Beproefde Samenwerking Katholieken En Vrijzinnigen in De Vlaamse Beweging, 1860-1914

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Beproefde Samenwerking Katholieken En Vrijzinnigen in De Vlaamse Beweging, 1860-1914 Beproefde samenwerking Katholieken en vrijzinnigen in de Vlaamse beweging, 1860-1914 LODE WILS1 De eis tot vernederlandsing van de rijksuniversiteit Gent werd ontwikkeld en ge- propageerd door twee ‘Hogeschoolcommissies’. De eerste werd in 1896 ingesteld door het 23ste Nederlands Taal- en Letterkundig Congres, de tweede in 1907 door de Groep België van het Algemeen Nederlands Verbond. Daarbij stipte Arie Willemsen aan: “Het mag misschien opmerkelijk toeschijnen, dat twee Groot-Neder- landse organismen de media waren, waarvan men zich bediende. De reden hiervoor was, dat er geen enkele Vlaamse vereniging was, waar Vlaamsgezinden van diverse richtingen allemaal tesamen kwamen.” 2 In de moeizame, soms zelfs onbestaande samenwerking tussen de verschillende strekkingen binnen de Vlaamse beweging komt het wezen zelf van die beweging tot uiting. Vermits zij pas was ontstaan uit het enthousiasme van de Belgische Revolutie, had ze niet meer zoals de Oost- en Midden-Europese nationale bewe- gingen tot doel het Ancien régime af te schaffen of de bourgeoisie aan de macht te brengen: dat was al gebeurd. De Vlaamse beweging was bij haar begin enkel een patriottische stroming voor de ‘nationale taal’. Welnu, van meet af aan bestond er in haar schoot een spanning tussen de seculiere geestelijkheid die haar onder- steunde omdat ze in die taal een drager zag van “het geloof onzer vaderen”, en de letterkundigen die haar wilden gebruiken als een instrument voor volksverlichting en vooruitgang. De Antwerpse literatoren weigerden in 1840 en opnieuw in 1843 zich aan te sluiten bij de vraag om een Vlaamse academie, “bijzonder als Leuven daar aan het hoofd van is”, zoals Pieter Frans van Kerckhoven het uitdrukte. En Hendrik Conscience voegde erbij, doelend op kanunnik Jan David die hoogleraar was aan de Katholieke Universiteit Leuven: “Ik betrouw niet al te veel zekere personen, die een zaak niet involgen maar dezelve willen dwingen om te werken tot de vooruitgang van een princiep dat haar, hoogstgenomen, vreemd is.” 3 1. Met dank aan mijn collega’s Jo Tollebeek en Gilbert De Smet voor hun waardevolle suggesties. 2. A.W. WILLEMSEN, De Vlaamse Beweging, deel I, van 1830 tot 1914, Hasselt, 1974, p. 357. 3. L.WILS, Kanunnik Jan David en de Vlaamse Beweging van zijn tijd, Leuven, 1957, pp. 194- 198. Wetenschappelijke Tijdingen • LVIII/III/1999 155 Vanaf 1846 kwam het, over de richting die de beweging uit moest, tot een felle strijd binnen het kleine groepje flaminganten. Aan de ene kant stonden degenen die, zoals Van Kerckhoven, kordaat kozen voor de liberale partij als de partij van de vooruitgang, ook al had die weinig belangstelling voor de nationale taal. De meerderheid daarentegen hield het, met Conscience in Antwerpen en August Snellaert in Gent, bij een unionistische opstelling om het contact niet te verliezen met de conservatief-klerikale opinie die, net als in de andere kleine taalgebieden van Europa destijds,4 wél sympathie toonde voor de taal der vaderen. Conscience had daarom het antiklerikalisme geweerd uit de tweede editie van zijn roman Het Wonderjaar, maar werd nu door de eerste groep aangevallen als een verrader.5 In 1848 veroorzaakte de Europese revolutiegolf een democratische bewustwor- ding, waardoor jonge flaminganten niet meer alleen de nationale taal gingen verdedigen tegenover die van het annexionistische Frankrijk, maar ook de volks- taal tegenover die van de elites. Dat versterkte de éénmakende kracht van de be- weging onder de kleine burgerij. In 1851 verenigden de meeste Antwerpse Vlaamsgezinden zich in een ‘Vlaamse burgerpartij’ die Conscience kandidaat stelde bij de gemeenteraadsverkiezingen, in