A1ib000000d8s6maab.Pdf

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

A1ib000000d8s6maab.Pdf SALZBURGER SOLISTEN Mendelssohn 22 MAART 96 Felix Mendelssohn-Bartholdy SALZBURGER SOLISTEN Luz Leskowitz eerste viool Janet Krause tweede viool Alexander Hohenthal derde viool Vladimir Mendelssohn eerste altviool Johannes Erkes tweede altviool Ingemar Brantelid eerste cello Detlef Mielke tweede cello P rogram m a N ie ls G a d e Sextet voor strijkers in Es, opus 44 20' - Andante . Allegro vivace - Andantino - Scherzo . Allegro non troppo - Finale . Allegro molto vivace Felix Mendelssohn-Bartholdy Vioolconcerto in d (1822) 20' - Allegro molto - A ndante - A llegro Pauze Felix Mendelssohn-Bartholdy Octet voor strijkers in Es, opus 20 40' - Allegro moderato, ma con fuoco - A ndante - Scherzo . Allegro leggierissimo - Presto inleiding door W alter Couvreur . 19.1 5 uur . Foyer aanvang concert 20 uur . Blauwe Zaal pauze om 20.45 uur einde concert 21.40 uur FELIX MENDELSSOHN-BARTHOLDY Geboren werd hij als Felix Mendelssohn binnen een ge­ slacht van vooruitstrevende geld- en Bildungsjoden. Door de heersende toestanden (wie als jood in de Pruisisch- burgerlijke maatschappij van rond 1800 hogerop of geas­ simileerd wilde raken kwam er enkel als kristen in) tot kerstening gedwongen, kreeg hij er bij z'n doop twee voornamen bij: Jakob en Ludwig, en via de moeder de bijvoeging Bartholdy. Tot dusver de verklaring van de ietwat ongewone naam, die tevens symbool staat voor de complexe maatschappelijke constellatie (geld, kennis, de grootburgerij van na de eeuwwisseling en het spannings­ veld tussen christen- en jodendom) waarbinnen Mendels­ sohn op 3 februari 1809 in Hamburg ter wereld kwam. Felix was zeven toen hij samen met z'n vier jaar oudere zusje Fanny de eerste muziekles kreeg. Hij was een uit­ muntend pianist en orgelspeler, ook op de viool (en dat is minder bekend) was hij voortreffelijk. Als leraars kregen de kinderen Mendelssohn de besten van hun tijd; de peda­ goog en pianovirtuoos Ludwig Berger, iets later componist, musicoloog en Goethe-vriend Carl Friederich Zelter, van wie Felix Mendelssohn de liefde voor Bach overnam. Mendelssohns talent wordt vroeg herkend. Reeds als ne­ genjarige (al was dat voor die tijd niet zo iets ongewoons) gaf hij een in de krant bewierrookt openbaar concert. Als componist was Mendelssohn eveneens een vroege starter. Z'n eerste compositie, een Recitativo voor piano solo dateert van 1820, hij was dan net 11 jaar oud. Ten huize Mendelssohn bracht de jonge Felix tevens z'n eerste eigen Singspiele en opera-ontwerpen ten gehoortijdens de zogenaamde Sonntagmusiken. Deze huisconcerten in de Villa Mendelssohn groeiden al snel uit tot een waar maat­ schappelijk gebeuren voor de gegoede muziekminnende burgerij van Berlijn. (Daar was de familie in 1811 uit het door de Fransen bezette Hamburg heen gevlucht). In 1820 w e rd e n Felix en F anny o p g e n o m e n in he t k o o r van de Singakademie, waarvan Zelter de dirigent was. Naastde Felix Mendelssohn-Bartholdy / portret door Eduard Magnus (1845) muziek van de grote Bach kwam Mendelssohn in kontakt gen. Naast het respekt voor een compositie op zich als met en onder de invloed van diens tweede oudste zoon ondeelbaar gegeven, introduceerde hij hiermee een voor Carl Philipp Emanuel Bach, zoals merkbaar in de vroege zijn tijd nieuwe en in zekere zin op de historische uitvoe­ strijkerssymfonieën of in het vioolconcerto in d uit 1822. ringspraktijk vooruitwijzende manier van interpreteren. Op vijftienjarige leeftijd (1824) na de orkestrepetitie van Na dit grote sukses volgden drie jaar van (door vader M endelssohns vierde (!) Singspiel Die beiden Neffen heeft Mendelssohn gefinancierde) reizen naar Engeland, onze componist al een hoge graad van rijpheid bereikt. Schotland, Ierland, Italië, Zwitserland en doorheen Duits­ Op aanraden van Zelter trekt hij naar Parijs om zich bij land. Tijdens die reizen componeerde en dirigeerde Men­ Cherubini te vervolmaken. Diens verdikt naar aanleiding delssohn of verdiepte hij zich in de schilderkunst. Einde