Download PDF Van Tekst

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Download PDF Van Tekst Gedenkschriften over Vlaamse Beweging en Belgische politiek Uit het archief van Frans van Cauwelaert 1 Frans van Cauwelaert editie Reginald De Schryver bron Frans van Cauwelaert, Gedenkschriften over Vlaamse Beweging en Belgische politiek. Uit het archief van Frans van Cauwelaert 1 (ed. Reginald De Schryver). De Nederlandsche Boekhandel, Antwerpen 1971 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/cauw005gede01_01/colofon.htm © 2008 dbnl / Reginald De Schryver & erven Frans van Cauwelaert 5 Inleiding Een staatsman van formaat laat niet noodzakelijker wijze een belangrijk archief na, en ook indien veel overgebleven is, wordt zijn leven en werk er soms zeer onvolledig in teruggevonden. Omgekeerd kan men zich zonder moeite een kostbaar archief voorstellen, dat meer het werk is geweest van een verdienstelijk verzamelaar dan het gevolg van een betekenisvol politiek en sociaal engagement. In het geval van Frans Van Cauwelaert evenwel hebben we te maken met een archief, dat in kwalitatief en kwantitatief opzicht merkwaardig mag worden genoemd. De kwaliteit komt van het niveau waarop zich, gedurende meer dan een halve eeuw, zijn ‘openbaar leven’ heeft afgespeeld. Waar men ook uit zijn nalatenschap een document ophaalt, telkens wordt het een verwijzing naar zijn belangrijke en veelzijdige loopbaan. Wie enigszins vertrouwd is met de Belgische politiek en de Vlaamse Beweging van de twintigste eeuw, weet dat Van Cauwelaerts naam er niet meer kan worden uit weggedacht, daar hij beide sterk heeft beïnvloed en mede bepaald. Werd hij niet onlangs nog door een gezaghebbend historicus, eertijds een politiek tegenstander, ‘wellicht de belangrijkste Vlaamse figuur uit de eerste helft van de twintigste eeuw’ genoemd, en door een letterkundige-diplomaat met grote naam als degene die ‘met kop en schouders ver boven vele politici uitstak’?(1) Wat de kwantiteit betreft, deze vloeit niet alleen voort uit de genoemde volheid van zijn carrière, maar komt tevens daarvan, dat Van Cauwelaert - hoezeer een man van woord en daad - ook in hoge mate met de pen in de hand heeft geleefd en dat hij, vooral vanaf zijn intrede in het parlement in 1910, vrij systematisch een eigen archief heeft bijgehouden. Het was bovendien een karaktertrek van hem, veel te bewaren: uit wat een massa brieven, notities, knipsels en documenten allerlei zijn archief (thans in bewaring bij zijn dochter in Antwerpen) al niet is samengesteld! Voor de historicus een boeiende speurtocht, en een voorrecht voor wie er publicaties uit verzorgen mag. (1) Aldus resp. H.J. ELIAS en MARNIX GIJSEN in een vraaggesprek met Gaston Durnez, verschenen in het dagblad De Standaard resp. op 11 juni en 22 sept. 1970. Frans van Cauwelaert, Gedenkschriften over Vlaamse Beweging en Belgische politiek 6 Al kan men voor een reconstructie en beoordeling van Van Cauwelaerts leven en voor een onderzoek naar zijn rol en betekenis ook terecht in menige andere nalatenschap en vooral in een uitvoerig gedrukt bronnenmateriaal - men denke inzonderheid aan de Handelingen van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, of aan de dag- en weekbladen waaraan hij medewerkte of die hijzelf heeft geleid -, toch blijft het onvervangbaar, dit alles aan te vullen met wat zijn archief aan briefwisseling, journaalnotities, gedenkschriften en documenten bevat. Ook wat tot nu toe van en over Van Cauwelaert werd gepubliceerd - hoe waardevol ook -, maakt deze aanvulling niet overbodig. Uitgaande van teksten van zijn hand - doorgaans betrof het reeds gedrukt materiaal, slechts uitzonderlijk een aanhaling uit archiefstukken - hebben R. Roemans en H. Van Assche een zeer geslaagd levensbeeld van hem opgehangen(2). Van Cauwelaert is ook zelf aan het