Auen9~~Ee9q~A~~~ ~ War/~ J \ \ ~~ /' Y~ L1 ~
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
auen9~~ee9Q~a~~~ ~ War/~ J \ \ ~~ /' y~ l1 ~ I TAl 1'4#4 4 - 11#44aO0 ~ v 7W ~gTERP., G GEUZENLIEDBOEK 1940-1945 I VERANTWOORDING Deze herdruk bij het dertigjarig jubileum der bevrijding van het nazi-juk op 5 mei 1945 werd mogelijk gemaakt door een subsidie van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk (C.R.M.), tat een her-uitgave wenste tegen uiterst lage prijs . De bladzijden 1 tot 264 zijn fangs fotogra fische weg gereproduceerd en bleven dus geheel ongewijzigd. Ter gelegenheid van het jubileum is de anonimiteit van de dichters, de redactie en de drukkers, voorzover mogelijk, opgeheven, en werden voor- en achterin gegevens aan het boek toegevoegd . De redactie kon in de korte tijd waarin zij haar werk moest doen geen gelegenheid vinden alle auteurs of hun nabestaanden toestemming to vragen het werk opnieuw to publiceren . Zij rekent er gaarne op tat deze stilzwijgend words gegeven terwille van het nationaal belang tat met de uitgave beoogd worth . Mei 1975 II Geuzenliedboek 1940-1945 onder redaclie van Dra . M . G. Schenk en H . M . Mos Buijten & Schipperheijn, Amsterdam, 1975 I III INLEIDING Een yolk dat voor tirannen zwicht zal meer dan lijf en goed verliezen - dan doof t het licht Hendrik Mattheus van Randwijk (1909-1966) `Het onbeholpen vers door een ongeletterde binnen de gevangenismu- ren (of daarbuiten - red .) geschreven ; het sonnet van den hoogleeraar die in het gevloekte Buchenwald - maar hoeveel heerlijk Nederlandsch gemeenschapsleven werd daar gegrondvest - voor het eerst bemerkte dat hij dichter was ; het lied van de haat en het lied van het onbuigbare vertrouwen ; kortom het nieuwe geuzenlied doet ons het Nederlandsche yolk kennen zoals het was en is in dezen na den tachtigjarigen oorlog zwaarsten tijd van zijn bestaan . Daarom is de uitgave van Geuzenlied- boeken een daad van zoo groote betekenis voor het heden, omdat duizenden daarin hun eigen gevoelens weerspiegeld vinden voor de toekomst, als onmisbare bijdrage tot de kennis van de volkspsychologie van dezen, onzen tijd'. Zo staat het in het Voorwoord tot het `Geuzenliedboek, derde vervolg', dat in het oosten van het land op de pers lag, toen dit deel van Nederland bevrijd werd en dat dus niet meer illegaal verspreid behoefde to worden zoals de beide vooraf gaande dezen . Nu, dertig jaar later, denken wij wel jets genuanceerder ; de `ontmytho- logisering' heeft - terecht - geen halt gehouden bij de houding van het Nederlandse yolk . Wij weten nu dat velen zich tamelijk afzijdig hebben gehouden ondanks hun of keer van de bezetters, omdat die hun rustige bestaan verstoorden. Maar evenzeer weten wij dat er Nederlanders zijn geweest, die al sinds 1933 het gevaar van het nazisme onderkenden en die zich daartegen van meet of aan to weer hebben gesteld . Naarmate de wreedheden van het nazisme toenamen, groeide ook het inzicht in de absolute verwerpelijkheid van deze ideologie (prof . Nagel, de schrijver J . B. Charles, betwijfelde in april 1975 of het nazisme wel de kwalif icatie `ideologie' waard was) . Dit inzicht leidde tot verzet en een van de vormen waarin het zich uitte, was het verzetsgedicht . Tijdens de bezetting hebben deze geuzenliederen zeer velen een moreel en geestelijk steuntje gegeven . Zij weerspiegelen inderdaad de gejroelens, die ons toen bezielden . Dit is de reden waarom wij `ja' hebben gezegd, toen wij de vraag kregen een herdruk van het Geuzenliedboek 1940-1945 to maken . Helaas kon dit niet meer het oorspronkelijke team zijn . De drukker (de man die het grootste risico liep!) Allard Honingwerd bij een overval op zijn drukkerij gearresteerd, want daar lag - bij hem natuurlijk ! - illegaal V drukwerk op de pers . Hij is in een concentratiekamp bezweken . De heer Honing was diep-gelovig ; zijn geloof dwong hem onmiddellijk stelling to nemen tegen het heidense nazisme en alle risico's daarvan bewust to aanvaarden . De auctor intellectualis van de Geuzenliedboeken, de heer Ge L . Tichelman, die tot over de oren in het illegale werk zat, is in 1962 overleden. Hij verrichtte dit illegale werk vanuit zijn kamer in het Koloniaal Instituut (nu Koninklijk Instituut voor de Tropen), dat voor het grootste deel een bolwerk van de SS was . Er is wel gezegd dat Tichelman, alias Schroeder, alias Hackfort, op een bundel van een Geuzenliedboek twee handgranaten cadeau gaf ! Hij gedroeg zich als conservator van het Instituut zo hautain tegenover de aanwezige SS-ers, dat zelfs geen van de schildwachten het ooit gewaagd heeft hem to gelasten de inhoud van zijn aktentas to laten zien . Was dat wel gebeurd, dan zou hij vermoedelijk ter plaatse zijn neergeschoten . Hij heeft op kenmerkende wijze de `Radf ahrer'-mentaliteit van de nazi's aan de kaak gesteld : trappen naar beneden, buigen naar boven . Tichelman, in wezen een in-goedige bescheiden man, gedroeg zich tegenover de SS alsof hij de hoogste autoriteit van het Koloniaal Instituut was, die zo genadig was de SS in `zijn gebouw' to dulden . Daartegen was geen SS-er opgewassen. In 1969 is ook de heer 1. B. Th . Spaan overleden . Hij heeft de `redactievergaderingen' en andere besprekingen in het Koloniaal Instituut noon bijgewoond, omdat hij dit een overbodig risico achtte . Als Intelligence-medewerker, die voor de illegale pers en de regering in Londen antler nieuws gaarde dan de kranten meldden, liep hij al meer dan gedoeg gevaar ; de eerste ondergetekende kon wel als zijn koerierster en zegsvrouw optreden . Wij overgeblevenen hebben geaarzeld of wij zonder meer een herdruk van het Geuzenliedboek 1940-1945 konden geven . Die aarzeling sprout voort uit twee overwegingen . In de eerste plaats staat er heel wat in, dat onmogelijk als `gedicht' kan worden gekenschetst, wat - naar een uitdrukking van Yge Foppema - louter berijmde propaganda is . In de tweede plaats scheren heel wat `dichters' alle Duitsers over een kam en komen daardoor tot kwalifikaties, die ongerechtvaardigd zijn . Maar het aantal Nederlanders die ook tijdens de oorlog onderscheid maakten tussen nazi's en andere (goede of in elk geval niet slechte) Duitsers was zeer gering . Mannen en vrouwen die fel anti-nazi warm, maar even hardnekkig weigerden anti-Duns to worden genoemd, warm er niet zo veel . Moesten wij deze `gelijkschakeling' van alle Duitsers nu nog voor onze rekening nemen'! Ons antwoord ligt besloten in onze overtuiging dat ook deze liederen de VI gevoelens van het grootste deel van het Nederlandse yolk weerspie- gelden. Daarom ook hebben wij - in overleg met de uitgever - besloten tot een facsimile-herdruk, compleet met zetf outen en andere