<<
Home , Zij

Averroës over de Communicatie tussen de Intellectuele Elite en de Massa

Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van Master in de Wijsbegeerte door Dietlinde Wouters

Academiejaar 2009 – 2010

Promotor: Prof.Dr.DannyPraet

FaculteitLetteren&Wijsbegeerte,UniversiteitGent DietlindeWouters,20052999

Inhoudstafel

Inhoudstafel

Inhoudstafel ...... 1

Dankwoord...... 4

Praktischeafspraken...... 5

Abstract ...... 6

0 Inleiding...... 7

1 Defilosoofenzijncontext...... 11

1.1 Historischeomkadering...... 11 1.1.1 Deislam...... 11 1.1.2 AlAndalus ...... 16

1.2 Averroës ...... 21 1.2.1 Leven...... 21 1.2.2 Werk...... 24 1.2.2.1 Aristotelescommentaren...... 26 1.2.2.2 Filosofischtheologischetraktaten...... 31 1.2.2.3 Filosofischetraktaten ...... 32 1.2.3 FilosofischeopvattingenvanAverroës...... 33 1.2.3.1 God,dekosmosendewereld...... 33 1.2.3.2 Hetintellectendeonsterfelijkheidvandeziel ...... 34

1.3 Conclusie...... 35

2 Averroïsme...... 37

2.1 NavolginginhetChristendom ...... 38 2.1.1 GeschiedeniseninhoudvanhetChristelijkeAverroïsme...... 38 2.1.1.1 Vertalingen...... 38 2.1.1.2 Aristoteles...... 39 2.1.1.3 AristotelesenAverroës ...... 40 2.1.1.4 OntstaanvanhetAverroïsme...... 40 2.1.1.5 Veroordelingenin1277...... 43 2.1.1.6 KernvanhetLatijnsAverroïsme...... 44 2.1.2 BoëthiusvanDacië...... 46

1 Inhoudstafel

2.1.2.1 Levenenwerk ...... 46 2.1.2.2 Filosofieenreligie...... 46 2.1.3 SigerVanBrabant...... 50 2.1.3.1 Levenenwerk ...... 50 2.1.3.2 Filosofieenreligie...... 51 2.1.4 ThomasvanAquino ...... 53 2.1.4.1 Levenenwerk ...... 53 2.1.4.2 Filosofieenreligie...... 54 2.1.5 JohannesvanJandun...... 58 2.1.5.1 Levenenwerk ...... 58 2.1.5.2 Filosofieenreligie...... 58 2.1.6 ItaliaansAverroïsme ...... 59

2.2 JoodsAverroïsme...... 60 2.2.1 IsaacAlbalag...... 61 2.2.2 JosephIbnCaspi...... 63 2.2.3 MosesNarboni ...... 64

2.3 Vergelijkendeconclusie...... 64

3 Tekstanalyse...... 67

3.1 Hettheologischfilosofischedrieluik ...... 67 3.1.1 KitābFaslalmaqāl ...... 68 3.1.1.1 Inleiding ...... 68 3.1.1.2 Inhoud...... 71 3.1.1.3 Bespreking...... 87 3.1.2 KitābalKashf‘anmanāhijal‘adillafīaqā’idalmilla...... 101 3.1.2.1 Inleiding ...... 101 3.1.2.2 Inhoud...... 101 3.1.2.3 Bespreking...... 103

3.2 TahāfutalTahāfut...... 106 3.2.1 Deaanleiding:TahāfutalFalāsifa...... 106 3.2.2 InleidingopTahāfutalTahāfut ...... 108 3.2.3 Bespreking...... 110

2 Inhoudstafel

3.3 Averroës’commentaaropdeRepubliekvanPlato...... 120 3.3.1 Inleiding ...... 120 3.3.2 Inhoud...... 122 3.3.3 Bespreking...... 124

3.4 Devergelijking...... 138 3.4.1 Deverhoudingtussendewerken ...... 138 3.4.2 Decommunicatietussendeintellectueleeliteendemassa...... 140 3.4.3 Dubbelewaarheidengodsdienst...... 145 3.4.4 Dewerkenenhuncontext...... 147

4 Conclusie ...... 149

5 Epiloog:DewaardevanAverroësvandaag...... 155

Bibliografie...... 157

Bijlagen...... 165

3 Dankwoord

Dankwoord

Eenkleinwoordvandankvoordiegenendiemehielpenbijhettotstandbrengenvanmijn thesis.Eenthesisschrijvenbleekeengrootproject–groterdanikaanvankelijkhadgedacht– enikwaserzonderdekleineengrotehulpvananderennietingeslaagdhettevoltooien.

Vooreerstwilikmijnpromotorprof.dr.DannyPraetbedankenvoorzijngoedebegeleiding. Daarnaastverdienenookmijnoudersmijngrotedankvoorhunsteunenvertrouwen–niet alleentijdensdemaandendatikmijnthesisschreefmaarheelmijnstudiecarrièreenzelfsheel mijn leven lang. Verder mijn dank aan mijn trouwe nalezers – Hanne, Nicolas en Jeroen Marai–aanMaartenvoordeavondenwerkaandelayout,aanJeroenVanwymeerschvoor zijnveletipsenhulpbijdeArabischetranscriptieenaanHadediemebevoorraaddemetde juisteliteratuur.Totslotmijndankaanalleanderevriendenenfamilieledenwaarvanikniet de naam vermeld maar die er evenzeer voor me waren tijdens de voorbije maanden thesisarbeid.

4 Praktischeafspraken

Praktische afspraken

WehebbengetrachtzoconsequentmogelijktezijninonzeArabischetranscriptiewijze.We volgden hiervoor de Library of Congress conventions . In bijlage voegen we de outline hiervan,overgenomenuit MamlūkStudiesReview .

Deprimairewerkenwaarweonsberoepenzijndevolgende:

KitābFaslalmaqāl

Tevertalenals Hetbeslissendewoord .

BijhetciterenafgekortalsFAM.

KitābalKashf‘anmanāhijal‘adillafīaqā’idalmilla

Tevertalenals Boekvandemethodesvanbewijsvoeringm.b.t.dedogma’svandereligie, en definiëring van de dubbelzinnigheden en innovaties die erin verschijnen als interpretatiemethodes,endiedewereldverdraaienofleidentotvergissingen .

BijhetciterenafgekortalsAK.

AlDamīma

Tevertalenals Supplement .

BijhetciterenafgekortalsDAM.

TahāfutalTahāfut

Tevertalenals Deweerleggingvandeweerlegging .

BijhetciterenafgekortalsTAT.

Averroës’commentaaropdeRepubliekvanPlato

BijhetciterenafgekortalsCRP.

5 Abstract

Abstract

IndezethesisverhandelingdoenweonderzoeknaardefilosoofIbnRushd,meerbepaaldnaar zijnopvattingenoverdeverhoudingendecommunicatietussendeintellectueleeliteende massa en hoe we dit moeten plaatsen binnen zijn visie op religie en godsdienstbeleving. Literatuuronderzoek toont aan dat Averroës enerzijds behoorlijk algemene richtlijnen geeft overhoedecommunicatieteorganiseren,maardaarnaastlijkthijookhetideevandeedele leugenteonderschrijven.Deleidendefiguurmagdehetvolkofdemassavoorliegenenzelfs Godinpasseninfabelsomhetvolkzoettehouden.Wemenenechterdatditnietbetekentdat IbnRushdeenongelovigwas,maarweldathijhetgeloof op een andere – meer op rede gesteunde–wijzeaanhingdandegewoontewasinzijntijd.Hijzietwelhetnutinvande maniervangeloofdatdemassaaanhangt.Deroldiefabelsofverhalenhierinspelenkan volgenshemopeengoedemanieraangewendworden.Wanneerdithetbesteeffectheeft,zijn verwijzingennaareenantropomorfeGodzoalsdemassadiezichhetbestekanvoorstellen– eenverdedigbareofzelfsdeteverkiezenoptie.

6 Inleiding

0 Inleiding

In deze thesisverhandeling bestuderen we het leven en het werk van Abū alWalīd MuhammadibnAhmadMuhammadIbnRushd,defilosoofdiebijonsbeterbekendstaatals IbnRushdof–onderdegelatiniseerdenaamAverroës.DezeArabischefilosoofleefdeinde 12deeeuwteAndalusië,eengebieddatbehoordetothetAlmohadenrijk.Wijonderzoeken zijn visie op de verhouding tussen de intellectuele elite en de massa – meer bepaald de voorschriftendiehijgeeftvoordecommunicatievandeelitenaardemassatoe–enhoeditte kaderenvaltbinnenzijnopvattingenoverreligie.

Deverhoudingtussendeintellectueleklasseenhetgewonevolkiseenthemadatalmillennia mee gaat en dat nog steeds een belangrijk thema is vandaag de dag. Kunnen we een maatschappijopdezemanieronderverdelen,in eenintellectuele eliteeneenmassa?Zoja, hoebepalenwewietotwelkeklassebehoort?Belangrijkernog,alswedezeonderverdeling maken, in hoeverre laten we toe dat dit onderscheid de politieke organisatie en politieke beslissingen beïnvloedt? Verschillende filosofen in de geschiedenis maar ook effectieve staatsleiders meenden dat de intellectueel zwakke klasse niet in staatis voor zichzelf de juistebeslissingentenemen.Maaraltesnelwerdhieruitdandeconclusiegetrokkendathet beterisdatdeintellectueelsterkeklassedebeslissingenvanhenoverneemt–zijzijnhier namelijkweltoeinstaat.Hetgaatnatuurlijknogeenstapjeverderwanneermenhierverder uitbesluitdatdeintellectueleelitenietalleenhetbeslissenvanhenmagovernemen,maarook leugens mag vertellen en hun wereldbeeld mag manipuleren om zo geen verklaringen te hoevenafleggenoverbeslissingenenalleszovlotmogelijk–zondervragenvanhetvolk–te latenverlopen.

Dit idee vinden we ook terug in de Republiek van Plato, in de literatuur wordt hier naar verwezenalsdeideevande edeleleugen .

Alseriemandmagliegen,isdatweleenleidervan de staat tegenover vijanden of medeburger. Dat gebeurtdaninhetbelangvandestaat.(citaatuitPlato,Republiek,389B;vertalingdoorWarrenen Molegraaf,2006)

7 Inleding

ReedsbijhetstuderenoverenhetlezenvanPlato,isditaltijdeenthemageweestdatmij interesseerde.Naaronsinziensishetconceptvande dubbelewaarheid hieraanverwant.1Dit ideevande dubbelewaarheid kannamelijkookaangewendwordenomdemassarustigte houden. Zij worden gesust met een religieuze waarheid terwijl er op een hoger en intellectuelerniveaueenwijsgerigewaarheidgeldt,diedeechtewaarheidis.

EencollegelesoverAverroësendeze dubbelewaarheid dievaakonterechtaanhemwordt toegeschreven,deedmemijafvrageninhoeverreAverroësgeïnspireerdwasdoorPlato,wat zijnpreciezeopvattingenwarenoverdeverhoudingtussendeintellectueleeliteendemassa enwatAverroëszelfschreefoverdecommunicatietussendezeeliteendemassa.Ditwasdan ookdeaanzettotdehetaanvattenvandezethesis.Eenverkennendonderzoekweesuithet onderzoeknaarIbnRushdoverhetalgemeentoegespitstwasopofwelzijncommentarenop Aristoteles ofwel zijn religieuze opvattingen. Bij dit laatste werd dan vooral onderzoek gedaannaardewerken TahāfutalTahāfut en KitābFaslalmaqāl . Averroës’commentaarop deRepubliekvanPlato bleefvaakonbesproken 2terwijlditwerkookzekerinteressantisvoor eenonderzoeknaardeaardvanAverroës’godsdienstigeopvattingen.Verderbleekveelvan ditonderzoekbeperkttothetonderzoeknaardeverhoudingtussenreligieenfilosofiemetals conclusiedatAverroësgeen dubbelewaarheid aanhing.Hetleekonsdaarominteressantom onze thesisverhandeling te wijden aan de specifiekere vraagstelling wat Averroës’ opvattingenwarenoverdecommunicatietussendeverhoudingtussendeintellectueleeliteen de massa en wat Averroës schreef over de communicatietussenhen.Hetbleekdatwedit onderzoek ook het beste konden kaderen door dit alles te plaatsen binnen zijn religieuze opvattingen.

Dezemasterproefisdeweergavevaneenliteratuuronderzoekbinnendehistorischwijsgerige sfeer.Dedriegrotehoofdstukkengevengoeddeaanpakendestructuurvanonsonderzoek weer.WevondenhetbelangrijkonseerstintewerkenindebrederecontextwaarinAverroës leefde, om zo hopelijk meer voeling te krijgen met de tijd en zijn werk beter te kunnen interpreteren.WebeschrijveninhoofdstukéénhetArabischeAndalusiëinde12deeeuwen geven deze periode ook een plaats binnen het bredere kader van het ontstaan en de ontwikkelingvandeIslam.Diteerstehoofdstukzorgtookvooreeneerstekennismakingmet

1Deleervandedubbelewaarheidisdetheoriediesteltdaternaasteen(‘gewone’)wijsgerigewaarheideen daarmeeconflicterendegeloofswaarheidbestaat .(citaatuitWillemsen,1992,p.475)

2Butterworthlijktdeenigedieveelaandachtaanschenkteenditwerk.

8 Inleiding de Ibn Rushd. We bespreken zijn leven, zijn werk en reeds enkele van zijn belangrijke filosofischeopvattingen.

Vervolgens–nogsteedswerkendaaneenhistorischkader–kijkenwenaardereceptievande leervanAverroësinenerzijdsdeChristelijkeenanderzijdsdeJoodsemiddeleeuwsewereld– in de Arabische wereld kende hij namelijk weinig navolging. We zullen merken dat deze receptie resulteerde in originele opvattingen over filosofie en geloof die vaak behoorlijk afweken van de leer van Averroës zelf. We behandelen binnen beide stromingen enkele belangrijkenamen,ditzijnBoëthiusvanDacië,SigervanBrabantenJohannesvanJandun binnenhetChristelijkeAverroïsme.Webesprekenook kort het gedachtegoed van Thomas van Aquino, hun bekende tijdgenoot die gekant was tegen de Averroïsten. Ook bij hem vindenweinvloedenvanIbnRushdteruginzijnwerkenzijngedachtegoedistotopbepaalde hoogte vergelijkbaar met dat van de “echte” Averroïsten. Binnen het Joodse Averroïsme bespreken we Isaac Albalag, Joseph Ibn Caspi en Moses Narboni. In een vergelijkende conclusie trekken we enkele algemene besluiten en bespreken we waarin en waarom de ChristelijkeenJoodseAverroïstenvanelkaarverschillen.

Hetderdehoofdstukgaanweovertotdetekstanalysesentekstinterpretaties.Webehandelen verschillendewerkendieonselementenaandragendiedoorbelangzijnvanonsonderzoek. Webehandeleneerstzijntheologischedrieluikbestaandeuit KitābFaslalmaqāl ,Kitābal Kashf‘anmanāhijal‘adillafīaqā’idalmillaenalDamīma . KitābFaslalmaqāl behandelen wezeeruitgebreid,van alDamīma besprekenwekortdeinhoudenuit KitābalKashf‘an manāhijal‘adillafīaqā’idalmilla bekijkenweeenfragmentdathandeltoverallegorische interpretaties. In 3.2 analyseren we Tahāfut alTahāfut , het bekende werk van Ibn Rushd waarinhijnaaraanleidingvan TahāfutalFalāsifa vanalGhazālīdefilosofieverdedigt.De keuzevoor Averroës’commentaaropdeRepubliekvanPlato wastenslotteevidentvanwege devraagnaardelinktussendeopvattingenvanAverroësende edeleleugen vanPlato.We vergelijkenenbundelenonzebevindingenin3.4,waarin we tot besluiten pogen te komen rondonzevraagstelling(en).

Inhoofdstukvierordenenweeenlaatstekeeralsonzebevindingen.Wesluitenafmeteen epiloogwaarinwekortuitweidenoverdewaardevanAverroësenzijnleervandaag.

Naastdeprimairebronnendieweinhoofdstukdrieaaneenanalyseonderwierpenhebbenwe doorheenhetwerk–maarvooralbijdeopbouwvanhethistorischekaderopverschillende secundaire bronnen gesteund, veelal van historici, islamkundigen, arabisten en filosofen. Enkele namen zijn de volgende: Arnaldez, Butterworth, Crone, De Ley, Dethier, Ebbesen,

9 Inleding

Hernández,Ivry,Leaman,Mahdi,Leezenberg,Najjar,Ozcoidi,vanSteenberghen.Wanneer we regelmatig naar een deskundige in het domein en zijn werk verwijzen, zullen we in voetnootdedeskundigeenzijninteresseskortkaderenbinnendeacademischewereld.

10 Defilosoofenzijncontext

1 De filosoof en zijn context

InditeerstehoofdstukschetsenweeerstdecontextwaarinIbnRushdleefde.Weduidenhet ArabischeAndalusiëindebrederecontextvandeverspreidingvandeIslam.Daarnagaanwe dieperinopdesociale,cultureleenpolitiekefactoreninAlAndalus.

Hettweededeelvandithoofdstukhandeltoverdefilosoofzelf.Webekijkeneersthetleven van Ibn Rushd. Vervolgens bespreken we zijn oeuvre. We maken hierbij een onderscheid tussen de Aristotelescommentaren, de filosofischtheologische traktaten en de filosofische werken. Tot slot duiden we kort enkele van de belangrijkste standpunten van de filosoof. Aangezienveelvanzijnfilosofischegedachtegoedlateraanbodzalkomen,leggenweons hierenkeltoeopzijnvisiesopenerzijdsGod,de kosmos en de wereld en anderzijds het intellectendeonsterfelijkheidvandeziel.

1.1 Historische omkadering

1.1.1 De islam

DeIslamvondzijnoorspronginhetArabischschiereiland,eengebieddatgrensdeaanzowel het Byzantijnse rijk als het Sassanidenrijk. Tot het midden van de 6de eeuw leefden hier vooralnomadische groepen.Zijdrevenhandel methet Jemenitische rijk. Toen dit rijk ten onder gingwerdhandelmethet Byzantijnserijkbelangrijker. De nomaden vestigden zich daarom in (de omgeving van) Mekka en deze vestiging groeide uit tot een groot handelscentrum. Het was een gebied waar mensen met verschillende achtergronden en uiteenlopendereligieuzeopvattingenveelalpolytheïsten,maarookJodenenChristenen– elkaarontmoetten.Erwasindietijdgeencentraalbestuur.Dezeperiodevoorhetontstaan vandeislamwordt jāhiliyya ofonwetendheidgenoemd.(Leezenberg,2001,p.1314) 3

VolgensdeoverleveringkwambinnendezecontextdeprofeetMohammedterwereld.Eris slechtsweinigmetzekerheidgewetenoverdezefiguur 4,maarbinnendeislamtraditieschetst

3MichielLeezenbergisalsfilosoofverbondenaandeUniversiteitvanAmsterdam.Wijverwijzenregelmatig naarzijnoverzichtwerkoverIslamitischeWijsbegeerte,namelijk Islamitischefilosofie:eengeschiedenis .

4Net zoals over het leven van Jezus werd er onderzoek gedaan naar de waarheidsgetrouwheid van de overlevering en de historische geloofwaardigheid vandeprofeetMohammed.Meerhieroveronderanderein Peters(1991).

11 Defilosoofenzijncontext men zijn levensloop en hiermee ook het prille begin van hun godsdienst als volgt: Mohammedwerdgeborenin570n.Chr.teMekka.Rondzijn40stejaarverschijntaanhem een engel, die hem aanduidt als boodschapper van God. Doorheen zijn leven zullen gelijkaardige visioenen elkaar opvolgen. Mohammed begint na deze eerste verschijning te prediken. Eerst bij eigen vrienden en kennissen, vervolgens ook in het openbaar. Zijn toespraken bevatten verwijten aan de Arabische polytheïsten en daarom krijgt hij al snel problemen in Mekka. Mohammed en zijn eerste volgelingen zullen in 622 n. Chr. genoodzaaktzijnuittewijkennaarYathrib,destaddielaterdenaamMedina–stadvande profeetzaldragen.Dezeuitwijkingwordtbinnendeislamde hijra genoemd.

De macht van Mohammed wordt steeds groter, in 629 zal Mekka zich “vrijwillig” onderwerpen en steeds meer Arabische stammen zullen zich bij hen aansluiten. Wanneer Mohammed sterft in 632 n. Chr. heeft hij bijna het hele Arabische schiereiland veroverd. Mohammedhadgeenopvolgeraangeduidtijdenszijnleven,dezerolzaltoebedeeldworden aanAbūBakr(r.632634).DeislamleidersnaMohammedkrijgendenaam kalief ,watzoveel betekentalsopvolger(vandeboodschappervanGod)ofafgevaardigde(vanGod).(Crone, 1996,p.58) 5WeziendatreedsvanafdeontstaansperiodevandeIslamreligie,politieken het militaire sterk verweven zijn. De religieuze machthebber heeft in die tijd de politieke machtenooklaterzalhetreligieuzealslegitimatieblijvendienenvoordepolitiekemacht. Eengevolgvanhetsamengaanvanhetpolitiekeenreligieuzeaspectisdatdeislaminde eersteeeuwennadestichtingsterkopuitbreidingenveroveringgerichtwas. 6

De eerste opvolger van Mohammed – dit is Abū Bakr (r. 632634) begon een veroveringspolitiek die verder gezet zou worden door zijn opvolgers: ‘Umar (r. 634644), ‘Uthmān(r.644656)en‘Alī(r.656661).‘Umarzalvandeveroverdeclansberoepslegers maken.Dekrijgersuitveroverdegebiedenwordennamelijkingezetomnieuwegebiedenen stedenteveroveren.Gebiedendieveroverdworden,behorentoeaandestaatenwordenniet meerverdeeldonderdekrijgers.Dezelaatstekrijgennadeoverwinningkampennetbuitende

5DeDeensePatriciaCroneishistoricametalsspecialisatiedevroegeIslam.Naonderzoekaandeuniversiteiten vanOxfordenCambridgeiszijmomenteelhoogleraaraandeUniversiteitvanPrinceton

6Deverbondenheidtussenpolitiekenreligiebrachtspecifiekeproblemenmetzichmee.Hetaanduidenvande macht was namelijk niet alleen een politieke zaak, maar moest ook verantwoord en beargumenteerd worden vanuit religieuze gronden. Verder moest de machthebber ook rekening houden met groepen of klassen in de maatschappijmeteenbelangrijkereligieuzefunctiezoalsde culamā'.Opdezezakenkomenwelaternogterug.

12 Defilosoofenzijncontext stad toegewezen en ze worden door de overheid betaald voor hun militaire arbeid. Deze organisatorische veranderingen zorgen voor meer controle. Deze veranderingen zijn het gevolgvanhetgroeiendcentraalbestuur,maarhetisnatuurlijkookeenfactordieditbestuur verderindehandwerkt.

Het IslamrijkzetdeexpansieverderenvalthetByzantijnserijkenhetSassanidenrijkaan. Belangrijk hier zijn de overwinningen in Ajnādayn 7 (634) en Yarmūk 8 (637) tegen de ByzantijnenendeslagbijalQādisiyya 9(637),waarzedeSassanidenverslaan.Ervolgden veroveringentotinEgypteenNoordAfrika,totuiteindelijkdeeersteburgeroorlogofFitna uitbreekt. Dit was aanvankelijk een oorlog tussen ‘Alī (de neef en schoonzoon van de profeet),Talhaen alZubayr(tweebekeerde IslamietendieverbondenwarenaanAisha,de jongste weduwe van Mohammed) en Mu‘āwiyya (eveneens een bekeerling, maar zonder familiebanden met Mohammed). Talha en alZubayr werden al snel uitgeroeid door ‘Alī, maardemachtstrijdtussen‘AlīenMu‘āwiyyazoublijvenvoortdurentotdedoodvandeze eerstein661.(Crone,1996,p.912)

Mu‘āwiyya (r. 661680) is de eerste Umayyadische kalief. Onder het Umayyadenbestuur ondergaat het islamrijk verschillende veranderingen. De hoofdstad verschuift van Medina naarDamascus.Oppolitiekvlakkunnenwestellendat het rijk een meer werelds karakter krijgt. Macht wordt niet meer primair religieus gedefinieerd. (Leezenberg, 2001, p. 22) Mu‘āwiyya werkt een nieuwe politieke organisatie uit waarin de kalief indirecte macht uitoefent door middel van een netwerk van gouverneurs. Vaak zijn deze gouverneurs bloedverwantenvandekalief.Hetrijkkrijgtookeenmeerheterogenesamenstelling.Andere monotheïstische godsdiensten worden getolereerd en genieten tegen betaling van moslim bescherming, dit zijn de dhimmī’s . De politieke verantwoordelijkheid van de stamleden vermindert.Vroegervormdenzijhetlegerenwoondenzijinlegerkampenbuitendestad,naar deregeldiedetweedekalief‘Umarinvoerde.Nuwordtereenregulierlegeropgericht.Er ontstaatookeennieuweklassegeleerden,de ‘ulamā’ .Zijwordengezienalsdebeschermers van de islamwaarden. In hun onderzoek en discussies behandelen zij verschillende sociale vraagstukken. Dit resulteert in een nieuw literair genre, de hadīth , een term die meestal

7Gelegenopeen40talkmtenzuidoostenvanJeruzalem

8GelegenopdehuidigegrenstussenSyriëenJoranië.

9DitwaseenkleindorpgelegeninhetmiddenvanhethuidigeIrak.

13 Defilosoofenzijncontext vertaald wordt als traditie. Hierin onderzoeken de geleerden hoe de eerste kaliefen of de profeetzelfeenspecifiekprobleemaangepaktzoudenhebben.(Crone,1996,p.1418)

Na de dood van Mu‘āwiyya gaat de macht over op diens zoon Yazīd (r. 680683). Het overerven van de titel kalief was echter niet de traditionele gang van zaken binnen het islamrijk.Samenmetdeverminderdeaandachtvoorreligiezalditvooreengroepgelovigen een reden tot onrust en opstand zijn. Na de dood van Yazīd I, heeft men opnieuw geen opvolgerenbreektdetweedeburgeroorloguit(683692).MarwānIregeertvan684tot685, maar heeft slechts een beperkte macht. Syrië en Egyptevallenbuitenzijngezag,zodathij enkelnogIrakbestuurt.Demachtwordtpashersteldin692onderleidingvan‘AbdalMalik (r.685710),dezoonvanMarwānI.

De late Umayyadenperiode is een periode met vele religieuspolitieke spanningen. Zo ontstaanerverschillendegroeperingendieelkeenandereopvattinghebbenoverdewetmatige opvolging van de profeet, zoals daar zijn de Sjiieten, Kharidjieten en Soennieten. Deze discussies handelen vaak over het verleden, maar hebben ook implicaties voor hun eigen opvolgingskwesties.(Crone,1996,p.18)

Ondertussenbreidthetrijkzichsteedsverderuit.Aanbeginvande8steeeuwbereiktmenhet Iberischeschiereiland.Hunveroveringstochtzalpasonderbrokenwordenin732,wanneerze deberoemdeslagbijPoitiers 10 verliezen.Ongeveer100jaarnadoodvanMohammedishet islamitischerijkduseenenormgebieddatzichuitstrektvanhetKarolingischeFrankrijktot aandegrensmetChinaendeTangdynastie.(Leezenberg,2001,p.19)

In744wordtdetoenmaligekaliefalWalīdII(r.743744)vermoorddoorSyrischesoldaten. Ookdezekeerleidendiscussiesoveropvolgingtoteenburgeroorlog.Detijdelijkezwaktedie dezeonderlingetwistmetzichmeebrengt,wordthandigbenutdoorde Abbasiden. In749 vallenzijhetrijkbinnenenzijmoordenbijnadeheleUmayyadischeeliteuit.Slechtséénvan deprinsenkanontsnappenenvluchtnaarAndalusië.(Leezenberg,2001,p.22)

Onder de Abbasiden zal de cultuur sterk opleven. De bevolkingssamenstelling onder de Abbasidenwasvaneenzeerdiverseafkomst,maarhunelitewasdaarentegeneenhomogene groep.De ‘ulamā’ vandeUmuyyadenzagenhennietalsdewarevertegenwoordigersvande islam, maar desalniettemin was samenwerking mogelijk, zij apprecieerden namelijk de

10 DezeslagwordtdoorgaansdeslagbijPoitiersgenoemd,maarzouplaatsgevondenhebbentussendesteden PoitiersenToursin.

14 Defilosoofenzijncontext eenheiddiehetAbbasidenrijkbracht.DeAbbasidenbouwdenreligieuzebouwwerkenomhun populariteitbijhetvolkende ‘ulamā’ aftekopen.AlMansūr(r.754755)zoueennieuwe hoofdstad bouwen in Irak, Bagdad. Dit werd een cultureel centrum met aandacht voor Indischewetenschap,Grieksefilosofie,wetenschapaanhethof,etc.(Crone,1996,p.2223) AlMansūrwasookeenbelangrijkfiguurbinnendevertaalbeweging. 11

11 DeLeygaatdieperinopdemanierwaarophetHelleensegedachtegoedtotindeArabischewereldkwam. VolgensDeLey(2007)warenerzoweleendiffuseofindirectewegalseengeleerdeofdirectewegwaarlangsde overdracht plaats vond. Op indirecte wijze werd Griekse kennis via religieuze en theologische assimilatie opgenomen in de Christelijke leer. Moslims kwamen in contact met deze Christelijke leer en het Christelijke onderwijsenopdezemanierookmetdevereenvoudigdeengetransformeerdeGrieksekennisdiehierinvervat lag.(Deley.HetArabischIslamitischeHellenisme.2.HetArabischIslamitischHellenisme)

Dedirecte weg vande Arabischereceptie verliepvermoedelijk volgens 3 routes, namelijk de Alexandrijnse route, de Syrische route en de Indische route. Belangrijker echter nog dan de fysieke overlevering was de vertaalbeweging die de teksten van Griekse oorsprong – eerst nog vanuit de Syrische taal maar daarna rechtstreeksuithetGrieks–vertaaldenaarhetArabisch.(DeLey,2007,HetklassiekeArabischedenken,2.4.1– gezienhethiergaatomeencursusdieikonlineraadpleegde,kanikgeenexactepaginavermelden)Binnendeze vertaalbeweging kan men 3 vertaalscholen onderscheiden. (De Ley, 2007, Het klassieke Arabische denken, 2.4.2)

DeeerstevertaalschoolvandeVeteresofdeoudenkwamopgangondervoorgenoemdekaliefAlMansūr.Hij toondegroteinteresseinGriekseboekenovergeneeskunde,filosofieenastronomie.Erwerdenopzijnaanvraag werken van Ptolomaios, Plato en Aristoteles vertaald. Onder kalief Hārūn arRashīd en zijn wazir Ja ʽfar Ibn

Barmakwerddezevertalingenverderaangemoedigd.Devertalingenvandezevetereswordengekenmerktdoor eenstroeveenzeerletterlijkevertaling

In830werddetweedevertaalschoolopgerichtonderkaliefalMa’mūn,genaamdhetBaytalHikmaofhethuis van de wijsheid. Hij bracht geleerdenvetalers bij elkaar en gaf hen de opdracht zoveel mogelijk Griekse filosofische en wetenschappelijke werken te verzamelen en vertalen. Ze vertaalden werken van onder andere (Ps) Apollonios van Tyana, Archimedes, Eukleides, Ptolemaios, Galenos, Plato en Aristoteles. Hunayn Ibn ishāqwasdebesteenbekendstegeleerdevandezeschool.Andersdandeeersteschool,staptenzijafvande letterlijkevertalingenenontwikkeldeneenkritischetekstbehandelingwaarbijinterpretatieenhetvergelijkenvan verschillendebronneneenbelangrijkerolspeelden.

De derde school wordt de recentiores of jongeren genoemd en ontstond aan het begin van de 10 de eeuw in Bagdad, toen een stad met grote intellectuele activiteit en een kosmopolitisch klimaat. Het werk van de geleerdenaandezeschoolbestondhoofdzakelijkuitrevisiesenschooluitgavenvaneerdervertaaldewerken.Een bekendenaamhierisdievandefilosoofAlFārābī.(DeLey,2007,HetklassiekeArabischedenken,2.4.2)

15 Defilosoofenzijncontext

DeAbbasidenhaddendanweleenbloeiendecultureleontwikkeling,oppolitiekvlakhebben zeechternooiteeneenheidkunnenbereiken.ZobehoordehetIberischeschiereilandnooittot hunregeerdomein.KaliefalMu‘tasim(r.83342),één van de latere Abbasidische kaliefen rekruteerdeTurksetroepenuitCentraalAzië.DezeTurkenwerdentotslaafgemaakt,bekeerd eningezetinzijnnieuwehoofdstad,Samarra.Maarookdezemilitairevernieuwingkonde dreigende versplintering niet tegengaan. Het rijk viel uiteen in de kleinere rijken van de Umayyaden in Spanje (7591031), de Idrisiden in de westerse Maghreb (788985), de AghlabideninNoordAfrikaendeMiddellandseZee(800909)endeTulunideninEgypte (868905).(Crone,1996,p.28)

1.1.2 Al-Andalus

In 710 n. Chr. vielen de Umayyaden het Iberische schiereiland binnen met een leger bestaandeuitBerbers.Indedaaropvolgendejarenzoudenzijbijnaoverhetheleschiereiland heersen.Pasin732werdverdereexpansierichtingFrankrijkverhinderd,wanneerzedeslag bij Poitiers verliezen. De grens van islamitisch Spanje werd op die manier vastgelegd ten noordenvanZaragozaenlangsderivierdeDouro.(Leezenberg,2001,p.160)

TijdensdeAbbasidischerevolutiein750slaagdeéénvandeUmayyadischeprinsenerinte ontsnappenaandeAbbasidischevervolgingen.‘AbdalRahmānibnMu’āwiyyavluchtnaar Granada (AlAndalus) en wanneer hij in 757 tot emirwordtbenoemd,ontstaatdedynastie vandeSpaanseUmayyaden.Zijzullenindedecenniadaaroponafhankelijkblijvenvanhet Abbasidenrijk, dat bestuurd wordt vanuit Bagdad. Vanaf 929 zullen zij hun eigen kalifaat leiden.(Leezenberg,2001,p.22)

Onderdeopvolgersvandeze‘AbdalRahmānibnMu’āwiyyakentAlAndaluseenculturele bloeimaarookregelmatigespanningenenopstandenindeprovincies.Binnendegroepvan ‘ulamā’ geleerden wordt de rol van de schriftgeleerden van de Mālikīrechtsschool steeds belangrijker. De bevolkingssamenstelling in AlAndalus was zeer divers en interessant om eensvandichterbijtebekijken.Menkandriegrote groepen onderscheiden (De Ley, 1998, VanAlAndalustotkatholiekSpanje,1.3) 12 :

12 Herman De Ley was tot 2005 professor aan de Universiteit van Gent waar hij onderzoek deed naar onderwerpenomtrentantiekeenmiddeleeuwsewijsbegeerte,hetArabischislamitischhellenismeendeIslamin Europa.

16 Defilosoofenzijncontext

"Allochtone" groepen, zoals de minderheden van Arabische en Berberse "immigranten", zwarte Soedanezen(‘Abīd,mannenenvrouwen,ingevoerdviadeslavenhandel)enSlaven(Saqāliba),afkomstig, via de slavenhandel die vaak in handen was van joodse handelaars, uit MiddenEuropa en vooral Joegoslavië;zoalsdeSoedanezenvooralgezochtalshuurlingen;

"Autochtone":indeeersteplaatsdemeerderheidvanIberischeneomoslims,ofmuwalladūn.Overeen periode van ca 3 eeuwen werd de overgrote meerderheid van de autochtone bevolking diepgaand geïslamiseerdengearabiseerd;inhetdagelijkselevenweliswaarheersteereenalgemenetweetaligheid, namelijkvanArabischenRomaans

Denietmoslimsegemeenschappendie,alsdhimmīs,eenrelatieveautonomieenbescherminggenoten: het betrof hier 13 (1) de gearabiseerde Christenen, of Mozaraben, maar (2) ook (althans tot aan de Almohaden) een belangrijke joodse gemeenschap. Dank zij de bijzonder gunstige omstandigheden waarvandejodengenoten(ondanksdedominante,Mālikītischerechtsschool)engeïnspireerddoorhet Arabischislamitischhumanisme,slaagdedezelaatsteerineenhoogstaandeandalusischjoodsecultuur tecreëren,metdestudieenheroplevingvanhetoudeHebreeuws(voorheteerstwerdeengrammatica opgesteld),debloeivandereligieusjuridischestudies(onderhetkalifaatzoudejoodseacademievan CordobahetleiderschapovernemenvandeoudeacademiesvanBaghdād),debloeivaneeno.m.ook profaneHebreeuwsepoëzie,enz..(citaatuitDeLey,1998,VanAlAndalustotkatholiekSpanje,1.3)

VaakwordtAlAndalusalsvoorbeeldgesteldvoordemanierwaaropdegemeenschapmet multiculturele verschillen omging. Maar dit multiculturele samenleven leidde ook vaak tot sociale conflicten. Tussen de verschillende culturele groeperingen maar ook tussen de islamitischegroepenzelf–bestondenregelmatigspanningen.Tochontstonderietsdatmen kanomschrijvenalseengedeeldeAndalusischelevenswijzeofcultuur.

DankzijdeculturelemengelmoesdieweinAlAndalusterugvinden,wasditgebiedookin staattefungerenalseenunieke qantara ofbrugtussenAzië,AfrikaenEuropa.Eenbrugdie kon dienen als een doorgeefluik van het Oosten naar WestEuropa waarlangs zowel de ArabischIslamitische als ook de oude Griekse cultuur werd doorgegeven. (De Ley, 2008, VanAlAndalustotkatholiekSpanje,1.1)WestEuropastondindietijdvergelekenmetAl Andalusopvelevlakkenminderver.Zowelopcultureelalsintellectueelvlakwarensteden als Cordoba een grote inspiratiebron voor de Christelijke samenleving in WestEuropa. In haarbloeiperiodeteldeCordobatot300000inwoners,100denmoskeeënenbadhuizenen 10tallen bibliotheken. De steden in al–Andalus stonden bekend voor hun vele wetenschappers,artsen,kunstenaars,juristenengeleerden.Menzegtdatlekenenclericiuit

13 DeLeyheefthethiernietovernietgearabiseerdeChristenen,dieerechterookwaren.Ookzijwaren dhimmī’s engenotenbescherming.

17 Defilosoofenzijncontext heelChristelijkEuropanaarAlAndalusreisdenomzichhierterverdiepenindekennisdieer voorhandenwas.ZijdedenkennisopaandeuniversiteitenenkopieerdenwerkendieinWest Europa nog onbekend waren. 14 In de 10de E was Cordoba de belangrijkste politieke stad binnen het Islamitische gebied en tegelijk ook de meest geciviliseerde stad van Europa, m.a.w.letterlijkenfiguurlijkeenstadopdegrenstussenhet‘Oosten’enWestEuropa.(De Ley,VanAlAndalustotkatholiekSpanje.1.3.AlAndalus)

Hetzijnvooraldekaliefen‘AbdalRahmānIII(r.91261)enmeernogHakamII(r.961 976)dieervoorbekendstondendebouwkunst,literatuur en wetenschappen te stimuleren. Hakam II trekt geleerden aan uit het Oosten en brengthenonderinCordoba,hijwasook verantwoordelijkvoordeoprichtingvanéénvandeenormebibliotheken.Maaraanheteinde vande10deeeuwisAlAndalusoverzijnbloeiperiodeheenenverschijnenerscheureninhet succesverhaal.DevizieronderHishāmII(r.9761013),dezoonvanHakam,zalompolitieke redenen pogen in gratie te vallen bij de ‘ulamā’ . Hij bereikt dit door het verbannen en verbrandenvanfilosofischeenanderetwijfelachtigewerken.(Leezenberg,2001,p.160)

DedoodvanMuhammadibnAbī‘ĀmirAlmanzoriszijn gelatiniseerde naam in 1002 draagtmeebijaandesociaalcultureleveranderingendieoptilzijn.Nazijndoodvolgen80 jaarvanchaos.Berbers,AndalusischeArabierenenanderengroepenstrijdenomdemacht. Deze periode wordt de periode van de partijkoningen genoemd. Enkele Christelijke koninkrijkjesmakenmisbruikvandechaosenzienhunkanszichaftesplitsen.In1085zal ToledoingenomenwordendoorkoningAlfonsoVIvanCastilië.(Leezenberg,2001,p.160)

In 1090 vallen de Almoraviden Islamitisch Spanje binnen en zij zullen hier 20 jaar lang regeren.DeAlmoravidenzijneenreligieuzegroeperingafkomstiguitNoordAfrika,dekern vanhunbewegingsteuntzichophetMālikīgedachtegoed 15 . Onder hen komen de antieke

14 AlgemeenwordtaangenomendathetgedachtegoedvanAristotelesviadeArabischewereldingangvondinde Christelijke middeleeuwen en wij hiervoor dus schatplichtig zijn aan de Arabische wereld. Recent verscheen echtereenboekvanGouguenheim(Gouguenheim,2008)waaringesteldwordtwevoordeoverleveringvanhet Griekse gedachtegoed niet afhankelijk waren van de Islamitische wereld. Gouguenheim beweert dat West Europa ononderbroken contacten onderhield met de Griekse wereld en dat de studie van de oudheid in de middeleeuwencontinuïteitkende.Ditboekbrachtheelwatoproerendiscussiesopgang.(Buellens,2008)

15 DitishetgedachtegoedvandeMālikīschool.Dezerechtschooliseenreligieusjuridischegroepbinnende orthodoxeIslamdiededoctrinevanImāmMālikb.Anas(8 ste EnaChristus)heeftovergenomen.Debronnen waarzijzichopbaserenzijn KitābalMuwatta’ hetoudstejuridischewerkdathedendagenisovergeleverd–en eenanderbelangrijkjuridischwerkgenaamd Mudawwanaalkubrā .(Cottart,2010)

18 Defilosoofenzijncontext wetenschappen weer tot bloei maar ook de falsafa 16 kan zich tijdens deze periode ontwikkelen.YūsufibnTāshfīn(r.1061–1106)ishuneersteleideren eveneensdestichter van hun hoofdstad Marakesh (1062). In AlAndalus zullen de Almoraviden Sevilla als administratiefcentrumkiezen.Theoretischgezienvallenzijonderhetgezagvanhetkalifaat inBagdad,maarhiervaltindepraktijknietveelvantemerken.Tijdenshunregeerperiode vindenreligieuzevervolgingenplaats,vooraldeMozarabischeChristenenkennenproblemen. Deoudearistocratiezalzijnaanzienenplaatsverliezen,maarAlmoravidenproberenzoveel alsmogelijkinhetgenoegentevallenvandeMālikījuristen.DaaromwordtonderandereAl Ghazālī’swerkverbranddoor‘Alī(r.11061142),dezoonvanYusuf.

Mohammed Ibn Tūmart (r.10781130) is de stichter van de Almohaden, een andere BerberdynastiedieineenlaterstadiumdemachtvandeAlmoravidenzalovernemeninAl Andalus. Mohammed Ibn Tūmart genoot een Ash‘aritische opleiding in Bagdad. In 1121 benoemthijzichzelfalsde Mahdi ofverlosserenbelooftdezuiverevormvanhetgeloofweer tothetvolkzalbrengen.Zijnvolgelingengroeiensnelinaantal.(Hopkins,2010)

IbnTūmartstaatbekendalseenstrengheersermetspecifiekehiërarchischeopvattingenover heerschappij. Over het algemeen dwingt hij gehoorzaamheid en volgzaamheid af van zijn onderdanen. In zijn hiërarchisch systeem is echter plaats voor een elite die meer vrijheden krijgt. Tegenover deze elite is hij tolerant en promoot hij een rationalistische houding. Daarnaast zet Ibn Tūmart zich ook sterk af tegen de opvattingen die de Almoraviden aanhangen.

DezepropagandategendeAlmoraviden,deontoereikendheidordeenharmonietescheppen indeverscheidenheidenverdeeldheidonderdebevolkingendetoenemendeverstarringvan de Mālikīdoctrine zijn factoren die er voor zorgen dat er meer opstanden ontstaan en het almoravidenrijkuiteindelijktenondergaat.(CorralLafuente,1999,p.145)

DeopvolgervanIbnTūmart,‘AbdalMu’min(r.11301163),zalAlAndalusbinnenvallenen onderzijngezagwordthetrijkuitgebreidtotaandeMaghreb.DeAlmohadeninAlAndalus nemenderegeerwijzevanIbnTūmartover.Enerzijdsbestonddituiteenstrakhiërarchisch systeemwaarbijdeklooftussendemachthebbers–ditzijnverwantenvande Mahdi –ende

16 Falsafa isdeArabischefilosofie.DeaanleidingvoorhetontstaanhiervanisdeGrieksefilosofie,maaralsnel ontwikkelde de falsafa zijn eigen karakter en werd de filosofische studie beïnvloed door de shari‘a en gedachtegoeduitdesekten.(Arnaldez,2010)

19 Defilosoofenzijncontext onderdanengrootis.Opheteersteniveauvormdeneenaantalverwantenvande Mahdi de hoogsteraad.Hettweedeniveaubestonduittweegroepen,enerzijdseencomitébestaandeuit eentientalverwantenvandekalief,hetanderecomitébestaandeuit50stamleiders.Ookde stammenonderlingkendeneenhiërarchischeorde.(Shatzmiller,2010)

NetzoalsonderIbnTūmartwasookhunrelatiemetde ‘ulamā’ nietoptimaal.Dezelaatste volgendedoctrinesvandeMālikīrechtschoolenonderhieldenonderdeheerschappijvande Almoraviden een goede verstandhouding met het kalifaat. Aangezien de Almohaden een radicaal andere weg inslaan, ontstaan er spanningen die gedurende hun hele heerschappij zullenblijvenduren.Dekaliefendeelitediehemomringt,nemenbijgevolgeengeïsoleerde socialeenreligieuzepositieindemaatschappijin.(Leezenberg,2001,p.161162)

Over het algemeen vertoonden de Almohadenkaliefen interesse in filosofie. Filosofie was binnen de islamsamenleving echter geen erkende sociale status en bestond voornamelijk binnendehofcultuur.Ditbetekentdathetvoortbestaanvandefilosofie endebescherming vandebeoefenaarservanafhankelijkwarenvandebereidwilligheidvanhetkalifaatendat dezehoudingooksnelkanomslaan.(DeLey,2007,HetklassiekeArabischedenken,7.4.3.) IbnTufaylenAverroëshaddenbeidenonderhetAlmohadenkalifaateenplaatsaanhethofals hofarts en raadgever. We zullen later zien dat de precaire relatie tussen het kalifaat en de MālikīrechtsgeleerdenervoorzorgdedatAverroësopheteindevanzijnleveninongenade vielbijdekalief.

