588 Brecht Deseure, Guido Marnef en Gerrit Verhoeven

De Granada, een stoomschip van de Hamburg-Amerika Linie in de Antwerpse haven in 1928. Ook na de Eerste Wereldoorlog en vier jaar Duitse bezetting bleven Duitse reders en zakenpartners belangrijk voor de Scheldehaven. Bron: AMVC- Letterenhuis, Antwerpen

Guest (guest) IP: 170.106.202.226 On: Sat, 02 Oct 2021 03:46:37

589 Identiteiten en belangen. De Scheldemonding, economie en nationalisme

Olivier Boehme

De Schelde vormde tijdens het interbellum de inzet van een de leidende Vlaamsgezinde socialist , paste Antwerpen als het klein- politieke strijd tussen België en Nederland. Maar de belang- ste poppetje in wat je een volgens het model van een matroesjka opgebouwd natiegevoel rijkste waterweg van België bracht ook interne verdeeldheid zou kunnen noemen. De pop die Antwerpen omvat is dan Vlaanderen, dat op zijn beurt aan het licht. Deze speelde zich af langs zowel economische omsloten wordt door België. Deze gelaagd- heid impliceerde weliswaar geen hiërachie als politieke breuklijnen en maakte duidelijk dat de politics in de waarde die aan elk van deze identitei- ten werd toegekend. Voor Van Cauwelaert of identities en economische belangenpolitiek geen één-op- hoefde België niet zo als het in de weg zat van een Nederlandstalig Vlaanderen en de één-relatie vormen. eveneens gematigd Vlaamsgezinde socialist Hendrik De Man drukte dat uit in de slo- gan ‘met België als het kan, zonder als het moet’.1 Maar zeker naarmate het met de taal- wetgeving, die het Frans als officiële taal uit Vlaanderen bande, vanaf begin jaren ’30 leek Aan de hand van de casus Scheldemonding te lukken, kwam er in discours en praktijk kan goed worden aangetoond waar identi- van dit flamingantisme een tamelijk harmoni- teiten en belangen elkaar aanvullen én door- euze relatie tot stand tussen deze identiteiten kruisen. België is een voorbeeld bij uitstek van én de belangen van de mensen en gebieden een land met botsende identiteiten. Tijdens waarop ze betrekking hadden. Meer bepaald de eerste helft van de twintigste eeuw kristal- tekende zich een evenwicht af tussen de als liseerde de tegenstelling tussen de ijveraars belang geformuleerde Vlaamse identiteits- voor een (deels) Nederlandstalig Vlaanderen vorming casu quo het Vlaamse identiteits- en verdedigers van de Franse culturele domi- behoud en de sociaal-economische belangen nantie over het hele Belgische grondgebied van de, onder meer Antwerpse, Vlaming. Die zich uit tot een ‘Vlaamse’ versus ‘Waalse’ Vlaamse culturele en materiële belangen vie- identiteit, waarbij verschillende actoren uit- len op hun beurt kennelijk te rijmen met een eenlopende invullingen gaven aan wat het manier van Belg-zijn en de belangen van een nog betekende Belg te zijn. Bij die conflicte- specifiek Belgische economische constella- rende nationale identiteiten voegde zich een tie. Van Cauwelaert, en vele andere Vlaamse Belgische traditie van lokalisme en ook wel politici en opiniemakers met hem, erkenden (sub)regionalisme. dat België een economische eenheid vormde Antwerpen beroemde zich niet alleen op met een rolverdeling voor het industriële zijn status van ‘hoofdstad van de Vlaamse Wallonië, het nog voornamelijk landelijke Beweging’, maar speelde ook als grootste Vlaanderen en het financiële Brussel. Zij stad van Vlaanderen (minus Brussel) in de moedigden ondertussen wel de industriële en beeldvorming van de Vlaamse nationbuilders dienstensector in het noorden van het land uiteraard een prominente rol. Voor gema- 1 Voor van Cauwelaerts positie, zie o.m.: L. Wils, Honderd jaar Vlaamse tigde flaminganten, zoals de voorman van de Beweging II ( 1985) 91; voor De Man: H. De Man, Nationalisme en katholieke vleugel Frans Van Cauwelaert of socialisme (Brussel [1931]) 90.

Tijdschrift voor Geschiedenis - 123e jaargang, nummer 4, p. 589-604 Guest (guest) IP: 170.106.202.226 On: Sat, 02 Oct 2021 03:46:37 590 Olivier Boehme aan. 2 Antwerpen maakte van het Belgische belang hadden bij de eersterangs handels- economische systeem sowieso een essentieel functie die de Schelde en haar grootste haven onderdeel uit als transportcentrum. Deze op- vervulden. Deze mercantiele identiteit, die vatting van een Belgische economische een- over alle andere verschillen heen, een lokaal heid strookte met diegene die de onverkorte en soms ook subregionaal samenhorigheids- belgicisten of aan België loyale wallinganten gevoel wist te creëren, stamde al minstens erop nahielden.3 uit de zestiende eeuw, de gouden eeuw van Daartegenover bevond zich een radicale de handelsmetropool aan de Schelde.4 In vleugel binnen de Vlaamse Beweging, die Antwerpen hebben zich van oudsher telkens ontstond tijdens de Eerste Wereldoorlog uit weer vreemde zakenlui gevestigd. In de negen- aan de ene kant Vlaams-nationalisten die tiende en twintigste eeuw waren ze goed ver- kozen voor collaboratie met de Duitse be- tegenwoordigd in de plaatselijke Kamer van zetter – de zogenaamde ‘activisten’ die zich Koophandel. Hun uiteenlopende afkomst, tijdens de vijandelijkheden ‘actief’ voor de culturele en levensbeschouwelijke diversiteit Vlaamse zaak bleven inzetten en daartoe waren niet van aard een door cultuur, religie, zelfs tot samenwerking met de Duitse bezet- ideologie of etnische reflex bepaalde eenheid ter overgingen – en aan de andere kant de te smeden. Wat hen bond, was het belang van Frontbeweging van Vlaamse officieren en haven en handel, al bleek dat meermaals een soldaten. Dit Vlaams-nationalisme hanteer- kwetsbaar verbond. De evolutie van de of- de een conflictmodel, waarbij Vlaanderen en ficiële Kamers van Koophandel, die in 1875 België als met elkaar onverenigbaar golden. werden afgeschaft, naar privaatrechtelijke in- De allesoverheersende prioriteit lag hier bij stellingen was alvast in Antwerpen gepaard het project van een Vlaamse natie die een gegaan met grote interne verdeeldheid, onder eigen staatkundige vorm moest krijgen, mo- meer tussen binnenlandse en buitenlandse gelijk als deel van een Groot-Nederland of kooplieden maar ook op basis van andere Dietsland. Aan dit belang bleken andere, belangenconflicten. De privaatrechtelijke bijvoorbeeld sociaal-economische, belangen Kamer van Koophandel stond evenzeer voor als het erop aankwam ondergeschikt te zijn. de uitdaging uiteenlopende sectoren en, al of Ook de stedelijke identiteit van Antwerpen niet politieke, zienswijzen te overstijgen.5 De en belangen die met die lokale entiteit ver- reders en scheepsmakelaars organiseerden bonden waren, vormden niet meer dan een zich in aparte verenigingen. In deze zaken- deel van een groter Vlaams geheel en werden milieus was in elk geval sprake van net de ten behoeve daarvan indien nodig geïnstru- omgekeerde rangorde tussen nationaal en mentaliseerd. economisch belang als bij de intransigente Naast deze Vlaamse, op taal en cul- Vlaams-nationalisten. Economisch gewin, tuur gefundeerde identiteitsvorming, of het hoe particulier en tegengesteld aan dat van Belgi(cisti)sche bewustzijn, dat ook los van andere – al dan niet buitenlandse – zakenlui de Nederlanstalige cultuur een nationale ook, stond ondanks mogelijke xenofobe of po- idee koesterde die de Antwerpse regio in- litieke sentimenten meestal boven een ideolo- corporeerde, bestond een heel bijzonder lo- gische of nationalistische norm. Opmerkelijk kaal standpunt. Het ging om het mercantiele genoeg kon het mercantiele identiteitsgevoel, stadspatriottisme van alle ingezeten die enig als een matroesjkapoppetje, passen in de gro- tere entiteit België (of eventueel Vlaanderen), 2 Voor de rol van Van Cauwelaert als politicus én ondernemer, zie O. maar daar evengoed onverenigbaar mee blij- Boehme, Greep naar de Markt. De sociaal-economische agenda van de ken te zijn. Vlaamse Beweging en haar ideologische versplintering tijdens het interbel- lum (Leuven 2008) 259-263 en passim voor tal van andere voorbeelden Het verschil tussen dit mercantiele ‘stads- van Vlaamsgezinde economische beleidsvisies en ondernemingen. patriottisme’ en het regionalistische ‘ma- 3 Deze eenheidsvisie op de nationale economie, inclusief Belgisch-Congo, werd onder meer uitgedragen door de prominente Leuvense hoogleraar troesjkanationalisme’, en het radicale regio- economie Fernand Baudhuin, o.m. in het overzichtswerk La Belgique nale nationalisme aan Vlaamse (of zelfs aan après le centenaire (Louvain 1931). Waalse) zijde bestond erin dat de eerste twee 4 A. Kint, The Community of Commerce: Social Relations in Sixteenth Century (onuitgegeven proefschrift Columbia University, New vormen er geen exclusief anti-Belgisch vijand- York 1996). beeld op nahielden. Het bestaan van de gro- 5 G. Devos en I. Van Damme, In de ban van Mercurius. Twee eeuwen Kamer van Koophandel en Nijverheid van Antwerpen-Waasland (Tienen 2002) tere natie waarin ze pasten, werd niet ter dis- 73-77, 95-113. cussie gesteld, maar de prioriteit die verleend