een stilzwijgend bondgenootschap met de unionistisch-katholieke partij tegen de liberale, die door Franstalige groothandelaars werd gedomineerd. Maar ook toen bleef er een minderheid die uitdrukkelijk de liberale partij steunde. De landdagen en het streven naar een volkspartij In de jaren zestig Vooral in de jaren 1860 wilde de voorhoede van de Vlaamse beweging een ‘onafhankelijke volkspartij’ vormen die ook de niet-stemgerechtigde meerderheid van de bevolking zou vertegenwoordigen, los van de tegenstelling tussen klerikaal en antiklerikaal. Zoals voor de Meetingpartij in Antwerpen vormde de taal nog slechts een onderdeel van het programma, naast antimilitarisme, uitbreiding van het stemrecht en andere sociale en progressieve maatregelen. In die vorm en met een figuur als Emiel Moyson oefende de Vlaamse beweging gedurende enkele jaren een sterke invloed uit op de beginnende arbeidersbeweging in Antwerpen en 4. E.J. HOBSBAWM, Nations and Nationalism since 1780, Cambridge, 1990, pp. 41 en 119-120. 5. Zie, ook voor de volgende alinea: L. WILS, De politieke oriëntering van de Vlaamse Beweging (1840-1857), Antwerpen, 1959. 156 Wetenschappelijke Tijdingen • LVIII/III/1999 Gent.6 Een uitdrukking van het streven naar een onafhankelijke volkspartij vormden ook de drie landdagen die van 1864 tot 1867 werden gehouden. Dat waren langdurige en massale volksvergaderingen waar vooraanstaande flaminganten en verenigingen van diverse strekking en uit het hele land in het bureau zitting namen, het woord voerden of brieven van instemming lieten voorlezen. Maar in Gent was het onmogelijk om de meeste flaminganten te verenigen in één politiek lichaam. De poging die in 1861-1862 ondernomen werd om een Vlaams Verbond te stichten, leidde er zelfs tot een verhevigde tegenstelling. De groep rond de arts Snellaert die de taalstrijd wilde voeren in een onafhankelijke volks- partij, stond er tegenover die rond de jonge advocaat Julius Vuylsteke die deze taalstrijd verbond met de strijd voor de vrije gedachte, in de schoot van de liberale partij.7 Even leek het er toch op dat ‘een nieuwe unie van 1830’ mogelijk was tussen katholieke en liberale flaminganten. In januari 1864 bestreden ze in Brugge geza- menlijk en met succes de kandidatuur van het doctrinaire boegbeeld Paul Devaux voor de Kamer; Vuylsteke en Moyson stonden toen aan dezelfde kant als Guido Gezelle. In maart richtte de Antwerpse dichter Frans de Cort zijn oproep Aan de mannen van Gent: “Scheurt aan flarden De kokarden Die u onderscheiden. Saam ter bane Ene vane Zal ter zege leiden. (...) Vlaamsgezinden, Vlaamse vrinden, Zo wij eens verwinnen... Liberalen Klerikalen, Dan moogt gij beginnen!” 6. L. WILS, Het ontstaan van de Meetingpartij te Antwerpen en haar invloed op de Belgische politiek, Antwerpen, 1963. L. WILS, Tussen taalstrijd en arbeidersbeweging: de ‘Onafhankelijke Volkspartij’ in de jaren 1860, in: L. WILS, Vlaanderen, België, Groot-Nederland. Mythe en Geschiedenis, Leuven, 1994, pp. 197-227. 7. J. VERSCHAEREN, Julius Vuylsteke (1836-1903). Klauwaard & Geus, Kortrijk, 1984. Wetenschappelijke Tijdingen • LVIII/III/1999 157 Maar Gezelle en Vuylsteke in eenzelfde Vlaamse beweging verenigen, was onmo- gelijk. Rond 1870 liep de onafhankelijke volkspartij dood omdat de tegenstelling tussen de Kerk en de vrije gedachte onoverbrugbaar werd na de encycliek Quanta cura en de afkondiging van de pauselijke onfeilbaarheid. Daar kwam nog bij dat het gevaar van het annexionistische Frankrijk verdwenen was na zijn nederlaag tegen Duitsland en dat de Parijse Commune de sociaal-politieke tegenstellingen had verhevigd. Ook in Antwerpen won de strekking-Vuylsteke veld. In december 1873 stapte een Brusselse groep rond Julius Hoste naar haar over, hoewel ze enkele maanden tevoren nog een laatste landdag had georganiseerd.8 In heel de Belgische samenleving nam de