PDF Hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

PDF Hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/94448 Please be advised that this information was generated on 2017-12-06 and may be subject to change. if Λ·.Τ % m 1 '* 'IS 1 ( Erie Tanja Goede politiek De parlementaire cultuur van de Tweede Kamer, 1866-1940 Goede politiek Voor mijn grootmoeders Susanna Henriette Olthuis-Roodhuyzen Georgette Feuilletau de Bruyn Goede Politiek De parlementaire cultuur van de Tweede Kamer, 1866-1940 een wetenschappelijke proeve op het gebied van de Letteren Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Radboud Universiteit Nijmegen op het gezag van de rector magnificus prof. mr. S.C.J.J. Kortmann volgens besluit van het college van decanen in het openbaar te verdedigen op donderdag 20 januari 2011 om 15.30 precies door Erie Georgette Tanja geboren op 25 september 1981 te Heerlen Promotores: prof. dr. R.A.M. Aerts prof. dr. C.C. van Baaien Manuscriptcommissie: Prof. dr. P.J.A.N. Rietbergen Prof. dr. H.J. te Velde (Universiteit Leiden) Prof. dr. J.Th.J. van den Berg (Universiteit Leiden, Universiteit Maastricht) Inhoud Inleiding 7 Goede politiek 8 Bronnen van parlementaire geschiedenis /ƒ Hoofdstuk 1 - Meer dan praten alleen: de Tweede Kamer als medewetgever en controleur 2_j Het takenpakket van Kamerleden 24 Samenwerking tussen Kamerleden j6 Het belang van collegialiteit 44 Balans: samenwerken in wetgeving en controle 47 Hoofdstuk 2 - Onafhankelijkheid of groepsgevoel als ideaal? Representatie als flexibel begrip 4c Politieke representatie in theoretisch opzicht 5/ Politieke representatie in de praktijk: 'voor het volk of van het volk'? $6 In naam van de partij 74 Balans: anders maar toch gelijk - veranderende visies op representatie 82 Hoofdstuk 3 - Spelen volgens of met de regels? Parlementaire voorschriften en goede politiek <?ƒ Geschreven en ongeschreven spelregels 86 Het Reglement van Orde 89 Flexibele en tactische omgang met regels 106 Balans: spanning tussen ideaal en praktijk 118 Inhoud Hoofdstuk 4 — Een verblekend ideaal? De debatcultuur van de Tweede Kamer 121 Binnenhof ia: de vergaderzaal van de Tweede Kamer 123 Een rationele, 'vrije' discussie: de liberale voorstelling van het parlementaire debat 126 Nieuwe stijlen van debatteren 131 Uiterlijke kenmerken van het parlementaire debat 140 Balans: de debatcultuur als weerspiegeling van de opvatting van goede politiek 757 Hoofdstuk 5 — Voorstellingen van het Kamerlidmaatschap 15p Toelating tot de Tweede Kamer 160 De parlementaire schadeloosstelling 775 Balans: een veranderend zelfbeeld 182 Hoofdstuk 6 - De Tweede Kamer en de buitenwereld. Rituelen, symbolen en het parlementaire aanzien 18$ Rituele en symbolische politiek 186 Buitenwereld 7^7 Het parlement onder druk: crisis in het interbellum 7^7 Balans: de kiezer als speler in het politieke spel 207 Hoofdstuk 7 - Politieke etiquette. Gedragsrichtlijnen voor Tweede Kamerleden 20p Politieke drijfveren: beginselen versus belangen 270 Politieke etiquette: elementaire omgangsregels in het parlement Balans: het zelfbeeld van Tweede Kamerleden 238 Conclusie 247 Goede politiek en parlementaire geschiedenis 247 De parlementaire geschiedenis van de Tweede Kamer 24/ Vormgeving van parlementaire cultuur van de Tweede Kamer 2 Noten 263 Literatuur en bronnen 305 Personenregister 525 English summary 32p Dankwoord 341 Curriculum vitae 344 Inleiding Hij, die geroepen is tot het lidmaatschap in de Tweede Kamer, kan niet zeggen op een rozenbed te rusten, althans hij plukt geen rozen, waaraan de dorens ontbreken. Dit is vooral van den jongstverloopen tijd waar. 