4010111 1 l§ 10 ý1 reo

4010111 1 l§ 10 ý1 reo

REDACTIONEEL De is dood, leve de apartheid Er is in blank Zuid-Afrika opschudding ontstaan, want premier Botha heeft begin oktober een paar krasse uitspraken gedaan: zwarte vakbonden worden erkend en het verbod op gemengd seksueel verkeer moet worden herzien. De apartheid wordt afgeschaft en vervangen door de politiek van 'verticale differentiatie'. Sommige zwarten mogen nu ook voor het eerst een eigen huis kopen in Soweto. Opschudding in Zuid-Afrika. Ook hier in Nederland zijn deze berichten vaak in positieve zin ontvangen, in de zin van: 'blank Zuid-Afrika Verstaat de tekenen van de tijd en begint de bakens te verzetten'. Minister van der Klaauw sprak in dit verband van ,nieuwe stemmen van redelijkheid' in Zuid-Afrika. De werkelijkheid is toch iets anders: de zwarte vakbonden worden wel erkend, maar op voorwaarde dat ze niet aan politiek doen. Nu is het in Zuid-Afrika al een politieke kwestie als een zwarte sjouwerman wil promoveren tot metselaar. Dan komt hij namelijk in conflict met de industriële kleurenbarrière en de groepsgebiedenwet. Een vakbond die niet aan politiek mag doen in Zuid-Afrika is als een bokser die met geboeide handen en geblinddoekt de ring wordt ingestuurd. Het verbod op gemengd seksueel verkeer in Zuid-Afrika, dat stamt uit 1957, is gebaseerd op raciaal bijgeloof en biologische domheid. Bij de indiening van deze, nu omstreden, immoraliteitswet vond professor Venter uit dat de plegers van gemengd seksueel verkeer gecastreerd moesten worden. Hij werd daarin gesteund door mevrouw Raath, presidente van de Vrouwenfederasie, maar de gereformeerde dominee Norval achtte castratie in strijd met de bijbelse opdracht: 'Gaat heen en vermenigvuldigt u'. Zijn oplossing was niettemin: levenslange gevangenisstraf of desnoods de doodstraf ... Het is dus op zichzelf positief als de bijl gelegd wordt aan de wortels van het racistische bijgeloof van een beknepen blank volk. Maar we moeten niet vergeten dat het alleen onder druk zover is gekomen. Wordt hierdoor nu een begin gemaakt met de afschaffing van de apartheid? Zijn dit inderdaad de 'nieuwe stemmen van redelijkheid' die de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken meende te horen? Wie dat gelooft vergeet dat de apartheid een economisch systeem van onderdrukking en uitbuiting is. 'De nieuwe stemmen van redelijkheid' zijn eerder een poging om naar buiten de indruk te wekken dat gelijkstelling wordt nagestreefd om juist de apartheid als economisch systeem in eigen land onverkort te kunnen handhaven. De politiek van premier Botha is gericht op vreedzame betrekkingen met de zwarte buurlanden om juist de bestaande verhoudingen in Zuid-Afrika zelf onverkort te kunnen handhaven. Daarvoor is het nodig om 'overbodige' rassendiscriminatie af te schaffen teneinde onnodige irritatie in die buurlanden te voorkomen. Volgens de nieuwe politiek van 'verticale differentiatie' worden bijvoorbeeld zwarte inwoners van Soweto aangemoedigd om hun eigen huis te kopen. De nieuwe zwarte middenklasse krijgt zodoende belang bij de handhaving van de bestaande toestand, zo hoopt de blanke regering, en kan een barrière vormen tegen zwart radicalisme. Al deze maatregelen lijken bij oppervlakkige beschouwing inderdaad op verbeteringen, maar op de keper beschouwd is de nieuwe politiek van Botha juist bedoeld om de traditionele baasschap in Zuid-Afrika te kunnen handhaven door op marginale punten aan binnen- en buitenlandse druk tegemoet te komen. Zolang er geen wezenlijke verandering komt in het economische systeem dat de zwarte meerderheid behandelt als gereedschap dat naar believen kan worden gehanteerd en dat naar willekeur kan worden afgeschaft; zolang de 'thuislanden' in gebruik blijven voor de deportatie van 'overtolligen' als vrouwen, werklozen, kinderen, gepensioneerden en invaliden; zolang de zwarten rechteloos zijn buiten het 'thuisland', ook al zijn zij generaties lang buiten dat 'thuisland' geboren en getogen; zolang de bevoorrechte blanke minderheid de zwarte meerderheid onderbetaalt, ondervoedt en in het algemeen 'onder-behandelt', zòlang betekent de 'nieuwe redelijkheid' een nog hardere toepassing van de knoet en de knuppel. Kortom: als Botha roept: 'De apartheid is dood', dan denkt hij er bij zich zelf achteraan: 'Leve de apartheid'.

CONGRES ENvMA NIFESTA TIE Start voor een verhevigde campagne Een van de grootste manifestaties voor een vrij Zuid-Afrika die ooit in Nederland is gehouden: in een afgeladen Muziekcentrum in Utrecht waren op zondagavond 21 oktober tweeduizend mensen bijeen om de eis 'Olieboycot Zuid-Afrika Steun de bevrijdingsstrijd' kracht bij te zetten. De belangstelling voor de bijeenkomst was zo groot, dat een week tevoren al de verkoop van toegangskaarten moest worden gestaakt. De manifestatie in Utrecht vormde de afsluiting van een werkcongres in Austerlitz, dat met ongeveer 300 vertegenwoordigers van plaatselijke groepen eveneens geheel was volgeboekt. Dit werkcongres had in de eerste plaats tot doel om nieuwe activiteiten te stimuleren tot isolering van Zuid-Afrika en ter ondersteuning van de bevrijdingsbewegingen. Zaterdags werden verdere plannen voor de olie-actie besproken. Wat doen we ter gelegenheid van de volgende aandeelhoudersvergadering van Shell; hoe vullen we de landelijke actiedag rond 21 maart (Sharpeville) in; hoe staat men tegenover het houden van een internationaal tribunaal in Den Haag, waar de oliemaatschappijen wegens hun steun aan de apartheidsstaten zullen worden beoordeeld; wat doen we nog voor half november, als de Tweede Kamer beslist over een motie tot stopzetting van de olieleveranties aan Zuid-Afrika? Op de zondag werd op het werkcongres gediscussieerd over andere onderwerpen: de acties op scholen in Nederland; de activiteiten op universiteiten en instellingen Den UvW: vraaqtekens. om elke samenwerking met Zuid-Afrika te beëindigen; de mogelijkheden om binnen de kerken en met de vakbond actie te voeren; de rol van de vrouw in Zuidelijk Afrika. Een onverwacht grote groep (ongeveer zestig mensen) toonde belangstelling voor de discussie over Angola en Mozambique. Deze groep vroeg er om de voorlichting over deze landen in Nederland op te voeren. Door de deelnemers werd erop aangedrongen met meer voorlichtingsmateriaal te komen, dat massaal verspreid kan worden onder een kerkelijk publiek. Het werkcongres werd toegesproken door vertegenwoordigers van de bevrijdingsbewegingen: Nkobi van het ANC, Hishongwa van de SWAPO, Basker Vashee voor het Patriottisch Front- ZAPU en Robert Mugabe voor het Patriottisch FrontZANU. Mugabe was speciaal naar Nederland gekomen om zondagavond op de manifestatie te spreken, maar door de onderhandelingen over de toekomst van Zimbabwe werd hij gedwongen op zondagmiddag naar Londen terug te vliegen. Gedurende zijn korte verblijf in Nederland had president Mugabe ontmoetingen met de actiegroepen, de hulverlendende instanties, kerkelijke leiders, parlementsleden, terwijl minister de Koning van Ontwikkelingshulp hem namens de Nederlandse regering ontving. Mugabe Mugabe benadrukte dat de Engelse regering, die duidelijk een voorkeur heeft voor een regering-Muzorewa in Zimbab- we, bij de onderhandelingen zelfs niet meer de schijn van neutraliteit probeert te handhaven. Het Patriottisch Front staat tegenover twee partijen, die gemene zaak maken. Ondanks het feit dat noch president Mugabe, noch president Tambo van het ANC kon komen, werd de manifestatie in Utrecht een uitdrukking van eensgezindheid en strijdbaarheid. Het is duidelijk dat de actie voor een olieboycot aanzienlijk aan kracht heeft gewonnen. Wout Nijland, die namens de organisatoren (Komitee Zuidelijk Afrika en het Comité Utrecht voor Zuidelijk Afrika) sprak, vroeg aan Joop den Uyl in hoeverre de olieboycot voor de Partij van de Arbeid een punt zal zijn bij een volgende kabinetsformatie. Aan Hans de Boer werd gevraagd of zijn partij, het CDA, een motie tot steun aan de actie zal ondersteunen. Onder donderend applaus van de zaal voorspelde Hans de Boer dat het CDA in meerderheid mee zou gaan, net als bij de motie waarmee een Zuidafrikaanse sportploeg de toegang tot Nederland werd ontzegd. Maar Joop den Uyl zweeg in alle talen over de aan hem gestelde vraag. De Partij van de Arbeid zal op dit punt nader ondervraagd moeten worden. Het werkcongres en de manifestatie vormden een hoogtepunt in de actie voor een olieboycot tegen Zuid-Afrika. Het zal geen eindpunt zijn, maar eerder een nieuwe start voor een verhevigde campagne. Dat Shell verontrust is over de zaak blijkt wel uit het feit dat zich onder het publiek bij de manifestatie twee directeuren van Shell bevonden.

Motie Ongeveer 300 actievoerders uit alle delen van het land, bijeen op het Zuidelijk Afrika Kongres onder de leus 'Olieboycot Zuid-Afrika - Steun de Bevrijdingsstrijd', overwegende dat het regime in Zuid-Afrika doorgaat met het doorvoeren van de apartheid, blijft vasthouden aan de illegale bezetting van Namibië en het bewind van Muzorewa/Smith in Zimbabwe via haar steun in het zadel houdt, overwegende dat de westerse landen het regime in Zuid-Afrika telkens weer in bescherming nemen, effectieve sancties afwijzen en op grote schaal profiteren van de uitbuiting en onderdrukking in Zuidelijk Afrika, overwegende dat de bevrijdingsbewegingen African National Congress (ANC) van ZuidAfrika, Patriottisch Front van Zimbabwe en SWAPO van Namibië, die voor de bevrijding van hun landen strijden, daarbij alle steun verdienen, zijn van mening, dat economische sancties en totale isolering van het apartheidsregime noodzakelijk zijn en dat de steun aan de bevrijdingsbewegingen moet worden opgevoerd. * veroordelen de steun die de Nederlandse regering geeft aan door ZuidAfrika gefinancierde groepen zoals die van Andreas Shipanga in Namibië en die van bisschop Muzorewa in Zimbabwe, e eisen dat de steun van de Nederlandse regering zich beperkt tot de bevrijdingsbewegingen ANC, Patriottisch Front en SWAPO, * betuigen hun instemming met de uitspraak van het Nederlandse parlement, dat Zuid-Afrika niet welkom is op de Olympische Spelen voor Gehandicapten, * vragen aan het Nederlandse parlement zich nu uit te spreken voor een Nederlandse deelname aan het bestaande internationale olie-embargo tegen Zuid- Afrika, door een uitvoerverbod voor alle olie en olieprodukten naar Zuid-Afrika in te stellen, * eisen van de Nederlandse regering dat zij directe uitvoering geeft aan het verplichte wapenembargo tegen ZuidAfrika ingesteld door de Veiligheidsraad en dit in een wetgeving vastlegt, waarin gegarandeerd moet worden dat geen enkel militair of aanverwant artikel door Nederlandse ondernemingen of vanuit Nederland aan Zuid-Afrika wordt geleverd, * herhalen hun eis, dat de grootste Nederlandse investeerder in Zuid-Afrika, Shell, een eind moet maken aan haar steun aan het apartheidsregime, en al haar investeringen uit Zuid-Afrika terug moet trekken, * eisen van de Nederlandse regering dat ze krachtig protesteert tegen de voortdurende aanvallen op Angola en Mozambique en dat ze de steun aan de wederopbouw van deze landen opvoert, besluiten actie te voeren voor verwezenlijking van deze eisen. Het Werkcongres, georganiseerd door het Komitee Zuidelijk Afrika en het Comité Utrecht voor Zuidelijk Afrika, bijeen in Nederland op 20 en 21 oktober om de huidige situatie in Zuidelijk Afrika en de noodzaak voor een olieboycot tegen Zuid-Afrika te'bespreken, heeft na een toespraak van Robert Mugabe, president van de ZANU, gehoord te hebben, de volgende verklaring aangenomen: Het Werkcongres 1) erkent het Patriottisch Front als de enige echte en wettige vertegenwoordiger van het volk van Zimbabwe, 2) steunt onvoorwaardelijk alle eisen van het Patriottisch Front zoals die tijdens de onderhandelingen op de grondwetgevende conferentie in Londen zijn gesteld, 3) veroordeelt de collaboratie van de Britse regering met het illegale en racistische regime van Smith en Muzorewa, 4) verwerpt de negatieve, dictatoriale en partijdige houding van de Engelse regering tijdens de onderhandelingen over de grondwet.