polarisering toe in die jaren, om te culmineren in de schoolstrijd van 1879-1884. In de Vlaamse beweging werd de tegenstelling geïnstitutionaliseerd en verhevigd door de oprichting van een katho- liek Davidsfonds in 1875, tegen het Willemsfonds dat door Vuylsteke werd uitgebouwd tot een dynamische liberale cultuurorganisatie. Gedurende enkele jaren werd door deze liberalen elke samenwerking op politiek gebied met klerikale en onafhankelijke flaminganten uitgesloten. Nochtans bleef hun positie zwak binnen hun liberale partij, waarin mettertijd een uitgesproken afkeer van de ‘klerikale’ Vlaamse beweging was gegroeid. Dat werd in de hand gewerkt door de ontwikkeling in de katholieke zuil die stilaan vorm kreeg. Daar werd sympathie voor ‘het Vlaams’, of zelfs voor een Gezelliaans provinciaal taalgebruik, gekoppeld aan een ultramontaanse afgeslotenheid van de moderne wereld. Voor zulk een “graf met een Vlaams opschrift” bedankte Vuylsteke! In de jaren tachtig Rond 1880 kwam het tot een opleving van strijdbaarheid bij de Vlaamsgezinden, ook bij de liberalen in Brussel rond Julius Hoste en in Antwerpen rond Jan van Rijswijck jr. Op initiatief van Hoste en van de Brusselse afdeling van het Willems- fonds, en ondanks het verzet van Vuylstekes Gentse weekblad Het Volksbelang, werkten liberale en katholieke flaminganten in 1881 samen in een huldeviering aan Conscience, die daarna door soortgelijke vieringen werd gevolgd. De Antwerpse en vooral de Brusselse liberale flaminganten bewogen een tiental liberale parle- mentsleden om de regering-Frère-Orban onder druk te zetten zodat ze samen met de katholieke oppositie in 1883 een belangrijke taalwet op het officieel middel- baar onderwijs konden doordrukken. In Gent daarentegen waren de voorstanders 8. Over die landdag: J.M. LERMYTE, De eerste taalwet: die op de strafrechtspleging in 1873, in: L. WILS (red.), De houding van de politieke partijen tegenover de Vlaamse beweging in de 19e eeuw, Heule, 1972, (Standen en Landen LIX), pp. 170-177. 158 Wetenschappelijke Tijdingen • LVIII/III/1999 van zo een radicale koers
Recommended publications
  • Belgian Internationalists, the Great War and the Quest for Peace Daniel Laqua
    Belgian Internationalists, the Great War and the Quest for Peace Daniel Laqua To cite this version: Daniel Laqua. Belgian Internationalists, the Great War and the Quest for Peace . Marie-Louise Pelus- Kaplan, Anne-Marie Bernon-Gerth, Liliane Crips et Nicole Gabriel. Être citoyen du monde. Entre destruction et reconstruction du monde : les enfants de Babel XIVe-XXIe siècles, Édition Université Paris Diderot, pp.135-150, 2015, 978-2-7442-0198-1. hal-01322633 HAL Id: hal-01322633 https://hal.archives-ouvertes.fr/hal-01322633 Submitted on 27 May 2016 HAL is a multi-disciplinary open access L’archive ouverte pluridisciplinaire HAL, est archive for the deposit and dissemination of sci- destinée au dépôt et à la diffusion de documents entific research documents, whether they are pub- scientifiques de niveau recherche, publiés ou non, lished or not. The documents may come from émanant des établissements d’enseignement et de teaching and research institutions in France or recherche français ou étrangers, des laboratoires abroad, or from public or private research centers. publics ou privés. DANIEL LAQUA1 BELGIAN INTERNATIONALISTS, THE GREAT WAR AND THE QUEST FOR PEACE In 1932, Henri Pirenne – widely renowned for his work on medieval towns – published the final part of his Histoire de Belgique. The first instalment of his magnum opus had appeared more than three decades earlier and tackled a period long before Belgium’s independent statehood, from Antiquity to end of the High Middle Ages2. It was only with volume VII that Pirenne finally reached the era since the Belgian Revolution of 1830. The account drew a wider picture of the country before the First World War.