's Morgens in sectievergadering met allerlei onderwerpen bezig gehou­ den, veepest, suikeraccijns, erfpacht der woeste Javaansche gronden als toegift van hetgeen al in de gansche begroting verscholen ligt, kan hij als rapporteur benoemd het overig deel van de dag in eene kommissie van rapporteurs slijten. Dat alles behoort tot de ganze werkzaamheden der leden, waarbij de gemoedstemming effen en kalm blijft, maar zodra de openbare zitting zich voor hem opent, moet hij bedacht zijn om daar al hetgeen aan het algemeen belang afbreuk kan doen, te bestrijden.' Met deze woorden schetste J.K. van Goltstein in december 1866 in zijn persoonlijke aantekeningen het dagelijkse werk van een Tweede Kamerlid. De conservatief was al sinds 1840 lid van de Tweede Kamer, met een onderbreking voor een ministerschap tussen 1858 en i860. Twee keer had hij de prestigieuze positie van Kamervoorzitter vervuld. Van Goltstein was door de wol geverfd en wist waarover hij schreef. De parlementaire politiek zoals hij die kende, waarin onafhankelijke Kamerleden uit de hogere sociale kringen met een academische opleiding elkaar op basis van argumenten in een rationeel debat probeerden te overtuigen, zou in de volgende decennia gaan veranderen. Politieke partijen verschenen op het toneel, het kiesrecht werd uitgebreid, het Kamerwerk nam door de groeiende staatstaak toe en last but not least mengden Kamerleden uit lagere klassen zich onder de 'hooge Heeren' in Den Haag; in 1918 trad er zelfs een vrouw toe. Van Inleiding Goltstein zou dit allemaal niet meer meemaken- hij verruilde in 1869 de Tweede Kamer voor de Eerste Kamer en overleed in 1872 Dit boek schetst de parlementaire politiek in de periode 1866-1940 vanuit het perspectief van de Tweede Kamerleden Het beschrijft hoe de parle­ mentaire cultuur van de Tweede Kamer onder invloed van verschillende pohtiek-maatschappehjke ontwikkelingen veranderde Op deze manier leert de lezer het politieke spel in deze periode kennen Deze studie laat de Eerste Kamer buiten beschouwing en is bovendien vooral een geschiedenis van mannen.2 Zij laat zich het beste typeren als een reisgids, die het 'land' van de Tweede Kamer voor de bezoeker beschrijft en daarmee het verleden inzichtelijk maakt Deze reisgids behandelt daartoe verschillende aspecten de geografische contouren (het Kamergebouw en de vergaderzaal), de karakteristieken van de inwoners (de Kamerleden en hun kiezers) en hun belangrijkste activiteiten (wetgeving en controle) HIJ beschrijft verder de geldende wetten (de geschreven en ongeschreven regels), de kenmerkende gebruiken (de parlementaire omgangsvormen) en de 'feestdagen'' die er bestaan (verkiezingen en Prinsjesdag) Goede politiek De beschrijving van de parlementaire cultuur van de Tweede Kamer in de periode 1866-1940 gebeurt met behulp van wat in dit boek aangeduid wordt als de opvatting van 'goede politiek' Dit houdt het volgende in het gaat om de opvatting van politiek van de Tweede Kamerleden, aan de hand waarvan zij vorm, stijl en inhoud van hun politieke optreden bepaalden en dat van hun collega's beoordeelden en waardeerden Meer specifiek omvat 'goede politiek' de gedeelde normen en waarden van de Tweede Kamerleden ten aanzien van de parlementaire werkwijze en omgangsvormen Dit bracht een aantal voorschriften en gebruiken voort die Kamerleden met zonder consequenties terzijde konden stellen· de parlementair-politieke spelregels Goede politiek lijkt te betekenen dat het hier om een normatieve beoor­ deling gaat Deze studie probeert echter geen universele normen voor politiek handelen vast te stellen, maar onderzoekt wat de Tweede Kamerleden in de periode 1866-1940 de juiste manier van politiek handelen vonden Zij hanteerden zelf overigens zelden de term 'goede politiek' Wanneer ze dat wel deden, gebruikten ze deze als impliciete tegenhanger van slechte of verkeerde politiek De voorman van de Antirevolutionaire Partij (ARP), Abraham Kuyper, sprak in 1912 van 'politiek ( ) in een slechten zin, 8 Inleiding wanneer men met gauwigheden en kleinigheden elkander een vlieg zoekt af te vangen'.4 De zoektocht naar de parlementaire spelregels impliceert een achterlig­ gende voorstelling van de parlementaire politiek als spel. Deze metafoor biedt de mogelijkheid om het functioneren van het parlement vanuit het deelnemersperspectief te bekijken. Dit is bij een andere veelvoorkomende voorstelling, die van politiek als theater, veel minder het geval. Daarin gaat het veel meer om de vraag hoe het parlement van buitenaf bekeken wordt en hoe de communicatie met de buitenwereld plaatsvindt.5 De aanduiding van de parlementaire praktijk als spel betekent niet dat het een bezigheid is die dient tot vermaak. Het is een serieuze aangelegenheid, een gestileerde vorm van strijd.6 Bij deze benadering positioneert de onderzoeker zich als een historisch antropoloog.7 De ideeën van Clifford Geertz over een thick description dienen daarbij als inspiratiebron. Het gaat net als bij Geertz niet in de eerste plaats om de uitzonderlijke aspecten van een cultuur, maar om wat in de parlementaire cultuur van de Tweede Kamer als 'normaal' gold.8 Het vreemde, andere karakter van de cultuur dat de antropoloog bestudeert, ligt in dit geval niet in een geografisch of sociaal-cultureel verschil tussen onderzoeker en onderzoeksobject, maar in een temporele afstand.' Treffend verwoordde de Britse schrijver L.P. Hartley (1895-1972) dit in de openingszin van zijn roman The Go-between, beter bekend geworden als titel van David Lowenthals studie naar de relatie van de mens met zijn verleden: 'The past is a foreign country: they do things differently there.'10 De betekenis van dit boek ligt in de manier waarop naar de Tweede Kamer, het optreden van de Tweede Kamerleden en de parlementaire omgangsvormen wordt gekeken. Het onderscheidt zich daarmee van de oudere (staatsrechtelijke) studies over
Recommended publications
  • Gevallen Op Het Binnenhof
    CHARLOTTE BRAND Gevallen op het Binnenhof Afgetreden ministers en staatssecretarissen 1918-1966 Boom – Amsterdam Gevallen op het Binnenhof Afgetreden ministers en staatssecretarissen 1918-1966 Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Radboud Universiteit Nijmegen op gezag van de rector magnificus, volgens het besluit van het college van decanen in het openbaar te verdedigen op vrijdag 8 januari 2016 om 14.30 uur precies door Charlotte Josephina Maria Brand geboren op 4 februari 1982 te Roermond Inhoud Inleiding 11 hoofdstuk 1 Ministers Geslachtofferd door de kaMer 27 Een katholiek aan het roer 27 Invulling Oorlog en Marine baart zorgen 29 ‘Daar zien ze me nooit meer terug!’: minister van Marine Naudin ten Cate (1919) 31 Na aarzeling toch bewindsman 31 De kruisers als pijnpunt 35 Een fataal parlementair debuut 36 Ten val gebracht door zijn eigen staf: minister van Marine Bijleveld (1920) 40 Een burger op Marine 40 De kruisers zorgen opnieuw voor problemen 42 ‘Draaitol’ geslachtofferd 44 Napraten over de streek van Olivier 48 Begroting uitgekleed: minister van Oorlog Alting von Geusau (1920) 50 Slecht materieel en muitende soldaten 50 Bezuinigingen en hervormingen 51 Niemand blijft ‘voor zijn pleizier Minister van Oorlog’ 54 De begroting getorpedeerd 56 Gestrand in het zicht van het Poppenleger: minister van Oorlog en Marine Pop (1921) 59 ‘Men moet het aandurven van het defensie-departement te maken een politiek departement’ 59 Een nieuwe minister met ‘militaire snorrebaard’ 63 Naar een ‘poppenleger’? 64 De nieuwe Dienstplichtwet