Abū Yūsuf Ya‘qūb (r. 11631184) trekt ten strijde tegen enkele Christelijke rijkjes op het Iberische schiereiland, dit echter zonder veel succes. Een tegenbeweging vanuit de Christelijkekant,komtopgangmethetbeginvande Reconquista vanafhetbeginvande 13de eeuw. De Almohaden lijden een eerste zware nederlaag bij Las Navas de Tolosa in 1212. Deze nederlaag leidt het einde in van de Arabische heerschappij in AlAndalus. Geleidelijk aan wordt hen steeds meer van het schiereiland ontnomen. In 1230 zijn de koninkrijken van Leon en Castilië verenigd en staat het grootste deel van het schiereiland onderSpaansgezag.In1236wordtCordobaingenomen,deveroveringvanSevillavolgtin 1248.Van1232tot1492blijftechternogdedynastievandeNasridenovereind.Maarmetde invalvanFerdinandenIsabellain1492,komtookdaareeneindeaan.Nadeherverovering poogt men Spanje zoveel als mogelijk van zijn Islamitische verleden te ontdoen, dit door middel van boekverbrandingen en hoofdzakelijk vanaf de 16de eeuw gedwongen bekeringenvanzowelArabierenalsJoden.(Leezenberg,2001,p.163)

20 Defilosoofenzijncontext

1.2 Averroës

1.2.1 Leven

Averroëswerdgeborenin1126inCordobaineenfamiliediebehoordetotdeMālikītraditie. Zowel zijn vader als grootvader hadden de functie van opperrechter of qādī vervuld. Zijn grootvader schreef een boek over het recht waarin hij een onderzoek voert naar de juiste berechtingvanmenselijkeactiesennaardeauthenticiteitvandereligieuzetradities( hadith ). Dezegrootvadersterftin1126,hetgeboortejaarvanAverroës,maarwekunnenerwelvan uitgaandatAverroëshetwerkgelezenheeftendathijopdezemanieralsnogdiensinvloed onderging.Averroës’grootvaderleefdeonderdeAlmoravidendynastie,zijondersteundende Mālikīrechtschool.HijzalbijgevolgdiezelfdeMālikītraditieovernemen,maarhijneemtniet alhunstandpuntenover.Zoalsblijktuitzijnjuridischegeschriftishijbereidbepaaldezaken invraagtestellen(degevestigdetradities)enantwoordennatejagenmetbehulpvandeeigen rede.Dezerationelehouding–hetgeloofookaanderedeteonderwerpenzullenwelater ookbijdekleinzoonterugvinden.(Arnaldez,2000.p.610) 17

Het Cordoba uit de tijd van Averroës was op vele vlakken een zeer bloeiende stad en Averroëszalindezeintellectueleomgevingeenzeerrijkeengevarieerdeopleidinggenieten. Net als zijn vader en grootvader verdiept Averroës zich in het religieuze recht of Fiqh 18 . Daarnaast kreeg Averroës ook een religieuze opleiding, bestaande uit een inleiding tot de Koran,de hadīth (tradities)ende kalām (detheologie).Totslotmakeneenfilosofischeeneen medischescholingdeeluitvanAverroës’opleiding.Filosofieengeneeskundezouhijvooral lerenvanzijnleermeesters.IbnZuhr(ofAvenzoar)waszijnbekendstemeester.(Hernández, 1997,p.2425) 19

17 Roger Arnaldez (19112006) was een Frans Islamoloog, hij was doorheen zijn leven werkzaam aan verschillendeFranseuniversiteiteneneindigdezijnloopbaanalsprofessoraandeSorbonneinParijs.

18 De Fiqh isdewetenschapdiezichbezighoudtmetde sharī‘a .De sharī‘a isdewet,hetgeheelvangoddelijke voorschriften voor het menselijke handelen. De sharī‘a bestaat o.a. een religieuze plichtenleer, rituele voorschriften en juridische en politieke regels. De sharī‘a is niet gecodificeerd, maar wel van generatie op generatiedoorgegeven.De qādī ofgeestelijkrechterhoudttoezichtophetnalevenvandereligieuzeplichten. (Schimmel,1990.p.4749)

19 MiguelCruzHernándeziseenSpaansefilosoof,islamoloogenpsycholoogenalshoogleraarverbondenaan de universiteit van Madrid. In zijn werk ABULWALID MUHAMMAD IBN RUSHD ().Vida, Obra, Pensamiento, Influencia, behandelt hij zeer uitgebreid – zoals de titel zegt – het leven, werk, denken en de

21 Defilosoofenzijncontext

TerwijldeAlmoravidendeontwikkelingvanfilosofie slechts weinig stimuleerden en zelfs onderdrukten wanneer de filosofie niet te rijmen viel met de Mālikīleer, blijken de Almohadenkaliefenwelbelangstellingtehebbenvoorfilosofie.ZowasIbnTufayl(ca.1105 1185)lijfartsenvertrouwenspersoonvankaliefAbūYūsufYa‘qūb.IbnRushdzalhemlater opvolgen.Hetonderstaandefragmentuit Kitābalmu‘jibfītalkhīsakhbārahlalMaghrib van ‘AbdalWāhidalMurrākushī(1185?)verhaalthoeAverroësdoorIbnTufaylaandekalief wordtvoorgesteldenhoedezedeopdrachtgeeftcommentarenteschrijvenophetwerkvan Aristoteles.Hetgeeftonsookeenbeeldvandefilosofischekenniseninteressevandekalief.

ThisAbūBakrcontinuedtodrawmenoflearningtothePrincefromeverycountry,bringingthemtohis attentionandincitinghimtohonourandpraisehim.ItwashewhobroughttothePrince‘sattention AbulWalīdMuhammadibnAhmedibnMuhammedIbnRushd;andfromthistimehebecameknownand his ability became celebrated among men. Ibn Rushd’s pupil (…) told me that he had heard the philosopherAbulWalīdsayonmorethanoneoccasion:‘WhenIenteredintothepresenceofthePrince oftheBelievers,AbūJacqūb,IfoundhimwithAbūBakrIbnTufaylalone.AbūBakrbeganpraisingme (…)Theprinceaskedme(…)“Whatistheiropinionabouttheheavens?”–referringtothephilosophers –“Aretheyeternalorcreated?”Confusionandfeartookholdofme,andIbegantomakeexcusesand denythatIhadeverconcernedmyselfwithphilosophiclearning,forIdidnotknowwhatibnTufaylhad toldhimonthesubject.ButthePrinceoftheBelieversunderstoodmyfearandconfusion,andturningto ibnTufaylbegantalkingaboutthequestionofwhichhehadaskedme,mentioningwhatAristotle,Plato andallphilosophershadsaid,andbringinginbesidestheobjectionsoftheMuslimthinkersagainstthem (…)ThushecontinuedtosetmeateaseuntilIspoke,andhelearnedwhatwasmycompetenceinthat subject;andwhenIwithdrewheorderedformeagiftofmoney,amagnificentrobeofhonouranda steed!’

ThatsamepupilofhisalsotoldmethatIbnRushdhadtoldhim:‘AbūBakrIbnTufaylsummonedmeone dayandtoldme,“TodayIheardthePrinceoftheBelieverscomplainofthedifficultyofexpressionof Aristotleandhistranslators,andmentiontheobscurityofhisaims,saying‘Ifsomeonewouldtacklethese books,summarisethemandexpoundtheiraims,afterunderstandingthemthoroughly,itwouldbeeasier forpeopletograspthem’Soifyouhaveinyouabundantstrengthforthetask,performit.IExpectyou willbeequaltoit,andtheintensityofyourapplicationtoscience…”AbulWalīdsaid:‘Thiswaswhat ledmetosummarizethebooksofthephilosopherAristotle.’(citaatvan‘AbdalWāhidalMurrākushīin Leaman,1988,p.3)

Dezeontmoetingvondplaatsin1169.DatzelfdejaarwerdAverroësaangesteldals qādī van Sevilla.Een qādī iseenrechtermeteenreligieuzeverplichting.Hijzorgtervoordatmensen hunplichtennakomenenbaseertzichhiervooropde sharī‘a ofgoddelijkewet.In1182volgt invloedvanAverroës.ZijnonderzoeknaarhetoeuvrevanAverroësalsookdegedetailleerdebiografiediehij opsteldemakenditboekeenzeerinteressanteennuttigebron.

22 Defilosoofenzijncontext

Averroës, Ibn Tufayl op als lijfarts van de kalief. (De Ley, 1998, Van AlAndalus tot katholiekSpanje,2.4)Erisechterweiniggewetenoverdewerkelijkemedischekennisvan Averroës.Zoweetmennietofhijvoordezeaanstellingalshofartsalveelervaringhadals geneesheer. Waarschijnlijk bestond de behandeling van de kalief eerder uit preventieve maatregelen zoals het volgen van een dieet dan uit effectieve behandelingen. 20 Men vermoedtdatAverroësalsdokterminderervaringenpraktischekennishaddanzijnvriend Avenzoar. Deze laatste was een gerenommeerd arts en schreef ook een aantal medische boeken. De kennis die Averroës bezat en die we kunnen afleiden uit zijn werken, zou voornamelijk theoretisch van aard zijn, onder andere overgenomen uit de boeken van Avenzoar.(Arnaldez,2000,p.2630)

Averroëswordtlateraangesteldals opperqādī vanCordoba,dezeaanstellinggebeurtdoorde kalief. Met de titel van opperqādī krijgt men de verantwoordelijkheid de qādī ’s in de provincieaantestellen.Een qādī wordtinzijnambtsteedsomringddoorjuristendiehijom raadkanvragen,maardeuiteindelijkebeslissingligtsteedsindehandenvande qādī zelf. (Arnaldez,2000,p.16)

Ook onder het regeren van Abū Yūsuf Ya‘qūb AlMansūr (r.11841199) kreeg Averroës vertrouwenensteunvandekaliefzelf.Ditslaatechteromrond1195.Dekaliefvoertopdat momentoorlogtegendeChristelijkerijkjesindeomgevingenhijheefterallebaatbijdatde bevolking hem steunt. Vandaar zijn politieke zet tegemoet te komen aan de eisen van de orthodoxewetgeleerden.DeMālikīgeleerdenhaddennamelijknogsteedseengroteinvloed ophetvolk,maarsindsdeintredevandeAlmohadenstondenzijopslechtevoetmethet kalifaat. Als toegeving aan de rechtsgeleerden wordt Ibn Rushd door kalief AlMansūr verbannennaarhetnabijgelegenLucena,zijnboekenengeschriftenwordenverbrand.Later heeftAlMansūrdezeedictenherroepenenAverroëswordtweeraanhethofvanMarrakesh uitgenodigd.NietlangnazijnherwonnengratiezalIbnRushdsterven,ditop11december 1198.ZijnlichaamwordtnazijndoodovergebrachtnaarCordoba,waarhijbegravenligtop debegraafplaatsvandeBanū‘Abbād.(Arnaldez,2000,p.15)Averroës’denkenzalslechts weinignavolgingkrijgenbinnendeArabischefilosofie.BinnenhetchristendomenhetJoodse gedachtegoedzalzijninvloedechternoglangblijvennazinderen. 21 (Ivry,1998,p.50) 22

20 Ditwasmeestalhetgevalbijdemedischebehandelingendoorhofartsendoorheendeantiekeenmiddeleeuwse tijd.

21 Ziehoofdstuk2.

23 Defilosoofenzijncontext

1.2.2 Werk

Ibn Rushd schreef doorheen zijn leven een omvangrijk oeuvre bij elkaar. Hernández spendeerdeeenaanzienlijketijdaanonderzoekoverhetcorpusvanAverroës.InHernández (1997) schrijft hij 82 werken aan hem toe. Het eerste werk (vermoedelijk) geschreven in 1159,zijnlaatstein1195watneerkomtopeengemiddeldevan2à2,5werkenperjaar.De werkenbehandeleneenbredewaaieraanthema’s,watopdeveelzijdigheidvandeschrijver eneenbredeopleidingwijst.Hernándezonderscheidt5categorieëninhetoeuvre,namelijk werkenoverfilosofie,theologie,geneeskunde,astronomieenrecht.

UitdebibliografievanHernándezkunnenwenogenkeleinteressantezakenafleidendieerop wijzendatwesteedskritischmoetenomgaanmetwerkendieviaeenlangewegtotonszijn gekomen.Eeneerstepuntisdaterookwerkencirculerendieinhetverledenonrechtmatigaan Averroëszijntoegeschreven.Zozijner5werkenbekendvanAbū’lWalīdMuhammadIbn Rushddiedegrootvaderwasvandefilosoofdiewijhierbehandelen.Ookdezoonvanonze filosoof,AbūMuhammad‘AbdAllāhibnWalīdIbnRushd,heefttweegeschriftenopzijn naamstaan.DaarnaastmaaktHernándezmeldingvan36werkendieondertussenontmaskerd zijnalsnietvandehandvanAverroëszijnde.Ditlaatstekanverschillendeoorzakenhebben. Sommigewerkenzijnwaarschijnlijkontstaanuiteenslechtelezingenvertalingvanéénvan de originele werken. Andere werken zijn dan weer een onderdeel van het werk van de grootvader,maarwordenaanAverroëszelftoegeschrevenofzijnwerkendieherkendzijnals het werk van een andere Arabische schrijver, zoals aan de jurist Abū Bakr Muhammad de Tortosa. Nog andere toeschrijvingen betreffen werken die nooit teruggevonden zijn en waarschijnlijkonbestaandezijn,enkelhuntitelisonsovergeleverd.Alszealzoudenbestaan, zijnzeiniedergevalnietdoorAverroësgeschrevenaangezienhunonderwerpnietaanleunt bijzijninteresseenkennisgebieden.

Het is minstens even interessant te kijken naar de 82 werken die wel aan Averroës toegeschreven zijn. Hernández maakt hier een onderscheid tussen de bewaarde werken, bewaarde werken waarvan men de toeschrijving aan Averroës betwijfelt en als laatste de werkenwaarvanweenkeldetitelskennen.Dittoontdatdeoverleveringvandewerkenniet altijdonproblematischis.Erzijneenaantaloriginele werken (deels) verloren gegaan. Hier moetmendansteunenopdeHebreeuwseofLatijnsevertalingendievoorhandenzijn.Maar

22 AlfredIvryisprofessoraandeNewYorkUniversity.HijstaatbekendomzijnonderzoeknaarJoodseen Islamitischefilosofieindemiddeleeuwen.

24 Defilosoofenzijncontext hoemeertussenstappenertussenhetoorspronkelijkewerkenonzelectuurgemaaktzijn,hoe meerkansdatvervormingenenadaptatiesdeeigenlijkeinhoudveranderdhebben.Erzijnook eenaantalwerkendienietvoltooidwarendoorAverroës.Interpretatiehiervansteuntsteeds op veel vooronderstellingen. Het is dus vaak moeilijk een juist beeld te krijgen van het oorspronkelijke werk van Ibn Rushd. Hernández zal echter ook nuanceren en stelt dat de LatijnseenHebreeuwsevertalingenooknietrampzaligzijn.Algemeenkanmenstellendatde JoodsevertalingenbeterzijndandeLatijnse.MaardeLatijnsevertalingenzijnuiteindelijk minderslechtdanmenvaakdoetuitschijnen.Opmerkelijkisdatdeeerstevertalingenuitde 13de eeuw vaak adequater zijn dan de correcties die men hierop maakte tijdens de Renaissance.(Hernández,1997.p.4360.hoofdstuk3en4)

DeLey(1998)heefthetover3puntenwaaropdefilosoofzichinzijnwerkonderscheidtvan andereArabischefilosofenzoalsAlFārābīenIbnSīnā.

AverroësgaatzeernauwgezettewerkbijzijncommentarenopAristoteles.

Hijpakthetscholastischeprobleem,namelijkderelatietussenreligieenfilosofie,zeergrondigaan.

Erzijngeenanderefilosofengekendmeteengelijkaardigereligieusjuridischevorming.Dezejuridische achtergrondgeefteenvernieuwendekijkopbepaalde filosofische onderwerpen. Zo heeft zijn bekende werk KitābFaslalmaqāl ,dathandeltoverdevraagofdewetvandeKoranaldannietfilosofietoelaat, devormvaneenjuridischadviesoffatwā'.(CitaatuitDeLey,1998,VanAlAndalustotkatholiekSpanje, 2.4)

InwatvolgtgaanwekortdieperinopdewerkenvanAverroës.Medische,astrologischeen zuivere juridische werken laten we hier onbesproken, aangezien de relevantie voor onze onderzoeksvraageerdergeringis.Hernándezgeefteenopsommingvan16medischewerken. Maarhetaantalastronomischeenjuridischewerkenisveelgeringer,respectievelijk2en1. Voordebesprekingvandeoverigewerken,voerenweooknieuwecategorieënin,waarbijwe ons steunen op de onderverdeling die De Ley (1998) invoert. Namelijk Aristotelescommentaren,filosofischtheologischetraktatenenfilosofischewerken.

25 Defilosoofenzijncontext

1.2.2.1 Aristotelescommentaren

AverroëslasgeenGrieks 23 enmoestzichtijdenszijncommentarenbaserenopvertalingen. Devertalingenwaarophijzichbaseerdezijnnietaanonsovergeleverd,maarwekunnener vanuit gaandatdezenietaltijdzowaarheidsgetrouw waren. Averroës besefte dit en was daaromzelfzeeractief,creatiefenkritischbijhetinterpreterenenschrijven.(Arnaldez,2000, p.19)HijbestudeerdeverschillendeArabischevertalingenvaneenzelfdetekstomzototde beste interpretatie te komen. Wanneer de vertalingen niet werkbaar waren, herwerkte Averroëszeinhetlichtvandekennisdiehijreedsopdeed.Hijfocustezichnietzozeerop fragmenten en kleine details, maar plaatste de zaken die hij las in een groter kader. Dit resulteerdeineenreekscommentarendiesameneenorganischengoedonderbouwdgeheel vormen.(Arnaldez,2000,hoofdstuk3,p.32)

IbnRushdstaatervoorbekenddathijgeenvoldoeningnammetdegebruikelijkemaniervan becommentariëren.ZijncommentarenvanAristoteleskanmenonderverdelenindriesoorten. Erzijndekortecommentarenof Jawāmi‘ 24 ,demiddellangeof Talkhīsāt 25 entotslotdegrote of letterlijke commentaren, ook wel Tafsīrāt 26 genoemd. De korte commentaren zijn vrije samenvattingen of inleidingen op werken van Aristoteles. In de middelcommentaren blijft Averroësduidelijkdichterbijdetekst,bijgevolgsluipenerookmindereigenelementenin dezeteksten.Indelaatstevormbespreekthijdeprimairetekstenzeergrondig,maargaathij ook dieper in op enkele commentaren van Griekse en Arabische filosofen op deze zelfde tekst.(Leezenberg,2001,p.183)Dezegroteofletterlijkecommentarengelijkenophetwerk van laatantieke commentatoren, maar hebben ook sterke overeenkomsten met de manier waaropdeKorancommentarengeschrevenwerden.Detekstwordtperparagraafgeciteerden zeergrondigbijnatermvoortermuitgelegd.Averroësheeftdezeregelsdiemendusop gelijkaardigewijzenelderstegenkomt–aangepastenvervolgensvastgelegd.(DeLey,1998, VanAlAndalustotkatholiekSpanje,4.2.1.)ThomasvanAquinopiktdezemethodeopen

23 Blijkbaar was het niet evident Grieks te leren in het Andalusië in de 12 de eeuw. Averroës had een zeer uitgebreidescholinggenotenenwaseenintelligenteman,maartochmoestenhijenookanderefilosofeninzijn tijdzichbaserenopArabischvertalingendievoorhandenwaren.

24 Hetenkelvoudvandezetermis Jāmi‘ ,letterlijktevertalenals verzameling .

25 Hetenkelvoudvandezetermis Talkhīs,letterlijktevertalenals verkorteversie (abridgment)of samenvatting .

26 Hetenkelvoudvandezetermis Tafsīr ,letterlijktevertalenals verklaring of uiteenzetting .Hetiseentermdie meestalgebruiktwordtomKorancommentarenaanteduiden.

26 Defilosoofenzijncontext via deze weg zal het de standaardmethode worden binnen de scholastische hermeneutiek. (Ozcoido,2001,p.24)

HetisnietpreciesgewetenwelkewerkenvanAristoteleserinhetAndalusiëvanAverroës juist gekend waren. Door te bekijken welke werken van Aristoteles door Averroës becommentarieerd werden, kunnen we wel – hoewel misschien nietexhaustief afleiden welke werken door Averroës zelf gekend waren. Dit schijnen er in ieder geval een groot aantaltezijn.Wegevenvanelkesoortcommentaarweer,welkewerkenhijopdezemanier behandelde.(Hernández,1997,p.4356)

WerkenvanAristoteles Korte Middellange Letterlijke commentarenof commentarenof commentarenof Jawāmi‘ Talkhīsāt Tafsīrāt

Categoriae X X

DeInterpretatione X X

Analyticapriora X X X

Analyticaposteriora X X

Topica X X

DeSophisticisElenchis X X

Physica X X X

DeCaelo X X X

DeGenerationeet X X Corruptione

Meteorologica X X

DeMundo X X X

DeAnima X X X

ParvaNaturalia,waaronder: DeSensuetSensibilibus X DeMemoriaet X Reminiscentia X DeSomnoetVigilia DeInsomniis DeDivinationeperSomnum

27 Defilosoofenzijncontext

DeLongitudineetBrevitate X Vitae DeJuventuteetSenectute, DeVitaetMorte DeRespiratione

DeSpiritu

HistoriaAnimalium

DePartibusAnimalium X

DeMotuAnimalium

DeIncessuAnimalium

DeGenerationeAnimalium X

DeColoribus

DeAudibilibus

Physiognomonica

DePlantis

Mirabilibus Auscultationibus

Mechanica

Problemata

DeLineisInsecabilibus

VentorumSitus

DeMelisso,Xenophane Gorgia

Metafysica X X X

EthicaNicomachea X

MagnaMoralia

EthicaEudemia

DeVirtutibusetVitiis Libellus,Libellusde Virtutibus

28 Defilosoofenzijncontext

Politika

Oeconomica

ArsRhetorica X X

RhetoricaadAlexandrum

ArsPoetica X X

Interessantomoptemerkenisdatde Politika–tochéénvandegrotewerken–blijkbaarniet inhetbezitwasvanAverroës.Hijwistwelafvanhetbestaanervanenhijbeseftezelfdatde afwezigheid ervan een lacune betekende in zijn commentarenreeks. Om de Aristotelische politieke leer zo toch dicht mogelijk te benaderen, schreef hij daarom een middellange commentaar op de Republiek van Plato. In de hoop dat dit geschrift van Aristoteles’ leermeestergrotendeelsovereenzoukomenmetdeopvattingenvanAristoteleszelf.Hijlegt ditzelfuitinzijncommentaaropde Republiek vanPlato.

TheFirstpartofthisart[depraktischewetenschap]isinAristotle’sbookknownastheNicomachea,and thesecondinhisbookknownastheGovernance.And also in this book of Plato’s that we intend to explainsinceAristotle’sbookongovernancehasnotyetfallenintoourhands.(CRP,22:15)

Leezenberg(2001)schenktinzijnwerkveelaandachtaandepolitiekculturelecontextwaarin IbnRushdleefdeenophetfeitdatdiensfilosofischeactiviteitennietlostekoppelenvallen vandezecontext.Inhetcitaatvan‘AbdalWāhidalMurrākushīlazenwehoeAverroësbij kaliefAbūYūsufYa‘qūbgeroepenwerd.HetisdekaliefdieAverroësdeopdrachtgeeftde werken van Aristoteles te becommentariëren. Dat dit project op aanvraag van de kalief gebeurt, is een belangrijk gegeven. Averroës ging met volle overgave te werk en uit de chronologiedieHernándezopstelde,blijktdatAverroësreedsvoor1168interessetoondein het werk van Aristoteles. Averroës nam het project dus zeker ook aan uit eigen interesse. Tochmoetenweonsookbewustzijnvandecultuurpolitiekefactorendiemeespelen.Datde kaliefzelfvroegomdewerkenvanAristotelestebecommentariëren,toontdathetgaatom eenprojectdattoegelatenwerd–enzelfswerdaangemoedigdbinnenhetpolitiekeproject vandeAlmohaden.DeAlmohadenstaanerombekenddathunkalifaatbijhetregereneen onderscheidmaaktetussendemanierwaaropzijenerzijdsdeintellectueleeliteenanderzijds hetgewonevolkbehandelden.Deelitewerdaangespoordrationeeltedenkenenhandelen;de

29 Defilosoofenzijncontext massa leerde vooral respect op te brengen voor autoriteit. (Leezenberg, 2001. p. 191) We zullenmerkendatAverroësdezetweedelingookmeeopneemtinzijnwerken. 27

AverroëswassterkbeïnvloeddoordeAlmohadenpolitiekencultuur,maarzijnwerkvalthier ookniettotteherleiden.IntegenstellingtotIbnTufayldievoorhemhofartswasheeftIbn Rushd nooit overduidelijke staatspropaganda geschreven. Zijn werk ondersteunde hun gedachtegoedenhandelingeneerderopeensubtielewijze.(Leezenberg,2001.p.191)

DecommentarenvanAverroësopAristoteleswareninde13deeeuwnietaltijdgemakkelijk te interpreteren. Enerzijds was het niet eenvoudig om Aristoteles en Averroës te onderscheidenenaldustewetenwiespreekt.Somsisditomdathundenkenzeerdichtbij elkaaraansluitendusverwisselbaaris.Opanderemomentenisderedenhiervoor–aldanniet gewilde–onduidelijkheidindeformuleringvanAverroës.28

DeopinievanAverroësvaltzekernietaltijdvolledigsamenmetdemeningvanAristoteles. Opmomentenwaarhijereenanderemeningopnahoudt,legthijuitwatzijnproblemenzijn. IbnRushdkeekergopnaarAristotelesalsfilosoof,maarhijgingerookvanuitdathetwerk van Aristoteles niet definitief en compleet was. De methode, het pad dat Aristoteles uitstippeldeendewaarhedenopditpadzijndefinitief.MaarAverroësgingervanuitdathet eenwerkisovergeneratiesheenomditvooropgesteldewerkvanAristotelestevoltooienen devolledigewaarheidtebereiken.(Arnaldez,2000,p.4)

De bedoeling van de commentaren was de ware Aristoteles weer hervinden. Aristoteles ontdoenvanhetneoplatoonsejasjedathijdoorheendeeeuwenaangemetenhadgekregen.De neoplatoonselezingvergemakkelijkteeenreligieuzeinterpretatievandefilosofie.IbnRushd wou de filosofie bevrijden van de theologie en religie en zien als een activiteit op zich. (Ozcoido,2001,p.2627)TochwasookhetAristotelismevanAverroësnietzuiver.Naasthet feit dat de commentaren zijn ingebed in een breder filosofisch en ook (cultuur)politiek project,kunnenweookStoïcijnseinvloedenontwaren–waarschijnlijkviazijnstudieinde kalāmenderechtenenvindenwezelfsneoplatoonseinvloedenterug,zoalsblijktinzijn metafysischetheorie.(Leezenberg,2001,p.188)

27 Ziehoofdstuk3waarinwedeprimairetekstenanalyseren.

28 Dezeblijkbaarbedoeldeonduidelijkheidvindenweookterugindecommentaaropde Republiek vanPlatodie weinhoofdstuk3bespreken.

30 Defilosoofenzijncontext

1.2.2.2 Filosofisch-theologische traktaten

Wegaanhierslechtskortingaanopdezewerkenaangezienwehenveeluitgebreiderzullen behandeleninhet3dehoofdstuk.DefilosofischtheologischewerkenvanIbnRushdzijnover hetalgemeenookdiegenediehetbestgekendzijn.Naar KitābFaslalmaqāl en Tahāfutal tahāfut wordtvaakverwezenininleidendewerkenofartikels.(bv.Ivry,1998)

KitābFaslalmaqāl –tevertalenalsHetbeslissendewoordbehoortsamenmet2andere werkentoteendrieluik.Deanderewerkenzijn KitābalKashf‘anmanāhijal‘adillafīaqā’id almilla en alDamīma .(Kruk,2006,p.14)Heteerstewerkkan–watomslachtigvertaald worden als Boekvandemethodes vanbewijsvoeringm.b.t.dedogma’s van de religie, en definiëring van de dubbelzinnigheden en innovaties die erin verschijnen als interpretatiemethodes,endiedewereldverdraaienofleidentotvergissingen.(DeLey,1998, Van AlAndalus tot katholiek Spanje, 4.2.2) Dit werd waarschijnlijk net als Kitāb Fasl al maqāl geschreven in 1179. AlDamīma wordt als de appendix van Fasl almaqāl beschouwd. 29 (Kruk,2006,p.14)

Het grote vraagstuk dat Averroës behandelt in Fasl almaqāl is of de filosofische studie verzoenbaarismeteenlevenvolgensdeHeiligeWet.(FAM,1:15,Arnaldez,200,p.79)Ibn Rushdzalviaeenjuridischeendemonstratieveargumentatieaantonendatbeideverzoenbaar zijn en dat filosofische studie zelfs verplicht is volgens de Koran. Het antwoord is echter complexer dan dat. Gezien het feit dat godsdienstige kennis en resultaten van filosofisch onderzoekelkaarvaaklijkentegentesprekenmoet hijdehulpinroepenvanallegorische interpretatie.Ditisechternietgelijkwanneerofdoorgelijkwietoegelaten.Averroësgeeftin

Faslalmaqāl richtlijnenhieromtrent.(FAMinKruk,2006)

Webehandeleninhoofdstuk3.1eveneens KitābalKashf‘anmanāhijal‘adillafīaqā’idal milla .HierinlegtAverroësdeomgekeerdewegaf. Inplaatsvandefilosofischepraktijkte rechtvaardigenvanuitdegeopenbaardetekst,toonthijhieraanwelkereligieuzewijshedener overeenstemmen met de filosofische wijsheden. Hij behandelt hier 5 onderwerpen: het bestaanvanGod,deeenheidvanGod,deattributenvanGod,delichamelijkheidvanGod,en totslotdienshandelingen. 30 (DeLey,1998,VanAlAndalustotkatholiekSpanje,4.2.2)

29 Meeroverdeverhoudingtussendezewerkenin3.1.

30 Webesprekenin3.1niethetvolledigewerk,maarenkeldelaatstepagina’swaarinhijdieperingaatopde allegorischeinterpretatie.

31 Defilosoofenzijncontext

In alDamīma doetIbnRushdonderzoeknaardewareaardvandekennisvanGod.Hijneemt hiereenstandpuntindatingaattegendegebruikelijkeopvattingenvandetheologenende filosofischestandpuntenverdedigt.WekunnennietzeggendatGodalleendeuniverseleof ookdeparticulieredingeninhetuniversumkent.DemanierwaaropGoddedingenkentis een manier die uniek is en die wij –als mensen – niet kunnen begrijpen. ( alDamīma in Hourani,1976,p.7275)

Naast Kitāb Fasl almaqāl is Tahāfut altahāfut het ander bekende theologischfilosofische werk van Averroës. Tahāfut al Tahāfut is Averroës reactie op AlGhazālī’s Tahāfut al falāsifa . Tahāfut alfalāsifa betekent zoveel als De weerlegging van de filosofie . In dit bekende en invloedrijke werk valt AlGhazālī de filosofie aan. Hij richt zich vooral tegen Aristoteles en diens 2 commentatoren en AlFārābī, maar trekt dit open naar de filosofie in het algemeen. De problemen die hij met de filosofen heeft zijn de algemeen gestelddevolgende:

• Defilosofenpassenhunfilosofischetechniekenzelffouttoe,hunargumentenzijnniet valabelvolgensdecriteriadiedefilosofiezelfvooropstelt.

• Deconclusiesdiezijtrekkenzijnintegenspraakmetdegeopenbaardewaarhedeninde Islam,ditterwijlzevoorwendendezewelteondersteunen.

Averroës Tahāfut alTahāfut is een grote verdediging van de filosofie waarin hij de opwerpingenvanAlGhazālīéénvooréénbespreektenweerlegt.(Leaman,1998,hoofdstuk 2) 31

Inonsderdehoofdstukgaanweverderinopenkelevandezefilosofischtheologischewerken.

1.2.2.3 Filosofische traktaten

NaastdecommentarenopAristotelesschreefAverroësookcommentarenopanderefilosofen en filosofische werken. Zo schreef hij onder andere nog commentaren op de Isagoge van PorphyriusenenkelewerkenvanAlexandervanAfrodisias.Averroësschreefookoriginele werkenenquaestiones.InzijnquaestionesgaathijmeestalopzoeknaardewareAristoteles. Hij brengt hier commentaren en opmerkingen samen van filosofen vóór hem en vergelijkt deze.Hijbespreektdeafwijkingenenmisverstandendieoptradeninhetwerkvanbepaalde

31 Oliver Leaman doctoreerde aan de Cambridge University en is ondertussen professor filosofie en Joodse studiesaandeKentuckyUniversity.HijdoetonderzoeknaarJoodse,IslamitischeenOostersefilosofie.

32 Defilosoofenzijncontext

Arabischefilosofen–zoalsAlFarābīenAvicennamaarookinGrieksewerkenalsdievan Ptolemaeus en Galenos. Enkele voorbeelden hiervan zijn: De divergentie van alFārābī's benaderingvandelogicametdievanAristoteles ; IbnSīnā’sonderscheidtussenhetabsoluut mogelijke , hetmogelijkeinzichzelf , hetnoodzakelijkedooreenanderenhetnoodzakelijke inzichzelf ; Onderzoek naar de problemen bediscussieerd in Ibn Sīnā's metafysica in de Shifā’ ; De Substantia Orbis , De Animae Beatitudine ; De Connexione Intellectus Abstracti cum Homine ; De Possibilitate Conjunctionis seu de Intellectu Materiali ; etc. (Hernández, 1997,p.4356)

1.2.3 Filosofische opvattingen van Averroës

AverroësisdegeschiedenisingegaanalsdecommentatorvanAristoteles,maarhijwasook een denker met originele ideeën. Volgens De Ley (1998) wordt het denken van Averroës gekenmerktdoorenkeleuitzonderlijkemijlpalen:

(1) de bewuste en geargumenteerde breuk met de traditionele neoplatoonse synthese (nl. tussen aristotelisme en platonisme); die synthese had sedert de late oudheid het filosofische denken overheerst;

(2) zijn beklemtonen van zijn naturalistische opleiding en van zijn persoonlijke en empirische observaties;

(3) zijn breuk met wat het traditionele filosofischreligieuze reductionisme kan worden genoemd (dat eveneens kenmerkend was voor de neoplatonische synthese): Ibn Rushd weigert de religie te herleidentoteensubstituutvoordefilosofie,ofdefilosofietoteensubstituutvoordereligie.(citaat uitDeLey,1998,VanAlAndalustotkatholiekSpanje,4.3.1)

In wat volgt zetten we enkele van Averroës’ belangrijkste filosofische opvattingen op een rijtje.Wegaanhiernognietinopzijnopvattingenoverderelatietussenreligie,wetenschap en wijsbegeerte omdat we deze onderwerpen later uitgebreider zullen behandelen. We bekijkenwelzijnvisieopGod,dekosmosendewereldenvervolgensgaanwedieperinop zijnideeënoverhetintellectendeonsterfelijkheidvandeziel.

1.2.3.1 God, de kosmos en de wereld

IbnRushdheefteeneigenvisieopGod,dekosmosendewereld.Zijnreligieuskosmologisch systeem is een vermenging van Aristotelische elementen, neoplatoonse elementen en elementenuitdetheorievanAvicenna.VanAristotelesneemthijoverdatdewereldeeuwig bestaat,dewereldisnietgeschapenindetijdenzalnietvergaan.Godisdeeerstebewegeren beweegt een reeks van elkaar opvolgende hemelse sferen. God beweegt deze sferen echter

33 Defilosoofenzijncontext nietrechtstreeks,hetishunliefdevoorGoddiedesferendoetbewegen.Godbrengtzodus eensysteemvaneeuwigbewegendesferenvoort.Godishetenigeelementzonderoorzaaken dusdeeerstebeweger.Dezeeerstebeweger–Godisnietlichamelijk.Deseriesvansferen kenneneencausaleorde,maarzijnookgeordendintermenvanexcellentieennobiliteit.De laatste sfeer heeft invloed op de gebeurtenissen in het ondermaanse. Op deze manier kon Averroës rechtvaardigen dat de onveranderlijke en eeuwige God verantwoordelijk is voor gebeurtenissenineenveranderlijke(maareeuwige)wereld,ditwasnamelijkeenonderwerp datslechtsvaagenonduidelijkbehandeldwerdbijAristoteles.

NublijftechternogdevraagwatdekennisendemachtvanGodjuistinhoudt.WanneerGod alles zou waarnemen wat er gebeurt in de wereld, zou hij veranderlijk zijn. Wanneer hij kennisheeftoveralles–endusookovergebeurtenissenindetoekomst–heeftdemensgeen vrije wil. Averroës’ antwoord is zeer genuanceerd en complex. God weet niet alle details, maar toch meer dan enkel de abstracte en theoretische zaken zoals Avicenna beweert. De kennisvanGodvaltmoeilijktevergelijkenmetonzekennis,enbijgevolgookmoeilijkte vattenvoorons.Godisalseerstebewegerdiegenediededingenvoortbrengt.Wekunnendus stellen dat zijn kennis gelijk is aan datgene wat hij produceert. Zijn weten betreft niet de universele of individuele zaken, maar is anders en tegelijk ook méér dan universeel of individueel.AverroëszegtdatGodkennisheeftvanonsenvanwaterinonslevengebeurt voorzoverHijbetrokkenwasbijdeproductieervan.OnzekenniskomtvoortuitwatGod voortbrengt.DekennisvanGodkomtvoortuitwatHijzelfvoortbrengt.Beidevallenniette vergelijkenaangezieneenproducentvanuiteenanderperspectiefnaarzijnproductkijktdan wijmensen.(Leaman,1988,p.4281)

1.2.3.2 Het intellect en de onsterfelijkheid van de ziel

BinnendeIslam,hetChristelijkeenJoodsegedachtegoedgaatmenervanuitdatdezielnog verderleeftineenhiernamaalsendatwedaaralsnoggestraftkunnenwordenvooronzedaden opaarde.Dezeopvattingenzullenonmogelijkblijkeninhetlichtvanhet monopsychisme dat doorAverroëswordtgeïntroduceerd.

Averroës volgt Aristoteles wanneer hij stelt dat de ziel een deel is van het menselijke organisme zelf. Lichamen bestaan uit vorm en materie. Materie en vorm kunnen niet afzonderlijk bestaan. Aristoteles was de eerste die de begrippen Actief Intellect en Passief Intellect invoerde.BijhemwasditechterminderduidelijkuitgewerktdanlaterbijIbnRushd hetgevalzalzijn.Aristoteleslijkttesuggererendatereenintellectisdatontvangteneen

34 Defilosoofenzijncontext intellect dat gedachten produceert. Het Actief Intellect zou los staan van het lichaam en onsterfelijkzijn.

Doorheende geschiedenisontstondenverschillendeinterpretaties en invullingen van zowel het Actieve Intellect als het Passieve Intellect . Averroës zelf beschrijft een proces van kennisverwervingwaarinhijplaatsgeeftaan3intellecten,ditzijnhet ActieveIntellect ,het Materiële of ReceptieveIntellect enhet Passieve of SpeculatieveIntellect .(Leaman,1988,p. 8285)

Het ActieveIntellect isuniverseel,immaterieeleneeuwig.Hetbestaatonafhankelijkvanen buiten het lichaam van de mens. De gedachten zelf zijn eveneens immaterieel en eeuwig, maardegedachtenhebbeneen MateriëelIntellect nodigdathendenkt.Het MateriëleIntellect iseenmenselijkIntellect.Het MateriëleIntellect denktvoortdurendenkandaaromniethet intellectvanéénenkelindividuzijn.Individuelemensendenkennamelijknietvoortdurend. Daarom is het Materiële Intellect gemeen aan de gehele mensheid. Het Speculatieve of PassieveIntellect isweleenpersoonlijkintellect,hetwordtbijAverroësgelijkgesteldaande verbeelding.(Leezenberg,2001,p.188)

Wanneer het in contact komt met het Actieve Intellect, zal het Speculatieve Intellect het Materiële Intellect produceren. Dit Materiële intellect draagt in zich de mogelijkheid intelligibiliteitenteontvangenvanhetActieveIntellect.Wemogenditechternietzienalseen aparteentiteit,maareerderalseeninstantievanhet ActieveIntellect .Hetisalseenaspectvan het ActieveIntellect dataanwezigisinindividuelemensen.Het SpeculatieveIntellect isals hetwaredeoorzaakvandeconnectiedietussenhet Actieve en het Materiële Intellect tot standkomt.Dezeconnectiezorgtervoordatweinstaatzijnmeerabstracttedenken.Doorde conjunctietussenhet ActieveIntellect enhet MateriëleIntellect wordthet MateriëleIntellect tot op een zekere hoogte gelijk aan datgene wat het denkt. Het begint steeds meer op het ActieveIntellect telijkenenbereiktzoeenvormvanperfectie.

Dit Passieve of ReceptieveIntellect datzichverbindtmethet ActieveIntellect zorgtervoordat weonsterfelijkworden.Nietalsindividu,maaralsmensheid.Demenselijkedenkactiviteitis voorAverroësdatgenedatmensenéénmaaktenwatleidttotonsterfelijkheid.(Leaman,1988, p.84103)

1.3 Conclusie

Averroës is een bijzonder filosoof in een bijzondere tijd en hij is als filosoof ook zeker productvanzijntijd.DeontwikkelingendeverspreidingvandeIslamkenteenkronkelige

35 Defilosoofenzijncontext stamboom. Het Arabische Andalusië is één van de zijtakken met eveneens een eigen kronkelendparcours.AlskindmaaktAverroësdeovergangmeevandeAlmoravidennaarde Almohadendynastie.HetgrootstedeelvanzijnlevenleeftAverroësonderdeAlmohadenen aanheteindevanzijnlevenkondigthunondergangzichreedsaan.

Dezecontextisvanbelangvoordeopvoeding,devorming,dehoudingenhetdenkenvanIbn Rushd.Hijkreegeenopleidinginrecht,religie,filosofieengeneeskunde.Dezeintellectuele achtergrondlaatzichduidelijkvoeleninzijnfilosofischwerkenhetisdanookbelangrijkdit inhetachterhoofdtehoudenbijdeinterpretatievanzijnoeuvre.

OokderegeerpolitiekvandeAlmohadenkaliefenwasvangroteinvloedopdeontwikkeling vanAverroës.DeAlmohadenschonkenvrijheidzichrationeelteontwikkelenaandefilosofen enintellectuelen,hetvolkdaarentegenkrijgtslechtweinigvrijheidenleertvooralrespectaan voor autoritair gezag. De Almohaden zetten zich af tegen het gedachtegoed van de Almoravidendiehenvoorgingen.Aangeziendealmoravidenheerschappijsterkverwevenwas met de bloeiperiode van de ‘ulamā’ geleerden en beiden elkaar wederzijds ondersteunden, keerdendezerechtsgeleerdenzichautomatischtegendeAlmohadenenhunandereaanpak.

DeimpactvanditallesophetlevenenwerkvanAverroësisdathijalsveelzijdigintellectueel dichtbijdekaliefstondenredelijkvrijgelatenwerdinzijnfilosofischonderzoek.Omditte bereiken en te behouden merken we wel dat hij zijn filosofische activiteit – al dan niet gedwongenontwikkeltindelijnvanhunpolitiekegedachtegoed.Inmindergunstigetijden kanhijernietaanontsnappendathijalsnogaandekantgeschovenwordtopaanvraagvande machtige ‘ulamā’ ,ineenpogingvandekaliefzijnheerschappijenhetrijkveiligtestellen.

36 Averroïsme

2 Averroïsme

Het werk van Averroës werd op veel verschillende manieren gelezen (en al dan niet hergebruikt).BinnendeIslamwereldkendehijampernavolging.Ditwaseengevolgvande antifilosofischehoudingaanheteindevande12deeeuw.DeIslamwereldzoudewaardevan Averroës pas weer ontdekken in de late 19de eeuw. Dit gebeurde in het kader van het rationalisme van de Nahda , een islamitische renaissancebeweging met als doel de liberale traditiesuitdeIslamsamentebrengenmetWestersgedachtegoed.(Leaman,1988,p.177 178)BinnendeIslamkunnenwedusnietechtvaneenAverroïstischebewegingspreken,of tochzekerniettijdensdemiddeleeuwen.

BinnenhetChristendomenJodendomkendeAverroësweleennoemenswaardigenavolging. Al verliep deze bij de twee godsdiensten zeer verschillend. Binnen het Christendom ging AverroësdegeschiedenisinalsAristotelescommentator.Menkendehiervooraldewerken van Averroës waarin hij de teksten van Aristoteles becommentarieert. Toch was het onvermijdelijkdatook zijnpersoonlijkedenken,dat door de commentaren heen schemert, mee het Christelijke middeleeuwse denken beïnvloedde. De naam Averroïstae werd eerst gebruiktrond1270omdedenkersaanteduidendie van mening waren dat er slechts één gezamenlijk intellect was. Na de veroordeling van 219 ketterse stellingen door de Parijse BisschopTempier,zouRamonLlulldetermgebruikenomfilosofenaanteduidendieverder werktenendachtenindelijnvandeze219stellingen.Hetlatijnsaverroïsmewordtookvaak RadicalAristotelianism of heterodoxAristotelianism genoemd,ditomdatdeAverroïstenen vooraldandeeersteAverroïstenvaakmeerbeïnvloedwarendoor‘AristotelesviaAverroës’ dandoorAverroëszelf.Hunvisiesopgeloofenwijsbegeerteliggenvaakookvervanwat Averroëszelfschreef.(Ebbesen1,1998,hoofdstuk1)InhetJoodsAverroïsmehadmenwel aandachtvoordereligieuzewerkenvanAverroës.ZijzullenhetgedachtegoedvanAverroës ookmetanderedenkerscombineren,zoalsMaimonidesenAbrahamIbnEzra.

Het is niet gemakkelijk vast te stellen wat het Averroïsme kenmerkt. Leaman (1988) beargumenteertdathoewelveelvandeaverroïstischevisiesnietdevisiesvanAverroëszijn degrotelijnendiewebijdeAverroïstenterugvindenvaakweldoorhemgeïnspireerdzijn. HoeuiteenlopenddeAverroïstenonderlingsomsookzijn,zevertrekkenwelelkafzonderlijk vanAverroësalsdenker.WemerkeninhungeschriftendatAverroësalshetwaredeagenda bepaaldevandeonderwerpenendiscussiesdievoordeAverroïstenvanbelangzijn.(Leaman, 1988,173)

37 Averroïsme

InwatvolgtbesprekenweinhoofdlijnenhoehetkwamdatIbnRushdinhetChristendomen het Jodendom opgevolgd werd, we bespreken hoe zijn gedachtegoed tot hen kwam en wat hiervanderesultatenwarenbijdebelangrijkstedenkers.