    [Show full text]
  • Discord & Consensus
    c Discor Global Dutch: Studies in Low Countries Culture and History onsensus Series Editor: ulrich tiedau DiscorD & Discord and Consensus in the Low Countries, 1700–2000 explores the themes D & of discord and consensus in the Low Countries in the last three centuries. consensus All countries, regions and institutions are ultimately built on a degree of consensus, on a collective commitment to a concept, belief or value system, 1700–2000 TH IN IN THE LOW COUNTRIES, 1700–2000 which is continuously rephrased and reinvented through a narrative of cohesion, and challenged by expressions of discontent and discord. The E history of the Low Countries is characterised by both a striving for consensus L and eruptions of discord, both internally and from external challenges. This OW volume studies the dynamics of this tension through various genres. Based C th on selected papers from the 10 Biennial Conference of the Association OUNTRI for Low Countries Studies at UCL, this interdisciplinary work traces the themes of discord and consensus along broad cultural, linguistic, political and historical lines. This is an expansive collection written by experts from E a range of disciplines including early-modern and contemporary history, art S, history, film, literature and translation from the Low Countries. U G EDIT E JANE FENOULHET LRICH is Professor of Dutch Studies at UCL. Her research RDI QUIST AND QUIST RDI E interests include women’s writing, literary history and disciplinary history. BY D JAN T I GERDI QUIST E is Lecturer in Dutch and Head of Department at UCL’s E DAU F Department of Dutch.
    [Show full text]
  • Activisme | International Encyclopedia of the First World
    Activisme By Antoon Vrints A minority of the adherents of the Flemish movement were willing to collaborate with the German occupier in the context of Flamenpolitik. This minority labelled themselves “activists”, stressing their dislike of the Belgian patriotic truce. Table of Contents 1 Definition 2 Debate 3 Impact Selected Bibliography Citation Definition The term “activisme” refers to the part of the Flemish Movement that was willing to collaborate politically with the German occupier in Belgium during the First World War. Both the perspectives offered by the German Flamenpolitik and the fulfilment of the Flemish movement’s pre-war demands – in fact, far beyond what was originally demanded – were decisive in this regard. The fraction was referred to as “activist” since it was willing to break with the Belgian patriotic truce in contrast to the majority of the adherents of the Flemish movement, who remained loyal to the Belgian state. Activisme represented a double watershed in the history of the Flemish Movement. It not only initiated anti-Belgian Flemish nationalism as a political current, but also heralded the beginning of authoritarianism within the Flemish Movement. The “activist” political collaboration was intrinsically authoritarian, since it wanted to use the German force’s presence (including violence, if needed) to impose its program on the unwilling Flemish population that first and foremost wanted the departure of the repressive occupation regime. This was in contrast to the flamingants (adherents of the Flemish movement), such as the Catholic politician Frans van Cauwelaert (1880-1961), who did not want to isolate themselves from the population and therefore remained loyal to the Belgian state; they wanted to implement the Flemish movement’s program by parliamentary, democratic means.
    [Show full text]
  • Bruno De Wever the FLEMISH MOVEMENT and FLEMISH NATIONALISM INSTRUMENTS, HISTORIOGRAPH
    Bruno De Wever THE FLEMISH MOVEMENT AND FLEMISH NATIONALISM INSTRUMENTS, HISTORIOGRAPHY AND DEBATES The historiography of the Flemish movement and the Belgian nationality conflict is very extensive and diverse. The seven-part Bibliografie van de Vlaamse beweging (Bibliography of the Flemish movement) on the years 1945 to 2001 contains almost 20,000 titles.1 Although by far not all titles are scientific and historiographical, it says something about the extent of the production. It is obviously impossible to strive for completeness in the few words of this article. I will limit myself to the main working instruments with which I also address the scientific infrastructure. Furthermore I provide an overview of the basic works and the most significant literature in English, French and German. Finally I give a concise overview of the smouldering historiographical debates. Instruments Jo Tollebeek, one of the most important connoisseurs of the Belgian historiographical production, concludes that from the 1970s on quantitative as well as qualitative research increased greatly as the result of a process of professionalisation and the development of an infrastructure specifically focused on the study of the history of the Flemish movement.2 Bruno De Wever, ‘The Flemish movement and Flemish nationalism. Instruments, historiography and debates’, in: Studies on National Movements, 1 (2013) pp. 50-80. http://snm.nise.eu Studies on National Movements, 1 (2013) | ARTICLES The input of the Flemish universities was very important in this regard. Broadly speaking, from the 1960s on and culminating in the years 1970- 1980, hundreds of dissertations and dozens of doctoral theses on the Flemish movement were written in the history departments of Belgian universities.3 The above-mentioned Bibliografie van de Vlaamse beweging offers a voluminous but rather unselective overview of the literature.