    [Show full text]
  • MEMOIRES 1984-B Willem Oltmans
    MEM38revisie_MEM 11-01-16 10:09 Pagina 1 MEMOIRES 1984-B Willem Oltmans MEM38revisie_MEM 11-01-16 10:09 Pagina 2 Produced on demand by Scan Laser bv, Zaandam ISBN 978 90 6728 314 4 NUR 686 © Tekst: Willem Oltmans Stichting © 2016 Stichting Uitgeverij Papieren Tijger Verspreiding voor België: Uitgeverij EPO, Berchem Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher. MEM38revisie_MEM 11-01-16 10:09 Pagina 3 Memoires 1984-B Willem Oltmans PAPIEREN TIJGER MEM38revisie_MEM 11-01-16 10:09 Pagina 4 Eerder verschenen bij Uitgeverij In den Toren, Baarn: 1 Memoires 1925 - 1953 4 Memoires 1959 - 1961 2 Memoires 1953 - 1957 5 Memoires 1961 3 Memoires 1957 - 1959 Verschenen bij Uitgeverij Papieren Tijger, Breda: 6 Memoires 1961 - 1963 41 Memoires 1986-A 7 Memoires 1963 - 1964 42 Memoires 1986-B 8 Memoires 1964 - 1966 43 Memoires 1987-A 9 Memoires 1966 - 1967 44 Memoires 1987-B 10 Memoires 1967 - 1968 45 Memoires 1988-A 11 Memoires 1968 - 1970 46 Memoires 1988-B 12 Memoires 1970 - 1971 47 Memoires 1989-A 13 Memoires 1971 - 1972 48 Memoires 1989-B 14 Memoires 1972 - 1973 49 Memoires 1989-C 15 Memoires 1973 50 Memoires 1990-A 16 Memoires 1973 - 1974 51 Memoires 1990-B 17 Memoires 1974 52 Memoires 1990-C 18 Memoires 1974 - 1975 53 Memoires 1991-A 19 Memoires
    [Show full text]
  • Of Power and Influence
    OF POWER AND INFLUENCE HENRY DETERDING, ROYAL DUTCH SHELL’S UNOFFICIAL DIPLOMAT (1912-1922) TOM SCHOEN 6560334 UTRECHT UNIVERSITY MA THESIS: INTERNATIONAL RELATIONS IN HISTORICAL PERSPECTIVE 15/01/2020 Sir Henry Deterding1 1 Nationaal Archief, The Hague (hereafter NL-HaNa), ‘Photo Collection Henry Deterding’, catalogue number: 2.24.10.02, inventory number: 119-0210. (Date unknown) To Nicolaas Jacobus Snaas, the Schagen-Oil Man Abstract This thesis aims to analyse the role of Henry Deterding, the director-general of Royal Dutch Shell (RDS), as an unofficial ‘diplomat’ and non-state actor during two events in which the interests of RDS and that of the Dutch government collided. It tries to indicate as to what extent Deterding was able to exert power and influence vis-à-vis the Dutch government’s decision-makers in order to guard the business interests of the company. By analysing the contextual factors that led Deterding to decide to embark upon a campaign to influence the Dutch government’s decision-makers, and by focusing on the goals, modus operandi and interactions between Deterding and those decision-makers, this thesis provides answers to the raison d’être behind his corporate lobby and its effects. It provides insights as to why Deterding did this, how he operated and what effects it produced in relation to the decision- making process. The methodology of New Diplomatic History (NDH) has been absolutely vital in this respect. As NDH specifically aims to reveal, interpret and analyse the roles of private, non-state actors, this thesis has based its research on primary sources of private and business archives in particular, instead of traditionally studied government archives.