2.1 Navolging in het Christendom

2.1.1 Geschiedenis en inhoud van het Christelijke Averroïsme

2.1.1.1 Vertalingen

Rond 1000 n. Chr. onderging WestEuropa grote sociale veranderingen. Klimaatsveranderingenenbijgevolgbetereoogsten,kwamendeontwikkelingvandesteden endehandeltengoede.GebiedenalsVlaanderen,hetRijnlandendelenvanItaliëkregeneen meer stedelijk karakter. Dit stedelijke klimaat resulteerde in de geschikte omstandigheden voorhetontstaanvannieuweklassen,zoalshandelaars,ambachtslieden,notarissen,juristen enleraren.Rond1200ontstondendeeersteuniversiteiteninBologna,ParijsenOxford.De Universiteitenspeelden een rolinhetvoortbrengenvanjuristenenleraren,maaroefenden ookinhetalgemeeneengroteinvloeduitophetintellectuele leven van het middeleeuwse Europa.

Dehandelendekruistochtenhaddenervoor gezorgddatWestEuropainaanrakingkwam met de Islamitische cultuur. Grote delen van ZuidEuropa stonden onder Islamitische heerschappijtotdatdegeromaniseerdeNoormannentussen1061en1098Siciliëbinnenvielen en de reconquista geleidelijk aan het Iberische schiereiland herveroverde. Er werd anti islamitischepropagandagebruikttijdensdereconquistaendekruistochten.Tochontstonden erookrijkenmeteenreligieusgemengdebevolkingenzoudegedwongenbekeringvande moslimsinSpanjeopzichlatenwachtentotde16deE.(Krop,1992,p.2425) 32

Rond1200stonddeArabischecultuuropverschillendevlakkenbeduidendverderdanhun WestEuropesetijdgenoten.ZokendendeArabierenhetpapier,hetkompasendeArabische algebra. Zij hadden enorme voorsprongen in de geografische, medische en wiskundige wetenschappenenookhunstedenwarenbeterontwikkelddandeWestEuropesesteden.De

32 Henri Krop is docent wijsbegeerte aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Hij schreef een duidelijke inleiding op het werk De dubbele waarheid van Siger van Brabant, waarin hij ook dieper ingaat op het ChristelijkeAverroïsmeenhetontstaanervan.

38 Averroïsme

WestEuropeanen poogden bijgevolg zo veel mogelijk kennis van de Arabieren over te nemen.

Eengevolghiervanwasdeopkomstvaneenvertaalbewegingvanafhetmiddenvande12de eeuw. Er werden in grote aantallen werken uit de Griekse en Arabische filosofie vertaald vanuithetArabischnaarhetLatijn.Debelangrijksteonderdezewerkenwarendegeschriften van Aristoteles, die een grote rol zouden spelen bij de ontwikkeling van de wetenschapsbeoefeninginWestEuropa. 33 (Krop,1992,p.26)

2.1.1.2 Aristoteles

HetgedachtegoedvanAristotelesdatviadeArabischewereldbinnensijpeldehadenigetijd nodigomzijnwegtevindeninhetmiddeleeuwseWestEuropa 34 .Traditionalistischgezinde theologenzageninzijnteksteneenpotentieelgevaar.AandeuniversiteitvanParijsleiddedit in1215toteenverboddenatuurfilosofieendemetafysica van Aristoteles te doceren. De receptie van Aristoteles bracht echter zeer veel voordelen met zich mee. Filosofische concepten uit het werk van Aristoteles zorgden ervoor dat nieuwe filosofische thema’s bespreekbaar en verwoordbaar werden. Dit leidde ertoedatondankshetverbod–ookde theologendezeAristotelischetermenenconceptenbegonnentegebruiken.

Uiteenbriefuit1228vanpausGregoriusIXkunnenweopmakendatdestrengehouding reedsaanhetafzwakkenwas.Enerzijdsmochtmenzichzominmogelijkmetfilosofieinlaten omdereligiezozuivermogelijktehouden.Anderzijdsgeefthijweltoedathetnuttigkanzijn dingenteontlenenuitdefilosofie.Hijsteltuiteindelijkdatdefilosofiededienstmaagdvande theologieisendetheologiedekoninginderwetenschappen.

De radicale houding van de traditionalistische theologen werd dus duidelijk afgezwakt. In 1255 werden uiteindelijk weer alle werken van Aristoteles opgenomen in het universitaire

33 AlmoetenwehierooknuancerenenvermeldendatmenvermoeddatWestEuropanietgeheelschatplichtigis aandeArabischewereldvoordekennisoverdeantieken.Gouguenheimschreefinzijnophefmakendboekdat hetwerkvanAristotelessteedsgekendwasinWestEuropaendatdevertalingenvanuithetArabischdusgeen herontdekkingwaren.(Gouguenheim,2008)

34 ZelfsalzouAristotelesreedsgekendgeweestzijninWestEuropa,hetwordtalgemeenaangenomendathet vertalen vanzijn werken uit deArabische wereldtochookeenbelangrijkefactorwasdiemeespeeldebijhet verspreidenvandekennisuitdezewerken.

39 Averroïsme programma.DittoontonsdathetChristendomhaargreepbegonteverliezenopdefilosofie endewetenschappen.(Krop,1992,p.2431)

Dezerevolutionaireveranderingvanhetcurriculumbetekenteenmislukkingvandecultuurpolitiekdiede pausensindshetbeginvandeeeuwgevoerdhadden.AristoteleswasvoordemiddeleeuwerdeFilosoof gewordenendeprofanewetenschappenhaddenzichvandetheologieverzelfstandigd.(Krop,1992,p.31)

2.1.1.3 Aristoteles en Averroës

HetwasindecontextvandereceptievanAristotelesdatAverroësnaamenfaamverwierfals grote commentator.De werkenvanAristoteles enAverroësbereiktenophetzelfdemoment WestEuropa, vaak was het niet evident hen van elkaar te onderscheiden en werd hun afzonderlijkegedachtegoedalséénleerontvangen.(Leaman,1988,p.164)Averroësstondals commentatorhoogaangeschrevenindietijd.Hijwasechterookmeerdaneentransparante commentator. Vooral in zijn korte commentaren zag hij zijn kans om ook zijn eigen gedachten neer te pennen. (Leaman, 1996, p. 54) Het waren vooral de commentaren die gekendwareninWestEuropa,waarschijnlijkwasmennietbekendmetzijnwerkenoverde verhoudingtussenreligieenrede.(Leaman,1988,p.164)

Leamangaatinzijnartikel AverroësandtheWest (1996)dieperinopdevervlochtenheidvan Aristoteles en Averroës in het werk van deze laatste. Volgens Leaman is het belangrijk onderscheidtemakentussendeimpactdieAverroësheeftalscommentatorendeimpactdie hijheeftdoorhetverkondingenvanzijneigen gedachtegoed. Averroës werd ondanks zijn faamalscommentatornietinallemilieusennietopallegebiedenmetopenarmenontvangen. Verschillendevandestellingendieinzijnwerkterugtevindenwaren,gingenintegende Christelijke geloofswaarheden en waren daarom moeilijk te aanvaarden. Leaman zal echter beargumenterendathetnietzozeerAverroës’eigengedachtegoed,danweldeAristotelische ideeënzijndievoorhetChristelijkegeloofalsbedreigendoverkwamen.Tochmogenweer zekernietvanuitgaandathetenkelmaardeAristotelischeideeënwarendietotdeChristenen kwamen, benadrukt Leaman. Averroës gebruikt als het ware de structuur en de taal van Aristoteles om zijn eigen standpunten te verwoorden. Het schrijven van Averoes is dus enerzijdszeerAristoteliaans,maaroverstijgthettegelijkook.(Leaman,1996,p.5758)

2.1.1.4 Ontstaan van het Averroïsme

HetAverroïsmeindeChristelijkemiddeleeuwenvondzijnoorsprongindeuniversiteitvan Parijs. Deze universiteit was een universitas zoals we die in de middeleeuwen kennen,

40 Averroïsme namelijkeengemeenschapofgildevanstudentenendocenten.Deuniversiteitwasopvele vlakken autonoom en had een zekere macht in de middeleeuwse samenleving. Hun onafhankelijkheidsteundeopprivilegesdiehendoordepausverleendwerden.Eénvande manieren om hun invloed te laten gelden op de stad waarin ze gelegen waren, was door middelvanstaking.Opdezemanierverloordestadeengrootdeelaaninkomsten,wantde universiteitwasvoorheneenbelangrijkeafzetmarkt.

DeuniversiteitvanParijsbestondinde13deeeuwuit4faculteiten.Destudentenbegonnen allenhunstudiesaandefaculteitvandevrijekunsten.Ditwaseenalgemeneopleidingwaarin 7 kunsten werden gedoceerd, namelijk grammatica, dialectica en Retorica, Aritmetica, Geometrica, Astronomia en Musica. Na voltooiing van deze basisstudie kon men verder studerenaandefaculteitenvanrecht,theologieofmedicijnen.Aangezieniedereeneerstinde faculteitdervrijekunstenmoestslagen,wasdezefaculteitdegrootsteaandeuniversiteitvan Parijs.(Krop,1992,p.1617)

MenweetdathetaandeuniversiteitvanParijsisdathetAverroïsmeontstondonderleiding vanmensenalsSigervanBrabantenBoëthiusvanDaciëhetisechternieteenvoudigdit begintetraceren.Erzijnnamelijkweinigdocumentenovergeleverduitdezeperiode. Zelfs vanSigerenBoëthiuszijnervooral reportationes (ditzijncollegedictaten)overgeleverd.We moetenonsdussteunenopsecundairebronnen.UitdereactiesophetopkomendeAverroïsme kunnenweveelafleiden.ZokunnenwevermoedendatSigerenBoëthiuspasna1260actief werden. Gilbert van Doornik, een franciscaanse monnik die tussen 1259 en 1262 een document schreef over de dwalingen van de heidense filosofie, liet beide namen namelijk onaangeroerd. Op het einde van de jaren ’60 komen er echter twee grote reacties op het Averroïsme.(Krop,1992,p.3233)

EnerzijdsreageerdenAlbertdeGroteenThomasvanAquino.Alstheologenhaddenzijhet doel voor ogen om Aristoteles met het Christendom te verenigen. Averroës zou meer verwarringdanklaarheidhebbengescheptinzijncommentaren.AlbertenThomasduidden daarom op het belang Averroës van Aristoteles te onderscheiden. (Krop, 1992, p. 33) Waarschijnlijk was de aanleiding voor de terugkeer van Thomas naar Parijs in 1269, het geruchtoverdewoeligesituatieaandefaculteitvandevrijekunsten.Hijnamwaardater bepaaldedoctrineswerdengedoceerddienietteverzoenenwarenmethetChristelijkgeloof en formuleerde daarom in 1270 een aanval tegen Siger in De Unitate Intellectus . (Van

41 Averroïsme

Steenberghen,1980,p.7980) 35 Tochzalblijkendatdeopvattingenvandelatijnsaverroïsten enThomasooknietonnoemelijkveruitelkaarliggen.

Anderzijdsnemenweeenreactiewaartegenderadicalearistotelicivanwegedeconservatieve theologen uit die tijd. Zij behoorden vaak tot de Franciscaner orde. Hun antwoord op de gebeurtenissenaandeuniversiteitvanParijsiseenterugkeernaarhet Augustianisme.Een belangrijkenaambinnendezegroeptheologenisBonaventura.(Krop,1992,p.33)Hijheeft eeninteressanteopvattingovertheologieenfilosofiedieduidelijkingaattegendeideeënvan deradicalearistotelici.VolgenshemisallekennisafkomstigvanGod.Godisalsdebronvan hetlichtdatonsdemogelijkheidgeeftalleanderezakentekennen.Erzijndriesoortenlicht. Eenuitwendiglichtdatvoldoendeschijntvoorkennisbinnendetechnischewetenschappen. Vervolgens is er het licht van de zintuiglijke kennis, dat ons de mogelijkheid geeft de natuurlijkevormenvandedingentekennen.Hetderdelichtisdelichtvandefilosofie,datde logica,natuurwetenschapendeethiekvoortbrengt.Totslotiserhetlichtvandetheologiedat onsdekennisvanonzebestemminggeeft.Ditgeheeliseensysteemwaarbijdetheologiede hoogstevormvankennisisendeandereprofanewetenschappenslechtstrappenzijnopweg naardezelaatsteeneveneensdemoeilijkstetebereikenkennis.(Krop,1992,p.3334)

BonaventurakeertzichmetditsysteemduidelijktegendefilosofieenhetAristotelianisme. Verschillendevanzijnvastenprekenzijnbewaardgebleven,zijweerspiegelenwaterindetijd gaandewasopfilosofischvlak.Inzijnpreek DeDecemPraeceptis uit1267gaathijtekeer tegendesituatieindefaculteitvandevrijekunsten,waarkettersedoctrinesgedoceerdzouden worden.(VanSteenberghen,1980,p.78)Hijwaarschuwtervoordatvrijefilosofiebeoefening, magie,toneelspelenseksuelelosbandigheidmetzichmeebrengt.(Krop,1990,p.34)Ditwijst eropdatbepaaldeketterseideeënreedscirculeerdenin1267.

Indepreekvan1268 De Donis Spiritus Sancti bespreekt Bonaventura de gevaren van filosofiedielosvandetheologiebedrevenwordt.

Nemenweaandateenmensallewetenschappenverworvenheeft,zonderhetlichtvanhetgeloofishet echteronmogelijkdathijnietdwaalt.Dewetenschapkomtdaaromtenvalendewijsgerenverduisteren. (citaatvanBonaventuraovergenomenuitKrop,1990,p.34;oorspronkelijkuitcollocationesdedonis spiritussancti4,nr.13,ed.QuaracchiV,p.476a)

FilosofiedientvoorBonaventuraindiensttestaanvandetheologie.

35 FernandvanSteenberghen(19041993)wasfilosoofentheoloogaandeKatholiekeUniversiteitvanLeuven metmiddeleeuwsewijsbegeerte–enspecifiekernogThomasvanAquino–alsspecialiteit.

42 Averroïsme

2.1.1.5 Veroordelingen in 1277

DebrondiehetbestedeaanwezigheidvanhetradicaalAristotelianismeweergeeft,dateertuit 1277n.Chr.OndertussenishetPausJohannesXXI(12051277) ter oren gekomen dat er onrustheerstaandeuniversiteitvanParijs.Hijvraagt aan de bisschop van Parijs, Etienne Tempier,ompolshoogtetenemeneneenonderzoektevoerennaardeaardvandeketterse stellingen, de plaats waar ze verkondigd staan en de personen door wie ze aangehangen worden.Tempierneemtdezeopdrachtzeerernstig.Hijstelteencommissiesamen,bestaande uit16docentenvandetheologischefaculteit.Hungezamenlijkwerklevertinenkelemaanden tijdeenlijstopvan219thesendiedeChristelijkekerkveroordeeld.Delijstbevatthesenvan Griekse en Arabische filosofen, maar ook van toenmalige wijsgeren. Men kan uit de stellingenveelafleidenvandedenkrichtingendieinhet13deeeuwseFrankrijkbestonden.De ketterse stellingen staan in de lijst van Tempier niet thematisch gerangschikt, maar Krop (1992)zietvijfhoofdthema’swaarronddestellingengegroepeerdkunnenworden:

EenverheerlijkingvandefilosofieeneenafkeervandetheologieenvanhetChristendom.

1) EennietChristelijkeGodsconceptie.

2) Deontkenningvandeschepping.

3) Denoodzakelijkheidvanallesendeontkenningvandevrijewil.

4) Hetmonopsychisme.

Veel van de thesen kwamen uit het werk van Siger van Brabant, Boëthius van Dacië of mensenuithunomgeving.Zoverstoordendeveroordelingen van Tempier de academische carrièrevanSiger enBoëthius. 36 (Krop,1992,p.23,3740)HetvoorbeeldvanTempierzal niet veel later ook gevolgd worden door de bisschop van Canterbury, die zelf 30 thesen veroordeelde. In andere landen bleef reactie echter uit. (Krop, 1992, p. 39) Ondanks het strenge optreden van Tempier bleef het ketterse gedachtegoed blijkbaar toch ondergronds circulerenenzokwamhetaanhetbeginvande14deeeuw weeraandeoppervlakteinde geschriftenvanJohannesvanJandun.

36 Eenandergevolg,wellichtonbedoeld,wasdekloofdieontstondtussendefilosofieentheologie.

43 Averroïsme

2.1.1.6 Kern van het Latijns-Averroïsme

Het is niet eenvoudig een definitie te formuleren van de latijnsaverroïsten of radicaal aristotelianen.Elkvanhenhadeenredelijkgenuanceerdevisieopderelatietussengeloofen wetenschap. Tempier verwijt hen in de proloog van zijn decreet het aanhangen van een dubbelewaarheid ,hijgeeftmeteenookeendefinitievande dubbelewaarheid .

Vertrouwenwekkendepersonenhebbenmijberichtdatlerarenvandevrijekunstendegrenzenvanhun faculteit te buiten zijn gegaan en het gewaagd hebben evidente dwalingen en hersenspinsels te behandelen. Hun argumenten ontlenen zij aan de geschriften der heidenen en zij zeggen dat deze zo dwingendzijndatzij–ohoeschandelijk!–nietinstaatzijnzeteweerleggen.Zijverheimelijkenechter hun opvattingen door te zeggen dat hun dwalingen slechts waar zijn volgens de filosofie, maar niet volgenshetgeloofenzijsprekenalsofertweetegengesteldewaarhedenzijnenalsofdewaarheidvande BijbelintegenspraakismetdevandedoorGodverworpenheidenen,overwiegeschrevenstaat:Ikzalde wijsheid der wijzen vernietigen, omdat de ware wijsheid de onware wijsheid vernietigt. (citaat van TempierovergenomenuitKrop,1992,p.38;oorspronkelijkuitChartulariumuniversitasparisiensisI,p. 543555)

De dubbelewaarheid duidtophetbestaanvantweewaarhedennamelijkeenfilosofischeen eenreligieuzedielosvanelkaarstaanenelkeenanderenaanelkaartegenstrijdigstandpunt innemen.Ietskanopdiemanierwaarzijnvolgensdereligiemaarvalsvoordefilosofieen omgekeerd.

Erwordtonderfilosofenenhistoriciveelvuldiggediscussieerdoferaldannietsprakeisvan een dubbelewaarheid binnenhetgedachtegoedvandelatijnsaverroïsten.Eenanderevraag dievaakgesteldwordt,isofhetrespectdatgeuitwordtvoordegodsdienstindezewerken, wijstopeenindekkingstrategiedanweloprechtbedoeldis.(Dethier,1977) 37 Leaman(1988) beweertdatdebelangrijksteeigenschapdieAverroïstengemeenhebben,isdatfilosofieeen belangrijkeactiviteitisdiebelangrijkeinformatiekanvoortbrengen.(Leaman,1988,p.170) Ditklinktonsindeorenalseenzeerzwakkethese. Toch was zulke these al heel wat in periodewaarindefilosofiedoorvelegezienwerdalsdedienstmaagdvandereligie.VernL. Bullough(1996)formuleerthetnetietssterker,latijns–averroïstenzoudenderedebovenhet geloofstellen.(Bullough,1996,p.48)Hoesterkdethesegeformuleerd dientteworden,is afhankelijk van wat we al dan niet tussen de lijnen mogen of moeten lezen. Het hangt

37 HubertDethierisprofessoremeritusdiefilosofiedoceerdeaandeUniversiteitvanAmsterdamendeVrije UniversiteitBrussel.Zijnspecialisatieszijnkunstfilosofieendegeschiedenisvanhetvrijedenken.

44 Averroïsme namelijkafvandeoprechtheidvandelofbetuigingenophetChristelijkgeloofdieweinde werkenterugvinden.

Hetisnietgemakkelijkeensluitendedefinitieteformuleren,maarwemoetentoegevendater welenkelethema’szijndiezeervaakterugkerenbijdelatijnsaverroïsten.(Ebessen,1998a, hoofdstuk2)HetgaatomonderwerpenwaaroverbijAristoteles en/ofAverroëseenandere opinie staat neergeschreven dan in de Christelijke geloofswaarheden. Na lezing van deze anderevisiebijdefilosofen,wordendeChristelijkwaarhedenintwijfelgetrokkenofinieder gevalaaneenuitgebreideronderzoekonderworpen.Wehebbenheto.a.over:

1. Deeeuwigheidvandewereld.Isdezealdannietgecreëerdindetijd?

2. Hetmonopsychisme

3. Deonsterfelijkheidvandeziel

4. Isgelukteverwerveninditleven?

Wekunnendussamenvattendatergeenduidelijkdefinitiebestaatvoor“delatijnsaverroïst”. De dubbelewaarheid dieaanhenwerdtoegeschreven–hetbestaanvaneenanderewaarheid binnen filosofische context dan binnen de religieuze context is een verwijt dat niet gemakkelijkhardtemakenvalt,wantdezeuitspraakwordtnooitletterlijkgedaan.Menzou hiermoetensteunenopvermeendeopiniesvandedenkersinkwestie.Welhebbenzijvaak eengenuanceerdevisieopdeverhoudingtussengeloofenwetenschapoffilosofieenzijner eenaantalthema’sdieopvallendvaakterugkerenbinnenditmilieu.Hetzijndewerkenvan AverroësenAristoteleswaarzijhuninspiratiehalen.

In wat volgt, behandelen we de belangrijkste Averroïsten uit de 13de Eeuw, namelijk de aanvoerdersBoëthiusvanDaciëenSigervanBrabant.Webekijkenookhoehunstandpunten zichverhoudentotdeleervanThomasvanAquino. 38 WebesprekenvervolgensJohannesvan Jandun, een averroïst uit de 14de eeuw en gaan tot slot nog kort in op het Italiaanse Averroïsme.

38 Thomas van Aquino staat namelijk minder ver van de Averroïsten af dan men vaak denkt. Onder de 219 stellingenvanTempierwarenookstellingenafkomstiguithetwerkvanThomas.

45 Averroïsme

2.1.2 Boëthius van Dacië

2.1.2.1 Leven en werk

Er is niet bijzonder veel geweten over het leven van Boëthius van Dacië. Wat we kunnen vermoeden van de periode voor 1277 moeten we afleiden uit de overlevering of de vermeldingvanzijnwerkenvanvoordezetijd.Waarschijnlijkwerdhijgeborenrond1240en starttezijnacademischecarrièrealsmeesterindekunstenaandeuniversiteitvanParijsna 1265.(Ebessen,1998b,hoofdstuk1)

SamenmetSigerVanBrabantvoerdeBoëthiuseenrationalistischfilosofischebewegingaan. DezebewegingwasverbondenaandeuniversiteitvanParijsensteldedeovereenstemming vanredeengeloof–watvoordienvaakalsvanzelfsprekendwerdervaren–invraag.Omdeze reden kregen Siger en Boëthius tegenstand van de professoren binnen de theologische faculteit. Bij de veroordeling van de 219 stellingen in 1277 door de bisschop van Parijs uitdrukkelijkgerichttegendekettersSigerenBoëthiuswarenverschillendevandeze219 stellingenbijnaletterlijkafkomstiguithetwerkvanBoëthius.SigerenBoëthiuszoudenna deze veroordeling Frankrijk zijn ontvlucht en bescherming hebben gevonden aan het pauselijkehofinItalië.(Dethier,1977,p.116117)

Boëthiusheeftoveruiteenlopendethema’sgeschreven,waaronderlogica( QuaestionesSuper Librum Topicorum ), natuurfilosofie ( Quaestiones over De Generatione et Corruptione en Physica van Aristoteles) en grammatica ( Quaestiones Super Priscianum Maiorem ). Zijn meest bekende en voor ons ook de belangrijkste – werken zijn De summo bono en De AeternitateMundi .Hierinvindenwehetduidelijkstezijnopvattingenoverderelatietussen geloofenrede.(Ebessen,1998b,hoofdstuk1)

2.1.2.2 Filosofie en religie

In De Summo Bono argumenteert Boëthiusdat hetbestmogelijkeleven het leven van een filosoofis.Filosofieheeftalsstudieobjecthet Zijn .Deverschillendetakkenvanhetzijn,zijn de verschillende takken van de filosofie. Volgens Boëthius is ware kennis m.a.w. het bereikenvandewaarheidmogelijk.Wekunnenookbepaaldezakenwetenoverdeeerste oorzaak.Aangeziendeaardvanzijnstudieobject–het Zijn –moetdefilosoofzichmetalle takkenvanhetzijnbezighouden,d.i.denatuurlijke,demathematischeendegoddelijkein

46 Averroïsme zoverredezelaatstedoordemenselijkegeesttebegrijpenvalt.Erisdusgeenenkeldomein waar redelijk onderzoek niet toegelaten is. In De Summo Bono formuleert Boëthius geen dubbelewaarheid .Detekstvaltopverschillendewijzenteinterpreteren,maarhoeftzekerniet nadeligtezijnvoorhetgeloof.DesalnietteminblijktdatBoëthiuserniettoeinstaatishet geloofovereentedoenstemmenmetzijnredelijkeinzichten.(Dethier,1977,p.116)

TweevandestellingendoorTempiergeformuleerd,kwamenuitDesummobono.Zesandere stellingenblekentekomenuiteenmanuscriptdatmiddenvorigeeeuwontdektwerdinde KoninklijkebibliotheekteBudapestendatin1954voorheteerstuitgegevenwerddoorGéza Sajó,namelijk DeAeternitateMundi .(Dethier,1977,p.117)

Destellingenuit DeSummoBono zijndevolgende:

Quodnonestexcellentiorstatusquamvacarephilosophiae.

Quodsapientesmundisuntphilosophitantum.

De6stellingenuit DeAeternitateMundi zijndevolgende:

Quodnullaquestioestdisputabilisperrationem,quamphilosophusnondebeatdisputareetdeterminare, quiarationesaccepiunturarebus.Philosophiaautemomnesreshabetconsideraresecundumdiversas suipartes.(Chart.n.145;Boëthius,lijn352372)

Quod creatio non est possibilis, quamvis contrarium tenendum sit secundum fidem. (Chart. n. 184; Boëthius,lijn449460).

Quad non fuit primus homo, nec erit ultimus, immo semper fuit et semper erit generatio hominis ex homine.(Chart.n.9;Boëthius,lijn461466).

Quodnon contingit corpus corruptum redire idem numero, nec idemnumero resurget. (Chart. n. 17; Boëthius,lijn503513).

Quod resurrectio futura non debet concedi a philosopho, quia impossibile esteam investigare per rationem.(Chart.n.18;lijn509512;945947).

Quodnaturalisphilosophusdebetnegaresimplicitermundinovitatem,quiainnititurcausisnaturalibuset rationibus naturalibus. Fidelis autem potest negare mundi aeternitatem, quia innititur causis supernaturalibus.(Chart.n.90;Boëthius,lijn538547;549554).(Dethier,1977,p.117118)

HetdoelvanBoëthiusin DeAeternitateMundi ishetChristelijkegeloofinovereenstemming brengen met de filosofie van Aristoteles. Hij benadrukt twee beginselen die gerespecteerd dienenteworden,methetoogopdezeverzoening:

• Menmagnietpogeneengeloofstellingtebewijzen.

47 Averroïsme

• Het is ketters wanneer men weigert een geloofstelling te aanvaarden omdat het deze stellingaanrationelebewijsvoeringontbreekt.

Boëthiuswerkteenonderzoekuitnaarhetaldannieteeuwigzijnvandewereld.Hijbekijkt hier achtereenvolgens metafysische, wiskundige en natuurfilosofische gronden. Voor de metafysicusisdewereldafhankelijkvandewilvanGod.Hijkandusnochbewijzendatde wereld eeuwig is, noch dat de wereld geschapen of ontstaan is in de tijd. Ook de mathematicus komt totdeze conclusie, maar dit omdat zijn wetenschap onverschillig staat tegenover het antwoord. Geen van beide mogelijkheden beïnvloedt zijn wiskundige berekeningenenuitkomsten.

Denatuurfilosofievaltmoeilijkerteverzoenenmethetgeloof.Natuurfilosofenhebbentwee basisprincipes:

• Menmagnietsaanvaardenofverwerpen,tenzijwanneerditgebaseerdisopdebeginselen waarophunwetenschapsteunt.

• Denatuurisheteerstebeginsel.Alleverklaringenmoetenbetrokkenwordenopdenatuur.

De natuur kan geen eeuwige beweging of gevolg doen ontstaan zonder voorafgaande verandering. Volgensdebeginselenvandenatuurfilosofieiseeneersteoorspronkelijkebeweginguitgesloten.Hetis duidelijkdatdenatuurfilosoof,indienhijwaarlijkblijftsteunenopdebeginselenvanzijnwetenschap, onmogelijkkanbewerendatdewereldeenbeginheeftindetijdwantdanzouditeveneensgeldenvoorde beweging.Evenminkanhijietsbewerenoverdeschepping,d.i.deoorspronkelijkevoortbrengingvande wereld…. De natuurfilosoof kan bijgevolg het bestaan van een eerste mens noch vooropstellen noch verklaren,omdatdezeperdefinitiegeenproductisvandevoortplanting.Evenminkanhijachterhalen1) of een dode opnieuw tot leven kan gewekt worden zonder natuurlijke voortplanting; 2) of eenzelfde persoon,voorheensterfelijk,numeriekbeschouwdineenhiernamaalsonsterfelijkwordt.Hetbetrefthier allegeloofswaarheden:voordenatuurfilosoofzijnzenietteachterhalen.(Dethier,1977,p.124125)

Dit is echter niet het eindpunt van de redenering. Wanneer er geen zware contradicties optreden tussen de geloofswaarheid en de natuurwetenschap, zal de natuurfilosoof de geloofswaarheid niet tegenspreken maar gewoon uit de weg gaan. Wanneer het gaat om uitsprakendiezijnbeginselentegensprekenendenatuurwetenschapondergraaft,ishijechter verplichtdezewaarheidteweerleggen.Boëthiuszaldaaromzeggendatdewaarheidrelatief is:

Indien iemand beweert dat Socrates wit is en iemand weerlegt dat hij in een bepaald opzicht wit is, spreken beiden de waarheid (uterque dicit verum). Zo spreekt de Christen de waarheid wanneer hij beweertdatdewereldendebewegingeenbeginhaddenindetijd,daternooiteeneerstemensisgeweest enz.Ditallesismogelijkdooreenoorzaakteimplicerenwaarvandekrachtdievandenatuurovertreft.

48 Averroïsme

Denatuurfilosoofspreekteveneensdewaarheidwanneerhijopmerktdatdergelijkestellingenonmogelijk zijn, beschouwd vanuit het standpunt van natuurlijke oorzaken en beginselen, die het bereik van zijn kennis netjes omschrijven en afbakenen. (uit Quastio naturalis de mundi aeternitate, v. 538547, aangehaaldinDethier,1977,p.128129)

De geloofsstellingen worden dus niet tegengesproken of ondermijnd door de natuurwetenschap.Hijkanzeechternietaantonenopredelijkegrondenenmoetzelogisch gezienooknietovernemen.Gelovigenennatuurwetenschapperssteunenopandereoorzaken. Dewetenschapperleidtzijnwaarhedenafuitnatuurlijkeoorzaken,terwijldegelovigeuitgaat van een transcendente oorzaak. Op deze manier is er tussen beiden geen tegenspraak mogelijk.

DezestellingvanBoëthiuswerdechterzowelbijdenatuurwetenschapperalsbijdetheoloog met gemengde gevoelens ontvangen. Er bestond dan wel geen tegenspraak tussen beide waarheden, maar beide partijen moeten hiervoor wel hun eigen waarheid relativeren: De waarheidvandefilosoofisinabsolutetermenvalsendewaarheidvandetheoloogmagop eenlegalewijzeweerlegdwordendoordefilosoof.

HetlijktgemakkelijkhieruittebesluitendatBoëthiuseentheorievande dubbelewaarheid aanhing.DitisdanookhetverwijtdathijvanTempierkrijgt,tochisBoëthiusvoorzichtiger engenuanceerderdandat.NergensinzijnmanuscriptzalBoëthiusdetheologischewaarheid tegenoverdefilosofischeplaatsen.Hijuitnooitduidelijkzijneigenstandpunthieromtrent.Hij toontaanwatvolgensredelijkebewijsvoeringvolgtuitdenatuurbeginselen,maarhijschrijft nergens dat dit dan ook dé waarheid is. Deze stap wordt nergens gezet, maar lijkt wel implicietaanwezig.Meermaals–zowelin DeMundiAeternitate alsin DeSummoBono –zal Boëthiusdefilosofischepraktijkdezoektochtnaardewaarheidophemelenalsdémanier omhethoogstegeluktebereiken.(Dethier,1977,p.113141)

Samenvattendkunnenwestellendatdeverzoenendepoging van Boëthius uitdraait op een scherpescheidingtussenfilosofieenwetenschapenerzijdsenreligieanderzijds.Beidekanten steunen op andere oorzaken en kenwijzen en resulteren bijgevolg in andere uitkomsten. AlhoewelBoëthiusdewijsgerigelevenswijzeophemelt,zalhijnergensexplicietuitendatde filosofischeuitkomstdewaarheidbezit.WevindenhierbijBoëthiusdeeerstetekenendatde filosofiezichlosmaaktvandereligie.Filosofischonderzoekstaatnietmeerindienstvande religie.Iemandkanzowelgoedefilosoofalseenoprechtereligieuzezijn.Aangeziendetwee waarhedenopeenanderniveautesituerenvallen,hoevenzeelkaarniettegentesprekenin eenzelfdepersoon.

49 Averroïsme

2.1.3 Siger Van Brabant

2.1.3.1 Leven en werk

OokoverhetlevenvanSigervanBrabantbestaanmeeronduidelijkhedendanzekerheden. WaarschijnlijkisSigergeborenrond1240n.Chr.inBrabant.Hijgingfilosofiestuderenaan de universiteit van Parijs waar hij vermoedelijk rond 1265 docent werd. Rond diezelfde periodebegonSigerzijneerstewerkenteschrijven.(Wippel,1998,hoofdstuk1)

In1269wasThomasvanAquinoaandeuniversiteitvanParijs,naaraanleidingvanwathij daar zag schreef hij een werk De Unitate Intellectus Contra Averroïstas . Algemeen wordt aangenomendatditwerkbedoeldwastegenSigerendiensfilosofischestroming.Thomaswil hierinduidelijkeendiscussieopgangbrengen,hijeindigtzijntraktaatmetdewoorden:

Thistheniswhatwehavewrittentodestroytheerrormentioned,usingtheargumentsandteachingsof thephilosophersthemselves,notthedocumentsoffaith.Ifanyonegloryinginthenameoffalsescience wishestosayanythinginreplytowhatwehavewritten,lethimnotspeakincornersnortoboyswho cannotjudgeofsucharduousmatters,butreplytothisinwriting,ifhedares.HewillfindthatnotonlyI, whoamtheleastofmen,butmanyotherszealousfor the truth, will resist his error and correct his ignorance.(ThomasvanAquino,OntheuniquenessofintellectagainstAverroïsts,v.124) 39

Volgenstweebronnenuitde15deeeuwnamelijkFranciscusSylvestrisenAgostoNifo– zouSigerThomashieropgeantwoordhebbenmeteeneigentraktaat.

Op 23 november 1276 wordt Siger van Brabant door Simon de Val, de inquisiteur van Frankrijk,opgeroepen.Hetisnietduidelijkwaterdaarnajuistgebeurde.Hetismogelijkdat Siger reeds gewaarschuwd was door zijn vrienden en Frankrijk al ontvlucht was, in het gezelschapvano.a.BoëthiusvanDacië.(VanSteenberghen,1980)Mandonnet(19081911) gaat ervan uit dat Siger en de andere die opgeroepen werden wel voor de inquisitie verschenen zijn, maar de doodstraf zijn ontlopen door een schuldbekentenis. Een andere versiesteltdatSigerzichreedsinLuikteruggetrokkenhadtoenhijdoorSimondeValvoor deinquisitiegeroepenwerd.Aldezeversiesblijvenmogelijkomdatmenzelfsnietweetof Siger al dan niet voor de inquisitie verschenen is. Wel weten we dat in het decreet van Tempiervan7maart1277verschillendevandestellingenvanSigerveroordeeldwerden.

Op het einde van zijn leven zou Siger een tijd in Orvieto doorgebracht hebben, aan het pauselijk hof van Martinus IV, waar hij vermoedelijk gestorven is nadat hij door zijn

39 Citaatuiteenebook,daaromkunnenwegeenjaartalvermelden.

50 Averroïsme secretarisdoodgestokenwerd.Ookditverblijfaanhethofroeptvelevraagtekensop.Betekent ditdatSigerhuisarresthadinOrvieto?OfwijstditernetopdatSigerzichbekeerdhadophet eindevanzijnlevenendaaromwelkomwasaanhetpauselijkehof?(Krop,1992,p.14)Dit zijnvragenwaarwevermoedelijkgeenantwoordopzullenkrijgen.

DeonwetendheidoverhetlevenvanSigerstaatinschrilcontrastmetdebekendheiddiehijin zijneigentijdschijntgehadtehebben.Hijwerdinde13deeeuwinéénademgenoemdmet AlbertusMagnus,ThomasAquinasenRogerBacon.DanteAlighierigeeftSigerindeDivina Commediazelfseenplaatsindehemel.Tochverdweenzijnwerkbijnavolledigtothetinde 19de en 20ste eeuw stilaan herontdekt werd. De discussies over hoe we de schaarse biografischeelementenmoeteninterpreteren,gaatdelaatstejarenookeenandererichtinguit. Zo wordt hij steeds minder gezien als een rivaal van de toenmalige katholieke kerk. De conflicten tussen filosofie en religie worden meer en meer geïnterpreteerd in termen van vernieuwing.(Krop,1992,p.21)

2.1.3.2 Filosofie en religie

Siger van Brabant was een grote aanhanger van Aristoteles. Voor hem was de leer van Aristotelesgelijkaanderedezelf.HetprobleemwasechterdatdeleervanAristotelesveel stellingen bevat die niet verzoenbaar waren met de Christelijke leer. Voorbeelden hiervan zijn:

• Deeeuwigheidvandewereld

• Erisgeenlevennadedood.

• HetbestaanvanhetActieveIntellect.

• Deeeuwigewederkeer,indezinvaneensteedsweerkerenvanbeschavingen,soorten enlevendewezens.

• Degedetermineerdheidvandewil.

WekunnenvolgensHubertDethier(1977)verschillendeperiodesontwareninhetwerkvan Siger.IndeeersteperiodedoetSigerweinigmoeitedeonverzoenbaarheidvandefilosofische enreligieuzeideeënteverbloemen.Indetweedeperiode,zegthijdathetnietzijnbedoeling isweertegevenwathijzelfdenkt,maarwelwathetstandpuntvanAristotelesisoverdeze zaken.Hijzegtdusnietdatwathijschrijftdewaarheidis.Wanneerdeuitkomstenvande redeintegenspraakzijnmethetgeloof,moetmendewegvanhetgeloofvolgen,steltSigerin

51 Averroïsme deze periode. Ten slotte merken we dat Siger in zijn laatste werken verschillende van de stellingenvanAristotelesheeftopgegeven.

WezienditbijvoorbeeldduidelijkbijSigerstheorieoverdeziel.SigervolgteerstAverroës ensteltdatdeverstandelijkeziel,onvergankelijkmaargeschapenis.Erbestaatvoorhemdan ookslechtséénzielvoorallemensen(monopsychisme).In DeAnimaIntellectiva zalSiger nogsteedsschrijvenoverdeeeuwigheidvandeverstandelijkeziel,maarnuzegthijenkelde bedoelingtehebbendeideeënvanAristotelesweertegeven.Waardezeideeëningaantegen hetgeloof,moetmenhetgeloofvolgen.In QuaestionesInLibrosTresDeAnima –éénvan zijnlaatstewerken–merkenwedathijzijnmeningherbekekenheeft.Hijvolgtnietmeerde interpretatievanAverroës.Sigerprobeerteenmeergematigdeleerteverkondigenenlaatzich hiervoor beïnvloeden door Thomas van Aquino. De ziel is niet eeuwig maar door God geschapenindetijd.Dezielisnietontbindbaarenisonsterfelijk.(Dethier,1977,p.142183)

Sigersteltdatwanneergeloofenredeelkaartegenspreken,wehetgeloofmoetenvolgen.Het is hier echterbelangrijk tebenadrukken dat SigerhetprobleemandersoplostdanAlbertus Magnus en Thomas van Aquino 40 . Albertus en Thomas zullen stellen dat er geen echte tegenspraakplaatsvindttussengeloofenfilosofie.Voorhenisermaaréénwaarheideniser geentegenspraakmogelijk.BijSigervanBrabantkunnenreligieenwetenschapoffilosofie elkaarweldegelijktegenspreken.In Metafysica somthijdeverschillenoptussentheologieen dewijsbegeertediezichbezighoudtmetdeeersteoorzaak.

• Beidehebbeneenverschillendewijzevankennen.Wetenschapsteuntopaxioma’senzal viadeductiestotconclusieskomen.Theologieheeftdeopenbaringalskenwijze.

• Dit eerste verschil is er verantwoordelijk voor dat ze ook een verschillend kenobject hebben. Wetenschap moet zich tot beredeneerbare zaken beperken. Religie kan kennis hebbenvanbovennatuurlijkezaken.

• Eriseenverschilindeaardvandekennis.

• Er is een verschil in de zekerheidsgraad. De theologische kennis is volgens Siger betrouwbaarder,wantzijsteuntopgeopenbaardewaarheden.

HieruitbesluitSigervanBrabantdatdeChristelijketheologieveelgroterisendefilosofieen allewetenschappenomvat.(Krop,1992,p.43)

40 ZieinfravoordetheorievanThomasvanAquino.

52 Averroïsme

InzijnvroegewerkmerkenwedatSigervanBrabantmetzijnfilosofischeleerdebedoeling heeftdewijsbegeertetebevrijdenvanhettheologischejuk.Hijtoontzijnlezersdatmende rede ook kan volgen enkel om de rede zelf, dat de filosofie meer kan zijn dan een dienstmaagdvandefilosofie.Onduidelijkerwordthetwanneerzijnfilosofischeopvattingen afzwakkeninzijnlaterewerk.HetiszeermoeilijktewetenofSigersonderdanigheidaande religiegemeendwasofenkeleenmanierwasomzichintedekkentegendeachterdochten vervolgingen van de Christelijke autoriteiten. Mandonnet (19081911) 41 is van mening dat Sigersonderwerpingaandereligieeenverhuldevormvanvrijdenkenis.Sassen(1931) 42 en Gilson(1921) 43 ,gelovenechterwelindeoprechtheidvanSigersgeloof.(Krop,1992,p.44) Maarwiemenhierookvolgt,beidekantenontkennendaterinhetwerkvanSigersprakeis vaneenleervande dubbelewaarheid .Ofwelvolgthijdekantvanderede,maardekthijzich indoorhettegendeeltebeweren;ofwelishijeerlijkwanneerhijhetgeloofbovenderede stelt.Maariniedergevalkanmaaréénvanbeidewaarzijnwanneerzeelkaartegenspreken. (VanSteenberghen,1980,p.9495)

2.1.4 Thomas van Aquino

2.1.4.1 Leven en werk

ThomasvanAquinowerdgeborenineenadellijkefamilieineendorpjenabijNapelsrondhet jaar1225.Nazijnstudiestradhijin1244inbijdeDominicanen,dittegendewilvanzijn familie in. De Dominicaanse orde zond hem naar Parijs, waar hij les volgde bij Albertus Magnus.WanneerAlbertusnaarKeulengaatin1248,gaatThomasmethemmee. In1252 keertThomasechternaarParijsterugomerzijnstudietheologieaantevatten.Tijdenszijn vierjaardurendestudie,bestudeerthijdebijbelende Sententiae vanLombardus.Hijschrijft indezeperiodeookzijneerstewerken,namelijk ScriptumSuperLibrosSententiarum en De Ente et Essentia . Na de voltooiing van zijn studies in 1256 wordt hij professor aan de universiteit van Parijs. Hij blijft in Parijs tot 1259. Hij verblijft waarschijnlijk een tijd in NapelsenOrvieto,waarnahijin1265inRomeaandeslaggaatalsdocent.Dezeperiodeszijn

41 PierreMandonnet(18581936)waseenBelgischehistoricusenDominicaan.

42 Ferdinand Sassen (18941971) was een Nederlandse priester die hoogleraar filosofie was aan de Radboud UniversiteitinNijmegen.

43 FerdinandGilson(18841978)waseendocentfilosofieaandeSorbonne.

53 Averroïsme zeervruchtbaaropstudiegebied,Thomasschreefintussentijdzijn SummaContraGentiles , commentaren op Aristoteles en vele quaestiones . InRomezouhijookstartenaan Summa theologiae ,hetimmensewerkwaaraanhijzijnverderelevenzalschrijvenzonderhetooitte voltooien. In 1268 wordt hij door de Dominicaanse orde weer naar Parijs gezonden. Vermoedelijk heeft dit te maken met de intellectuele onrusten aan de universiteit. Deze werdenzoalseerdervermeldveroorzaaktdoordiscussiestussendelatijnsaverroïsteninde artesfaculteitenhuncollega’suitdetheologie.IndeperiodedathijaandeParijseuniversiteit verblijft, schrijft Thomas het werk De Unitate Intellectus, Contra Averroïstas .44 De Dominicaanseordebeslistin1272omThomasweernaarNapelsteroepen,waarhijweerles zalgevenaaneencollege.In1273gebeurterechterietsdatThomaszelfzalomschrijvenals eenopenbaringofvisioen.Nadezebuitengewoneervaringishijnietmeerinstaatnogverder te schrijven. Op 7 maart 1274 sterft Thomas, zonder de Summa Theologica voltooid te hebben.(Kretzmann,N.,&Stump,E.,1998)

2.1.4.2 Filosofie en religie

ThomaswassterkbeïnvloeddoorAristoteles.Enerzijdsschreefhijcommentarenophetwerk vanAristotelesenciteerdehijAristotelesomzijneigenthesenteondersteunen.Anderzijds slopenerookonbewustAristotelischeelementeninzijnwerk.Aangeziendeconclusiesvan Aristoteles niet altijd overeenkomen met de leerstellingen binnen het Christendom, stelt Thomaszichalsdoelbeidenteverzoenen.

