In De Ban Van De Bom
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
IN DE BAN VAN DE BOM Maurits Thomassen In de Ban van de Bom De rol van Ruud Lubbers bij het plaatsingsbesluit over de kruisraketten 1978 – 1985 Scriptie Master Militaire Geschiedenis Maurits Thomassen Studentnummer: 0118745 Begeleider: Dr. C.P.M. Klep Universiteit van Amsterdam Faculteit der Geesteswetenschappen Juli 2018 Inhoudsopgave Voorwoord 7 Inleiding 9 1. De totstandkoming van het NAVO-dubbelbesluit 18 1.1 Het Nucleaire tijdperk en de Koude Oorlog 19 1.2 Koude Oorlog en het einde van de détente 21 1.3 Nederland in de wereld 23 1.4 Einde van neutraliteit 25 1.5 Nederland in de NAVO en kernwapens in Nederland 26 1.6 SS-20 raketten en het NAVO-dubbelbesluit 28 1.7 Hollanditis 30 1.8 De strategie achter het dubbelbesluit 32 2. Polderen met Kernwapens 35 2.1 De Nederlandse politiek: Geen kabinet Den Uyl 36 2.2 Van Agt aan de macht: Lubbers als fractievoorzitter 38 2.3 Het vechtkabinet Van Agt II: Lubbers blijft fractievoorzitter 41 2.4 Nieuwe verkiezingen 45 2.5 Lubbers wordt minister-president 48 2.6 ‘Let them sweat first’ 51 2.7 Defensienota 1984-1993 54 2.8 Massademonstratie en volkspetitionnement: 56 Lubbers in het hol van de leeuw 2.9 Lubbers waarschuwt de Sovjet-Unie nog één keer 58 3. Een dubbelbesluit binnen het dubbelbesluit 65 3.1 Eindelijk een plaatsingsbesluit 66 3.2 Lubbers als bruggenbouwer 68 3.3 Na het plaatsingsdebat 70 3.4 De Koude Oorlog: glasnost en perestrojka 73 3.5 Two-level game en de INF-onderhandelingen: de three-on-three benadering 75 3.6 Toch geen Tomahawks: NAVO-dubbelbesluit, een succes? 78 Conclusie 82 Literatuurlijst 88 Bronnen 92 Voorwoord In de Ban van de Bom is – eindelijk – af. Met deze masterscriptie sluit ik niet alleen de master militaire geschiedenis en de studie geschiedenis in het algemeen af, maar ook mijn verblijf aan de Universiteit van Amsterdam. Het einde van een tijdperk. Het heeft dan misschien langer geduurd dan nodig – en zeker langer dan ik zelf gewild had – van de keuze om geschiedenis te studeren heb ik geen moment spijt gehad. Het was een verademing en verrijking waar ik de rest van mijn leven plezier van zal hebben. Dit is de plek om mijn dank uit te spreken voor de steun die ik deze jaren heb ervaren van mijn vele medestudenten die ik heb leren kennen en van de verschillende docenten van wie ik les heb gekregen. In het bijzonder dienen genoemd te worden: Sophie Meijer, Hugo van Doornum en Mayra Murkens voor zowel het meedenken als hun niet-aflatende aanmoedigingen tijdens het schrijven van deze scriptie en uiteraard mijn zeer geduldige scriptiebegeleider dr. Christ Klep. Tevens bedank ik hier mijn moeder en broer voor hun steun en het vertrouwen dat zij mij steeds gaven. Mijn bijzondere dank gaat uit naar Channah Nihom die tijdens het overgrote deel van het schrijfwerk haar zeer prettige werkkamer (en heerlijke tuin) ter beschikking stelde. De titel van de scriptie is niet in de eerste plaats gekozen omdat hij zo mooi allitereert of onmiddellijk doet denken aan de bekende trilogie van J.R.R.Tolkien. In de Ban van de Bom is ook een verwijzing naar de Nederlandse vertaling van The Zap Gun van de Amerikaanse sciencefictionschrijver Philip K. Dick. In dit werk uit 1965 voeren twee supermachten (Wes- bloc en Peep-East) een wapenwedloop. Steeds inventievere en dodelijker wapens worden door beide zijden uitgevonden om de eigen bevolking maar gerust te stellen. Dat geen van de wapens werkelijk functioneert, wordt pas een probleem als buitenaardse wezens een invasie dreigen te plegen. Tot slot dient hier gememoreerd te worden dat de hoofdpersoon in deze scriptie, voormalig minister-president Ruud Lubbers, tussen het inleveren van de eerste en tweede versie, op 14 februari 2018 is overleden. Hij werd 78 jaar. 7 8 Inleiding “There is one fairly good reason for fighting – and that is, if the other man starts it. You see, wars are a great wickedness, perhaps the greatest wickedness of a wicked species. They are so wicked that they must not be allowed. When you can be perfectly certain that the other man started them, then is the time when you might have a sort of duty to stop them.”1 ― T.H. White, The Once and Future King Op 1 november 1985 slaagde het kabinet Lubbers I erin een definitief plaatsingsbesluit te nemen over de stationering van 48 Amerikaanse kruisvluchtwapens met kernladingen in Woensdrecht, in navolging van een besluit dat een kleine zes jaar eerder door de Noord- Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) was genomen: het NAVO-dubbelbesluit. Aan dit Nederlandse plaatsingsbesluit ging een jarenlang en hevig debat vooraf. Bovendien zou na dit besluit de discussie over het implementeren van het NAVO-dubbelbesluit nog altijd niet 2 voorbij zijn. Het betreft hier dus twee besluiten. In de eerste plaats het zogeheten NAVO- dubbelbesluit uit 1979, genomen door de ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie van de NAVO-landen en in de tweede plaats het hieruit volgende plaatsingsbesluit van de Nederlandse