van het derde pianoconcerto in b is voor zijn doen onge­ 1831 sluit hij in Parijs vriendschap m et Chopin, Meyerbeer woon positief: "ce garçon est riche, il fera bien; il fait même en Liszt, doch de weigering van de Société des Concerts déjà bien; mais il dépense trop de son argent...". Cherubini zijn Reformationssymphonie te spelen en een zware cho- stond met z'n lof zeker niet alleen. Niemand minder dan lera-epidemie maken dat hij weer naar Londen vlucht. Goethe, bij wie Mendelssohn tot vier maal toe in Weimar Daar verneemt hij de opeenvolgende doodstijdingen van verbleef, vergeleek de jonge componist met dat andere Rietz, Goethe en Zelter (allen in 1832). In Londen zou wonderkind W. A. Mozart, die hij 1763 (Goethe was zelf trouwens een jaar later de première van zijn Italienische pas 12 jaar oud) had horen spelen. Uit 1824 stamt ook z'n Symphonie plaatsvinden. Het jaar 1835 betekent een eerste symfonie. Zij staat aan het begin van een briljante kentering in zijn onbestendig bestaan: Mendelssohn krijgt en overvloedige produktie van werken die de verwachtin­ de directie over het Gewandhaus van Leipzig en zo mee gen van zijn vroege genie meer dan inlossen. Zo bijvoor­ de leiding over het toendertijd beste Duitse symfonisch beeld het Oktet in Es voor strijkers op. 20 van oktober orkest. Hij nodigt Chopin uit, brengt werk van Schumann. 1825 of de sprookjesachtige Ein Sommernachtstraum Tijdens een gastdirigentschap in Frankfurt maakt hij kennis opus 21 uit de zomer van 1826 en dat Mendelssohn op met Cécile Jeanrenaud met wie hij op 28 maart 1837 zou enkele weken tijd componeerde. huwen en met wie hij vijf kinderen had. In het seizoen 1837/ Van 1826 tot 1828 studeerde Mendelssohn aan de Ber- 38 verrijkte Mendelssohn het geordende muziekleven van lijnse universiteit (met als professoren o.a. G.W.F. Hegel Leipzig met een nieuwigheid, de zgn. Historische Konzerte. en C. Ritter). Naar verluidt blonk hij uit in alle disciplines Binnen vier weken tijd kregen de melomanen van Leizig in (behalve wiskunde en fysica). Bij het verlaten van de chronologische volgorde concerten te horen in dewelke universiteit aanvaardde zijn vader dat hij zijn leven volledig naast de grote namen als Bach, Händel, Gluck, Mozart, aan de muziek zou wijden. In de Freitagsmusiken van de Haydn, Beethoven en W eber mindere meesters als Viotti, Singakademie was Felix Mendelssohn, we hebben het Righini, Naumann of Vogler geprogrammeerd stonden. gezien, reeds in kontakt gekomen met enkele stukken uit Aan die drukke activiteiten in het muziekleven van Leipzig de Matthäus Passion van Johann Sebastian Bach. Het (Mendelssohn gaf er ondertussen les aan het nieuw gest- werk werd in zijn totaliteit echter nooit uitgevoerd. Het is de ruktureerde Conservatorium) kwam een voorlopig einde historische verdienste van Mendelssohn de Passion te­ door de "roep naar Berlijn", waar de pruisische koning gen het onbegrip van iedereen in (ook de musici morden Friederich Wilhelm IV hem een prestigieuze plaats als aanvankelijk over de onderneming) op 11 maart 1829 directeur aan de Akademie der Künste beloofde. Mendels­ voor het eerst sinds haar creatie (honderd jaar geleden) sohn accepteerde, maar moest al snel inzien dat de vage voor een razend enthousiast publiek ten gehore te bren­ beloften van de koning enkel tot het "blosse Renomage des Königs" dienden (Mendelssohn in een gesprek met Richard Wagner). Na omzichtige onderhandelingen kon Mendelssohn van de koning gedaan krijgen zijn officiële verplichtingen op te mogen zeggen, met de beperking voor Friederich Wilhelm gelegenheidswerken te componeren: zo ontstonden de zgn. Schauspielmusiken bij Oedipus op Kolonos, Antigone (Sophokles), Athalia (Racine) en de beroemde Sommernachtstraum (Shakespeare). Mendelssohn ging terug naar Leipzig, waar hij trouwens met open armen werd ontvangen. Toch maakte de compo­ nist nog vele reizen. In 1842 is hij weer in Engeland en musiceert hij er met Queen Victoria en haar man Albert. Aan haar heeft Mendelssohn de Schottische symfonie opgedragen. De laatste jaren van