PDF Hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/166010 Please be advised that this information was generated on 2018-07-07 and may be subject to change. Democratie en gezag Extremismebestrijding in Nederland, 1917-1940 Joris Gijsenbergh 507178-L-sub01-bw-Gijsenbergh Processed on: 19-12-2016 ISBN: 978-94-028-0464-5 Omslag en lay-out: Tara Kinneging, Persoonlijk Proefschrift Printing: Ipskamp Printing Afbeelding op de omslag: Affiche ‘Geen van beiden’ van de vereniging Eenheid door Democratie, vervaardigd in 1939 door ontwerper Delmo. Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Amsterdam, plaatsingsnummer IISG BG E2/39. Eventuele rechthebbenden kunnen zich wenden tot de auteur van dit proefschrift. Copyright©: 2016 Joris Gijsenbergh Dit werk maakt deel uit van het onderzoeksprogramma Omstreden democratie, dat gefinancierd is door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). 507178-L-sub01-bw-Gijsenbergh Processed on: 19-12-2016 Democratie en gezag Extremismebestrijding in Nederland, 1917-1940 Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Radboud Universiteit Nijmegen op gezag van de rector magnificus prof. dr. J.H.J.M. van Krieken, volgens besluit van het college van decanen in het openbaar te verdedigen op donderdag 19 januari 2017 om 12.30 uur precies door Joris Gijsenbergh geboren op 22 maart 1983 te Groningen 507178-L-sub01-bw-Gijsenbergh Processed on: 19-12-2016 Promotoren: Prof. dr. R.A.M. Aerts Prof. dr. M.E. Monteiro Copromotor: Dr. W.P. van Meurs Manuscriptcommissie: Prof. dr. C.C. van Baalen (Centrum voor Parlementaire Geschiedenis) Prof. dr. B. de Graaf (Universiteit Utrecht) Prof. dr. H. te Velde (Universiteit Leiden) 507178-L-sub01-bw-Gijsenbergh Processed on: 19-12-2016 507178-L-sub01-bw-Gijsenbergh Processed on: 19-12-2016 Inhoudsopgave Inleiding 9 Omstreden democratie en extremismebestrijding 9 Historiografie: van crisis naar creativiteit 16 Bronnenselectie 28 Repertoires van democratie 21 Structuur 32 Hoofdstuk 1. Kanalisering van de volksinvloed (1917-1920) 35 Inleiding 35 Uiteenlopende achtergronden van de revolutieangst 36 Restricties voor ordeverstorende Tweede Kamerleden 47 Balans 56 Uitbreiding van de volksinvloed 50 Hoofdstuk 2. Vertrouwen in de zelfredzaamheid van het representatieve stelsel (1920-1928) 59 Inleiding 59 Van angst naar afkeer 60 Milde behandeling van extremistische volksvertegenwoordigers 68 Onbeperkt kiesrecht 74 Het cordon sanitaire 72 Balans 82 Vrije toegang tot de volksvertegenwoordiging 77 Hoofdstuk 3. Bescherming en hervorming van de democratie (1928-1940) 85 Inleiding 85 Verschillende vijanden: ‘antidemocraten’ en ordeverstoorders 87 Redenen tot zorg: beïnvloedbare burgers en provocerende volksvertegenwoordigers 95 Balans 107 Buitenlandse voorbeelden: doemscenario of inspiratiebron? 101 Hoofdstuk 4. De bestrijding van extremistische volksvertegenwoordigers (1928-1940) 111 Inleiding 111 Tijdelijke schorsingen van onfatsoenlijke volksvertegenwoordigers 112 Permanente verwijdering van ‘beroepsopruiers’ 116 Preventieve uitsluiting van extremistische partijtjes en politieke delinquenten 122 Partijverboden 126 Balans 135 507178-L-sub01-bw-Gijsenbergh Processed on: 19-12-2016 Hoofdstuk 5. Versterking van het wettig gezag (1917-1940) 137 Inleiding 137 Begripsverschuiving van ‘het wettig gezag’ naar ‘Gezag’ 138 De wettigheid van de democratische gezagsorganen 142 Een sterke regering, maar geen ‘sterke man’ 146 Steun aan ‘het wettig gezag’ of bescherming van ‘de democratie’? 149 Balans 153 Hoofdstuk 6. Gezag in een gezonde democratie (1917-1940) 155 Inleiding 155 Volgzame burgers 156 Het ambtenarenverbod 161 Balans 172 Vrijwillige gezagshandhavers onder controle 167 Hoofdstuk 7. Vrijheid in verantwoordelijkheid (1917-1928) 175 Inleiding 175 Ordelijke straatpolitiek 182 Afkeer van buitenparlementaire ‘agitatie’ 177 Balans 191 Van censuur naar zelfcensuur 187 Hoofdstuk 8. Maatregelen tegen ‘misbruik’ van de vrijheid (1928-1940) 195 Inleiding 195 De bezwaren tegen ‘bandeloosheid’ 197 Geen politiek op straat 202 Politiek geweld: barbaars of staatsgevaarlijk? 