Van Steenberghen (1980) gaat dieper in op de reactie van Thomas van Aquino op het opkomenderationalismevanzijntijd.WatVanSteenberghenschrijftleertonsveeloverhoe deverhoudingtezientussengeloofenredebijThomas,hijformuleertditaandehandvan4 principes(VanSteenberghen,1980,p.8388). 45

(1) OnemustdistinguishcarefullybetweenreasonandFaith,betweenphilosophyandtheology,between whatcanbedemonstratedbyreasonandwhatcanonlybe known by Faith. (Van Steenberghen, 1980,p.83)

44 Ziesupra.

45 Weciterendeprincipesenverduidelijkenze.

54 Averroïsme

Filosofieentheologieverschillenvanelkaarinobjectenmethode.Thomasnamtenopzichte vandeeeuwigheidvandewereldaltijdeenagnostischepositieaan,wekunnennochbewijzen datzeeeuwigis,nochdatzeeenbeginheeftindetijd.Hetisbelangrijkonderscheidtemaken tussendatgenedatdoorderedeaangetoondkanwordenenwatniet. 46

(2) Reasoncannotcontradictfaith.Inotherwords,atruthestablishedbyreasoncannotcontradictone proposedbydivinerevelationforourbelief.(VanSteenberghen,1980,p.84)

De verzoening tussen geloof en rede is niet altijd gemakkelijk, maar wanneer men niet tot verzoening komt, valt dit te wijten aan de menselijke zwakheid. Het is moeilijk om de betekeniseninhoudvaneenopenbaringtekennen,anderzijdsishetnietaltijdgemakkelijk ware beweringen te onderscheiden van onware. Thomas geeft hier Siger en diens monopsychisme alsvoorbeeld.

(3) Thepurposeofphilosophyisnottoknowwhatpreviousphilosophershavethought,buttograspthe realasitis.(VanSteenberghen,1980,p.85)

DitisgerichttegenhetideezoalswedatookbijSigerterugvindendathetnietzozeerde bedoelingisdewaarheidblootteleggen,maarwelomaantetonenwelkeconclusiesvolgen uitdeleervanAristotelesofanderefilosofen.

(4) Divinerevelations,throughwhichweshareinGod’sknowledgeitself,issuperiortohumanreason. Itbringstoreasonvaluablesupportandservesasitsindispensablecomplement.(VanSteenberghen, 1980,p.88)

Revelationhasatwofoldobject.Ontheonehandtherearetruthswhichareaccessibletohumanreason, truthswhichGodmakesknowntomaninordertoassisthimindiscoveringthemandtoconfirmhimin theirdiscovery.Ontheotherhand,therearetruthswhicharebeyondhumanreason,thesupernatural mysteries,thatGodrevealsinordertomakeknownhisdesignconcerningman’scalltoasupernatural life,aparticipationintheinnerlifeofGodhimself.(VanSteenberghen,1980,p.88)

Thomasstaatbekendomzijnvindingrijkesyntheses. Hetprobleem tussen deplaats en het belangvanrede(Aristoteles)engeloof,behandelthijdooreersteenduidelijkonderscheidte maken.Geloofenredeverschillenvanelkaarwatbetrefthunobjectenhunmethode.Geloven gaatvolgensThomasomhetaanvaardenvanietsdatdoorgoddelijkeopenbaringgekendis, kennisomhetaanvaardenvanzakendiealswaarbeschouwdwordennaeendenkproces.

46 ZieookbijBoëthiusvanDaciëdieditvanThomasovernam.

55 Averroïsme

VervolgensbrengtThomasgeloofenredeweersamendoormiddelvaneenordening,waarin elk van beide duidelijk een eigen plaats heeft. Doordat ze elk hun eigen domein hebben, kunnenzeelkaardusniettegenspreken.

Hetisdusuitgeslotendateenzelfdewaarheidvoor eenzelfdepersoon tegelijk voorwerp van weten en voorwerpvangelovenzoukunnenzijn.(Dethier,1977,p.192)

Kennisdoormiddelvanderedeisobjectiefenbelangrijk,maarzekernietvoldoende.Boven allesstaatdekennisverworvendooropenbaring,ditiskennisdiewijopgeenenkeleandere wijzekunnenbekomen.DeopenbaringskennisisvoorThomasookeenveelbetrouwbaardere kennis.Openbaringgeeftonseenabsolutekennis,terwijldenatuurlijkeredeinvergelijking hiermee slechts relatieve kennis levert. (Dethier, 1977, p.189193) De redenering is dat openbaringskennis dezelfde blijft en dat rationele kennis kan veranderen door de tijd, bijvoorbeeld wanneer we extra informatie verwerven of wanneer er andere mensen – met andere opvattingen aan het onderzoek werken. Openbaringskennis is echter ook niet absoluut – zo bleek reeds in de tijd van Thomas waarin scholastiek onderzoek tot vele discussies leidde over hoe de heilige teksten te interpreteren. Thomas was echter wel van meningdatdezewaarheidvaststondenteontdekkenviel.

HetsysteemvanThomasiseigenlijkeenverzoenendoormiddelvaneenscheiding.Thomas zelfzietzijnleernietzozeeralseenscheiding,maarlegtvooraldenadrukopverzoeningvan rede en geloof. Voor hem vinden beiden hun oorspong in eenzelfde waarheid en deze waarheidisgod.Bijgevolgkaneengeloofswaarheiddiemendooropenbaringbereikt,nooit tegenover de rede staan, maar wel erboven. Ze staat boven de wetenschappelijke kennis omdat ze meer absoluut is en handelt over een domein dat voor de rede onbereikbaar is. (Dethier,1977,p.197198)

EenanderbelangrijkgegevenisdatdeleervanThomaseengeschiktemanierisomafte stappenvandeelitaristischehoudingdiesteedseenduidelijkonderscheidmaaktetusseneen verlicht geloof van de elite en een minderwaardig geloof voor de massa. De geloofswaarheden kunnen bij Thomas op geen andere manier gekend worden dan door openbaring. Dus het Christelijke geloof is bijgevolg noodzakelijk voor iedereen hetzelfde. (Dethier,1977,p.194195).

BijnaderinzienvertoontdezevisievanthomasredelijkwatovereenkomstenmetdeLatijns AverroïstischevisiesvanBoëthiusvanDaciëenSigervanBrabant:

56 Averroïsme

Boëthius van Dacië benadrukt eveneens dat kennis door geloof en kennis door redelijke bewijsvoeringnietdoorelkaargehaaldmogenworden.Hijbenadruktdathetbelangrijkiste beseffendatmeneengeloofstellingnietvolgensdenormenvanredelijkebewijsvoeringmag beoordelen. Beiden steunen namelijk op andere kenwijzen en oorzaken en leiden op deze maniertotanderewaarheden.SigervanBrabantsvisieleuntaanbijdievanThomasinhet opzichtdathijzegtdereligieuzewaarheidbovendefilosofischeteverkiezen.

Het grote verschil tussen de latijnsaverroïsten enThomasligtinhungebruikvandenotie waarheid.DatisdanookhetpuntwaaropThomasvanAquinoopenlijkkritieklevert.Thomas verwijthendathunverregaandetoewijdingaandewijsbegeerte eigenlijk tot de ondergang vandezewijsbegeerteleidde.Delatijnsaverroïstenzeggennamelijkdatdeuitkomstenvan AristotelesenAverroësrationeeldwingendzijn,maardaaromnietwaarzijn.Opdezemanier verliestdenotiewaarheidzijnwaarde.

Wanneer datgene, wat in het licht van denatuurlijke rede als dwingend verschijnt, niet aanvaard kan wordenalswaar,watkandannogalswaarindewijsbegeertewordenbestempeld?Hetgeennietmetde Openbaringinstrijdis?(Dethier,1977,p.353354).

Thomas zet zich in zijn geschriften ook af tegen Averroës en diens interpretaties van Aristoteles.TochishijhetookopenkelepunteneensmetAverroës(Dethier,1977,p.198 202):

• Enkel goed onderbouwde argumentaties mogen bijdragen tot de metafysische kennis. Vaakzijnderedeneringenvantheologenopditvlakeerderzwak.Het zijndialectische argumentendieopzichzelfniemandzullenovertuigenenzodusenkelvannutzijnvoor diegenendiedeconclusiereedsvoorstaan.

• ZowelAverroësalsThomasvanAquinozijngrotebewonderaarsvanAristotelesenzien hem als de grote filosoof. Ondanks het feit dat Thomas regelmatig kritiek leverde op Averroës,wasdezelaatsteookvoorThomasdécommentatorvanAristoteles,maaranders danbijdelatijnsaverroïstenstondThomasvooreenkritischerehouding,zowelbijhet lezenvanAverroësalsAristoteles.Beidewarennietonfeilbaar.

• Thomas maakte in zijn eigen commentaren gebruik van de methode die Averroës gelanceerdhadinzijngrotecommentaren.47

47 Ziesupra.

57 Averroïsme

2.1.5 Johannes van Jandun

2.1.5.1 Leven en werk

Johannes van Jandun werd geboren in Jandun een klein dorp nabij Reims, vermoedelijk tussen 1280 en 1290. Vanaf 1310 was hij docent aan de universiteit van Parijs. Johannes wordtvaakinéénademgenoemdmetMarsiliusvanPadua.Somswordtgestelddathijmee schreefaandiens DefensorPacis (geschrevenin1323),waaringeargumenteerdwordtvoor eenvolledigeonafhankelijkheidvandestaattegenoverdekerk.(Dethier,1977,p.295)In 1323zalJohannesvan JandunsamenmetMarsiliusvan Padua vluchten naar het hof van LodewijkvanBeieren.Hijwerdgeëxcommuniceerdin1327eneenjaarlaterzouJohannes sterven.(Mahoney,1998)JohannesvanJandunstaatvooralbekendomzijncommentarenop Aristoteles.

2.1.5.2 Filosofie en religie

Men durft wel eens te beweren dat het Averroïsme paszijnstartneemtmetJohannesvan Jandun in de 14de eeuw. Volgens E. Gilson zou Johannes binnen de Christelijke Middeleeuwen de eerste zijn die de dubbele waarheid verkondigt. (Dethier, 1977, p. 293) JohannesheefteengrotebewonderingvoorhetwerkvanAristoteles.Inzijncommentarenzal Johannes er redelijk goed in slagen “de ware Aristoteles” te benaderen. Hij zal de verzoenende pogingen van Thomas van Aquino verwerpen en is er van overtuigd dat de verklaringvanAverroësdeenigejuisteis.Zijnstandpuntenomvattendaaromdevolgende punten:

De eeuwigheid van de beweging en de wereld, de onmogelijkheid van de schepping uit het niets, de noodzakelijkeverwerkelijkingvanalhetmogelijkeendenumeriekeeenheidvanhetmenselijkverstand, datslechtsinhetactuelekenprocesinverbindingtreedtmethetmenselijklichaamenzelfongewordenen onvergankelijkis.(Dethier,1977,p.295)

Ditallesleidttoteenformuleringvande dubbelewaarheid :

DemeningvanAverroësisvolgensJoannesnietmetredelijkegrondenteweerleggen.Hoeweldusde tegenovergesteldetheorieënvoorderedegeenstandkunnenhouden,neemthijtochaan,datzijvoorhet geloofwaarzijnendatdebevestigingdaarvandoorhetgeloofgelijkwaardigisaanhunontkenningdoor derede.Godkanimmershetonmogelijkemogelijkmaken,bijHemisookdatgenenogmogelijk,waarvan het verstand de onmogelijkheid bewijst. Van een harmonie tussen geloof en weten wordt dus voor Joannes eenvoudig afgezien. Hun tegenstrijdigheid op tal van punten wordt niet alleen duidelijk

58 Averroïsme

uitgesproken,maarookprincipieelgehandhaafd.Redelijkekennisengeloofskenniszijn,ookwanneerzij elkaarrechtstreekstegenspreken,beideevenwaarenzeker.(Dethier,1977,p.296)

Deze dubbele waarheid zien we ook terugkeren in zijn wijsgeriganthropologische opvattingen.Hetisonmogelijkopredelijkegrondentebewijzendatdeverstandelijkezielde enigevormisvanhetlichaam,datzijgeschapen,onstoffelijkenonsterfelijkisendatdeze zielontgedetermineerdis.TochisditvoordeChristeneneengeloofswaarheidendusabsoluut zeker.

Bij het becommentariëren van Aristoteles komt Johannes een groot aantal passages tegen waarinfilosofieenChristelijketheologieonverzoenbaarzijn.Johanneszalechter elkekeer zeerexplicietzijnrespectvoorenonderwerpingaanhetgeloofbenadrukken.Hijtoontdusnet als Boëthius en Siger aan dat de geloofswaarheden niet bewijsbaar zijn, om vervolgens te benadrukken dat hij ze ondanks hun onbewijsbaarheid onvoorwaardelijk volgt. (Dethier, 1977,p.296)De DubbeleWaarheid isbijJohannesveelexplicietergeformuleerddanbijzijn voorgangers.

2.1.6 Italiaans Averroïsme

BinnenhetItaliaanseAverroïsmewordtDanteAlghierigezienalseenbelangrijkpersoon.Hij isbijonsvooralbekendalsdeschrijvervan LaDivinaCommedia .HieringeefthijAverroës een plaats in het limbo. Siger van Brabant ontmoeten we in de hemel naast onder andere ThomasVanAquinoenIsidorusvanSevilla.(Alighieri,2008)HayounendeLibera(1991) zullenargumenterendatDanteeenonmisbaarfiguurwasvoordeopkomstvanhetpolitieke Averroïsme.Danteschrijftderolvanfilosofieindemaatschappijhoogaan.

Enfait,plutôtquedechercherdanslecosmosl’unitédel’intellect,DantelacherchedanslaCité,ou plutôtdansl’Empire.Samonarchieuniverselle,c’estlemonopsychismecommedoctrinesociale,comme viepolitique,commehistoire.LeparadoxedelapenséedeDanteestqu’ila retrouvéundessens authentiques de l’averroïsme – la politique – sans avoir pu fréquenter les textes qui l’exposaient. (Hayoun&deLibera,1991,p.112)

NadedoodvanDantegingditpolitiekeAverroïsmeechternietverloren.Hetleefdeverderin hetwerkvanMarsiliusvanPadua.ZijnbelangrijkstewerkisdeDefensorPacis.Inditwerk formuleerde Marsilius zijn ideaal over de scheiding tussen kerk en staat. (Hayoun & de Libera,1991,p.110112)

Vanuit Parijs was het Averroïstische Aristotelisme ook doorgegeven aan de Italiaanse universiteitenvanBolognaenPadua.DitgebeurdeonderandereviaGentiledaCingoli,die eerst student was aan de universiteit van Parijs, maar rond 1295 docent werd in Bologna.

59 Averroïsme

ThaddaeusvanParmaenAngelod’Arezzowarenzijnstudenten.Laterondergingmenaande universiteitvanBolognaookdeinvloedvanJohannesvanjandun.ThaddaeusvanParmaen Angelod’Arezzohaddenelkhuneigenleerennamen hun eigen standpunten in tegenover elementenuithetaverroïstischeAristotelisme.Zijnamenopdezemaniersomsthesenaandie niet verzoenbaar waren met het Christelijke geloof. Maar geen van beide had een uitgesprokentheorieoverhoemen geloof enwetenschap zou moeten verzoenen. (Dethier, 1978,p.12)

DeuniversiteitvanPaduabestondreedsvanaf1222,maarpasvanafde15deeeuwgaatde universiteiterzijneigenkarakterontwikkelen.MenhadinPaduasteedsmeerbelangstelling voorempirischekennisenonderzoeknaardeeerstewerkelijkheidenoorzaak.Menvermoedt dat het averroïstisch Aristotelisme in Padua zijn ingang vond via Pietro d’abano. Pietro doceerdesinds1307aandeuniversiteitvanPaduaenstaatbekendalseenveelzijdigmanmet een turbulent leven. Hij was zowel wijsgeer, medicus als astroloog. In zijn werk kwamen zowel averroïstische als antiaverroïstische leerstellingen samen. Zijn werk Elucidarium Necromatiumwaswaarschijnlijkhetgeschriftdathemverschillendevijandenopleverde.Hij ontsnaptetweemaalaandeinquisitie.Deeerstekeerdoordehulpvaninvloedrijkevrienden, detweedekeerstierfhijeennatuurlijkedoodvoorhijveroordeeldwerd.Nazijndoodwerd echter de opdracht gegeven zijn lijk op te graven om alsnog te verbranden. Een trouwe dienstmeidvanPietrobrachtechterdienslichaaminveiligheidvoordeinquisitiediezelfsna dedooddeachtervolgingnietstopzette.

OokalkunnenwewaarschijnlijkdezePietroaanwijzenalsoorzaakvanhetAverroïsmein Padua,Dethier(1978)steltdatdeinvloedvandeArabischefilosofienietsandersdeeddan eengedachtegoedaanbrengendatindelijnlagvanderichtingdiedeuniversiteitreedswas uitgegaan vooraleer het kennis had van de Arabische filosofie. Ondanks kerkelijke veroordelingen enbestrijdingbleef het AverroïsmeinPaduaenVenetiëlangetijdbloeien. (Dethier,1978,p.15)NamenindezecontextzijnonderandereNicolettoVerniainde14de eeuwenAgostinoNifoenAllessandroAchilliniinde14deen15deeeuw.(Hayoun&de Libera,1991,p.114116)

2.2 Joods Averroïsme

NetalsindeChristelijkewereldwerdIbnRushdookindeJoodsewereldgoedontvangen. Hij was niet de enige Arabische filosoof die gedurende de middeleeuwen aandacht kreeg vanuit de Joodse gemeenschap. Ook Avicenna en Alghazālī beïnvloedden het joodse

60 Averroïsme gedachtegoed. Vele filosofische werken van Averroës werden vanuit het Arabisch naar het Hebreeuwsvertaaldtussen1230en1330.Dereligieuzewerkenwerdennietallemaalvertaald, maartochenkelenvanhen,zoals KitābFaslalmaqāl ,deappendixhiervan( alDamīma )en KitābalKashf‘anmanāhijal‘adillafīaqā’idalmilla .Geziendeveranderdesocialecontext naAverroës’dooddevijandigehoudingtenopzichtevandefilosofiezijnvelevanzijn werkenindeArabische wereldverdwenen.Voorbepaaldetekstenblekendevertalingenin hetHebreeuwsachterafsomsdeenigewijzevanoverleveringtezijn.(Zonta,2007,hoofdstuk 9)

Volgens Leaman (1998) zijn er verschillende redenen voor het succes van de teksten van AverroësinhetJodendom.EnerzijdsverkreegAverroës–netalsinhetChristendom–veel respectalscommentatorvanAristoteles.Anderzijdswarenzeonderindrukvanderadicale implicaties die volgden uit zijn visie. Ook in het Jodendom ervoer men problemen om religieuzeenrationeleopvattingenmetelkaarteverzoenenenAverroësboodinzijnwerkeen manieraanomhiermeeomtegaan.(Leaman,1998,inleiding)

ErwarenvelejoodsedenkersbeïnvloeddoorIbnRushd,maardaaromzijnzijnietallemaal Averroïsten. Het is niet altijd eenvoudig te bepalen wie we daar wel of niet toe moeten rekenenenopbasiswaarvan.Sommigenzijnbijvoorbeeldbeïnvloed door Averroës in een negatieve zin, zijn teksten zetten hen aan argumenten te formuleren tegen zijn leer, geen enkele joodse filosoof neemt alle elementen uit zijn denken over en steeds blijft het een integrerenvanvreemdgedachtegoedineennieuwculturelecontext.Degenediezijnpadhet trouwste volgen zijn Isaac Albalag, Joseph Ibn Caspi en Moses Narboni. (Leaman, 1998, hoofdstuk1)Webesprekenhunleerkort.

2.2.1 Isaac Albalag

Isaac Albalag leefde in de tweede helft van de 13 de eeuw in de Pyreneeën. Hij vertaalde Tahāfut alfalāsifa vanAlGhazālī. Hij is het echter zeker niet eensmetdeopinievanAl Ghazālī,hijschrijftdevertalingtemakenompedagogischeredenen. Tahāfutalfalāsifa zou een werk zijn dat de bedoeling heeft om filosofische thesen toegankelijk te maken voor diegenendieniettotfilosofieinstaatzijn.Zijn eigen werk, Sefer tikkun hade’ot (Setting doctrinesright),isbedoeldalscommentaaropAlGhazālīenhetbezitdezelfdeinhoudmaar maaktgebruikvandedemonstratieveargumentatiewijze.HijzalhierinkritiekleverenopAl Ghazālī,maarookopMaimonides,AvicennaenAlFārābī.Deenigediegespaardblijftvan kritiekisAverroës.(Sirat,1985,p.238).

61 Averroïsme

Net als Averroës maakt Isaac Albalag in Sefer tikkun hade’ot een onderscheid tussen de religieuze waarheden voor het gewone volk en de kennis die bereikbaar is voor filosofen. Filosofenbegrijpendenatuurendewerkelijkheidopeenandereenbeterewijze.Hethoogste goeddateenmenskanbereikenligtindezefilosofischeactiviteit.(Leaman,1998,hoofdstuk 2) De methode die gebruikt wordt om tot filosofische waarheden te komen is het demonstratiefargumenteren.

Albalagbekijktookdewaardevanreligieuzeteksten.DeTorahheefttweesoortenmysteries, ditzijndefilosofischedoctrinesendeprofetischedoctrines.Defilosofischedoctrineiseen doctrinediemenbekomtdoordemonstratieveargumenteringendieonderschrevenwordtin deTorah.Maar:

Ifthetextdoesnotadmitanyoftheseclearlyestablishednotions,Idonotsubjectittoexegesis,butIsay thatIdonotcomprehenditandthatitsintentioneludesme;thisisnotaphilosophicalmystery,butoneof those prophetic mysteries revealed only to those on whom God has bestowed a spirit of superior knowledge.(Sefertikkunhade’ot,p.37;vertalingdoorSiratinSirat,1985,p.239)

Filosofische waarheid is enkel voor de filosofen begrijpelijk, net zoals de profetische waarheidditisvoordeprofeten.Wanneerdeprofetischewaarheiddefilosofischewaarheid tegenspreekt,kunnendezeprofetischetekstengeïnterpreteerd worden door een filosoof die hieringetraindis.VolgensAlbalagsleerzijnerdantweewaarheden,eenreligieuzeeneen filosofische.(Sirat,1985,p.239241)Ookalkanmendeprofetischewaarheidalsnietprofeet nietvatten,tochmoetmenervanuitgaandathettoch–opeenvooronsonbegrijpelijkewijze –verzoenvaarismetdefilosofischebetekenis.(Leaman,1998,hoofdstuk2)

Een voorbeeld is de schepping van de wereld. De filosofen hebben de eeuwigheid van de wereldaangetoond,maarditismoeilijkteverzoenenmetwatindeTorahstaat.Uiteindelijk zalAlbalagbesluitentotdescheppingvaneeneeuwigewerelddoorGod.Albalagbekritiseert Maimonidesomdatdieuitangststeldedatdefilosofennietmetzekerheiddeeeuwigheidvan de wereld konden aantonen. Filosofen kunnen dit wel degelijk aantonen en mogen de resultatenvanderedenietverloochenen.Hijvoegterwelaantoedatdefilosofeninbepaalde gevallenwanneerzijvermoedendatdezewaarheidhetgewonevolkvanstreekzoubrengen erbeteraandoenhunopvattingenslechtsinbeperktekringtebespreken.

HetisvoorAlbalagmogelijkomzowelvanuitderedetegelovenindeeeuwigheidvande wereld,alstegelijkookvanuithetgeloof,decreatievandewereldteveronderstellen.Hetis nietnodigomtegengesteldewaarhedenuitgeloofen wetenschap met elkaar te verzoenen.

62 Averroïsme

Albalagleunthierdichteraanbijdetheorievande dubbelewaarheid danAverroëszelfdeed. (Leaman,1998,hoofdstuk2)

2.2.2 Joseph Ibn Caspi

JosephIbnCaspi(1279°?)waseenjoodsfilosooftheoloogafkomstiguitdeProvence.Zijn werk is beïnvloed door filosofen als Maimonides, Averroës en Abraham ibn Ezra. Toch volgde hij zijn voorgangers niet blind, maar resulteerde zijn schrijven in een verzameling eigenopvattingendiezichvaakookafzettentegendevoorgenoemdenamen.Zowashijhet nieteensmetdeallegorischeinterpretatiesvandeheiligeschriftdoorMaimonides,hijwas zelf van mening dat de heilige passages accurate geschiedschrijving zijn. Hij volgde wel Averroësindiensopvattingovermirakelsenprofetie.

VolgensAverroësisereennatuurlijkeverklaringvoormirakels.Mirakelsenprofetiemoeten begrepenwordenvanuitdespecifiekeomstandighedenwaarinzeplaatsvinden.Wanneerwij zenietbegrijpen,isdatomdatwebijhetmirakelofdevoorspellingzelfnietaanwezigwaren enerdaarominformatieverlorenisgegaan.Erkomtweinigbovennatuurlijksofgoddelijksbij kijken.Inprofetiezijndegeopenbaardetekstendaaromnietaltijdwaar,maarhebbenzevaak eenpraktischdoelenwillenzemensenbewegentoteenbepaaldehandelingofhouding.

Filosofie en profetie kunnen bij momenten tegenstrijdig zijn. Wanneer we echter inzicht krijgenindeprofetischeuitspraken,zullenweinziendatzijeigenlijkdezelfdeinhoudhebben als de filosofische waarheid, ze zijn alleen op een eenvoudigere wijze uitgedrukt. Vaak kunnenwehetinzichtechternietverwervenvanwegedeafstandintijddietussenhethuidige momentendeoorspronkelijkeuitspraakligt.Opzulkemomentenisergeenandereoptiedan de uitspraken aanvaarden als geloofswaarheden. Ze zijn in overeenkomst met de meer filosofischewaarheid,maarwijzijnnietinstaatditintezien.

Ibn Caspi distantieert zich van het elitarisme dat men lijkt terug te vinden binnen de geschriften van Averroës. De interpretatie van de heilige tekst en de geheimen die hieraan verbondenzijn,zijngeenzaakvandefilosofischeenintellectueleelitealleen.Deredendat men bepaalde teksten niet allegorisch mag interpreteren is niet omdat men niet tot een intellectueleelitebehoort,welomdatmennietinstaatisdeuitsprakendieinhetverleden geuitzijntebegrijpenzoalszebedoeldwarenopdiemoment.Ditkomtdoordegewijzigde context:eenanderpubliek,eenanderetaaleneenandereomgeving.Hetinterpreterenisdus evenmoeilijkvoordeelitealsvoordemassa.(Leaman,1998,hoofdstuk3)

63 Averroïsme

2.2.3 Moses Narboni

MosesNarboniwerd geborenaanhetbeginvande14de eeuw in Perpignan. Hij was een commentatorvaneengrootaantalfilosofischeentheologischewerken,waaronderookenkele werken van Averroës. In de lijn van Averroës keerde hij zich tegen het neoplatoonse gedachtegoedvanAvicenna.DitbetekentdatookdeleervanMaimonidesveelteverduren kreegaangeziendezelaatstezichvaakopAvicennaberiep.

Narboni maakte zijn eigen versie van het Actieve Intellect van Averroës, een versie die implementeerbaar was binnen het joodse gedachtegoed. Het menselijke intellect zal zich steeds meer ontwikkelen en verschuiven van inbeeldend naar intellectueel. Op het hoogste moment valt het menselijke intellect samen met het Actieve Intellect zelf waardoor het materiëledeelvandemensperfectgecontroleerdwordtdoorhetdenken.Vanuitdezevisie kanNarbonimirakelsenprofetieverklarenalseendenkwijzemetmateriëlegevolgen.

Narboni stelt dat het niet nodig is dat het gewone volk de Torah volledig begrijpt. Vele mensenzijnnamelijknietinstaattotditbegrip.Degavevandeprofetenisdanooknetomde filosofischewaarhedenteformulerenineenbeeldrijketaaldiedemassakanbegrijpenenhen zalsturen.(Leaman,1998,hoofdstuk4)

2.3 Vergelijkende conclusie

Terwijl Averroës amper navolging kende binnen de moslimtraditie, zal zijn invloed in het ChristendomenhetJodendomindeeeuwennazijndoodnoglangblijvenverderduren.We merkenechterdatdenavolgingverschillendevormenaanneemt.Hetisnietgemakkelijkte zeggenwathetAverroïsmeeneenaverroïstnujuistkenmerkt.Ondanksdeveleverschillenis hettochmeestalduidelijkdatAverroëshetvertrekpuntis.HetisalsofAverroësdeagenda bepaaltenmeegeeftwelkeonderwerpeneendiscussiewaardzijn.

WegaanevendieperinopdeverschillendemanierenwaarophetChristendomenerzijdsen hetJodendomanderzijdsmetdeoverleveringvanAverroës omgaan. Beide geloofsgroepen lijkenopeenzelfdemomenttekampenmethetprobleemhoementegenstrijdighedentussen geloofenwetenschapofredemoetoplossen.Beidevindenhiervoorantwoordenofaanzetten totantwoordeninhetwerkvanAverroës.

Wezienechtertweegroteverschillen.Teneerstebevindenzijzichineenanderereligieus politiek klimaat. In het Christendom hangt de inquisitie als een grote schaduw over de middeleeuwenheen,watzorgtdatintellectuelenvoorzichtigerenwaarschijnlijkookminder

64 Averroïsme oprecht te werk moesten gaan. In het Jodendom is er geen centraal gezag die de andere gelovigen voorschrijft hoe het geloof te beleven, zoals de paus in het Christendom. In de Joodsetraditielijktmenvanwegedezefactorenmeerspreekendenkvrijheidtekennen.De verschillentussenhetJoodseAverroïsmeenhetChristelijkeAverroïsmeenwelkeculturele en religieuze factoren hierbij een rol spelen, zouinteressante materie kunnen zijn voor een verderonderzoek.

Ten tweede kennen beide groepen een andere overlevering van het werk van Averroës. BinnendemiddeleeuwseChristelijkewereld,warenvooral de Aristotelescommentaren van Averroës vertaald naar het Latijn. Zijn opvattingen over geloof en rede, zoals we die terugvindenin KitābFaslalmaqāl enin Tahāfutaltahāfut ,warenhendusnietbekend.De filosofen uit die tijd werkten vooral verder op de kennis van Aristoteles die Averroës overbracht.Zijmerktendatdekennisdiehieruitvoorkwamvaaknietverzoenbaarwasmetde Christelijkeleerenwarendaaromgenoodzaaktopeenorigineleenopeenmethetoogop vervolgingenliefstzoveiligmogelijkewijzeditprobleemoptelossen.Ditresulteerdein verschillendetheorieëndiedoordeKerkalsgevaarlijkwerdenbestempeld.

In1277schrijftTempierovertheorieëndieuitgaanvaneen dubbelewaarheid .Wanneerwe de individuele denkers van dichter bij bekijken is een dubbele waarheid meestal niet het geval, maar hangen zij een meer genuanceerde visie aan. Zo zijn er Boëthius met zijn relatievewaarheidenSigerdiezichindektdoortezeggendathijaanderedelijkeconclusies nooit de notie waarheid toeschrijft. Van de denkers die wij bespraken lijkt Johannes van Jandunhetdichtstedetheorievande dubbelewaarheid tebenaderen,maarookhijlaatnietna te benadrukken dat hij bij tegenstellingen met de religieuze waarheid altijd deze laatste verkiest.

HetJoodsAverroïsmesteuntopanderebronnendandeChristelijketegenhanger.Zijkennen ook de aristotelescommentaren, maar ze zijn ook vertrouwd met enkele van de religieus filosofischegeschriftenvanAverroës.Demanierwaaropzijmetdezetekstenopgaanwordt doorLeaman(1998)alsvolgtomschreven:

Theyemployedhisthought,andwhattheyconsideredcouldbederivedfromhisthought,creativelyand combineditwithotherrelevantphilosophicalandtheologicalthesestoproduceanovelaccountofthe issuesthenofconcerntothephilosophicalcommunity.(Leaman,1998,hoofdstuk5)

Men kan stellen dat hun Averroïsme dichter aanleunt bij het originele gedachtegoed van Averroës, aangezien zij meer van zijn werken in vertaling hadden. Hun opvattingen over religieenfilosofieliggenbijgevolgookdichterbijdievanAverroës.TochzijndeChristelijke

65 Averroïsme

Averroïstenzeerinventiefomgesprongenmethetmateriaaldatzijinhandenhaddenenheeft dittotinteressante(maargevaarlijke)discussiesgeleidinde13deen14deeeuw.

De dubbele waarheid die vaak aan de Averroïsten wordt toegeschreven, is ten eerste niet altijd terecht. In vele gevallen zijn de visies op religie en filosofie genuanceerder dan een dubbele waarheid (iets kan tegelijk waar zijn volgens de filosofie en vals zijn volgens de religie).Maarindegevallenwaarde dubbelewaarheid terechtwordttoegeschreven,isdeze daaromnietovergenomenuitdegeschriftenvanAverroës.IndeChristelijkemiddeleeuwen kende men zijn religieusfilosofische geschriften niet, dus kon men zijn opvattingen over filosofieenreligienietovernemen.Debestaandetheorieënoverdethematiek,ontstondenuit een eigen dynamiek. Een verlangen rationele wegen in te slaan, maar tegelijk de onmogelijkheid hiervoor ten volle te kiezen, vanwege de achterdocht en sancties van de katholiekekerk.

Devormvande dubbelewaarheid dieweinhetJodendomterugvinden,heeftweldegelijk zijn oorsprong in de religieusfilosofische teksten van Averroës. Maar ook wat zij produceerden was een eigen product van invloeden uit het werk van Averroës en de eigentijdseculturelecontext.

We moeten dus besluiten dat men uit het feit dat er Averroïstische filosofen zijn die de dubbele waarheid verkondigen, niet mag afleiden dat Averroës zelf de dubbele waarheid aanhing.Inhoofdstuk3zalditookblijkenuithet onderzoek van deprimaire teksten van Averroës.

66 Tekstanalyse

3 Tekstanalyse

IndithoofdstukbekijkenweenkeletekstenvanIbnRushdvandichterbij,werichtenonze aandachtopelementenuitdezetekstendieonsietsmeervertellenoverhoevolgensAverroës decommunicatiemoestverlopentussendeintellectueleeliteendemassa.Daarnaastkijken we ook naar Averroës’ ideeën over religie om deze zaken in een breder kader te kunnen plaatsen.Eerstbekijkenwehettheologischfilosofischedrieluikbestaandeuit KitābFaslal maqāl , KitābalKashf‘anmanāhijal‘adillafīaqā’idalmilla en alDamīma .Vervolgens gaanwedieperinop TahāfutalTahāfut entotslotbekijkenwezijn Averroës’commentaar opdeRepubliekvanPlato .Naargelanghetbelangvanhetwerkvooronsonderzoekzullenwe de inhoud ervan meer of minder uitgebreid behandelen. We zullen onze werkwijze steeds duidenbijdeaanvangvanelkeanalyse.

3.1 Het theologisch-filosofische drieluik

Kitāb Fasl almaqāl 48 , Kitāb alKashf ‘an manāhij al‘adilla fī aqā’id almilla 49 en al Damīma 50 vormensameneendrieluikvantheologischfilosofischetraktaten.Deverhouding tussen de 3 werkjes was aanvankelijk niet gemakkelijk vast te stellen, vooral dan wat de plaatsvan alDamīma tenopzichtevandeanderetweewerkenbetreft. AlDamīma werdlang gezien als de appendix van Fasl almaqāl (Hourani, 1976) 51 , maar sinds kort wordt het aangeduidalseeninleidingopofzelfsdeopdrachttot Faslalmaqāl .(Kruk,2006,p.14) 52 . Beidewerdenvermoedelijkgeschrevenin1179n.Chr.(Hernández,1997,p.5759) Kitābal Kashf‘anmanāhijal‘adillafīaqā’idalmilla valtgemakkelijkerteplaatsen.Hetwerkdraagt

48 Tevertalenals Hetbeslissendewoord.(Kruk,2006)

49 Tevertalenals: Boekvandemethodesvanbewijsvoeringm.b.t.dedogma’svandereligie,endefiniëringvan dedubbelzinnighedeneninnovatiesdieerinverschijnenalsinterpretatiemethodes,endiedewereldverdraaien ofleidentotvergissingen. (DeLey,1998,VanAlAndalustotkatholiekSpanje,4.2.2)

50 Deletterlijkevertalingis Supplement. Gezienhetwerktegenwoordigomverschillenderedenennietmeerals appendixwordtbeschouwd,kanhetzijndatditeentitelisdiehetwerkdoorheendejarengekregenheeft,maar dienietdoorAverroëszelfgegevenwerd.

51 GeorgeFadloHourani(19131984)wasprofessorfilosofieaanonderanderedeuniversiteitvanMichiganen deStaatsuniversititvanNewYorkinBuffalo.Hijwasgespecialiseerdinislamitischefilosofieengeschiedenis vanhetNabijeOosten.

52 RemkeKrukisalshoogleraarArabischetaalenCultuurverbondenaandeuniversiteitvanLeiden.

67 Tekstanalyse als datum het jaartal 575, wat in onze jaartelling overeenkomt met 11791980. Uit de verwijzingennaar KitābFaslalmaqāl kondenweechterookalbesluitendathetgeschreven werd na KitābFasl almaqāl endusookna AlDamīma .(Kruk,2006,p.14;Hernández, 1997,p.5759)

In AlDamīma behandelt Averroës het vraagstuk over de ware aard van Gods kennis. De theologenverwijtenaandefilosofendatzijvanmeningzijndatGoddedingennietinhun particulariteit kan kennen. De moeilijkheid ligt in het feit dat de dingen in onze wereld veranderlijkzijn.AlsGodvanalleveranderingenkenniszouhebben,zoudatimplicerendat dekennisvanGodookveranderlijkis.Detheologenwillenditprobleemoplossendoorhet begrip “voorkennis” in te voeren. Averroës bewijst echter dat hun redenering niet sluitend is. 53 DejuisteoplossingisdatGodskennisniethetgevolgisvandeverandering,maarwelde oorzaakervan.Netzoalsiemanddiehandeltofietsmaakt,niethoeftteveranderendoordeze daad,zoblijftookGodskennisdezelfdevoorennadeveranderingdiehijzelfveroorzaakt. EengelijkaardigeredeneringisnodigvoorhetbepalenvandeaardvanGodskennisvande individuelemensen.Hijkentonsopeenwijzediewijalsmensennietkunnenbegrijpen.( al Damīma inHourani,1976,p.7275)

Aangezieneentekstanalysevan AlDamīma minderinteressantisvoorditonderzoek,zullen wehiernietverderophetwerkingaan.Inwatvolgtbesprekenweenanalyserenwe Kitāb Fasl almaqāl en Kitāb alKashf ‘an manāhij al‘adilla fī aqā’id almilla . Kitāb Fasl al maqāl lazenweindeNederlandsevertalingvanRemkeKruk(2006),maarechterookmetde EngelsevertalingvanHourani(1976)bijdehand,o.a.ombetertekunnenverwijzennaarde originele tekst 54 . Van Kitāb alKashf ‘an manāhij al‘adilla fī aqā’id almilla konden we enkeleenvertaaldfragmentinHourani(1976)bemachtigen.

3.1.1 Kitāb Fas l al-maqāl

3.1.1.1 Inleiding

Averroësgeeftreedsinhetbeginvan KitābFaslalmaqāl hetdoelaanvanhetwerk:

WatikhiergazeggenheefttotdoelomopbasisvanonderzoekvandegodsdienstigeWettebekijkenofde studievandefilosofieendelogischewetenschappeningodsdienstigopzichtgeoorloofd,verbodendan

53 Zie alDamīma voordeargumentatie.

54 Kruk(2006)maaktgeenvermeldingvandeoriginelepagineringengeeftgeennummeringvanderegelsweer.

68 Tekstanalyse

welopgelegdis,hetzijindevormvaneenaanbeveling,ofalseenverplichting.(FAM,1:15;citaat,Kruk, p.30)

Uitdezezinkanveel afgeleidworden.Averroëswilbekijkenofdestudievandefilosofie geoorloofd,verbodenofopgelegdis,eninhetlaatstegevalofhetgaatomeenaanbevelingof eenverplichting.Hijvertrekthiervoorvanuitdegodsdienstigewet.

ZoalsArnaldez(2000)aanwijst,ishetbelangrijktebeseffendathetnietzomaargaatomeen zoektocht naar de relatie tussen geloof en rede oftussendogmatisch geloofenfilosofische waarheid. De teksten uit de filosofische en theologische traditie zijn te verschillend om zomaarmetelkaartevergelijken.HetonderzoekvanAverroësbetreftdevraagofdemanier van leven volgens de wijsheden van de filosofie te verzoenen valt met een levenswijze volgensdereligieuzewet.(Arnaldez,2000,p.79)Ditwilzeggendathetnietgaatomeen onderzoek over een abstract en theoretisch onderwerp, maar wel over een onderwerp met praktischerelevantieindetijdwaarinAverroësleefde.

DetermendieAverroëshanteertnamelijkgeoorloofd,verboden,opgelegd,aanbevolenof verplicht – zijn termen uit de juridische wereld. (Arnaldez, 2000, p. 80) Dit is niet verwonderlijkgeziendeachtergrondendeopleidingvanIbnRushd.Hijhanteertinhetwerk eenonderzoeksvormtusseneenjuridischeneenlogisch–demonstratiefonderzoekin.(Mahdī, 1984, p. 189) 55 De juridische blik van Averroës valt niet te vergelijken met een juridisch onderzoekzoalswijdatnukennen.Averroëswas qādī ,datwilzeggeneenrechterdiezich voorzijnrechtspraakbaseertopde sharī‘a ofgoddelijkewet.Averroësbaseertzichenerzijds op de godsdienstige wet en maakt anderzijds ook gebruik van analogieën vanuit andere wetenschappen – zoals het recht en de geneeskunde naar de filosofische wetenschap toe. Deze analogieën en verwijzingen naar andere wetenschappen geven blijk van zijn brede scholing.

Hetlaatsteelementdat weuithetcitaatkunnenafleidenisdatAverroësvertrektvanuitde religieuzewet.VanuitcitatenuitdeKoranwateenopenbaringstekstis–slaagthijerinhet gebruikvanderedeaantemoedigenenleidthijzelfsafdatdeKoranfilosofischonderzoek verplicht. Op zich geen gemakkelijke opdracht, men heeft hiervoor inzicht nodig in beide disciplinesalsookeengroteportiecreativiteit.ZozalhijdefragmentenuitdeKoranafentoe

55 Muhsin Mahdī (19262007) was een IrakeesAmerikaans Islamoloog en Arabist. Hij was als professor verbonden aan de University of Harvard. Hij was gespecialiseerd in Arabische, Hebreeuwse en Christelijke middeleeuwsefilosofie.

69 Tekstanalyse interpreterenenaanwendenopeenmanierdiehembeteruitkomtgezienhetdoeldathijwenst tebereiken.(Arnaldez,2000,p.80)Ookdedefinitievanfilosofischearbeidiszeerspecifiek enlijktreedsgeformuleerdmethetoogopdeverzoeningtussendetweelevenswijzen.(FAM, 1:1015,zieonder3.1.1.2)

Deoplossingvoordeverzoeningvandefilosofische en de op de religieuze wet gesteunde levenswijzebestaatvolgensMahdī(1984)uittweedeelluiken.Averroëszalaantonendatde HeiligeWeteengelaagdheidbezitenzoweleenschijnbareenoppervlakkigewaarheidbezit alsookeenbetekenisdieweenkelkunnenkennendoormiddelvaninterpretatie.Detweede oplossingbestaaterindatAverroësbewijstdatdeintentievandemenselijkeredeenvande HeiligeWetdezelfdeis.(Mahdī,1984,p.192)Opdezezakengaanwezodadelijkverderbij debesprekingvanhettraktaat.

Hetisinteressantomeerstnogeventekijkennaardebedoelingvanhetwerkopmetaniveau enonsaftevragentotwiehetjuistgerichtis.IndesamenlevingwaarinAverroësleefdeen schreef, sluimerde een eerder negatieve houding tegenover de filosofie (zie supra, onder 1.1.2).OnderdeAlmohadendynastiekregenenkelefilosofenweleenbeschermdeplaatsinde maatschappij,maarditkondealgemenenegatievehoudingniettemperen.Wemoeten Kitāb Fasl almaqāl dus ook zien als een verdediging van de filosofische praktijk tegenover de vijandenvandefilosofieindezemaatschappij.Ditwarenveelaldetheologen,vaakmensen geschoold binnen de mālikīrechtschool. 56 De bedoeling van Averroës is deze mensen te bereiken en te overtuigen op een zo gepast mogelijke wijze. Het werk is dus niet een filosofischwerk,wantzijnbedoelingisniethetbereikenvandefilosofen.Hetiseenwerk over filosofie, waarin hij de methoden gebruikt waarmee hij zijn doelpubliek zo goed mogelijk kan overtuigen. (Hourani, 1976, p. 1619) Daarom vertrekt hij vanuit de godsdienstige wet, hanteert hij (onder andere) een juridische methode en hanteert hij analogieën tussen filosofie, recht en ook andere disciplines tegenover dewelke het publiek gunstigergezindis.

56 In onze bronnen kwamen we weinig informatie tegen over de aard van de opleidingen binnen de middeleeuwseArabischewereld.BinnendeChristelijkewereldwerdenfilosofenentheologenopgeleidaande universiteiten volgdenzijeerstdealgemene artes opleidingdieveel filosofiebevatte. Wat welazenoverde educatie van Averroës doet vermoeden dat zij geen universiteiten kenden maar dat filosofen en theologen opgeleidwerdendoorscholingbij(persoonlijke)leermeesters.Ditkanverklarenwaaromerbijdetheologen binnendeIslamalgemeeneennegatieverehoudingheerstetenopzichtevandefilosofie,andersdandetheologen binnenhetChristendomwarenzijhiernietingeschoold.

70 Tekstanalyse

Bijdebesprekingvan KitābFaslalmaqāl zullenweeersthetverloopvanhetwerkschetsen. Vervolgens gaan we dieper in op elementen diebelangrijkzijnvoordevraagstellingenin dezethesis,namelijkwatzegtAverroësoverdecommunicatietussendeintelligenteeliteen het gewone volk en welke visie heeft Averroës op godsdienst en geloof. Slechts weinig secundaire bronnen handelen expliciet over deze eerste vraag. Bijdragen uit secundaire lectuurblijvendaarombeperkt.