zijn leven betekenden niet alleen een overvloed aan publieke activiteiten, er ontstonden verscheidene meesterwerken: de definitieve versie van Die erste Walpurgisnacht opus 60 (1842/43), zes sonates voor orgel, het trio in c opus 66, het kwintet in B opus 87, het zesde boek van de Lieder ohne Worte en het oratorium Elias opus 70. (1844-46). Dat laatste werk beleefde zijn première op 26 augustus 1846 in Birming­ ham met maar liefst tweeduizend jubelende luisteraars. Na zijn thuiskomst werd duidelijk dat Mendelssohn de tijdsdruk die er door z'n talloze verplichtingen op hem lastte fysiek niet meer aankon. Daarbij kwam nog de schok die de plotse dood van zijn innig aanbeden zus Fanny (ze stierf op 17 mei 1847 aan de gevolgen van een hersenbloeding) veroorzaakte. Mendelssohn kreeg een zware zenuwinzinking van de dewelke hij ondanks een maandenlang oponthoud in rustoorden niet meer zou genezen. Als zwanezang op Fanny's dood schreef hij nog het ontroerende strijkkwartet in f opus 80 en voltooide hij de drie Motetten opus 69 voor a capella koor en solisten, maar van een echte compositorische werkzaamheid kan je niet m eer spreken. Tijdens een herfstwandeling met zijn vrouw kreeg hij een beroerte, enkele dagen later volgde een tweede. In de avond van 4 november stierf Felix Mendelssohn op 38-jarige leeftijd aan de gevolgen van een hersenbloeding. N IE LS G A D E Sextet voor strijkers Niels Gade, een onvoorwaardelijk bewonderaar van Men­ sche rol te spelen, ofwel als solist ofwel in combinatie met delssohn, is zowat de meest vooraanstaande Deense de andere lessenaaraanvoerders. Het openingsdeel componist uit de negentiende eeuw. Nochtans moest hij waarvan het thematisch materiaal geïntroduceerd wordt zijn talent zien te ontwikkelen in veel minder gunstige in het Andante en terugkeert in het Allegro vivace, is een materiële omstandigheden dan zijn illustere pleitbezor­ goed voorbeeld van Gades structurerende talent en tech­ ger. Eerder verguisd in eigen land, bezorgde Gade zijn nische beheersing.
Recommended publications
  • Felix Mendelssohn Bartholdy (Geb
    Felix Mendelssohn Bartholdy (geb. Hamburg, 3. Februar 1809 — gest. Leipzig, 4. November 1847)Die Die Loreley Op. 98 Vorwort Mendelssohn spielte wahrlich keine bedeutsame Rolle bei der Weiterentwicklung der Oper. Trotzdem wurde die Frage seines Beitrags zum Genre in der Zeit nach seinem Tod leidenschaftlich diskutiert. Einige Kritiker — am berüchtigtsten Richard Wagner— hielten den Komponisten für schlichtweg unfähig, solche Werke zu schreiben. Für andere dagegen war das Oratorium Elijah ein Neustart, das den Weg bereitete — wie ein zeitgenössischer Kritiker bemerkte — für ein neues Stadium der dramatischen Musik, das Die Loreley einleiten sollte. Aus dieser Sicht war Mendelssohns frühzeitiger Tod ein doppelter Schlag: gerade im Begriff, einen substantiellen Beitrag zur Oper zu leisten, der mit anderen Ansätzen gut hätte konkurrieren können, blieb seine Verheißung jedoch unerfüllt. Daß Mendelssohn als Enddreißiger die Welt der Oper noch nicht hatte erobern können, ist kennzeichnend für seine vielschichtige Einstellung diesem Genre gegenüber. Dramatische Musik hatte ihn vom Beginn seiner kreativen Unternehmungen beschäftigt: im Alter zwischen 11 und 15 Jahren schrieb er vier komische Opern für hausmusikalische Aufführungen; Die Soldatenliebschaft (1820), Die beiden Pädagogen (1821), Die wandernden Komödianten (1821) and Die beiden Neffen, oder Der Onkel aus Boston 1822-23). Diese Werke rührten aber nicht von seinem Kompositionsunterricht bei dem Berliner Komponisten, Dirigenten und Pädagogen Carl Friedrich Zelter her, sondern sie entsprangen Mendelssohns eigener kreativer Schaffenslust. Das letztere Werk — Der Onkel aus Boston — ist charakteristisch für Mendelssohns altersgemäße Entwicklung: nach der ersten Generalprobe des Werkes am fünfzehnten Geburtstag des Komponisten bemerkte Zelter darin genügend Fortschritt und Originalität, um Mendelssohn "den Gesellenbrief…im Namen Mozarts, im Namen Haydns und im Namen des Altmeisters Bach" zu verleihen.