Guest (guest) IP: 170.106.202.226 On: Sat, 02 Oct 2021 03:46:37 Identiteiten en belangen 591 werd aan lokale en subregionale belangen kon kort na 1830 begon als taal- en cultuurbe- wel conflictstof opleveren. Het leverde soms weging, een eigen economisch programma spanningen op met zowel de hoogste overheid ontwikkelde, kreeg de Scheldehaven daarin als andere lokale of subregionale entiteiten. een niet minder prominente plaats toebe- Zolang ze gepaard gingen met anderssoor- deeld. De eerste auteur van een systematisch tige (zoals levensbeschouwelijke) breuklijnen uitgewerkte Vlaamse sociaal-economische die het land verdeelden, werd paradoxaal ge- agenda, de Brusselaar Lodewijk de Raet, ging noeg het voortbestaan van België niet ernstig daarbij uit van een volstrekte complemen- bedreigd. Slechts één centrale tweedeling tariteit tussen Vlaams en Belgisch belang: immers, die in allerlei dossiers aan de opper- de Vlaamse zeevaart en Antwerpse haven vlakte kwam, kon die ene grote barst in België dienden het hele land. De economisch nati- slaan. Daarin bestond het grote risico van de onalist in hem ontpopte zich niet alleen waar Vlaamse-Waalse tegenstelling. De Vlaams- hij eiste dat het Nederlands de nationale taal nationalisten voerden precies die ene strijd voor de zeevaart werd, maar evenzeer waar tussen wat zij definieerden als Vlaanderen en hij een nationale handelsvloot wilde zien ont- Franstalig België, met als inzet de ondergang staan. Dat de financiële sector van het land van de staat België. daar wel de middelen toe had maar er niet de Deze uiteenlopende identitaire posities economische meerwaarde van inzag, was een kwamen tot uitdrukking in tal van dossiers, overweging die geen plaats vond in zijn meer waarvan dat betreffende de Schelde niet het nationalistisch dan economisch geïnspireerde minst belangrijke én verhelderende was. wens een nationale vlag in de scheepsmasten op de Schelde te zien wapperen.7 Deze wens klonk overigens evengoed buiten de Vlaamse De Schelde en Antwerpen, Vlaanderens Beweging en bereikte het oor van de ter zake economische hoop, 1830-1914 niet onwelwillende Leopold II. De realiteit Het ontstaan van België in 1830 was bleef echter dat de Antwerpse haven bij- eng vervlochten met de kwestie van de zonder goed voorzien was van buitenlandse Scheldemonding. Pas in 1839, toen de rederijen of hun vertegenwoordigers, de Nederlandse koning Willem I zich eindelijk scheepsagenturen, en dat ze door hun on- neerlegde bij het verlies van wat eens zijn zui- derlinge concurrentie – naast de hoge pro- delijke provincies waren geweest, kwam het ductiviteit van de havenarbeiders – voor erg scheidingsverdrag tussen België en Nederland gunstige vrachtprijzen zorgden. De nood aan tot stand. Een belangrijk onderdeel daarvan eigen bodems drong zich daarom geenszins ging over het beheer van de waterwegen en op.8 Voor de Waalse industrie, net als voor met name de Westerschelde. Het duurde nog die rond de Ruhr in Duitsland, volstond een tot 1863 vooraleer de door Nederland ge- dichtbij gelegen poort op de wereld. De ver- heven Scheldetol definitief verdween in ruil handeling van waren én van de vaartuigen om voor een afkoopsom. Voor de jonge indus- ze te vervoeren nam de in Antwerpen sterk triestaat, die vrijhandel hoog in het vaandel aanwezige Duitse kolonie graag voor haar re- voerde, was de Schelde en haar Antwerpse kening.9 Een deel van deze gemeenschap stel- metropool meer dan een symbool, het ging de zich ook tijdens de oorlog loyaal genoeg op om zijn economische luchtpijp. De uitzon- om te kunnen blijven en zelfs op te gaan in de derlijk hoge sommen die de centrale overheid overwegend Franstalige bourgeoisie van stad bereid was te investeren in de rechttrekking van de Scheldeoever met kademuren en in de 6 L. Hancké, ‘The Controversial Success of a World Port. Antwerp’s Port in aanleg van nieuwe haveninfrastructuur er- the 19th Century until 1914’ in J. Blomme e.a. eds, Momentum. Antwerp’s omheen vormt daarvan een tastbaar bewijs.6 Port in the 19th and 20th Century (Antwerp 2002) 13-31. 7 Zowel het belang van de Antwerpse haven als die van eigen scheeps- Na de oprichting in 1885 van de Vrijstaat bouw en schepen werkte de Raet uit in: ‘V. De Scheepvaart’ in Idem, Congo met de Belgische koning Leopold II Over Vlaamsche volkskracht. Vlaanderen’s economische ontwikkeling als soevereine vorst en de overname ervan als (Antwerpen-Brussel s.d.) 275-309. Het gaat om een postume uitgave. 8 Y. Segers, ‘Op zoek naar afzetmarkten. De uitbouw van een Belgische kolonie door België in 1908, werd de Schelde koopvaardijvloot, 1830-1870’ in J. Parmentier en S. Spanoghe eds, Orbis in bovendien de navelstreng tussen het moeder- Orbem. Liber amicorum John Everaert (Gent 2001) 406-410; Devos en Van Damme, In de ban van Mercurius 122-125. land en dit gebied. 9 G. Devos, ‘German Ocean shipping and the port of Antwerp’, Collectanea Naarmate de Vlaamse Beweging, die Maritima 5 (1991) 217-227.

Guest (guest) IP: 170.106.202.226 On: Sat, 02 Oct 2021 03:46:37 592 Olivier Boehme en land. Een ander deel maakte gemene zaak de vrije toegang tot de Westerschelde ook in met de Duitse bezettingsmacht, die in het be- oorlogstijd verzekerd bleef, werd het bezit van zit van de Scheldemonding en haar havenin- de Wielingen (de meeste zuidelijke en bevaar- frastructuur een prioritair strategisch belang bare zone van de Westerscheldemonding) ge- zag, en moest na 1918 het veld ruimen. vorderd en stonden daarenboven op het ver- Dat voor de uitbouw van een Belgische langlijsje twee verbindingen die de Antwerpse handelsvloot kennelijk weinig animo be- haven beter dan ooit zouden ontsluiten: een stond, verhinderde niet dat er plaats was Moerdijkkanaal, dat naar het Hollands Diep voor levensvatbare scheepswerven, zoals in moest leiden, en een kanaal dat Schelde en het meer stroomopwaarts gelegen Temse, Rijn verbond via Nederlands Limburg. of verwante industriële activiteiten, zoals de Bezwaren vanwege de Rotterdamse ha- touwslagerijen in Hamme aan de samenvloei- venlobby aan de ene kant en van een ultra- ing van Schelde en Durme. Maar de econo- nationalistische beweging onder aanvoering mische betekenis van de rivier lag toch eerst van de Waalse Pierre Nothomb en diens en vooral in de even grote als open haven aan Comité de Politique Nationale (CPN) aan haar monding. De mercantiele zending van de andere maakten de onderhandelingen de Scheldemetropool was in elk geval niet tot een moeizame onderneming.10 Aan het gediend met nationalistische agendapunten, ontwerpverdrag dat de Belgische minister hoewel het Belgische imperialisme in onder van Buitenlandse Zaken Paul Hymans, die meer centraal Afrika toch weer geenszins te Nothomb zowel ondersteunde als indamde, versmaden opportuniteiten met zich bracht. en zijn Nederlandse collega Adriaan van Duidelijk was eveneens dat de hele noor- Karnebeek op 3 april 1925 afsloten, was delijke regio van het land dankzij de ligging heel wat gestook voorafgegaan en het lokte bij de zee en de Scheldemonding volop kon nieuwe protesten uit. Het ontwerpverdrag profiteren van de zogenaamde ‘maritimi- kwam tegemoet aan de vraag naar de nieuwe sering’ van de economie, waarbij niet meer kanalen en reserveerde de vaart doorheen alleen goederen maar ook een steeds groter de Wielingen voor Belgische loodsen, die de volume aan grondstoffen voor verwerking in schepen over de Schelde tot aan Antwerpen eigen land en omstreken vanuit andere con- of Gent zouden begeleiden. De tarieven voor treien en continenten over water werden aan- het loodsen naar Rotterdam werden zelfs gevoerd. Vlaanderen had letterlijk en figuur- met die voor het loodsen naar Antwerpen lijk de wind in de zeilen. gelijkgeschakeld, ook al ging het in dit laat- ste geval om een langer parcours. Nog vol- gens het ontwerpverdrag namen Nederland De Scheldekwestie na 1918 en België voortaan samen het beheer over de Het einde van de Eerste Wereldoorlog bracht, Schelde waar en stonden beide in voor de uit- bij alle schade en ontbering van de vier jaar baggering ervan. Rond de kwestie van de vrije Duitse bezetting en gevechten tussen de doorvaart hadden beide regeringen bewust loopgraven, een buitenkans voor de ontplooi- een waas van dubbelzinnigheid gelaten. ing van de regio aan de Scheldemonding. Naast de opheffing van de in 1830 opgelegde Belgische neutraliteit steunden de geallieerde Uiteenlopende reacties: flaminganten, overwinnaars ook een herziening van de be- zakenlui, ultrabelgicisten en wallinganten, palingen over de waterwegen uit 1839. Van 1918-1927 Belgische zijde werd erop aangedrongen dat Aan Belgische zijde waren er redenen om tevreden te zijn met dit resultaat. Dat gold 10 J. Beaufays, ‘Aspects du Nationalisme belge au lendemain de la Grande voor regering en parlement in Brussel, maar Guerre’, Annales de la Faculté de Droit de Liège 16 (1971) nr.1-2 105-171; R. L. Schuursma, Het onaannemelijk traktaat. Het verdrag met België van ook voor de havenlobby en voor de flamin- 3 april 1925 in de Nederlandse publieke opinie (Groningen 1975); M. De gant Frans Van Cauwelaert. Als burgemees- Waele, ‘De geest van Munster. De botsende economische en commerci- ter van Antwerpen en verantwoordelijke ële belangen van België en Nederland en de invloed op de wederzijdse beeldvorming (1830-1940)’, Bijdragen en Mededelingen betreffende de voor de haven leidde hij een belangrijke fase Geschiedenis der Nederlanden 115 (2000) afl. 1 33-59. Voor een beknopt en in de uitbreiding daarvan. Om nieuwe dok- recent overzicht van de verdragskwestie zie: H. Te Velde, ‘Het verdrag dat er niet kwam. Het Belgisch-Nederlands verdrag van 1927’, in J. Tollebeek ken en sluizen te kunnen aanleggen, werd en H. Te Velde, Het geheugen van de Lage Landen (Rekkem 2009) 155-161. zelfs een reeks gemeenten ten noorden van

