilijkte lange verblijven in het buitenland. Toch trok hij verschillende keren naar Hilversum om voor de Nederlandse omroep opnames te maken. Daar vertolkte hij in 1959 onder Carlo Maria Guilini de rol van Marchese di Posa in Don Carlos en later zong hij er in een integrale opname van Capriccio (samen met de fantastische Strauss‐sopraan Lisa della Casa). In 1962 werkte hij in Alicante mee aan een uitvoering van Jacqueline Fontyns Psalmus Tertius en in 1968 zong hij in Bratislava onder Ján Valach Lieder eines fahrenden Gesellen en Flor Peeters’ Het tijdeloze verbond. Op dat moment had hij zijn zangcarrière al teruggeschroefd, want in 1961 was hij benoemd tot directeur van de KVO, een functie die hij tot 1974 zou uitoefenen. Als operadirecteur programmeerde hij heel wat contemporaine opera’s (die toen nog in Nederlandse vertaling werden opgevoerd), zoals De dialogen der Karmelietessen (Poulenc), Een midzomernachtsdroom (Britten), De Griekse passie (Martinů), De moord in de kathedraal (Pizetti) of De grote verzoeking van Sint‐Antonius (De Meester). Via zijn contacten met de naar Vlaanderen uitgeweken Valach programmeerde hij ook Slovaakse componisten als Ján Cikker en Eugen Suchoň. Waar Verbruggen de tijd vandaan haalde, is een raadsel, maar hij gaf ook nog zangles ‐ een tijd ook als interimaris aan het Antwerps conservatorium ‐, hij werkte mee aan de Algemene muziekencyclopedie van August Corbet en Wouter Paap (1957‐1972) en publiceerde in 1965 het historische werk Koninklijke Vlaamse Opera Antwerpen: gedenk‐klanken, 1893‐1963, een nog altijd zeer nuttig naslagwerk. Niet te vergeten dat hij naast al die activiteiten, ook nog als architect bleef werken. Zo ontwierp hij samen met Marc Appel en Rie Haan de plannen voor de Stadsschouwburg in Antwerpen. Toegankelijkheid: De titels kan u vinden via de online publiekscatalogus van de conservatoriumbibliotheek. De werken zijn ter inzage in de leeszaal en worden niet uitgeleend. Literatuur: Jan Dewilde, Van een architect die zingt en een zangeres die declameert, in Forum, 17 (3), p. 9‐12. Renaat Verbruggen, Koninklijke Vlaamse Opera Antwerpen. Gedenk‐klanken 1893‐1963, Antwerpen, 1965. Jan Dewilde Bibliothecaris Weverslied: uit de cantate De klokke Roeland, op. 17 / Paaschtijd / [comp.] Lodewijk de Vocht ; August Cuppens. — p. [comp.] Edgar Tinel. — Brussel : Schott. — 1 partituur (7 28–33 p.). — Opgedragen aan Jozef Verwilghen ; tekst incipit: Lijk het zonneken lacht door de ruiten. — Uitg. nr./Pl. nr. S.F.2477.b Artesis-KC: UM–ZL–DEVOC-jaarkr2–1 Artesis-KC: MM–VERP–DEVOC-jaarkr2–1 Artesis-KC: MM–ZL–TINEL-weversl-1 Artesis-KC: MM–VERP–TINEL-weversl-1 Heiligenliederen / [comp.] Lodewijk de Vocht ; August De dag nu sterven gaat / [comp.] Jef Tinel ; Marcel Breyne. — Cuppens. — p. 34–45 Brussel : Standaard, 1923-1924. — 1 partituur. — (Het Artesis-KC: UM–ZL–DEVOC-jaarkr2–1 Vlaamsche lied ; 16: 6). — Opgedragen aan Vader ; tekst Artesis-KC: MM–VERP–DEVOC-jaarkr2–1 incipit: Luidt harder op gij klokken. — Uitg. nr./Pl. nr. 4003.6 Artesis-KC: MM–ZL–TINEL-dagnust-1 Zondag van septuagesima: Adams val / [comp.] Lodewijk de Artesis-KC: MM–VERP–TINEL-dagnust-1 Vocht ; August Cuppens. — p. 4–5. — Tekst incipit: O lusthof! O zalige dreven Menschenoogen / [comp.] Jef Tinel ; Alice Nahon. — Brussel : Artesis-KC: UM–ZL–DEVOC-jaarkr2–1 Standaard, 1924-1925. — 1 