woord in de publicatie van een voorbereidend gesprek, dat als leidraad heeft gediend voor een televisie-uitzending op 13 mei 1960(3). Over Van Cauwelaert verscheen bij zijn zeventigste verjaardag een vriendenhulde, bestaande uit biografische artikels door kroongetuigen van zijn leven(4). Een jaar na zijn dood gaf H. Borginon een beknopte visie op Van Cauwelaert(5), terwijl als grondiger essay vooralsnog alleen een studie van H.J. Elias kan worden vermeld(6). Voor Van Cauwelaerts bio-bibliografie beschikken we over de uitstekende maar toch nog te vervolledigen lijst van P. Van Molle(7). (2) Frans Van Cauwelaert. Een levensbeeld gevestigd op persoonlijke getuigenissen en eigen werk door Dr. Rob. ROEMANS en Dra. Hilda VAN ASSCHE, Hasselt, 1963, 186 blz., 20 foto's. (3) Frans Van Cauwelaert, in J. FLORQUIN, Ten huize van... Ontmoetingen met Vlaamse kunstenaars en andere vooraanstaanden. Tweede reeks, Leuven, 1964, p. 211-230. (4) Frans Van Cauwelaert. Vriendenhulde bij zijn zeventigste verjaardag, Antwerpen, 1950, 197 blz. (5) H. BORGINON, Er had een andere Van Cauwelaert kunnen zijn..., in De Maand, V nr. 5 (mei 1962), p. 272-276. (6) H.J. ELIAS, Frans Van Cauwelaert (1880-1961), in Geschiedenis van de Vlaamse Gedachte. Vierde deel: Taalbeweging en Cultuurflamingantisme. De groei van het Vlaamse bewustzijn. 1883-1914, Antwerpen, 1965, p. 105-117. (7) P. VAN MOLLE, Bibliografisch overzicht, in de voornoemde Vriendenhulde (zie noot 4), p. 163-196; voor de tijd vanaf 1950 beknopt aangevuld door ID., in Het Belgisch Parlement. Le parlement belge. 1894-1969, Ledeberg-Gent, 1969, p. 331-333. Frans van Cauwelaert, Gedenkschriften over Vlaamse Beweging en Belgische politiek 7 De uitgaven uit Van Cauwelaerts archief zullen vermoedelijk vier delen bevatten: twee met een keuze uit de zeer omvangrijke briefwisseling, een ander met de dagboeknotities uit de jaren 1921-1961, en dit boekdeel met gedenkschriften over de jaren 1895-1918 waarbij, ter wille van het tijdsverband en dezelfde thematiek, ook een kort verslag uit 1907 en een journaal uit de eerste wereldoorlog worden gevoegd. Lange tijd heeft Van Cauwelaert er niet willen aan denken, mémoires te schrijven; dit genre met zijn al te veelvuldige ‘ik-voorstellingen’ noemde hij een ‘toneelvorm’ voor dewelke hij een ‘grondige afkeer’ had(8). Dit sloot echter niet uit - het kon haast niet anders -, dat hij in artikels of redevoeringen op vroegere bedrijvigheid terugkwam en aan voorbije belevenissen herinnerde. Het bleef evenwel alles eerder sporadisch of toevallig. Pas in de jaren vijftig is hij systematisch aan de voorbereiding begonnen van een werk over vijftig jaar Vlaamse strijd, en nadien, door politieke vrienden reeds herhaaldelijk ertoe aangemaand, aan herinneringen met betrekking tot de algemenere Belgische politiek(9). Met het oog op deze studies is Van Cauwelaert aan historische lectuur begonnen en heeft hij met grote nauwgezetheid, in zijn archief maar ook elders, eigentijdse documentatie opgespoord. Afkerig van onjuistheden wilde hij ernstig en waarheidsgetrouw werk bieden. Vandaar de behoefte om oorspronkelijke documenten na te kijken; vandaar ook in de marge van zijn manuscript de vraag om nadere verificatie, zonder dewelke de passus niet mocht worden afgedrukt. In dit alles vindt men de man terug die aanvankelijk voor wetenschappelijk onderzoek en een professoraat was opgeleid, maar deze weg niet verder is kunnen gaan wegens onbegrip en onverdraagzaamheid tegenover zijn politieke overtuiging. Jammer genoeg zijn de gedenkschriften in verband met vijftig jaar Vlaamse Beweging grotendeels en die m.b.t. de Belgische politiek voor een goed deel onvoltooid gebleven. Het fragment van eerstgenoemde studie is nauwelijks meer dan de aanloop geworden tot het tijdstip, waarin hij er zelf directer en voller bij betrokken