207 Intensivering van de preventieve censuur op toneel, film en radio 212 Balans 222 Repressieve perscensuur 217 Conclusie 225 Dilemma’s rondom democratie 225 Creatieve crisis van de democratie 228 Strijd om de democratie 233 Meerwaarde van de repertoirebenadering 235 Lijst van afkortingen 243 Bronnen en literatuur 245 Summary 271 Dankwoord 283 507178-L-sub01-bw-Gijsenbergh Processed on: 19-12-2016 507178-L-sub01-bw-Gijsenbergh Processed on: 19-12-2016 Inleiding Omstreden democratie en extremismebestrijding 1 Columbia Law Review De joodse staatsrechtgeleerde Karl Loewenstein vluchtte na Hitler’s machtsovername naar de Verenigde Staten. Daar constateerde hij in 1938 in het dat veel Europese democratieën worstelden met een dilemma. Hij signaleerde verheugd dat steeds meer landen zich wapenden tegen hun binnenlandse staatsvijanden. Zij ontnamen rechten aan ‘antidemocratische’ partijen, lasterlijke propagandisten, gewelddadige demonstranten, revolutionaire samenzweerders en wanordelijke volksvertegenwoordigers. Tegelijkertijd merkte Loewenstein op dat Europeanen zich afvroegen hoe hard de overheden mochten optreden. Zouden hun restrictieve maatregelen de democratische idealen beschermen of juist uithollen? Dat was een dilemma, want er bestond veel onenigheid over de betekenis van ‘democratie’. De tegenstanders van repressie noemden het ondemocratisch om het onhoudbaarrecht op representatie was geworden, en de vrijheidnu communisten van meningsuiting, en fascisten vergadering democratische en vereniging rechten te beperken. Loewenstein verweet deze critici echter dat hun democratieopvatting misbruikten om de democratie af te schaffen. Uit eigen ervaring wist hij dat een democratie ten onder kon gaan aan haar verdraagzaamheid. Daaruit concludeerde hij dat de democratie hervormd moest worden om in leven te blijven. Hij toonde dat het debat over de bestrijding van ‘antidemocraten’ gepaard ging met fundamentele discussies over de essentie van ‘democratie’: Democracy, fighting fire with fire, begins to become militant. Liberal democracy, style 1900, slowly gives way to ‘disciplined’ or even ‘authoritarian’ democracy of the postwar depression pattern. Critics of such trends may contend that the cure for which it is intended to serve, may easily become a disease which ultimately under the delusion that democracy is a stationary and unchangeable form of will destroy what2 is essential in democratic values. Such objectors are evidently government. Nederland was tijdens het interbellum een goed voorbeeld van een democratie waarin de bestrijding van het extremisme een groot twistpunt vormde. Ook deze staat kampte in de jaren twintig en dertig met tegenstanders van het bestaande democratische stelsel. Deze extreemlinkse- en -rechtse groeperingen waren wel Zeitschrift für Politik Karl Löwenstein. Transatlantischer 1. DenkerR. van Ooyen, der Politik ‘Ein moderner Klassiker der Verfassungstheorie: Karl Löwenstein. Eine Skizze’, 51:1 (2004) 68-86, aldaar 73; M. Lang, (Stuttgart 2007). Columbia Law Review 2. K. Loewenstein, ‘Legislative control of political extremism in European democracies. Part II’, 38:5 (1938) 725–774, aldaar 774. 9 507178-L-sub01-bw-Gijsenbergh Processed on: 19-12-2016 INLEIDING kleiner dan in het buitenland. Daarom betwijfelden sommige politici en publicisten of strikt overheidsoptreden noodzakelijk was. De meeste gezagsdragers, politieke partijen, publicisten en anti-extremistische organisaties vonden het echter wel tijd voor actie. Zij wilden het extremisme indammen voordat het te laat zou zijn. Onderling waren zij echter verdeeld over de vraag hoever zij mochten gaan. Zij vroegen zich af of intolerante extremisten aanspraak konden maken op tolerantie. Verder overlegden zij met elkaar of de maatregelen tegen de extremistische bewegingen tevens andere bevolkingsgroepen mochten treffen. Veel commentatoren betoogden bijvoorbeeld dat de overheid het demonstratierecht van alle burgers moest beperken, zodat de extremisten niemand zouden kunnen ophitsen. Anderen noemden het juist onrechtvaardig om ook ‘onschuldige’ burgers dit grondrecht te ontnemen. 3Dergelijke vraagstukken hielden de gemoederen tijdens het interbellum flink bezig. De meningen raakten nog verder verdeeld omdat het begrip ‘democratie’ op meerdere manieren kon worden geïnterpreteerd. Iedereen was het erover eens dat extremisme bestrijding ‘democratisch’ moest verlopen, maar wat dat inhield was onderwerp van debat. Zo stond ter discussie welke democratische waarden, instituties en praktijken bescherming verdienden. Belangrijker nog was de vraag hoe ver een democratie mocht gaan om zichzelf te verdedigen. Concreet kwam daarbij ter sprake welke anti-extremistische maatregelen ‘democratisch’ of juist ‘ondemocratisch’ genoemd konden worden. Daarachter schuilde de fundamentele vraag of autoritair optreden in overeenstemming of juist in strijd was met de democratische kernwaarden. Deze kwesties veroorzaakten een conflict tussen groeperingen die allemaal beweerden dat zij als enigen wisten wat ‘democratie’ werkelijk betekende. Politici en publicisten claimden dit concept om hun houding tegenover het extremisme te legitimeren. Tegelijkertijd bestempelden zij de standpunten van hun tegenstanders als ‘ondemocratisch’, om hen te diskrediteren. Dat dwong de betrokkenen om hun eigen