Motie olieboycot in Tweede Kamer Op verschillende niveau's wordt thans toegewerkt naar de behandeling van de motie in de Tweede Kamer over een Nederlands olie-embargo tegen ZuidAfrika, die tijdens de buitenlanddebatten op 13 en 15 november zal worden ingediend. Binnen de politieke partijen en de kamerfracties, met name binnen het CDA, wordt druk gediscussieerd over de voors en tegens van een dergelijk embargo. Nadat al eerder het bestuur van de Anti-Revolutionaire Partij zich bij de actie had aangesloten, deed onlangs het KVP-bestuur dezelfde stap. Dit is echter geen garantie dat ook de kamerleden voor deze partijen zich op dezelfde wijze opstellen. Daarom is de landelijke campagne om druk op de kamer uit te oefenen verlengd. Bij de Tweede Kamer komen iedere dag honderden kaarten binnen waarin om een olieboycot van ZuidAfrika wordt gevraagd; de CDA-kamerleden ontvangen dagelijks een aantal kaarten op hun huisadres. Daarnaast is op grote schaal in het land een bijlage van vier pagina's van Vrij Nederland verspreid. De eerste oplage van 250.000 exemplaren was binnen een week weg, en thans wordt gewerkt aan de verpsreiding van de tweede oplage van eveneens 250.000 exemplaren. Op radio en televisie, en in de pers, is op redelijk grote schaal aandacht geweest voor de noodzaak om tot een olieboycot te komen. Met name de VARA heeft zich op dit terrein zeer ingespannen. Tijdens de Algemene Beschouwingen, die half oktober in de Tweede Kamer werden gehouden, is al kort over het olie-embargo gediscussieerd. Ministerpresident van Agt liet nogmaals weten dat de regering niets voor een dergelijke Nederlandse stap voelt. Maar tijdens de Algemene Beschouwingen ging de meeste aandacht uit naar de sanctiewet, die de basis moet bieden aan Nederlandse sancties tegen Zuid-Afrika. Deze wet is al jaren geleden door de Tweede Kamer aanvaard, maar de behandeling in de Eerste Kamer verloopt zeer traag. Aanvankelijk kwam dit door verzet van het CDA, maar nu dat overwonnen is is de vertraging te wijten aan getreuzel van de regering, die niet veel voor die sanctiewet voelt. Minister-president van' Agt beloofde tijdens de Algemene Beschouwingen dat de sanctiewet nu spoedig door de regering in de Eerste Kamer verdédigd zal worden. Bovendien nam de Tweede Kamer een motie aan, waarin op een spoedige afwikkeling wordt aangedrongen. De Tweede Kamer kan nu bij de buitenland-debatten half november haar aandacht besteden aan het olieembargo tegen Zuid-Afrika. ZIMBABWE Het recht op grond als grondrecht voor de zwarte boer De door de Britse conservatieve regering te Londen bijeengeroepen conferentie over de toekomst van Zimbabwe heeft tot nu toe een grillig verloop gehad. Over de agenda werd vrij vlot overeenstemming bereikt: het ontwerp voor een nieuwe grondwet zou eerst behandeld worden, daarna zouden de problemen rond de overgangsregeling, met inbegrip van een wapenstilstand en nieuwe verkiezingen aan de orde komen. Bisschop Muzorewa stemde mokkend toe, maar kwam voortdurend terug met de mededeling dat hij alleen de grondwet wilde bespreken en dat de sancties opgeheven moesten worden. Tijdens de onderhandelingen over de grondwet bleek al spoedig een fundamenteel verschil in benadering tussen de partijen. De Britse regeringsdelegatie, onder leiding van de minister van buitenlandse zaken Lord Carrington, gaat zonneklaar uit van de bestaande grondwet van Rhodesië. In deze grondwet zijn de machtsposities van de blanken duidelijk verankerd. De politiek van Carrington is er nu op gericht die grondwet wat bij te schaven, zodat de invloed van de blanke minderheid er minder duidelijk in naar voren komt. Vanzelfsprekend heeft de delegatie van Muzorewa met deze benadering minder moeite dan het Patriottisch Front (PF), dat een radicaal andere grondwet voor ogen heeft. Over een aantal zaken kon toch overeenstemming worden bereikt. De delegatie van Muzorewa stemde met elf tegen één stemmen in met het opheffen van het blanke veto-recht in het parlement betreffende grondwetswijzigingen. Ook zullen volgens de voorgestelde grondwet hoge ambtenaren van het leger en de rechterlijke macht door de premier benoemd door Klaas van Twillert kunnen worden. Dat recht is momenteel voorbehouden aan door blanken beheerste commissies. Oudpremier Smith was in de delegatie van Muzorewa de enige die zich tegen boven genoemde wijzigingen bleef verzetten. Hij kreeg daarbij wel de unanieme steun van zijn parlementaire fractie die in Salisbury achtergebleven was. Dit is niet zonder belang, daar elk akkoord tussen Muzorewa en de Britse conservatieven de goedkeuring van het Rhodesische parlement behoeft. Door middel van het nog bestaande blanke veto-recht in het parlement kan Smith elk akkoord alsnog torpederen. Opmerkelijk is overigens dat zowel de opperbevelhebber van het Rhodesische leger, generaal Walls, als het hoofd van de geheime dienst, Flower, zich tegen Smith keerden. Walis geeft al enige tijd toe dat hij de oorlog niet kan winnen en dat er daarom een politieke oplossing gevonden moet worden. Het tweede punt waarover vrij snel overeenstemming werd bereikt was de samenstelling van het toekomstige parlement. Volgens de voorstellen van Carrington wordt aan de blanke drie procent van de bevolking twintig procent van de zetels toegewezen voor een tijdsduur van minimaal zeven jaar. Het PF had hier duidelijk meer moeite mee. Het verweet de Britten dat zij aan hun Westindische en Indiase minderheden ook geen gegarandeerd aantal parlementszetels toekennen; ze zijn zelfs helemaal niet vertegenwoordigd! Toch slikte het PF verrassend gauw zijn bezwaren in om de conferentie niet te laten mislukken. Dit gebeurde tot teleurstelling van de andere partijen die hoopten dat het PF snel van de conferentie zou weglopen. Al met al waren hiermee alle partijen het nog niet eens geworden over een ontwerp5

Bij zijn bezoek aan Nederland had Robert Mugabe, president van het Patriottisch Front (ZANU) een gesprek met minister de Koning. grondwet. Toen de Britse delegatie de gedetailleerde tekst van de ontwerpgrondwet openbaar maakte bleek het Patriottisch Front ernstige bezwaren te koesteren tegen een groot aantal belangrijke punten. Muzorewa daarentegen slikte het ontwerp als zoete koek, zoals van hem verwacht mocht worden. Van het grote aantal bedenkingen tegen de voorstellen van Carrington noemen we de volgende: Het PF is het er niet mee eens dat de Britse regering de toekomstige regering van Zimbabwe wil verplichten diegenen die de eenzijdige onafhankelijkheid georganiseerd en ondersteund hebben met pensioenen te belonen. Die uitbetaling van pensioenen aan Smith en de zijnen wekt op zijn zachtst gezegd ook wel enige verwondering, daar het hier volgens de Britse regering zelf gaat om mensen die hoogverraad en moord gepleegd hebben: na de eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring in 1965 zijn er namelijk vrijheidsstrijders opgehangen, aan wie koningin Elizabeth gratie verleend had. Kreeg Mussert van de Nederlandse regering ooit pensioen uitbetaald? Lord Carrington verraadt hier toch wel duidelijk aan welke kani hij uiteindelijk staat. Eenzelfde soort bezwaar werd aangevoerd tegen het aanblijven van rechters die het racistische systeem door dik en dun gesteund hebben. Grondkwestie De meest onverteerbare bepaling in de voorgestelde grondwet is wel die over land. Volgens die bepaling moet bij onteigening de vroegere bezitter onmiddellijk volledig schadeloos gesteld worden, eventueel in het buitenland. Momenteel bezitten zes duizend blanke boeren vijfentachtig procent van de vruchtbare landbouwgrond, terwijl miljoenen zwarte boeren zijn samengedreven in de overbevolkte en grotendeels onvruchtbare 'stamlandden' Zelfs volgens een schatting van de regering in Salisbury van januari 1979 wo- nen daar 2.5 miljoen mensen te veel. Dat deze verdeling niet de instemming heeft van alle betrokkenen zal weinigen verbazen. De grondslag voor deze verdeling werd dan ook negenentachtig jaar geleden door de blanke kolonisten met bloedig geweld gelegd. Robert Mugabe, leider van de ZANU-vleugel van het Patriottisch Front, zei het onlangs op een persconferentie als volgt: 'Land is de hoofdoorzaak van de oorlog. We willen terugwinnen wat ons negenentachtig jaar geleden ontnomen werd. We bestrijden dat onze mensen, die geleden hebben omdat ze geen land hebben, dat nu zouden moeten kopen van hen die het ontwettig bezitten. Als goede revolutionairen hebben we al vijftig procent van het land bevrijd. Vijfenzestig procent van de blanke boerderijen zijn al verlaten. We hebben het recht dat land aan onze mensen over te dragen. Dat is een zaak van leven of dood. De mensen moeten weten dat ze vanaf de eerste dag van de onafhankelijkheid hun eigen land kunnen bewerken' Het PF vindt dat de blanke kolo. nisten het land, dat vroeger gemeenschapsbezit was, gestolen hebben. Als er al schadeloostellingen betaald moeten worden voor onteigend land moeten de rijke westerse regeringen maar voor de nodige fondsen zorgen. Een pas onafhankelijk geworden Zimbabwe zal dat ook onmogelijk kunnen: zelfs met de lage grondprijzen van dit moment zou het drie miljard gulden kosten! Daar komt nog bij dat de verplichting, dat schadevergoedingen voor onteigend land en pensioenen desnoods zonder deviezenbeperkingen, in het buitenland uitbetaald moeten worden, betekent dat het land, gezien de verwachte blanke uittocht, binnen de kortste keren bankroet zal gaan. Oorlogsschulden Bovendien verplicht de grondwet van Carrington tot het overnemen van de door het oude bewind gemaakte schulden. Het grootste deel van die schulden is gemaakt om de oorlog tegen de vrijheidsstrijders te financieren, zodat een oorlog die ten behoeve van de blanke minderheid gevoerd werd uiteindelijk door de zwarte meerderheid betaald dreigt te gaan worden. Alleen al voor het terugbetalen van bekende leningen is een bedrag van vijfhonderd miljoen gulden per jaar vereist. Dit bedrag heeft dus nog geen betrekkingen op geheime leningen, waarvan alleen bekend is dat die zeer hoog zijn. Dat het PF alleen verbaal zijn ongenoegen over genoemde en andere punten heeft geuit, maar verder zo goed als alles heeft geslikt of waarschijnlijk nog slikken zal is te wijten aan de enorme druk die vanuit de frontlijnstaten op het PF wordt uitgeoefend. Bijna alle frontlijnstaten hebben te kampen met grote economische moeilijkheden, die slechts gedeeltelijk veroorzaakt worden door de oorlog. Ze willen daarom een snelle beëindiging van het conflict aan hun grenzen. Ook is het Patriottisch Front bang dat de Britse regering, als het niet instemt met de grondwet, tijdens het tweede deel van de conferentie (de behandeling van de overgangsregeling) vlot tot overeenstemming zal komen met Muzorewa. Dan zou het gevaar dreigen dat er opnieuw verkiezingen worden gehouden in Rhodesië met uitsluiting van het Patriottisch Front, maar deze keer misschien wel onder toezicht van het Britse Gemenebest. Erkenning van de nieuwe regering- Muzorewa zou dan snel volgen. Zuid-Afrika Het is echter zeer de vraag of het PF er iets mee opschiet om koste wat het kost aan de verkiezingen deel te nemen. Engeland zal de sancties in november in elk geval niet meer verlengen, zo verklaarde Carrington op het congres der conservatieven in Brighton. Zuid-Afrika begint in steeds minder bedekte termen duidelijk te maken dat het in geval van een verkiezingsoverwinning voor Mugabe militair zal ingrijpen. Hoe de conferentie in Londen ook precies afloopt, het ziet er naar uit dat de doeleinden die Carrington zich gesteld had naderbij gebracht zullen worden. Die doeleinden zijn het opheffen van de sancties en het erkennen van het regime van Muzorewa. En dit moet dan op zo'n manier plaats vinden dat de economische schade, veroorzaakt door boycots en nationalisaties in Afrika, beperkt blijft. Ook hoopt Engeland meer diplomatieke steun uit het westen te krijgen dan wanneer het onmiddellijk na de conservatieve verkiezingsoverwinning tot erkenning van Muzorewa was overgegaan. Of de politiek van Carrington het einde van de oorlog in Zimbabwe zal bespoedigen valt te betwijfelen. De bevrijding van Zimbabwe brengt de Lord zéker niet naderbij. ml ZUID-AFRIKA 'S NIEUWE STRA TEGIE EN HET WESTERSE ZWIJGEN Namibiërs voelen zich verraden Al geruime tijd voordat Zuid-Afrika in december 1978 verkiezingen hield in Namibië was het duidelijk: Zuid-Afrika wilde niet meewerken aan het VN-plan voor Namibië. Zuid-Afrika is niet van plan om haar belangen op te geven. De westerse landen bleven zogenaamd praten met Zuid-Afrika, om zo de indruk te wekken dat economische sancties niet nodig waren. En we hoorden niets meer. Het is stuitend dat de westerse media zich niets meer van een land als Namibië aantrekken als er geen verkiezingen of staatsgrepen zijn en als de diplomaten van de VN zwijgen. Kort geleden deden de diplomaten hun mond weer open en we lazen in de kranten dat het VN-plan aangepast was aan enkele Zuidafrikaanze bezwaren. De guerrilla's van de SWAPO in Angola zouden in de overgangsperiode gecontroleerd worden. Zuid-Afrika lijkt echter nog steeds niet tevreden. Als het westen de ontwikkelingen Namibië gevolgd had, dan had men van tevoren geweten dat er nog steeds weinig te merken is van enige goede wil van Zuid- Afrika. We bekijken de recente ontwikkelingen. (Voor een meer algemene achtergrond zie het vorige nummer van Amandla.) door Bert Ernste Op basis van de door Zuid-Afrika gemanipuleerde verkiezingen van 1978 is een grondwetgevende vergadering ingesteld, die via juridische kronkelwegen is omgezet in een wetgevende vergadering. De DTA (Democratiesche Turnhalle Alliantie) onder Dirk Mudge is daarin de cent-ale kracht met 41 van de 50 zetels. (De SWAPO boycotte de verkiezingen). De afspraken met de DTA (opgezet onder supervisie en met geld van Zuid -Afrika) waren aanvankelijk dat er een apartheidsstaat gevormd zou worden naar Zuidafrikaans model. Zuid-Afrika en de DTA zagen echter in dat er dan nooit op internationale steun gerekend hoefde te worden, en men probeerde het racisme wat te verzachten. Dat diende tevens om te proberen niet nog meer steun te verliezen aan de SWAPO. Zo nam de wetgevende vergadering een wet aan tegen de 'kleine apartheid' (Zwarten mogen nu naar blanke bioscopen, restaurants en dergelijke). Deze wet komt alleen de gegoede zwarten ten goede (ongeveer 100 van de anderhalf miljoen). Namibische blanken vinden dit echter al veel te ver gaan en verzetten zich heftig. Er gaan zelfs geruchten over een blanke staatsgreep. Staatsgreep? Er zijn twee geheime blanke organisaties die zich toeleggen op gewapend verzet. De ene is Blankswa (Blank Suid-WesAfrika). Daar horen de meeste in het geheim getrainde commando-eenheden van de blanke burgerij bij. Daarnaast is er de Wit Weerstandsbeweging, die zich vooral toelegt op aanslagen. Verder zijn er officiële vrijwilligerscorpsen. De commandant van deze corpsen is tevens de oprichter van Blankswa. In Zuid-Afrika staan al een aantal huurlingen gereed om eventueel te hulp te komen. Zuid-Afrika zoekt nu met behulp van de DTA naar een oplossing die aanvaardbaar is voor de blanken, maar die ook op internationale steun kan rekenen. Daarbij mag de SWAPO onder geen beding aan de macht komen vindt Zuid-Afrika. De benoeming van Viljoen als administrateur-generaal van Namibië, in plaats van S Zwarte Namibiers blijven opgesloten in de reservaten. Steyn, heeft daar ook mee te maken. Steyn zou te veel op de lijn van de DTA zitten en de apartheid geleidelijk willen ontmantelen. Viljoen is voorzitter van de geheime Broederbond in Zuid-Afrika, en daardoor hoopt hij enig vertrouwen van de blanken te krijgen. Tegelijk staat hij bekend als een gematigde pragmaticus en intellectueel, en daarmee hoopt hij de andere partijen voor zich te winnen. Zuid- Afrika stuurt samen met de DTA aan op een onafhankelijkheid buiten de VN om. Zuid-Afrika gelooft dat internationale erkenning er ook zonder de VN wel komt, misschien geen officiële, maar in ieder geval practische. Het westen is erg afhankelijk van Zuidafrikaanse en Namibische mineralen en heeft grote economische belangen in beide landen. In tegenstelling tot eerdere plannen streeft Zuid-Afrika er daarom met de DTA naar om een sterke, centrale regering op poten te zetten in Namibië. Zuid-Afrika is al begonnen met het stimuleren van de 'nationale trots' der zwarte Namibiërs. Geprobeerd wordt om meer zwarten in de strijdkrachten en de politie op te nemen. Er is zelfs een voorstel gedaan om nationale dienstplicht in te voeren, speciaal ter bevordering van de nationale trots onder de zwarte bevolking. Op geen enkele manier maken dergelijke regelingen een einde aan de armoede en de uitbuiting in de mijnen en de 'thuislanden'. II