    [Show full text]
  • The Seventh Season Being Mendelssohn CHAMBER MUSIC FESTIVAL and INSTITUTE July 17–August 8, 2009 David Finckel and Wu Han, Artistic Directors
    The Seventh Season Being Mendelssohn CHAMBER MUSIC FESTIVAL AND INSTITUTE July 17–August 8, 2009 David Finckel and Wu Han, Artistic Directors Music@Menlo Being Mendelssohn the seventh season july 17–august 8, 2009 david finckel and wu han, artistic directors Contents 3 A Message from the Artistic Directors 5 Welcome from the Executive Director 7 Being Mendelssohn: Program Information 8 Essay: “Mendelssohn and Us” by R. Larry Todd 10 Encounters I–IV 12 Concert Programs I–V 29 Mendelssohn String Quartet Cycle I–III 35 Carte Blanche Concerts I–III 46 Chamber Music Institute 48 Prelude Performances 54 Koret Young Performers Concerts 57 Open House 58 Café Conversations 59 Master Classes 60 Visual Arts and the Festival 61 Artist and Faculty Biographies 74 Glossary 76 Join Music@Menlo 80 Acknowledgments 81 Ticket and Performance Information 83 Music@Menlo LIVE 84 Festival Calendar Cover artwork: untitled, 2009, oil on card stock, 40 x 40 cm by Theo Noll. Inside (p. 60): paintings by Theo Noll. Images on pp. 1, 7, 9 (Mendelssohn portrait), 10 (Mendelssohn portrait), 12, 16, 19, 23, and 26 courtesy of Bildarchiv Preussischer Kulturbesitz/Art Resource, NY. Images on pp. 10–11 (landscape) courtesy of Lebrecht Music and Arts; (insects, Mendelssohn on deathbed) courtesy of the Bridgeman Art Library. Photographs on pp. 30–31, Pacifica Quartet, courtesy of the Chamber Music Society of Lincoln Center. Theo Noll (p. 60): Simone Geissler. Bruce Adolphe (p. 61), Orli Shaham (p. 66), Da-Hong Seetoo (p. 83): Christian Steiner. William Bennett (p. 62): Ralph Granich. Hasse Borup (p. 62): Mary Noble Ours.
    [Show full text]
  • German Virtuosity
    CONCERT PROGRAM III: German Virtuosity July 20 and 22 PROGRAM OVERVIEW Concert Program III continues the festival’s journey from the Classical period Thursday, July 20 into the nineteenth century. The program offers Beethoven’s final violin 7:30 p.m., Stent Family Hall, Menlo School sonata as its point of departure into the new era—following a nod to the French Saturday, July 22 virtuoso Pierre Rode, another of Viotti’s disciples and the sonata’s dedicatee. In 6:00 p.m., The Center for Performing Arts at Menlo-Atherton the generation following Beethoven, Louis Spohr would become a standard- bearer for the German violin tradition, introducing expressive innovations SPECIAL THANKS such as those heard in his Double String Quartet that gave Romanticism its Music@Menlo dedicates these performances to the following individuals and musical soul. The program continues with music by Ferdinand David, Spohr’s organizations with gratitude for their generous support: prize pupil and muse to the German tradition’s most brilliant medium, Felix July 20: The William and Flora Hewlett Foundation Mendelssohn, whose Opus 3 Piano Quartet closes the program. July 22: Alan and Corinne Barkin PIERRE RODE (1774–1830) FERDINAND DAVID (1810–1873) Caprice no. 3 in G Major from Vingt-quatre caprices en forme d’études for Solo Caprice in c minor from Six Caprices for Solo Violin, op. 9, no. 3 (1839) CONCERT PROGRAMS CONCERT Violin (ca. 1815) Sean Lee, violin Arnaud Sussmann, violin FELIX MENDELSSOHN (1809–1847) LUDWIG VAN BEETHOVEN (1770–1827) Piano Quartet no. 3 in b minor, op. 3 (1825) Violin Sonata no.