Guest (guest) IP: 170.106.202.226 On: Sat, 02 Oct 2021 03:46:37 Identiteiten en belangen 593

Frans Van Cauwelaert bezoekt de werken aan het Antwerpse Kattendijkdok in 1928 met leden van de Agence Maritime Internationale. Tot grote tevredenheid van de havengemeenschap breidde de katholieke burgemeester de haveninfrastructuur fors uit. Bron: AMVC-Letterenhuis, Antwerpen

Antwerpen bij de stad aangehecht.11 De sa- Scheldetunnel.13 Het was een voorbeeld van menwerking tussen centrale overheid en interregionale strijd om overheidsgeld, die stad in het havendossier was dus groot, maar echter door de vele potentiële conflicten tus- over het beheer ervan bestond wrijving. Van sen meerdere regio’s en steden niets staats- Cauwelaert wilde de lokale macht daarin het bedreigends had en geenszins tegen de een- voortouw laten nemen, een standpunt dat hij heidsstaat gericht was. Hetzelfde geldt voor deelde met de Frontpartij.12 In beide gevallen de concurrentiestrijd die tussen de Vlaamse waren een Antwerpse allergie voor Brusselse havens onderling woedde. bemoeienis en een Vlaamse reflex daaraan Het Belg ische belang en dat van Ant werpen niet vreemd. Maar alleen bij de nationalis- en omstreken in het tussen de Lage Landen tische formatie maakte dat deel uit van een bediscussieerde waterwegendossier liepen zo staatsondermijnende strategie. goed als parallel. Het economische belang van Tussen regionale besturen boterde het elke entiteit, van stad over Vlaamse regio tot echter ook niet altijd. Een deel van de linker Belgische eenheidsstaat, vertoonde hier geen Scheldeoever werd eveneens aan het stads- breuken. Dat was niet in alle economisch ge- terriorium toegevoegd. De belofte van de regering dat beide oevers verbonden zouden 11 M. Van Mechelen, Kroniek van Frans Van Cauwelaert 1880-1961 (Beveren- worden met een tunnel was gekoppeld aan Antwerpen 1980) 110-115; F. Seberechts, Politieke en institutionele werken aan het kanaal Gent-Terneuzen. geschiedenis van de haven van Antwerpen (1930-1950) (onuitgegeven proefschrift Universiteit Gent 2001) 149-160. Toen die niet opschoten, begon de provincie 12 Seberechts, Politieke en institutionele geschiedenis 74 en 150. Oost-Vlaanderen moeilijk te doen over de 13 Van Mechelen, Kroniek 134.

Guest (guest) IP: 170.106.202.226 On: Sat, 02 Oct 2021 03:46:37 594 Olivier Boehme laden dossiers het geval, zoals bleek in 1923 was gegaan met een zuivering van de Kamer toen Frans Van Cauwelaert zich net als zijn van Koophandel van onbetrouwbaar en ver- eveneens Vlaamsgezinde en katholieke stads- raderlijk geachte Duitse kooplieden en een genoot Alphons Van de Perre kantte tegen verbreking van de commerciële banden met een nieuw Frans-Belgisch handelsverdrag. een verslagen Duitsland, dat overigens voor- Als leider van de Vlaams-katholieke fractie lopig niet veel te verhandelen had. Maar snel in de Kamer van Volksvertegenwoordigers genoeg sloeg de stemming in ditzelfde milieu droeg hij zelfs aan de verwerping daarvan om ten gunste van het herstel van economi- bij.14 De motieven van dat verzet waren ech- sche betrekkingen met de eens gehate vij- ter niet hoofdzakelijk ingegeven door een in and.16 toenmalige Vlaamsgezinde kringen latente Gematigd Vlaams regionalisme en mer- tot openlijke anti-Fransgezindheid. De po- cantiel lokalisme onderscheidden zich met litieke, militaire en economische greep van dergelijke stellingnames van het ultranati- de zuiderbuur op België na 1918 was in zijn onalisme zoals Nothomb dat propageerde. ogen en die van gelijkgestemde geesten welis- Flaminganten en francofone belgicisten, waar een reëel probleem, maar de bezwaren voor wie de eis tot de vernederlandsing van die het handelsverdrag opriep, waren voor Vlaanderen al landverraad betekende, ver- Antwerpse politici net als de plaatselijke han- droegen elkaar natuurlijk sowieso niet. Maar dels- en maritieme sector eerst en vooral van daarenboven stelden dergelijke Belgisch- mercantiele aard. De poort van België op de nationalisten radicale eisen met betrekking zee en de wereld had immers niets te winnen tot de Scheldekwestie en stuurden ze ook bij de integratie van de Belgische economie in nog eens aan op de annexatie van Zeeuws- het Franse protectionisme. Veel interessanter Vlaanderen en Nederlands Limburg. Deze was het voor deze kringen om de banden met attitude bracht een vlotte afhandeling van het Duitse hinterland, die voor de oorlog zo het dispuut over de waterwegen niet bepaald cruciaal waren geweest voor de ontplooiing dichterbij, maar zette die integendeel hele- van de havenactiviteiten, te herstellen.15 Ook maal op de helling. hier speelden bij aanhangers van de Vlaamse Aan de andere zijde was dergelijk Belgisch gedachte natuurlijk politieke en culturele irredentisme in elk geval koren op de molen sympathieën voor Duitsland mee. Bij de oos- van diegenen die elk argument konden ge- terburen had al in de negentiende eeuw niet bruiken tegen een akkoord dat ze niet zagen alleen voor het Scheldebekken, maar voor zitten om andere redenen. Wat Wallonië heel het ‘stamverwante’ Vlaanderen interesse aanging, was het alvast gelukt het aanvanke- bestaan en menig strijdende Vlaming had in lijke protest van het Comité de la Meuse met hen een heilzaam tegengewicht voor Frankrijk het ontwerp uit 1925 tot zwijgen te brengen. en zijn Belgische aanhangers gezien. Zelfs bij Dit comité vormde een lobby die de belan- Vlaamsgezinden die niet hadden gecollabo- gen van Luik en zijn Maas-verbinding met reerd tijdens de Eerste Wereldoorlog bleven Rotterdam hoger op de agenda plaatste dan pro-Duitse sentimenten leven, zeker als ze die van de Schelde. Concreet en met suc- konden gecombineerd worden met econo- ces drong het aan op de kanalisering van de misch gewin. Midden-Maas om een vlotter verkeer rich- Dit laatste verbond hen met de overwe- ting de Nederlandse wereldhaven mogelijk gend Franstalige sociaal-economische elite te maken.17 De spanning tussen Schelde- en van Antwerpen. Die was kort na de bevrij- Maas-lobby kreeg een plaats in het grote ding in 1918 weliswaar niet immuun geweest ‘Belgische compromis’: België, zo heette het al voor een patriottische reactie, die gepaard in de negentiende eeuw, was een economische eenheid dankzij onder meer de taakverde-

14 Archief en Museum voor het Vlaams Cultuurleven (AMVC-Letterenhuis), ling tussen een industrieel Wallonië dat met Frans Van Cauwelaert-archief, doos: Buitenlandse Handel-Frankrijk; de rest van de wereld werd verbonden door L. Wils, Burgemeester Van Cauwelaert, 1923-1932. Schepper van middel van het maritieme transportcentrum Nederlandstalig Vlaanderen (Antwerpen 2005) 91. 15 R. Coolsaet, België en zijn buitenlandse politiek 1830-1990 (Leuven 2006) Antwerpen. Het ging hier om meer dan een 246-250. mythe, de Scheldehaven steunde daadwer- 16 F. Seberechts, ‘The Political Influences on the Port of Antwerp in the Twentieth Century’ in Blomme e.a. eds, Momentum 35. kelijk in belangrijke mate op de uitvoer van 17 De Waele, ‘De geest van Munster’ 53-58. goederen als staal en steenkool uit Wallonië.