Ook militair maakt Zuid-Afrika duidelijk niet te willen wijken. De al lange tijd bestaande uitzonderingtoestand is uitgebreid tot een groter gebied. Onder de uitzonderingstoestand kunnen mensen gearresteerd en vastgehouden worden zonder vorm van proces. De laatste maanden zijn er 5.000 arrestaties verricht. De top van de SWAPO in Namibië zit nog steeds voor een groot deel gevangen. Zuid-Afrika gaat steeds maar verder met het versterken van het bezettingsleger in Namibië. Naar schatting zijn er nu al 60.000 man betrokken bij de strijd tegen de SWAPO-guerrilla's in het noorden. Er zijn Mirage straaljagers in het noorden gestationeerd, en er worden wegen aangelegd om troepenverplaatsingen mogelijk te maken. Steeds vaker strekken de aanvallen zich uit tot Angolees grondgebied. Toch dringen de SWAPO-guerrilla's steeds dieper het land in, en steeds vaker kunnen zij een gebied geruime tijd bezet houden, terwijl ze vroeger na een actie meestal snel moesten vluchten. Kortom: Zuid-Afrika wil nog steeds niet wijken. Armoede en uitbuiting duren voort. En dat terwijl het Namibische volk vorig jaar rekende op een spoedige onafhankelijkheid via het VN-plan, gesteund door sanctiedreiging. De Namibische kerkdelegatie die onlangs in ons land was zei het heel duidelijk: Het Namibische volk heeft geen enkel vertrouwen meer in het westen. De Namibiërs voelen zich als Nederlanders in de tweede wereldoorlog. Alleen duurt de bezetting van Namibië al 80 jaar. En de 'invasie' (sancties tegen Zuid-Afrika) is door het opportunischtische westen afgelast ... Nederland moet niet meer wachten op andere landen, maar op zeer korte termijn het voorbeeld geven, en een boycot van Zuid-Afrika beginnen. SWAPO-projekt in Gibeon Terwijl de bezetting van Namibië door Zuid-Afrika voortduurt probeert de SWAPO al praktisch te werken aan de opbouw van Namibië na de onafhankelijkheid. Behalve met scholing en medische en sociale zorg in de vluchtelingenkampen, is de SWAPO bezig met een ontwikkelingsprojekt in Nama-land, een 'thuisland' in het zuiden van Namibië met Gibeon als hoofdstad. Zuid-Afrika staat dit oogluikend, maar knarsetandend toe. Vroeger, vóór de Duitse bezetting van Namibië rond 1900, waren de Nama's een welvarend volk, maar door onteigening van de grond en het vee werdden de mensen van hun bestaansmiddelen beroofd. Een klein deel van de grond is enkele jaren geleden teruggegeven als 'thuisland'. Tot voor kort was er alleen armoedige landbouw in dit gebied, die niet genoeg opleverde om de bevolking te voeden. Veel mannen werken daarom als contractarbeiders in de mijnen en industrie ver van Gibeon, terwijl de vrouwen de schrale grond bebouwen. Het SWAPO-projekt (in samenwerking met Namibische kerken) probeert die situatie te verbeteren. Men is begonnen met een ontwikkelingscursus, waar ook de leiders aan deel namen. In die cursus zijn de ergste noden geinventariseerd. Vervolgens zijn er drie groepen gevormd, die het projekt zouden opzetten en uitvoeren: één voor onderwijs, één voor sociale zorg (met name de zorg voor bejaarden en verwaarloosde kinderen) en één voor landbouw. We gaan hier kort in op de economische kant van het projekt. Het projekt probeert de boeren te organiseren in coöperaties, om efficiënter te kunnen werken, gezamenlijk prioriteiten vast te stellen enzovoort. Door gezamenlijk de nodige brandstoffen en werktuigen in te kopen wil men goedkoper uit zijn. Dat geldt ook voor voedsel dat van buiten komt. De pelzen van de karakulschapen wil men zelf op de wereldmarkt brengen, om het monopolie van de blanke verkooporganisatie te omzeilen, en zo meer te verdienen. Een aantal vrouwen leert karakul-wol weven om in de toekomst een coöperatieve weverij op te richten. Om in de toekomst in de eigen voedselvoorziening te kunnen voorzien moet de landbouwproduktie omhoog en moeten er meer verschillende gewassen verbouwd gaan worden. Daarom is er een proeftuin voor groente opgezet in de buurt van Gibeon. Er wordt gewerkt aan het organiseren van een locale markt. Het projekt is nog maar ruim een jaar oud en er moet nog erg veel gebeuren. Transport en communicatie vormen een groot probleem. Een van de dingen die snel nodig zijn is een truck. Verder is het erg moeilijk voor de SWAPO en de Namibische kerken om aan geld te komen voor de financiering van het projekt. Maar er is een hoopvol en praktisch begin gemaakt. B.E. VLUCHTELINGENHULP NEDERLANDSE REGERING VIA DE BEVRIJDINGSBEWEGINGEN DREIGT VAST TE LOPEN Muzorewo helpt met bommen en Nederlands geld door Ton van Schijndel De regering-Van Agt is zo langzamerhand hard op weg om de hulp aan vluchtelingen in Zuidelijk Afrika via de bevrijdingsbewegingen SWAPO, ANC en Patriottisch Front drastisch te verminderen. Deze conclusie moet het Komitee Zuidelijk Afrika (KZA) trekken na de reactie van de Nederlandse regering op een viertal vragen van de bevrijdingsbewegingen die eind 1978 en begin 1979 via het KZA bij de huidige regering werden ingediend. Stelde de vorige regering in 1976 en 1977 nog in totaal drie miljoen gulden ter beschikking voor SWAPO-kampen voor vluchtelingen in Angola via het KZA, door de huidige regering werd voor dit doel in 1978 en 1979 geen enkele toezegging gedaan. Integendeel, verzoeken van de SWAPO maar ook van de ZAPU (Patriottisch Front) werden niet ingewilligd, terwijl een aanvrage van het ANC slechts voor een kwart gehonoreerd werd. Waterprojekt van Gibeon. 8 t. 1

Eind 1976 stelde de toenmalige minister voor ontwikkelingssamenwerking Pronk voor SWAPO-vluchtelingenkampen in Angola anderhalf miljoen gulden beschikbaar ter besteding via het KZA. Eind 1977 werd dit nog eens herhaald. Begin dit jaar was van de zo ter beschikking gekomen drie miljoen gulden door het KZA voor twee-en een half miljoen gulden aan goederen naar de SWAPO in Angola verscheept. Het laatste halve miljoen gulden was bestemd voor SWAPO- projekten binnen Namibië en voor transportmiddelen. De regering was hiermee in principe akkoord gegaan. In februari van dit jaar werden in dit kader voorstellen voor schoolprojekten en een medisch projekt van deSWAPO binnen Namibië ingediend. Pas in september jongstleden kwam hierop een antwoord van de regering: omdat alle SWAPO-leiders binnen Namibië gevangen zouden zitten waren de projekten volgens de regering niet uitvoerbaar en het geld kon daarom niet beschikbaar gesteld worden. Het lijkt er sterk op dat dit argument slechts een dekmantel is voor de politieke onwil van deze regering om de SWAPO binnen Namibië te steunen. De SWAPOleiders die betrokken zijn bij de ingediende projekten in de Namibische plaats Gibeon zitten namelijk helemaal niet gevangen. Bovendien besloot de regering kort daarop om in plaats van de nationale bevrijdingsbeweging SWAPO, een door ZuidAfrika gesteunde splintergroepering o.l.v. Andreas Shipanga (die zichzelf Swapo-D noemt), financieel te gaan steunen. Het is duidelijk waar de voorkeur van dit kabinet ligt. ANC Via bemiddeling van het KZA werd in 1977 door Pronk uit fondsen voor noodhulp een half miljoen gulden ter beschikking gesteld voor ANC-projekten in Morogoro, Tanzania. Lange tijd drong het KZA daarnaast bij de Nederlandse regering aan op hulp aan ANC-vluchtelingen in Angola, wat niet gehonoreerd werd omdat de regering volhield dat er geen bewijzen voor de aanwezigheid van Zuidafrikaanse vluchtelingen in Angola zouden zijn. Dergelijke bewijzen werden eerder nooit gevraagd. Via eigen fondsen en gelden van derde organisaties kon het KZA eind 1977 en begin 1978 de noodsituatie in ANC-kampen in Angola enigszins verlichten. Eind 1978 diende het ANC bij de huidige regering via het Komitee een aanvrage in voor hulp aan vluchtelingen in Zambia, Tanzania, Mozambique, Lesotho, Botswana en Swaziland, voor transportmiddelen en voor structurele projekten voor een Vrouw van het project in Gibeon leert wol spinnen op het Anglicaanse opleidingscentrum in Windhoek. totaal van f. 1.250.000,-. Na enkele maanden besloot de regering om f. 313.000,(ongeveer een kwart van de aanvraag) ter beschikking te stellen voor hulp aan vluchtelingen in Zambia, Lesotho, Botswana en Swaziland. Een verklaring waarom geen hulp werd geboden aan ANC-vluchtelingen in Tanzania en Mozambique werd niet gegeven, over de structurele projekten werd met geen woord gerept en de transportmiddelen (noodzakelijk voor het transport van hulpgoederen naar de kampen) vielen buiten de criteria die deze regering voor de hulp stelt. Opmerkelijk was tenslotte dat in 1978 deze regering in plaats van de nationale bevrijdingsbeweging het ANC, het onbeduidende en door interne twisten verdeelde Pan African Congress (PAC) steunde met een half miljoen gulden. Patriottisch Front Eind 1978 diende de ZAPU (Patriottisch Front) via het Komitee Zuidelijk Afrika een aanvrage in bij de Nederlandse regering ter waarde van een miljoen gulden voor vluchtelingen in Botswana en Zambia. De aanvrage werd pas officieel in juli 1979 afgewezen op grond van het feit dat de Nederlandse regering in november 1978 al een bijdrage van f. 105.000,- aan de ZAPU had gegeven na de Rhodesische aanvallen op vluchtelingenkampen rond Lusaka. Pogingen van een vertegenwoordiger van de ZAPU en van het Komitee om de Nederlandse regering ervan te overtuigen dat de aanvrage bedoeld was voor het dagelijks onderhoud van vluchtelingen in Botswana en Zambia in 1979 en los stond van de hulp die na de aanvallen op de kampen rond Lusaka was gegeven, bleken tevergeefs. Het argument van de ZAPU dat de voorgestelde hulp kan voorkomen dat iedere keer opnieuw hulp gevraagd moet worden na calamiteiten, werd door de regering afgedaan met de opmerking dat zij er de voorkeur aan gaf om noodsituaties op ad hoc basis te bezien. Dit betekent dat de hulp steeds te laat zal blijven komen. De ZANU (Patriottisch Front) diende in 1978 een aanvraag in voor vluchtelingenhulp via de katholieke medefinancieringsorganisatie CEBEMO voor een bedrag van f. 720.000,-. De Nederlandse regering besloot dit jaar om hiervoor iets minder dan de helft van het gevraagde bedrag f. 350.000,- ter beschikking te stellen. Verder diende de ZANU begin dit jaar via het GOM (Gemeenschappelijk Overleg Medefinancieringsorganisaties) een aanvrage in bij de regering voor hulp aan de ZANU in de bevrijde gebieden van Zimbabwe voor een bedrag van f. 2.000.000,-. Hiervan is door minister de Koning pas f. s - definitief toegekend tijdens het bezoek van president Mugabe aan Nederland op 20 oktober jongstleden. Opmerkelijk was het feit dat deze regering er begin dit jaar toe overging om gelden, die in 1975 in een totaal andere situatie waren toegezegd aan bisschop Muzorewa, nog uit te keren ook. Muzorewa, de collega van Smith, de leider van een onderdrukkend regime, werd toen ontvangen door vertegenwoordigers van de Nederlandse regering. Het viel nog mee dat hem geen nieuwe financiële steun werd toegezegd, maar hij kon in ieder geval met f. 625.000,- voor 'hulp aan vluchtelingen' op zak, weer tevreden naar huis. Zijn hulp aan vluchtelingen bestond waarschijnlijk alleen uit de bommen die daarna nog in groten getale door zijn eigen leger op vluchtelingenkampen in Mozambique en Zambia zijn gegooid. Alles bij elkaar een trieste balans: slechts een van de vier aanvragen - en dan nog maar een kwart daarvan - die via het Komitee Zuidelijk Afrika voor de bevrijdingsbewegingen bij de Nederlandse regering werden ingediend, werd gehonoreerd. Het lijkt er sterk op dat het huidige kabinet de hulp aan vluchtelingen via de SWAPO, het ANC en het Patriottisch Front aan het afbouwen is. We zullen de komende tijd op alle mogelijke manieren een duidelijk protest hiertegen moeten laten horen. II ml