    [Show full text]
  • Bremer, L. Paul “Jerry”
    The Association for Diplomatic Studies and Training Foreign Affairs Oral History Project AMBASSADOR L. PAUL “JERRY” BREMER, III Interviewed By: Charles Stuart Kennedy Initial interview date: June 16, 2008 Copyright ADST 2015 TABLE OF CONTENTS Background Born in Hartford, CT Raised in New Canaan, CT Yale University – undergraduate, 1963 Harvard University – MBA, 1966 Paris Institute of Political Studies, Paris, France Entered Foreign Service 1966 Kabul, Afghanistan 1966-1968 General Services Officer Blantyre, Malawi 1968-1971 Deputy Chief of Mission Washington, DC 1971-1976 Operations Center (several weeks) National Military Command Center (NMCC) (4-5 months) Assistant to Secretary of State Bill Rogers (1.5 years) Assistant to Secretary of State Henry Kissinger, October 1973-February 1976 Oslo, Sweden 1976-1979 Deputy Chief of Mission Washington, DC 1979-1981 Deputy Executive Secretary of the Department of State Washington, DC 1981-1983 Executive Secretary and Special Assistant to Secretary of State Alexander Haig The Netherlands 1983-1986 Ambassador 1 Washington, DC 1986 Ambassador-at-Large for Counterterrorism and Coordinator of Counterterrorism Retired from the Foreign Service 1989 Washington, DC, 1989 (3 months) Director, Foreign Service Personnel System Task Force Private Industry: Kissinger Associates 1989-2003 Washington, DC 1999 Appointed Chairman of the National Commission on Terrorism by Congressional House Speaker Dennis Hastert Washington, DC 2003 Presidential Envoy to Iraq Bagdad, Iraq 2003-2004 Director of the Office for Reconstruction and Humanitarian Assistance (became Coalition Provisional Authority) Coalition Provisional Authority, Chief Executive Officer INTERVIEW Q: What is your full, official name? BREMER: L. Paul Bremer, III. Q: How did Jerry come out of Bremer? BREMER: I was named after my grandfather who was alive when I was born.
    [Show full text]
  • Onder Ministers: De Opkomst Van Ambtelijke En Ministeriële Cultuur in Nederland (1795-1919)
    UvA-DARE (Digital Academic Repository) Onder ministers: de opkomst van ambtelijke en ministeriële cultuur in Nederland (1795-1919) Turpijn, J. Publication date 2011 Published in Van Torentje tot Trêveszaal: de geschiedenis van de noordzijde van het Binnenhof Link to publication Citation for published version (APA): Turpijn, J. (2011). Onder ministers: de opkomst van ambtelijke en ministeriële cultuur in Nederland (1795-1919). In H. te Velde, & D. Smit (Eds.), Van Torentje tot Trêveszaal: de geschiedenis van de noordzijde van het Binnenhof (pp. 185-207, 393-395, 434). De Nieuwe Haagsche. General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:01 Oct 2021 Noten Voorwoord 13 Riding/Riding, The Houses of Parliament, 19, en [auteur?] verscheidene artikelen in dat boek.
    [Show full text]
  • Jelle Gaemers – Willem Drees. Daadkracht En Idealisme
    Jelle Gaemers – Willem Drees. Daadkracht en idealisme Bronvermelding en verantwoording van de citaten Hieronder vindt u, evenals in de gedrukte uitgave van het boek, per paragraaf de voornaamste bron waarop deze gebaseerd is, wat bijna altijd de vijfdelige biografie over Drees, in een enkel geval een andere publicatie betreft. De gedrukte uitgave bevat een verantwoording van de citaten of passages die niet in de biografie te vinden zijn. Om de geïnteresseerde lezer zoekwerk te besparen vindt u hieronder de bronnen van alle citaten. De literatuurlijst is uitgebreid met de aangehaalde publicaties. Gebruikte afkortingen AD Archief Drees D&S Drees en Soestdijk. De zaak-Hofmans (1948-1958) DRW De rode wethouder (1886-1940) e.v. en volgende GEB Gedreven en behoedzaam (1940-1948) HGA Haags Gemeentearchief HEK Handelingen van de Eerste Kamer HGG Handelingen van de Gemeenteraad van ‘s-Gravenhage HTK Handelingen van de Tweede Kamer IISG Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis NA Nationaal Archief PEC verslagen van de Parlementaire Enquête-commissie Regeringsbeleid 1940-1945 PES Premier en elder statesman (1948-1988) VJN Vier jaar nachtmerrie. De Indonesische kwestie (1945-1949) ZKN zuurkastnotulen 1 Inleiding 10. ‘Drees zou zich’: interview met Geert Wilders in De Telegraaf 6 september 2009. De familie Drees keerde zich ertegen dat haar naam ‘voor een verkeerd karretje gespannen’ werd (Trouw 24 oktober 2009). 10. ‘Dreesiaans’ zuinig: Trouw 14 november 2012. 10. Vijf journalistieke biografieën: Messer (1961), Jansen van Galen en Vuijsje (1980, herzien en uitgebreid in 1986), Van Wijnen (1984), Huis en Steenhorst (1985) en Van Nieuwenhuizen (2010). 12. ‘een gewoon gangetje’ e.v.: Gr. [Bart Gregorius], ‘Geschreven portretten: W.