Guest (guest) IP: 170.106.202.226 On: Sat, 02 Oct 2021 03:46:37 Identiteiten en belangen 595 Het feit dat deze economische vervlechting dan een sabotage van het ophanden zijnde ook de politieke eenheid tussen Walen en Nederlands-Belgische verdrag over de wa- Vlamingen moest dienen, werd extra onder- terwegen. Dat vond hij politiek bedreigend, streept door wallingantische oprispingen dat omdat België in zijn ogen en die van zijn me- Luik en de Waalse nijverheid evengoed of destanders een vazal van Frankrijk was en misschien meer gebaat waren bij in- en uit- in economisch opzicht een gevaar voor zijn voer via Rotterdam. Als België maar evenveel Rotterdamse broodheren. Voor deze on- wilde investeren in de bevaarbaarheid van dergraving van een vergelijk tussen de Lage de Maas als in die van de Schelde vormde Landen over de Scheldekwestie had hij bond- dat een interessant alternatief. Dat het zui- genoten in België nodig en die vond hij bij de den van het land toch voornamelijk gebruik Vlaams-nationalisten voor wie na 1918 de ver- maakte van de Vlaamse havenmetropool nietiging van de Belgische eenheidsstaat en de gold, zo beweerde de krant La Meuse reeds oprichting van Groot-Nederland het centrale in 1895, als een blijk van welwillende Waalse streefdoel vormden. De extreme nationalis- loyauteit tegenover de nationale eenheid.18 ten aan beide zijde van de grens slaagden er Die uitspraak had ook iets van een dreiging kennelijk in elkaar op te hitsen en in een spi- aan het adres van een Vlaanderen waar de raal van radicalisering te voeren. Nothomb, taalstrijd aanzwol. In Rotterdam klonken wiens CPN de opmaat werd voor een ruk dergelijke geluiden over het hele Maasbekken naar een voornamelijk Franstalig-Belgisch als zijn natuurlijke hinterland welgevallig in fascisme dat zich aan Benito Mussolini’s be- de oren. weging spiegelde, lokte bij de noorderburen een in meerdere opzichten analoge reactie uit. Uit het Nationaal Comité van Actie, dat Verzet tegen een Scheldeverdrag: Rotter- Anton Mussert met Nederlandse zakenlui dam, Groot-Nederland en Vlaams-nationa- oprichtte, spruitte in 1930 de Nationaal- lisme, 1918-1927 Socialistische Beweging (NSB) voort. De Het Scheldeverdrag dat in 1925 voorlag, technische en andere bezwaren die Mussert kreeg niet vanuit Wallonië, maar vanuit die als ingenieur bij de Nederlandse Waterstaat Rotterdamse havenkringen de wind van vo- opperde, zwollen aan tot een ideologische af- ren. De inzet was niet alleen het Maasgebied weerreactie tegen wat hij beschouwde als een als bedieningsgebied, maar meer nog het ge- bedreiging van Nederland vanuit een militair vaar van een afleiding van schepen richting en politiek aan Frankrijk gebonden zuider- Antwerpen over een directe verbinding met buur. Gerretson wilde niet onderdoen en Dordrecht, weg van de Hollandse havencon- richtte een concurrerende ‘volksfascistische’ current. partij op.20 De Schelde-kwestie heeft op die Een belangrijke bondgenoot vond deze manier mee de ontwikkeling van de revolutie Nederlandse havenlobby in de Groot- van rechts in de Lage Landen gestimuleerd. Nederlandse beweging. Frederik Carl Veel overtuigingskracht had Gerretson Gerretson was hier de voornaamste verbin- niet nodig om Vlaamse medestanders te re- dingsman. Tijdens de Eerste Wereldoorlog kruteren voor een sabotage-actie die uitge- had hij nauwe contacten onderhouden met de rekend de ontsluiting van de ‘hoofdstad van Vlaamse activisten. Gerretson steunde deze de Vlaamse Beweging’ bemoeilijkte. Dat had collaborateurs waar hij kon en bleef ook na de alles te maken met welke identiteit en daar- oorlog in contact staan met de onverzoenlijke aan vastgeknoopte loyauteiten en belangen radicaal Vlaamsgezinde en anti-Belgische hier de bovenhand kregen. Aangezien in de stroming die uit dit politieke avontuur voort- kwam.19 Gerretson diende dus twee doelen: de 18 M. Platel, Communautaire geschiedenis van België van 1830 tot vandaag (Leuven 2004) 111. voortzetting van het streven naar een Groot- 19 Gerretsons intriges en motieven zijn goed in beeld gebracht in: Nederland, bestaande uit Nederlanders en L. Wils, ‘Gerretson, Geyl en Vos. Spanningen tussen de Grootnederlandse ‘bevrijde’ Vlamingen, en de voorspoed van Beweging en de Vlaams-nationalistische’, in Idem, Vlaanderen, België, Groot-Nederland. Mythe en geschiedenis. Historische opstellen, gebundeld het Nederlandse zaken- en koloniale milieu, en aangeboden aan de schrijver bij het bereiken van zijn emeritaat als waarvan hij deel uitmaakte door zijn baan bij hoogleraar aan de K.U. Leuven (Leuven 1994) 292-320. 20 E. H. Kossmann, De Lage Landen 1780-1940. Anderhalve eeuw Nederland de Bataafsche Petroleum Maatschappij. en België (Amsterdam-Brussel 1976) 447; L. Picard, Geschiedenis van de Gerretson had niets anders op het oog Vlaamse en Groot-Nederlandse Beweging II (Antwerpen 1959) 295.

Guest (guest) IP: 170.106.202.226 On: Sat, 02 Oct 2021 03:46:37 596 Olivier Boehme ogen van de Vlaamse en Nederlandse Groot- naburen’ de bloei van de Scheldehaven en daar- Nederlandsgezinden België voor een vazal- mee van heel Vlaanderen verhinderd had.22 staat van Frankrijk doorging, was het door De Belgische onafhankelijkheid in 1830 was een Franstalige handelsbourgeoisie gedomi- in dat opzicht een bevrijding geweest. Denucé neerde Antwerpen evenmin iets anders dan verloor na de oorlog wegens kennelijk niet al te een voorpost van Parijs. Antwerpen verster- verregaand Vlaams activisme zijn baan, maar ken betekende een vijandige staat versterken kreeg rehabilitatie door toedoen van de socia- en de voornaamste haven van een ‘volksver- listisch-flamingantische burgemeester Camille bonden’ natie fnuiken.21 Voor activisten die Huysmans. Zonder sporen op zijn geschied- zelf wegens landverraad getroffen waren visie bleef dat politieke wedervaren evenwel door repressieve maatregelen vanwege de in niet, want in een nieuwe editie van Vlaanderen 1918 weer in het zadel geholpen Belgische door de eeuwen heen uit 1932 heette het bij hem overheid, betekende de geallieerde overwin- dat 1830 de natuurlijke ontwikkeling van de ning om zowel persoonlijke als ideologische Vlaamse handel en industrie had onderbro- redenen een nederlaag. Het Verdrag van ken omdat de Nederlanders toen de Schelde Versailles uit 1919 trof zowel Duitsland en opnieuw hadden afgesloten. De negatieve rol zijn medestanders als het neutrale Nederland, die Nederland sinds de zestiende eeuw in de dat nu met een zelfbewust en niet meer tot Vlaamse economie gespeeld had, verheelde hij neutraliteit verplicht België geconfronteerd nog steeds niet, maar België werd nu ook ver- werd en onder druk van de geallieerden een antwoordelijk gesteld voor de teloorgang van nadelig akkoord over de waterwegen moest Vlaanderen. Dat laatste beantwoordde aan negociëren. Er waren dus redenen genoeg wat een Vlaamsgezinde standaardvisie op het waarom Vlaams-nationalisten van de harde eigen verleden werd. Maar Denucé beschouw- lijn met Nederlandse belangengroepen en de de Scheldehaven zonder meer als een draai- Groot-Nederlandse nationalisten tegen een schijf van eerste orde en onontbeerlijk voor de voor Antwerpen gunstige regeling ageerden. broodnodige economische vooruitgang van Het mercantiele belang van de Schelde en Vlaanderen.23 Bij hem kwam het kennelijk uiteindelijk ook de Vlaamse economie waren niet op die hefboom op het spel te zetten voor ondergeschikt aan en werden geofferd op het een hoger nationalistisch doel. altaar van de Vlaamse en Groot-Nederlandse Politiek vertoonde in zijn ogen net een ver- natie. storend karakter. Een premisse voor Vlaams Een en ander verhinderde niet dat ook economisch én cultureel succes bestond er vol- in Vlaamsgezinde milieus het besef leefde gens hem immers in dat het gevrijwaard bleef dat de sluiting van de Schelde na de val van van externe bemoeienissen en hinderpalen. Antwerpen in 1585 en het verdrag van Münster in 1648 door de Nederlandse Republiek de Zoo is telkens bewaarheid dat, wanneer economische voorspoed en ontwikkeling van diplomatische of politieke bemoeiingen de Zuidelijke Nederlanden diepgaand had Vlaanderen niet in zijn natuurlijke ontwik- aangetast. Daarin bestond geen verschil met keling tegenwerkten, handel en nijverheid de Belgischgezinde geschiedschrijving en het een bloei bereikten als in geen land ter we- bijhorende nationale historische geheugen. In reld. Drie maal kende onze geschiedenis pe- één van de eerste pogingen tot synthese van het rioden van bizonderen voorspoed, en telkens Vlaamse verleden, het door de Nederlandse kwamen daarmede toppunten in de algeheele uitgeverij Elsevier in 1912-1913 uitgegeven kultuur van het Vlaamsche volk overeen: de tweedelige overzichtswerk Vlaanderen door de eerste kunnen wij noemen het tijdperk van eeuwen heen, liet de Antwerpse historicus en Brugge’s grootheid in de XIVe eeuw en van conservator Jan Denucé er geen misverstand de economische overmacht van het eigenlijke over bestaan dat de ‘ijverzucht van machtigen graafschap Vlaanderen. De tweede periode valt in de XVIe eeuw met Antwerpen als wereldmarkt. De derde eindelijk is de tijd 21 Zie o.m. het artikel ‘De Antwerpsche haven’, Vlaanderen 3 (7 juni 1924) 183. dien we beleven gekenmerkt door de herop- 22 J. Denucé, ‘De handel’, in Vlaanderen door de eeuwen heen II (Amsterdam komst van de Scheldestad en de ontginning 1913) 104-106. 24 23 J. Denucé, ‘De handel en de nijverheid’, in Vlaanderen door de eeuwen van het Limburgsche kolenbekken. heen II (Amsterdam e.a. 1932) 304, 314-321.