was. (8) Men leze in dit verband het Woord Vooraf, p. 66-67. (9) Ibidem. Frans van Cauwelaert, Gedenkschriften over Vlaamse Beweging en Belgische politiek 8 Dit verklaart, naast de reeds vermelde afkeer voor de ‘ik-voorstellingen’, het vrij onpersoonlijk karakter ervan. De terminus a quo ligt bij de totstandkoming van de Gelijkheidswet van 1898, die naast het Frans ook het Nederlands als officiële taal in België heeft ingevoerd, en bij het jaar 1897, toen Van Cauwelaert als zeventienjarige, na de poësis (voorlaatste klas van de humaniora), de Davidsfeesten meemaakte te Lier en ook door andere vieringen de Vlaamse gedachte in hem liet inwerken. De terminus ad quem ligt ca. 1903-1904 - Van Cauwelaert was toen hoogstudent te Leuven - en eindigt met de volzin, die de behandeling aankondigt van de katholieke Vlaamse studentenbeweging. Wegens zijn rol hierin kan men niet genoeg betreuren, dat zijn geschiedenis ervan ongeschreven is gebleven(10), vooral daar de door hem uit die tijd bewaarde correspondentie bijzonder schaars is. M.b.t. de Vlaamse Beweging in de jaren 1910-1918 daarentegen kan men wel terecht bij zijn briefwisseling en bij de herinneringen aan de Belgische politiek. Voor de bladzijden over ‘de Vlaamse Beweging in de eerste jaren van grotere volksmedezeggenschap’ heeft Van Cauwelaert wel vaker gebruik gemaakt van het werk van Paul Frédericq(11), maar een nader onderzoek wijst uit dat hij ook dan, in de gedane feitenselectie, vanuit eigen herinnering en oordeel aanvult of weglaat. Ook het Antwerpse Handelsblad, waarvan het belang voor de studie van de Vlaamse Beweging wordt onderstreept, werd regelmatig als bron gebruikt. Van Cauwelaert schreef dit stuk na 1950 en vóór eind 1955. Het wordt integraal afgedrukt en voorafgegaan door een kort stukje (geschreven vóór de invoering van de nieuwe spelling), waarin hij vertelt hoe en wanneer hij Vlaamsgezind geworden is, en gevolgd door een al even kort verslag uit 1907 over een bezoek bij kardinaal Mercier in verband met de Nederlandse Vacantieleergangen te Leuven. Veel omvangrijker dan
Recommended publications
  • The Luxemburg Question at the Paris Peace Conference and After
    THE LUXEMBURG QUESTION AT THE PARIS PEACE CONFERENCE AND AFTER by Sally MARKS At the Paris peace conference of 1919, the French and, to a lesser extent, the British considered the several questions concerning the western frontier of Germany as a single problem but historians have never done so, perhaps because work upon these questions at the conference was administratively scattered. There has been some historical examination of the minor territorial transfers from Ger- many to Belgium and exhaustive analysis of the Saar and Rhineland settlements but no attention whatsoever to the fourth piece of the puzzle, the problem of Luxemburg. British diplomatists at the con- ference well realized the potential connection between the Luxem- burg settlement and that of the Saar, while Belgian leaders were pain- fully aware of its relationship to the Rhineland regime but historians, for all their intensive study of the voluminous documentation of the conference, have neglected to trace the British failure to link the Luxemburg question to the other German frontier problems and the consequences of this failure. The oversight has probably occured be- cause Luxemburg's fate was ultimately, to the relief of the French and the dismay of senior British officials, examined independently of all other considerations and because most of the interest in Luxem- burg at the conference was generated by the Belgians who of course looked at the problem from a purely Belgian point of view. The chief Belgian objective at the peace conference was extensive revision of the 1839 treaties which had defined Belgium's borders and her international status.