    [Show full text]
  • RSI: De Stand Van Zaken Jan Donner, Rechter
    03 39 01 omslag 27-10-2003 17:38 Pagina 1 39 blz. 2033-2084 jaargang 78 31 oktober 2003 RSI: de stand van zaken RSI is momenteel de meest gemelde beroepsziekte en is jaarlijks verantwoordelijk voor zo’n vierduizend nieuwe WAO-gevallen. Prof. mr A.J.C.M. Geers, dr J.M. Ruijgrok en mr R. van de Water geven een overzicht van de stand van zaken op medisch gebied, op het terrein van de normstelling en in de jurisprudentie. Jan Donner, rechter Uitzonderingen daargelaten leent het ambt van continentaal rechter zich niet voor een biografie. Oud-minister van Justitie De Ruiter vond voor zijn lijvig boekwerk over een van zijn voorgangers echter interessante stof genoeg. Een beschouwing door prof. mr J.C.M. Leijten. 03 39 02 inhoud 27-10-2003 17:31 Pagina 3 ‘Het gaat er in dit leven vooral om, dat een mens zijn geweten niet inruilt als het er echt op Nederlands aankomt’ Juristenblad (Leijten in deze aflevering) www.njb.nl Inhoud Een schat aan extra informatie Vooraf Zoals langzamerhand iedere lezer wel weet, kunnen abonnees met een hun toegewezen wachtwoord op de speciale njb-site Prof. mr J.E.J. Prins voor abonnees komen. De site wordt enkele dagen voor de Gevraagd: kwaliteitsbewaker van verschijning van het blad ververst. elektronische overheidsinformatie. 2033 De site bevat: Artikelen Actuele Documenten met belangrijke recente bronnen. Prof. mr A.J.C.M. Geers, dr J.M. Ruijgrok, Rechtspraaksamenvattingen met talloze zoekmogelijkheden mr R. van de Water RSI: de stand van zaken. 2034 en met links naar de complete uitspraken.
    [Show full text]
  • PDF Hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
    PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/166010 Please be advised that this information was generated on 2018-07-07 and may be subject to change. Democratie en gezag Extremismebestrijding in Nederland, 1917-1940 Joris Gijsenbergh 507178-L-sub01-bw-Gijsenbergh Processed on: 19-12-2016 ISBN: 978-94-028-0464-5 Omslag en lay-out: Tara Kinneging, Persoonlijk Proefschrift Printing: Ipskamp Printing Afbeelding op de omslag: Affiche ‘Geen van beiden’ van de vereniging Eenheid door Democratie, vervaardigd in 1939 door ontwerper Delmo. Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Amsterdam, plaatsingsnummer IISG BG E2/39. Eventuele rechthebbenden kunnen zich wenden tot de auteur van dit proefschrift. Copyright©: 2016 Joris Gijsenbergh Dit werk maakt deel uit van het onderzoeksprogramma Omstreden democratie, dat gefinancierd is door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). 507178-L-sub01-bw-Gijsenbergh Processed on: 19-12-2016 Democratie en gezag Extremismebestrijding in Nederland, 1917-1940 Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Radboud Universiteit Nijmegen op gezag van de rector magnificus prof. dr. J.H.J.M. van Krieken, volgens besluit van het college van decanen in het openbaar te verdedigen op donderdag 19 januari 2017 om 12.30 uur precies door Joris Gijsenbergh geboren op 22 maart 1983 te Groningen 507178-L-sub01-bw-Gijsenbergh Processed on: 19-12-2016 Promotoren: Prof. dr. R.A.M. Aerts Prof. dr. M.E. Monteiro Copromotor: Dr. W.P.