3.1.1.2 Inhoud

Deel 1. De Wet verplicht filosofische studies

Averroësbegint KitābFaslalmaqāl alsvolgt:

WatikhiergazeggenheefttotdoelomopbasisvanonderzoekvandegodsdienstigeWettebekijkenofde studievandefilosofieendelogischewetenschappeningodsdienstigopzichtgeoorloofd,verbodendan welopgelegdis,hetzijindevormvaneenaanbeveling,ofalseenverplichting.(FAM,1:15;citaatuit Kruk,p.30)

Danbeginthijaandebewijsvoering.Eerstgeefthijzijndefinitievanfilosofie:

[Filosofieis]nietsandersdanalledingendiebestaantebestuderenendaarovernatedenken,vanuitde optiekdatzeeenverwijzingvormennaarhunMaker,datwilzeggenvanuithetgezichtspuntdathetom dingengaatdiegemaaktzijn.(FAM,1:1015,citaatuitKruk,2006,p.30)

Dedingenindewereldverwijzennaarhunmaker.Doordedingenzelftebestuderen,komen weookmeertewetenoverhunmaker.(FAM,1:152:15)

Deze definitie van filosofie is bijzonder omdat de definitie zelf eigenlijk reeds een geloofsstellinginzichdraagt.Namelijkdatereenschepperbestaatdieonzekosmosenalle dingen geschapen heeft. Er wordt niet echt een onderzoek naar God verwacht – onderzoek naarGodistheologie.Maardesalnietteminishetwelzodanmendoorhetonderzoeknaarde dingen in de kosmos ook meer te weten komt over God zelf, dus via een omweg lijkt theologietocheenonderdeelvanfilosofietezijn.Watderelatieookpreciesis,hetvaltniette ontkennen dat filosofie, religie en ook theologie hoe dan ook sterk verweven zijn en betrekkinghebbenopelkaar.

MetenkelecitatenuitdeKoranbeargumenteertAverroësdatdeheiligetekstoproeptomde schepping op een rationele wijze te benaderen en bestuderen. Aangezien de Koran hiertoe oproept, is het een verplichting om de schepping met behulp van de rede te bestuderen. Geziendedefinitievanfilosofieishetdusookeen verplichting om aan filosofie te doen.

71 Tekstanalyse

Wanneer we aan deze studie willen beginnen, is het echter nodig om eerst inzichten te verwervenindelogischebewijsvoering.(FAM,1:152:15)

Dezeinzichtenverwervenwedoorhetbestuderenvandelogischebewijsvoeringendoorhet vergelijken van deze argumentatievorm met andere mogelijke argumentatievormen. De logischebewijsvoeringisietswatwenietterugvindenbijdeeerstemoslimgelovigen,maar hetheeftweleenrijkegeschiedenisbijdeGriekseantiekedenkers.(FAM,2:15–3:15)Ibn Rushdmoedigtaantotopenheidtenaanzienvandeze“heidense”denktraditie.Hetisnaïefte denken dat je alle kennis hierover zonder hulp van anderen kan bereiken. Hij ziet het beoefenenvanwetenschapalseensamenwerkenovergeneratiesengrenzenvangodsdiensten heen:

Wielaterkomtmoetvoortbouwenophendievoorhemleefden,zodatdaardoordekennisvolledigkan worden.Hetismoeilijk,eigenlijkonmogelijk,ombijnultebeginnenendangeheelopeigenkrachtalles teontdekkenwatmenvandiewetenschapnodigheeft,netzoalsiemandmoeilijkopzijneentjealleskan uitvinden wat hij van de verschillende typen juridisch redeneringen moet weten. Voor de logische redeneerkunstgeldtdatnogsterker.(FAM,3:1520;citaatuitKruk,2006,p.33)

Zijnbeschrijvingvanwetenschapsbeoefeningdoetbehoorlijkmodernaan.Hijbenadruktdat hetnietgaatomeenblindovernemenvandeopvattingenvandeantieken.Hijpromooteen kritischehouding.Dingendiejuistzijnwordenovergenomen,datgenewatonjuistlijkttezijn wordtnaderonderzochtenaangepast.

Dusalsiemandandersdaaralonderzoeknaarheeftgedaan,danishetduidelijkdatwijdeplichthebben ombijonswerkgebruiktemakenvanwatonzevoorgangershebbengezegd,omhetevenofhetdaarbij ommensengaatdietotonzegeloofsgemeenschapbehorenofniet.(...)Alsdezaakduszoligtdatalles wateraanlogischinstrumentariumvoordestudienodigisalperfectisuitgezochtdoordeAntieken,dan ishetdezaakdatwijzorgenhunboekeninhandentekrijgeneneenstudiemakenvanwatzijerover hebbengezegd.Alsblijktdatalleskloptmoetenwehetvanhenovernemen,enalseronjuisthedenin zittenmoetenwijdaardeaandachtopvestigen.(FAM,3:204:5;citaatuitKruk,2006,p.34)

Doordestudievandelogicaverwerftmeneeninstrumentariumomtedenkenoveralhet bestaande.Ookbijdestudievanhetbestaandezelf,d.i.defilosofie,kunnenenmoetenwe gebruikmakenvanderesultatenvanhetonderzoekdie filosofen voor ons reeds bekomen hebben.

Wanterisgeenvakdatiemandhelemaalalleenopeigenkrachtkanopbouwen;laatstaandushetvak dervakken,defilosofie.(FAM,5:510;citaatuitKruk,2006,p.35)

WekunnendussamenvattendatderedeendeKoranhetzelfdedoelvoorogenhebben.Zowel de rede als de Koran moedigen aan tot het beoefenenvanfilosofie.DeKoranlaatookop

72 Tekstanalyse indirectewijzedestudievandeboekenvandeantiekewijsgerentoe.Wantzowelvoorhet onderzoek naar de aard van de logische methode die de beste methode is voor de filosofischestudiealsookvoordefilosofischestudiezelf,blijktheteenenormvoordeelte zijnomtesteunenopdekennisvandeantieken.

Hetisechternietiedereengegevendekennisuitdeantiekeboekentebestuderen.Averroës weidtuitoveraanwiehetaldannietgegevenisendeimplicatieshiervanvoordestudiein het algemeen. Om deze boeken te bestuderen moet men bepaalde eigenschappen bezitten, stelt Averroës. Men heeft een zekere intelligentiegraad nodig, maar ook een godsdienstige levenswandeleneendeugdzaamkarakter.Diegenendiehieraanvoldoen,magmendestudie nietverbieden,andersverstoortmendebedoelingenvanGod.Vooranderenisdestudievan deantiekeboekensterkafgeradenomdatdezekennisschadelijkvoorhenkanzijn.Dekennis in deze boeken kan bij hen leiden tot verwarring, onzekerheid en ongeloof. De redenen waaromzijdestudienietaankunnen,kunnenvanverschillendeaardzijn:

Datkankomendooreengebrekaanaanleg,ofdooreenverkeerdeaanpakvandiestudie,ofomdathij doorzijnpassieswordtoverweldigd,ofomdathijgeenleermeesterkanvindendiehemophetjuistepad zetomtotgoedbegriptekomenvanwatindieboekenstaat,ofdooreencombinatievanverschillende vandezefactoren.(FAM,5:1525;citaatuitKruk,2006,p.36)

IbnRushdisechtervanmeningdathetnegatieveeffectdatdezeboekenopbepaaldemensen kanhebben,geenredenhoefttezijnomhetonderzoekvandezeboekeninzijngeheelte verbieden. 57 Ditwordtbevestigddooreenredeneringnaaranalogievanuitanderedomeinen– zoalsderechtspraak.(FAM,4:56:15)

DeGoddelijkewetspoortmensenaanomonderzoekte verrichten en op deze manier God betertelerenkennen.DeMoslimszijndusverplichtdezeaansporing–wekunnenhetzelfs eengebodnoemen–optevolgen.Erisechternuanceringgebodenwantnietiedereenkandit opdezelfdewijzevolbrengen.Erzijn3methodenomtotdewaarheidtekomen:deretorische, dedialectischeenvoordegeleerdendelogische of demonstratieve redeneermethode 58 . Menisverplichtdezemethodetebeoefenendiebinnenzijnofhaarcapaciteitenligt.Opdeze

57 VoorGhazālīwashetfeitdatbepaaldefilosofenvanhetgelovigepadwarenafgedwaaldwelvoldoendeomde gehelestudiefilosofiealsschadelijkenheidenstezien.Hierkomenwelateropterug.

58 Hier staan ze opgesomd van “gemakkelijk” naar “moeilijk”. Averroës bespreekt het volgende nergens letterlijk, maar we menente kunnenafleidendat wanneermenvolgenseenbepaaldemethodekanredeneren, menookderedeneermethodenbegrijptdiegemakkelijkerzijn.

73 Tekstanalyse manier kan iedereen – weliswaar op van elkaar verschillende wijzen tot een bevestigend oordeelkomen.(FAM,6:10–7:10)

Deel1steltdusdatdeKoranaanspoorttotfilosofischestudieendathiervoordestudievande antiekeboekentoegelatenenzelfsvereistis.Erzijnechterwelrestrictiesopwiedezestudie magaanvatten.Bepaaldemensenkunnenontsporennaaraanleidingvandezestudie.Ditis echtergeenredenomdestudieinhetalgemeenteverbieden.

Deel 2: Filosofie bevat niets dat niet verzoenbaar is met het islamitische geloof

AanvankelijkwashetwerkvanAverroësnietonderverdeeldinhoofdstukken.Hourani(1976) verdeeltechterwelonderindriehoofdstukkenendoetditnatuurlijknietzonderreden.Het eerstedeel–zoalsHouranihetziet–maaktduidelijkdatdeKoranaanspoorttotdestudievan defilosofie.InhettweededeelverdedigtIbnRushddezethesetegenmogelijkeobjecties.De hoofdobjectiezouzijndatfilosofischedoctrinesintegenspraakzijnmetdeleerstellingenvan het Heilige schrift en dat het daarom niet erg aannemelijk is dat de Koran aanspoort tot filosofisch onderzoek. Averroës formuleert nergens letterlijk deze kritiek van zijn tegenstanders,maarhijlijktzichhierwelheelduidelijktegenintedekken.Zobeginthet tweede deel 59 met het uiteenzetten van de onmogelijkheid van een tegenspraak tussen de heiligetekstenfilosofischonderzoek.(Hourani,1976,p.22)

Alsdezeheiligetekstwaarisenoproepttotdestudiedietotkennisvandewaarheidleidt,danwetenwij moslimsabsoluutzekerdatlogischebewijsvoeringnooitkanleidentotietswatintegenspraakismetde heiligetekst.Waarheidkanimmersnietinstrijdzijnmetdewaarheid,maarmoeterjuistmeeovereen stemmenenereenbevestigingvanzijn.(FAM,7:510,citaatuitKruk,2006,p.38)

DitcitaatwordtookmeermaalsgebruiktomaantetonendatAverroësgeenaanhangerwas vaneen dubbelewaarheid .(o.a.Taylor,2000,p.6;Ozcoidi,1998,p.27)Alsereen dubbele waarheid was, mochten de twee waarheden elkaar wel tegenspreken en had Averroës zich heelwatmoeitekunnenbesparen.MaarAverroësgaatanderstewerk.

Averroëswerktdeinhoudvanhetvoorgaandecitaatverderuitdoordemogelijkhedenuitte schrijven en te analyseren. Dit leidt tot de volgende gedachtegang: wanneer logische bewijsvoeringleidttotkennisvanietsdatbestaat,zijnertweemogelijkheden.Ofwelwordter indeHeiligetekstovergeschreven,ofwelblijfthetdaaronbesproken.Inditlaatstegevalis ergeenprobleem.Inhetanderegevalhebbenweweertweemogelijkheden,datgenewatinde

59 HettweededeelvolgensdeonderverdelingdieHouraniinvoerde.

74 Tekstanalyse

Koran staat kan ofwel in overeenstemming zijn, ofwel in tegenspraak zijn met wat er bekomenwerddoormiddelvandelogischebewijsvoering.Wanneererovereenstemmingis, iserwederomgeenprobleem.WanneererechtertegenspraakbestaattussendeHeiligetekst endebewijsvoering,danisereenallegorischeinterpretatienodigvandeHeiligetekst.(FAM, 7:5–8:15)

Averroësomschrijftallegorischeinterpretatiealsvolgt:

[Eenallegorischeinterpretatieis]hetuitbreidenvandebetekenisvanietswatgezegdwordtvandeechte betekenisnaardeoverdrachtelijkebetekenis,zonderdatdaarbijgenegeerdwordtwatdeinhetArabisch gebruikelijkemanierenzijnomietsoverdrachtelijksaanteduiden.(FAM,7:1520,citaatuitKruk,p.39)

DeHeiligetekstiszo–metzijnletterlijkenallegorische interpretatie door de schepper bedoeld,omdatmensenonderlingverschillen.

Deredenwaaromwijeenheiligeteksthebbenontvangendiezoweleenletterlijkealseendieperliggende betekenisheeftisdatmensenverschillendvanaanlegzijn.Hunvermogenomtoteenbevestigendoordeel tekomenlooptuiteen.(FAM,8:1015,citaatuitKruk,2006,p.40)

Averroësiserzekervandatwanneerertegenspraakistusseneenlogischebewijsvoeringen deletterlijkebetekenisvandeheiligetekst,eraltijdeenallegorischeinterpretatiemogelijkis. Geen enkele moslim trekt dit in twijfel, volgens Averroës. Hetgene wat echter voor problemenzorgtishetbepalenwelketekstenallegorischeinterpretatievergenenwelkeniet. (FAM,7:5–8:15)

Bijhetuitdokterenvanditvraagstukishetbegrip ijmā‘ ofconsensusvanbelang.Andersdan binnen het Christendom werden de geloofswaarheden niet vastgesteld door een hiervoor aangestelderaadvangodsdienstigeleiders.Geloofswaarhedenwerdengedefinieerdintermen vanaanvaardingdoordemoslimgemeenschap.Wanneerereenconsensusbekomenwerdin degeloofsgemeenschapovereenbepaaldonderwerp,stonddezewaarheidvast.Datgenedat integenspraakwasmetdezeconsensuswerdgezienalsonorthodox.Indepraktijkwashet echter onmogelijk om een consensus te bekomen binnen de gehele geloofsgemeenschap. Bijgevolgginghetindepraktijkdaaromomeenconsensusbinnendegroepvangeleerdenof de ‘ulamā’ ineenbepaalderegio.(Hourani,1976,p.29)

Wanneerdeopvattingenvandefilosofenintegenspraakzijnmetde ijmā‘ ofconsensus,isdit duseenblijkvanongeloof.Deconsensuskanvoorschrijvendateenbepaaldfragmentniet allegorischgeïnterpreteerdmagworden.Wanneerfilosofenditfragmentdantochallegorisch interpreterenmoetenzijals kāfirs ofongelovigenbestempeldworden.(Hourani,1976,p.29)

75 Tekstanalyse

GhazālīverwijtaanAlFārābīenIbnSīnāongeloofopbasisvan3redenen.Deeersteredenis dit voorgenoemde algemene verwijt dat zij allegorisch interpreteren waar het volgens de consensusnietmag.Deanderetweezijnmeerspecifiek,namelijkdatzijverkondigdendatde wereld eeuwigbestaat en dat God de afzonderlijke gebeurtenissennietzoukennen.(FAM, 9:1510:5)

Ibn Rushd weerlegt in Kitāb Fasl almaqāl eerst het algemene verwijt. Hij meent dat men overtheoretischezakennooiteenstemmigheidofconsensuskanvaststellen 60 .Zelfsalsmen de groep geleerden waarvan men de opvattingen onderzoekt zeer goed afbakent in tijd en locatie,blijftheteenmoeilijkezaakomconsensusvasttestellen.Eenfactordiehetgeheel bemoeilijktisdaterinhetverledenverschillendegeleerdenwarendieargumenteerdendater invele gevalleneenallegorischewaarheidbestaatdienietmetde gewonemensen gedeeld mag worden. Deze houding impliceert dat het nog moeilijker is eenstemmigheid vast te stellen. Het is namelijk zeer moeilijk te achterhalen of er al dan niet een dieperliggende waarheidbestaat,omdaternietvrijovergecommuniceerdwordt.(FAM,8:10–9:20)

Aangezienhetonmogelijkiseenconsensusvasttestellenbijdegeleerden,isheteveneens onmogelijk om de filosofen te verwijten dat hun uitspraken de consensus tegenspreken. HiermeeheeftAverroëshetprobleemopgelosteneigenlijkookdespecifiekeproblemendie Ghazālī postuleert. Er is namelijk geen consensus mogelijk over deze twee andere zaken. Wanneerdefilosofeneenmeningaanhangenkandiedusooknietintegenspraakzijnmeteen consensusdienietbestaatofnietvasttestellenvalt. Tochbespreekt Averroës ook nog de anderetweeproblemen.

EerstbespreektIbnRushddekennisvanGod.HijschrijftdatGhazālīdeantiekewijsgeren verkeerdbegreep.ZijwildennietaantonendatGoddeparticulieredingennietkankennen, maarweldatHijdedingenopeenanderemanierkentdanwijgewoonzijn. 61

Zij[d.i.deantieken]zijnvanmeningdatGodnietalleendeafzonderlijkegebeurtenissenopeenandere manierkentdanwij,maarookdealgemenebegrippen.(FAM,11:1015,citaatuitKruk,2006,p.47)

HetzouafbreukdoenaanGodsnaamzijnmaniervankennenenwaarnemenmetdeonzete vergelijken.(FAM,10:1–11:15)

60 Averroësmaaktechterweleenonderscheidtussentheoretischeenpraktischeonderwerpen.Overpraktische onderwerpenblijkthetveeleenvoudigeromtotconsensustekomen.

61 Ziehiervoorook alDamīma .

76 Tekstanalyse

Vervolgens bespreekt hij de opvattingen over de aard van de kosmos van enerzijds de theologen en anderzijds de wijsgeren. De eindigheid of oneindigheid van de kosmos is volgensAverroësinhoofdzaakeenverschilinbenaming.Deopvattingenvandefilosofenen detheologenliggenvolgenshemnietvergenoeguitelkaaroméénvanbeidenalsongeloofte bestempelen, daarvoor moeten meningen elkaar radicaal tegenstellen. De ash‘aritische theologenendeantiekefilosofenzijnhetmetelkaareensdatdegeschapendingenindrie groepen onderverdeeld kunnen worden. Het betreffen twee uitersten en één soort tussen beidenin.Aanheténeuiterstebevindenzichdebestaandeobjectendiedoorenuitietszijn ontstaan. Deze dingen zijn in de tijd ontstaan. Dit geldt voor de meeste objecten in onze kosmos. Aan het andere uiterste hebben we de bestaande zaken die niet door en uit iets ontstaanzijnenwaarbijaanhetbestaan geen tijdvoorafging.EenvoorbeeldhiervanisGod dieeeuwigisendieweenkeldoorlogischebewijsvoeringkunnenkennen.

Tussendezetweeuitersteninliggendebestaandedingendienietuitietsanderszijnontstaanenwaar geentijdaanisvoorafgegaan,maardieweldoorietstotbestaanzijngebracht,datwilzeggendooreen handelendeoorzaak.Ditishetgevalmetdekosmosalsgeheel.(FAM,12:510,citaatuitKruk,2006,p. 48)

Totzoverzijnbeidepartijen–deantiekenendetheologen–hetmetelkaareens.Volgens Averroës ligt het echte verschil in de manier waaropzijnaardevoorbijgeganetijdenhet voorbijebestaankijken.Voordetheologenzijnzijbeideeindig,voorAristotelesendeandere filosofenzijnzijoneindig.(FAM,11:1513:5)

Wanneer we echter naar de letterlijke tekst in de Koran kijken over de schepping van de kosmos, blijkt dat ook de Ash‘aritische theologen er een allegorische interpretatie op na hielden.DeKoranzegtnamelijk:

EnHijishetdiegeschapenheeftdehemelenendeaardeinzesdagen,terwijlzijntroonophetwater was.(KoranII:7;overgenomenuitKruk,2006,p.50)

Wanneerweditletterlijknemenzegtditversdaterreedseentroonenwateraanwezigwaren voorderestvandescheppingtotontstaankwamendaterookaleentijdbestondvóóronze tijd.Dezepassagesamenmetandereheiligepassagesoverdezematerie,tonenaandatookde theologenallegorischinterpreteren.

Hetisondenkbaardatalletheologenunaniemdezelfdeallegorischeconclusiezoudentrekken. Erisdusoverdescheppingendeaardvandekosmosgeenconsensusbijdetheologen.De filosofengaanbijgevolgnietintegeneeneenstemmigeconclusiewanneerzijereenandere visieopnahouden.Ervalthendusgeenongeloofteverwijten.(FAM,13:15–13:20)

77 Tekstanalyse

Deredeneringomalsongeloofaanteduidenwatnietmetdeconsensusovereenstemt,lijkt niettewerken.Naditontmaskerdtehebben,legtAverroëszijneigensysteemuitdatvastlegt wieallegorischmaginterpreterenenwaarinhijeennieuwonderscheidcreëerttussengeloof en ongeloof. Eerst maakt hij een onderverdeling tussen de fouten die men kan maken ten opzichte van de heilige tekst. Daarnaast maakt hij ook een onderscheid tussen de verschillendesoortentekst,naargelangdewijzewaaropzebehandeldmoetenworden.

VolgensAverroëszijnertweesoortenfoutendiedemenskanbegaantenopzichtevande godsdienstigewet.

(...)foutentenaanzienvandegodsdienstigewetvallenintweecategorieënuiteen.

Deenecategoriezijndefoutendiemensendievoldoendetheoretischonderlegdzijnindezaakwaarinze eenfoutmakennietaangerekendhoeventeworden.(...)Diefoutenzijnechternietteverontschuldigenbij iemanddienietsvanhetonderwerpafweet.(FAM,14:1020,citaatuitKruk,2006,p.52)

Dit wil zeggen dat een geleerde die door God voor de studie van de Heilige tekst uitverkorenisendieondankseengrondigestudietocheenfouteconclusietrekt,hiervoor nietgestrafthoeftteworden.Mensendiebehorentoteenandereintelligentieklasseworden hiervoorwelgestraft.Zijhebbengeprobeerdomuitsprakentedoenoverzakenwaartoezij niet bevoegd zijn. Dit valt niet te verontschuldigen en zij worden daarom gezien als zondaarofongelovige.

Deanderecategoriezijndefoutendiebijniemandteverontschuldigenzijn.Alsdatfoutenzijndiede grondbeginselenvandegodsdienstigeWetbetreffen,geldenzealsongeloof;gaathetomdingendieuit degrondprincipeswordenafgeleid,dangeldenzeals ketterij. Zulke fouten doen zich voor bij dingen waaroverkenniskanwordenverkregenviaverschillendemethodenvanbewijsvoering,zodatdekennis vooriedereentoegankelijkis.(FAM,14:1520,citaatuitKruk,2006,p.52)

Defoutenonderdetweedenoemerzijnfouteopvattingenofuitsprakenovergodsdienstige grondslagen. Dit kan bijvoorbeeld zijn over het bestaan van God, het bestaan van de profeetofhetbestaanvanhethiernamaals.Ditzijnnamelijkgeloofswaarhedendiemen kanbereikenopdedrieverschillendemethodischewijzen:deretorische,dedialectischeen delogischewijze.(FAM,13:15–15:10)

Dit alles impliceert dat er kennis bestaat die men enkel via de logisch demonstratieve bewijsvoering kan kennen. Deze manier van kennen is niet voor iedereen weggelegd. De redenenwaarommennietopdezemaniertotkenniskankomenzijnminofmeerdezelfdeals deredenenbijdiegenedieinonkundezijndeboekenvandeantiekentehanteren.Hetgaat om een gebrek aan aanleg, foute gewoonten of doordat deze mensen niet de mogelijkheid

78 Tekstanalyse hadden de methode aan te leren. Er is voor deze mensen in de heilige tekst echter een alternatievewijzevoorzienomkennisterverwerven:

Voorhenheefthijdaarnamelijksymbolischevoorstellingenengelijkenissenvangemaakt,enHijheeft hen ertoe opgeroepen tot een bevestigend oordeel te komen door middel van die symbolische voorstellingen.Diebiedennamelijkdemogelijkheidomviabewijsvoeringenwaartoeiedereentoegang heeft,namelijkdialectischeenretorischemanierenomietsaantetonen,toteenbevestigendoordeelte komen.Omdezeredenheeftdeheiligetekstzoweleenletterlijkealseendieperliggendebetekenis.(FAM, 15:1015,citaatuitKruk,2006,p.53)

Hetgaathierdusomeenzelfdewaarheiddieopeensymbolischewijzeweergegevenwordt zodatiedereenhetkanbegrijpen.Inhetlichtvandeinhoudvan KitābalKashf‘anmanāhij al‘adillafīaqā’idalmilla 62 gaathetvaakomeenzintuiglijkeoflichamelijkevoorstelling. Iets dat op zintuiglijke wijze uitgebeeld is, kan gemakkelijker begrepen worden door de massa.

De Koran heeft dus zowel een letterlijke als een dieper liggende betekenis. Averroës onderscheidt3soortentekstenindeKoran.

• Teneerstezijnerdetekstendiedooriedereenletterlijkgeïnterpreteerdmoetenworden. Dedriemethoden(retorisch,dialectischendemonstratief/logisch)leidenelktotdezelfde waarheid.Allegorischeinterpretatieisdaaromniettoegelaten.Wanneermentochéénvan dezetekstenallegorischinterpreteertenalshetomietsbelangrijksgaat,wordtditgezien alsongeloof.Hetbetreftdandetweedesoortfouttenopzichtevandegodsdienstigewet. Zakendieuitdezeongelovigestandpuntenafgeleidzijn,benoemtmenalsketterij.

• Daarnaast zijn er letterlijke betekenissen die door de mensen van de demonstratieve bewijsvoering allegorisch moet worden geïnterpreteerd. Vatten ze die letterlijk op, dan geldtdatalsongeloof.Voormensendieniettotdezegroepbehorengeldthetomgekeerde: voor hen is hetjuist ongeloof of ketterij als ze die teksten allegorisch interpreteren of andersopvattendandeletterlijkebetekenisaangeeft.(FAM,16:15,citaatuitKruk,2006, p.54)

Deintellectueleelitedieinstaatistotlogischebewijsvoeringishetoverdezesoortteksten unaniem eens dat de tekst een allegorische interpretatie vraagt. Er kan echter wel onenigheidoptredenoverdeaardvandeallegorischeinterpretatie.Ookbinnendeklasse

62 Zieinfra,onder3.1.2.

79 Tekstanalyse

van wijze mensen kan men nog onderscheid maken tussen mensen die een groter of kleinere graad van logische kennis bereikt hebben. Hun allegorische interpretaties van eenzelfdetekstkunnenbijgevolgverschillen.

• Dederdesoorttekstzijndietekstenwaarovertwijfelbestaat.Detekstenzijndubbelzinnig en moeilijk. Sommigen menen dat men hen enkel letterlijk mag nemen, de anderen opteren voor een allegorische interpretatie. Fouten bij de interpretatie zijn dan ook onvermijdelijkenwordengeëxcuseerdbijdegeleerden.Aanmensenuitandereklassen wordt deze fout wel aangerekend, dit omdat zij zich lieten verleiden tot een oordeel waartoe zij niet bevoegd zijn. (FAM, 15:5 17:15) Het betreft hier de eerste fout ten opzichtevandegodsdienstigewet.

Voor de nietgeleerden geldt dus dat zij steeds de letterlijke betekenis moeten aannemen. Wanneer zij een zoektocht aanvatten naar een diepere betekenis bezondigen zij zich aan ongeloof.Geleerdenmoetendeletterlijkebetekenisaannemenbijdetekstendievallenonder deeerstesoort,enallegorischinterpreterenbijdetekstendievallenonderdetweedesoort. Wanneerzijandershandelenwordenzijookalsongelovigenbestempeld.Degeleerdemagde waarheiddiehijdoordelogischemethodeverkregenheeftnietmetdemensenuitdeandere klassendelenwantdanzouhijzeaanzettentotongeloof.Anderenaanzettentotongeloofis zelfookeenblijkvanongeloof.

Er bestaan dus verschillende vormen van ongeloof. Naargelang de klasse waartoe iemand behoort kunnen verschillende zaken als ongeloof opgevat worden. De massa mag niet hoogmoedigzijnenzichzelfoverschatteninintellectuelecapaciteiten.Deintellectueleklasse moetdatgenedoenwaartoehijvoorbestemdis–enzekernietminder–enmagdemassaniet aanzettentotactiesdiebijhentotongeloofzouleiden.

Ditallesheeftgevolgenvoorhetschrijvenendeverspreidingvanboeken.Hetisgeenoptie om boeken met allegorische interpretaties en logische bewijsvoeringen te verbieden, zij dragen–wanneerzijindejuistehandenvallennamelijktoetothetvervullenvandewensen vanGod.Hetisanderzijdswelbelangrijkdatallegorischeinterpretatiesindejuisteboeken terechtkomenennietvermengdwordenmetdialectischeenpoëtischretorischeargumenten. DitgebeurtvolgensAverroësindeboekenvanGhazālī.

Het is dus belangrijk dat de schrijvers geen verwarrende informatie meegeven. Daarnaast moetmenervoorzorgendatdeboekenvoordewijzen enkel bij de juiste mensen terecht komen zodat de logische argumentaties hierin de nietgeleerden niet zouden verwarren of

80 Tekstanalyse aanzettentotongeloof. 63 (FAM,17:1018:15)Welkemaatregelenhiervoorgetroffenkunnen worden,wordtnietbesprokenbijAverroës.Wekunnenvermoedendatdezeregelsvooreen deelreedszonderactieveinterventievoldaanzoudenzijn,omdateengrootdeelvandemassa ongeletterd was. De theologen echter die ook tot de massa behoren aangezien de intellectueleelitegelijkstaataandeklassevanfilosofen,zoalsweverderzullenaantonen– kondenmeestalwellezenenmoestenwelnadrukkelijkbehoedwordenvoordielectuurdiete moeilijkzouzijn.Mogelijkbestondener–zoalstijdensdemiddeleeuweninWestEuropa intellectuelemilieuswaarinbepaaldelectuurinhetgeheimcirculeerde,ofwashettochiets gelijkaardigswaarIbnRushdopdoelde.

Opditdeelvanhetboekaangekomen,zietAverroësalhetvoorgaandealseenafgeronddeel. Interessantisdathijzichalshetwareverontschuldigtvoorhetgenewathijbespraktotnutoe. Wezullenindenabesprekingdezeverontschuldigingkadereninhetbrederegeheelvanzijn opvattingen.

Totzoverwatwijgemeendhebbenduidelijktemoetenvastleggenoverditsoortvanstudie,datwilzeggen overdediscussietussengodsdienstigeWetenfilosofie,enoverderegelsvoorallegorischeinterpretatie vandegodsdienstigeWet.Alsernietzoveelovertedoenwasonderdemensenenernietzoveelgepraat werdoverdekwestiesdiewijhebbenbesproken,zoudenwijonsnietverstouthebbenomerookmaareen letteroverteschrijven,endanzoudenweonsdaarvoorookniethebbentehoevenexcuserentegenover de mensen die aan allegorische interpretatie doen. Deze kwesties horen namelijk eigenlijk alleen besprokentewordeninboekenoverlogischebewijsvoering.

GodisdeLeider,enHijishetdiedegunstverleentomhetjuistetedoen.(FAM,18:1520,citaatuit Kruk,2006,p.58)

IndittweededeeltoondeAverroësaandatfilosofieenreligieverzoenbaarzijn.IbnRushdis vanmeningdatdeHeiligeteksteenletterlijkeen een diepere betekenis heeft. Daar waar filosofie en religie elkaar op het eerste zicht lijken tegen te spreken, moeten we gebruik makenvandeallegorischeinterpretatiemethode.VolgensGhazālīenenkeleanderetheologen is allegorische interpretatie niet toegestaan wanneer de interpretatie de consensus tegenspreekt. Averroës toont echter aan dat het zeermoeilijkisomeenconsensusvastte stellenovertheoretischeonderwerpenendatookdevermeendeconsensusvaakberustopeen allegorischeinterpretatie.

63 Belangrijkisdatongeloofnietveroorzaaktwordtdoordelogischeargumentatiesopzich,maarwelwanneer dezelogischeargumentatiesterechtkomenbijpersonendienietdecapaciteithebbenhentebegrijpen,bij(de weinige)anderenisergeenprobleem.

81 Tekstanalyse

Vervolgens doet Ibn Rushd een ander voorstel om te bepalen wanneer allegorische interpretatie toegestaan is. Eerst maakt hij een onderscheid tussen twee soorten fouten die gemaaktkunnenwordenmetbetrekkingtotallegorischeinterpretatiesvandeHeiligetekst. DaarnalegtIbnRushduitdaterdriesoortentekstentevindenzijnbinnendeHeiligetekst. Overdeeerstetweesoortenbestaaterconsensusoferaldannietallegorischgeïnterpreteerd magworden.Indeeerstetekstmagditnamelijkhoegenaamdniet,indetweedetekstenkel door de intellectuele elite. De laatste soort tekst is de tekst waarover men twijfelt of allegorische interpretaties al dan niet toegelaten zijn. Deze theorie heeft enkele implicaties voor de communicatie tussen de geleerden en de massa over bepaalde onderwerpen van belang.

Deel 3 De filosofische interpretaties van de schrift mogen niet aangeleerd worden aan de massa

Hetdoelvandeheiligetekstisomdewarewetenschapendewaremaniervanpraktischhandelente onderrichten.(FAM,18:1520,citaatuitKruk,2006,p.59)

Dewarewetenschapisdekennisoverdatgenewatbestaat,overGodenoverhethiernamaals. DepraktischekenniswaaroverAverroëshierschrijft,iskennisvanhetpraktischehandelen, d.i.kennisover welke handelingenmenmoet uitvoerenomtot geluktekomenenwelke zullen leiden tot kwellingen in het hiernamaals. De praktische kennis bestaat uit twee subcategorieën, namelijk fysieke handelingen en handelingen van de ziel. (FAM, 18:20 – 19:10)

Hetonderrichtmethetoogopdewarewetenschapendewaremaniervanpraktischhandelen kanoptweeverschillendemanierenplaatsvinden.Doorbegripsvormingofdoorhetvormen vaneenbevestigendoordeel.Begripsvormingverkrijgtmenviahetdingzelfofviadatgene wathetsymboliseert.Eenbevestigendoordeelkanbekomenwordenviadedemonstratieve, dedialectischeofderetorischemethode.Deretorischeendedialectischemethodenzijnvoor meer mensen toegankelijk dan de logische methode. Deze laatste methode kan namelijk slechtsdooreenkleineelitebeoefendkanworden.Aangeziendeheiligetekstiedereenwil bereikendraagtzijallevormenvanonderrichtinzich.

Averroëssomtinzijnwerkviersoortenmethodenopdieindegodsdienstigewetworden gebruikt.Zezijnafhankelijkvandeeigenschappenvandepremissenenconclusiesenpassen hetaldannietallegorischeinterpreterenhieraanaan.(FAM,19:1020:15)Demogelijkheden zijn:

82 Tekstanalyse

• Zekereenvaststaandepremissenenidemconclusie.

• Zekereenvaststaandepremissenmaareensymbolischeconclusie.

• Symbolischepremisseneneenzekereenvaststaandeconclusie.

• Symbolischepremisseneneensymbolischeconclusie.

Zoals we eerder al schreven kan de allegorische interpretatie alleen door logische bewijsvoeringbekomenenbegrepenworden.Wanneereenteksteenallegorischeinterpretatie heeft, zijn de door God uitverkoren geleerden verplicht de allegorische interpretatie te achterhalen. Voor de massa geldt dat zij de teksten, zowel in het opzicht van de begripsvorming alsdat vanhetbevestigendoordeel, letterlijk moeten nemen. In bepaalde gevallen kan het voorvallen dat de allegorische interpretatie overtuigender is dan de letterlijke.Indezegevallenishetmogelijkdatdeallegorischeinterpretatieooktoegestaanis aandemensenvandedialectischebewijsvoering.(FAM,20:1521:5)Averroësishierover echtervrijvaag.

Erzijndrieklassenvanmensenwanneerwekijkennaarhunverhoudingtotdeheiligetekst. Averroëssteltdelaatsteklassehierzeerduidelijkgelijkaandefilosofischeklasse.

Erisdeklassediehelemaalnietaanallegorischeuitlegmagdoen;datzijndemensenvanderetorische methode.Zijvormenveruitdemeerderheidvandegrotemassa,omdatniemandmeteengewoonverstand hetzonderdezemanieromtoteenbevestigendoordeeltekomenkanstellen.

Daniserdeklassevanmensenvoorwiedialectischeinterpretatiegeschikteris.Datzijnzijdieofpuur dooraanleg,ofdooraanlegengewoontedialecticizijn.

Tenslotteiserdeklassedieaanmetzekerheidvaststaande interpretatie doet. Dat zijn de mensen die zoweldoorhunaanlegalsdoorhunvak,defilosofie,totdemonstratievebewijsvoeringneigen.(FAM, 21:110,citaatuitKruk,2006,p.62)

Er zijn twee grote redenen waarom deze laatste klasse het resultaat van hun allegorische interpretatienietzomaarmagmeedelenaandegrotemassa.

Deeersteredenisdathet–zoalswereedsvermelddenvoorongeloofvanzoweldegeleerde alsvandemassazorgt.Datdemassazijngeloofkanverliezenkanuitgelegdwordenaande handvantweegevolgenvandeallegorischeinterpretatie.Eenallegorischeinterpretatiezorgt ervoordatdeletterlijkebetekeniszijnwaardeverliestendatdejuistheidvandeallegorische uitlegbevestigdwordt.Demassaisnietverstandiggenoeghetbewijsvoordejuistheidvande allegorische uitleg te begrijpen. Wanneer zij echter wel meegaan in het verwerpen van de letterlijkebetekenis,zullenzijgeenhouvastmeerhebbenenvervalleninongeloof.

83 Tekstanalyse

Deze waarschuwing heeft ook gevolgen voor wat er al dan niet in populaire boeken geschrevenmagworden.

Allegorische betekenissen horen niet aan de grote massa te worden uitgelegd en ook niet te worden neergelegdinretorischeofdialectischeboeken,datwilzeggenboekenmetuitsprakenvandezelaatste tweecategorieën,zoalsAbuHamid 64 dieheeftgemaakt.(FAM,21:1520,citaat,Kruk,2006,p.63)

Averroës maakt ook nog een extra opmerking over de communicatie van de elite met de massa.Oppuntenwaarhetnietduidelijkisoferaldannietallegorischgeïnterpreteerdmoet worden,moettegendemassa–diedeallegorischeinterpretatietochnietzoudenbegrijpen– gezegdwordendatmennietzekerkanzijnoverdebetekenisendatenkelGodhetantwoord weet.Ditzelfdeantwoordwordtgebruiktbijalleandereingewikkeldevragenwaardemassa hetantwoordnietopzoubegrijpen.(FAM,21:1025)

Omditbeterteduidenenomzijnstellinginname–datdemassavoorgelogendientteworden – te rechtvaardigen, toont Averroës de analogie aan met de verplichtingen die een dokter heeft.Wanneereenziekenaardedoktergaat,zaldezedoktervoorschriftengevenoverwat men wel of niet moet doen om zijn gezondheid te herwinnen. De voorschriften zijn zo geformuleerd dat iedereen ze zal begrijpen. Wanneeriemanddeziekenzouzeggendatde voorschriftenvandedokternietjuistzijneneenallegorischeinterpretatievergen,zouditvoor groteverwarringzorgen.Hetresultaatzouzijndatmensennietmeerwetenwatwelofniet goed is voor hun gezondheid. De ware betekenis van de voorschriften zouden zij niet begrijpenenzezoudennietgenezenmaarsterven.Devergelijkingismeerdaneenpoëtische vergelijking.Dedokterzorgtvoordegezondheidvanhetlichaamzoalsdewetgevervoorde gezondheidvandeziel.DegezondheidvandezielwordtdoorIbnRushdgodsvruchtigheid genoemd.(FAM,22:123:20)

Eentweederedenwaaromdeallegorischeinterpretatienietmethetgewonevolkgedeeldmag worden is dat het meedelen van enkele allegorische interpretaties of zelfs foutieve interpretaties er voor gezorgd hebben dat er verschillende sekten ontstonden, zoals de Mu ‘tazalietenendeAsh‘arieten.Hunverschillendeopvattingenzorgdenvoorhaat,tweedracht enoorlog.Demethodendiedetheologenbinnendesektengebruikten,vindendaarenboven nochbijdeelite,nochbijdemassaaansluiting.Voordemassazijndemethodentemoeilijk, voordeeliteisdemethodeminderwaardigaandelogischebewijsvoering.(FAM,23:15– 24:15)

64 AbuHamidisAbuHamidalGhazālī,deschrijvervan TahāfutalFalāsifa .

84 Tekstanalyse

AlsremedietegendeallegorischemisinterpretatiesvandetheologenraadtAverroësaanterug tekerennaardeKorantekst.WanneerwenaardeKorankijken,zienwedatdediededrie methoden in zich draagt. De Koran heeft dus alles in zich om de waarheid op de best mogelijkemanierteonderwijzen,aangepastaanhetniveauvanelkeen.Iedervoorzichkanin hetschriftaanwijzingenverzamelenoverwathijofzijmoetengeloven.Hetisbelangrijkde tekstzoletterlijkmogelijktebestuderenenenkelovertestappenopallegorischeinterpretatie wanneer dit evident is – wanneer het algemeen aangenomen wordt dat allegorische interpretatienodigis.Zozullenerdeminstevergissingenoptreden.(FAM,23:15–25:15)

De uitspraken in de Koran hebben drie eigenschappen, eigenschappen die wijzen op het specialekaraktervandetekst.

Deeersteisdatergeenuitsprakenbestaandievooriedereenzovolkomenovertuigendengeloofwaardig zijnalsdeze.Detweedeisdatzevandienaardzijndatzevolkomenbegrepenkunnenwordentotopeen puntwaaralleenmensendiethuiszijnindelogischebewijsvoeringzeallegorischkunneninterpreteren, als het tenminste uitspraken zijn waar een allegorische uitleg voor bestaat. De derde is dat ze iets bevattenwaarmeedemensendieopzoekzijnnaarde waarheid attenderen op hun ware allegorische betekenis.(FAM,25:1020,citaatuitKruk,2006,p.69)

OpheteindevanzijntraktaatuitAverroëszijnspijtoverdeketterijendieindegodsdienst zijn geslopen, dit gebeurde vaak door het toedoen van mensen die stellen dat ze banden hebbenmetdefilosofie.Ditzorgdevoordeslechtenaamdiedefilosofievaakheeft.(FAM, 25:2026:15)FilosofieenreligieindetijdvanAverroëslijkentegenoverelkaartestaan,ze lijkenelkaarsconcurrententezijn.Ditterwijlzezicheigenlijkzoudenmoetenverhoudenals goedevriendendiehetzelfdewillenbereiken.

Kwaad dat ons door een vriend wordt toegebracht is veel erger dan het kwaad dat een vijand ons toebrengt.Ikbedoeldaarmeedatdefilosofiedevriendinendezoogzustervandegodsdienstis,endat daardoorhetkwaaddatdegodsdienstwordttoegebrachtdooriemanddieaffiniteitmetdefilosofiezegt tehebbenhetallerergstis.Endaarbijkomtdannogdatzo’nschadelijkehandelwijzevijandschap,haat entwisttussenhenbeidenveroorzaakt,terwijlzijtochvannatureelkaarsbestevriendenzijenvanuithun helewezenenaanlegliefdevoorelkaarkoesteren.(FAM,26:110,citaatuitKruk,2006,p.6970)

AverroësheefthetinzijnlaatstecitaatoverGoddieallesingoedebanenpoogtteleiden.Het “triomferend bestuur” dat Averroës aanhaalt is waarschijnlijk het Almohadenbestuur dat filosofische studie aanmoedigt. God poogt iedereen aan te sporen om op zijn eigen wijze kennisteverwerven.Hijzochtvoordemassaeenmiddenweguittussenhetopvolgenvan bevelenenlosbandigevrijheidin.

85 Tekstanalyse

Godheeftveelvandezeslechtedingen,domhedenendwaalwegendoenverdwijnendoordittriomferend bestier,enheeftdaarmeedeweggeopendnaarvelegoededingen,inhetbijzondervoorhetsoortmensen datdewegvandetheoretischestudieheeftgevolgdenverlangdedewaarheidtekennen.Hijheeftdat gedaandoordegrotemassatoteenmiddenwegteroepenbijhetkennenvanGod,geprezenisHij;een wegdieuitgaatbovenhetsimpeleniveauvanpuuropgezaggeloven,maardiebuitendeonruststokerij vandetheologenblijft.Hijheeftookdeaandachtvandeintellectueleelitegevestigdopdeverplichting omdebasisvandegodsdienstigeWetgrondigtheoretischtebestuderen.(FAM,26:1015,citaatuit Kruk,2006,p.70)

InditlaatstedeeldoetAverroësuitdedoekendatwatdebedoelingisvandeheiligetekst, namelijkallemensenteonderwijzen.Erzijnverschillendesoortenmensenmetbetrekkingtot deHeiligetekst.DeKorandraagtallenodigemethodeninzichomaldezemensenopdebest mogelijke wijzeteonderrichten. Hetis echterbelangrijkdatde elitediedeKoranop een andere wijze mag interpreteren zijn bevindingen niet deelt met de andere klassen. Dit resulteertnamelijkinongeloofofhetontstaanvansektenmetoorlogenstrijdalsgevolg.

AverroësraadteennauwkeurigonderzoekvandeKoranaanomweertoteenzuivergeloofte komen.Zozaliederweeropdevoorhemaangepastewijzeaangesprokenworden.Hijuitzijn spijtoverhetfeitdatmisbruikvankennisgeleidheefttoteenvijandschaptussenfilosofieen religie.

86 Tekstanalyse

3.1.1.3 Bespreking

Averroës maakt onderscheid tussen verschillende klassen van mensen

Op basis van redeneermethoden

Mensen worden door Averroës opgedeeld naar gelang de redeneermethode die zij kunnen hanteren. De verschillende redeneermethoden zijn de retorische methode, de dialectische methodeendedemonstratievemethode.Inovereenstemminghiermeezijnerdusdrieklassen vanmensen.Deklasse waarvandeledenenkel deretorischemethodekunnenhanteren,de klassewaarvandeledendedialectischemethodehanterenendeklassewaarvandeledende moeilijkste methode kunnen hanteren, namelijk de demonstratieve methode. Deze laatste klassewordtgelijkgesteldaandefilosofen.

Op basis van de houding ten opzichte van boeken uit de oudheid

Averroës beargumenteert in het eerste hoofdstuk van Kitāb Fasl almaqāl dat logica en filosofiedisciplineszijndieverplichtwordendoordeHeiligeWet.Destudievandelogica enhetonderzoeknaardeboekenvandeantiekenoverlogicaenfilosofieisnietvooriedereen weggelegd. Er zijn mensen die hier verstandig mee kunnen omgaan. Voor anderen is het onderzoek te moeilijk en zij raken erdoor in de war. Deze verwarring kan resulteren in ongeloof.