    [Show full text]
  • Verdraagzaamheid En Pragmatische Samenwerking in De Vlaamse Beweging
    august vermeylen en hugo verriest 207 Verdraagzaamheid en pragmatische samenwerking in de Vlaamse beweging. Hugo Verriest en August Vermeylen 1895-1914. Deel 3 romain vanlandschoot hoogtepunt 1910-1914 Een tussentijdse polemiek en een merkwaardig stilzwijgen In de herfst van 1909 leek een rustpauze te komen in de samenwerking tussen Vermeylen en Verriest. Teksten en correspondentie zijn in 1910 niet veel te bespeu- ren. Maar voor de pastoor van Ingooigem draaide de carrousel van voordrachten onverstoorbaar verder. Een daarvan leidde in dat jaar tot een kortsluiting met een deel van de vrijzinnigen. In het kader van de Brusselse Wereldtentoonstelling werd een reeks voordrachten geprogrammeerd, net zoals in Luik in 1905. Hugo Verriest kreeg de uitnodiging om in aanwezigheid van koning Albert i en koningin Elisabeth een toespraak te houden over de betekenis van de Vlaamse letterkunde. Via welke kanalen de uitnodiging is verstuurd, valt niet meer te achterhalen, maar het is meer dan plausibel dat de Koninklijke Academie en de Vereeniging van Vlaamsche Letterkundigen (vvl) een adviserende rol gespeeld hebben. Bovendien werden de Franstalige letterkundigen voorgesteld door Emile Verhaeren.210 De ideologische verdeelsleutel had gewerkt. De katholieke Vlaamse priester Hugo Verriest kon dus als tweede spreken. Uit de recente monumentale biografie van Paul Servaes, gewijd aan Emile Verhaeren, valt een en ander op te maken aangaande deze aangelegenheid. Deze feestelijke bijeenkomst was het gevolg van de profileringsdrang van Edmond Picard, die ijverde voor een officiële erkenning van een (Franstalige) schrijversvereniging, waarin Emile Verhaeren een hoofdrol zou spelen, maar ook van de groeiende vriendschappelijke 210. K. Van de Woestijne, De Tentoonstelling te Brussel, in: Nieuwe Rotterdamsche Courant, 7 juli 1910, opgenomen in: A.
    [Show full text]
  • Belgian Internationalists, the Great War and the Quest for Peace Daniel Laqua
    Belgian Internationalists, the Great War and the Quest for Peace Daniel Laqua To cite this version: Daniel Laqua. Belgian Internationalists, the Great War and the Quest for Peace . Marie-Louise Pelus- Kaplan, Anne-Marie Bernon-Gerth, Liliane Crips et Nicole Gabriel. Être citoyen du monde. Entre destruction et reconstruction du monde : les enfants de Babel XIVe-XXIe siècles, Édition Université Paris Diderot, pp.135-150, 2015, 978-2-7442-0198-1. hal-01322633 HAL Id: hal-01322633 https://hal.archives-ouvertes.fr/hal-01322633 Submitted on 27 May 2016 HAL is a multi-disciplinary open access L’archive ouverte pluridisciplinaire HAL, est archive for the deposit and dissemination of sci- destinée au dépôt et à la diffusion de documents entific research documents, whether they are pub- scientifiques de niveau recherche, publiés ou non, lished or not. The documents may come from émanant des établissements d’enseignement et de teaching and research institutions in France or recherche français ou étrangers, des laboratoires abroad, or from public or private research centers. publics ou privés. DANIEL LAQUA1 BELGIAN INTERNATIONALISTS, THE GREAT WAR AND THE QUEST FOR PEACE In 1932, Henri Pirenne – widely renowned for his work on medieval towns – published the final part of his Histoire de Belgique. The first instalment of his magnum opus had appeared more than three decades earlier and tackled a period long before Belgium’s independent statehood, from Antiquity to end of the High Middle Ages2. It was only with volume VII that Pirenne finally reached the era since the Belgian Revolution of 1830. The account drew a wider picture of the country before the First World War.