    [Show full text]
  • Frans Van Cauwelaert. Zijn Plaats in De Vlaamse Natievorming
    Frans van Cauwelaert. Zijn plaats in de Vlaamse natievorming door Lode WILS Summary Frans van Cauwelaert, a Member of Parliament for Antwerp, was in 1910-1935 the dominant figure in the Flemish Movement. He realized the full equality of Flanders and Wallonia on the basis of the monolingual status of each region. From 1970 on, this led to the devolution of power to the regions. Frans van Cauwelaert (1880-1961) staat vooral bekend als de auteur van de wetgeving die, tussen beide Wereldoorlogen, het eentalig Nederlands karakter van Vlaanderen heeft vastgelegd in het onderwijs, het bestuur, het gerecht en het leger. Zelf was hij een product van de Vlaamse beweging die hem voorafging, zoals hij een grondslag legde voor de Vlaamse Gemeenschap en het Gewest, die pas na zijn dood werden gevormd. 1. EEN VLAAMSE BEWEGING De Vlaamse beweging ontstond uit het enthousiasme van de Belgische Revolutie die in 1830, als een van de eerste in Europa, de omvorming in een moderne natiestaat voltooide van de Zuid­ Nederlandse en Luikse protonaties. De beweging voor het alzijdig gebruik van "de landstaal" als bestuurs- en cultuurtaal was een onderdeel van een algemeen cultureel reveil dat ook de nationale kunst en literatuur wilde stimuleren, de vaderlandse geschiedenis bestuderen en verheerlijken. De volkstaal werd daarbij gezien als een symbool van vrijheid en nationaliteit. Zoals in de meeste kleine taalgebieden van Europa, waren het vooral de godsdienstig georiënteerde en conservatieve groepen die de volkstaal wilden gebruiken als bestuurs- en cultuurtaal. Want zij zagen haar als drager van de nationale traditie die sinds eeuwen met de godsdienst verstrengeld was.
    [Show full text]
  • Het Schandaal Van De Bank
    Sap versus van Zeeland: politieke titanen kruisen de degens in de jaren '30 KAREL VAN NIEUWENHUYSE doctorandus geschiedenis, K. U. Leuven _______________________________________ wetenschappelijk medewerker afdeling politologie In de literatuur omtrent het interbellum wordt heel dikwijls verwezen naar het conflict tussen Gustaaf Sap, West-Vlaams politicus en eigenaar van het dagblad De Standaard, en Paul Van Zeeland, achtereenvolgens directeur en vice-gouverneur bij de Nationale Bank van België en tussen maart 1935 en oktober 1937 premier. De twist tussen beide tenoren deed toentertijd heel wat stof opwaaien, en leidde zelfs tot de val van de tweede regering-Van Zeeland. Op de redenen en achtergronden ervan werd totnogtoe evenwel haast nog nooit ingegaan.1 Steevast wordt het conflict afgedaan als ontsproten uit de grenzeloze persoonlijke afkeer van Sap voor zijn opponent Van Zeeland. In deze studie willen wij in eerste instantie een verloop van het conflict bieden, waarbij we de nadruk leggen op het hoogtepunt ervan gedurende de tweede regering-Van Zeeland. Toch zien wij ons genoodzaakt een relatief grote omweg te maken via de sterlingkwestie over de regering-de Broqueville t.e.m. de eerste regering-Van Zeeland. Dergelijke historische tour d'horizon lijkt ons immers noodzakelijk om tot een betere en juistere perceptie van het conflict te komen. Daarnaast trachten we te peilen naar de diepere oorzaken die aan de basis lagen van de tweespalt. 1. DE WORTELS VAN HET CONFLICT: VAN DE STERLINGKWESTIE (1931-'32) TOT DE VERKIEZINGEN VAN MEI 1936 1.1. Van stabilisatie naar sterlingkwestie (1925/'26-1932) 1. Twee uitzonderingen hierop vormen het werk van Durnez over De Standaard en het artikel van Gerard over Gustaaf Sap.