Opvolger van Neto zet diens beleid voort Na het overlijden van president Neto op 10 september jongstleden is er in de pers direkt speculatie ontstaan over de vraag wie hem zou opvolgen. Lucio Lara (secretaris van de MPLA-Arbeiderspartij), Iko Carreira (minister van defensie) en commandant Pedale (een provinciaal commissaris) werden door vele journalisten genoemd. Angola-kenner Basil Davidson was één van de weinigen die Eduardo dos Santos als mogelijk opvolger noemde. En juist deze Dos Santos is op 20 september door het centraal comite van de MPLA gekozen tot president van Angola, voorzitter van de MPLA- Arbeiderspartij en opperbevelhebber van het leger. In 1980 wordt deze keuze ter goedkeuring voorgelegd aan het - dan te houden - tweede partijcongres. José Eduardo dos Santos is op 28 augustus 1942 geboren in een sloppenwijk van Luanda als zoon van een metselaar en een huishoudster. In 1961 heeft hij zich aangesloten bij de MPLA en hij is direct eén van de leiders van de jeugdafdeling geworden. Daarna heeft hij aan het tweede front in Cabinda gevochten, maar al snel is hij door de MPLA naar de Sovjet Unie gestuurd om te studeren. Na zes jaar studeerde hij af als ingenieur van oliewinning en als telecommunicatie- specialist. Hij werd vertegenwoordiger van de MPLA in Brazzaville en als zodanig ook representant van de MPLA op vele internationale manifestaties. In 1974 werd hij gekozen tot lid van het uitvoerend comité en van het politiek bureau van de MPLA. Wanneer Angola in 1975 onafhankelijk wordt, wordt Dos Santos minister van Buitenlandse Zaken. In 1977 wordt hij eerste vice-premier. Deze post wordt in december 1978 echter afgeschaft. Dos Santos wordt dan benoemd tot eerste secretaris van het departement van planning van het centraal comité van de MPLA-Arbeiderspartij en een paar dagen later ook minister van planning en voorzitter van de nationale planningscommissie. Nù is hij - 37 jaar oud - president van de Volksrepubliek Angola geworden. Op 21 september heeft hij zijn inaugurele rede gehouden. Hij benadrukte hoe moeilijk het is om president Neto op te volgen en kondigde aan door te zullen gaan met diens beleid; onder andere: - doorgaan met de ongebonden politiek die aanstuurt op goede relaties met oost en west. - doorgaan met de herstructurering van het bestuur ten einde een regering te krijgen die echt van het volk is. - doorgaan met de materiële en morele steun aan SWAPO, ANC en Patriottisch Front. - doorgaan met het scheppen van waarborgen voor de veiligheid van iedere inwoner. Dit laatste is helaas nog dringend nodig, want nog steeds probeert Zuid-Afrika met aanvallen op de Angolese burgerbevolking de wederopbouw van het land te bemoeilijken. Ook nu weer probeert Zuid-Afrika verwarring te stichten. De dag na het overlijden van president Neto begon het met een reeks bombardementen op de provincie Cunene. Op 27 september voerde het met tien Mirages diep in het binnenland een aanval uit op een meubelfabriek en in Cunene op een school en woonhuizen. SWAPO-mensen in Noord-Namibië meiden ondertussen dat Zuid-Afrika zijn troepenmacht daar aanzienlijk heeft versterkt. Met Jose Eduardo dos Santos heeft Angola thans het jongste staatshoofd van Afrika. Het is te hopen dat zijn presidentschap een voorspoedige periode voor Angola wordt. W.S. ASIELZOEKERS TOPJE VAN IJSBERG Dienstweigering in Zuid.Afrika als breekijzer van jongeren verzet door Nigel Bloch en Darcy du Toit 'Die toename in die getalle van persone wat weier om militêre diensplig te doen staan seker nie los van die agitasie wat daar voortdurend in sekere kringe deur sekere persone en instansies op tou gesit word nie'" Met deze woorden spreekt de kapelaan-generaal van de Zuidafrikaanse weermacht in het augustusnummer van het legertijdschrift 'Paratus' zijn bezorgdheid uit over het verschijnsel dienstweigering. De bevrijdingsstrijd in de vroegere Portugese kolonien is er uiteindelijk in geslaagd de bereidheid van het Portugese leger om te vechten voor het behoud van het kolonialisme te ondergraven. Zo wordt de overlevingskans van de apartheid eveneens bedreigd door de weigering van vele blanke Zuid-Afrikanen om hun leven op het spel te zetten, nu zij geconfronteerd worden met de steeds heviger oplaaiende strijd in Zuid-Afrika zelf. Momenteel kennen alleen blanke mannen in Zuid-Afrika militaire dienstplicht; een klein percentage zwarten doet vrijwillig dienst. Volgens het regime waren van 1975 tot 1978 de aantallen blanken die zich niet meldden na een oproep als volgt: 1975 3314 (595 werden hiervoor veroordeeld). 1976 3566 (898 werden hiervoor veroordeeld) 1977 3814 (507 werden hiervoor veroordeeld). 1978 3123 (284 werden hiervoor veroordeeld).

Ongeveer tien procent van elke lichting komt niet opdagen. Het is niet bekend welk percentage in het land bleef of het land verliet. Volgens een verslag in een Zuidafrikaanse krant van 1976 stond van één regiment meer dan vijftien procent van de totale sterkte op de 'zwarte lijst': een lijst van namen en laatst bekende adressen die aan de militaire politie wordt gegeven om te worden nagetrokken. Duizenden mannen in het land zijn dus duidelijk op de vlucht. Zij riskeren zware straffen als ze gepakt worden. De directeur van het militaire gerechtshof van het Zuidafrikaanse leger waarschuwde in 1978 :..mannen die zich niet melden voor herhalingsoefeningen, hoe kort ook, lopen grote kans te worden gedetineerd. En het zal er waarschijnlijk op uitdraaien dat zij tot twee jaar gevangenisstraf moeten uitzitten" Van degenen die Zuid-Afrika hebben verlaten hebben sommigen een buitenlandse nationaliteit. Anderen hebben daar recht op en weer anderen veranderen van nationaliteit via een huwelijk. Vele dienstweigeraars proberen een arbeidsvergunning te krijgen, sommigen laten zich inschrijven als student en anderen wonen illegaal in het buitenland. Degenen die in verschillende landen werkelijk asiel vragen om aan militaire dienstplicht te ontkomen vormen dan ook het topje van een ijsberg. Individueel verzet Dat blanke jongeren militaire dienstplicht weigeren of ontduiken is een betekenisvol verschijnsel geworden. Het is daarom de vraag of iedere dienstweigeraar als indivi dueel geval gezien moet worden. Is dienstweigering inmiddels niet een sociaal verschijnsel geworden, met meer algemene oorzaken en tendenzen? zestig kwam deze voorstelling sterk met de realiteit overeen. De overgrote meerderheid van blanken zag de toekomst van de apartheid met weinig twijfels of onzekerheid tegemoet. Kentering In deze situatie is in de loop van de jaren zeventig een wezenlijke kentering gekomen. Het politieke isolement van blank Zuid-Afrika is enorm toegenomen. De vroegere Portugese koloniën, Mozambique en Angola, zijn onafhankelijke buurstaten geworden met regeringen die zich op het socialisme beroepen. In de laatst overblijvende buffergebieden, Namibië en Zimbabwe, is het blanke bewind ondanks alle 'interne regelingen' ten dode opgeschreven. Ook in Zuid-Afrika wordt het voor steeds meer blanken duidelijk dat de bestaande orde niet tot in het oneindige volgehouden kan worden. Voor velen is het einde al in zicht. Het is deze gewaarwording die premier Botha tot uiting bracht met zijn kreet: 'veranderen of sterven" Daarnaast heeft de economische recessie sinds 1975 de blanke arbeiders en middenstanders harde klappen toegediend. De volgende tabel laat de stijging van het gemiddelde inkomen van de blanke werknemers zien in verhouding tot de stijgende prijzen: Loonindex Consumentenprijsindex 1970 1971 1972 1973 1974 1975 1976 100,0 110,1 115,8 124,5 135,7 145,1 151,4 100,0 106,1 113,0 123,7 138,1 156,7 174,2 De vraag naar algemene tendenzen onder Tussen 1974 en 1977 gingen de lonen van de blanke jeugd brengt ons bij de positie de geschoolde (dat wil zeggen van het van de blanken in Zuid-Afrika. De uiterst merendeel der blanke) arbeiders in de mebehoudende en reactionaire rol die ge- taalsector met 28,6 procent omhoog. In speeld wordt door grote groepen blanken diezelfde periode stegen de consumptieis even opvallend als de extreme uitbuiting prijzen met 40,4 procent. en onderdrukking van de overgrote meer- Sindsdien is het levenspeil van de meeste derheid van zwarten. Vanwege privileges blanken nog meer verslechterd en dit zal die enkel op huidskleur berusten is de in de komende recessie ongetwijfeld zo grote massa blanken generaties lang aan»} doorgaan. De oorzaken van de politieke de kant van de machthebbers blijven staan.,/ behoudzucht van de blanke arbeiders zijn Hiermee is echter niet alles gezegd. Blanke 1 in hun tegendeel aan het omslaan. tegenstanders van de onderdrukking zijn Werkloosheid is voor het eerst sinds de jaer ook zo hier en daar geweest. Sommigen ren dertig voor blanken een merkbaar probinnen de bevrijdingsbeweging beschou- bleem geworden. Het officiële aantal nietwen blanken in het algemeen als behoren- Afrikaanse werklozen is gestegen van gede tot de vijand. Toch is een organisatie middeld 10.300 per maand in 1975 tot als het African National Congress niet-ra. 28.500 in 1977 en rond de 30.000 in 1979. ciaal en staat open voor iedereen - ook Vooral de duizenden jongeren die ieder voor individuele blanken - die bereid is jaar op de arbeidsmarkt komen, hetzij na op voet van gelijkheid te strijden voor de school, hetzij na afloop van hun militaire doelstellingen van de zwarte meerderheid, dienstplicht, hebben het moeilijk om aan Waardoor worden blanken ertoe gebracht een baan te komen, tenzij (zoals staatszich los te maken van hun eigen milieu secretaris Cilliers van arbeid stelde) ze niet - vaak ook van hun familie - en zich aan 'te kieskeurig' zijn. Soms is het maanden te sluiten bij de bevrijdingsstrijd? lang zoeken naar werk. Een werkloosheidsVaak worden dergelijke blanken voorge- uitkering bedraagt in Zuid-Afrika maar steld als uitzonderlijke individuen met vijfenveertig procent van het laatstverdieneen hoog ontwikkelde zin voor rechtvaar- de loon. digheid. De oorzaken van hun politieke De problemen van de blanke arbeiders zijn ontwikkeling worden eerder gezien als toe- gering vergeleken met de problemen van vallig dan als sociaal. In de jaren vijftig en de zwarte arbeiders. Toch zijn ze aanzien- 'Jeugdweerbaarheid': schooljongens krijgen al een militaire opleiding. lijk vergeleken met de welvaart van het verleden. Toenemende welvaart en een zorgeloos bestaan is voor het doorsnee blanke arbeidersgezin geen vanzelfsprekend gegeven meer. Met name de jongere generatie blanken is aan deze druk blootgesteld. Deze jongeren hebben de 'rust' van de jaren zestig nauwelijks gekend; hun bewustzijn is gevormd te midden van de onrust van de jaren zeventig. In iedere maatschappij zijn het de jongeren die het minst verankerd zijn in de tradities van het verleden en die het meest open staan voor nieuwe ontwikkelingen. In Zuid-Afrika vormt militaire dienstplicht voor blanke jongeren een extra breekijzer. Van hen wordt verwacht dat ze twee jaren van hun leven opofferen en zelfs hun leven riskeren voor het verdedigen van een maatschappelijke orde waarvoor zij nauwelijks meer het nodige fanatieke enthousiasme kunnen opbrengen. Door de oproep voor militaire dienstplicht wordt iedere blanke jongen voor het blok gezet. Het is niet verbazend dat velen reageren door te weigeren of naar het buitenland uit te wijken. Evenmin is het alleen een handjevól uitzonderlijke intellectuelen dat 'volk en vaderland' de rug toekeert. Vooral de werkende jongeren hebben de gevolgen van het teruglopend p , systeem te verduren. Hoewel de minder gescRolde jongeren op eigen houtje moeilijker tot een duidelijke politieke stellingname kunnen komen, worden ook zij door de bestaande maatschappij vervreemd. Dienstweigering is een manier waarin deze vervreemding tot uiting komt. Ongetwijfeld zijn vele dienstweigeraars op zoek naar een politiek alternatief. Een taak van de bevrijdingsbeweging is om ook aan dergelijke jongeren het alternatief van een werkelijk vrij en democratisch Zuid-Afrika uit te leggen. In het leger zelf komende dienstplichtigen onder de grootste druk te staan. De dienstplichtige die naar de 'operationele gebieden' wordt gestuurd moet de dreiging van de dood nu werkelijk onder ogen zien. Een onlangs gepubliceerde officiële lijst laat zien dat er sinds Republieksdag in 1961 586 dienstplichtigen zijn omgeko- ml m op Anti-guerrilla training in de streek rond Walvisbaai, Namibië men. De grote meerderheid van hen is in de laatste jaren gestorven, waarschijnlijk voornamelijk ten gevolge van botsingen met strijdkrachten van de SWAPO en van Angola. Een goed gemotiveerd leger dat weet waar het precies voor vecht zou zulke verliezen als zijnde onvermijdelijk kunnen aanvaarden. Maar gesprekken met ex- dienstplichtigen die aan de grenzen hebben gediend onthullen dat dit niet het geval is. Een van hen, die dienst heeft gedaan in de Caprivistrook in Namibië, zei ons dat zijn medesoldaten aanvankelijk vast besloten waren om Zuid-Afrika tegen de 'zwarten en communisten' te verdedigen. Dezen waren in hun ogen uit op verkrachting, moord en roof en de vernietiging van de beschaafde wereld, een boodschap die in propagandalessen werd aangedikt. De 'terroristen' werden vagelijk aangeduid als de 'vijand' Waarvoor zij vochten en tot welke organisatie zij behoorden werd kennelijk nauwelijks ooit besproken. Drank en dagga Toen de soldaten geleidelijk aan verwikkeld raakten in een guerrilla-oorlog van hinderlagen en wachten zakte het moreel. De meesten wilden zo snel mogelijk naar huis en schenen er weinig over in te zitten wat er in de oorlog gebeurde. Zij brachten veel tijd door met gokken, muziek maken en het aftellen van de dagen die hen scheidden van de terugkeer uit de wildernis, weg van insecten, vuil, diarree en de voortdurend loerende dood. Velen waren zwaar aan de drank of rookten dagga (een zwaar soort mariuana) om aan de voortdurende spanning te ontsnappen, net zoals de Amerikaanse soldaten in Vietnam hun toevlucht namen tot heroine. Onze zegsman beschreef de felle woede van de manschappen toen op een keer een dronken sergeant-majoor de 'rode alarmbel' luidde; de soldaten, opgeschrikt in het midden van de nacht, haastten zich naar de bunkers en verwachtten mortiergranaten om hun oren te horen fluiten, tot ze ontdekten dat het een loos alarm was. Jonge mannen die weken lang op patrouille waren geweest en dag en nacht de wacht hadden gehouden in de dicht begroeide wildernis stelden het niet op prijs dat hun zenuwen nog eens extra op de proef werden gesteld. Als ze het leger uitkomen krijgen de dienstplichtigen te maken met het probleem van de aanpassing aan het burgerleven, dat vandaag de dag ook nogal gespannen is in Zuid-Afrika, ook al speelt het zich ver van het front af. Een soldaat vertelde ons hoe hij zich na het einde van zijn diensttijd nog weken lang vijandig voelde tegenover alle zwarten in zijn omgeving: aan de grens was elke zwarte een potentiële vijand geweest. Bovendien wordt het steeds moeilijker om banen te vinden voor de duizenden die tegelijkertijd uit militaire dienst ko- men. De onderminister van Defensie zei in augustus dat werkloosheid een van de grootste problemen was waar de 20.000 manschappen die in de voorafgaande acht maanden tot het burgerleven waren teruggekeerd mee te maken hadden. Dit was vooral het geval daar de helft van hen hoogstens tien jaar naar school was geweest. Soldaten In iedere revolutionaire situatie vormen de jongeren in uniform een factor van grote betekenis. De ineenstorting van ieder uitgediend regime gaat bijna altijd gepaard met het deserteren van groepen soldaten naar de kant van de revolutionaire beweging. Zo is het gegaan in Rusland, in in Portugal vijf jaar geleden en in Iran dit jaar. Ook in Zimbabwe wordt er bewust onder de dienstplichtigen propaganda gemaakt tegen het regime van Muzorewa en voor de overwinning van de bevrijdingsstrijd. In Zuid-Afrika is de situatie gecompliceerd doordat de meerderheid van de soldaten blank is en door de traditionele rassenscheiding wordt afgeschermd van de aantrekkingskracht van de massabeweging. In het leger kan verwacht worden dat de zwarte minderheid een voorhoede zal vormen. Buiten het leger heeft de zwarte arbeidersjeugd zich het meest revolutionaire deel van de Zuidafrikaanse bevolking getoond. In de tegenwoordige situatie worden echter ook groepen blanke jongeren vatbaar voor de gedachte van een nieuwe maatschappij. Hoe meer de oude structuren verbrokkelen en de heersers van Zuid-Afrika hun greep en gezag verliezen, des te aandachtiger zullen dergelijke jongeren beginnen te luisteren naar de stem van de werkelijke oppositie. Het perspectief van mogelijke arbeiderseenheid dat door het SACTU (Zuidafrikaans Congres van Vakbonden) naar voren is gebracht, is zelfs nog uitdrukkelijker van toepassing op de blanke arbeidersjeugd: Alleen wanneer de strjdbaarheid en de kracht van de zwarte arbeiders toeneemt en onoverwonnen blijft; alleen wanneer wij, aan het hoofd van de arbeidersbeweging, standvastig blijven bij ons arbeidersstandpunt en onze duidelijke principes, bij onze oproep door dik en dun voor de eenheid van alle arbeiders in de strijd en alleen wanneer de aanvallen van de heersende klasse op de positie van de blanke arbeiders ondragelijk zullen zijn geworden slechts dan zal de politiek van de blanke arbeiders beginnen over te hellen naar links en zullen zij zich in belangrijke aantallen naar het revolutionaire kamp begeven. Wanneer ontwikkelingen van deze aard zich gaan ontplooien, zal dat ongetwijfeld in de toekomst zijn. Maar wij moeten nu al beginnen onszelf en onze mede- arbeiders op dergelijke gebeurtenissen voor te bereiden. Wanneer wij ons standpunt van arbeiderseenheid volhouden en verklaren tegenover de blanke arbeiders, dan geven wij geenszins blijk van naiveteit wat betreft hun revolutionaire Po--fèieel - eerder stippelen wij de weg uit waarlangs de blanke arbeiders gemakkelijker naar onze kant over kunnen steken om onze vijand in de steek te laten, wanneer de gebeurtenissen in ons voordeel zijn veranderd. Het verschijnsel van 'Zuidafrikaanse dienstweigeraars' in Nederland is dus een afspiegeling van een bredere politieke ontwikkeling in Zuid-Afrika. Een toenemend deel van de blanke jeugd wordt vervreemd van de blanke heerschappij door de negatieve vooruitzichten die dit systeem hen biedt. Sommigen hebben geen andere begeerte dan om Zuid-Afrika voor goed de rug toe te keren. Anderen zijn bereid zich in te zetten voor de opheffing van ongelijkheid en uitbuiting in Zuid-Afrika. Er bestaat echter een grote behoefte aan politieke opvang en scholing, een behoefte waaraan de onlangs gestichte dienstweigeraarsgroepen in Engeland en Nederland in de toekomst een belangrijke bijdrage zouden kunnen leveren. De bevrijding van Zuid-Afrika kan uiteindelijk slechts het werk zijn van de georganiseerde beweging van de zwarte arbeidersmassa. Nieuwe recruten kunnen slechts tot de strijd toetreden op de voorwaarden die gesteld worden door de revolutionaire menigte. Dat zijn de belangrijke lessen die geleerd moeten worden door iedereen die zich bij deze strijd wil aansluiten. Iedere jonge blanke die deze stap neemt verkleint de kansen van de ultra-rechtse fanatici om een uitzichtloze rassenoorlog te ontketenen. Tegelijk worden de fundamenten verstrekt van de toekomstige samenleving in Zuid-Afrika waar iedere vorm van racisme uitgebannen zal zijn. Eenheid onder de jeugd rond duidelijke politieke uitgangspunten is de beste garantie voor de toekomst van de bevrijdingsstrijd. En de militaire dienstplicht die jonge blanken opgelegd krijgen is een belangrijk breekijzer om ze bij deze eenheid te betrekken. De essentie van de guerilla-oorlog is dat je nooit voldoende mannen hebt. TERWIJL HET AINC AAN GEZAG WINT.. Het PAC gaat aan eigen gekrakeel ten onder Uit Dar es Salaam werd onlangs vernomen dat het in Zuid-Afrika verboden Pan African Congress of (PAC) Vusumzi Make tot zijn nieuwe voorzitter heeft benoemd en de voormalige voorzitter Potlako Leballo heeft 'veroordeeld en geroyeerd' Het is zeer de vraag of hiermee een einde is gekomen aan de splitsingen en bloedige twisten die het PAC de laatste tijd hebben geteisterd. Vooral in de Afrikaanse landen gaan steeds meer stemmen op het PAC niet langer te erkennen als bevrijdingsbeweging voor Zuid-Afrika. Alleen het ANC waar het PAC zich aan het eind van de jaren vijftig van heeft los gemaakt, zou als zodanig aangemerkt moeten worden. door Carla Schuddeboom Nog tijdens de dit jaar te gehouden conferentie van de Organisatie van Afrikaanse Eenheid deed de nu tot voorzitter benoemde Vusumzi Make zelf een boekje open over de deplorabie toestand waarin het PAC verkeert. De 'New African' van september 1979 schreef hoe hij vertelde dat het PAC uit twee partijen bestaat die met elkaar oorlog voeren en die allebei zeer goed bewapend zijn. Een ernstig gebrek aan discipline en zelfs banditisme doen zich voor, zo gaf hij toe. Vol. gens Vusumzi Make lag de oorzaak hiervan in het feit dat de vijand het PAC heeft geinfiltreerd om het ten gronde te richten. De conflicten in het PAC hebben echter een lange geschiedenis. In mei van dit jaar legde Potlako Leballo, officieel om gezondheidsredenen, zijn functie als voorzitter van het PAC neer. Hij was de opvolger van Robert Sobukwe, na diens dood in 1978. Leballo werd opgevolgd door een driemanschap bestaande uit , Vusumzi Make en Elias Nthloedibi. Op 12 juni jongstleden, dus een maand later, drongen drie gewapende mannen het huis van Vusumzi Make in Dar es Salaam binnen en schoten Sibeko dood. Make werd licht gewond. Naderhand werden achttien leden van het PAC door de Tanzaniaanse politie opgepakt in verband met deze moord. Het is niet duidelijk geworden of achter deze schietpartij een poging van Leballo schuil ging om opnieuw aan de macht te komen, of dat de gebeurtenissen een gevolg waren van andere scheuringen binnen het PAC.