    [Show full text]
  • Obligation and Self-Interest in the Defence of Belgian Neutrality, 1830-1870
    CONTEXTUAL RESEARCH IN LAW CORE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL Working Papers No. 2017-2 (August) Permanent Neutrality or Permanent Insecurity? Obligation and Self-Interest in the Defence of Belgian Neutrality, 1830-1870 Frederik Dhondt Please do not cite without prior permission from the author The complete working paper series is available online at http://www.vub.ac.be/CORE/wp Permanent Neutrality or Permanent Insecurity? Obligation and Self-Interest in the Defence of Belgian Neutrality, 1830-1870 Frederik Dhondt1 Introduction ‘we are less complacent than the Swiss, and would not take treaty violations so lightly.’ Baron de Vrière to Sylvain Van de Weyer, Brussels, 28 June 18592 Neutrality is one of the most controversial issues in public international law3 and international relations history.4 Its remoteness from the United Nations system of collective security has rendered its discussion less topical.5 The significance of contemporary self-proclaimed ‘permanent neutrality’ is limited. 6 Recent scholarship has taken up the theme as a general narrative of nineteenth century international relations: between the Congress of Vienna and the Great War, neutrality was the rule, rather than the exception.7 In intellectual history, Belgium’s neutral status is seen as linked to the rise of the ‘Gentle Civilizer of Nations’ at the end of the nineteenth century.8 International lawyers’ and politicians’ activism brought three Noble Peace Prizes (August Beernaert, International Law Institute, Henri La Fontaine). The present contribution focuses on the permanent or compulsory nature of Belgian neutrality in nineteenth century diplomacy, from the country’s inception (1830-1839)9 to the Franco- 1 Vrije Universiteit Brussel (VUB), University of Antwerp, Ghent University/Research Foundation Flanders.
    [Show full text]
  • Un Intellectuel En Politique La Plume Et La Voix
    Paul-F. Smets PAUL HYMANS Un intellectuel en politique La plume et la voix Préface de Marc Quaghebeur, administrateur délégué des Archives et Musée de la Littérature Cet ouvrage est honoré d’une contribution de la SA TEMPORA et de la SPRL ADMARA. Qu’elles en soient chaleureusement remer- ciées, comme doivent l’être LES ARCHIVES ET MUSÉE DE LA LITTÉRATURE, coéditeur. La couverture du livre reproduit un fragment du portrait de Paul Hymans par Isidore OPSOMER (1935). Collection Pierre Goldschmidt, photographie d’Alice Piemme Mise en page: MC Compo, Liège Toute reproduction ou adaptation d’un extrait quelconque de ce livre, par quelque procédé que ce soit, est interdite pour tous pays. © Éditions Racine, 2016 Tour et Taxis, Entrepôt royal 86C, avenue du Port, BP 104A • B - 1000 Bruxelles D. 2016, 6852. 25 Dépôt légal: novembre 2016 ISBN 978-2-87386-998-4 Imprimé aux Pays-Bas La culture est une joie et une force. Paul Hymans Il y a dans le monde et qui marche parallèlement à la force de mort et de contrainte une force énorme de persuasion qui s’appelle la culture. Albert Camus PRÉFACE Marc Quaghebeur Pour le cent cinquantième anniversaire de la naissance de Paul Hymans, Paul-F. Smets a consacré à cet homme politique majeur du règne d’Albert Ier une remarquable biographie. Son sous-titre était parti culièrement bien choisi: «Un authentique homme d’État». À travers une construction originale faite de brèves séquences, son récit mêle subtilement, et de façon très vivante, l’histoire d’une personnalité et d’une époque capitales pour le pays.