Guest (guest) IP: 170.106.202.226 On: Sat, 02 Oct 2021 03:46:37 Identiteiten en belangen 597 Het ging hier om een tegenstelling tussen na- aan het worden was, dat in het Noorden de tuur en geschiedenis, die lang niet alleen deze onwil tegen een unie met het Zuiden groei- Vlaamsgezinde historicus suggereerde: ‘van de.27 Hij was kennelijk niet blind voor het feit nature’ beschikte Vlaanderen over al wat no- dat de solidariteit tussen de Lage Landen ook dig was voor economisch en cultureel succes, in historisch opzicht geen evidentie was. maar historische actoren, inclusief België, Niettegenstaande al dat animo onder gooiden herhaaldelijk roet in het eten en ver- ook Vlaamse radicalen voor de economi- hinderden Vlaanderen te worden wat het ‘in sche ambities in verband met Antwerpen essentie’ kon en hoorde te zijn. Het concept en zijn Schelde, kreeg voor een invloedrijke ‘Vlaanderen’ werd daarbij stilzwijgend, voor strekking onder hen het hogere doel van de het eerst noch het laatst, in voorbije eeuwen Vlaamse natie en de afbraak van België toch geprojecteerd waar het in die betekenis nog de voorrang. Er waren verschillende manie- niet aan de orde was.25 Dat Vlaanderen ver- ren waarop de voorstanders daarvan dat niet schijnt bovendien, ook weer hier niet alleen, alleen voor zichzelf trachtten te verantwoor- als één monolithisch geheel, zonder interne den, maar eveneens voor een publieke opinie breuken of spanningen. De verwijzing naar die ze voortdurend wilden bewerken en aan het middeleeuwse Brugge, dat in de zestiende hun kant krijgen. Eén soort argumentatie eeuw niet zonder slag of stoot als eersterangs- bestond erin dat de tegenstellingen tussen haven opgevolgd werd door Antwerpen, past Antwerpen en Rotterdam helemaal niet zo nochtans niet helemaal bij die voorstelling. onoverbrugbaar hoefden te zijn. De Belgische Ook veel rabiatere Vlaams-nationalisten nationalisten en het imperialistische Parijs, liet de economische betekenis van de zo heette, dreven die omwille van politieke Scheldemonding niet onverschillig, integen- motieven graag op de spits, maar de rivieren- deel. Joris Fassotte was zo iemand die erg ver delta van de Lage Landen kon op harmoni- gegaan was in zijn activistisch engagement euze wijze groeien en bloeien.28 tijdens de bezetting en tijdens de volgende Een andere redenering die de afwijzing oorlog maakte hij deel uit van het extreem- van een waterwegenverdrag naar Belgische rechtse Vlaams Nationaal Verbond (VNV). snit moest ondersteunen, was veel harder en Deze bankbediende werkte bovendien als een principiëler. Ze werd aanvankelijk alleen bin- van de eersten de economische implicaties van nenskamers geuit, omdat ze niet van aard was de Vlaamse afscheidingsbeweging grondig de buitenwacht meteen te overtuigen. Deze uit. Dat deed hij onder meer met zijn in 1917 stellingname kwam erop neer dat omwille verschenen publicatie Vlaanderen’s ekono- van de hoge inzet, Vlaamse zelfstandigheid, mische zelfstandigheid. Voor Antwerpen had er maar verzaakt moest worden aan econo- hij daarbij een grootse toekomst in gedach- misch gewin. Vlaanderen bleef beter als na- ten als wereldhaven en transportcentrum in tie zuiver en arm, dan dat er goede zaken een door Duitsland gedomineerd Europa, werden gedaan terwijl de Frans-Belgische een visie die strookte met die van Duitse invloed het verder verontreinigde. ‘Wat baat economisten als Hermann Schumacher en het dat Vlaanderen alle goederen der aarde Edgar Jaffé en die van Duitse economische wint, indien zijne ziel verloren gaat? Wat en regeringskringen. Vlaanderen reduceerde baat het…?’29 Met deze retorische vraag eta- Fassotte zonder meer tot een binnenhaven leerde het weekblad Vlaanderen uiteindelijk van de Scheldestad.26 De historicus Robert de ratio achter de sabotage van de Belgisch- Van Roosbroeck was eveneens betrokken bij Nederlandse onderhandelingen voor ieder- het activisme en evolueerde daarna op zijn een die het lezen wilde. Vlaanderen werd beurt, via de Frontpartij, naar het VNV. In geleid door twee voormalige activisten, de de jaren ‘30 begon hij in zijn wetenschappe- vrijzinnige en vanuit Amsterdam opererende lijke discipline een vooraanstaande plaats te bekleden en heeft hij ook daar geijverd voor 24 Denucé, ‘De handel en de nijverheid’, 323-324. de Vlaamse zaak door middel van een aan- 25 Voor een verwante analyse van de tegenstelling tussen een ‘eeuwig en van nature gegeven’ Vlaanderen en de geschiedenis die er vaak afbreuk gepaste geschiedschrijving. Niettemin ver- aan deed, zie o.m. M. Beyen, ‘ ‘Spijts de geschiedenis …’ Het discours over dedigde hij nog in 1932 de stelling dat mari- het nationale verleden in een aantal ‘historische belijdenissen’, versche- nen in Vlaanderen tijdens de Tweede Wereldoorlog’, in D. de Geest e.a. tiem Antwerpen reeds tijdens het Verenigd eds, Hun kleine oorlog. De invloed van de Tweede Wereldoorlog op het Koninkrijk der Nederlanden zo belangrijk literaire leven in België (Leuven 1998) 155-197.

Guest (guest) IP: 170.106.202.226 On: Sat, 02 Oct 2021 03:46:37 598 Olivier Boehme

De radicaal Vlaams-nationalistische priester Robrecht de Smet stond aan het hoofd van het weekblad Vlaan- deren, waarmee hij onder meer een heftige campagne voerde tegen een nieuw Belgisch-Nederlands water- wegenverdrag. Bron: AMVC-Letterenhuis, Antwerpen

Josué de Decker en de katholieke priester van op de Vlaamse intelligentsia was er niet Robrecht de Smet. Dit orgaan werd ook wel minder groot om. In economisch opzicht de ‘moniteur der Vlaamse jacobijnen’ ge- promootte het weliswaar een eigen Vlaams noemd en daarmee was niets teveel gezegd, zakenleven. Zo beval het de even jonge als want in Vlaams separatistisch radicalisme kleine Scheldebank bij zijn lezers als een echt kende het zijn gelijke niet. De impact er- Vlaamse instelling aan.30 Maar als het erop aankwam moesten de centen wijken voor wat

26 Hier wordt verwezen naar de tweede uitgave: J. Fassotte, Vlaanderen’s de redactie als de ware Vlaamse gedachte be- ekonomische Zelfstandigheid (Antwerpen 1920) 127-128, 137, 142, 160-163. schouwde. Bij de Vlaamse en Nederlandse 27 R. Van Roosbroeck, ‘De Antwerpsche Havenbeweging 1815-’30 en de socialisten die samen van 1929 tot 1935 het Scheidingsgedachte’, De Vlaamsche Gids 20 (maart 1932) 241-252. 28 Zie een voorbeeld van deze redeneertrant n.a.v. de Franse surtaxe Groot-Nederlands georiënteerde tijdschrift d’entrepôt die schepen uit Antwerpen deels niet en Rotterdam wel moes- Schakels uitgaven, werd een variante op dit ten betalen, waarover verder in dit artikel meer: ‘De surtaxe d’entrepôt’, Vlaanderen (6 (5 november 1927) 353. verhaal opgevoerd: een verdrag hoefde niet 29 ‘Oeconomisch of politiek belang?’, Vlaanderen 6 (5 maart 1927) 74. Deze omdat het de Franco-Belgische ‘plutocratie’ stelling werd daarvoor al verdedigd binnen de redactie: in AMVC- begunstigde zonder dat de Vlaamse kleine Letteren­­huis. Archief Weekblad Vlaanderen V 672 B1 1924-1926: brief d.d. 31 28 november 1925, Hendrik Cayman aan Robrecht de Smet (beiden leden man daar beter van werd. van de redactie). Een soortgelijke ‘zuiverheidsleer’ werd 30 ‘De Scheldebank’, Vlaanderen 1 (4 juni 1922) 6. 31 Deze zienswijze werd in Schakels verdedigd door J. J. Schilham in een verkondigd door Vlaams-nationalisten waar artikelenreeks ‘Rotterdam-Antwerpen’ in de jaargang van 1933. het andere gevolgen van de economische situ-