    [Show full text]
  • Mendelssohn Bartholdy
    MENDELSSOHN BARTHOLDY Ruy Blas Ouvertüre / Overture Herausgegeben von / Edited by Christopher Hogwood Urtext Partitur / Score Bärenreiter Kassel · Basel · London · New York · Praha BA 9054 INHALT / CONTENTS Preface. III Introduction . IV Vorwort . IX Einführung . X Facsimiles / Faksimiles . XVI Ruy Blas Ouvertüre / Overture Version 1 / Fassung 1 . 1 Version 2 / Fassung 2 . 47 Critical Commentary . 95 ORCHESTRA Flauto I, II, Oboe I, II, Clarinetto I, II, Fagotto I, II; Corno I–IV, Tromba I, II, Trombone I–III; Timpani; Archi Duration / Aufführungsdauer: ca. 7 min. © 2009 by Bärenreiter-Verlag Karl Vötterle GmbH & Co. KG, Kassel Alle Rechte vorbehalten / All rights reserved / Printed in Germany Vervielfältigungen jeglicher Art sind gesetzlich verboten. Any unauthorized reproduction is prohibited by law. ISMN 979-0-006-52290-3 PREFACE “Had Mendelssohn only titled his orchestral works in were popular in their time but set aside by Mendelssohn one movement as ‘symphonic poems’, which Liszt later and published posthumously in less than faithful ver- invented, he would probably be celebrated today as the sions. (e. g. Ruy Blas). Of his revisions, the Overture in C, creator of programme music and would have taken his op. B, received the most drastic enlargement, growing position at the beginning of a new period rather than the from a Nocturno for ? players in F@B to a full Ouvertüre end of an old one. He would then be referred to as the für Harmoniemusik (@ players and percussion) by FAF. ‘first of the moderns’ instead of the ‘last of the classics’ ” In other cases, with the exception of the Ouvertüre zum (Felix Weingartner: Die Sym phonie nach Beethoven, FGF).
    [Show full text]
  • By Felix Mendelssohn Bartholdy
    “CH’IO T’ABBANDONO” BY FELIX MENDELSSOHN BARTHOLDY: A DRAMATIC IMAGE OF THE EDUCATION AND APTITUDES OF THE COMPOSER Charles Turley, B.M., M.M. Dissertation Prepared for the Degree of DOCTOR OF MUSICAL ARTS UNIVERSITY OF NORTH TEXAS August 2002 APPROVED: Linda di Fiore, Major Professor John Michael Cooper, Minor Professor Jeffrey Snider, Committee Member and Voice Division Chair James C. Scott, Dean of College of Music C. Neal Tate, Dean of Robert B. Toulouse School of Graduate Studies Turley, Charles William, “Ch’io t’abbandono” by Felix Mendelssohn Bartholdy: A Dramatic Image of the Education and Aptitudes of the Composer. Doctor of Musical Arts (Performance), August 2002, 64 pages, 2 tables, 12 musical examples and illustrations, references, 39 titles. The unpublished concert aria, “Ch’io t’abbandono,” by Felix Mendelssohn Bartholdy (1825), is representative of the adolescent composer’s developing musical aesthetic. In this study, Mendelssohn’s education, work ethic, and perfectionism are revealed, paradoxically, as both the catalysts for the piece’s composition and also the reasons it was not published during Mendelssohn’s lifetime. An exploration of the text, form, thematic usage, and performance demands of the aria yields specific examples of his uniquely balanced romantic-classicist style. A consideration of possible original performers of the piece, Franz Hauser and Eduard Devrient, leads to further discussion about the nature of the work as both a reflection of Mendelssohn’s romantic self-expression and his appreciation for the Baroque melismatic style. The significance of the aria, both stylistic and biographical, is further delineated by a presentation of possible motivations for its composition.