    [Show full text]
  • Les Émeutes De Novembre 1871 À Bruxelles Et La Revocation Du Ministère D'anethan
    RBHC-BTNG, XV, 1984, 1-2, pp. 165-200. LES EMEUTES DE NOVEMBRE 1871 A BRUXELLES ET LA REVOCATION DU MINISTERE D'ANETHAN par Ph. J. VAN TIGGELEN Aspirant au F.N.R.S. En octobre 1871, l'ancien ministre Pierre De Decker est nommé gouverneur du Limbourg. Celui-ci avait été un proche collaborateur du financier André Langrand-Dumonceau, dont la faillite frauduleuse avait entraîné la ruine de milliers de familles. Cette nomination four- nit à l'opposition libérale et en particulier au député Jules Bara, le prétexte d'une offensive contre le ministère catholique du baron d'Anethan. Le 22 novembre, Bara interpelle le gouvernement au sujet de cette nomination. L'attention politique se trouve focalisée sur les séances houleuses de la Chambre des Représentants. Simultanément, des manifestations ont lieu dans les rues de Bruxelles et se répètent dans les derniers jours de novembre. Le 1er décembre 1871, Leopold II, excédé par les troubles journa- liers qui se produisaient à la Chambre des Représentants et sous les fenêtres du Palais, décide de révoquer ses ministres et fait appel au comte de Theux pour constituer un nouveau gouvernement dans la majorité. Les événements de novembre 1871 et la chute du ministère d'Anethan, évoqués de manière toujours ponctuelle dans les grandes synthèses de l'histoire politique de la Belgique, n'ont fait l'objet d'aucune recherche spécifique. Les études d'histoire politique parues durant les dernières années, tout comme les monographies d'histoire bruxelloise, se réfèrent, sur ce point, aux ouvrages plus anciens qui fondent leur argumentation sur des 'Vérités historiques" souvent douteuses (1).
    [Show full text]
  • AN UPHILL BATTLE Campaigning for the Militarization of Belgium, 1870-1914
    AN UPHILL BATTLE Campaigning for the Militarization of Belgium, 1870-1914 - Nel de Mûelenaere - Belgium plays a minor role, if it is mentioned at all, in the annals of the previously unparalleled European militarization that led to the First World War. This article presents a more nuanced image of Belgium as a non-militarized state during these decades, by focusing on the attempts of the militaristic political lobby to expand Belgium’s military infrastructure. Between 1870 and 1914, Belgium was indeed the scene of an intense militaristic movement that, despite its high level of activism, quickly fell into oblivion. At the start of their campaigns, in which the main goal was the adoption of personal military service, the militaristic lobbyists were primarily military or ex-military functionaries. The main motivation for their campaign was improving the sense of military purpose that acted as a preparation for war. This changed fundamentally throughout the campaigns. The militarists steadily built up a civilian network and expanded their influence. This was a key factor in the successful dissemination of the idea that a reformed Belgian army was very much needed in order to avert external dangers. At the same time, civilian influence altered the militarists’ view of the societal role of the military. This reciprocal influence reduced the gap between the military and civilian worlds, and suggests the presence of under- acknowledged militarization processes in Belgium prior to World War One. 145 Campaigning for the Militarization of Belgium I. Introduction ment of army officials and prominent Liberals pursuing the goal of a more powerful Belgian army.