ANC in het buitenland Thomas Nkobi van het ANC werd afgelopen zondag op de Zuidelijk Afrika Manifestatie door 2000 mensen toegejuicht. Royementenregen Toen Leballo namelijk in 1978 Robert Sobukwe opvolgde als voorzitter van het PAC werden 103 leden geroyeerd, met inbegrip van de bevelhebber van het leger. PAC-leden in Swaziland werden door de regering van dat land gedetineerd. Uiteindelijk kregen zij voor het merendeel asiel in Engeland. Bij hun aankomst aldaar verklaarden zij dat ze waren opgepakt op instigatie van Leballo, tegen wiens leiderschap zij waren gekant. Een van hen, Joe Mkwanazi, verklaarde dat zij zich nog steeds als leden van het PAC beschouwden. 'Wij erkennen Leballo niet als leider van het PAC. Hij heeft vele fouten gemaakt. In 1963 was hij er verantwoordelijk voor dat duizenden van ons in de gevangenis belandden'. Deze groep vormde toen een nieuwe partij, de Azanian Peoples Revolutionary Party, om Leballo te bestrijden. In een document beschuldigden zij hem ervan bijna twintig jaar lang op de loonlijst te hebben gestaan van een bekende westerse inlichtingendienst. In Dar es Sataam kregen intussen enige leden van het Centrale Comité van het PAC en 60 van hun aanhangers het bevel om zich te distantiëren van deze groep en Leballo trouw te zweren. Als ze dat niet binnen twee maanden zouden doen zouden ze geroyeerd worden. Ze werden bijna allemaal geroyeerd. Moord op Sibeko Leballo verdween zelf echter in mei jongstleden van het toneel. Een maand later vond toen de moord op Sibeko plaats. Dat diens begrafenis in Botswana slechts 1000 mensen trok, in plaats van de verwachte 15000 wijst erop dat het PAC door al deze gebeurtenissen ernstig aan geloofwaardigheid heeft ingeboet onder de eigen aanhang. Dat geldt ook voor de Afrikaanse staten. De OAE en de VN erkennen tot op heden zowel het ANC als het PAC als bevrijdingsbewegingen. In 1978 was er op de jaarlijkse vergadering van de OAE nog sprake van dat het ANC en het PAC tot een eenheid moesten worden opgeroepen. FIONAL ïth AfriCa l6tIi! stay ie 18th! ANC in ZuidAfrika: th Illegaal verspreid pamflet met een oproep om te th staken en de gelederen van het - - , ANC te versterken. Vele landen waren daar toen tegen omdat zij vreesden dat de bevrijdingsstrijd zou lijden onder pogingen om van buiten af een eenheid op te leggen. Dit jaar kwam de kwestie van een eventuele eenheid helemaal niet meer aan de orde. Angola, Mozambique, Zambia, Algerije, Benin, Ethiopië, Guinee-Bissau en de Democratische Republiek Congo pleiten ervoor om het ANC te erkennen als de enige en legitieme vertegenwoordiger van het Zuidafrikaanse volk en als de enige authentieke bevrijdingsbeweging voor Zuid-Afrika. Swaziland en Lesotho schijnen ook dit standpunt in te nemen sinds zij ballingen van het PAC, die zich met de interne aangelegenheden van deze landen zouden hebben bemoeid, hebben gedetineerd. 'ANC andere kwestie' Het ANC heeft sinds de gebeurtenissen in 1976, die begonnen met de opstand in Soweto, laten zien dat het in staat is om vorm te geven aan de gewapende strijd in Zuid-Afrika. Bijna alle guerrilla-aanvallen in dit land van de afgelopen drie jaar zijn toegeschreven aan het ANC. Brigadier Johan Coetzee van de veiligheidspolitie heeft gezegd dat pogingen van het PAC tot georganiseerd 'terrorisme' 'weinig of geen succes' hadden gehad. 'Het ANC is een andere kwestie', liet hij zich ontvallen. In een spectaculaire guerrilla-aanval overvielen drie gewapende ANC guerrilla's in mei van dit jaar een politiepost in Soweto. Ze doodden een politieman, wondden een tweede en vernietigden alle archieven met handgranaten. Op de pamfletten die ze achter lieten stond: 'Steun het ANC en Umkhonto We Sizwe. Denk aan juni 1976. Denk aan Mahlangu.' Het ANC heeft duidelijk aan gezag gewonnen bij de Afrikaanse staten. Er is grote kans dat het ANC volgend jaar de exclusieve steun van de OAE zal verwerven. 14