    [Show full text]
  • Carl Schurz Was in the Pledge Class of 1870
    Appendix Gamma2: The Breslau Intellectual Line Connecting brothers of Phi Kappa Psi Fraternity at Cornell University, tracing their fraternal Big Brother/Little Brother line to the tri-Founders and their Pledges . Brother Carl Schurz was in the Pledge Class of 1870. . Carl Schurz was friends with Gottfriend . Felix Mendelssohn studied under Kinkel years . Carl Friedrich Zelter . . Gottfried Kinkel was spouse to . Carl Friedrich Zelter studied under Carl Johanna Kinkel. Friedrich Christian Fasch . . Johanna Kinkel studied music under . Carl Philipp Emanuel Bach studied Jewish musician, under Sylvius Leopold Weiss. Felix Mendelssohn . Below we present short biographies of the Breslau intellectual line of the Phi Kappa Psi Fraternity at Cornell University. “Who defends the House.” We begin with brother Carl Schurz (1870), tapped into Phi Kappa Psi at Cornell in the first class after the Founding: Carl Schurz (March 2, 1829 – May 14, 1906) was a German revolutionary, American statesman and reformer, and Union Army general in the American Civil War. He was also an accomplished author, newspaper editor and journalist, who in 1869 became the first German-born American elected to the United States Senate. His wife Margarethe Schurz and her sister Bertha von Ronge were instrumental in establishing the kindergarten system in the United States. During his later years, Schurz was perhaps the most prominent Independent The University of Bonn in American politics, noted for his high principles, his avoidance of political partisanship, and his moral conscience. Brother Schurz is famous for saying: "Our country right or wrong. When right, to be kept right; when wrong, to be put right." Many streets, schools, and parks are named in honor of him, including New York City's Carl Schurz Park.
    [Show full text]
  • Yhtenäistetty Felix Mendelssohn Bartholdy
    Suomen musiikkikirjastoyhdistyksen julkaisusarja 155 Yhtenäistetty Felix Mendelssohn Bartholdy Teosten yhtenäistettyjen nimekkeiden ohjeluettelo Heikki Poroila Suomen musiikkikirjastoyhdistys Helsinki 2013 Julkaisija Suomen musiikkikirjastoyhdistys Toimitustyö ja ulkoasu Heikki Poroila Toinen laitos, verkkoversio 1.0 © Heikki Poroila 2013 01.4 POROILA , HEIKKI Yhtenäistetty Felix Mendelssohn Bartholdy : teosten yhtenäistettyjen nimekkeiden ohjeluettelo / Heikki Poroila. – Toinen laitos, verkkover- sio 1.0. – Helsinki : Suomen musiikkikirjastoyhdistys, 2013. – 85 si- vua. – (Suomen musiikkikirjastoyhdistyksen julkaisusarja, ISSN 0784- 0322 ; 155). – ISBN 978-952-5363-54-8 (PDF) ISBN 978-952-5363-54-8 Lukijalle Felix MENDELSSOHN BARTHOLDY (Hampuri 3.2.1809 – Leipzig 4.11.1847) kuuluu saksalaisen varhaisromantiikan keskeisiin nimiin, mutta ei täysin kiistatta. Mendelssohnin aseman ristirii- taisuutta kuvastaa hyvin se, että vaikka monet hänen suosituimmista teoksistaan (esim. orato- riot Elias ja Paulus , viisi aikuisiän sinfoniaa tai musiikki Shakespearen Kesäyön unelmaan ) kuuluvat edelleen tavanomaiseen ohjelmistoon, hänen sävellystuotantoaan on tutkittu vähän ja ensimmäinen kunnollinen teosluettelo valmistui vasta vuonna 2009. Mendelssohnin suosio lienee edelleenkin suurempi esimerkiksi Isossa-Britanniassa kuin Saksassa. Suomessakaan Mendelssohn ei ole koskaan ollut erityisen suuressa suosiossa. Näin esimerkiksi Sulho Ranta teoksessa Sävelten mestareita (1945): “Mendelssohnia säveltäjänä oikein ymmärtääksemme on parasta unohtaa hänen
    [Show full text]
  • Fanny Hensel's Piano Works: Opp. 2, 4, 5 and 6