    [Show full text]
  • Job De Ruiter (* 30 April 1930 – † 4 Oktober 2015)
    Job de Ruiter (* 30 april 1930 – † 4 oktober 2015) Job de Ruiter werd de eerste dagen na zijn dood in de Nederlandse pers vooral herdacht als politicus. Terecht, want hij heeft tijdens de jaren van zijn ministerschap (1977-1986) enkele netelige en al jaren slepende discussies beslecht die Nederland – al lijken dit grote woorden - beslist verder geholpen hebben. Wie was de man, die deze huzarenstukjes volbracht? En wat had hij met het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme van doen? De Ruiter werd geboren in een groot gezin in Giessendam. Het gezin telde nog zeven jongens en vier meisjes. Zijn vader, aannemer, was een overtuigd gereformeerd man die in 1944 mee ging met de Vrijmaking. Misschien was dat de reden dat de jonge Job in 1948 niet aan de Vrije Universiteit, immers een bolwerk van de ‘synodalen’, ging studeren maar in Utrecht. De Ruiter werd lid van de reformatorische studentenvereniging SSR Utrecht. Daarvan was ook zijn studiegenoot Willem Aantjes lid. SSR stond onder de bezielende maar soms ook dwingende leiding van de destijds eeuwige student George Puchinger, die pas in 1955 zou afstuderen en daarvoor eindeloos colleges liep: filosofie, theologie, geschiedenis en Nederlands. De Ruiter heeft naderhand wel laten doorschemeren dat hij moeite had met de koers, die Puchinger eind jaren veertig, begin jaren vijftig voorstond met SSR. De student wist allerlei professoren aan zich te binden (onder wie zijn leermeester F.C. Gerretson, de hoogleraar koloniale geschiedenis in Utrecht), die schreven voor Polemios. Oecumenisch-nationale publicaties op calvinistische grondslag, zoals het tijdschrift – dat om de veertien dagen verscheen – al snel heette.
    [Show full text]
  • Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2002 Nieuwkomers in De Politiek
    Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2002 Nieuwkomers in de politiek Jaarboek Parlementaire Geschiedenis Nieuwkomers in de politiek Redactie: C.C. van Baaien W. Breedveld J.W.L. Brouwer P.G.T.W. van Griensven J.J.M. Ramakers W.R Secker Centrum voor Parlementaire Geschiedenis, Nijmegen Sdu Uitgevers, Den Haag Foto omslag: Hollandse Hoogte Vormgeving omslag: Wim Zaat, Moerkapelle Zetwerk: Wil van Dam, Utrecht Druk en afwerking: A-D Druk BV, Zeist © 2002, Centrum voor Parlementaire Geschiedenis, Nijmegen Alle rechthebbenden van illustraties hebben wij getracht te achterhalen. Mocht u desondanks menen aanspraak te maken op een vergoeding, clan verzoeken wij u contact op te nemen met de uitgever. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher. isbn 90 12 09574 3 issn 1566-5054 Inhoud Ten geleide 7 Artikelen 9 Paul Lucardie, Van profeten en zwepen, regeringspartners en volkstribunen. Een beschouwing over de opkomst en rol van nieuwe partijen in het Nederlandse poli­ tieke bestel 10 Koen Vossen, Dominees, rouwdouwers en klungels. Nieuwkomers in de Tweede Kamer 1918-1940 20 Marco Schikhof, Opkomst, ontvangst en ‘uitburgering’ van een nieuwe partij en een nieuwe politicus. Ds’ 70 en Wim Drees jr. 29 Anne Bos en Willem Breedveld, Verwarring en onvermogen. De pers, de politiek en de opkomst van Pim Fortuyn 39 Jos de Beus, Volksvertegenwoordigers van ver.