partituur. — (Het Vlaamsche lied ; Artesis-KC: MM–VERP–DEVOC-jaarkr2–1 17: 11). — Opgedragen aan zuster Agnes ; tekst incipit: Ik hou van oogen door weemoed gewijd. — Uitg. nr./Pl. nr. 5025 Zondag van sexagesima: Noe¨ / [comp.] Lodewijk de Vocht ; Artesis-KC: MM–ZL–TINEL-mensche-1 August Cuppens. — p. 6–7. — Tekst incipit: Als God nu zag Artesis-KC: MM–VERP–TINEL-mensche-1 dat heel de wereld Artesis-KC: UM–ZL–DEVOC-jaarkr2–1 Sicut Lilium / [comp.] Jef Tinel ; Hubert Buyle. — Brussel : Artesis-KC: MM–VERP–DEVOC-jaarkr2–1 Standaard, 1926-1927. — 1 partituur. — (Het Vlaamsche lied ; 19: 2). — Opgedragen aan ons Lieveke ; tekst incipit: Wees Zondag van quinquagesima: Abraham / [comp.] Lodewijk de eeuwig rein, mijn kind. — Uitg. nr./Pl. nr. 5320 Vocht ; August Cuppens. — p. 8–9. — Tekst incipit: God sprak Artesis-KC: MM–ZL–TINEL-sicutli-1 tot Abraham Artesis-KC: MM–VERP–TINEL-sicutli-1 Artesis-KC: UM–ZL–DEVOC-jaarkr2–1 Artesis-KC: MM–VERP–DEVOC-jaarkr2–1 Hangt nen truisch / [comp.] Jef van Hoof ; Guido Gezelle. — p. 8–11. — Jaar van compositie: 1907 ; tekst incipit: Hangt nen Aschwoensdag / [comp.] Lodewijk de Vocht ; August truisch hem over't hoofd van den leeuwerk Cuppens. — p. 10–11. — Tekst incipit: Asschenkruiske grauw Artesis-KC: MM–ZL–VANHO-driestr-1 en kil Artesis-KC: UM–ZL–VANHO-driestr-1 Artesis-KC: UM–ZL–DEVOC-jaarkr2–1 Artesis-KC: MM–VERP–VANHO-driestr-1 Artesis-KC: MM–VERP–DEVOC-jaarkr2–1 Artesis-KC: UM–ZG–VANHO-driestr-1 Eerste zondag in den vasten: de bekoring Christi / O band! / [comp.] Jef van Hoof ; Guido Gezelle. — p. [comp.] Lodewijk de Vocht ; August Cuppens. — p. 12–13. — 12–15. — Jaar van compositie: 1909 ; tekst incipit: O band om Tekst incipit: Zijt ge Zone Gods, welaan! Oost en West te snoeren! Artesis-KC: UM–ZL–DEVOC-jaarkr2–1 Artesis-KC: MM–ZL–VANHO-driestr-1 Artesis-KC: MM–VERP–DEVOC-jaarkr2–1 Artesis-KC: UM–ZL–VANHO-driestr-1 Artesis-KC: MM–VERP–VANHO-driestr-1 Tweede zondag in den vasten: Jezus op den berg Thabor / Artesis-KC: UM–ZG–VANHO-driestr-1 [comp.] Lodewijk de Vocht ; August Cuppens. — p. 14–15. — Tekst incipit: Heer Jezus bracht Zijn vrienden Jaarkrans van geestelijke liederen rond den haard: eerste Artesis-KC: UM–ZL–DEVOC-jaarkr2–1 bundel: wintertijd / Lodewijk de Vocht ; August Cuppens. — 4 Artesis-KC: MM–VERP–DEVOC-jaarkr2–1 ed. — Antwerpen : Prop, 1909. — 1 partituur (47 p.). — Opgedragen aan Desideratus-Joseph Mercier, Kardinaal-Priester Derde zondag in den vasten: genezing van den stomme / Artesis-KC: UM–ZL–DEVOC-jaarkr1–1 [comp.] Lodewijk de Vocht ; August Cuppens. — p. 16–17. — Artesis-KC Tekst incipit: O Heer, Gij deedt den Stomme spreken Artesis-KC: MM–VERP–DEVOC-jaarkr1–1 Artesis-KC: UM–ZL–DEVOC-jaarkr2–1 Artesis-KC: MM–VERP–DEVOC-jaarkr2–1 Aanleiding tot den vastentijd / [comp.] Lodewijk de Vocht ; August Cuppens. — p. 4–9 Vierde zondag in den vasten: vermenigvuldiging der brooden / Artesis-KC: UM–ZL–DEVOC-jaarkr2–1 [comp.] Lodewijk de Vocht ; August Cuppens. — p. 18–19. — Artesis-KC: MM–VERP–DEVOC-jaarkr2–1 Tekst incipit: Hongerig, moede, Zoo hebben de scharen Heer Jezus gevolgd Vasten / [comp.] Lodewijk de Vocht ; August Cuppens. — p. Artesis-KC: UM–ZL–DEVOC-jaarkr2–1 10–27 Artesis-KC: MM–VERP–DEVOC-jaarkr2–1 Artesis-KC: UM–ZL–DEVOC-jaarkr2–1 Artesis-KC: MM–VERP–DEVOC-jaarkr2–1 Passiezondag: bede tot de zondaars / [comp.] Lodewijk de H.