    Florida State University Libraries Electronic Theses, Treatises and Dissertations The Graduate School 2008 Fanny Hensel's Piano Works: OPP.2, 4,5 and 6 Kyungju Park Lee Follow this and additional works at the FSU Digital Library. For more information, please contact [email protected] FLORIDA STATE UNIVERSITY COLLEGE OF MUSIC FANNY HENSEL’S PIANO WORKS: Opp. 2, 4, 5 and 6 By Kyungju Park Lee A Treatise submitted to the College of Music in partial fulfillment of the requirements for the degree of Doctor of Music Degree Awarded: Spring Semester, 2008 The members of the Committee approve the treatise of Kyungju Park Lee defended on March 28, 2008. __________________________ Karyl Louwenaar Professor Directing Treatise __________________________ Leonard Mastrogiacomo Committee Member __________________________ Douglass Seaton Committee Member The Office of Graduate Studies has verified and approved the above named committee members. ii TABLE OF CONTENTS TABLE OF CONTENTS …………………………………………………..….………. iii LIST OF TABLES …………………………………………………..………………….. iv LIST OF MUSICAL EXAMPLES ………………………………..……….……………. v ABSTRACT …………………………………………………………………………… vii 1. INTRODUCTION ………………………………..………………….….………. 1 Background and Purpose of the Project ………….…..……………………… 1 Method and Approach ……………………………..…………………….….. 3 Literature Review .……………………………..…………………...….…….. 4 2. BIOGRAPHY OF FANNY HENSEL …………...…………………………… 10 3. MUSICAL SALON …………………………..……………………….………...19 Sarah Levy …………………………………….…………………………… 20 Fanny von Arnstein ………………………….………………………………22 Cäcilie von Eskeles
    [Show full text]
  • Ucin1220458221.Pdf (5.44
    UNIVERSITY OF CINCINNATI September 1, 2008 Date:___________________ Amy Christine Britton I, _________________________________________________________, hereby submit this work as part of the requirements for the degree of: Master of Music in: CCM Division of Composition, Musicology, and Theory (Theory Emphasis) It is entitled: A Study of Felix Mendelssohn's Piano Fugues This work and its defense approved by: Chair: David____ Carson_____ Berry____, _Ph.D._________________ Catherine_______ Losada,_____ Ph.D.___________________ Melinda_____ _Boyd,___ _Ph.D._____________________ _______________________________ _______________________________ A Study of Felix Mendelssohn’s Piano Fugues A thesis submitted to the Division of Graduate Studies and Research of the University of Cincinnati in partial fulfillment of the requirements for the degree of MASTER OF MUSIC in the Division of Composition, Musicology, and Theory at the College-Conservatory of Music by Amy Christine Britton 2008 B.M., Cleveland Institute of Music, 2005 Advisor: David Carson Berry, Ph.D. ABSTRACT Felix Mendelssohn’s piano fugues went through a significant transformation in style, from those of his youth (dating as early as 1820) to those composed in later years (the 1830s). As one would expect, these are indebted to Baroque models. However, one might suppose the earlier works would have the strongest Baroque influences, and that these would recede over time, as Mendelssohn’s own personal style evolved. Instead, Baroque characteristics are more prevalent in the later (as opposed to earlier) fugues. In order to examine this stylistic transformation, this thesis presents a general discussion of Mendelssohn’s piano fugues, followed by an analysis of four fugues. The analysis focuses on subject treatment, harmonic practice, and texture; the fugues are also investigated for the influence of conventional Bachian fugal technique.