RESUL TAA T VAN DRUK UIT DE BEVOLKING Zuidafrikaanse propaganda met gehandicapten gaat niet door door Karel Koster De Nederlandse regering heeft op 19 oktober jongstleden besloten om haar steun aan de organisatie van de Olympische Spelen voor gehandicapten in te trekken als het organiserend comité van de Spelen in zijn opzet zou volharden om Zuid- Afrika uit te nodigen. Dit besluit viel in navolging van een motie die met grote meerderheid door de Tweede Kamer was aangenomen. Het organiserend comité gaat nu een delegatie naar Zuid-Afrika sturen om de blanke 'Sport Association for the Paraplegics' mede te delen dat ze volgend jaar niet welkom is in Arnhem. Dat het tenslotte toch tot deze beslissing is gekomen ligt niet aan het organiserend comité, dat geen kans onbenut heeft gelaten om een andere beslissing af te dwingen. Evenmin ligt het aan minister van der Klaauw, die tot het laatste ogenblik hardnekkig heeft volgehouden dat blank Zuid-Afrika niet moest worden afgeschrikt en dat het team van gehandicapten dus moest worden toegelaten. Met dit standpunt negeerde de minister botweg de uitspraak van de commissie tegen de apartheid van de VN (zie de vorige Amandla), volgens welke er zonder meer sprake is van racisme in de sport voor gehandicapten in Zuid-Afrika. Voordat de overwinning in deze zaak werd bereikt moesten eerst de schamele argumenten van deze bewindsman weerlegd worden. Het zogenaamde 'onderzoek' van de minister naar de sport voor gehandicapten in Zuid-Afrika, noodzakelijk geworden door een eerder in de Tweede Kamer aangenomen motie, dreigde immers te leiden tot een onwezenlijke discussie over het wel of niet bestaan van multi- raciale sportclubs in Zuid-Afrika, in plaats van een disccussie over het aparheidsstelsel zelf. Erger nog, de minister van Buitenlandse Zaken beweerde dat er sprake was van 'lichtpunten' in het Zuidafrikaanse beleid. Maar de apartheid is een geheel van onderdrukkende wetten: het kan niet stuksgewijs, maar moet volledig worden afgeschaft. Minister van der Klaauw vond dat het toelaten van een gemengd team van gehandicapten een zogenaamde 'hefboomfunctie' zou kunnen vervullen ten opzichte van het apartheidsbestel. Wat nu de aard van de sport voor gehandicapten in Zuid-Afrika betreft, daarover kwam de minister al snel tot de conclusie dat deze multi-raciaal zou zijn. Een filmploeg van de AVRO en een aantal onverwachte bezoeken aan één sportclub in de omgeving van Johannesburg zouden het bewiis hebben geleverd voor deze stelling. Cijfers zijn echter niet genoemd. Bij een onverwacht bezoek van Ferry Versteeg, correspondent van NRC-Handelsblad in Zuid-Afrika, aan diezelfde club bleek dat er aanzienlijk minder zwarten aanwezig waren dan bij de vorige bezoeken. Maar het gaat natuurlijk niet aan om een discussie te voeren over die éne club. Het gaat om de sport voor gehandicapten als geheel, die niet losgekoppeld moet worden van de sportbeoefening in de ruimste zin van het woord, noch van de apartheid in haar totaal. Want als een gehandicapte zwarte, die lid is van die éne zogenaamd multi-raciale club, is uit gesport gaat hij gewoon terug naar zijn eigen zwarte woongebied en is de hele apartheidswetgeving op hem van toepassing. Overigens heeft de SACOS, de federatie van niet op basis van ras georganiseerde sportorganisaties, tijdens een conferentie op 2 september jongstleden de uitspraak gedaan dat de sport voor gehandicapten in Zuid-Afrika op grond van ras is geor- ganiseerd. De SACOS wees er verder op dat de 'South African Sports Association for the paraplegics' een blanke organisatie is die als zodanig wordt gesubsidieerd door de Zuidafrikaanse overheid. Hiermee werd de bewering van van der Klaauw en van het organiserend comité dat de sport voor gehandicapten een mulit- raciaal eiland in een racistische zee zou zijn, afdoende ontkracht. Het Comité Olympische Spelen en Mensenrechten heeft zich niet laten misleiden door de onzin die minister van der Klaauw verspreidde. Het heeft zich in overgrote meerderheid uitgesproken tegen deelname van Zuid-Afrika aan de Spelen, hetgeen ongetwijfeld van grote invloed is geweest op de houding van de fractie van het CDA in deze zaak. Ook Pax Christi Nederland heeft zich via een verklaring, gericht aan de CDA-fractie, uitgesproken tegen deelname van Zuid- Afrika. Het resultaat was een overwinning van de hele Zuidelijk Afrika beweging in Nederland. De strijd gaat onverminderd door, want, zoals bisschop Desmond Tutu van Zuid-Afrika zeer onlangs heeft verklaard: 'Als de apartheid dood is, laat me dan eerst het lijk zien' Het lijk is inderdaad nergens te vinden. De Zuidafrikaanse ambassade maakte in haar blad 'Terzake' al druk propaganda met de 'gein tegreerde sportbeoefening voor gehandicapten'. installatie te leveren. Deze opsomming zal niet volledig blijken te zijn, want de belangstelling groeit nog. Het Waaggebouw zal ook het toneel zijn van de presentatie van politieke partijen. Men werkt aan een levendige, met muziek ondersteunde manifestatie. Als het even kan wordt er in de Waag ook een poëziedoor Gerard van Dijk avond gehouden. Het PEN-Centrum heeft al toegezegd een poëzie-groep te 'leveren'. De schrijvende kunstenaars, die werken aan de uitgave van een bundel die op Zuidr Afrika, het apartheidsregime en onze rela- Leiden tegen apartheid De Leidse anti-apartheidsactie begint wat meer concrete vormen aan te nemen. Op allerlei manieren wordt geprobeerd 'het informeren van de bevolking over de problematiek van Zuid-Afrika' een tastbare, zichtbare of leesbare vorm te geven. In de voorgaande nummers van Amandla werd al uiteen gezet dat de actie 'Leiden tegen apartheid' wordt georganiseerd door de Leidse Wereldwinkel, de Werkgroep Zuidelijk Afrika en de BOA, op uitnodiging van het Leidse gemeentebestuur, dat f. 10.000,- beschikbaar houdt om de kosten te bestrijden. Op een aantal terreinen worden flinke vorderingen gemaakt. De onderwijsgroep heeft de teksten voor het lesboekje voor de bovenbouw van het VWO gereed. Dit boekje komt in de plaats van de krant. Leerkrachten van twee Leidse scholengemeenschappen, Sint Agnes en De Vlietschans, stellen een boekje voor de onderbouw samen, waarin op strip-achtige wijze veel voor jongere leerlingen toegankelijke informatie wordt gegeven. De echte geschiedenis van Zuid-Afrika wordt daarin verteld, de apartheidsrechtspraak, het zogenaamde terrorisme en de 'banningen' worden belicht, een blank meisje en een zwart jongetje vertellen hun eigen verhaal, het onderwijs onder apartheid krijgt aan- dacht en er worden opdrachten opgenomen die de zelfwerkzaamheid bevorderen. Dit boekje zal vergezeld gaan van een begeleidende tekst voor leerkrachten. Het geheel kan straks door belangstellende leerlingen en leerkrachten bij de BOA worden besteld. De Agnes-school probeert zijn warme belangstelling voor het Zuid-Afrika-projekt ook tot uitdrukking te brengen door de school van het African National Congress in Morogoro (Tanzania) materieel te steunen. Een brief aan de ANC-school werd 1 beantwoord met een telegram van Maindy Msimang, 'opleidings-officier' van het ANC, waarin hij zegt dat de school behoefte heeft aan onder meer schrijfmateriaal, wiskundesets, handvaardigheids- en tekenmateriaal, allerlei audiovisuele middelen, overalls, laarzen, sportkleding en sportmateriaal. De Leidse studentenvereniging SSR laat zich in het kader van de actie niet onbetuigd. Tien procent van de netto-winst van de bar, wat neerkomt op 600 tot 700 gulden per kwartaal, zal ten goede komen aan de school in Morogoro - en dat een jaar lang. Minstens tien beeldende kunstenaars uit Leiden (of die in Leiden hun bakermat herkennen) zullen, merendeels met speciaal voor deze gelegenheid gemaakt werk, deelnemen aan de tentoonstelling in De Waag van 7 tot 22 december. Het woord tentoonstelling is eigenlijk te beperkt: naast het teken- of schilderwerk van Hilbrand Bruijning, werk van Rudi Struik, etsen van Karel Hakkert, schilderijen van Henk Hollebeek en panelen van Wijnant Zijlmans zal er een dia-presentatie en een 'performance' van Albert van der Weide te zien zijn. Gea Kalksma hoopt een foto- tie met dat land is toegespitst hebben besloten de deelneming aan dit projekt niet te beperken tot Leidse schrijvers, maar tot Nederlandse schrijvers. Er is contact gelegd tussen schrijvers en beeldende kunstenaars om tot een goede illustratie te komen. Schrijvers en dichters die meedoen zijn prof. Nagel (J.B. Charles), Manuel Kneepkens, Frank Koenegracht, Boudewijn Büch, Vernie February, Wim van Binsbergen en - dit met enige nadruk vele anderen. Informatie voor kerken Voor de kerken is zondag 16 december - 'geloftedag' voor blanke heersers, oprichtingsdag van 'Speer van het Volk'voor degenen die aan hun bevrijding werken de dag waar naartoe wordt gewerkt. De werkgroep 'Kerken - Zuid-Afrikadag' van de Leidse Studentenekklesia is bezig een informatiepakket samen te stellen voor de kerken. Het zal bestaan uit een liturgisch gedeelte, waarin suggesties staan voor bijbelteksten, preken, gedichten en liederen, en een algemeen gedeelte over de geschiedenis en cultuur van Zuid- Afrika, de apartheid, de economische sancties enz. Al in juni en september zijn naar alle Leidse paroch;es en gemeentes (zo'n 30) brieven gestuurd met de oproep mee te doen aan de actiedag. Een aantal reacties waren positief, twee negatief. Eén kerk wil graag ook een forum-avond houden. Omdat de kwestie Zuid-Afrika voor een groot aantal kerken een teer punt is, zal zij in de Leidse Raad van Kerken, waarin alle Kerkgenootschappen vertegenwoordigd zijn, aan de orde worden gesteld. De mening van de Raad zal voor de twijfelende parochies en gemeenten van belang zijn. Begin november zullen alle parochies en gemeenten opnieuw worden benaderd, maar dan in een persoonlijk contact. Er zullen dan suggesties worden gedaan voor de opzet van een themadienst, het inrichten van een boekentafel en tentoonstelling, een filmvertoning of het uitnodigen van gastsprekers, daarbij rekening houdend met de samenstelling van het kerkbezoekend publiek. De verschillende instituten van de Rijksuniversiteit Leiden die hun medewerking aan de decemberactie hebben toegezegd, overleggen over een gezamenlijke activiteitendag in december en de uitgave van een informatiemap. Tot nu toe doen mee: het Afrika Studie Centrum, het Instituut voor Geschiedenis, de Juridische Faculteit, het Sociologisch Instituut, het Instituut voor Sociale Pedagogiek en het Instituut voor Psychologie. is

De school van het ANC in Morogoro, Tanzania, waarvoor de Leidse scholengemeenschap St. Agnes zich gaat inzetten door mee te helpen een deel van de broodnodige onderwijsbehoeften beschikbaar te stellen, is nauwelijks vergelijkbaar met een Nederlandse school. Al was het alleen maar omdat een leerling die de ANC-school heeft doorlopen geen kans loopt werkloos schoolverlater te worden. Deze school waaraan nog gebouwd en verbouwd wordt terwijl hij al functioneert, is onlosmakelijk verbonden met de revolutionaire beweging. Vooral na de opstand in 1976 (Soweto) groeide de behoefte aan een eigen school met de dag, omdat de stroom gevluchte Zuidafrikaanse scholieren toenam. Het lag voor de hand dat de vluchtelingen evenmin als de bevrijdingsbeweging gebaat zouden zijn bij werkeloos toezien in een vluchtelingenkamp. De opleiding op deze school is een kader-opleiding voor Zuid-Afrikanen die de bevrijdingsbeweging steunen en later een rol zullen spelen bij de opbouw van het bevrijde Zuid-Afrika. Men leert op die school iets dat in het huidige Zuid-Afrika niet kan worden geleerd: dienstbaar zijn aan de gehele Zuidafrikaanse samenleving, waarin geen onderscheid bestaat tussen mensen van verschillende rassen, huidskleur of sexe. De school heeft zich voorgenomen de verschillen tussen hoofd- en handarbeid en die tussen kunsten en wetenschappen, zoals die nu - ook in Nederland - kunstmatig in stand worden gehouden, te herleiden tot wat zij werkelijk voorstellen: elkaars aanvulling. De ANC-school in Morogoro De school van het ANC in Morogoro heeft een koor dat dagelijks anderhalf uur oefent. Voor zwarte vakbeweging is een revolutionaire rol weggelegd Op vrijdagavond 5 oktober jongstleden vond in Amsterdam in het Roothaanhuis een levendige discussie plaats over de rol van de zwarte arbeidersbeweging in ZuidAfrika. De avond werd georganiseerd door de Werkgroep Zuidelijk Afrika Amsterdam. De sprekers waren F. Roco (FNV-Amsterdam), E. Ramsdale (SACTU), A. Korringa (Vervoersfederatie FNV en lid van de Ondernemingsraad van de KLM) en B. Mullins (British Leyland Shop Stewards Committee). Eerder op de dag namen Edward Ramsdale en Bill Mullins tevens deel aan een seminar over hetzelfde onderwerp op het Afrika Studiecentrum te Leiden. De heer Roco bevestigde de steun van de FNV voor de strijd van de zwarte arbeiders in Zuid-Afrika. Arie Korringa vertelde van de stappen die gedaan zijn door de vakbondsleden bij de KLM om de kwestie van economische betrekkingen met ZuidAfrika ter discussie te stellen. Edward Ramsdale legde uit dat de vakbondsstrijd in Zuid-Afrika deel uitmaakt van de strijd voor de algehele politieke be- vrijding van de Zuidafrikaanse arbeiders. De huidige plannen van de regering om bepaalde zwarte bonden te 'erkennen' zijn niet bedoeld om de arbeidersstrijd te bevorderen maar juist om die strijd in bedwang te houden. Bill Mullins sprak de steun uit van de shop stewards (vakbondsvertegenwoordigers) van British Leyland voor de opbouw van een revolutionaire ondergrondse vakbeweging in Zuid-Afrika. Zelfs in Engeland, zo legde hij uit, wordt geprobeerd de officiële vakbondsstructuur te misbruiken om de strijd van de arbeiders in te kapselen. Des te noodzakelijker is het dat de arbeiders in een politiestaat als ZuidAfrika hun eigen onafhankelijke strijdorganisaties opbouwen. In Zuid-Afrika heeft, net als in andere kapitalistische landen, slechts de georganiseerde arbeidersbeweging de kracht om de onderdrukking en uitbuiting te beëindigen. Bill Mullins vertelde verder van de stappen door de Leylandarbeiders ondernomen - stappen die door de directie als 'industriële sabotage' bestempeld werden - om tijdens de afgelopen internationale actieweek tegen de apartheid verzendingen naar Zuid-Afrika stop te zetten. Enige discussie ontstond rond de vraag of de Europese arbeiders banden moeten aanhouden met hun Zuidafrikaanse collega's. Door Bill Mullins werden deze gezien als noodzakelijk voor de opbouw van een echte internationale solidariteit aan de basis tegen het internationale kapitalisme.

7,' SIJN ALLE SONDER EENIG ONDIERSCHEIDIT SCHEL MEN EN DIEVEN...! Beeldvorming van zwarte personen in de westerse kinderliteratuur 'Biggles moet aan de grond blijven'. Zo luidde de kop boven een artikel in de Zuidafrikaanse krant The Star. Biggles was, zoals bekend, de schrik van de Luftwaffe en held in niet minder dan zevenentachtig jeugdboeken. Zijn 'vliegverbod' werd veroorzaakt door bibliotheken in Australië. De hele serie werd vanwege racisme en gewelddadigheid van de officiële bibliotheeklijst geschrapt. De verantwoordelijke functionaris vertelde dat het beter was dat de bibliotheek zich concentreerde op kinderboeken met positieve waarden. De eerste kinderboeken - in de achttiende eeuw - ademen dezelfde geest. Roline Redmond is nagegaan of dat beeld ingrijpend veranderd is in de negentiende eeuw en de eerste helft van de twintigste eeuw. Daartoe heeft zij aan de hand van theoretische literatuur kinderboeken uit de Verenigde Staten, Engeland en WestDuitsland onderzocht. De conclusies over de verschillende landen lopen niet ver uiteen en zijn weinig opwekkend. In The Star werd vervolgens - en eveneens zonder commentaar - uit de 'Who's Who in de jeugdliteratuur' geciteerd: 'Biggles is een echte held van de oude stempel; hij is dapper en loyaal tegenover zijn land en zijn vrienden; hij drinkt niet en verprutst geen tijd aan vriendinnen; bovendien is hij vrijwel geweldloos (hij heeft slechts één keer in al die verhalen een man gedood en dat was echt een strijd op leven en dood)...' Dat zijn twee beoordelingen van dezelfde boeken. Twee totaal verschillende maatschappijopvattingen. Een heel ander voorbeeld. Van Adolf Hitler is onder andere bekend dat de boeken van Karl May regelmatig op zijn nachtkastje lagen. Wie nu opmerkt dat het dan ook slecht met hem afgelopen is, moet wel bedenken dat ook Bertolt Brecht een groot liefhebber was van de werken van Karl May. Een merkwaardige tegenstelling: een racist van uitzonderlijk formaat en een buitengewoon scherpzinnig bestrijder van de rassenwaan lezen beide - met genoegen - dezelfde boeken, die nu door veel mensen als min of meer racistisch worden beschouwd. Deze voorbeelden illustreren dat het niet zo eenvoudig is racisme in kinderboeken te herkennen. Nu hadden Brecht en Hitler de handicap dat de scriptie van Roline Redmond over De beeldvorming van zwarte personen in de westerse kinderliteratuur nog niet verschenen was. In deze pudoor Erik van den Bergh blikatie wordt namelijk veel materiaal over racisme in jeugdliteratuur geordend. De scriptie begint met een beknopt, maar zeer interessant overzicht waarin geschetst wordt hoe ons beeld van zwarte mensen ontstaan is. Het is met die beeldvorming al misgegaan vanaf de Grieken. Ook de Romeinen hebben weinig vriendelijke beschrijvingen nagelaten. De Arabieren hadden daarentegen een wat meer genuanceerd beeld, al bleef de ondertoon veelal negatief. De beschrijvingen van 'negrolant' veranderen wanneer de eerste westerse reizigers hun verslagen publiceren. Al snel ontstaan er verschillende opvattingen. De teneur blijft echter weinig opwekkend. Eén enkel voorbeeld: 't sijn alle sonder eenig onderscheidt schelmen en dieven ... De vrouwlieden spelen alle sonder onderscheidt openbaer de hoer;... doch het sijn eenige weinige uitgesonderd, alle zeer leelijke teeven, waar aan, gelijk de heer Fokkenbrog segt, een hond sig niet zou willen verontwaerdigen te pissen ..., enz. Voor we nu onze 'gouden eeuw' terzijde schuiven kunnen we vaststellen dat de toon de laatste eeuwen wel veranderd is; de inhoud daarentegen veel minder. In de beschrijvingen struikelde men vooral over het uiterlijk van de negers en over hun culturele gebruiken. De zwart-wit beeldspraak werd zeer letterlijk genomen. Zonde, duivel en zwarte huidskleur hoorden bij elkaar. Rein, schoon en blank ook. Niets veranderd Zo schrijft zij bijvoorbeeld, over de Amerikaanse kinderboeken: 'de oude stereotypen, die van meet af aan geldig waren in dat land, zijn voor het overgrote deel gehandhaafd. Deze stereotypen maken duidelijk dat zwart zijn beschouwd wordt als een stigma, armoede als een onvermijdelijke conditie, die men met vrolijk optimisme moet ondergaan en dat rassendiscriminatie wordt opgelost door individuele inspanning van mensen die sterk genoeg zijn om zichzelf omhoog te trekken' In het tweede deel van haar scriptie worden achtennegentig Nederlandse kinderboeken, die tussen 1940 en 1979 werden gepubliceerd, geanalyseerd. Er zouden allerlei redenen zijn om aan te nemen dat er de laatste jaren veel ten goede veranderd is, zoals daar zijn de vooruitgang van de wetenschap en de verbetering van het onderwijs; de invloed van de dekolonisatie; de herwaardering van de Afrikaanse kunst; de invloed van de massa media, enzovoort. Helaas, de werkelijkheid is anders. Er zijn zeker goede kinderboeken verschenen (en ook bekroond, zie hiernaast). Maar oude, zeer racistische boeken (zoals bijv. de boeken van Schuil en Arnoldus) worden nog steeds herdrukt en ook nieuwe uitgaven zijn vaak van een zeer twijfelachtig kaliber. Deze doctoraalscriptie zal binnenkort in een enigszins verkorte versie worden uitgegeven door het Nederlands Bibliotheek en Lectuur Centrum in Den Haag. Voor wie wil leren racisme te onderkennen is deze pubrikatie zeker van belang. Wie ook concreet aan de slag wil kan daarnaast gebruik maken van de brochure Racisme in kinder- en schoolboeken. Dit is een rapport naar aanleiding van een consultatie van de Wereldraad van Kerken. In deze uitgave worden methoden genoemd om racisme in kinderboeken op te sporen. Verder worden mogelijkheden aangereikt om een positieve benadering te bevorderen. De Nederlandse uitgave is te bestellen bij Prisma-Lectuur-voorlichting (Parkweg 20a, Den Haag) en kost f. 2,plus porto. §0