Guest (guest) IP: 170.106.202.226 On: Sat, 02 Oct 2021 03:46:37 Identiteiten en belangen 599 atie van onder meer de Schelderegio betrof. Noord-Brabant en Nederlands Limburg, de Sinds het begin van de twintigste eeuw had oude ‘Generaliteitslanden’, waren er als katho- Antwerpen en omstreken een sterker indu- lieke gewesten in de periferie van Nederland strieel karakter gekregen, net als andere ge- net zo bekaaid afgekomen als het katholieke bieden in Vlaanderen, en dat was een gevolg en Nederlandstalige Vlaanderen in het fran- geweest van de ‘maritimisering’ van de econo- cofone België. Hij zag precies in beide regio’s, mie en de evolutie van de haven als logistieke die samen ‘Midden-Dietsland’ vormden, de schakel naar een vestigingsplek voor produc- kern van zowel een Dietse politiek-culturele tie waarvan de input en output zo snel en eenheid als de wieg van een nieuwe fase in de goedkoop mogelijk dienden getransporteerd industrialisatie van de Lage Landen. Inderdaad te worden. Deze industrialisatie in de omge- was in Zuid-Nederland net als in de Vlaamse ving van Vlaanderens centrale waterweg ge- Kempen een jonge steenkoolnijverheid in volle beurde voor een belangrijk deel met financiële ontwikkeling en trokken beide streken nieuwe middelen van de Brusselse kapitaalgroepen. fabrieken aan. In deze constellatie zag hij een Zo richtte de Société Générale in Hoboken as Brussel-Antwerpen een negatieve invloed langsheen de Schelde de Métallurgie uitoefenen, doordat de politieke, financiële en Hoboken op. In de ogen van hardliners als maritieme beleidslijn die daarvan uitging de Robert Van Genechten, een Vlaamse banne- rol van de Maasvallei al te zeer marginaliseer- ling in Utrecht en medewerker van Vlaanderen, de. Beter was het volgens hem meer transport en Hendrik Elias, één van de ideologen en la- vanuit Luik over Rotterdam te laten verlopen ter de leider van het VNV, zagen daarom in de en daartoe meer in werken aan de Maas te industrialisatie van Vlaanderen niet alleen een investeren. In zijn ogen was het Brussel dat kans. Ze vormde ook een bedreiging, omdat Rotterdam saboteerde door het zijn natuur- deze nieuwe economische stap voorwaarts wel lijke hinterland, dat tot in Noord-Frankrijk eens betaald kon worden met nog meer domi- liep, te ontnemen. Het Grand Canal, dat sinds nantie door de Franstalige elite van het land en de jaren twintig op tafel lag en in het decen- het verval van de Vlaamse culturele en talige nium daarop gerealiseerd en Albertkanaal eigenheid.32 Zelfs de latere premier Gaston genoemd werd, beschouwde hij als een voor- Eyskens, die aan de Leuvense universiteit eco- beeld daarvan. Dit kanaal verbond Antwerpen nomie doceerde en al snel de weg opging van rechtstreeks met Luik dwars doorheen het een veelbelovende loopbaan in de katholieke Limburgse steenkoolgebied.35 partij, hanteerde een soortgelijk discours. Hij Knuvelder was niet de enige Groot- combineerde dat met een Groot-Nederlands Nederlandse ideoloog die dit project ver- geïnspireerd pleidooi voor samenwerking tus- wierp, want net als hij beschouwden ook sen Antwerpen en Rotterdam. Nog medio ja- Vlaams-nationalisten dit kanaal als een ‘reu- ren ’30, toen temidden van de crisis de econo- zenloopgraaf’ die België als militaire voor- mische integratie tussen de Lage Landen ook post van Frankrijk tegen Nederland in stel- in regeringskringen hoog op de agenda stond, ling bracht.36 Verschillend was Knuvelders zag hij een werkverdeling tussen beide havens economische waardering van deze waterweg heel goed zitten.33 In de belangenorganisatie en die van de radicalen rond onder meer het van de Vlaamse werkgevers, het in 1926 opge- tijdschrift Vlaanderen. Knuvelder had immers richte Vlaams Economisch Verbond (VEV), een werkverdeling in gedachten waarbij de poogde het economische brein Piet Bessem de competitie tussen de twee wereldhavens te relativeren en hij greep zelfs een derde speler, 32 R. Van Genechten, Vlaanderens Economische Ontwikkeling na den Oorlog (Brugge 1928) 52-59; Dr. E. [H. Elias], ‘Pleidooi voor een politiek en Sociaal Hamburg, aan om vooral de concurrentie van Kultuurflamingantisme’, Jong Dietschland 3 (2( december 1929) 814-819. buiten de Nederlanden in de verf te zetten.34 33 Zie de persverslagen: ‘Studentenleven’, De Standaard (7 februari 1936); ‘In de Kamer van Handel en Nijverheid van het arrondissement Sint-Niklaas’, Een niet minder merkwaardig discours idem (10 april 1936). was hetgeen Gerard Knuvelder hield over 34 Algemeen Rijksarchief (ARA). Archief Gaston Eyskens, nr. 7209: Reeks ‘Midden-Dietsland’, een variante op de Groot- voordrachten ingericht door VEV ‘België en de crisis’ 1933. P. Bessem, Scheepvaart en transportwezen, donderdag 4 mei 1933. Nederlandse idee. De Noord-Brabantse en 35 G. Knuvelder, Vanuit wingewesten. Een sociografie van het zuiden katholieke regionalist Knuvelder zag een grote (Hilversum 1930) 263-325 en 424. 36 ‘Het Albertkanaal Luik-Antwerpen. Welke plannen wil België uitvoeren?’, gelijkenis tussen het lot dat Zuid-Nederland Vlaanderen 11 (9 januari 1932) 9; ‘Vredeskanalen’, Jong Dietschland 8 en Vlaanderen was beschoren. De provincies (november 1934) 8-9.

Guest (guest) IP: 170.106.202.226 On: Sat, 02 Oct 2021 03:46:37 600 Olivier Boehme de Rijn voer. Het Midden-Diets verhaal werd in Vlaanderen gepropageerd door Maurits Lambreghts, inbegrepen de visie op beide havens als delen van één havencomplex in de Nederlandse delta.37 Het was ook mogelijk om in naam van een goede samenwerking tussen de Lage Landen, dat wil zeggen Nederland en geheel België, op een compromis aan te dringen waarbij het Scheldebelang niet als alleenzaligma- kend werd beschouwd. Die positie nam de flamingantische, maar niet anti-Belgische li- beraal Julius Hoste in, met zijn massakrant Het Laatste Nieuws een invloedrijk man. Hij zag samenwerking tussen België – niet alleen Vlaanderen – en Nederland als een moreel belang waarvoor op economisch gebied ook van Belgisch-Antwerpse zijde best wat water in de wijn mocht worden gedaan.38 Hoezeer de vooral Vlaams-natio­na­listische en Groot-Nederlandse beweringen over de verenigbaarheid van Schelde- en Rijnbelangen wel steunden op wishfull thinking en de wens de publieke opinie te paaien, wordt bewezen door de keiharde concurrentiestrijd die de haven- kringen van Antwerpen en Rotterdam tegen elkaar voerden.

Het verdrag gekelderd, 1927 De Nederlandse historicus Pieter Geyl en de Antwerpse Vlaams- nationalistische leider Herman Vos rond 1930. Samen met Frederik Voor de keldering van een Nederlands- Carl Gerretson ijverden beiden voor Groot-Nederland, zelfs met de Belgisch waterverdrag volstond de Vlaams- Scheldebelangen als inzet. nationalistische en Groot-Nederlandse propa- Bron: AMVC-Letterenhuis, Antwerpen ganda niet, hoe heftig die ook was. Gerretsons Vlaamse handlanger, Herman Vos, kwam er- aan te pas om er de genadeslag aan te geven. De Nederlandse historicus Pieter Geyl, ar- Maas als verkeersader van en naar Rotterdam chitect van een Groot-Nederlandse geschied- een volwaardige rol zou spelen. Daarmee stond schrijving, was nauw betrokken bij de plannen hij dicht bij de Waalse Maas-lobby. Voor de van dit duo.39 Ook Vos had tijdens de oorlog ‘Vlaamse jacobijnen’ daarentegen was de in- in het activisme gestaan en was daarvoor na tegratie van Waalse belangen in een ‘Dietse’ de oorlog tot een gevangenisstraf veroordeeld. agenda ondenkbaar. Dat gold niet voor de Na zijn bevrijding wist hij zich op te werpen werkverdeling die Knuvelder voorstelde tussen als de leider van de Antwerpse afdeling van Antwerpen en Rotterdam door meer trafiek de Frontpartij. Net als de andere Vlaams- over Vlaanderen en Zuid-Nederland aan de nationalisten vond hij dat een Scheldeverdrag Nederlandse haven te gunnen en Antwerpen economisch noch politiek tegen Nederland meer te laten delen in het verkeer dat nu langs mocht gericht zijn. Niet alleen ‘eerlijke’ concur- rentie met de Rijnhaven stond bij hem voorop, hij wilde eveneens voorkomen dat Antwerpen 37 Zie o.m. M. Lambreghts, De industrialisatie der Kempen en de hereeniging der Nederlanden (Tielt [1937]). een oorlogshaven werd in dienst van het 38 J. Hoste, ‘Het verdrag met Nederland’, Het Volksbelang 2 (1 december Frans-Belgische militaire bondgenootschap. 1926) 1. 39 Voor deze intrige zie o.m. Schuursma, Het onaannemelijk traktaat en Als met het gewraakte verdrag de ondergang Wils, ‘Gerretson’. van de Belgische staat en de oprichting van

Guest (guest) IP: 170.106.202.226 On: Sat, 02 Oct 2021 03:46:37 Identiteiten en belangen 601