    [Show full text]
  • Felix Mendelssohn Bartholdy Aus Wikipedia, Der Freien Enzyklopädie
    Felix Mendelssohn Bartholdy aus Wikipedia, der freien Enzyklopädie Wechseln zu: Navigation, Suche Felix Mendelssohn Bartholdy, 30-jährig Jakob Ludwig Felix Mendelssohn Bartholdy (* 3. Februar 1809 in Hamburg; † 4. November 1847 in Leipzig) war ein deutscher Komponist der Romantik. Er gilt als entscheidender Wiederentdecker der Werke Johann Sebastian Bachs. Leben [ Herkunft [] Felix Mendelssohn Bartholdy entstammte einer respektierten und wohlhabenden, bürgerlichen Familie (siehe Mendelssohn (Familie)). Väterlicherseits war er ein Enkel des bedeutenden jüdischen Philosophen Moses Mendelssohn (1729–1786). Sein Vater Abraham (1776–1835) trat nach einer Bankkaufmannslehre 1804 als Kompagnon in die Bank seines älteren Bruders Joseph ein. Seine Mutter Lea, geborene Salomon (1777–1842), kam aus einer Fabrikantenfamilie. Nach der Heirat 1804 zogen Abraham und Lea Mendelssohn von Berlin nach Hamburg. Im Jahr 1805 wurde Felix' musikalisch begabte Schwester Fanny (ab 1829 Fanny Hensel) geboren. Als weitere Geschwister folgten 1811 Rebecca (sie heiratete 1831 den Mathematiker Dirichlet) und 1812 Paul. Alle Kinder der Mendelssohns wurden christlich erzogen und am 21. März 1816 von Johann Jakob Stegemann, dem Pfarrer der Reformierten Gemeinde der Berliner Jerusalems- und Neuen Kirche in einer Haustaufe protestantisch getauft. Bei dieser Gelegenheit erhielt Felix seine Taufnamen Jakob und Ludwig. Darüber hinaus wurde dem Familiennamen der „christliche“ Name Bartholdy beigefügt, den Leas Bruder, der preußische Gesandte in Rom, Jakob Salomon, bei seiner Taufe nach dem Namen des Vorbesitzers eines Gartens der Familie angenommen hatte. Abraham und Lea Mendelssohn Bartholdy konvertierten schließlich 1822 zum Christentum. Kindheit (1809–1824) [Bearbeiten] Wegen der französischen Besetzung Hamburgs zog die Familie 1811 nach Berlin, wo die verwitwete Großmutter lebte. Hier erhielten Felix und Fanny den ersten Musikunterricht von ihrer Mutter, die Schülerin Johann Philipp Kirnbergers gewesen war und dadurch in einer unmittelbaren Bach-Tradition stand.
    [Show full text]
  • The Cambridge Companion to Mendelssohn Edited by Peter Mercer-Taylor Frontmatter More Information
    Cambridge University Press 0521826039 - The Cambridge Companion to Mendelssohn Edited by Peter Mercer-Taylor Frontmatter More information The Cambridge Companion to Mendelssohn The Companion to Mendelssohn is written by leading scholars in the field. In fourteen chapters they explore the life, work, and reception of a composer-performer once thought uniquely untroubled in life and art alike, but who is now broadly understood as one of the nineteenth century’s most deeply problematic musical figures. The first section of the volume considers issues of biography, with chapters dedicated to Mendelssohn’s role in the emergence of Europe’s modern musical institutions, to the persistent tensions of his German-Jewish identity, and to his close but enigmatic relationship with his gifted older sister, Fanny. The following nine essays survey Mendelssohn’s expansive and multi-faceted musical output, marked as it was by successes in almost every contemporary musical genre outside of opera. The volume’s two closing essays confront, in turn, the turbulent course of Mendelssohn’s posthumous reception and some of the challenges his music continues to pose for modern performers. peter mercer-taylor is Associate Professor of Musicology at the University of Minnesota School of Music. He is the author of The Life of Mendelssohn (Cambridge, 2000) and has published in a number of journals including The Journal of Musicology and Popular Music. © Cambridge University Press www.cambridge.org Cambridge University Press 0521826039 - The Cambridge Companion to Mendelssohn
    [Show full text]
  • Introduction
    XXIX Introduction The volume of “Minor Stage Works” from the Complete Edition a number of times,4 revised5 and printed in collected editions contains all the works of Felix Mendelssohn Bartholdy that can of Florian’s works well into the 19th century.6 It is not known be attributed to a genre of musical drama, with the exception of which concrete textual source the young Mendelssohn had the Singspiele of his childhood and adolescent years, the opera at his disposal. The writings of Florian, whose celebrity was fragment Lorelei MWV L 7 and the large-scale incidental works founded mostly upon fables and novels, provided beloved read- of the 1840s which he wrote for King Friedrich Wilhelm IV.1 ing matter in the Francophile Mendelssohn home, especially in Also included are arrangements of individual movements. The the early 1820s. The children took French lessons7 and Fanny term “stage work” is to be understood in a more broadly en- Mendelssohn set to music no fewer than eleven songs on texts compassing sense here, since a stage performance cannot be by Florian between March and June 1820.8 Her brother Felix ascertained in each case; also, the texts and music written for also penned his first solo song on a text by this author9 before these pieces hover in undefined areas between concert and stage he came across Blanche et Vermeille. It remains a matter of spec- performances. In addition, we are dealing here with works of ulation whether his attention was drawn to the libretto or to the highly varying scorings, characters and dimensions.
    [Show full text]