Op basis van de houding ten opzichte van de Schrift

De indeling van mensen in de retorische, de dialectische en de demonstratieve klasse naargelangdemethodediezijhanterenomtotdewaarheidtekomeniseenindelingdie Averroës ook blijft gebruiken om hun verhouding tot de heilige tekst aan te duiden. De mensenvanderetorischemethodemogennooitaanallegorischeuitlegdoen.Aanhetandere uiterste bevinden zich zij die wanneer het van toepassing is altijd aan allegorische interpretatie mogen doen. Tussen beiden in bevindt zich de groep van de dialectische methode.Zijkunnenafentoeietsvermoedenovereenallegorischemethode,maarzijzijn nietcapabelhetvolledigtebegrijpen.Hetisdaarombeterdathengezegdwordtdatergeen allegorischeinterpretatiemogelijkisofdatenkelGodhetwareantwoordkent.

87 Tekstanalyse

Op basis van hun capaciteiten en intelligentie

Demensendiewelofnietcapabelzijnvoordestudievanlogicaendeantiekewijsbegeerte en voor de allegorische interpretatie van het heilige schrift zijn dit omwille van bepaalde eigenschappen.Mensendiewelgeschiktzijn,hebbenhiervooreenzekereintelligentiegraad, eengodsdienstigelevenswandeleneendeugdzaamkarakternodig.Datanderemensenniettot dezestudieinstaatzijnligtaaneentekortaanaanleg,eenverkeerdeaanpak,hetontbreken vaneengoedeleermeester,ofaanhetfeitdatdepersooninkwestiezichlaatmeeslependoor passies.Hetverschiltussenwelofnietgeschiktzijnheeftdustemakenmethetverschilin omstandigheden(zoalshetontbrekenvaneenleermeester),maarmeernogmetdeaardenhet karaktervandepersooninkwestie.

De massa

Averroës verdeelt ook meer algemeen onder in de elite en de massa. De elite is de demonstratieveklasse. Demassaisiedereendienietbijde elitehoort.Datwilzeggende retorischeendedialectischeklasse.Hiertoebehorendeongeletterdenmaarookdetheologen endemensendiedenkendatzegeleerdzijnmaarditvolgensAverroësnietwerkelijkzijn.

De rol van de wijzen/filosofen/geleerden

AlGhazālīenverschillendeanderetheologenwarenvanmeningdatallegorischeinterpretatie toegelateniswanneerhetnietinstrijdismetdealgemeneconsensus.Averroësvondditgeen goedcriteriumaangezienconsensusheelmoeilijkvasttestellenvalt.Hijbouwtdaaromzelf eensysteemopmetregelsdieduidelijkmakenwanneerallegorischeinterpretatiealdanniet toegelatenis.Wemerkenhierdathijdeintellectueleeliteveelvrijheidgeeftendatvelevan deoordelenvanhenafhankelijkzijn.

Zij weten wanneer ze allegorisch mogen interpreteren

Averroës maakt een onderscheid tussen drie soortentekstbinnendeKoran.Detekstendie letterlijk geïnterpreteerd moeten worden door iedereen, de fragmenten die door de mensen vandedemonstratievebewijsvoeringallegorischmoeten worden geïnterpreteerd en dan tot slot de teksten waarover twijfel bestaat hoe zij geïnterpreteerd dienen te worden. Het is duidelijk dat het de klasse van wijze mensen is d.i. de klasse die in staat is tot demonstratievebewijsvoeringdiebepaaltwelketeksttotwelkesoortbehoort.Hetgaatdus om een consensus binnen deze beperkte klasse die zegt dat de teksten ofwel letterlijk begrepenmoetenwordendooriedereen(d.i.hetgevalwanneerdedriemethodentotdezelfde

88 Tekstanalyse waarheidleiden),ofwelallegorischgeïnterpreteerdmoetworden,maarditdanalleendoorde klassevandedemonstratievebewijsvoering.Wanneererniettoteenconsensustussenhen gekomenwordt,gaathetomdederdesoorttekst.Erisdanonenigheidoverhoedezeteksten begrepenmoetenworden.

AverroëslaathetideevanconsensuszoalsdatindeIslamgekendisdusnietgeheelvaren.Hij verkleintweldegroepwaarvandeconsensusafhangt,ditisnuenkelnogdeintellectueleelite. HijmaaktdefilosofentotrechtersoverdeinterpretatievandeKorantekst.(Hourani,1976,p. 24)

Zij weten hoe ze allegorisch mogen interpreteren

Voor de allegorische interpretatie heeft men de demonstratieveredeneermethodenodig.De geleerdeklasseisdeklassemethetdemonstratieveinzicht.Zijhebbendus–naastinzichtin wanneererallegorisch geïnterpreteerdmagworden–ookinzichtinhoezijdeallegorische betekeniskunnenblootleggen.

Aan hen is het toegelaten fouten te maken

Aangeziendewijzeklasseweetwanneermenallegorischmaginterpretereneneveneenshoe zijdatmoetdoen,iszijverplichtdezekennistoetepassenwanneerdeteksteromvraagt.De andere twee klassen de mensen die denken volgens de dialectische of de retorische redeneermethode–mogenechternooitallegorischinterpreterenenmoetenzichhoudenaan de letterlijke betekenis van de Koran. Wanneer deze laatste twee klassen allegorisch interpreterenwaarhetnietmag,wordenzijhiervoorgestraft,aangezienzijzichhierinhet geheelnietopmogentoeleggen.Mensenuitdewijzeklassenmogenwelongestraftfouten makenwanneerhetgaatovereenmoeilijkeentwijfelachtigetekstenwanneerdevergissing geenbelangrijkegeloofswaarhedenbetreft.

Er zijn waarheden die enkel zij kunnen kennen

Enkel de intellectuele elite mag aan demonstratief onderzoek doen, enkel zij kan dus aan allegorischeinterpretatiedoen.Zijbekomtopdezemanierwaarhedenwaartoedemassaniet kankomenendiezijooknietmagdelenmethen.Erzijndusbepaaldewaarhedendieenkel door de elite gekend kunnen worden. Dat anderen niet tot deze kennis kunnen en mogen komen,isweerminofmeerhetgevolgvandezelfderedenen:eengebrekaanaanleg,defoute gewoontenengeenleermeesterdiekaninwijdenindezezaken.

89 Tekstanalyse

Ongeloof

Een nieuwe grens

Verwant aan het voorgaande, willen we ook nog een ander doel vermelden dat Averroës vermoedelijkvoorogenhad.HetstandpuntvanGhazālīdatiemandongelovigiswanneerhij tegendeconsensusineenanderemeningverkondigtofalsnogeenkorancitaatopeenandere manierverklaartwasookvantoepassingopAverroës.DoordatAverroëszoopkeeknaar Aristoteles,namhijvaakelementenenstandpuntenvanhemoverdienietverzoenbaarwaren metdeideeëndiedoordeconsensusalswaarwerdaanzien.DoorderegelvanGhazālīafte schaffen omdat consensus moeilijk vaststelbaar zou zijn en andere regels in te voeren volgensdewelkejealdannietallegorischmaginterpreteren,steltAverroëszichzelfveilig. VolgensdeideeënvanGhazālīzouhijalsongelovigebestempeldworden,denieuweregels zorgenervoordatzijneigenactiviteitenlegitiemzijn.Ditwasbelangrijkomzijnfilosofische praktijk en de boeken die hij reeds schreef te kunnen verdedigen tegen de kritiek van de theologen. Mahdī en Ivry hebben het eveneens over het belang van het trekken van een nieuwegrensaandeallegorischepraktijk.(Mahdī,1984,p.193194;Ivry,1996,p.119;Ivry, 1998,p.55)

Wanneer geldt iets als ongeloof?

Ongeloof is nu wanneer mensen van de retorische of demonstratieve klasse een tekst allegorisch interpreteren terwijl zij daar niet toebevoegdzijn,wanneermenalslidvande elite weigert allegorisch te interpreteren terwijl men er wel toe bevoegd bent en tot slot wanneer men als lid van de elite anderen aanzet tot ongeloof door bijvoorbeeld moeilijke onderwerpentebesprekenmetdemassa.

De heilige tekst

De Koran heeft zowel een letterlijke als een diepere betekenis

De Heilige tekst bevat teksten die een verschillende aanpak vereisen

Weschrevenreedsoverdeverschillendesoortentekstdiebinnendeheiligetekstterugte vindenzijn.Zijverschillenvanelkaarnaargelangzealdannietbedoeldzijnvoorallegorische interpretatie.Overhetalgemeenbestaateronderdegeleerdeneenconsensusoverdemanier waaropdetekstenteinterpreterenvallen(datwilzeggenallegorischofletterlijk)maarbij moeilijkerteinterpreterenstukkenisditnietaltijdhetgeval.

90 Tekstanalyse

In de Koran zijn verschillende methoden aanwezig om iedereen te kunnen bereiken.

Voor Averroës geldt de Koran als het perfecte boek. Het heeft als doel iedereen te onderwijzenindewarewetenschapeninhetpraktischehandelen.Omdathetboekiedereen wil onderwijzen is het zo opgesteld dat de drie redeneermethoden erin vervat zijn, zodat iedereenopzijnmaniertotdewaarheidkankomen

Eén waarheid?

We moeten ons echter de vraag stellen in hoeverre het mogelijk is dat het om eenzelfde waarheidgaat,zoalshetberoemdefragmentaanhetbeginvandeel2meldt.Eenallegorische betekenis moet wel iets anders zeggen dan een letterlijke betekenis, anders is het geen allegorischebetekenis.Gaathetdanmisschienomeenzelfdewaarheid,diedemassaopeen meeroppervlakkigewijzekentdandeintellectueleelite? 65

Demonstratieve kennis mag niet overgedragen worden

Een van de zaken die meermaals in Kitāb Fasl almaqāl terugkomt, is dat de elite van geleerdenhunbevindingennooitzomaarmogenmeedelen met de massa. Hiervoor worden tweeredenengegevendoorAverroës,Hourani(1976)zietechternogeenanderereden.

Ongeloof

Hetiszodatalsdemassaderedeneringnietkanvolgen,erveelkansisdatzijinongeloof vervalt.Eenallegorischeinterpretatiedraagtnamelijktweecomponenteninzich.Zebreektde waarde van de letterlijke betekenis af en bevestigt tegelijk de waarde van de allegorische interpretatie.Mensendienietinstaatzijntotdedemonstratievemethodevattenweldeeerste component,maarkunnenderedenering achterdebevestigingindetweedecomponentniet begrijpen.Zijblijvendanverwardachterenvervalleninongeloof.Diegenediealswijsgeerof wetenschapperinformatiedeeltmethetvolkenhenzototongeloofaanzet,maaktzo’ngrote foutdatookhijalsongelovigebestempeldzalworden.

65 Ditzijnvragenoveronduidelijkhedendieopditmomentnognietuitgeklaardkunnenworden.Paswanneerwe allewerkenbehandeldhebben,kunnenwebekijkenhoewedezezakenhetmeestcoherentenbesteinterpreteren, allesinachtnemend.

91 Tekstanalyse

De vorming van sekten

Het onverantwoord verspreiden van allegorische interpretaties of verkeerde interpretaties hebben reeds gezorgd voor het ontstaan van sekten binnen de islam. Dit zorgt voor verdeeldheidbinnendegodsdienstenvoorstrijdenoorlogtussendesektenonderling.De theologen die onderdeel uitmaken van deze sekten pogen op een demonstratieve wijze te redeneren, maar zij slagen hier niet in. Het resultaat is dat hun argumentaties te zwak zijn voor de hoogste klasse en te moeilijk voor de massa. Zij verspreiden schijnwaarheden en strooienzoveelonrust.DaarwaarIbnRushdhetprobleemmetdesektenuitdedoekendoet, geeft hij als goede raad om terug te keren naar de Korantekst zelf en een zo letterlijk mogelijkelezingvandetekstaantegaan.Aangeziendetekstbedoeldisomiederopzijn eigenmanierteonderwijzenzalmendooreendichtelezingenkeldieconclusiestrekkendie voordelezervantoepassingzijn.Zoisermindergevaardattheologenonterechtallegorisch zulleninterpreteren.

Overleveren van de wijsbegeerte

Ditgaatomeenextraredendienietin KitābFaslalmaqāl vermeldwordtdoorIbnRushd, maardieHourani(1976)meentaftekunnenleidenuitdegeschiedkundigecontext.Detijd waarin KitābFaslalmaqāl werdgeschreven,waseenmoeilijketijdvoordefilosofie.Alshet moeilijkwasvoordefilosofischepraktijkom“zichtbaar”teoverleven,danwashetmisschien beteromdefilosofischepraktijkafteschermenvandemogelijkekritieken.Wanneerzebleef verderlevenineenafgebakendwijsgeriggunstigmilieudanhaddefilosofiemeerkansomte overleven.Zozouzeondergrondsverderkunnenbestaan tot het aanbreken van gunstigere tijden.(Hourani,1976,p.35)Ditzoueenextraredenkunnenzijnwaaromernietmetde massaoverfilosofiegepraatmochtworden.

Gevolgen

Datkennisnietovergedragenmagwordenbrengtenkelegevolgenmetzichmee.

Boeken

Hetisbelangrijkdateenboekafgestemdwordtopzijnpubliekendatmensengeenverkeerde boekeninhandenkrijgen.Opdezemanierwordtvermedendatmensenviaboekenincontact komen met de verkeerde redeneringen. Een radicalere oplossing zou zijn een algemeen verbodintestellenomoverbepaaldezakenteschrijven,maarzoalsAverroëssteltophet eindevandeel1,ishetnietomdatdezezakeninbepaalde gevallen een negatief resultaat

92 Tekstanalyse hebben dat ze dan ook in hun geheel verboden moeten worden. God heeft de Koran aan Mohammedgedicteerdmetdezeletterlijkeendieperebetekenis.MenzoudusdewilvanGod ondergravenwanneermenhetonderzoekenhetcommunicerenoverdezedieperebetekenis zouverbieden.

OokhierkunnenweeropwijzendatdeKoranperfectaandevoorschriftenvoldoet.Wanneer jehetschriftaaneenonderzoekonderwerptennauwkeurigderichtlijnenopvolgtzaliedereen op zijn eigen wijze onderwezen worden. De Koran bevat namelijk de 3 mogelijke redeneermethoden.

Probleem met de dialectici

Dedialecticizijndiegenendiededialectischeredeneermethodenhantereninhunzoektocht naardewaarheid.Zijkunnenmeerbegrijpendandeklassediederetorischemethodehanteert enminderdandeklassediededemonstratieveredeneerkunstgebruikt.Hetkanvoorvallendat zij daarom niet alles begrijpen wat deze laatste klasse zegt, maar bijvoorbeeld toch niet helemaal tevreden zijn met de letterlijke betekenis op zich en een allegorische betekenis vermoeden. In het laatste deel geeft Averroës raad over hoe dit opgevangen moet worden zonderalteveelschadeteberokkenen.

• Wanneerhetnietduidelijkishoeeentekstteinterpreteren moet aan de massa gezegd wordendatalleenGoddewaretoedrachtkent.

• Wanneerhetomcomplexevragengaatwaarbijhetantwoordtemoeilijkzouzijn,ishet eveneensbetertezeggendatenkelGodhetantwoordkanweten.

Toepassing van de theorie op twee werken

Hetisdusbelangrijkdatdeinhoudvaneenboekafgestemdisophetpubliek.

Ghazālī

AverroësverwijstenkelekerennaarGhazālīalsdefilosooftheoloogdiezichnietaandeze afspraakhoudt.AverroësverwijtaanGhazālīdathijallegorischebetekenissenneerschrijftin retorische of dialectische boeken. Zo komt de massa – dat wil zeggen de mensen van de retorischeofdialectischeredeneermethoden–inaanrakingmetkennisdietemoeilijkisvoor henenheninverwarringbrengt.

We merken in Kitāb Fasl almaqāl dat de problemen die Averroës met Ghazālī heeft behoorlijkdiepgeworteldzijn.Hijverwijstregelmatiginnegatievezinnaarhemenweerlegt

93 Tekstanalyse diensvisieopdewareaardvanongeloof 66 .LaterzalAverroëseencommentaarschrijvenop Ghazālī’s bekendste werk, Tahāfut alfalāsifa .67 Het weerwoord van Averroës zal de naam TahāfutalTahāfut 68 dragen.Wegaanin3.2dieperinopdeaardvanbeidewerken.Hetis echtergepasthierreedstevermeldendatAverroës’vijandigheidtenopzichtevanGhazālīniet uithetnietskwam.Ghazālīleefdevan1058tot1111inPerzië.Tochhaddendiensideeënook Andalusiëbereiktenbleefzijninvloednoglangverderduren,zelfstotnadedoodvanIbn Rushdin1198.Ghazālī’snegatievevisieopfilosofiezoubijgedragenhebbentotdestijgende intolerantietenopzichtevandewijsbegeertetijdensdealmohadensamenleving. 69 (Nakamura, 1998,hoofdstuk4)WanneerAverroësdefilosofiewouverdedigenmoesthijwelingaantegen Ghazālī.

WaarschijnlijkishetvanwegedewijdverspreideinvloedvanGhazālīdatKruk(2006)deserie theologischfilosofische traktatenwaartoe KitābFaslalmaqāl behoort,zietalseenopmaat naar TahāfutalTahāfut . TahāfutalTahāfut isuiteindelijktochhetwerkdatgezienwordtals eengroteverdedigingenreddingsactievandefilosofie.(Kruk,2006,p.14)Kruklegtechter verdernietuitwaaromzedetraktatenopdezemanierbeschouwt.Zelfervarenwe KitābFasl almaqāl eerder als een werk dat op zichzelf kan staan. Een werk dat een coherente verdedigingvormttegendetheologischecriticiuitdietijd.Meernog, TahāfutalTahāfut lijkt mijzelfseerderbinnenhetprogrammavan KitābFaslalmaqāl tepassen.Wezouden Kitāb Faslalmaqāl zienalshetwerkwaarindebelangrijksteideeënwordenuitgewerkten Tahāfut alTahāfut alseenuitwerkingvanéénvandeideeën,namelijk de idee dat demonstratieve redeneringen en allegorische interpretaties niet opgenomen mogen worden in een werk dat nietexclusiefvoorgeleerdenbedoeldis.Webesprekenditverderaandehandvanreflectieve fragmentenuit TahāfutalTahāfut inhetvolgendehoofdstuk.

Kitāb Fas l al-maqāl

Hierkomenweophetpuntdatwe KitābFaslalmaqāl bekijkenaandehandvandetheorie dat het werk zelf voortbrengt. Het werk heeft de bedoeling de critici van de filosofie te

66 VolgensAlghazālīisietseenblijkvanongeloofwanneerhetingaattegendeconsensus.

67 Tevertalenals Deincoherentievandefilosofie .

68 Tevertalenals Deincoherentievandeincoherentie .

69 Algemeenwasereennegatievehoudingtenopzichtevandefilosofischepraktijk,maaraanendoorhethof werdfilosofieaangemoedigd.

94 Tekstanalyse overtuigendateenfilosofischelevenswijzeeneenlevenswijzevolgensdegodsdienstigewet perfect te verzoenen zijn. Diegenen die Averroës aanspreekt zijn theologen, mensen die binnendeMālikītraditiedenken,aanhangersvanhet ash‘aritisme, etc. Wanneer we kijken naardeonderverdelinginklassen,behorenzijtotdemassa,ditwilzeggentotdeklassedie gebruikmakenvanderetorischeofdedialectischewijzeomteredeneren. KitābFaslalmaqāl isduseenwerkgeschrevendooriemanduitdeintellectueleelitemaargerichttotdemassa. IbnRushdbeargumenteerdezelfmeermaalsdatdeboodschapineenboekafgestemdmoet zijnophetpubliek.

Hetisinditopzichtdatwehetvolgendecitaatmoeteninterpreteren:

Totzoverwatwijgemeendhebbenduidelijktemoetenvastleggenoverditsoortvanstudie,datwilzeggen overdediscussietussengodsdienstigeWetenfilosofie,enoverderegelsvoorallegorischeinterpretatie vandegodsdienstigeWet.Alsernietzoveelovertedoenwasonderdemensenenernietzoveelgepraat werdoverdekwestiesdiewijhebbenbesproken,zoudenwijonsnietverstouthebbenomerookmaareen letteroverteschrijven,endanzoudenweonsdaarvoorookniethebbentehoevenexcuserentegenover de mensen die aan allegorische interpretatie doen. Deze kwesties horen namelijk eigenlijk alleen besprokentewordeninboekenoverlogischebewijsvoering.(FAM,18:1520,citaatuitKruk,2006,p. 58)

Ibn Rushd excuseert zich hier omdat hij meer heeft neergeschreven dan hij eigenlijk zou mogenineenwerkals KitābFaslalmaqāl .

OokHourani(1976)bespreektditfragmentinzijnvoorwoord.IbnRushdverkeertindeze moeilijke situatie omdat hij een werk voor nietgespecialiseerden wil schrijven over een gespecialiseerdonderwerp.Averroësmeendedathijditalleswelmoestbesprekenomdathet alinhetpubliekbesprokenwerd.(Hourani,1976,p.32;36).Wijmenendatwederedenering diehierachterschuilthetbestealsvolgtkunnenbegrijpen.Eensbepaaldezakenreedsinhet openbaar besproken werden is het beter dat de elite hierover dan toch naar de massa communiceert.Ditommisverstandentebeperken.Hetisdaneenkunstomdemassaophet juistepadtebrengenopeenmanierwaaropjehenzominmogelijkinwijdtinzakendievoor hentemoeilijkzijn.Zowordtdeverwarringopgelostennietvergroot.In TahāfutalTahāfut zijnerfragmentendieopeengelijkaardigegedachtegangwijzen.(Zie3.2)

Hoe inclusief of exclusief denkt Averroës?

Onderscheid tussen mensen in de maatschappij.

Zoals we zonet aantoonden maakt Averroës wel degelijk onderscheid tussen mensen, hoofdzakelijkopbasisvanintellectuelecapaciteiten.Mensenkunnenopverschillendewijzen,

95 Tekstanalyse via verschillende redeneermethoden (retorisch, dialectisch of demonstratief) tot de bevestigendeoordelenkomen.NergensspreektAverroëszichinuitdrukkelijkenegatievezin uit over de massa. De intellectuele klasse heeft meer capaciteiten en inzichten, maar daarbuitenwordenzijnietnadrukkelijkalsbeterbeschouwd.

Iedereen bereiken

Het element dat aan de basis ligt van het onderscheid tussen de klassen, namelijk de verschillenderedeneermethoden,isooknethetgenedatervoorzorgtdatdeklassenopminof meergelijkewijzebehandeldworden.Hetisdoordeaanwezigheidvande3methodendatde Koraniedereenkanbereikenendatiedereenopzijneigenwijzedewaarheidkannajagen.In heteindcitaatvanhethelewerkbenadruktAverroësnogeensdatGoddemassakansengeeft, datzijnietzomaarallesvandeautoriteitenhoevenovertenemen,maardatGoddeKoranzo geschreven heeft dat zij op hun eigen wijze aangesproken worden en de waarheid kunnen zoeken.(FAM,26:1015,Kruk,2006,p.70)

Voorliegen van de massa

Averroës spreekt zich niet in negatieve zin uit over de massa en meent dat de Koran alle mogelijke redeneermethoden in zich heeft om iedereentekunnenbereiken.Tochvermeldt Averroësooktipsoverhoedemassavoorteliegenwanneerdewaarheidtemoeilijkis.Uitde analogiemetgeneeskundeblijktweldatditvoorliegenbedoeldisvoorhuneigenbestwil.

Oprecht?

Geziendeaardvanhetwerkwaarinditalleszichbevindteenwerkdatbedoeldisvoorde massa kan ook de vraag gesteld worden in hoeverre Ibn Rushd hier werkelijk over zou schrijven als hij zou neerkijken op de massa of als hij zou menen dat zij frequenter voorgelogenmoetenwordendanhijnuuitspreekt.

Niet-moslims

Watookdeverhoudingistussenmassaenelitebinnenhetzelfdegeloof,hetisduidelijkdat Averroëstolerantistenopzichtevandeheidenen.De antieke filosofen waren heidenen en Averroësschrijftzeerexplicietdatditgeenredenmagzijnomhunboekenniettebestuderen als de inhoud ervan wel van nut kan zijn. Een man alleen kan nooit een hele discipline opbouwen,hijmoetsteedssteunenopdekennisvan mensen voor hem. Ook Arnaldez en Najjarschenkenspecialeaandachtaanditonderwerp(Arnaldez,2000,p.81,Najjar,1996,p.

96 Tekstanalyse

196)Hetbeeldvaneen wetenschapovergeneratiesengrenzenvan godsdienstenheenpast onsinziensookgoedinhetideevanhet ActieveIntellect datIbnRushdveronderstelt.Zoals wealzagenin(ziesupra,onder1.2.3.2)ishet ActieveIntellect eenintellectdatuniverseel, immaterieeleneeuwigis.Ditintellectbevatimmateriëleeneeuwigeideeën.Erisechternood aaneenmaterieel–datwilzeggenmenselijkintellectdatdezegedachtendenkt.Ditkomttot stand doordat het Passieve of Receptieve Intellect de verbinding met het Actieve Intellect aangaat. De mensheid wordt onsterfelijk doordat de gedachten en ideeën uit het Actieve Intellect steeds weer door andere mensen gedacht worden. Wanneer we deze gedachten interpreteren als resultaten van wetenschap en filosofie, kunnen we het denken en de wetenschapspraktijkzienalseenonverwoestbareactiviteitwaaraanallemensenhunbijdrage leveren,ongeachthunafkomstengeloofsopvattingen.

Hoe oprecht is het geloof van Averroës?

Hetismoeilijkhierreedsconclusiesuittetrekkenopbasisvanéénenkeletekst.Wepogen echterwelaldeelementensamentebrengendiebinnen KitābFaslalmaqāl eenrolspelen omopdezevraagteantwoorden.

Elementen die wijzen op een gelovige instelling:

• Averroësvertrektvanuitdeheiligeschriftennietvanuitdefilosofie.

• HijverheerlijktGodinvelepassages.

• DeKoranwordtgezienalshetidealeboekaangezienhetiederopeenvoorhemofhaar aangepastewijzeaanspreekt.

Anderzijds:

• Averroësvertrektwelvanuitdeheiligeschriftmaarinterpreteertdecitatentochopeen manierdiehemzelfgoeduitkomt.

• WanneerdeHeiligetekstendefilosofischestudieelkaartegenspreken,waaromwordtdan deheiligetekstallegorischegeïnterpreteerdennietomgekeerd?Hourani(1976)geefthier als antwoord dat dit ligt aan de verschillende soorten tekst. Filosofische teksten zijn strakker, Koranteksten eerderpoëtisch en daardoorbeter geschikt voor een allegorische interpretatie.(Hourani,1976,p.26)

• Alsdeintellectueleeliteviaeenanderemethodekankomentoteenallegorischebetekenis vanwaterinhetschriftstaat,gaathetdanwelomdezelfdewaarheid?Wewierpendeze

97 Tekstanalyse

vraag ook al op bij de bespreking van de Heilige tekst. Wanneer de allegorische interpretatie uitdraait op een andere waarheid, moeten we ons ook afvragen hoe deze waarhedenzichtotelkaarverhouden.Isdezelaatstewaarheiddanbeterdandiegenedie weuitdeletterlijketekstafleiden?

• Bij het voorgaande aansluitend, kan de elite ook zonder de heilige schrift tot dezelfde waarheid komen? Dit wil zeggen via de demonstratieve methode maar dan zonder te steunenopdeheiligetekst.

Rationalisme

Met deze vraag hangt ook samen hoe revolutionair we het denken van Averroës moeten beschouwen.Washijeenvoorlopervanhetrationalismediederedebovenhetgeloofstelten zijnlevenwaagdevoordefilosofie?

DemeestesecundairebronnengaanerwelvanuitdathetgeloofvanAverroësoprechtwas.

• Najjar (1996) meent dat Ibn Rushd wel behoorlijk rationalistisch ingesteld was. Zijn rationalisme is echter wel een onderdeel van zijn theorie over filosofie in dewelke het belang van filosofie en religie aan elkaar gelijk zijn. Zijn rationalistische neigingen hoevenzijnoprechtegeloofnietindewegtestaan.(Najjar,1996,p112113) 70

• Ivry (1996) wijst op Averroës’ functie als qādī . Averroës wou filosofie en wetenschap losmakenvantheologieenreligie.Tochwashijgeentegenstandervaneentheocratisch bestuur en nam hij door zijn functie als qādī deel aan het in stand houden van deze bestuursvorm. (Ivry, 1996, p. 122) Deze redenering lijkt een ongelovige houding van Averroës toch ook niet uit te sluiten. Misschien zag hij het geloof als een handig hulpmiddelbijhetbesturenvandemassa.Hieropkomenweterugbijdebehandelingvan Averroës’commentaaropdeRepubliekvanPlato .

• Kurtz (1996) stelt heel duidelijk dat Ibn Rushd niet gezien moet worden als een revolutionair.HijhadgeenkritiekopdeKoran,maarhijwouwelhetbelangvanfilosofie enreligieaanduiden.(Kurtz,1996,3031) 71

70 Ibrahim Najjar is professor filosofie aan de universiteit van Sharjah, gelegen in de Verenigde Arabische Emiraten.

71 PaulKurtzisprofessoremeritusaandeStateUniversityofNewYorkinBuffalo.Hijdoceerdehierfilosofie enwasoprichtervanhet CommitteeforSkepticalInquiry ende CouncilforSecularHumanism .

98 Tekstanalyse

• Hourani(1976)vindthetnietgemakkelijkdeoprechtheidvanIbnRushduitdetekstafte leiden, toch zegt ook zijn intuïtie dat Averroës een oprechte gelovige was. De belangrijkstetestisvolgensHouraniofAverroësaf en toe van de leer van Aristoteles afwijkt op punten waar dat belangrijk is voor zijn geloof. Aangezien dat zo is, meent HouranibehoorlijkzekertekunnenzijnvanAverroësoprechtheid.(Hourani,1976,p.39)

• Butterworth (1996) schrijft in zijn artikel waarin hij Averroës poogt te plaatsen ten opzichtevandeverlichtingsbeweginghetvolgende.IbnRushdvaltdanweldetheologen deverdedigersvanhetgeloofaan,hijdoetditmethetdoeleenanderwereldbeeldvoor te stellen waarin religie en vrijheid gelijkwaardig zijn en niet aan elkaar onderworpen worden.(Butterworth,1996,p.15) 72 Averroësisweleenvoorlopervandeverlichtingals wekijkennaarverlichtingsfilosofenalsRousseauwaarookreligienogeenbepaalderol toebedeeldkrijgt.Ditgaatnietopvoordeverlichtingzoalswedieterugvindenbijdenkers waarvoorreligiegeenenkelewaardemeerhad.Butterworthbestudeerdeookdepolitieke filosofievanAverroësindienscommentarenopde Republiek vanPlato.Hierkomtnaar bovendatAverroësookhetbelanginzagvanreligiealsinstrumentbijhetregeren.Hier vinden we waarschijnlijk het grootste verschil met de traditionele verlichtingsdenkers. Averroës was niet van mening dat het volk bevrijd kon worden en dat het rationele uitgebreidkonwordennaaranderebevolkingslagen.(Butterworth,1996,p.67)

Tenslotteonzeeigenmening,diemeerbestaatuithetplaatsenvanvraagtekensenwilwijzen opaandachtspuntendandatheteenkantenklaarantwoordbiedt.Averroëslijktin KitābFasl almaqāl oprecht te zijn in zijn geloofsbetuigingen. De opwaardering van de filosofische praktijk die hij hier beoogt, hoeft inderdaad niet in tegenstelling te zijn met het oprecht aanhangenvanhetIslamgeloof.Erzijnechterenkelepuntendietochvragenoproepenendie eropzoudenkunnenwijzendatAverroëseenalternatievevisieopgeloofheeft.Weplaatsen dezeelementenlater–navergelijkingmetdeandereteksten–ineenbrederkader.

Tenslottelijkthetooknietzonderbelangnogeenstewijzenopdeaardendebedoelingvan hetwerkenwatdatindezecontextbetekent.Averroëswildereligieuzeopponentenvande filosofieovertuigendatfilosofieeendeugdzamepraktijkis.Natuurlijkzouditnietdeplaats

72 Charles E. Butterworth is een Amerikaans professor filosofie, momenteel werkzaam aan de University of Maryland.HijisgespecialiseerdinpolitiekefilosofieenislamcivilisatieenhijvertaaldewerkenvanAverroësen AlFārābīuithetArabisch.

99 Tekstanalyse zijnomneerteschrijvendathijnietgelovigisofomhunmaniervangelovenaftebreken. Hetiseerderdeplaatsomzoveelmogelijkzijnoprechtegeloofindeverftezetten.

100 Tekstanalyse

3.1.2 Kitāb al-Kashf ‘an manāhij al-‘adilla fī aqā’id al-milla

3.1.2.1 Inleiding

KitābalKashf‘anmanāhijal‘adillafīaqā’idalmilla iseenappendixvan KitābFaslal maqāl .DetitelvanhetwerkkunnenwevolgensDeLey(DeLey,1998,VanAlAndalustot katholiekSpanje,4.2.2)hetbestevertalenals Boekvandemethodesvanbewijsvoeringm.b.t. dedogma’svandereligie,endefiniëringvandedubbelzinnigheden eninnovatiesdie erin verschijnenalsinterpretatiemethodes,endiedewereldverdraaienofleidentotvergissingen. Hijbehandeltinditwerk5onderwerpenengaatnaofdereligieuzewijshedenhieromtrent overeenstemmen met de filosofische opvattingen. Het gaat om het bestaan van God, de eenheid van God, de attributen van God, de lichamelijkheid van God, en tot slot de handelingenvanGod.(DeLey,1998,VanAlAndalustotkatholiekSpanje,4.2.2)

Hetextractdatwijhierbesprekenbeslaatdelaatstepagina’svanhetwerk.IbnRushdzethier zijnopvattingenoverallegorischeinterpretatienogeensduidelijkuiteen.

3.1.2.2 Inhoud

Inditfragmentuit KitabAlKash‘anmanāhijaladillafīaqā’idalmilla ,bespreektAverroës hetleveninhethiernamaals.Hijzegtdatallegodsdiensteneenhiernamaalsveronderstellen, maar dat er verschillen bestaan in de manier waarop ze het hiernamaals voorstellen. De manierwaarophetbinnenhetIslamgeloofgebeurtschijnthemdebestemaniertezijnomde massa te bereiken. Ibn Rushd meent te kunnen afleiden dat de beste manier om indruk te maken op de massa en hen aan te zetten tot een deugdzaam leven, de manier is die lichamelijke voorstellingen voorhoudt. Spirituele voorstellingen hebben dan weer een effectievereimpactopdekleinegroeptheologen.(AK,122:515)

ErzijnbinnendegroepvanIslamgelovigen3sektendieelkdereligieuzetekstenoverhet hiernamaalsandersinterpreteren.

1) Deeerstesektemeentdathetbestaaninhethiernamaalsidentiekisaanhethuidigeleven. Hetenigeverschilisdelevensduur,namelijknueindigeneeuwiginhethiernamaals.

2) Degroepdiemeentdathetleveninhethiernamaalsandersisdanhunhuidigelevenkan zelfweeronderverdeeldwordenin2groepen.

• Deénegroepgaatervanuitdathetleveninhethiernamaalseenspiritueellevenis.

101 Tekstanalyse

• Deanderegroepdenktdatookhetleveninhethiernamaalslichamelijkis.

Deze laatste opvatting zou volgens Averroës eerder een opvatting zijn voor de elite. Het steunt namelijk op premissen die niet voor iedereen toegankelijk zijn, zoals de onsterfelijkheidvandeziel.

Averroës benadrukt dat ieder de waarheid moet volgen die hij op de voor hem relevante studiewijze kan bereiken. Het bestaan van het hiernamaals in zijn geheel ontkennen, zou echterwijzenopongeloof.(AK,122:10–123:15)

Thetruthinthisquestionisthateveryman’sdutyis[tobelieve]whateverhisstudyofitleadshimto [conclude],providedthatitisnotsuchastudyaswouldcausehimtorejecttheprinciplealtogether,by denyingtheexistence[ofthefuturelife]altogether;forthismannerofbeliefobligesustocallitsholder anunbeliever,becausetheexistenceofthis[future]stateformanismadeknowntopeoplethroughtheir Scripturesandtheirintellects.(AK,123:1015)

Naeenkorteuitwijdingoverdesymbolischevergelijkingvandedoodmetdeslaapinde Koran,kondigtAverroësaandathijverderzaluitzoekenwelkedelenvandeheiligeschrift weallegorischmogeninterpreterenenaanwiehettoegelatenisdittedoen.

ItnowremainsforusoutofourprogrammeonlytostudywhatportionsofScriptureitispermissibleand whatitisnotpermissibletointerpretallegorically,andwhenitispermissible,towhomthepermissionis given.(AK,124:510)

IbnRushdbekomtdevolgendeonderverdeling(AK,124:5127:15)

1) Detekstendienietallegorischgeïnterpreteerdmogenworden,maarwaarvandeletterlijke betekenisgelijkisaandebedoeldebetekenis.

2) De teksten waar er een achterliggend idee schuilt achter de letterlijke interpretatie, de letterlijketekstiseensymbolischeuitdrukkingswijzevanhetachterliggendeidee.

a) Detekstenwaarbijhetmoeilijkisteachterhalendathetomeensymbolischeweergave gaat en wat hiermee dan juist bedoeld wordt. De interpretatie mag enkel door de geleerdenvolbrachtworden.

b) De teksten waarbij het eenvoudig is te achterhalen dat het om een symbolische weergavegaatenwatermeebedoeldwordt.OverdeinterpretatiezegtAverroës:

Anallegoricalinterpretationisintendedanditisobligatorytoexpressit.(AK,125:15)

c) De teksten waarbij het eenvoudig is te achterhalen dat het om een symbolische weergavegaatmaarnietwatermeebedoeldwordt.Deallegorischeinterpretatiemag enkeldoordegeleerdentoegepastworden.Datdeelvandemassadatbegrijptdatde

102 Tekstanalyse

tekst symbolisch is, moet worden verteld dat enkel de geleerden de interpretatie kunnen begrijpen. Men kan het probleem ook oplossen door een eenvoudige allegorischeinterpretatieofuitlegvoorteschotelen.

d) Detekstenwaarbijhetmoeilijkisteachterhalendathetomeensymbolischeweergave gaat,maargemakkelijkomtewetenwatermeebedoeldwordt.Hierishethetbeste voordemassateverzwijgendatereenallegorischeinterpretatiebestaat.Anderszou allegorischeinterpretatiekunnenleidentotmisverstanden.

3.1.2.3 Bespreking

Webesprekenhierenkelethema’suithetwerkdieonsbelangrijkeninteressantlijkenbinnen dezethesisverhandeling.

Geloof

Islam tussen de andere godsdiensten

IbnRushdgaatervanuitdaterbepaaldeonderwerpenzijnwaarovermeninallegodsdiensten hetzelfde denkt. Dit doet ons denken aan zijn opvattingen over de praktijk van de wetenschappen in Kitāb Fasl almaqāl .Wanneerdithetonderzoektengoedekomt,ishet geenprobleemtesteunenopboekenvannietofandersgelovigen.In AlKash‘anmanāhijal adillafīaqā’idalmilla gaathetzelfsomeengodsdienstigeopvatting(namelijkhetbestaan vaneenhiernamaals)diedeIslammetanderegodsdienstenzoudelen.Averroësmeentechter wel dat er een onderscheid is in de manier waarop de verschillende godsdiensten het hiernamaals voorstellen. De manier waarop men dat inde Islamdoetisdebestevanalle mogelijkevoorstellingswijzen.

Klassen van mensen

Voorstellingswijzen en soorten mensen

Debestemanieromdemassaaantespreken,isdoorheneenlichamelijkevoorstellingte presenteren.Dezevoorstellingswijzeligtdichterbijhunmaniervandenken.Ditisdanookde voorstellingswijzediedeKoranhanteertomdemassaaantespreken.Voordetheologenzou eenspirituelevoorstellingbeterzijn,meentAverroës.Hetisvreemddathijhethieroverde theologenheeft.Menzouvermoedendat“filosofenofwijzen”hiereenbeteredoelgroepzou zijn,geziendatgenewathijovertheologenenfilosofenschrijftin KitābFaslalmaqāl .

103 Tekstanalyse

Over de verschillende interpretaties van de heilige teksten over het hiernamaals, zegt Averroësnietwelkevisiehijzelfaanhangtofwelkedewarevisieis.Hijsuggereertwelwelke opvattingwaarschijnlijkdoordeeliteaangenomenwordt.Verderbenadrukthijdatiederde waarheidmoetvolgendiehijopdevoorhemrelevantestudiewijzekanbereiken.Zolanghet bestaanvaneenhiernamaalsnietontkendwordt,lijkenzevoorAverroësallenaanvaardbaar.

Soorten tekst en allegorische interpretatie

De verschillende soorten teksten en wie er allegorisch mag interpreteren

Deonderverdelinglooptandersdanin KitābFaslalmaqāl .Daarwerdendeheiligeteksten onderverdeeldindetekstendienietallegorischgeïnterpreteerdmogen worden,diegenedie welallegorischgeïnterpreteerdmogenwordenendetekstenwaarovermentwijfelt.

In Kitāb wordt er ook eerst een onderscheid gemaakttussendetekstendienietallegorisch geïnterpreteerd mogen worden en de anderen waarbij dit wel kan. Er bestaat echter geen aparte categorie voor de teksten waarover twijfel bestaat. Averroës’ redenering is hier waarschijnlijk dat deze categorie eigenlijk niet nodig is, aangezien ook voor deze teksten geldtdatzeofwelwelofwelnietallegorischgeïnterpreteerd mogen worden. Dat men niet zekeristotwelkecategoriedeteksthoortdoetergeenafbreukaandatzeweldegelijktotéén vanbeidesoortentekstenbehoort.

De teksten die wel allegorisch geïnterpreteerd mogen worden, worden door Averroës onderverdeeld in 4 groepen. Naargelang de groep waartoe ze behoren bestaan er bepaalde richtlijnenoverwiehenallegorischmaginterpreteren.Ditopzichbrengtdanweerrichtlijnen meeoverwatmenhierovermetdemassamagbespreken.

3) Detekstenwaarbijhetmoeilijkisomteachterhalenofzeeenachterliggendebetekenis hebben en waarbij het daarenboven ook moeilijk is te weten hoe de tekst dan juist geïnterpreteerdmagworden.Hetisduidelijkdatenkelgeleerdendezetekstenallegorisch mogen interpreteren. De massa zou ten eerste al niet vermoeden dat het om een symbolischeweergavegaat,laatstaandatzezoudenwetenhoehetdanteinterpreteren.

4) Wanneerhetzowelduidelijkistewetendathetomeensymbolischeweergavegaat,als ook wat de achterliggende betekenis ervan is, dan is er een allegorische interpretatie bedoeldenismenverplichtdezetotuitingtebrengen.Hetwordtnietletterlijkgezegd, maarhetlijktwelalsofIbnRushdhierbedoeltdat iedereen deze tekst allegorisch mag interpreteren.Wanneerdatbedoeldis,wijktAverroësafvanwathijzegtin KitābFaslal

104 Tekstanalyse

maqāl . Daar mag normaal gezien niemand die tot de retorische of dialectische groep behoort ooit allegorisch interpreteren. Heel eventueelkanhierweleenuitzonderingop gemaakt worden, maar daarover is Averroës nogal vaag, het worden zeker niet als een klassetekstapartgezien.

5) Wanneerheteenvoudigisteachterhalendathetomeensymbolischeweergavegaat,maar moeilijk hoe men dan moet interpreteren, volgen er enkele moeilijkheden. Bepaalde mensen uit de massa kunnen namelijk vermoeden dat er een allegorische interpretatie mogelijkis.Zijzoudendeinterpretatieopzichechternietkunnenbegrijpen.Daaromis ookhierdeinterpretatieenkelweggelegdvoordeklassevangeleerden.Aandemassadie deallegorischeinterpretatievermoeden,moetverteldwordendathetgaatomeenambigu geval waarbij enkel de geleerden mogen interpreteren. Of men mag hen ook een eenvoudigere verklaring voorschotelen die zij wel zouden kunnen begrijpen. Is dit een soortvanvoorliegenvanhetvolkdoordeelite?

6) Totslotiserdelaatsteklassewaarbijhetmoeilijkistewetendathetomeensymbolische weergavegaat,maareensmendatweetisheteenvoudigwatdeachterliggendebetekenis ervanis.HierraadtAverroësaantevermijdendatmensenuitdemassavermoedendater eenallegorischebetekenisachterdeletterlijkeschuilt.

105 Tekstanalyse

3.2 Tahāfut al-Tahāfut

3.2.1 De aanleiding: Tahāfut al-Falāsifa

TahāfutalTahāfut ishetweerwoordvanAverroësop TahāfutalFalāsifa vanGhazālī(1058 1111).GhazālīwaseenPerzischefilosoofdietotopzekerehoogtedoetdenkenaanAurelius Augustinus (354430). Beiden kenden eerst een periode van scepticisme en twijfel. Een zenuwinzinking deed deze periode van twijfel omslaan in een vast en zeker geloof in het bestaan van een godheid. Augustinus bekeerde zich tot het Christendom, Ghazālī’s bovennatuurlijke ervaring leidde tot een bekering tot het sufisme. 73 Beide schreven een religieus getint autobiografisch werk. Augustinus schreef de Confessiones of Belijdenissen . (VandenBergh,1954,p.xii;Nakamura,1998,hoofdstuk1)Ghazālīopzijnbeurttiteldezijn werk alMunqidhminaldalāl,hetbesttevertalenals Debevrijderuitdedwaling 74 .

DebekeringvanalGhazālīwerdvoorafgegaandoordeervaringvanhetgoddelijklicht.Uit zijneigenervaringbesluitGhazālīdathetGoddelijkelichtrustenzekerheidbrengtaanalle mensen.Hetzijndusnieteenrationelehoudingenwetenschappelijkonderzoekdieleidentot kenniseneengevoelvanzekerheid.Dekennisdieeenmensnodigheeftishetresultaatvan een mystieke levenswijze die leidt tot het ervaren van het goddelijke licht. (Van den Bergh,1954,p.xii) 75

Van den Bergh (1954) meent dat we de betekenis van Tahāfut alFalāsifa moeten interpretereninhetlichtvanditlevensverhaal.Hetwerkzougeschrevenzijnineenperiode van twijfel. Bijgevolg zou het werk niet zozeer of niet enkel een aanval, maar ook een verdediging zijn, een manier waarop Ghazālī zichzelfwouovertuigenvanhetIslamgeloof. (VandenBergh,1954,p.xii)

DebedoelingvanalGhazālīin TahāfutalFalāsifa isaantetonendatfilosofieenbijgevolg ook de filosofische praktijk van de islamitische wijsgeren een heidense activiteit is. De filosofenzijnbovendiennietconsistentinhunargumentaties.Hunfilosofischeideeënkunnen doormiddelvanfilosofiezelfonderuitgehaaldworden.(Kenny,2007,p.40)Dooraante tonendatdefilosofienietbetrouwbaaris,wilGhazālībewijzendathetgeloofditwelis.Dit

73 Sufismeiseenvormvan Mysticisme binnendeIslam

74 VertalingdoorJeroenVanwymeersch.

75 SimonVandeBerghvertaalde TahāfutalTahāfutenvoorzaghetwerkvaneenuitgebreideintroductie.

106 Tekstanalyse indeveronderstellingdatfilosofischepraktijkenislamitischegeloofelkaaruitsluitenoftoch tenminste in de veronderstelling dat filosofie een gevaar is voor het islamitische geloof. (Ozcoidi, 2001, p. 32) Het verleden zou namelijk aangetoond hebben dat verschillende denkershungeloofopgavennadatzijzichindefilosofieverdiepten.