II KINDERBOEK "De laatste nacht in Jeque" De bevrijdingsstrijd in Mozambique heeft de schrijver Henk Barnard geinspireerd tot het schrijven van de nieuwste uitgave uit zijn serie kinderboeken: 'De laatste nacht in Jeque'. Het verhaal speelt zich af in een Afrikaans dorp in de provincie Tete in Mozambique, op het moment dat in dit gebied de guerrilla-oorlog uitbreekt Hoofd persoon is Raul, een jongen van elf jaar. Henk Barnard is een aantal malen in Mozambique geweest als medewerker van het televisieprogramma 'Kenmerk'. Verschillende medewerkers van de Ikon hebben uit de tijd van de vrijheidsstrijd een sterke band met Mozambique en het FRELIMO gekregen. Henk Barnard heeft zijn verblijf in Mozambique niet alleen gebruikt om documentaires te maken. Hij heeft ook oog gehad voor het leven van de gewone Afrikanen en hij heeft begrepen welke ingrijpende veranderingen de vrijheidsstrijd in hun leven heeft gebracht. Henk Barnard is er in zijn boek in geslaagd de feitelijke informatie over een vrijheidsstrijd op een boeiende wijze in een verhaal over kinderen over te brengen. Hij kon dit alleen maar doen, omdat hij persoonlijk de zaak een zeer warm hart toedroeg. Raul merkt voor het eerst dat de oorlog dichter bij komt als zijn school op de missiepost plotseling gesloten blijkt te zijn omdat de paters zijn vertrokken. Kort daarop komen de eerste FRELIMO-soldaten bij het dorp aan. Hun komst brengt angst en verwarring bij de bevolking, vooral als het FRELIMO steun vraagt in de vorm van voedsel en dragers. Na langdurige discussies wordt de gevraagde steun gegeven. De komst van het FRELIMO be- tekent dat de oorlog werkelijkheid is geworden in het dorp van Raul. Vanaf dat moment vinden er ingrijpende veranderingen in zijn leven plaats. Zijn vader vertrekt als drager en later als soldaat van het FRELIMO. Raul krijgt steeds meer verantwoordelijkheden; binnen het gezin nu zijn vader weg is en bij de bescherming van het dorp tegen Portugese aanvallen. Omdat hij een van de weinigen is die heeft leren lezen en schrijven staat hij ook al spoedig voor de klas in het dorpsschooltje, dat door het FRELIMO is opgezet. De komst van grote groepen vluchtelingen uit naburige dorpen en daarna het binnendragen van doden en gewonden in het dorp na een treffen tussen het bevrijdingsleger en de Portugezen, brengt de realiteit van de oorlog steeds dichterbij. Tenslotte besluit het FRELIMO dat het te gevaarlijk wordt om in het dorp te blijven. Dan begint de grote tocht naar het noorden, over de Zambesi. Raul, die tijdens een verkenningstocht zwaar gewond is, wordt meegedragen tot het dorp Jeque in bevrijd gebied. Daar geneest hij en krijgt hij onderwijs op de FRELIMO-school. Omdat Raul een goede leerling is mag hij na de onafhankelijkheid naar de kaderschool van het FRELIMO in Ribaué. Het boek eindigt tijdens de laatste nacht van Raul in Jeque, wanneer hij terugdenkt aan de gebeurtenissen die hem naar dit dorp brachten. Het boek van Henk Barnard kan ten zeer- De Zuidafrikaanse staatssecretaris voor gezondheidszorg bevestigde onlangs dat in de komende twaalf maanden naar schatting 100.000 kinderen onder de vijf jaar in ZuidAfrika aan ondervoeding en daarmee samenhangende ziektes zullen sterven. Help een einde maken aan dergelijke omstandigheden. Steun SACTU en de bevrijdingsstrijd. Hiernaast afgedrukt staat een van een serie van zes kinderkaarten ter ondersteuning van SACTU in het kader van een actie van de BOA en het AKZA in Belgie. De kaarten zijn te bestellen bij de stichting Mayibuye, Oude Vest 79, Leiden. Prijs: f. 5,75, plus porto f. 0,80. Giro 628771. ste worden aanbevolen, omdat het kinderen hier op een aangrijpende wijze laat meeleven met het leven van de kinderen in een land als Mozambique en laat kennismaken met de strijd voor een nieuwe samenleving in dat land. Het boek is bekroond met de Nienke van Hichtumprijs. De laatste nacht in Jeque, een kinderboek door Henk Barnard. Tekeningen: Reintje Venema. Uitgeverij Van Holkema & Warendorf, Prijs f. 16,50. kinderen tekenen apartheid steunproiekt SACTU Kinderen tekenen apartheid 1

HET CULTUREEL VERDRAG TUSSEN NEDERLAND EN DE UNIE VAN ZUID-AFRIKA Nederland gooit het nog steeds op een akkoordje Zeven maanden nadat in Zuid-Afrika een aantal ingrijpende apartheidswetten waren opgesteld en ongeveer twee maanden voordat deze apartheidswetten, na een debat van 140 uren, door het Zuidafrikaanse parlement werden aangenomen, werd op 31 mei Verdrag tussen Nederland en de Unie ceerd werd dit Verdrag in 1953. In feite hadden de in het Verdrag genoemde doelstellingen, in relatie gebracht met onder andere de Zuidafrikaanse opvattingen over de cultuurbeleving en met de toen reeds ingediende apartheidswetten, tot de conclusie moeten leiden dat een Cultureel Verdrag met de Unie van Zuid-Afrika niet wenselijk was. De ontwikkelingen na 1951 hebben overduidelijk aangetoond dat het afgesloten Verdrag een misser is geweest. Het in november 1975 door de Anti Apartheidsbeweging Nederland uitgebrachte 'Kommunikee tegen het Cultureel Akkoord' geeft op niet mis te verstane wijze aan waarom het Verdrag zou moeten worden opgezegd. Enkele zinsneden uit de conclusie van het Kommunikee volgen hier: 'Voor wie iets geeft om democratie, menselijke waardigheid, cultuur, dient het akkoord geen enkel redelijk doel. Naar de letter genomen zou het akkoord de culturele uitwisseling tussen twee landen moeten bevorderen, maar de 'cultuur' blijkt politiek gekneveld en de 'uitwisseling' onaanvaardbaar eenzijdig te zijn. De onmogelijkheid van culturele uitwisseling met Zuid-Afrika ligt besloten in de politieke structuur van dat land zelf, een blank minderheidsregime dat zich met alle middelen, ook culturele, in het zadel moet zien te houden. Het vrije personenverkeer van en naar Zuid-Afrika, de vrijheid van pers, cultuur en meningsuiting worden daarbij ondergeschikt gemaakt aan de wanhopige strijd tegen de democratische verlangens van de overgrote meerderheid van de Zuidafrikaans bevolking'. De vorige minister van Buitenlandse Zaken en diens staatssecretaris hebben op 1 november 1976 een nota betreffende de Internationale Culturele betrekkingen aan de Tweede Kamer aangeboden. In deze nota werd met betrekking tot Zuid-Afrika onder andere het volgende opgemerkt: 'De Regering heeft bij het bepalen van haar beleid ook nauwlettend de gebeurtenissen in Zuid-Afrika gevolgd. Zij heeft, na ernstig beraad, gemeend dat niet tot opzegging van het cultureel akkoord moet worden overgegaan, aangezien een dergelijke stap slechts een eenmalig effect zou hebben en daardoor de culturele en wetenschappelijke contacten tussen beide 1951 te 's-Gravenhage het Cultureel van Zuid-Afrika getekend. Geratifidoor Henk Knol landen ook buiten het verdrag volledig tot stilstand zouden komen. Daarmede zou iedere mogelijkheid wegvallen om de beperkte gezichtskring, die kenmerkend is voor de Zuidafrikaanse maatschappij in al haar geledingen, te doorbreken'. Het waren de gebeurtenissen in Zuid-Afrika in 1977 en de aandrang welke door de progressieve partijen vanuit de kamer op het kabinet werd uitgeoefend, welke er voor zorgden dat het vorige kabinet zich weer beraadde over de ontwikkelingen in de Republiek Zuid-Afrika. Minister van der Stoel deelde in november 1977 aan de Tweede Kamer mede dat de regering het verdrag had opgeschort (23 september 1977) en dat een wetsontwerp, inhoudende opzegging van het verdrag, binnenkort de kamer zou bereiken. In juli 1978 diende inderdaad de huidige regering het toegezegde wetsontwerp in en het voorlopige verslag is door de vaste kamercommissie voor Buitenlandse Zaken in januari jongstleden vastgesteld. Tot op heden wacht de Tweede Kamer op de Memorie van Antwoord van de regering. Dit ondanks het feit dat de regering voor de zomer dit antwoord toezegde. Dit betekent automatisch dat ook de behandeling van het wetsontwerp is opgeschort. Kennisoverdracht gevaar Waarom opzegging van het verdrag en wat betekent opzegging? Antwoord op de eerste vraag is in feite in het bovenstaande reeds gegeven. Er is echter nog een aspect, waar nader op in gegaan dient te worden. De in het kader van het verdrag in artikel 1 onder a genoemde uitwisseling van de wetenschappelijke staf van instellingen van hoger onderwijs, leraren, onderwijzers, wetenschappelijke onderzoekers, studenten en andere personen die daarvoor geschikt bevonden worden, betekent, wanneer het gaat om door Zuid- Afrika uitgezonden personen, twee dingen. In de eerste plaats zal niemand door Zuid-Afrika worden uitgezonden die in ook maar enige mate kritisch tegenover het apartheidsbewind staat en in de tweede plaats zal de kennis welke de wel uitgezondenen opdoen er toe bijdragen dat de niet blanke nwoners van Zuid-Afrika op een nog efficientere wijze kunnen worden onderdrukt en dat Zuid-Afrika een steeds groter gevaar voor de rest van Afrika zal gaan betekenen (vergaren van nucleaire kennis). Betekent de opzegging van het verdrag door Nederland nu dat geen contacten met individuele Zuid-Afrikanen mogenworden onderhouden? Neen, dat betekent het gelukkig niet, want indien dat wel het geval zou zijn dan zou de vrijheid van de Nederlandse burger op echt 'Zuidafrikaanse' wijze worden beperkt. Maar opzegging van het verdrag betekent wel dat: - de Nederlandse regering niet meer verlangend is de vriendschappelijke betrekkingen, die steeds tussen de beide volken hebben bestaan, te bestendigen; - de Nederlandse regering niet meer bezield is met de wens om door vriendschappelijke uitwisseling en samenwerking tussen beide landen kennis en begrip, zowel van de werkzaamheid op geestelijk, intellectueel, artistiek, wetechappelijk, opvoedkundig en technisch gebied, als omtrent de geschiedenis en de zeden en gewoonten van het andere land in de ruimste zin te bevorderen; - juist omdat het Nederland is dat een cultureel verdrag met Zuid-Afrika opzegt, er een psychologische werking van uit gaat. Opzegging van het verdrag door Nederland zou moeten betekenen dat instellingen in Nederland, met name universiteiten, hogescholen en institutenzich wel twee keer zouden moeten bedenken alvorens zij op wetenschappelijk terrein in welke vorm dat ook contacten met Zuidafrikaanse wetenschappers onderhouden. Dat zij deze contacten nog steeds onderhouden is bekend; het KVI te Groningen en de vakgroep kernfysica van de rijksuniversiteit te Utrecht zijn daar voorbeelden van. Er is haast geboden met de opzegging van het verdrag, juist nu, nu er allerlei verhalen de ronde doen over versoepeling van de zogenaamde 'kleine apartheid'. Een versoepeling welke geen ander doel dient dan de macht van de blanke minderheid in Zuid-Afrika te bestendigen. Bovenstaande tekst werd door het Tweede Kamerlid Henk Knol, plaatsvervangend lid van de kamercommissie Buitenlandse Zaken, geschreven voor het Zuidelijk Afrika Kongres. zu