Groot-Nederland binnen bereik kwam, was rale spreekbuis onder de titel Het Vaderland ook hij zelfs bereid de economische belangen – de wijziging in De Schelde kwam er al in die met de Schelde gemoeid waren op te of- 1919 – en sloot nauw aan bij de midden- feren.40 Mede op aangeven van Gerretson en klasse die actief was in de havenzaken. Net Geyl voerde Vos, die voor de Frontpartij in de wegens die specifiek Antwerpse achtergrond Kamer van Volksvertegenwoordigers zetelde, sprak ze ook toen ze in 1921 het orgaan van een fatale aanval uit op een nieuwe versie van de Frontpartij was geworden en sinds 1929 het verdrag door minister van Buitenlandse van door Gerretson vergaard Nederlands ka- Zaken Emile Vandervelde daarover te inter- pitaal leefde, niet diens taal. De belangen van pelleren. Hij wilde graag weten of België het de haven, die Vos en zijn politieke formatie recht van Nederland om in een oorlogssitu- overigens ook uit de handen van het Belgische atie de Westerschelde te sluiten erkende. Het establishment wilden rukken, kwamen hier ontwijkende antwoord van de minister begin niet in aanmerking als offergave voor een nati- 1927 ging aan de Nederlandse Eerste Kamer onalistisch ideaal. Integendeel, de uitbreiding niet onopgemerkt voorbij. Daar wachtte het van de verkeersinfrastructuur om en rond de verdrag op 24 maart 1927 een verwerping. Antwerpse poort op de wereld gold hier, net Ondanks hernomen onderhandelingen tussen als het volledige herstel met onder meer het Frans Van Cauwelaert en de Nederlandse con- Duitse hinterland, als prioritair.41 servatieve toppoliticus Hendrik Colijn kwam Een breuk met Gerretson werd zo onver- er van een Moerdijkverbinding niets meer in mijdelijk. De verdeeldheid in het Vlaams- huis tot 1963. nationalistische kamp kwam al sterk tot Op het ogenblik waarop Vos dit ma- uiting in 1926 naar aanleiding van de ver- noeuvre uithaalde, deed hij dat echter al niet gelijking die Van Cauwelaert maakte tussen meer met de bedoeling een verdrag zonder de tegenwerking van een Scheldetraktaat en meer onmogelijk te maken omwille van het 1648. Toen Vos’ Antwerpse medestander hogere Groot-Nederlandse doel. Hij zag Leo Picard daar begrip voor toonde, had hij in dat dat toch nog wat te veraf lag om er het bij de radicale Groot-Nederlanders Van Vlaanderen economisch voor te laten bloe- Vessem, advocaat in Utrecht, en diens as- den. Bovendien had hij van Gerretson een socié, de Vlaamse banneling Robert Van billijker voorstel gekregen dan dat van het Genechten, verkorven.42 De herinnering aan onverzoenlijke Nationaal Comité van Actie. het jaar van de scheiding van de Nederlanden Zijn Nederlandse partner in crime kwam moet hard aangekomen zijn voor een bewe- om de proppen met het voorstel wel een ging die beweerde net de hereniging van het Moerdijkkanaal en Schelde-Rijnkanaal aan Nederlanstalige deel daarvan na te streven. te leggen, maar langs een alternatief tracé. Dat scheiding én hereniging kennelijk moes- Ook Geyl vond dat de Antwerpse belangen ten gepaard gaan met een zware prijs voor wel enige consideratie verdienden. Blijkbaar de Scheldemetropool paste niet goed bij de droeg deze redelijkheid net aan Nederlandse verdediging van hun zaak, welke redenerin- zijde bij tot het goede geweten waarmee de gen ze daarover ook trachtten op te zetten. In tussen de beide regeringen onderhandelde Belgischgezinde kringen was het natuurlijk versie viel af te wijzen. geenszins een taboe luidop te verkondigen Vos verwijderde zich meer en meer dat niet met 1830 maar wel met 1648 de ver- van de intransigente houding van de groep arming van Vlaanderen was ingezet.43 rond Vlaanderen of het even Vlaams- nationalistische en uitgesproken katholieke Andere Scheldebelangen, 1927-1940 tijdschrift Jong Dietschland. Als voorman van de Antwerpse Frontpartij kon hij eigenlijk In tal van andere dossiers die raakten aan ook niet anders. Het dagblad van die partij, de Scheldekwestie bleek telkens weer een De Schelde, waarvan hij in de periode 1927- verschillende afweging van belangen, identi- 1933 hoofdredacteur was en dat ondanks

zijn naam ironisch genoeg de belangen van de 40 Voor de houding van Vos, zie: B. Van Causenbroeck, Herman Vos. Van Rotterdamse geldschieters daarachter moest Vlaams-nationalisme naar socialisme (Antwerpen e.a. 1997) 120-124. dienen, voldeed niet aan hun verwachtingen. 41 AMVC-Letterenhuis. Archief H. Vos, V851/H en K: notities van Vos ter zake; Seberechts, Politieke en institutionele geschiedenis 74. Deze krant was in 1918 opgericht als een libe- 42 Van Causenbroeck, Herman Vos 122-123.

Guest (guest) IP: 170.106.202.226 On: Sat, 02 Oct 2021 03:46:37 602 Olivier Boehme teiten en loyauteiten, ten gunste dan wel ten botage van het Albertkanaal. In 1937 deed het koste van de Scheldemonding en haar econo- Hof uitspraak en stelde geen van beide landen mische omgeving. in het gelijk.45 Hier werd op heel tastbare wijze We zagen al hoe het ontwerp en de aanleg Maaswater tegen Scheldewater uitgespeeld, van het Albertkanaal tot discussie leidde. De een verband dat Nederland is blijven leggen. geestelijke vader van het kanaal was ingenieur Dat gebeurde in meer dan één opzicht. Toen Jules Van Caenegem, een katholieke flamin- een Schelde-Rijnkanaal er na de oorlog toch gant die optrad als bestuurder bij het VEV nog kwam, koppelden de Nederlanders dat en in 1931-1932 als minister van Openbare aan de levering van zoet Maaswater door Werken. Hij en anderen die er een Vlaamse België voor de Zeeuwse meren aan de dichtge- agenda op nahielden, beschouwden het kanaal maakte Oosterschelde, waarin via het nieuwe niet alleen als een cruciale verbindingsweg van kanaal ongewenst zout water sijpelde.46 Antwerpen met de Luikse regio, maar niet Hoe weinig Vlaamsnationalisten het ook minder met de Kempische steenkoolmijnen. geweten wilden hebben, van ‘hun’ Vlaanderen Daarvan verwachtte Vlaanderen veel voor maakte de Franstalige handelsklasse even- zijn industriële groei, al was een niet geheel zeer deel uit. Haar voornaamste spreekbuis, voorzien effect dat ook Luik en omstreken er de Antwerpse Kamer van Koophandel, stond voordeel uit putten en precies een snelle ver- vierkant achter het Albertkanaal. Al vlak na binding hiermee de inplanting van nieuwe nij- de Eerste Wereldoorlog verdedigde ze een der- verheidssites in de Kempen voorkwam. De al- gelijke verbinding, zij het met een noordelijker omtegenwoordige Van Cauwelaert keurde het tracé dan waarin Van Caenegem met zijn plan in 1927 mee goed in de Nationale Commissie voorzag.47 De precieze lijn die het kanaal moest voor de Grote Werken. Die beslissing speelde volgen, gaf aanleiding tot nog meer getouwtrek in op de moeilijkheden die tegen een Schelde- door uiteenlopende lokale en subregionale be- Rijnverbinding werden opgeworpen. Een langenbehartigers. Dat was heel voorspelbaar ander alternatief voor het verijdelde Schelde- en bedreigde geenszins de eenheid van het Rijn- en Moerdijkkanaal was het opzet van land. een waterverbinding tussen Zeebrugge, Gent Ook hier lag dat anders voor de Vlaams- en Antwerpen, dat weliswaar tot in regerings- nationalistische stellingname. Het feit dat kringen ernstig overwogen werd maar het niet alleen de Franstalige ondernemers in uiteindelijk toch niet haalde omdat het de on- Antwerpen, maar ook het officiële België zich derhandelingen met Nederland nog moeilijker achter dit infrastructuurproject schaarden, zou maken.44 Nederland ervaarde de aanleg maakte het Vlaamsnationalistische wan- van het kanaal tussen Antwerpen en Luik net trouwen er niet kleiner op. In de ogen van zoals het bedoeld was, als een alternatief voor de Vlaamse ultra’s ging het hier niet alleen de kanalen die het België niet gegund had, en om een Frans-Belgische loopgraaf, maar ver- zag in de nieuwe verbinding andermaal een grootte het ook de greep van het Franse kapi- bedreiging. De aanleg van het Albertkanaal taal op de Kempische steenkoolmijnen. lokte uiteindelijk zelfs een proces uit, waarbij Andere voordelen van de Scheldevaart op Nederland bij het Internationaal Gerechtshof die van Nederland werden om soortgelijke in Den Haag in 1936 aanklaagde dat België redenen door het mercantiele Antwerpen teveel Maaswater aftapte. België beschouwde en zijn promotoren toegejuicht, maar net zo dit proces als een Nederlandse poging tot sa- betreurd door de Vlaamse radicalen. Na de oorlog had Frankrijk op de surtaxe d’entrepôt, 43 Zie bv. Victor de Laveleye, partijvoorzitter van de liberalen: ‘Een merk- een belasting op goederen die in Frankrijk waardige rede’, Het Volksbelang, 50 (7 augustus 1937), nr. 3 3. 44 B. Janssens de Bisthoven, ‘Het ontworpen zeekanaal Zeebrugge- werden geïmporteerd langs niet-Franse ha- Antwerpen tijdens het interbellum’, in J. Art en L. François eds, Docendo vens, een uitzondering toegestaan voor vracht discimus. Liber amicorum Romain Van Eeno II (Gent 1999) 777-781; Seberechts, Politieke en institutionele geschiedenis 147, 160-162. van Antwerpen naar de door de zuiderbuur 45 G. Van Roon, Kleine landen in crisistijd. Van Oslostaten tot Benelux, 1930- op Duitsland heroverde gebieden Elzas en 1940 (Amsterdam-Brussel 1985) 144. Lotharingen. Pas aan de vooravond van de vol- 46 A. Buyse, ‘Gevecht in de polder. De Schelde’, in Tollebeek en Te Velde eds, Het geheugen 105. gende wereldoorlog werd Rotterdam eenzelf- 47 J. Van Caenegem, ‘Politieke en economische geschiedenis van het de gunst verleend. Bovendien was Antwerpen Albertkanaal’, Elckerlyc 5 (1 juli 1939) nr. 26 1-3, (8 juli 1939) nr. 27 5-7, (15 juli 1939) nr. 28 3-5; Devos en Van Damme, In de ban van Mercurius 161. en niet Rotterdam de depothaven voor de kali 48 ‘Handel en Vlaamsch Bloed’, Vlaanderen 10 (14 februari 1931) 41-42. uit de Elzas geworden, een voordeel waarvoor