    [Show full text]
  • The Left and Flemish Nationalism: Living Apart Together in Belgium Bruno De Wever Bad Timing
    View metadata, citation and similar papers at core.ac.uk brought to you by CORE provided by Ghent University Academic Bibliography The Left and Flemish Nationalism: Living Apart Together in Belgium Bruno de Wever Only time will tell to what extent the electoral victory of the nationalist New Flemish Alliance [N-VA] in 2010 and the institutional crisis that followed were a turning point in the political emancipation of Flanders. But it is clear that times have changed and the end of the Belgian state is no longer considered a piece of political science fiction. Nevertheless, the Left in Flanders continues to behave as it always has for over a century during which it has defined the demand for greater Flemish independence as a right-wing project that deserves no sympathy from social democrats. Why is that? Bad Timing Nation formation as such is not a right-wing project. In the 18th and 19th centuries, when most of the European nations emerged, nationalism was often an emancipating force directed against the Ancien Régime in favour of equal rights for all citizens. In the 20th century, nationalism was one of the driving forces behind decolonisation, directed against the exploitation of non-Western societies. Nation formation and nationalism must be seen in their historical context. The Czech historian, Miroslav Hroch’s model of nationalism offers a framework that throws light on why the Left has not played an active role in Flemish Nationalism. Hroch developed his theory of small nation-formation in the 1960s. Wider academic acclaim followed after an English translation appeared in the 1980s1 and the validity of his model is now universally accepted.
    [Show full text]
  • Zaalteksten En.Indd
    city and university since 1817 ENgallery texts downloadable from www.stamgent.be please drop me in the box as you leave city and since 1817 university October 9th 1817 saw the ceremonious opening of the university in Ghent. Since that day back in 1817 the university has become firmly embedded in the city and is now an unmissable part of the street­ scape. Students live here, hurry by bicycle from one building to another and also take advantage of the university city’s vibrant nightlife. Campuses are expanding and a fourth tower has appeared on the skyline, the Book Tower. The exhibition looks back at the inter­ action between city and university over the last 200 years. It also looks to the future. ‘City and University. Since 1817’ is a STAM exhibition about the university, the city and above all about their coexistence — yesterday, today and tomorrow. 2 1 ] a university The Belgian Revolution in August for ghent 1830 was the start of a chaotic period. Two of the four faculties In 1817 Ghent acquired were scrapped and Orangist Ghent a university. At the time Ghent feared for its university. The uncer­ — like the rest of what is tainty came to an end in Septem­ today Belgium — was part ber 1835: Ghent would retain of the United Kingdom its university, with four faculties. of the Netherlands. In 1815, at the beginning of 1.01 ] The early days the newly created United Kingdom of the university of the Netherlands, education in the south was in a sorry state, On November 3rd 1817 classes having been badly neglected.
    [Show full text]
  • Fostering the Catholic Cultural Ties Between the Netherlands And
    Fostering the Catholic cultural ties between the Netherlands and Flanders A study on the reflections of the Dutch Catholic intellectuals involved in the periodical ‘De Beiaard’ regarding the First World War and its outcome Research Master Thesis in Historical Studies Supervised by Dr Jan Brabers Christoph van den Belt s4037146 Radboud University [email protected] 12th of August, 2016 Diese Masterarbeit ist meinen lieben Großeltern Ursula und Georg Hohmann aus Weimar gewidmet 1 ‘Ich wollte einfach alles wissen.’ (Professor Dr.-Ing. habil. Georg Hohmann – mein Großvater) ‘Ik heb aan ’t eind van een studie altijd angst, niet genoeg gedocumenteerd te zijn, een soort examenvrees om nog een en ander en alles tegelijk na te slaan.’ (Gerard Brom) 2 Table of contents Introduction ........................................................................................................................................... 5 Chapter 1 – Status Quaestionis ............................................................................................................ 8 The Dutch ............................................................................................................................................ 8 Dutch Catholics ................................................................................................................................. 10 Dutch intellectuals ............................................................................................................................. 12 Catholic intellectuals ........................................................................................................................