MetzijngeschrifttegendefilosofierichtGhazālīzichvooraltegenAristoteles,dieookdoor hemalsdegrootsteenbelangrijksteonderdefilosofenwordtgezien.Indepraktijkzalhij echter vaak argumenteren tegen Avicenna en AlFārābī, die hij ziet als de beste commentatorenvandegrotefilosoof.(VandenBergh,1954,p.xii–xiv;Leaman,1998,p.8) De strategie die Ghazālī hanteert om de incoherentievandefilosofietebewijzensteunt paradoxaal genoeg vaak op Aristoteles aangezien hij gebruik maakt van diens logica. (Nakamura,1998,REP,hoofdstuk3) 76

In TahāfutalFalāsifa overlooptGhazālī20thema’s.Ghazālīvertrektinhetboekvanuiteen Ash’aritisch 77 perspectief.VandenBerghzalbeargumenterendathetwerkopkritischvlak vangeenaltehogekwaliteitis.

ButweshouldnotlookforconsistencyinGhazālī;necessarilyhismysticismcomesintoconflictwithhis dogmatismandhehimselfhasbeenstronglyinfluencedbythephilosophers,especiallybyAvicenna,and inmanyworkshecomesveryneartotheNeoplatonictheorieswhichhecriticizes.Onthewholeitwould seemtomethatGhazālīinhisattackonthephilosophershastakenfromthevastarsenalofAsh‘arite dialecticalargumentsthoseappropriatetothespecialpointunderdiscussion,regardlessofwhetherthey aredestructivealsoofsomeoftheviewsheholds.(VandenBergh,1954,p.xii)

Kruk(2006)ervaart TahāfutalFalāsifa echteralseenwerkmeteensterkeargumentatie.Zij stelt:

Ghazālī’s betoog is buitengewoon gedegen en bouwt op een grondige kennis van de filosofische opvattingendiehijbestrijdt.Datheeftzijnaanvalzeereffectiefgemaakt.(Kruk,2006,p.13)

Watmenookvanhetwerkvindt,menkannietontkennendathetwerkenGhazālīalsdenker een grote invloed hebben uitgeoefend in de Arabische middeleeuwen Er wordt algemeen vanuitgegaandatGhazālīmet TahāfutalFalāsifa heeftbijgedragentotdeondergangvande

76 KojiroNakamuraisprofessoremeritusverbondenaandeUniversiteitenvanObirinenTokyo,hijdoceerde Islamitischestudies.

77 Ash‘arisme is een islamitische stroming waarin de interpretatie van de sharī‘a een centrale rol krijgt. Dit resulteertineenbenadrukkingvandemachtendeinvloedvanGodoverenopallezaken.Causaliteit,ethieken deeeuwigewereldzijnvoorhennuttelozenoties.(Leaman,1998,p.4)

107 Tekstanalyse middeleeuwse Arabische filosofie. (Kruk, 2006, p. 1314) Averroës onderneemt enkele decennia later nog enkele reddende pogingen, maar zoals we eerder al schreven 78 zal de islamitische filosofie na Averroës’ dood slechts sporadisch beoefend worden. (Nakamura, 1998,REP,hoofdstuk4)

3.2.2 Inleiding op Tahāfut al-Tahāfut

Tahāfut alTahāfut werd geschreven in 1180 na Christus (Hernández, 1997, p. 5760) Ibn Rushdbehandelthierinde20opgeworpenproblemenbijGhazālīenweerlegtdienskritieken:

InthenameofthemercifulandcompassionateGod:andafterpraisetogodandbenedictionuponallhis messengersandprophets:

Theaimofthisbookistoshowthedifferentdegreesofassentandconvictionattainedbytheassertionsin Theincoherenceofthephilosophers,andtoprovethatthegreaterparthasnotreachedthedegreeof evidenceandoftruth.(TAT,3)

DeonderwerpendieGhazālīenbijgevolgookIbnRushdbespreekt,zijndevolgende 79 :

(1) Concerningtheeternityoftheworld.

(2) Therefutationoftheirtheoryoftheincorruptibilityoftheworldandoftimeandmotion.

(3) ThedemonstrationoftheirconfusioninsayingthatGodistheagentandthemakeroftheworldand that the world isHisproduct and act, and the demonstration that these expressions are in their systemonlywithoutanyrealsense.

(4) Showingthattheyareunabletoprovetheexistenceofacreatoroftheworld.

(5) ToshowtheirincapacitytoproveGod’sunityandtheimpossibilityoftwonecessaryexistentsboth withoutacause.

(6) Torefutetheirdenialofattributes.

(7) To refute their claim that nothing can share with the first its genus, and be differentiated from it troughaspecificdifference,andthatwithrespecttoitsintellectthedivisionintogenusandspecific differencecannotbeappliedtoit.

78 Supra,zie1.2.1.

79 Dethema’szijnonvertaaldovergenomenuitdeinhoudstafelvandeEngelsevertalingvan Tahāfutaltahāfut doorSimonvandenBergh.Deonderwerpenkennennamelijkeencomplexeomschrijvingeneenvertalingnaar hetNederlandsvandeEngelstaligevertalingzoudecomplexiteitalleenvergrotenenonsverderdoenafdrijven vandeoorspronkelijkebetekenisinhetArabisch.

108 Tekstanalyse

(8) TorefutetheirtheorythattheexistenceoftheFirstissimple,namelythatitispureexistenceandthat itsexistencestandsinrelationtonoquiddityandtonoessence,butstandstonecessaryasdoother beingstotheirquiddity.

(9) TorefutetheirproofthattheFirstisincorporeal

(10) Toprooftheirincapacitytodemonstratethattheworldhasacreatorandacause,andthatinfact theyareforcedtoadmitatheism.

(11) ToshowtheincapacityofthosephilosopherswhobelievethattheFirstknowsotherthingsbesidesits ownselfandthatitknowsthegeneraandthespeciesinauniversalway,toproofthatthisisso.

(12) AbouttheimpotenceofthephilosopherstoprovethatGodknowsHimself.

(13) TorefutethesewhoaffirmthatGodisignorantoftheindividualthingswhicharedividedintimeinto present,pastandfuture.

(14) TorefutetheirproofthatheavenisananimalmovinginacircleinobediencetoGod.

(15) Torefutethetheoryofthephilosophersabouttheaimwhichmovesheaven

(16) Torefutethephilosophicaltheorythatthesoulsoftheheavensobservealltheparticulareventsof thisworld.

[Aboutthenaturalsciences:]

(17) Thedenialofalogicalnecessitybetweencauseandeffect.

(18) The impotence of the philosophers to show by demonstrative proof that the soul is a spiritual substance.

(19) Refutationofthephilosophers’prooffortheimmortalityofthesoul.

(20) Concerningthephilosopers’denialofbodilyresurrection.(VandenBergh,1954,p.viiviii)

IbnRushdverdedigtinzijnwerkdefilosofentegendeaanvalvanGhazālī.De aanvalvan GhazālīisvooralgerichttegenAvicennaenAlFārābī,maarAverroësverdedigtdefilosofie inhetalgemeen.Daarwaarhetnodigis,zalhijzich ook tegen deze twee filosofen keren. (Leaman, 1998, p. 8) Door het schrijven van Tahāfut alTahāfut , verdedigt Ibn Rushd de filosofie,maarnaareigenzeggenverdedigthijookdereligie.Averroësmeentdat Tahāfutal Falāsifa zoweleenaanvalopdefilosofiealseenaanvalopdereligieis.(Ozcoidi,2001,p. 32) Volgens Ozcoidi (2001) levert Averroës enkel constructieve kritiek. Zijn aanval op de theologen heeft voor ogen er de slechte elementen uit hun werk te elimineren en zo de theologieteherstellen.(Ozcoidi,2001,p.34)

Indeanalysedievolgtbekijkenwedeprimairetekstvandichtbij.Wehanterendemethode die voor ons onderzoek en dit werk het beste is. Het is voor ons minder interessant om gedurende het gehele werk stap voor stap de discussie tussen Ghazālī en Averroës te

109 Tekstanalyse analyseren.DeargumentatiesvanAverroëszijngedetailleerdenuitgebreid,dezefilosofische bewijzenuitspittenzouonsteverleiden.Watvooronzevraagstellinginteressantis,zijnde korteuitweidingenoverderelatietussendeverschillendegroepenbinnendemaatschappijen defragmentenwaarhijzijnopvattingenoverreligieuiteenzet.Wezullenonsdusvooralop dezeuitweidingentoespitsendiewevindentussendehoofdargumentatiesdoor.

OverdestijlvanhetwerkkunnenwenogopmerkendatAverroësduidelijkengestructureerd tewerkgaat.Vooraleer hijeenredeneringweergeeft,duidthijsteedsvooraandeparagraaf aanwiedezestellinginneemt.Zowisselen Ghazālīsays , Thephilosopherssay en Isay elkaar af.Dezeaanduidingengebeurenzeerconsequentenerisdusweinigruimtevoorverwarring. VaakparafraseertAverroësdewoordenvanGhazālī,maarevenvaakciteerthijdestukken diehijzalbespreken.Meestalbetreffenheteerdertechnischeargumentatiesdieergopdetail gerichtzijn.Opandereplaatsenkomthijhierechtervanlosenduidthijhetprobleeminde redeneringvanGhazālīopeenmeeralgemeenniveau.EenaantalkerenlaatIbnRushdzijn objectiviteitachterzichenverwijthijopweinigwetenschappelijkewijzedatGhazālī’swerk inconsistentiesbevat.

(…)thereforeitwouldbemoresuitabletocallthisbook‘Incoherence’withoutqualificationratherthan ‘theincoherenceofthephilosophers’,fortheonlyprofititgivesthereaderistomakehimincoherent. (TAT,55:510)

Throughout this discussion Ghazālī has mistaken the accidental for the essential, and forced on the philosophersconclusionswhichtheythemselvesregardasimpossible.Thisisgeneralthecharacterofthe discussioninthisbook.Amoresuitablename,therefore,forthisbookwouldbeThebookofabsolute Incoherence,orTheincoherenceofGhazālī,notTheIncoherenceofthephilosophers,andthebestname formybookThedistinctionbetweentruthandincoherentarguments.(TAT,146:510)

3.2.3 Bespreking

Wehebbenbijdelezingvan TahāfutalTahāfut diefragmenteneruitgelichtdieinteressant zijnvooronzevraagstelling.Webesprekendezefragmentennuindebrederecontextvan Averroësgedachtegoedeninhetbijzonderinhetlichtvan KitābFaslalmaqāl dathijeen jaarvoordienschreef

Averroës maakt een onderscheid tussen soorten mensen

Netalsin KitābFaslalmaqāl maaktAverroëseenonderscheidtussendemensennaargelang hunaardendecapaciteitendiezijbezitten.Hijheefthetechternietzozeeroverde3klassen vanmensenmaarspreektdoorgaansover2bevolkingsgroepen,namelijkdewijsgerenende massa.

110 Tekstanalyse

• Bepaaldemensen(demassa)hebbeneenlagereintelligentiegraadenkunnennietalles begrijpen.

• Sommigeinformatie,onderwerpenofdiscussieszijnnietvoorhenbestemd.

• Averroësherhaaltookin TahāfutalTahāfut datiederdekennismoetverwervendie Godvoorhemvoorzienheeft.Hetisdusnietergwanneersommigennietinstaatzijn om meer kennis te verwerven. Voor hen is een lagere graadvankennis(verwerving) voldoende,aangezienditiswatGodvoorhenvoorzienheeft.

Enkelecitatenmakenditduidelijk:

Butforhimwhodeniesanevidenttruth,becauseofadifficultywhichpresentsitselftohimthereisa remedy,i.e.thesolutionofthisdifficulty.Hewhodoesnotunderstandevidenttruth,becauseheislacking inintelligence,cannotbetaughtanything,norcanhebeeducated.Itisliketryingtomaketheblind imaginecoloursorknowtheirexistence.(TAT,31:131:10)

Andyou,reader,consultyourheart;itisyourdutytobelievewhatitannounces,andthisiswhatGod– whomakeusandyouintomenoftruthandevidencehasordainedforyou.(TAT,540:10–541:5)

Butthediscussionofthesoulisveryobscure,andthereforeGodhasonlygivenknowledgeofittothose whoaredeeplylearned;andthereforeGod,answeringthequestionofthemassesaboutthisproblem, saysthatthiskindofquestionisnottheirconcern;(…)(TAT,557:5–7)

TheproblemconcerningtheknowledgeoftheCreatorofHimselfandofotherthingsisoneofthose questionswhichisforbiddentodiscussinadialecticalway,letaloneputthemdowninabook,forthe understandingofthemassesdoesnotsufficetounderstandsuchsubtleties,andwhenoneembarkson suchproblemswiththemthemeaningofdivinitybecomesvoidforthemandthereforeitisforbiddento themtooccupythemselveswiththisknowledge,sinceitsufficesfortheirblessednesstounderstandwhat iswithintheirgrasp.(TAT,356:5357:15)

In het algemeen spreekt Ibn Rushd op een neutrale wijze over de massa die een lagere intelligentiegraadheeft.HetisnamelijkonderdeelvanGodsplan.Heelafentoelaathijzich echterookopeennegatieveremanieruitoverdezebevolkingsklassen.

Thisisverymuchthewaytheignoranttreatthelearnedandthevulgartheeminent,andinthisway,too, the common people behave towards the product of craftsmanship. For, when the artisans show the commonpeopletheproductsoftheircraftsmanshipwhichpossessmanyqualitiesfromwhichtheydraw wonderfulactions,themassesscoffatthemandregardthemasinsane,whereasinrealitytheythemselves areinsaneandignorantincomparisonwiththewise.(TAT,194:10195:1)

Communicatie tussen de verschillende klassen

Hetonderscheidtussendemassaendefilosofenheeftinvloedopdecommunicatietussen beide groepen. Het gevaar bestaat namelijk dat bepaalde mensen niet met de moeilijke

111 Tekstanalyse informatieomkunnenendateropdezemaniertwijfelofongeloofgezaaidwordt.Hetisniet vanzelfsprekend te weten wanneer kennis gedeeld mag worden en wanneer niet. Het blijkt ookgeenoplossingdievoordemassagevaarlijkekennisinzijngeheelenvooriedereente verbieden.Dezekenniskannamelijknetfundamenteelzijnvoormensenuitdeintellectuele elite.DitlegtAverroësuitaandehandvaneenmedischemetafoorovergif.

(…)Buttodiscussthesequestionswiththemassesislikebringingpoisonstothebodiesofmanyanimals, forwhichtheyarerealpoisons.Poisonshowever,are relative, and what is poison for one animal is nourishmentforanother.Thesameappliestoideasinrelationtomen;thatis,thereareideaswhichare poisonforonetypeofmen,butwhicharenourishmentforanothertype.Andamanwhoregardsallideas asfitforalltypesofmenislikeonewhogivesallthingsasnourishmentforallpeople;theman,however, whoforbidsfreeinquirytothematureislikeonewhoregardsalnourishmentaspoisonforeveryone.But thisisnotcorrect,fortherearethingswhicharepoisonforonetypeofmanandnourishmentforanother type.Andthemanwhobringspoisontohimforwhomitisreallypoisonmeritspunishment,althoughit maybenourishmentforanother,andsimilarlythemanwhoforbidspoisontoamanforwhomitisreally nourishmentsothatthismanmaydiewithoutit,hetoomustbepunished.Anditisinthiswaythatthe questionmustbeunderstood.(TAT357:5358:5)

Intelligente mensen dragen een grote verantwoordelijkheid om correct om te springen met kennis.Ditvraagtinzichtenindeaardvandekenniseninzichtindeaardvandemensen.Dat onvoorzichtige communicatie over kennis grote gevolgen kan hebben, maakt Ibn Rushd duidelijkdoormiddelvanzijnsterktaalgebruik.

(…)sothatitisnotpermittedtodivulgeittothemassesoreventotmanypeople;indeed,themanwho proveditsevidenceisforbiddentorevealittothemanwhohasnopowertodiscoverthetruth,forhe wouldbelikehismurderer.(TAT,362:515)

Averroëszegtnergensletterlijkdatdeelitedemassamagvoorliegen.Opeenonrechtstreekse manierzegthijechterweldathetafentoebeterisom–wanneerdewaarheidtemoeilijkis voordemassa–eenuitlegtegevendievoorhenbegrijpelijkis.Vaakkunnendeintelligentere mensen hieruit ook de achterliggende betekenis afleiden door middel van een allegorische interpretatie.

Andthecomparisonofdeathwithsleepinthisquestionisanevidentproofthatthesoulsurvives,since theactivityofthesoulceasesinsleepthroughtheinactivityofitsorgan,buttheexistenceofthesouldoes notcease,andthereforeitisnecessarythatitsconditionindeathshouldbelikeitsconditioninsleep,for thepartsfollowthesamerule.Andthisisaproofwhichallcanunderstandandwhichissuitabletobe believedbythemasses,andwillshowthelearnedthewayinwhichthesurvivalofthesoulascertained. (TAT,557:1015)

112 Tekstanalyse

Soorten Argumentaties

Netalsin KitābFaslalmaqāl maaktAverroësnogsteedsonderscheidtussenverschillende argumentatiemethoden.Retorischeendialectischeredeneermethodenwordenalsmindersterk enzelfsminderwaardigbeschouwdvergelekenmetdedemonstratieveargumenten.Dekeuze tussendedriemethodengebeurtmethetoogophetdoelpubliek.Eendeductieveargumentatie kannietdooriedereenbegrepenworden.

(…)Manyofthesetruthsarededucedfromadifferent kind of premises from that which satisfies the masses; indeed there is no other way for anyone to become convinced of their truth than that of comprehendingthembylogicalproofandevidence.If,forexample,thecommonman,andevenhewho hasreachedasomewhathigherdegreeofculture,istoldthatthe,whichappearstotheeyeasbeing thesizeofafoot,isaboutahundredandseventytimesbiggerthantheearth,hewillsaythatitisabsurd, andwillregardhimwhobelievesitasadreamer;anditisdifficultforustoconvincehimthrough propositionswhichhecaneasilyunderstandandacknowledgeinashorttime.Theonlyway,indeed,to attainsuchknowledgeistroughdeductiveproof–thatisforthemanwhoisamenabletoproof.(TAT, 207:7–15)

Al-Ghazālī

HetvoorgaandeisnodigomtebegrijpenwatdeproblemenzijnmethetboekvanGhazālī. Teneerstebevat TahāfutalFalāsifa redeneringendieAverroësgemakkelijkkanweerleggen, vaak omdat Ghazālī de foute conclusies toeschrijft aan de filosofen die hij bespreekt. DaarnaastzouGhazālī’sboekookveelincoherentiesbevatten.

Throughout this discussion Ghazālī has mistaken the accidental for the essential, and forced on the philosophersconclusionswhichtheythemselvesregardasimpossible.Thisisgeneralthecharacterofthe discussioninthisbook.Amoresuitablename,therefore,forthisbookwouldbeThebookofabsolute Incoherence,orTheincoherenceofGhazālī,notTheIncoherenceofthephilosophers,andthebestname formybookThedistinctionbetweentruthandincoherentarguments.(TAT,156:511)

Verderbevathetboekgeendemonstratieve,maarvooralzwakkeensofistischeargumenten:

Isay:Thisargumentissophistical(...)(TAT,7:910)

Thiswholeargumentisextremelyineptandweak,andghazālīoughtnottohavefilledhisbookwithsuch talkifheintendedtoconvincethelearned.Anddrawingconsequenceswhichareirrelevantandbeside thepoint,ghazālīgoesontosay:(…)(TAT,16:511)

Inhetlichtvanwatwein KitābFaslalmaqāl lazenenwatweopdevoorgaandepagina’s neerschreven lijken deze twee zaken incoherentie en een zwakke argumentatie – een voldoenderedeomeenaanvalopGhazālīneerteschrijven.Dezezakenopzichleidenreeds tot verwarring. De incoherentie en de zwakke argumentatiekunnenechternogeensgezien

113 Tekstanalyse wordeninhetkadervaneengroterenernstigerprobleem.Ghazālīrichtzichtoteenverkeerd doelpubliek, dit is een publiek dat gemakkelijk beïnvloedbaar is, coherentie niet van incoherentie onderscheidt en het verschil niet ziet tussen een goede of een zwakke argumentatie. Er worden in Tahāfut alFalāsifa onderwerpen besproken die niet voor de massabestemd zijn en die hen alleen maar in verwarringbrengen,tochishetboekaande massa gericht. Het gevaar dat hieruit volgt – de verwarring en het ongeloof dat zich zal verspreidenonderdemassaiseenvoldoenderedenvoorIbnRushdomhetwerkopzijn beurtaantevallenentepogendeschadetebeperken.

OpkomentegenGhazālī,defavorietetheoloogvandeAlmohadenendannogtegeneenwerk datzo’nimmenseinvloedkende,isiniedergevaleenmoedigeonderneming.(Ozcoidi,2001, p.30)

Tahāfut al-Tahāfut

OokIbnRushdseigenboek–TahāfutalTahāfut kangeanalyseerdwordeninhetlichtvan deopvattingendiehijin KitābFaslalmaqāl enookin TahāfutalTahāfut vooropstelt.Deze analysemaakthijdeelszelfmaarzullenwijverderuitwerkenenuitleggen.

Averroëszegtonsherhaaldelijkdatzijnboekgeendemonstratieveredeneringenbevat,maar dezakenopeenmeerintuïtievewijzeweerlegt.

Allthisisnotprovedhereapodictically,butonlyinthewaywefollowhereandwhichisinanycasemore plausibleforanimpartialreaderthantheargumentsofouropponents.(TAT,60:25)

Whatwehavehereareonlydialecticalarguments,theyhave,however,amuchgreaterplausibilitythan whatthetheologiansadvance.(TAT,69:45)

Voor wie hiervoor aanleg heeft, verwijst hij naar demonstratieve boeken die meer wetenschappelijkeenmoeilijkerebewijzenbevatten.

Thisinsummeryisthemethodofthephilosophers,andifyouareoneofthosewhosemindissufficiently trainedtoreceivethesciences,andyouaresteadfastandhaveleisure,itisyourdutytolookintothe booksandthesciencesofthephilosophers,sothatyoumaydiscoverintheirworkscertaintruths(or perhapsthereverse);butifyoulackoneofthesethreequalities,itisyourdutytokeepyourselftothe wordsofthedivinelaw,andyoushouldnotlookforthesenewconceptionsinIslam;forifyoudoso,you willbeneitherarationalistnoratraditionalist.(TAT,361:10362:2)

Allthisisthetheoryofthephilosophersonthisproblemandinthewaywehavestateditherewithits proofs,itisapersuasivenotademonstrativestatement.Itisforyoutoinquireaboutthesequestionsin theplaceswheretheyaretreatedinthebooksofdemonstration,ifyouareoneofthepeopleofperfect

114 Tekstanalyse

eudaemonia,andifyouareoneofthosewholearntheartsthefunctionofwhichisproof.(TAT,247:5 15)

Hetboekpresenteertdusgeendemonstratievebewijzenenaangezienhijdiegenediecapabel zijndoorverwijstnaarandereboeken,kunnenweafleidendathetboekniet(enkel)bedoeldis voor de filosofen en wijzen. Is het boek dan gericht aan alle bevolkingsgroepen? Deze conclusietrektiniedergevalookTaylor(Taylor,2000,p.8)DevraagisdanofAverroësop zijnbeurtdanooknietergvergaat.HijbehandeltdezelfdeonderwerpenalsGhazālīenook hijrichtzichniettoteenuitverkorengroepintellectuelen.Maakthijdannietdezelfdefoutals Ghazālī?Zalookhijdangeenonrustenverwarringzaaien?

Opdeuiteenzettingvandemetafooroverdegiftigeenvoedendekennis,volgdeeenwatvaag reflectief stukje waar Averroës – binnen diezelfde metafoor – de rol van de medicus bespreekt:

Butwhenthewickedandignoranttransgressandbringpoisontothemanforwhomitisreallypoison,as ifitwherenourishment,thenthereisneedofaphysicianwhothroughhissciencewillexerthimselfto healthatman,andforthisreasonwehaveallowedourselvestodiscussthisprobleminsuchabookas this,andinanyothercaseweshouldnotregardthisaspermissibletous,onthecontrary,itwouldbeone ofthegreatestcrimes,oradeedofthegreatestwickednessonearth,andofthepunishmentofthewicked isafactwellknownintheHolyLaw.Andsinceitisimpossibletoavoidthediscussionofthisproblem,let ustreatitinsuchawayasispossibleinthisplaceforthosewhodonotpossessthepreparationand mentaltrainingneededbeforeenteringuponspeculationaboutit.(TAT358:5358:15)

Hetlijktalsof TahāfutalTahāfut inderdaadbedoeldisopeenhelendewijze,ditwilzeggen omdefoutendiein TahāfutalFalāsifa gemaaktwerden,rechttezetten.Hijdoetditdoorzijn veelvuldige verwijzingen naar het verwarrende effect van AlGhazālī’s boek; door diens argumentatiesteanalyserenenteweerleggenendoorraadtegevenoverhoehetwelmoet.Zo geefthijopmerkingenoverdemanierwaaropmetkennisomgegaandienttewordenenover hoedemassabehandeldmoetworden.Hijlegtooknadrukophoebelangrijkhetisjeeigen capaciteitengoedinteschatten.

Averroës beseft zelf dat hij dingen bespreekt die eigenlijk niet besproken niet neergeschreven mogen worden. Maar zijn rol als medicus dwingt hem te helen waar mogelijkenzorgtervoordatuitsprakendieineengewonecontextongepastzoudenzijnnu weltoegestaanzijn.

Ihavedecidedtobreakoffmyinquiryaboutthesethingshere,andIaskpardonfortheirdiscussion,and if it were not an obligation to seek the truth for thosewhoareentitledtoitandtopreventfrom a discussionthosewhohavenoclaimtoit,Iwouldnothavetreatedallthis.AndGodknowseverysingle

115 Tekstanalyse

letter, and perhaps God will accept my excuse and forgive my stumbling in His bounty, generosity, munificenceandexcellencethereisnoGodbutHe.(TAT,588:15)

Opdezelfdemaniermoetenweookdeexcusesinterpreterendiehijformuleerdein KitābFasl almaqāl .(FAM,18:1520;Kruk,2006,p.58)Hijbespreektookhieronderwerpendiehij normaalgeziennietmagbespreken.Hijdoetditechteromeenkwaaddatreedsvoltrokkenis rechttezettenendaaromishethem–indezecontext–toegestaan.

Godsdienst en geloof

WegaanevendieperinopdestandpuntendieAverroësin TahāfutalTahāfut inneemtmet betrekkingtotgodsdienstengeloof.Godsdienstiszeergeschiktvoordemassa,maariserook steedsopgerichtdeklassederwijzenaantespreken.Hetiszelfsverplichtvoordefilosofen enwijzeneengodsdienstaantehangen.Hungelukkanpasvolledigzijnwanneerzijook interageren met het volk. Verder mogen de filosofen zich niet keren tegen de godsdienst waarinzijopgegroeidzijn,andersmagterechtdetermongelovigevoorhengebruiktworden.

Inshort,thereligionsare,accordingtothephilosophers,obligatory,sincetheyleadtowardswisdomina wayuniversaltoallhumanbeings,forphilosophyonlyleadsacertainnumberofintelligentpeopletothe knowledgeofhappiness,andtheythereforehavetolearnwisdom,whereasreligionsseektheinstruction ofthemassesgenerally.Notwithstandingthis,wedonotfindanyreligionwhichisnotattentivetothe special needs of the learned, although it is primarily concerned with the things in which the masses participate.Andsincetheexistenceofthelearnedclassisonlyperfectedaditsfullhappinessattainedby participationwiththeclassofthemasses,thegeneraldoctrineisalsoobligatoryfortheexistenceandlife ofthisspecialclass,bothatthetimeoftheiryouthandgrowth(andnobodydoubtsthis),andwhenthey pass on to attain the excellence which is their distinguishing characteristic. For it belongs to the necessaryexcellenceofamanoflearningthatheshouldunderstandthattheaimofthesedoctrinesin whichhehasbeenbroughtup,andthatheshouldexplaintheminthefairestway,andthatheshould understandthattheaimofthesedoctrinesliesintheiruniversalcharacter,notintheirparticularity,and that, if he expresses a doubt concerning the religious principles in which he has been brought up, or explainstheminawaycontradictorytotheprophetsandturnsawayfromtheirpath,hemeritsmorethan anyoneelsethattermunbelievershouldbeappliedtohim,andheisliabletothepenaltyforunbeliefin thereligioninwhichhehasbeenbroughtup.(TAT,582:5583:10)

OverdeaardvanhetgeloofzegtAverroësnogdatgeloofnietenkelopderedegebaseerdkan zijn.Hetmoeteenmixzijnvaninspiratieenredewaarophetgeloofzichbaseert.

And since in the principles of the demonstrative sciences there are postulates and axioms which are assumed,thismuststillmorebethecaseforthe religions which take their origin in inspiration and reason.Everyreligionexiststhroughinspirationandisblendedwithreason.Andhewhoholdsthatitis possiblethatthereshouldexistanaturalreligionbasedonreasonalonemustadmitthatthisreligion

116 Tekstanalyse

mustbelessperfectthanthosewhichspringfromreasonandinspiration.Andallphilosophersagreethat the principles of action must be taken on authority, for there is no demonstration for the necessity of action except through the existence of virtues which are realized through moral actions and through practice.(TAT,584:110)

De houding van de verschillende klassen ten opzichte van het geloof

De voorschriften in heilige teksten zijn de regels en principes waarvan de profeten en wetgeversmenendatzijdemassahetbesteaanzettentotdeugdzaamheid.

Anditisclearfromthisthatallthelearnedholdaboutreligionstheopinionthattheprinciplesofthe actionsandregulationsprescribedineveryreligionarereceivedfromtheprophetsandlawgivers,who regardthosenecessaryprinciplesaspraiseworthywhichmostincitethemassestotheperformanceof virtuousacts;(…)(TAT,584:510)

Erzijnzakenwaarvoordegewonemensafgeschermdmoetwordenuitangstdathijandersin ongeloofzouvervallen.Erzijnechterookzakendieniemandkanbegrijpen,ookdegeleerden niet. Dit zijn geloofswaarden die voor de mens in het algemeen onbegrijpelijk zijn. Deze zaken moeten daarom aangenomen worden zonder ze te onderwerpen aan een (nutteloos) rationeelonderzoek.

Therefore you will understand that the creation of these bodies and the principle of their becoming cannotbelikethecomingtobeofthebodiesofthissublunaryworld,andthatthehumanintellectisto weaktounderstandhowthisactworks,althoughitknowsthatthisactexists.Hewhotriestocompare heavenlywithearthlyexistence,andbelievesthattheAgentofthedivineworldactsinthewayinwhich an agent in this sublunary world works, is utterly thoughtless, profoundly mistaken, and in complete error.(TAT,193:510)

AverroësbenadruktspeciaalhetprobleemvandetheologendiedeeigenschappenvanGodof van de schepping van God vaak niet naar waarde kunnen inschatten. Zij behandelen en interpreterendezezakenopeenteoppervlakkigewijze.

Hewhocontemplatesaproductofartdoesnotperceiveitswisdomifhedoesnotperceivethewisdomof theintentionembodiedinit,andtheeffectintended.Andifhedoesnotunderstanditswisdom,hemay wellimaginethatthisobjectmighthaveanyform,anyquantity,anyconfigurationofitsparts,andany compositionwhatever.Thisisthecasewiththeologiansinregardtothebodyoftheheavens,butallsuch opinionsaresuperficial.Hewhohassuchbeliefsaboutproductsofartunderstandsneithertheworknor theartist,andthisholdsalsoinrespectoftheworksofGod’screation.Understandthisprinciple,anddo notjudgetheworksofgod’screationhastilyandsuperficially–sothatyoumaynotbecomeoneofthose aboutwhomtheKoransays:‘Say,shallweinformyouofthosewholosemostofbytheirworks,those whoerredintheirendeavourafterthelifeofthisworldandwhothinktheyaredoinggooddeeds?’(TAT, 51:315)

117 Tekstanalyse

Ongeloof

Er zijn dingen die men gewoon moet aannemen zonder ze daarom volledig te kunnen begrijpen.Mensendiedezedingennietaannemenwordengezienalsheidensofongelovigen zijmoetenvolgensAverroësgedoodworden.

Thedenialanddiscussionoftheseprinciples[i.e.theprinciplesofreligion]denieshumanexistence,and thereforehereticsmustbekilled.Ofreligiousprinciplesitmustbesaidthattheyaredivinethingswhich surpass human understanding, but must be acknowledged although their causes are unknown. (TAT, 527:1015)

Thosewhoareindoubtaboutthis[i.e.theresurrection]andobjecttoitandtrytoexplainitarethose whoseektodestroythereligiousprescriptionsandtoundothevirtues.Theyare,aseveryoneknows,the hereticsandthosewhobelievethattheendofmanconsistsonlyinsensualenjoyment.(TAT,585:1015)

Whensuchapeoplehavereallythepowertodestroyreligiousbeliefboththeologiansandphilosophers willnodoubttokillthem,(...)(TAT,585:13586:1)

IbnRushdhanteerthiersterktaalgebruik.MenkanzichechterafvrageninhoeverreAverroës dit werkelijk meende. Misschien was dit een manier om te benadrukken dat hij zelf een gelovig man was. Hij heeft namelijk zeer duidelijk een andere visie op heidendom dan Ghazālī.VoorGhazālīismenheidenwanneermengeloofswaarhedenopeenrationelewijze onderzoekt.Filosofiestaatgelijkaanheidendom.VolgensdezedefinitiezouAverroësechter ookeenheidenzijn.HetlijktonsdaaromeenslimmestrategievanAverroësomdelijndie geloofvanongeloofscheidtteverschuiven,zodathijzelfbinnendegroepvangelovigenvalt. Omtebenadrukkendathijzelfeenverdedigervanhetgeloofis,stelthijhardesanctiesop voordiegenendiedelijntochoverschrijden.

Ondanks zijn harde houding ten opzichte van de heidenen, merken we dat Averroës behoorlijk open staat voor andere godsdiensten. Hetblijktdathijnietzoveelverschilziet tussendegodsdienstenonderling,maardatdefilosoofofwijzewelverplichtiseréénuitte kiezendievoorhemhetbestelijkt.

Further,heisunderobligationtochoosethebestreligionofhisperiod,evenwhentheyareallequally true for him, and he must believe that the best will be abrogated by the introduction of a still better. ThereforethelearnedwhoareinstructingthepeopleinAlexandriabecameMuhammedanswhenIslam reachedthem,andthelearnedintheRomanEmpirebecameChristianswhenthereligionofJesuswas introducedthere.AndnobodydoubtsthatamongtheIsraelitesthereweremanylearnedmen,andthisis apparentfromthebookswhicharefoundamongsttheIsraelitesandwhichareattributedtoSolomon. Andneverhaswisdomceasedamongtheinspired,i.e.theprophets,andthereforeitisthetruestofall sayingsthateveryprophetisasage,butnoteverysageisaprophet;thelearned,however,arethoseof whomitissaidthattheyaretheheirsoftheprophets.(TAT,583:5584.1)

118 Tekstanalyse

Plato

Als extra noot willen we er graag op wijzen dat er in Tahāfut alTahāfut reeds duidelijk verwezenwordtnaarde Republiek vanPlato,ditechterzonderhetwerkbijnaamtenoemen.

Time,therefore,isuniqueforallmovementandforeachthingmoving,andexistseverywhere,sothatif weshouldsupposepeopleconfinedfromyouthinacaveintheearth,stillweshouldbesurethatthey wouldperceivetime,eveniftheydidnotperceiveanyofthemovementswhichareperceivedintheworld. (TAT,79:510)

VolgensdebibliografieenbiografievanHernández(1997)zouAverröesechterpas14jaar laterdecommentaaropde Republiek schrijven.(Hernández,1997,p.5760)Wekunnenniet zeker weten wat een verwijzing naar Plato in dit werk juist betekent. Het is mogelijk dat Averroës de Republiek reeds gelezen had, anderzijds kan het ook betekenen dat hij een commentaarophetwerkgelezenhad,ofenkelweethadvanhetverhaalvandeallegorievan degrot.Iniedergevalzullenwemerkendatdestandpuntendie wein Tahāfut alTahāfut terugvindenminderradicaalzijndandieinzijncommentaaropde Republiek vanPlato.

119 Tekstanalyse

3.3 Averroës’ commentaar op de Republiek van Plato

3.3.1 Inleiding

Averroësschreefzijncommentaaropde Republiek vanPlatoin1194,slechtseenjaartjevoor zijnverbanningnaarLucenain1195 80 enmaarenkelejarenvoorzijndoodin1198.Hetis danookéénvanzijnlaatstewerkengeweest.(Hernández,1997,p.5760)Wijzelflezenhet werkindevertalingvanRalphLerner,diezichniet op de oorspronkelijk Arabische tekst baseert–dezeisnamelijkverlorengegaan–maaropeenvertalingnaarhetHebreeuwsdoor SamuelBenJudahindevroeger14deeeuw.(Lerner,1974,p.vii) 81

DezecommentaarisdeenigecommentaardieAverroësschreefopeenwerkvanPlato.Inhet algemeenwerderindietijdslechtsweinigoverPlatogeschreven.Ditwasnietomdatmen zijnwerknietzoukennen,hetwasnamelijkbetergekenddanvaakaangenomenwordt,maar hetisduidelijkdatmenAristotelesbovenPlatoverkoos.(Ozcoido,1997,p.25)

AverroësgeeftonszelfderedewaaromhijhiereenwerkvanPlatobespreekt:

TheFirstpartofthisart[depraktischewetenschap]isinAristotle’sbookknownastheNicomachea,and thesecondinhisbookknownastheGovernance.And also in this book of Plato’s that we intend to explainsinceAristotle’sbookongovernancehasnotyetfallenintoourhands.(CRP,22:15)

Averroës had van de kalief de opdracht gekregen de werken van Aristoteles te becommentariëren. Hij wist af van het bestaan van de Politeia van Aristoteles, maar was blijkbaarnietbijmachtehetwerkinzijnbezittekrijgen.Daaromschreefhijeencommentaar op het werk van Plato, dat naar hij meende een vergelijkbare inhoud heeft. Averroes’ bedoelingisdieperintegaanopdepolitiekewetenschap.Eerstschreefhijcommentarenop de EthicaNicomachea dathijzagalshettheoretischeluikvandepolitiekewetenschap.De Politeia zoudanhetpraktischeluikgeweestzijn,maardit kon volgens Averroës dus ook vervangen worden door de Republiek van Plato. (CRP, 2122) Deze redenering van Ibn RushdlooptvolgensButterworth(1986)mank.Hetwasvolgenshemevidentergeweestde Republiek vanPlatogelijktestellenaande EthicaNicomachea ende Wetten vanPlatoaande Politeia van Aristoteles. Hij meent dat Averroës de verschillen die er zijn tussen de twee

80 Wegaanlaterinopdevraagofhiertusseneenverbandzoukunnenbestaan.

81 RalphLernerisProfessorEmeritusaandeUniversiteitvanChicago,hijvolgdenaastzijnpolitiekeopleiding aandezeuniversiteitookeenpostgraduaatHebreeuws.

120 Tekstanalyse werken negeert en zo uiteindelijk komt tot een nieuwe interpretatie van zowel de Ethica Nicomachea als van de Republiek .(Butterworth,1986,p.57)Uitde commentarenop de EthicaNicomachea blijktdatAverroësdetekstveelpolitiekeropgevatheeftdandemanier waaropAristotelesditbedoelde.(Butterworth,1975,p.119125)

Ibn Rushd interpreteert de Ethica Nicomachea dus op een speciale op politiek gerichte wijze. Daarnaast had hij bepaalde verwachtingen van de Politeia van Aristoteles die waarschijnlijkindeéchtetekstnietingevuldwaren.Hijmeendeonterechtdatdeinhoudvan de Republiek van Plato zou overeenkomen met de Politeia van Aristoteles. Met al de verwachtingendieAverroëshadtenopzichtevandeRepubliek vanwegehetfeitdathijhet werkzograagwouinpasseninzijnpolitiekedenkkaderishetnietverwonderlijkdatzijn commentarenopdetekstookhuneigenkarakterhebbeneneenwatspecialeweergavezijn vandetekst.

Zozijndevoorbeeldendieindecommentaargebruiktwordenvaakvoorbeeldendiespecifiek geldenvoordeIslammaatschappij.AverroëslegtookanderenadrukkendanPlato.Hijweidt uitoverzakendiebijPlatokortbesprokenworden,ofsomszalhijdingenuitdetekstvan Plato juist veel korter behandelen of zelfs weglaten. (Lerner, 1974, p. xivxv) Zo laat hij bijvoorbeelddediscussieoverdeideeën–dieinhetwerkvanPlatotocheenbelangrijkerol speelt–volledigweg.(Ivry,1998,p59)Dezeweglatingenentoevoegingenzijnnatuurlijk ooknietgemakkelijkteinterpreteren,wehebbennietdeoorspronkelijketekstvanAverroës, maar we kennen evenmin de tekst waarop hij zich baseerde. Misschien waren er in de vertalingdieindietijdvoorhandenwasookreedsaanpassingengeslopen.(Lerner,1974,p. xivxv)

DetekstvanPlatobestonduit10boeken.1tot5wordenbehandeldindeel1vanAverroës, deel2gaatover6en7entotslothandeltdeel3overboek8en9.OverBoek10wordter slechtsweiniggeschreven(Butterworth,1986,p.7)enookdeel1wordtmaaroppervlakkig besproken(Ivry,1998,p.59)EenanderebelangrijkeveranderingisdatAverroësdedialoog volledigweglaat.HetachtergrondverhaalvanSocratesdiediscussieert,isvolledigverdwenen in de tekst van Averroës, er wordt zelfs geen melding van gemaakt. Ibn Rushd bespreekt enkel de materie die besproken wordt binnen die dialogen zelf. Dit valt waarschijnlijk te plaatsenbinnendeopmerkingdieAverroësaanhetbeginvandecommentaarmaakt.

TheintentionofthistreatiseistoabstractsuchscientificargumentsattributabletoPlatoasarecontained intheRepublicbyeliminatingthedialecticalargumentsfromit.(ARP,21:15)

121 Tekstanalyse

Hijwilalhetdialectischevervangendoordemonstratieveelementen.(Butterworth,1986,p. 910)Ditbetekentdatookdedialogenmoestenverdwijnen;

Tot slot gaan we nog even in op de stijl die Averroës hanteert. Averroës gaat heel vaak parafraserendtewerk,hijciteertgeenstukkentekstzoalshijbijvoorbeeldweldeedinTAT. HijbespreektwatPlatoschrijftengeeftsomsookzijneigenmening,maardezebeideworden ampertegenoverelkaargeplaatst.Deovergangenzijnookzeeronduidelijk.Vaakishetniet goedteontwarren wie watzegtofwatAverroës’eigenmeningis.Veleparafrasesvanhet gedachtegoedvanPlatospreekthijniettegen.Datdoetvermoedendathijindezegevallen dezelfde opvattingen aanhangt, ook al wordt dit niet letterlijk uitgesproken. Naast het parafrasesvandetekstvanPlato,kondigthijanderezakenaanmet“WeSay:”.Deze“wij” kan naargelang de context verschillende betekenissen hebben. Het kan gaan om zijn persoonlijkemening,maarookom“wijmodernen”, “wij onderzoekers”, “wij mensen van Cordoba”,“wijaanhangersvandewet”,“wijmensenvanAndalusië”,etc.Averroësmaaktin zijn schrijven ook een verschil tussen “these cities” waarmee hij de steden in Andalusië aanduidtzoalshijdiekenten“thiscity”dathijgebruiktomtesprekenoverdeidealestadvan Plato.(Lerner,1974,p.xvxvi)

Ookhierzouhetonsteverleidendeheletekstuitgebreidtebehandelen.Wezullendaarom slechts kort ingaan op de inhoud van het werk, maar langer blijven stilstaan bij bepaalde passageswaarvandebesprekingeenmeerwaardeisvoordezethesisverhandeling.

3.3.2 Inhoud

Zoals gezegd bestaat Averroës’ commentaar op de Republiek van Plato uit 3 delen. We besprekenkortwaaroverelkvandezedelengaat.

Averroësstartzijneerstedeelmetdeuiteenzettingvanzijndoel.Ditisdewetenschappelijke bewijzen extraheren door de dialectische elementen uit het werk te elimineren. In de Republiek van Plato vinden we volgens Ibn Rushd het praktische deel van de politieke wetenschap besproken. Hij bespreekt dit werk van Plato omdat hij het traktaat dat hij werkelijkwilbespreken–de Politeia vanAristoteles–nietinzijnbezitheeft.Averroësgaat vervolgensverderinopdepolitiekeaardvandemens. Hij neemt Plato’s theorie over de vormingvandesamenlevingover.Alleenkaneenmensnietinalzijnbehoeftenvoorzienen dus niet overleven. Een samenleving waar iedereen handelt volgens zijn natuur en waar mensenelkaarhelpenenelkaaraanvullen,isdaaromhetideaaldatvooropgesteldwordt.Het

122 Tekstanalyse isbinnendezesamenlevingbelangrijkdatiedereendatgenedoetwaarvoorhijvannatureuit bestemdis.

IbnRushdstaptoveropdebesprekingvandedeugden(moed,rechtvaardigheid,matigheiden wijsheid)enhoezeteverwerven.Verdervolgterinditeerstedeeleenschetsvandeideale stadvanPlato.Erwordenthema’salsdeaardendeopvoedingvandewachtersbesproken gymnastiekenmuziekzijnhiervanbelangmaarookdeeducatievanhetvolk.Erworden afsprakengemaaktoverdeeetgewoontenindeidealestad,detaakvanderechtersenartsen endebehandelingvandezieken.Averroëswijdteendeelaandeaardvandekoning,dieals leidendefiguurvandewachtersenvanhetvolkeenbelangrijkefunctiebezit.Hijbespreekt dedelenvandestadeninwelkdeelmenwelkedeugdenterugkanvinden.Tenslotteworden deplaatsvandevrouw,deaardvandevoortplantingendeopvoedingvandekinderenvande wachtersbesproken.