Guest (guest) IP: 170.106.202.226 On: Sat, 02 Oct 2021 03:46:37 Identiteiten en belangen 603

De Ford-fabrieken in de haven van Antwerpen ca. 1930. Tijdens het interbel- lum maakte deze laatste al volop de overgang naar haar vitale rol in een industrieel maritiem complex door. Bron: AMVC-Letterenhuis, Antwerpen

Van Cauwelaert druk had gelobbyd. In beide op één lijn om te protesteren tegen de poli- gevallen beschouwde Vlaanderen dat als een tiek ter zake.51 De Vlaams-nationalistische laakbare afkoopsom voor het Vlaamse bloed economist en priester Karel Pinxten vond dat dat in dienst van het Franse imperialisme was de verschuiving van het industriële zwaarte- gevloeid.48 punt in België maar beter geaccepteerd werd: Zelfs de pogingen in de jaren ’30 van België ‘even [sic] min als op kunstmatige wijze de om met Nederland en de Scandinavische lan- handelsbedrijvigheid van Brugge, bij de ver- den een economische zone te vormen als ant- zanding van het Zwin of wellicht thans, de woord op de golf van protectionisme in het omtoovering van Zeebrugge tot wereldhaven, zog van de grote crisis werd in die radicale mogelijk geweest is of zijn zal, evenmin zal de Vlaamse kringen gepercipieerd als een list van Waalsche steenkolenindustrie kunstmatig Frankrijk om zijn invloed via de Belgische va- gered worden.’52 zal naar het noorden te verruimen.49 Ook hier Aan de andere kant stonden de Generale bleek het van weinig tel dat de Scheldetrafiek Maatschappij en andere holdings met belan- goed voer bij een dergelijke politiek. Als gen in de Waalse steenkoolsector, maar ook aanvoerroute voor het Zweeds erts, dat het de katholiek-flamingantische ministers van Franse erts kon vervangen, was de Schelde Economische Zaken Frans Van Cauwelaert in Vlaams-nationalistische ogen wel valabel, en Philip Van Isacker. Van Cauwelaert had omdat ze in dit geval de Vlaamse emancipatie zijn portefeuille aan Van Isacker zelfs moeten van Parijs en Brussel bevorderde.50 doorgeven omdat hij wel eens door de knieën Hetzelfde gold voor het steenkoolver- voer uit onder meer de Ruhrstreek en de 49 ‘Noord-Nederland op gevaarlijke oeconomische wegen’, Vlaanderen 10 (27 juni 1931) 193; ‘Een Nederlands-Belgisch Tolverbond?’, idem (26 Kempische steenkoolmijnen. In de jaren ’30 december 1931) 393-394. ging de Belgische regering over tot een pro- 50 J. Van Caenegem, ‘Economische beschouwingen in verband met de ver- voerpolitiek in België’, Elckerlyc 2 (4 januari 1936), nr. 1 6-7; K. Pinxten, ‘Het tectionistisch beleid ten behoeve van Waalse Kempisch Steenkolenbekken’, Economische Tijdingen van de Kredietbank mijnen die het moeilijk hadden om te concur- voor Handel en Nijverheid 2 (10 maart 1937) 94; Lambreghts, De industria- reren met steenkool uit het buitenland. Dat lisatie 29. 51 Zie o.m. voor het standpunt van de Antwerpse Kamer van Koophandel beleid van afscherming ging ten nadele van de de open brieven onder de titel La Politique Charbonnière en Belgique, van jonge Kempische mijnen en van de scheepvaart juli en augustus 1934; voor het standpunt van het VEV: L. C. Meersseman, Het Kolenvraagstuk in België (Antwerpen 1937). via Antwerpen. Franstalige havenbarons, het 52 K. Pinxten, Het Kempisch Steenkolenbekken. Een economische studie VEV en Vlaams-nationalisten stonden nu (Brussel e.a. 1939, 2de editie) 237-238.

Guest (guest) IP: 170.106.202.226 On: Sat, 02 Oct 2021 03:46:37 604 Olivier Boehme kon gaan voor de economische belangengroe- kale, (sub)regionale, sectorale en ideologische pen van zijn Antwerpse thuishaven.53 Identiteit belangen met elkaar te verzoenen. Dat bete- en belang kenden nooit een eenduidige relatie. kende uiteraard niet dat er altijd een even- In dergelijke dossiers waren vele combi- wichtig akkoord uit de bus kwam en dat het naties denkbaar. Net om de voor Antwerpen niet vaak de sterkst vertegenwoordigde partij levensnoodzakelijke scheepstrafiek met of lobby was die het laken naar zich toehaal- Duitsland te vrijwaren, ging de socialistische de. Toch toonde de Belgische bestuurlijke burgemeester Camille Huysmans in 1938 elite zich erg bedreven in het voortdurend met de dood in het hart op diplomatieke reis overstijgen van al die breuklijnen, waarvan naar Duitsland.54 Deze identificatie van de die tussen Vlaamsgezinden en Franstaligen uitgesproken antinazi Huysmans met het of Antwerpse haven en industrie (of land- Antwerpse Schelde-belang bracht hem ertoe bouw) er slechts enkele waren. Niet alleen een ideologisch offer te brengen, dat overigens bepaalde de mate waarin België die conflicte- succes opleverde. rende visies en belangen in de hand hield zijn overlevingskansen, omgekeerd droeg precies de veelvoudige en meerduidige verdeeldheid Conclusie in het land daaraan bij. Ook Antwerpse en De Schelde verdeelde niet alleen fysiek en andere flaminganten, voor wie het belang van mentaal de Lage Landen. Ook België en Antwerpen en zijn Schelde prioritair was, Vlaanderen zelf deelde deze stroom op namen deel aan dit politieke spel. in kavels met een uiteenlopend karakter. Het economische nationalisme van ra- Sommige daarvan waren economisch be- dicale ideologen, zoals de leden van de paald, zoals de maritieme en commerciële Vlaanderen-groep, van onverzoenlijke ex-acti- sector in Antwerpen en zijn politieke belan- visten en tot op zekere hoogte van Antwerpse genbehartigers. De Generale Maatschappij Frontpartijmilitanten als Herman Vos ma- en andere Belgische economische en politieke nifesteerde zich zelfs waar het over de be- actoren hadden eveneens materieel belang bij langrijkste waterweg en dito haven van het deze cruciale verkeersader, maar wogen die sterk maritiem georiënteerde Vlaanderen evengoed af tegenover andere oogmerken. ging in zijn meest extreme gedaante. Het De politieke agenda van de gematigde fla- ging om een nationalisme dat economie ge- minganten, die deelnamen aan het nationale bruikte als instrument om de beoogde na- beleid, was er een ten gunste van de economi- tie, hier de Vlaamse of Groot-Nederlandse, sche ontwikkeling van Vlaanderen. Meestal sterker te maken. Economie was daarbij zo paste het Antwerpse en Schelde-belang daar instrumenteel dat ze desnoods geofferd kon netjes in, maar ook zij kwamen soms voor worden voor die nationale gedachte. Volgens pijnlijke afwegingen te staan. Het bracht hen die redenering was Vlaanderen wel wat dan ook vaak aan de zijde van de lokale be- Scheldewater waard. Identiteit impliceerde leids- en zakenelite, maar soms in oppositie niet noodzakelijk economisch belang. Het daarmee. De radicale kern van de Vlaams- Scheldedossier tussen beide wereldoorlogen nationalisten daarentegen formuleerden als legde mee een Vlaams-Waalse kloof in België de onvoorwaardelijk na te streven doelstel- bloot die vooralsnog wel beheersbaar bleef, ling de Vlaamse natievorming, ook als die maar waarvan we achteraf weten dat ze er ten koste ging van economisch gewin voor niet smaller op werd. Vlaanderen of Antwerpen. Economisch be- leid met het oog op de materiële belangen van Olivier Boehme (1974) is doctor in de Geschiedenis. Hij een land en de regio’s daarbinnen bleek zo promoveerde op het proefschrift Greep naar de Markt. nog iets heel anders te zijn dan economisch De sociaal-economische agenda van de Vlaamse Beweging en haar ideologische versplintering tijdens het interbellum nationalisme. (handelseditie bij Lannoo-Campus, 2008). Daarnaast De economische politiek van de Belgische publiceerde hij over andere thema’s die zich vaak situe- regering was erop gericht zoveel mogelijk lo- ren op het kruispunt van politiek-ideologische, econo- mische en culturele geschiedenis.

53 Ph. Van Isacker, Tussen staat en volk. Nagelaten memoires (Antwerpen 1953) 150-151. 54 J. Hunin, Het enfant terrible Camille Huysmans 1871-1968 (Amsterdam 1999) 331-337.

Guest (guest) IP: 170.106.202.226 On: Sat, 02 Oct 2021 03:46:37