    [Show full text]
  • Orme) Wilberforce (Albert) Raymond Blackburn (Alexander Bell
    Copyrights sought (Albert) Basil (Orme) Wilberforce (Albert) Raymond Blackburn (Alexander Bell) Filson Young (Alexander) Forbes Hendry (Alexander) Frederick Whyte (Alfred Hubert) Roy Fedden (Alfred) Alistair Cooke (Alfred) Guy Garrod (Alfred) James Hawkey (Archibald) Berkeley Milne (Archibald) David Stirling (Archibald) Havergal Downes-Shaw (Arthur) Berriedale Keith (Arthur) Beverley Baxter (Arthur) Cecil Tyrrell Beck (Arthur) Clive Morrison-Bell (Arthur) Hugh (Elsdale) Molson (Arthur) Mervyn Stockwood (Arthur) Paul Boissier, Harrow Heraldry Committee & Harrow School (Arthur) Trevor Dawson (Arwyn) Lynn Ungoed-Thomas (Basil Arthur) John Peto (Basil) Kingsley Martin (Basil) Kingsley Martin (Basil) Kingsley Martin & New Statesman (Borlasse Elward) Wyndham Childs (Cecil Frederick) Nevil Macready (Cecil George) Graham Hayman (Charles Edward) Howard Vincent (Charles Henry) Collins Baker (Charles) Alexander Harris (Charles) Cyril Clarke (Charles) Edgar Wood (Charles) Edward Troup (Charles) Frederick (Howard) Gough (Charles) Michael Duff (Charles) Philip Fothergill (Charles) Philip Fothergill, Liberal National Organisation, N-E Warwickshire Liberal Association & Rt Hon Charles Albert McCurdy (Charles) Vernon (Oldfield) Bartlett (Charles) Vernon (Oldfield) Bartlett & World Review of Reviews (Claude) Nigel (Byam) Davies (Claude) Nigel (Byam) Davies (Colin) Mark Patrick (Crwfurd) Wilfrid Griffin Eady (Cyril) Berkeley Ormerod (Cyril) Desmond Keeling (Cyril) George Toogood (Cyril) Kenneth Bird (David) Euan Wallace (Davies) Evan Bedford (Denis Duncan)
    [Show full text]
  • University of Florida Thesis Or Dissertation Formatting
    PATHS TO SUCCESS, PATHS TO FAILURE: HISTORICAL TRAJECTORIES TO DEMOCRATIC STABILITY By ADAM BILINSKI A DISSERTATION PRESENTED TO THE GRADUATE SCHOOL OF THE UNIVERSITY OF FLORIDA IN PARTIAL FULFILLMENT OF THE REQUIREMENTS FOR THE DEGREE OF DOCTOR OF PHILOSOPHY UNIVERSITY OF FLORIDA 2015 1 © 2015 Adam Bilinski 2 ACKNOWLEDGMENTS Throughout the work on this project, I received enormous help from a number of people. The indispensable assistance was provided by my advisor Michael Bernhard, who encouraged me to work on the project since I arrived at the University of Florida. He gave me valuable and timely feedback, and his wide knowledge of the European political history and research methods proved irreplaceable in this regard. He is otherwise a warm, humble and an understanding person, a scholar who does not mind and even appreciates when a graduate student is critical toward his own ideas, which is a feature whose value cannot be overestimated. I received also valuable assistance from members of my dissertation committee: Benjamin Smith, Leonardo A. Villalon, Beth Rosenson and Chris Gibson. In particular, Ben Smith taught me in an accessible way about the foundational works in Political Science, which served as an inspiration to write this dissertation, while Chris Gibson offered very useful feedback on quantitative research methods. In addition, I received enormous help from two scholars at the University of Chicago, where this research project passed through an adolescent stage. Dan Slater, my advisor, and Alberto Simpser helped me transform my incoherent hypotheses developed in Poland into a readable master’s thesis, which I completed in 2007.
    [Show full text]
  • The Belgian Federal Parliament
    The Belgian Federal Parliament Welcome to the Palace of the Nation PUBLISHED BY The Belgian House of Representatives and Senate EDITED BY The House Department of Public Relations The Senate Department of Protocol, Reception & Communications PICTURES Guy Goossens, Kevin Oeyen, Kurt Van den Bossche and Inge Verhelst, KIK-IRPA LAYOUT AND PRINTING The central printing offi ce of the House of Representatives July 2019 The Federal Parliament The Belgian House of Representatives and Senate PUBLISHED BY The Belgian House of Representatives and Senate EDITED BY The House Department of Public Relations The Senate Department of Protocol, Reception & Communications PICTURES This guide contains a concise description of the workings Guy Goossens, Kevin Oeyen, Kurt Van den Bossche and Inge Verhelst, KIK-IRPA of the House of Representatives and the Senate, LAYOUT AND PRINTING and the rooms that you will be visiting. The central printing offi ce of the House of Representatives The numbers shown in the margins refer to points of interest July 2019 that you will see on the tour. INTRODUCTION The Palace of the Nation is the seat of the federal parliament. It is composed of two chambers: the House of Representatives and the Senate. The House and the Senate differ in terms of their composition and competences. 150 representatives elected by direct universal suffrage sit in the House of Representatives. The Senate has 60 members. 50 senators are appointed by the regional and community parliaments, and 10 senators are co-opted. The House of Representatives and the Senate are above all legislators. They make laws. The House is competent for laws of every kind.