    [Show full text]
  • Notes Sources
    Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/31556 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Slaman, Pieter Title: Staat van de student : tweehonderd jaar politieke geschiedenis van studiefinanciering in Nederland Issue Date: 2015-01-21 noten Noten Noten inleiding 1 J. Noosemans, Beroyde student. Gespeelt op d’Amsterdamse schouburg den 7 Augusti, 1645. Ineke Grootegoed, Arjan van Leuvensteijn en Marielle Rebel eds. (Amster- dam 2004) 27. 2 Klikspaan, Studentenschetsen. Annemarie Kets, Mariëlle Lenders en Olf Praamstra eds., deel 1 (teksten) (Den Haag 2002) 376-377. 3 ‘Studiefinanciering’ is een relatief modern begrip, dat pas in1956 voor het eerst in de Tweede Kamer werd gebruikt. Het was oorspronkelijk een begrip met een bre- dere betekenis dan collectieve ondersteuning van studenten omdat het niet alleen publieke financiering omvatte, maar alle publieke en private middelen waaruit stu- denten hun opleiding konden bekostigen. Later kreeg het woord in het spraakge- bruik de meer beperkte betekenis van publieke voorziening die beoogt bij te dragen aan die bekostiging. Hier wordt uitgegaan van die moderne, meer beperkte beteke- nis. Zie: Verslag der Handelingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (Hande- lingen tk) 1955-1956 13 maart 1956, 2546. 4 Een studietoelage kan de vorm aannemen van een beurs, een lening of een combi- natie van beide. 5 Sije van den Bosch en Peter Zuydgeest, Studiefinanciering. Globale beschrijving van de rol van de rijksoverheid in de periode 1919-1986 (Den Haag 1987) 6 Bijvoorbeeld: Koos Wingelaar, ‘Rijksbursalen aan de universiteit van Utrecht 1815- 1843’, in: Oud-Utrecht 69 (1996) 100-106; Arnold A.J.
    [Show full text]
  • Leesfragment
    1 Hoe komen politici aan hun einde? Een poging tot typologie henk te velde Politiek is een eigenaardig metier, er zijn speciale kwaliteiten voor no- dig en zonder een flinke dosis ambitie slaag je er hoe dan ook niet ge- makkelijk in.1 Na-ijlende ambities bepalen nogal eens de toon van de teleurgestelde terugblik. Het afscheid van de politicus kan diverse vormen aannemen: de door een val abrupt gebroken ambitie van pro- fessionals en nieuwkomers; de teleurstelling aan het einde van een lange en succesvolle carrière van de politici die hun eigen tijd domi- neerden, of de milde stemming van hen die het politieke leven nogal relativerend bekeken en zich niet als (professioneel) politicus wensten te beschouwen. Telkens gaat het om een samengaan van politieke overwegingen en persoonlijke emoties. Die combinatie komt in iedere werkomgeving voor, maar zelden zo heftig en zichtbaar als in de poli- tiek. Politiek is een publieke zaak, en die vraagt om beslissen en han- delen en vaak om een verantwoording op een moment dat de emoties nog vers zijn. De alomtegenwoordigheid van troebele emoties maakt politiek tot een soms onaangename, maar ook menselijke en fascine- rende wereld. Ed van Thijn begint zijn boek Kroonprinsenleed, over opvolging in de politiek, met een citaat uit een rabbijns verhaal: ‘Het opgeven van autoriteit, macht, positie, status en functie is moeilijk, zelfs als je je opvolger hebt opgeleid. Naijver en jaloezie, verbijstering en wrok zijn de natuurlijke gevoelens’ en ook ‘vrees voor de onbekende toekomst, 11 Slotakkoord 11 | Elgraphic - Vlaardingen 20-01-21 14:17 slotakkoord voor het einde van de carrière en de mogelijkheid van de aanstaande dood.
    [Show full text]