    [Show full text]
  • 010 Currentissues Jaune 2012
    Current Issues in Belgian History 218 CURRENT ISSUES IN BELGIAN HISTORY When was the end of Belgium? it another meaning. According to him, the Explanations from the past successful and rapid restoration of Belgian Bruno De Wever & Chantal Kesteloot society in the post-war years was also the basis for “the failure of Belgium as a nation- state and as a political community”2. Here Since the formation of the last federal he obviously refers to the current crisis in government which dragged on for 541 days Belgium, a process that according to him and with which Belgium allegedly achieved started in the 1970s, but therefore also had a by no means enviable record, it has been roots in the period he studied. “Unlike in known all over the world that there are France, Germany, or Italy, a change of regime serious political problems in the Kingdom as did not take place after the Second World a result of tensions between the two language War. The absence of any renewal of the communities. The survival of the country has constitutional and political framework did even been called into question. have measurable consequences in terms of the increasing divorce between the institutions Historians specialised in Belgian history of the Belgian state and the rapidly changing searched for the origin of the current crisis. social landscapes of the country. Regionalist Their analyses are divergent, both in defining sentiments and the political movements which the moment at which things started to go sought to give expression to them (…) gained wrong and in the reasons for the disintegration strength because they became the political of the two language communities.
    [Show full text]
  • Download PDF Van Tekst
    Gedenkschriften over Vlaamse Beweging en Belgische politiek Uit het archief van Frans van Cauwelaert 1 Frans van Cauwelaert editie Reginald De Schryver bron Frans van Cauwelaert, Gedenkschriften over Vlaamse Beweging en Belgische politiek. Uit het archief van Frans van Cauwelaert 1 (ed. Reginald De Schryver). De Nederlandsche Boekhandel, Antwerpen 1971 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/cauw005gede01_01/colofon.htm © 2008 dbnl / Reginald De Schryver & erven Frans van Cauwelaert 5 Inleiding Een staatsman van formaat laat niet noodzakelijker wijze een belangrijk archief na, en ook indien veel overgebleven is, wordt zijn leven en werk er soms zeer onvolledig in teruggevonden. Omgekeerd kan men zich zonder moeite een kostbaar archief voorstellen, dat meer het werk is geweest van een verdienstelijk verzamelaar dan het gevolg van een betekenisvol politiek en sociaal engagement. In het geval van Frans Van Cauwelaert evenwel hebben we te maken met een archief, dat in kwalitatief en kwantitatief opzicht merkwaardig mag worden genoemd. De kwaliteit komt van het niveau waarop zich, gedurende meer dan een halve eeuw, zijn ‘openbaar leven’ heeft afgespeeld. Waar men ook uit zijn nalatenschap een document ophaalt, telkens wordt het een verwijzing naar zijn belangrijke en veelzijdige loopbaan. Wie enigszins vertrouwd is met de Belgische politiek en de Vlaamse Beweging van de twintigste eeuw, weet dat Van Cauwelaerts naam er niet meer kan worden uit weggedacht, daar hij beide sterk heeft beïnvloed en mede bepaald. Werd hij niet onlangs
    [Show full text]
  • Open David J. Hensley MA Thesis
    The Pennsylvania State University The Graduate School College of the Liberal Arts THE BLURRED BOUNDARIES OF BELGIANNESS: WALLOON INTELLECTUALS, PRIDE, AND THE DEVELOPMENT OF REGIONALIST RHETORIC, 1884-1914 A Thesis in History by David J. Hensley ©2008 David J. Hensley Submitted in Partial Fulfillment of the Requirements for the Degree of Master of Arts August 2008 The thesis of David J. Hensley was reviewed and approved* by the following: Sophie C. de Schaepdrijver Associate Professor of History Thesis Adviser Jennifer A. Boittin Josephine Berry Weiss Early Career Professor in the Humanities Assistant Professor of French and Francophone Studies and History Philip Jenkins Edwin Erle Sparks Professor of Humanities Professor of History and Religious Studies Sally McMurry Professor of History Head of the Department of History and Religious Studies *Signatures are on file with the Graduate School. ii ABSTRACT Most analyses of regionalist sentiments in Belgium are hindered by an overly finalist interpretation of Belgian history, in which Belgium is an "artificial" construct in which two "real" populations, Flemings and Walloons, have uneasily coexisted, waiting for the eventual break-up of the state. From this perspective, the Flemish and Walloon Movements are the "awakenings" of these primordial groups. I argue instead that regionalism is a form of discourse, a "political idiom" which historical actors develop and use in the course of political debates on a wide array of issues which are portrayed as connected to regional identities. In particular, I examine the Walloon Movement in the three decades before World War I. I propose that this movement was the domain of ambitious but frustrated men in the literary and political fields who felt symbolically "dominated" by a clerical, "Flemish" government.
    [Show full text]