    [Show full text]
  • Discord & Consensus
    c Discor Global Dutch: Studies in Low Countries Culture and History onsensus Series Editor: ulrich tiedau DiscorD & Discord and Consensus in the Low Countries, 1700–2000 explores the themes D & of discord and consensus in the Low Countries in the last three centuries. consensus All countries, regions and institutions are ultimately built on a degree of consensus, on a collective commitment to a concept, belief or value system, 1700–2000 TH IN IN THE LOW COUNTRIES, 1700–2000 which is continuously rephrased and reinvented through a narrative of cohesion, and challenged by expressions of discontent and discord. The E history of the Low Countries is characterised by both a striving for consensus L and eruptions of discord, both internally and from external challenges. This OW volume studies the dynamics of this tension through various genres. Based C th on selected papers from the 10 Biennial Conference of the Association OUNTRI for Low Countries Studies at UCL, this interdisciplinary work traces the themes of discord and consensus along broad cultural, linguistic, political and historical lines. This is an expansive collection written by experts from E a range of disciplines including early-modern and contemporary history, art S, history, film, literature and translation from the Low Countries. U G EDIT E JANE FENOULHET LRICH is Professor of Dutch Studies at UCL. Her research RDI QUIST AND QUIST RDI E interests include women’s writing, literary history and disciplinary history. BY D JAN T I GERDI QUIST E is Lecturer in Dutch and Head of Department at UCL’s E DAU F Department of Dutch.
    [Show full text]
  • Inventaire Des Papiers Karl Hanquet
    Université de Liège Bibliothèque générale de Philosophie et lettres Inventaire des Papiers Karl Hanquet par Nicole CAULIER-MATHY, Nicole HAESENNE-PEREMANS ET Cécile OGER 2013 Introduction Historien qui trie ses archives et qui les conservent donc on a essayé de maintenir ses dossiers le plus possible dans l’état où ils ont été transmis même s’il s’agit de correspondance mais lorsqu’un dossier correspondance était constitué, on y a réintroduit les lettres qui se trouvaient dans le journal . Période bouleversée par la coupure de la première guerre mondiale. En conséquence l’ordre chronologique a primé dans la mesure du possible. Journal et democratiana sont complémentaires Lire correspondance et journal en parallèle. Découpe des feuilles et les réintroduit. Pagination au moment de l’introduction à l’ULG prudence ! Utilise les travaux faits par les étudiants qui sont mélangés au cours et donc non identifiés On a tenu compte des correspondants plutôt que du contenu. Democratiana = copie-lettre et explication et justification De Ponthière Inventaire 1 Correspondance concernant les papiers Karl Hanquet : - d’Emile Hanquet (1972) (2 documents). - de Paul Gérin (1969, 1972) (2 documents). - de Jean Hoyoux (1972) (2 documents). - de Georges Vanloubbeeck (1969) (5 documents). I. KARL HANQUET, HOMME POLITIQUE LIÉGEOIS a) Correspondance 2 Correspondance reçue et envoyée par Charles de Ponthière (1889-1911, s.d.) (91 documents) et coupures de presse (1890-1910). (voir aussi 82). 3 Correspondance adressée par Charles de Ponthière à Karl Hanquet (1908-1918) (76 documents). 4 Correspondance adressée par Karl Hanquet à Charles de Ponthière (1900, 1909, s.d.) (42 documents). 5 Correspondance échangée entre les responsables de la Démocratie chrétienne à Liège et Mgr Doutreloup, évêque de Liège (1897) (5 documents).
    [Show full text]