regering in 1985. Deze scriptie zal vooral gaan over het Nederlandse plaatsingsbesluit, of beter gezegd, de totstandkoming daarvan, maar omdat het Nederlandse plaatsingsbesluit het directe gevolg was van het NAVO-dubbelbesluit kan het hiervan niet los worden gezien. De rol die Ruud Lubbers gespeeld heeft, zal hierbij in het bijzonder worden bestudeerd. Als minister-president (van 1982-1994), maar ook daarvoor als fractievoorzitter van het CDA heeft Lubbers een belangrijke rol gespeeld bij het verloop van de politieke besluitvorming in Nederland en de gesprekken over het dubbelbesluit met de NAVO-partners. Uit dit onderzoek zal blijken hoe Lubbers het in Nederland zeer gevoelige onderwerp van het plaatsten van kernwapens heeft aangepakt en hoe hij op internationaal niveau gebruik heeft weten te maken van de binnenlands politieke verhoudingen.3 In deze scriptie zal onderzocht worden hoe het Lubbers in 1985 uiteindelijk gelukt is om het NAVO-dubbelbesluit uit 1979 om te zetten in een Nederlands plaatsingsbesluit. Na jaren van fel debat in én buiten de Tweede Kamer, waarbij een definitief plaatsingsbesluit 1 T.H. White, The Once and Future King II: The witch in the wood (New York, 1939). 2 Remco van Diepen, Hollanditis. Nederland en het kernwapendebat 1977-1987 (Amsterdam, 2004), 327-328. 3 Ibidem, 139. 9 steeds maar vooruit werd geschoven, slaagde het kabinet-Lubbers I erin om het besluit – ondanks protesten – door de Tweede Kamer te krijgen. Wanneer Lubbers I in 1982 aantreedt, is het tijdens de drie kabinetten-Van Agt (respectievelijk CDA-VVD, CDA-PvdA-D66 en CDA- D66), niet gelukt om het dubbelbesluit van de NAVO te implementeren en er Nederlands beleid van te maken. Het is daarom interessant om te bekijken hoe het kabinet Lubbers I (wederom CDA-VVD) er wel in slaagt. Het NAVO-dubbelbesluit Het NAVO-dubbelbesluit werd genomen op een moment dat de détente onder druk stond. De détente begon eind jaren zestig en volgde op een gespannen periode in de Koude Oorlog. De Cubacrisis (1962), de Praagse Lente (1968) en de Vietnamoorlog (1955-1975) hadden de spanningen tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie doen oplopen en ertoe geleid dat de twee supermachten begin jaren ’70 probeerden een stabieler internationaal systeem te creëren. De Strategic Arms Limitation Talks (SALT I en II) werden gehouden over wapenbeheersing van de VS en de Sovjets en de spanning leek te verminderen. Met de inval van de Russen in Afghanistan in december 1979 én de opbouw van kernwapens en middellangeafstandsraketten door de Sovjet-Unie eindigde deze periode van ontspanning. Voor Nederland en andere West-Europese NAVO-landen leidde het einde van de détente én tegelijkertijd de opbouw door de Sovjet-Unie van een arsenaal aan SS-20 raketten met kernkoppen in het oosten, tot een hernieuwd gevoel van dreiging. Doordat na de Tweede Wereldoorlog het Nederlandse veiligheidsbeleid was gebaseerd op het lidmaatschap van het NAVO-bondgenootschap en de bescherming door de Verenigde Staten, was de verbondenheid tussen Amerika en (West-) Europa voor Nederland van het grootste belang. De NAVO stelde op 12 december 1979 vast dat de scheve verhoudingen op het Europese continent tussen het Westen en de Sovjet-Unie wat betreft de kernwapensystemen moesten worden hersteld.4 De ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie van de NAVO-landen kwamen die dag bijeen in Brussel en namen het NAVO-dubbelbesluit. Het NAVO-dubbelbesluit bestond uit twee onderdelen. In de eerste plaats zou de NAVO moeten overgaan tot het moderniseren van de Europese kernwapentechnologie als reactie op de opbouw van het Sovjetarsenaal in Europa van SS-20 raketten. Dit moderniseringsplan behelsde het plaatsen van 464 Tomahawk kruisvluchtwapens en 108 Pershing II raketten in vijf NAVO-landen. Nederland zou volgens 4 Special Meeting of Foreign and Defence Ministers (The "Double-Track" Decision on Theatre Nuclear Forces), 12 december 1979, beschikbaar op: https://www.nato.int/cps/en/natolive/official_texts_27040.htm 10 het plan 48 kruisvluchtwapens op luchtmachtbasis Woensdrecht stationeren. Op deze manier zou in de ogen van de NAVO het principe van ‘Mutual Assured Destruction’(MAD) weer worden hersteld – de militair-strategische doctrine waarbij het idee is dat een aanval van de ene partij met een allesvernietigende aanval van de andere zal worden beantwoord. In de tweede plaats zouden er tegelijkertijd met de Sovjet-Unie onderhandelingen moeten worden gestart over ontwapening met als doel alle middellangeafstandsraketten met kernkoppen geheel uit Europa te verwijderen.5 Het kernwapendebat en Hollanditis Het kernwapendebat dat vervolgens in Nederland ontstond over de plaatsing van kruisraketten werd op verschillende niveaus in alle hevigheid gevoerd. Het was niet slechts een politiek debat, maar minstens zozeer een maatschappelijke aangelegenheid die met veel emoties gepaard ging. Voor- en tegenstanders bestreden elkaar te vuur en te zwaard; niet alleen in de Tweede Kamer, maar ook in de verschillende media.