vergissingen . Het enige wat wij aan deze herdruk hebben toegevoegd is deze inleiding en een `toelichting' . Uiteraard verschenen tijdens de bezetting de Geuzen- liedboeken illegaal ; de anonimiteit is gehandhaafd in de uitgave direct na de bevrijding . Na de verschijning van deze uitgave zijn er in de postbus die aan het eind van de Verantwoording was vermeld, heel wat brieven binnengekomen met bijzonderheden over bepaalde gedichten . Deze bijzonderheden en hetgeen wij zelf al wisten hebben wij verwerkt in de aan het slot van de uitgave-1975 opgenomen toelichting . Ook dit is gebeurd in de vorm waarin wij een en antler in 1945 en 1946 hebben genoteerd. Het gevolg is dat die toelichting zeer onvolledig is en dat er veel in staat wat wij toen vanzelf begrepen, maar waarvoor de jongeren by. de boeken van dr L. de Jong zullen moeten naslaan . Later is nog wel iets meer ontdekt, maar het volledige `geheim' van de Geuzenliedboe- ken uit de tweede wereldoorlog zullen toekomstige geschiedschrijvers evenmin geheel kunnen onthullen als dat van de oorspronkelijke uit de tachtigjarige oorlog . Om een voorbeeld to noemen, wij weten niet wie de schrijver is van het voorwoord van het derde vervolg . Daarvoor heef t de heer Tichelman in de hongerwinter gezorgd toen ook wij nauwelijks meer contact konden hebben. Wij kunnen alleen zeggen, dat het sterk de gedachten van Tichelman zelf weergeeft . Ondanks deze onvolkomenheden blijven wij het nuttig vinden er in 1975 aan to herinneren dat het een goede zaak is, dat een yolk dat onder tirannen zucht zich ook verzet met het woord, dat op de lange duur altijd machtiger is . Dra . M. G. Schenk H. M. Mos VII Beschrijving van het facsimile van het titelblad der uitgave van 1588, opgenomen op de bladzijde hiernaast . Het titelprentje stelt het portret van Filips II voor ; daarnaast de bedelaarstas en twee ineengeslagen handers als zinnebeeld van de trouw der Geuzen, en rechts een kalebasf lesje en de bedelnap . De zinspreuk er boven luidt : Vive le Gues ([eve de Geus) . Boven het prentje staat : Een nieu Geusen Lieden-Boecxken (waerinne begrepen is den gantschen handel der Nederlandtscher geschiedenis- sen flees voorleden Jaeren tot noch toe gheschied t wijlen in Druck uitghegaen/eensdeels nu nieu by-ghevoecht . Nu nieulick vermeerdert ende verbetert . Er onder : Vive Dieu, La Sante du Roy, & la Prosperite des Geus, 1588 (Leve God, de gezondheid van de koning, en de voorspoed der Geuzen) VIII fen ~L(ebcn2oeckcn, x,L~ 1~facrfnne G cprn igOtn Q1mufc~at 14 t~anacl acr #~rDrrIettDtfr~n Qclr}ta ~, Ocrnatrt i bar voo:tc~ut 3acrtn cot ~J~ iuochtgc JcrchftDt r" ` tufJTrn~jur& tutQ1JcQanvtutL bttL~ flu iltfu Upgjt- bDC4jL. + Su nlwttck betmeetbect alt brt5etett. ViILC Dicu,La Santc dii Roy, do Ia Pro1pcritc dcs Getis. z pR 8. Afbeelding van het titelblad van de Uitgave van 1~SS IX De redactie en de uitgeverontvingen op 19 februari 1946 van H . M. Koningin Wilhelmina de mededeling dat Zij met bewondering van menig gedicht had kennis genomen, en Zich verheugde dat deze prachtige verzameling verzetslie- deren binnen ieders bereik werd gebrachi . X1 Achter de inhoudsopgave die op bladziide 264 eindigt, volgen aantekeningen bij de gedichten XII GEUZENLIEDBOEK 1940-1945 Niet doet mij meer erbarmen In mijnen wederspoed, Dan dat men ziet verarmen Des Konings landen goed .