COLLECTEREN TEGEN APARTHEID NIET 'CONTROVERSIEEL' EN 'EENZIJDIG' Met de Raad van State bij de hand collecteren in het ganse land Vele gemeentelijke bestuurders zien de tendens van de laatste jaren, dat steeds meer 'politieke' organisaties van het huisaan-huis collecte-middel gebruik maken, met lede ogen aan. De Dierenbescherming en het Wilhelminafonds krijgen concurrentie, de laatste tijd met name van groepen die in het kader van de olie- actie een inzameling willen houden voor de bevrijdingsbewegingen in Zuidelijk- Afrika. Met de argumenten die enkele colleges van Burgemeester en Wethouders hanteren om voor dergelijke collectes geen vergunning te geven, begeven zij zich soms op een gevaarlijk hellend vlak. In dit artikel laten we enkele van de meest gehanteerde overwegingen van gemeentes tegen deze 'politieke' collectes de revue passeren, alsmede de mogelijkheden van verweer die de groepen hebben. door Gerard Scholten Een voor de hand liggende reden om een collectevergunning te weigeren is dat de aanvraag te laat is ingediend. Dat is soms wel waar, maar ten aanzien van enkele gemeentes bestaat de verdenking dat de gang van zaken bewust vertraagd wordt, zodat groepen geen tijd meer hebben om nog in beroep te gaan als er pas op het laatste moment een afwijzing van Burgemeester en Wethouders komt. B&W van Rotterdam kregen enkele maanden geleden de mantel uitgeveegd door de rechterlijke macht toen zij deze vertragingstactiek toepasten. Ook wordt soms aangevoerd, dat er in de aangevraagde periode al voor voldoende andere doeleinden wordt gecollecteerd. Dat is een rekbaar begrip. Tegen één gemeente is momenteel een soort proefproces gaande met als strijdpunt: wanneer kun je zeggen, dat een bepaalde periode redelijkerwijs 'vol' zit. Sommige gemeentebestuurders merken terecht op, dat de inzameling 'niet alleen van humanitaire, maar ook van politieke aard is'" Maar dat er daarom geen vergunning kan worden verleend, omdat 'collectes zoveel mogelijk buiten de sfeer van controverses moeten worden gehouden' is een merkwaardige opvatting. Met andere woorden: we zouden in de andere hand eigenlijk een collectebus moeten houden voor Botha, of voor één of andere bedenkelijke groepering in Zuidelijk Afrika, die geen werkelijk fundamentele veranderingen nastreeft. Het is duidelijk, dat de motieven van en- Collecteren voor de bevrijdingsbewegingen i kele colleges van B&W van bedenkelijk allooi zijn. Daarom is de uitspraak van belang, die de voorzitter van de afdeling Rechtspraak van de Raad van State heeft gedaan. Hij tikte de gemeente Rotterdam gevoelig op de vingers. B&W voerden namelijk aan dat de collecte in het kader van de olie-actie politiek was, dus de openbare orde kon verstoren en kwetsend kon zijn voor een deel van de Rotterdamse bevolking. Bovengenoemde voorzitter verwierp dit met de opmerking dat de apartheid in Zuid-Afrika internationaal (onder andere door de VN) intens wordt afgekeurd en dat het verweer van Rotterdam dus eigenlijk zeer gezocht was. De collecte werd goedgekeurd. Met deze uitspraak (genummerd: A-3.3304(1979)/S1 168 -goed om te onthouden) in de hand kunnen soortgelijke afwijzingen met een grote kans op succes bestreden worden. Elke gemeente kent een Algemene Politieverordering (APV), waarin onder andere de collectes geregeld worden. Sommige van die APV's zijn in strijd met elementaire Nederlandse rechtsbegrippen, maar kunnen jaren lang toch gehanteerd worden, totdat iemand hen juridisch aanvecht. Eindhoven kende bijvoorbeeld een APV die vermeldde dat onder collectes ook moest worden verstaan het aanbieden van brochures en dergelijke en dat daar dus ook een vergunning voor moest worden aangevraagd. Zo'n bepaling is in strijd met het recht op vrijheid van meningsui- Zaandam. ting. Dat vond de Hoge Raad ook, blijkens haar uitspraak 27-6-1978. De APV werd ongeldig verklaard. Als jouw gemeente zo'n APV kent collecteer je desnoods zonder vergunning. Bij een eventueel proces-verbaal valt zo'n APV bij de rechter al snel door de mand. In dit artikel is er helaas geen ruimte om de hele collecte-problematiek te behandelen. We besluiten daarom met enige zo concreet mogelijke adviezen aan de plaatselijke groepen. 1. Vraag op tijd een vergunning aan, liefst enkele maanden van te voren. Als dat niet lukt, wacht niet lijdzaam een schriftelijke beslissing af als de tijd dringt, maar vraag telefonisch om een beslissing en motieven, zodat een eventuele afwijzing nog via een spoedeisende procedure kan worden aangevochten. 2. Een APV is vrij in te zien. Maak er gebruik van, zodat je weet wat er eventueel tegen te ondernemen valt. 3. Om moeilijkheden met vergunningen te ontwijken: voor het huis-aan-huis aanbieden van een folder of iets dergelijks en tegelijkertijd een bijdrage vragen is geen vergunning vereist. 4. Het is beter als de aanvrager van een vergunning officiële rechtspersoonlijkheid heeft. 5. Neem bij moeilijkheden contact op met het Nederlands Juridisch Comité voor de Mensenrechten (NJCM) te Leiden, tel. 071-149641.

DOSSIER KAIROS Gewapend Geweldloos Mag/moet de Wereldraad van Kerken geld geven aan een beweging die met geweld Rhodesië bevrijdt? - Mocht een blanke Nederlander in de Tweede Wereldoorlog wel de wapens opnemen, maar mag een zwarte Zuidafrikaan dat nu niet? - Is geweld per definitie 'onchristelijk'? Deze en vergelijkbare vragen komen regelmatig aan de orde in kerkelijke en andere publikaties. Kairos-lid Hans Achterhuis schreef een half jaar geleden (in: Onze wereld, mei '79), dat hij zich zo kan ergeren aan het klakkeloos tegenover elkaar stellen van de termen 'geweld' en 'geweldloosheid': ... 'mijn hoofdbezwaar is dat het woord geweldloosheid naar een niet bestaande en meestal in de discussies niet nader omschreven realiteit verwijst. Als in een gesprek deze term tegenover geweld wordt geplaatst zonder nader politiek en economisch te analyseren wat ze inhoudt, dan wordt daarmee meer verdoezeld dan verhelders'. Aldus Achterhuis. Door het nu uitkomende dossier hoopt Kairos bij te dragen aan een zuiverder discussie. Aangetoond wordt hoe ook dit begrippenpaar historisch bepaald is en hoe steeds nieuwe feiten de discussie een nieuwe richting geven. De tekst van het dossier 'Gewapend - geweldloos', Over de bevrijding van Zuidelijk-Afrika, werd, in overleg met onze publikatiegroep, samengesteld door Ds. A.W. Berkhof te Holten, lid van Kairos. De volgende aspecten komen aan de orde: - ontstaan van het gewapend verzet in Zuid-Afrika in de 20e eeuw; - geweld in de structuren vn Zuidelijk Afrika (o.a. in de economie, de politiek, de rechtspraak); de toenemende onderdrukking: 1948, 1960, 1976 _; - pogingen tot dialoog tot de jaren zeventig (Wereldraad van Kerken; Christelijk Instituut); - toespitsing van de situatie en van de discussie: stakingen, Black Consciousness, de bevrijding van Angola en Mozambique, Soweto '76, de guerrilla in Namibië en Rhodesië; - en dan de hoofdmomenten van de discussies in de Afrikaanse en Europese Kerken, in de Wereldraad, in Nederland; - tenslotte conclusies en een eigen standpuntbepaling van Kairos in deze moeilijke materie. Het dossier is in oktober 1979 uitgekomen. De uitgave telt ongeveer 70 pag., met foto's en zal f. 4,- gaan kosten (exclusief porto). Bij grote oplagen kunnen kortingen verkregen worden. UITGEPRAA T Kerk in actie tegen Belgische banken Het is praktisch overal ter wereld hetzelfde, banken en bedrijfsleven zijn overal één pot nat. Dat is de hoofdindruk die de Nederlandse lezer, die enigszins op de hoogte is van de moeizame contacten tussen vaderlandse actiegroepen en bijvoorbeeld de Amrobank en de Shell, overhoudt na lezingvan een recente Belgische brochure*. Deze werd samengesteld door de kerkelijke commissie 'Rechtvaardigheid en Vrede' naar aanleiding van gesprekken uit een recent verleden tussen de werkgroep KOBA ('Kerken ondervragen banken over apartheid') en de vier grootste Belgische banken. Uit de korte weergave van deze gesprekken wordt duidelijk dat de kerkelijke ondervragers voortdurend door de banken met een kluitje in het riet worden gestuurd. Het ene argument om toch maar financiëel bij Zuid-Afrika betrokken te blijven volgt op het andere, het eerste is nog niet weerlegd of men heeft een volgend klaar liggen. Zo maken de banken zich achtereenvolgens bezorgd over de werkgelegenheid in België, over de democratie in ditzelfde land en over de mogelijkheid dat vooral de zwarte bevolking in Zuid-Afrika te lijden zou hebben van het stoppen van leningen. Bovendien wordt er op gewezen dat er nog veel meer ondemocratische regimes zijn naast ZuidAfrika. Juist uit deze veelheid van heel verschillende argumentaties wordt duidelijk dat de banken slechts de schone schijn op willen houden. Waar het uiteindelijk om gaat is dat zij belang hebben bij het voortduren en in stand houden van de apartheid. Dit wordt echter nooit met zoveel woorden gezegd. Dat het in de gesprekken tussen banken en KOBA niet om argumenten maar om belangen gaat blijkt aan het eind. Als de verschillende aangevoerde argumenten weerlegd zijn en men niet zo gauw een nieuw argument uit de mouw weet te schudden worden de contacten verbroken. Een afspraak met KOBA wordt afgezegd omdat de banken van oordeel waren dat 'een dergelijke bespreking in de gegeven omstandigheden zonder onderwerp zou zijn en geen nut zou hebben'' De banken meenden dat er 'geen nieuwe elementen aan de ingenomen standpunten zouden kunnen worden toegevoegd' De conclusie zal duidelijk zijn: gesprekken hebben geen zin meer, er zal ook actie gevoerd moeten worden. Dat gaat in België dan ook gebeuren. Deze brochure, die de stand van zaken samenvat, is mede bedoeld als het startpunt van mogelijke acties. Overigens bevat deze uitgave aanzienlijk meer dan informatie over de gesprekken met de belgische banken. De lezer krijgt veel informatie aangeboden over de historische achtergrond en de huidige werking van de apartheid, de houding van Zuidafrikaanse kerken, de actie van de Wereldraad rondom het investeringsvraagstuk en acties van niet-Belgische kerken. In die informatie overheersen de feitelijke gegevens. De rode draad is vaak moeilijk terug te vinden. Voor veel lezers zal dit echter geen al te groot bezwaar zijn. Wie al enigszins op de hoogte is van de apartheidsproblematiek zal in deze brochure veel belangrijk feitenmateriaal vinden. H.A. 'Denken over Zuid-Afrika'. Deze uitgave is te bestellen bij de Kommissie 'Rechtvaardigheid en Vrede', Tweekerkenstraat 17, 1040 Brussel. FILM Maandag 12 en vrijdag 16 november - 20 uur. Boesman and Lena. I IE tIIII WK Woensdag 14 en zaterdag 17 november EM I EAU EZEE Come back Africa. II Maandag 19 november - 20 uur. Stemmen uit het vagevuur, dagboek uit Zuid- Afrika. TONEEL Dinsdag 13 en donderdag 15 november 20 uur. Zondag 18 november- 16 uur. Terug naar Soweto. Dinsdag 20 t/m zaterdag 24 november 20 uur. Paradise is closing down. Soeterijn, Linnaeusstraat 2, Amsterdam. Inlichtingen en telefonisch reserveren op werkdagen van 10 - 16 uur. Tel.: 020 923189.

KOM IT E E ZUIDELIJK AFRIKA.(ANGOLA COMITE) DA COSTASTRAAT 88 AMSTERDAM TEL. 020-183598 POSTGIRO 600657 Inzamelingscampagne komt op gang al F 300.000 voor Bevrijdingsfonds 'Verhoging van de financïéle steun aan de bevrijdingsbewegingen', dat was een van de twee centrale thema's van het recente Zuidelijk Afrika Kongres in Austerlitz. Robert Mugabe, co-president van het Patriottisch Front, onderstreepte ten overstaan van driehonderd vertegenwoordigers van steungroepen uit het hele land het enorme belang van een uitbreiding van de financiele steun vanuit Nederland aan het vele werk van de bevrijdingsbewegingen. Robert Mugabe en ook de aanwezige vertegenwoordigers van de SWAPO en het ANC zijn gedurende dit kongres uitgebreid op de hoogte gebracht van het verloop van de landelijke inzamelings aktie tbv het Bevrijdingsfonds Zuidelijk Afrika. Op dit moment, halverwege de inzamelingsperiode is er ongeveer f300. 000, - op giro 26655 binnengekomen. Als u nog vergeten bent de aan u toegestuurde acceptgirokaart van het Bevrijdingsfonds in te vullen en aan ons op te zenden, dan hopen we dat u een dezer dagen de bevrijdingsbewegingen alsnog met uw gift wilt versterken. In de drie ton zitten ook de binnengekomen giften naar aanleiding van de Zuidelijk Afrika uitzendingen op VARA-radio en televisie, de servicespotjes voor de NOS-, VPRO- en KRO- televisie, en de advertenties in dag- en weekbladen. Negatief voor de campagne was de weigering van de NCRV-televisie tot uitzending van het service spotje, dat oproept tot hulp aan de slachtoffers van de bombardementen op vluchtelingenkampen van de bevrijdingsbewegingen. De NCRV direktie verklaarde rekening te moeten houden met talrijke pro-apartheidsgevoelens bij grote delen van haar achterban. In tegenstelling tot de weinig moedig en weinig principiéle houding van de NCRV, besloot de andere grote omroep op christelijke grondslag, de KRO om het spotje wel op radio en televisie uit te zenden. We hopen samen met de lezers van Amandla het gestelde doel, de half miljoen gulden te bereiken. De komende weken worden er ook plaatselijke kollektes gehouden in een tiental dorpen en steden in Nederland. Als u mee wilt helpen aan zo' 1 kollekte in uw woonplaats of zelf een inzameling wilt organiseren, dan kunt u zich voor verdere informatie wenden tot het kontakt-adres. Steun de bevrijdingsbewegingen. Zij zijn de toekomstige regeringen van Namibé, Zimbabwe en ZuidAfrika. Steun het Bevrijdingsfonds, Amsterdam, giro 26655. *Een van de zes Landcruisers, die onlangs naar het ANC in Afrika werden gezonden. Het Bevrijdingsfonds wil binnenkort nog vier van deze terreinwagens zend. Uw bijdrage blijft nodig,! mm van materiaal SHELL EN ZUID-AFRIKA DE ROL VAN EEN NEDERLANDSE OLIE-MULTINA'nONAL KOMME ZUIDEUJK AFMRKA Best