Nadebeschrijvingvandeidealestadinheteerstedeel,herneemtIbnRushdinzijntweede deel de bespreking van de aard van de koning. Hier echter op een uitgebreidere wijze. Averroëssteltdathetomdeidealestadtebekomennoodzakelijkisdatdekoningeenfilosoof is.Defilosoofbereiktzijnperfectiewanneerhijzoweltheoretischenpraktischekennisals ookdemoreleencogitatievedeugdenverworvenheeft.Dekoningwordtgelijkgesteldaande wetgever,filosoofenzelfs Imām .Hijmoetvannatureuitaaneenaantalconditiesvoldoen.

Deidealestadheefteenfilosoofkoningnodigomtekunnenbestaan,maaromgekeerdisook deidealestaddebesteplaatsvoordewijzeomoptegroeien. In anderestedenwordenzij vaakofwelnietopgemerktofveracht,ofwelkrijgenzijeenslechteopvoedingzodathunware aardnietvolledigtotuitingkomt.

IndittweededeelgaatAverroësooknogverderinophet(eind)doelvandemens.Doorheen degeschiedeniszijnverschillendezakennaarvoorgeschoven.Averroëslegtuitdatdatgene watdemensdoetonderscheidenvandeanderewezensindekosmoszijnrationelefaculteitis. Datgenewathetdoelisvandemens(heid)–enwatdushetvooropgesteldeultiemegelukis moet wel een handeling of activiteit zijn die voortkomt uit deze faculteit. Deze faculteit bestaat volgens Averroës uit 2 delen, de praktische rede en de wetenschappelijke rede. Er bestaanvervolgensookverschillendeperfecties,erzijnperfectiesvanpraktischeofperfecties van wetenschappelijke aard, maar ook cogitatieve en morele deugden. Naar gelang welke deugden iemand bezit behoort hij tot een bepaalde klasse in de maatschappij. Ibn Rushd bespreekt de verhouding tussen de theoretische en de praktische wetenschappen. De

123 Tekstanalyse praktischewetenschappenhebbenalsdoeldetheoretischewetenschappentedienen.Dittoont Averroësaanvoordeverschillendepraktischewetenschappen.

AandehandvandeallegorievandegrottoontAverroësaandatmensennietonmiddellijkde moeilijkste wetenschappen aankunnen, maar dat het beoefenen van wetenschappen opgebouwdmoetworden.Netalsmensendienalangevastzittenineengrot,plotsvrijgelaten worden.Zijmoetenookeerstwennenaanhetsterkedaglichtenzullenslechtsstapvoorstap de zaken in de realiteit kunnen ontwaren. Zo is er ook bij de opvoeding van mensen een hiërarchie van wetenschappen die men van laag naar hoog moet doorlopen en een juiste momentvooralles.

InhetderdedeeltenslottebespreektAverroësdeanderebestuursvormendieaanbodkomen bij Plato. Naast het ideale koninkrijk van Plato bestaan er nog vier anderen, namelijk de timocratie,dearistocratie,dedemocratieendetirannie.Naastdeze5purevormenbestaaner echterveeltussenvormen.De5bestuursvormenwordenbesprokendoorAverroës,netalde transformatievandeenevormnaardeandere.NetalsPlatoweidtAverroësverderuitoverde aardvandetiran.

3.3.3 Bespreking

Het mensbeeld van Averroës

WegingeninhetonderdeeloverdeinhoudvanhetwerkalkortinopAverroës’mensbeeld. Hierpogenwedatonderdeeluit Averroës’commentaaropdeRepubliekvanPlato watbeter teduiden,omdatditbeelddatAverroësheeftookbelangrijkisvoordemanierwaarophijo.a. desamenleving,hetnastrevenvandedeugdenendeverschillendeklassenindemaatschappij ziet.

DemensbestaatvoorIbnRushduittweedelen,hetlichaamendeziel.Hetlichaamisde materieendezielisdevormvandemens.DemateriestaatvolgensAverroësintekenvande vormendevormligtopzijnbeurtaandebasisvandeactiesofpassiesdieeruitvoortvloeien. De mens heeft verschillende zielen gemeen met de andere wezensindekosmos,zoalsde nutritieve, vegetatieve en de generatieve ziel met de plant; de sensitieve ziel en de mogelijkheid zich voor te bewegen met de dieren. Wat de mens van andere wezens doet verschilleniszijnrationelefaculteit.Doordezerationelezieliseenmenswathijis.Omdie redenishetdoelofhetgelukvandemensooktevinden in het volbrengen van bepaalde handelingendieeigenzijnaanditdeelvandemens.

124 Tekstanalyse

Thisbeingso,aman’sendandhappiness[areattained]onlyifthoseofhisactionsthatarespecificto himarerealizedbyhimintheutmostgoodnessandexcellence.(CRP,68:510)

Anactivityoftherationalsoulthatisinaccordwithwhatisrequiredbyvirtue.(CRP,68:1015)

Derationelefaculteitbestaatuittweeonderdelen,enerzijdsdepraktischerede,anderzijdsde wetenschappelijkerede.(CRP,6769)

Deugden als een manier om op te delen in klassen

Dat de rationele ziel uit verschillende delen bestaat zorgt ervoor dat er ook verschillende perfectiesofdeugdenzijn.Deperfectieskunnenpraktisch,theoretische,cogitatiefofmoreel zijn.Elkvandezedeugdenisnormaalgezienvooréénklassevanmensenbestemd,behalve danenkelemoreledeugdenzoalsgematigdheid.(CPR,69)

Theusualsituationisthateachandeverykindofhumanisdisposedtowardsomeparticularoneofthese perfections.(69:1015)

Hetiszeermoeilijkomalledeugdentebezitten.(CRP,22)OpsommigeplaatsenzegtIbn Rushddathetcompleetonmogelijkisomdateenzelfdepersoondanteveeltegenstellingenin zichzoudragen.(CPR,69)Opandereplaatsenschrijfthijdatenkeldefilosoofkoninghiertoe instaatis.(CRP,22)

Dedeugdenendemensendiedezedeugdenbezitten,lijkenzichopeenbepaaldemaniertot elkaar te verhouden. De deugden zelf verhouden zich zo tot elkaar dat sommige deugden andere deugden ondersteunen. Zo zijn alle praktische deugden bedoeld om de theoretische deugdenteondersteunen.Dehoogstedeugdishetregeren over de stad. (CRP, 6970) Op eenzelfdemanierlijkterookeenverhoudingtebestaantussendemensendiedezedeugden beoefenen. Diegenen die praktische deugden beoefenen zijn ondergeschikt aan en werken voordeleiderdiehenregeert.

Averroësheefthetverderookovertweewijzenomdedeugdenvoorttebrengenindezielvan demensen.Deeerstemanierisdooronderwijzingofdoorovertuiging.Bijdemassagebeurt ditdoormiddelvanretorischeenpoëtische argumenten. Voor de intellectuele elite zijn er anderemethodenvoorzien.Detweedemanierisdoordwangenonderdrukking.Averroëszal stellendatditindedeugdzamestadnietnodigis,behalvemisschienalsmilitairetrainingof alshoudingnaardeandereoverwonnenstedentoe.(CRP,2526)

125 Tekstanalyse

De mens als politiek wezen

IbnRushdbenadruktinditwerkheelsterkhetpolitieke en sociale karakter van de mens. Mensenzijnnietzelfvoorzienendwatdedagdagelijksebehoeftenbetreft,maarookomhun deugdenteverwervenhebbenmensenhulpvananderennodig.Daaromishetbeteromeen samenlevingoptebouwen.

Italsoappearsthatnooneman’ssubstancecanbecomerealizedthroughanyofthesevirtuesunless[a numberof]humanshelphimandthattoacquirehisvirtueamanhasneedofotherpeople.Henceheis politica lbynature.(CRP,22:1520)

Over het algemeen is het het beste wanneer ieder zich slechts toelegt op één activiteit, namelijkdeactiviteitwaarvoorhijvannatureuitaanlegheeft.Verschillendemensenhebben verschillendeperfecties,nietiedereenheeftdezelfdemogelijkhedeninhetleven.

Sinceitisimpossiblethatthehumanperfectionsbeattainedotherthanindifferentindividualswithina givenpopulation,theindividualsofthisspeciesarealldifferentinnaturaldispositioncorrespondingto thedifferenceintheirperfections.Forifeachindividualamongthemwerepotentiallypreparedforall humanperfections,naturewouldhavewroughtsomethinginvain;foritisabsurdthattherebesomething possiblewhoserealizationisimpossible.(…)Allthemoreisthisevidentinthenobleperfections,fornot everymanisfittobeawarriororanoratororapoet,letaloneaphilosopher.(CRP,22:30–23:10)

Een samenleving waarin ieder handelt volgens zijn eigen natuur en voorbestemdheid en waarinmensenelkaarhelpenbijhetbereikenvanhunperfectiesishetideaal.

All this being as we have characterized it, there ought to exist an association of humans – [an association] perfect in every species of human perfection and [whose members] are helped to their completioninthatthelessperfectfollowsthefullyperfectbywayofpreparingforhis[own]perfection, andthemoreperfectaidsthelessbygivinghimtheprinciplesofthisperfection.(CRP,23:515)

Algemene opvoeding

Mensen kunnen onderwezen worden over ofwel praktische ofwel theoretische zaken. Averroësmaaktonderscheidtussendeargumentatiemethodenomhenteonderwijzen.

Theargumentsbywhichthecitizensaredisciplinedare,aswehavesaid,eitheraboutscientificthingsor aboutpracticalthings.Theargumentsareoftwokinds:demonstrativearguments,[andthosethatare] dialectical,rhetorical,andpoetical.(29:1525)

Hijlegtuitdatdepoëtischeargumentenvooralbedoeldzijnvoordeopvoedingvandejeugd. Eriseenmogelijkheiddatzijmentaalgroeienennaverloopvantijdopeenanderemanier– aan de hand van een moeilijkere argumentatiewijze – onderwezen kunnen worden. Het

126 Tekstanalyse hoogstewatzijkunnenbereikenisonderwijsdoormiddelvandedemonstratievemethode. (CRP,29)

Eenspecialeopvoedingisweggelegdvoordewachters(zieinfra),hunopvoedingdraaitrond twee pijlers, namelijk muziek en gymnastiek. Onder het volgende punt bespreken we belangrijkerichtlijnenomtrenthetgebruikvanpoëziebijdeopvoeding.

Poëzie

Poëzie en jeugd

HetisvolgensPlatovanbelangdatkinderen–dieheelvatbaarzijnvoorbijgeloof–nietin contactkomenmetverhalendienietwaarzijn.Averroëszegtexplicietdezegedachtegangte volgen.

Platosaysthatwhatismostharmfulforchildrenisthattheyhearuntruestoriesduringtheirchildhood, fortheyarereadyatthattimeeasilytoacceptwhateverformstheywishtoaccept.Henceoneshould guardagainsttheirhearinganyoftheuntrueimitationsatthistime,andingeneralguardthebeginning oftheirupbringingwithutmostwatchfulness,forthebeginningofeveryactionisveryweighty.(…)Plato recountsofthiswhatwasgenerallyacceptedinhistimeandwarnsagainstit.Weourselvesfollowafter himandalsorecountofthiswhatisgenerallyacceptedamongus.(CRP,30:1525)

Islam en fabels

Uithetvoorgaandevolgtdatbepaaldezakendiealgemeenaangenomen wordenbinnenhet IslamgeloofofdoorbepaaldesektenbinnendeIslamschadelijkkunnenzijnvooropgroeiende kinderen.Averroësbespreektenkelevoorbeeldenuitzijntijd.Zouithijzijnontevredenheid overdeuitsprakenwaarinmenbeweertdatGodverantwoordelijkisvoorzowelhetgoedeals het kwade. God is enkel goed volgens Averroës. Ook tegen de opvattingen van de mutakallimūn 82 gaathijin,zijstellendatgoedenslechtnietobjectiefbestaan.Ietsisgoedof slechtomdatGoderwelofnietmeeakkoordisenGodisvolgenshenhelemaalvrijinhet bepalenvandezezaken.(CRP,30)Nogergerzijntenslottedeverhalenoverengelendievan gedaanteenvormwisselenenallezakendieervoorzorgendatdewachtersangsthebben voordedoodenhethiernamaals.(CRP,31)

82 Diegenendiezichverdiepeninde kalām. (Gardet,2010)

127 Tekstanalyse

Gevolgen

Hetgevaarvandezeverhalenisdatkinderenzwakenangstigopgroeien.Dewachterszullen doorangstvoordedooddebelangenvandestadniettenvolleverdedigen.(CRP,31)Dit allesondermijntdemogelijkheiddeidealestadoptebouweneninstandtehouden.

Arabische poëzie

AverroëswaarschuwtinhetbijzondervoordeveelvuldigegevarendiedeArabischepoëziein zichdraagt.Dezepoëziezorgtvoorongehoorzaamheidtenopzichtevanbepaaldeafspraken enregelsindeidealestad.

Above all, they ought to reject statements that conduce to [preoccupation with] the pleasures. This is prevalentinthepoemsoftheArabs.Theywilllistentostatementswarningthemtoshunthem[sc.,the pleasures]andagainstindulginginthem,forselfcontrol–asPlatosays–canonlybe[found]together withmoderationandshunningthesensualpleasures,aswillbemadeclearfromhisstatementinwhat follows.Thegreatestoftheactsofselfcontrolisthatthesepeoplefaithfullyobeythegreatonesamong themandbecomechiefsrulingoverthepleasuresratherthanthosewhomthepleasuresrule.Henceitis inappropriate to decide that they should listen to statements that incite them to such acts [of self indulgence].Henceitismostharmfulofallifthegreatonesandthechiefsaredescribedashavingeven oneofthesedispositions,andevenifonlyforabrieftime.Norisitappropriatethattheyhearstatements exhortingthemtoholdandacquireproperty,formorethananythingelsepossessionshindertheseartsas issaidhereafter.Theyouthsoughttobewarnedagainstlisteningtothisandwhatresemblesit.Youknow that thepoems of the Arabsare filled with these evil things. It would therefore be more harmful than anything else to accustom youths to them from the outset. This, then, is the sum of the discussion concerningtheclassofcustomaryfables.(CRP,32:20–33:5)

Spreekwijzen

Naast een waarschuwing voor bepaalde fabels en poëziefragmenten, wordt er ook een onderscheid gemaakt tussen spreekwijzen. Narratieve vertellingen kunnen over verleden, hedenoftoekomsthandelen.Vertellingenkunnenwelofgeenimitatiebevatten.Wanneerde vertellergebruikmaaktvanimitatiekandieimitatietweevormenhebben.Ofwelindevorm vanklank,uitbeeldingenengezichtsuitdrukkingen.Ofwelimitatiedieenkelindewoorden tot uitdrukking wordt gebracht. Over imitaties worden de volgende richtlijnen gegeven, wanneerjeéchtwilimiterenishetbestjemaarinéénsoortimitatietespecialiseren.Hetis namelijknietmogelijkdatiemandinallesgoedis,jemoetéénietsuitkiezendatdichtbijje natuuraanleunt.Hetisookaangeradenenkeldeugdzamezakenuittebeelden.(CRP,33–34)

128 Tekstanalyse

De wachters

De aard van de wachters

Devolgendeaangeboreneigenschappenwordenaandewachterstoegeschreven:

Ithas,then,beenmadeclearfromallthisthattheguardiansandthefightersoughttobeintheirnatures philosophers,loversofknowledge,hatersofignorance,spirited,quickofmovement,stronginbody,and withkeensense[s].(CRP,29:15)

De taak van de wachters

Netalsbijdeanderenindedeugdzamestadishetbelangrijkdatdewachtersdatgenedoen waarvoorzijvannatureuitvoorbestemdzijn.Ookdewachtersmoetenzichdusopéénkunst richten.Bijhenisditdatdewachterliefdemoettonenvoordebewonersvandestadmaar haatgevoelensmoetkoesterentenopzichtevanvreemden.(CRP,28)

Opleiding van de wachters.

Deopleidingvandewachtersbestaatuitenerzijdseengymnastiektrainingenanderzijdseen muzikaleopleiding.Doordegymnastiekwordendewachtershard,doormuzikaleopleiding krijgenzijhunzachteengevoeligekantenmee.(CRP,29)Eenperfectevenwichtishiernodig omdatdewachterniettehardvochtigofniettezwakwordt.Ditevenwichtzorgtervoordat menliefdevoeltvoordestedelingenenhaatvoormensenbuitendestadwatdanookdetaak vandewachtersis.(CRP,36)

De koning.

Ermoeteenleidergekozenwordenonderdewachters,ditisdekoningvandestaat.Hijis diegenediedemeestedeugdenbezitenhetmeestebegaanismethetwelzijnvandeinwoners vandestaat.

Thereoughttobechosenthatoneamongthemwhoismostvirtuousandwhomostlovestheadvantages ofthecitizensandwhoismostdisciplined.Thesewillbeonlyifvariousconditionsarecombinedinhim, amongthemthathedoesnotdepartfromthisopinionagainsthiswill.(CRP,39:510)

De samenleving van Plato kan enkel tot stand komen wanneer er een filosoof als koning regeert.(CRP,60)Eenfilosoofisindezecontextiemanddienaarkennisverlangtenstreeft. De filosoof bereikt zijn perfectie of volkomenheid wanneer hij alle mogelijk deugden verworvenheeft,zoweldetheoretische,praktische,alsdemoreleencogitatievedeugden.

129 Tekstanalyse

Dekoningisvolgensdedefinitieiemanddiedestadregeert.Omdekunstvanhetregerenzo goed mogelijk te beoefenen is het belangrijk dat diegene die regeert aan bepaalde voorwaarden voldoet. Deze condities zijn dezelfde als de condities waaraan een goede wetgevermoetvoldoen.Averroësgaatnogeenstapverderenmeentdatdetermenkoning, wetgever,filosoof enzelfs imām synoniemenzijn.Dezelaatstehoortindezelfderijomdat imām hetzelfde betekent als diegene die opgevolgd wordt in zijn acties . (CRP, 61) De conditieswaaraandezemensen–dekoning,filosoof,wetgeveren imām –moetenvoldoen zijndevolgende(CRP,6162):

• Deneiginghebbenomtheoretischewetenschappentebestuderen.

• Veelonthouden,nietvergeetachtigzijneneensterkgeheugenhebben.

• Ervanhoudentestuderen,hiervoorkiezeneneeninteressehebbeninalledelenvande wetenschappen.

• Vandewaarheidhoudenendevalsheidverachten.

• Sensueelverlangenverachten.

• Nietuitzijnopgeld.

• Breeddenkendzijn.

• Moedigzijn.

• Zichbewegentotwathijzelfgoedacht.

• ToegevoegddoorAverroës:eloquentzijn.

• Devoorgaandezakenzijnhoofdzakelijkmentalecondities,maarhetisookbelangrijk datdekoningfysiekingoedeconditieverkeert.(CRP,62)

De ideale stad heeft deze filosoofkoning nodig om te kunnen ontstaan en om te kunnen blijvenbestaan.Omgekeerdheefteengoedekoningookdejuisteomgevingnodigomopte groeien. De ideale stad is de beste plaats voor de wijze om op te groeien, hier gaan we zodadelijkverderopin.

De wijzen.

Devoorwaardenomals“wijze”optegroeienzijneerstenvooraldatjehiertoenatuurlijke aanleghebt,maarookdejuisteopvoedingendejuisteomgevingspeleneenbelangrijkerolin hetbepalenofdewijsheidzichaldannietuit.Averroës onderzoekt waarom er zo weinig

130 Tekstanalyse wijzen zijn in zijn huidige maatschappij. Dit is een belangrijke vraag aangezien de aanwezigheidvanwijzemensenookhetontstaanvandeidealestadbeïnvloedt.Zondereen filosoofkoningbestaatdeidealestadniet.

Averroës besluit dat er twee redenen zijn waarom er niet meer wijzen leven in zijn maatschappij. Ten eerste worden diegenen die van nature wijs zijn ofwel niet opgemerkt ofwelwordenzeverachtdoormensendiehunwijsheidnietwaarderen.Eenandereredenis datmenweldepotentieinzichheeftomuittegroeientoteenwijspersoon,maardathet probleemzichsitueertophetniveauvandeopvoedingofdeomgeving.Eenopvoedingdie nietaangepastisaandeaardvanhetkind,ofeenweinigstimulerendeomgevingverhinderen dathetkindopgroeittoteenwijspersoon.DezeslechteomgevingduidtAverroësaanalseen “slechte” stad. (CRP, 63) De ideale stad van Plato is dus de ideale omgeving voor de opvoedingvanwijzemensen.

Wanneererineenslechtecontexttocheenwijzeofeenfilosoofopgroeit,spreektAverroës vandetussenkomstvanGod.Hetisechterheelwaarschijnlijkdatdezewijzezichuiteindelijk toch niet thuisvoelt in de “slechte” stad en dat hij zich zal afzonderen van de rest van bevolking.(CRP,64;89)Aangezieneenfilosoofofeenwijzedeidealestadnodigheeftom zichvolledigtekunnenontwikkelen–ditwilzeggenomalledeugdentebereiken–zalhij nooitdeperfectiebereiken.Hijzalblijvenstekenopeenminderontwikkeldniveau.(CRP, 64)

Ifithappensthatatruephilosophergrowsupinthecities,heisinthepositionofamanwhohascome amongperilousanimals.Heisnotobligedtodoharmalongwiththem,butneitherishesureinhimself thatthoseanimalswillnotopposehim.Henceheturnstoisolationandlivesthelifeofasolitary.The bestperfectionismissinginhim,forthatcanbeattainedbyhimonlyinthiscitythatwehavedescribed inspeech.(CRP,64:2030)

Averroës waarschuwt tenslotte voor de negatieve gevolgen die tot stand komen wanneer iemand zonder aanleg zich aan de filosofische praktijk waagt. Dit resulteert in geweld en onderdrukkingomdatdezemensenenkelhuneigenverlangensnajagen.

Notonlydoesonereceivenoadvantagefromthemincities,buttheyarealsothemostharmfulofthings forwisdom.Thatisbecauseforthemostparttheyinclineoneway–towardthedesiresandtowardbase actionsingeneral,likeviolenceandoppression.Fortheyhavenovirtueinandofthemselvesthatwould restrain them from these actions; nor will they speak truly in the tales with which they frighten the citizenswhilebringingaboutthesethings[sc.,violenceandthelike].Theywillbeadisgracetowisdom andacauseofmuchharmtowhicheverofthemisfitforit,asisthecaseinthistimeofours.(CRP, 64:2025)

131 Tekstanalyse

Vrouwen

NetalsPlatoijvertIbnRushdvooreengelijkebehandelingvanvrouwenindemaatschappij. VolgensAverroësgelijkendemannenenvrouwenuitdezelfdeintelligentieklasseopelkaar en hebben zij hetzelfde levensdoel. Er zijn wel verschillen, maar blijkbaar zijn deze niet enorm belangrijk. Vrouwen zijn bijvoorbeeld in het algemeen zwakker, maar dit staat het besluitdatvrouwendezelfdeactiviteitenalsdemannenmogenbeoefennietindeweg.(CRP, 53)

Andwesaythatwomen,insofarastheyareofonekindswithmen,necessarilyshareintheendofman. They will differ only in less or more; i.e., the man in most human activities is more diligent than the women, though it is not impossible that women should be more diligent in some activities, such as is thoughtconcerningtheartofpracticalmusic.(…)ifthisisso,andthenatureofmenandwomenisof onekind,andthenaturethatisofonekindturnstoonlyoneactivityinthecity,thenitisevidentthatthe womeninthiscitywillpracticethe[same]activitiesasthemen,exceptthattheyareweakeratit.(CRP, 53:525)

IbnRushdgaatnogverderdanhetlouterbeamenvanwatPlatoinde Republiek schrijft.Hij bekritiseertdatvrouweninzijneigenmaatschappijzoweinigkansenkrijgen.Deactiviteiten diehentoegelatenzijn,wordenafgebakendwaardoorzijdekansnietkrijgenhuntalentente ontwikkelen.Nochtanszouditenkelmaarinhetvoordeelzijnvandemaatschappijinzijn geheel.Desituatiedieeropdatmomentheerst,gezienwordenalseentekortkoming.(CRP, 54)

Thecompetenceofwomenisunknown,however,inthesecities sincetheyareonlytakeninthemfor procreation and hence are placed at the service of their husbands and confined to procreation, upbringing, and suckling. This nullifies their [other] activities. Since women in these cities are not preparedwithrespecttoanyofthehumanvirtues,theyfrequentlyresembleplantsinthesecities.Their beingaburdenuponthemeninthesecitiesisoneofthecausesofthepovertyofthesecities.(CRP,54:5 15)

IbnRushdsluitzelfsnietuitdaterzichookfilosofenofleidersonderdevrouwenbevinden:

Sincewomenareformedwitheminenceandapraiseworthydisposition,itisnotimpossiblethattherebe philosophersandrulersamongthem.(CRP,53:2530)

Dezehoudingtenopzichtevanvrouwenisteneerstealopmerkelijkbinnendemiddeleeuwse context.Daarbovenishetookzekerverbazingwekkenddittelezenineentekstuitdepenvan een Arabisch filosoof. Ons beeld van de Koran en de Arabieren is vaak behoorlijk vrouwonvriendelijk.Averroëstoondeechterreedsinde12deeeuwdateenmiddeleeuwerof Arabiernietvrouwonvriendelijkhoefttezijn.

132 Tekstanalyse

De edele leugen algemeen

Binnendecontextvandemogelijkegevarenverbondenaanhetvertellenvanfabelsaande jeugd of aan de gelovige gemeenschap, stapt Averroës over naar de vraag wanneer onwaarhedenofleugenstoegestaanzijn.HijhaaltdewoordenvanPlatoaanmaargezienhij dezeniettegenspreektendatwelopandereplaatsendoetwaarhijhetnieteensismetPlato, menen we te kunnen besluiten dat Averroës vermoedelijk met Plato akkoord ging. De redeneringgaatalsvolgt,gewonemensen–ditwilzeggendemassaof denietfilosofen – mogennietliegen.Wanneerzijliegenwordenzijgestraft.Hijvergelijktdeverhoudingtussen demassaendefilosofenmetdeverhoudingtusseneenpatiëntenzijndokter.Wanneerde patiënt liegt tegen zijn dokter over zijn gezondheid kan dit ernstige gevolgen hebben. Aangeziendeleiderinstaatvoordementalegezondheidvanzijnvolk,zoudenookleugens vanhetvolknefastegevolgenkunnenhebben.

Dewijzenofleidersbevindenzichineenanderesituatie.Averroëstrektomdituitteleggen demetafoorvandedokterdoor.Zoalseendokterzijnpatiëntmagvoorliegenwanneerdat voordienseigenbestwilis,zomogenookdeleidershetvolkvoorliegenoverbepaaldezaken inderealiteitalsdatnodigisvoorhunopvoedingendegoedegangvanzaken.Meernog,het iszelfsonmogelijkomzonderzulkeleugensdemassa op te voeden. Dezepaternalistische houdingisnodigwilmendemaatschappijingoedebanenleiden.(CRP,32)

Hesaid:theyoughttobeexhortedwithexceptionaldiligenceforzealforthetruth,forlyingdoesnot benefitGod’srulershiportheangelsorthemultitudeofhumans–i.e.theyoughtnot[even]tocome closetoit.Soifsomeartisanorsomeotherofthembefoundtobelying,heoughttobepunished.The multitudeoughttobetoldthatwhenoneofthemultitudeliestothechiefs,thereisapossibilityofharm resemblingtheharmthatcomeswhenaninvalidliestothephysicianabouthissickness.Butthechiefs’ lyingtothemultitudewillbeappropriateforthemintherespectinwhichadrugisappropriatefora disease.Justasitisonlythephysicianwhoprescribesadrug,soisitthekingwholiestothemultitude concerning affairs of the realm. That is because untrue stories are necessary for the teaching of the citizens.Nobringerofanomosistobefoundwho doesnotmakeuseofinventedstories,forthisis somethingnecessaryforthemultitudetoreachtheirhappiness.(CRP,32:1025)

We vinden enkele voorbeelden van deze redenering terug doorheen het werk. Het betreft bepaaldezakendiePlatoinzijnidealestaatinvoert,maardieAverroëslijktovertenemen,of iniedergevalnietnadrukkelijkweerlegt.

133 Tekstanalyse

Het regelen van de voortplanting

Erzijnbepaalderegelingengetroffenomtrenttevoortplantingindeidealemaatschappij.Zo zijnerbepaalderegelsoverdeleeftijdwaaropmenzichmagvoortplanten.Bijvrouwenisdat tussen20en30,bijmannentussen30en55jaar.Vrouwen zijn gemeenschappelijk in de gemeenschaperheerstdusgeenmonogamie–enookdekinderenzijngemeenschappelijk bezit.

Ook al zijn de vrouwen gemeenschappelijk bezit, het is niet gelijk wie zich met wie voortplant.Degoedemannenmoetenzichmetgoedevrouwenvoortplanten,opdatookhun kinderen sterk en wijs zullen zijn. Omdat een goed nageslacht belangrijk is voor het voortbestaanvandestadmengendeleiderszichinhetkoppelen.Doormiddelvaneencorrupt lotensysteem doen zij uitschijnen dat het op toeval berust welke man en vrouw geslachtsgemeenschap zullen hebben. Achter de schermen hebben zij echter alles op voorhanduitgedokterdenlatenzijnietsoveraanhettoeval.(CRP,55)

Whentherulersholdthatnecessitypointstoprocreation,theyorderthatweddingsforgroomsandbrides becelebratedinthecity.Theybringsacrifices,offerdonations,andinstituteprayersinwhichtheycallon God(mayHebeexalted!)thatHemaygraciousuntothem;andtheyorderthatapoembesungusing versesandlinessuitableforweddings.Ingeneraltheytakethemeetingsofthecitizens[asoccasionsfor] thesegatherings.Then,afterthis,themenandwomengathertogether;andthey[sc.,therulers],acting subtlyindedrawingoflots,drawlotsamongthemforthewomen.Thedrawingoflotsmakesitappear thatwhateverbefallseachandeverywomanisonlysomethingbegottenbychanceandaccident.Thus [themen]holdthat[thewomen]arecommontothem[all],butinfactthedrawingoflotsconcernswhat istobebornamongcomparablekinds.Thatis,thegoodkindofwomenareallottedtothegoodkindof men,andthebadtothebad,withoutanyofthecitizensotherthanthelordsbeingawareofthis.(CRP, 55:1025)

De juiste opvoeding

Hetisechtermogelijk–ookalvaltditnietvaakvoor – dat er uit twee wijze mensen een minderbegaafdkindvoortkomtof–omgekeerd–dattweeminderbegaafdeouderseenzeer intelligentenakomelinghebben.Zulkezakenvallenopvoorhandniettevoorspellen,maarhet iswelbelangrijkdaternadegeboortevoorgezorgdwordtdatelkkinddegepasteopvoeding krijgt.Omtebereikendatdezekinderenzonderproblemen naar een andere klasse worden overgebracht,verzonPlatoeenverhaalwaarAverroësschijnbaarmeeopgezetis(CRP,40):

[Thethingthatmostleadsto]thedestructionofthiscityisthatsomeonecarriesonanactivityinitto whichheisnotdisposedbynature,Platocleverlyprovidedthatastorybeadoptedinthecitybywhich

134 Tekstanalyse

theguardiansandtherestofthemultitudemaybepersuadedtotransfertheiroffspringfromclassto class.(CRP,40:515)

Hetverhaalgaatalsvolgt.Iedereenkomtvoortuitmoederaarde,zijisdemoedereniedereen terwereldzijndusbroersenzussen.Godvoorzagsteedshetdoelvanelkemens.Sommige vermengdehijmetgoud,ditzijndeleiders.Bijanderenvermengdehijhunessentiemetzilver (de helpers), ijzer of met brons (de armen of de werkende ambachtslui). Soms worden “zilvere”kinderengeborenuitgoud,gouduitzilver,ofalleanderemogelijkcombinaties.Het isechterbelangrijkdatdewachtersditoptijdopmerkenendekinderenonderbrengenwaarze behoren.(CPR,40)

HenceGodcommandedthechiefsthatinnothingshouldtheytakesuchcareinguardingasintheircare inguardingtheirchildren,directingtheirnatures,andexaminingwhatismixedinthem.Ifthesonis bronzetheywillnotleavehiminthemidstoftheotherchildrenbutratheradmonishhimwithcoercionin accord with what is due his nature and thereafter thrust him out among the craftsmen and the poor. (CRP,40:2030)

Dit verhaal geeft de leiders de mogelijkheid hun bemoeienissen te rechtvaardigen op een manierdievoordemassatebegrijpenvalt.

Racisme en inclusie

TerwijlPlatoervanovertuigdisdatdeGriekeneenwijzervolkzijndananderevolkeren,is Averroësveelbreeddenkender.Hijmoetditnatuurlijkwelzijn,wilhijaantonendaterook onder zijn volk intelligente mensen leven. Maar zoals we ook in de andere werken lazen, beperkthijzichnietenkeltotzijneigenvolk.DaarwaarPlatosteltdatonderdrukkingvan anderevolkerengerechtvaardigdis,gaatAverroëshieralsvolgttegenin:

This opinion would only be correct if there were but one class of humans disposed to the human perfectionsandespeciallytothetheoreticalones.ItseemsthatthisistheopinionthatPlatoholdsofthe Greeks.However,evenifweacceptthattheyarethe most disposed by nature to receive wisdom, we cannotdisregard[thefact]thatindividualslikethese–i.e.thosedisposedtowisdom–arefrequentlybe found.YoufindthisinthelandoftheGreeksanditsvicinity,suchasthislandofours,namelyAndalus, andSyriaandIraqandEgypt,albeitthisexistedmorefrequentlyinthelandoftheGreeks.(CRP,27:1 10)

HetisvolgensIbnRushdbestmogelijkdaterinbepaaldelandenmeerwijzenvoorkomendan inanderelanden,maarditheefttemakenmetdenatuurlijkeaanlegvandemensendaar.Hij besluitdateroverhetalgemeeninallelandenwijzemensentevindenzijnenzekerinde vierdeenvijfdeklimaatzone.(CRP,27)

135 Tekstanalyse

Ook in Averroës’ commentaar op de Republiek van Plato geldt dus dat Averroës geen onderscheidmaakttussenmensennaargelanghunafkomstofreligieuzeopvattingen,maar wel tussen mensen binnen eenzelfde maatschappij naar gelang hun intelligentiegraad en natuurlijkeaard.

De communicatie tussen de intellectuele elite en de massa

Wanneerwewatnaderwillenkijkennaardecommunicatietussendeintellectueleeliteende massa, moeten we enkele van de vorige zaken bij elkaar brengen. Averroës maakt een onderscheidtussenklassenenmensennaargelangdeaanlegdiezijhebbenenwelkedeugden zij bijgevolg kunnen bereiken. Er bestaat een hiërarchie tussen de deugden, waarbij de praktischedeugdenondergeschiktzijnaanenbestaaninfunctievandetheoretischedeugden. Zoookkanmendeverhoudingtussendemensenziendiedezedeugdennastreven.Diegenen die ondergeschikte deugden nastreven zijn zelf ook ondergeschikt aan diegene die belangrijkeredeugdennastrevenofbereikthebben.Zostaatdefilosoofkoningaanhethoofd vanhetvolk.

Erbestaannaargelangdedeugdenandereonderwijsmethoden,maarooknogeensnaargelang de intelligentiegraad van de leerling. Averroës heeft het hier weer over de demonstratieve methodevoordeeliteendedialectische,poëtischeenretorischewijzevoordemassa.Hier wordtnietveelnieuwverteldtenopzichtevandevorigewerken.

Welspeciaalin Averroës’commentaaropdeRepubliekvanPlato isdatAverroësakkoord lijkttegaanmetdetoepassingvandeedeleleugen.Dekoningmagleugensvertellenwanneer ditgebeurtmethetoogophetwelzijnvandemassaofdestadinzijngeheel.Ditiseen gegeven dat voorheen nergens zo werd uitgesproken. Het wordt dan wel gezegd in een contextwaarinAverroësweergeeftwatPlatoschrijft,maaropandereplaatsen–zoalsdaar waarPlatohetheeftoverdeuitzonderlijkewijsheidvandeGrieken–zalhijwelzijnmening verkondingen wanneer hij niet volledig akkoord is. We menen dus te kunnen afleiden dat Averroëswelachterhetideevandeedeleleugenstond.Gezienzijnrolaanhethofvande Almohadendieerombekendstaaneenelitairhoftezijnmetslechtsweinigbandenmetde massa,zouhetiniedergevalgeenvreemdgegevenzijn.

Een interessante opmerking wordt gemaakt bij Ivry (1998). In dit gehele werk waar Averroës wel regelmatig voorbeelden uit zijn tijd aan toevoegde dus zeker wel zijn eigen inbrenginhad–doetAverroësnergensmoeiteeenrolvoordeIslamendeprofeettecreëren. (Ivry,1998,p.5960)Dekoningblijfteenfilosoof,alwordtineenpassagewelgeschreven

136 Tekstanalyse datwede Imām hiermeekunnenvergelijken.DeIslamendeprofeetkrijgen geenspeciale plaats.AverroësverwijstwelnuendannaarGod,maar verder kan men stellen dat religie vooralvanuiteenpolitiekstandpuntwordtbesproken.

137 Tekstanalyse

3.4 De vergelijking.

3.4.1 De verhouding tussen de werken

Webesprakenindithoofdstuk4tekstenvanAverroëswaarinwedingenkondenafleidenover zijnvisieopdecommunicatietussendeintellectueleeliteendemassa. KitābFaslalmaqāl en KitābalKashf‘anmanāhijal‘adillafīaqā’idalmilla vormensamenmeten alDamīma een drieluik over theologischfilosofische onderwerpen. Kitāb Fasl almaqāl en Kitāb al Kashf‘anmanāhijal‘adillafīaqā’idalmilla werdenbeidengeschrevenrond1180.Tahāfut altahāfutwerdgeschrevenin1180en Averroës’commentaaropdeRepubliekvanPlato ten slottein1194.

Wanneerwedetekstenmoetenplaatsentenopzichtevanelkaarzoudenwedat–gegevenwat deinhoudonsinfluistert–alsvolgtdoen. KitābalKashf‘anmanāhijal‘adillafīaqā’idal milla kunnenwenietvolledigbegrijpenaangezienweslechtseenstukvanhetwerktelezen kregen,maarhetwordt algemeen gestelddatditwerkhoorttothetdrieluikwaarvan Kitāb Faslalmaqāl duidelijkhetbelangrijkstewerkis.HetwerkKitābalKashf‘anmanāhijal ‘adilla fī aqā’id almilla behandelt gelijkaardige materie, maar vertrekt vanuit de filosofischewaarhedenenbekijktwanneerdereligieuzestellingenhiermeeovereenstemmen. We bespraken de tekst vooral vanwege de uitwijding over de regels over allegorische interpretatie namelijk wanneer mag dit en door wie mag allegorische geïnterpreteerd worden.

KitābFaslalmaqāl alswerkhandeltoverdevraagofhetaldannietverzoenbaarisomzowel eenlevenvolgensdeHeiligeWetalsvolgensdefilosofieteleven.Hetboekiseenreactieop hetfeitdaterzakenzijndiebesprokenwordeninhetopenbaardieeigenlijknietbesproken zoumogenwordenmetdemassa.DaaromdatAverroëszichgenoodzaaktzietookoverdeze onderwerpenteschrijvenomdenefastegevolgeninteperken.Hetboekisdanookbedoeld voordemassa,omdedingendieverteldwordeninpubliekbetertekunnenkaderenvoorhen. DebelangrijksteconclusieinditwerkisdateenlevenvolgensdeHeiligeWeteneenleven volgensdefilosofieperfectcombineerbaaris.DeHeiligeWetraadtfilosofischonderzoekaan enlijkthetzelfsteverplichtenomdatfilosofischonderzoek–onderzoeknaardedingen–ook eenonderzoekisnaarGodenopdiewijzeeengoedemanieromGodteeren.Wanneerhet nietverzoenbaarlijkt–wanneerbeideelkaarlijkentegentespreken–isereenallegorische interpretatie nodig van de godsdienstige tekst. Zo’n allegorische interpretatie is niet voor iedereentoegankelijk,daaromweidtAverroëszowelin KitābFaslalmaqāl alsin Kitābal

138 Tekstanalyse

Kashf‘anmanāhijal‘adillafīaqā’idalmilla uitoverwanneerendoorwiezo’ninterpretatie toegestaanis.Eenbelangrijkelementdatregelmatigterugkeertinditwerkis,datdegeleerden die allegorisch mogen interpreteren niet tegen de andere klassen mogen praten over de waarhedendiezeopdezemanierbekwamen.Hetisbelangrijkdatdemassageeninformatie voorgeschoteldkrijgtdiezijnietkunnenverwerken.

Indezecontextmoetenwe Tahāfutaltahāfutzien. Tahāfutaltahāfut iseenreactieophet werk TahāfutalFalāsifa vanAlGhazālī.InditwerkmaakteAlGhazālīdefoutdathijover de verkeerde zaken sprak tegen eenpubliek dat hiernietgeschiktvooris.Averroësisvan meningdathijmetditwerkveelonrustzaaide.Aangezienditéénvandeproblemenisdie vaak terugkomt in Kitāb Fasl almaqāl , lijkt het ons alsof Tahāfut altahāfut past in het projectdatAverroësdaarvooropstelt,namelijkdestrijdomdefilosofieendereligieweerbij elkaartebrengen–zezijnnamelijkaanvankelijkvriendenofzelfszoogzusters.Inditproject pasthetdatboekengeenonrustmogenzaaienbijdemassaenzekereenwerkzoalsdatvan AlGhazālī–datzichtegendefilosofenricht–moetbestredenworden.

Hetlaatstewerk–DecommentaarvanAverroësopde Republiek vanPlato–iseenwerkvan eenanderesoort.Hetiseencommentaaropeenfilosofischwerk,dushieruitkunnenwereeds afleidendathetnietvooriedereenbedoeldis.NogduidelijkerwordtdatwanneerAverroës zelf schrijft dat hij het boek van Plato zo wil bespreken dat hij enkel de demonstratieve argumentenabstraheertendeanderen–retorischeenpoëtischeargumenten–achterzichlaat. Hetwerkheefteenanderdoelpubliekdandewerkendiewezojuistbesproken.Hijrichtzich niettotdemassamaarweltotdefilosofenzelf.Averroës hoeft hier dus niet persuasief te werktegaanenhijhoeftminderoptepassenhoehijzijnliefdevoorfilosofiebeschrijft,want dezemensenzijnfilosofenenstaansowiesoreedsaanzijnkant.Hettoesprekenvaneenander publiek zorgt voor enkele elementen die radicaler of in ieder geval politieker zijn dan de opvattingen in de andere 3 werken. Het feit dat het werk veel later in zijn leven werd geschreven–ongeveer15jaarnahetschrijvenvandeanderewerken–ennietlangvoorzijn verbanning,zouookietskunnenbetekenen.WemerkenookbijPlatodatdienswerkenop politiekvlakradicalerzijnopheteindevanzijn leven.Misschienisdatookhetgevalbij Averroësenhaddenzijnpolitiekeideeëntijdnodigomterijpenenzichindezeradicalere vormteontwikkelen.MaarevengoedishetmogelijkdatditdeopvattingenzijndieIbnRushd reedszijnhelelevenhad,maardiehijvoordiennergensgeuitheeft.Datoverbepaaldezaken nog niet werd gesproken in zijn werken waarmee hij de massa aansprak, zegt gezien zijn eigentheoriediehetbelangbenadruktvandejuisteinformatieenredeneermethodenaande

139 Tekstanalyse juistemensenterichten–nietveel.Ietsdateventueeldehypothesevaneenradicaliseringvan zijn gedachtegoed zou onderschrijven is dat Averroës niet lang na het voltooien van zijn commentaaropde Republiek vanPlatoverbannenwerd.Hetismogelijkdatnaditwerkde drukvanwegedemālikīgeleerdenopdekaliefgroterwerdendezelaatstezichgenoodzaakt zaghunverzoekintewilligenenAverroësteverbannen.

3.4.2 De communicatie tussen de intellectuele elite en de massa.

WebekijkeneerstwatAverroëshieroverzegtindedrieeerstewerken–KitābFaslalmaqāl , Kitāb alKashf ‘an manāhij al‘adilla fī aqā’id almilla en Tahāfut altahāfut – want de opvattingenhierlopenbehoorlijkgelijk.Ikhebhethiervooralover KitābFaslalmaqāl en Tahāfutaltahāfutenwaarhetvantoepassingisverwijsiknaarhetbesprokenfragmentuit KitābalKashf‘anmanāhijal‘adillafīaqā’idalmilla .Waterin Averroës’commentaarop deRepubliekvanPlatovolgtisnietzozeerinstrijdmetditallesmaargeefterweleenextra dimensieaandathetgeheelineenanderdaglichtplaatst.

TeneersteishetduidelijkdatAverroëszowelin KitābFaslalmaqāl alsinTahāfutaltahāfut onderscheidmaakttussenverschillendeklassenvanmensen.Datgenedataandegrondslag ligtvandeonderverdelingzijnbepaaldecapaciteiteneneenzekereintelligentiegraad.Mensen dietotdeelitebehorenzijndeugdzaam,intelligentengodsdienstig,lezenwein KitābFaslal maqāl .Mensendieniettotdeelitebehoren,missenaanleg, een goede aanpak, een goede leermeester,zelfdisciplineenookdeintelligentieomdedemonstratievemethodetekunnen begrijpen en gebruiken. Er wordt daarom onderscheid gemaakt tussen mensen naargelang deze capaciteiten en eigenschappen, mensen behoren op basis hiervan tot één van de drie klassendievernoemdzijnnaarderedeneermethodediedeledenkunnenbegrijpen.Namelijk de retorische, dialectische of demonstratieve klasse naar de retorische, dialectische of demonstratieveredeneermethode..

In KitābFaslalmaqāl gaathetomeenonderscheidtussendezedrieklassen.InTahāfutal tahāfutwordtvakergewoononderscheidgemaakttussendemassaendeelite,maarookin Kitāb Fasl almaqāl wordt vaak gewoon over de massa gesproken. Tot de massa behoort eigenlijk iedereen die niet tot de intellectuele elite behoort. De intellectuele elite zijn de wetenschappers en filosofen, zij maken gebruik vandedemonstratieve methodeenkunnen allegorischinterpreteren waarnodig.Demassaisbijgevolgeenzeerbreedbegripwanthet omvat zowel de ongeletterden en de mensen die zich niet met theoretische zaken bezig

140 Tekstanalyse houdenalsookdetheologendievoorAverroëstot de massa behoren maar die zelf wel menengeleerdtezijn.

Over het algemeen krijgen we in de twee boeken niet het gevoel dat Averroës aan dit onderscheid tussen de massa en de intellectuelen ook een morele veroordeling koppelt of neerkijkt op de lagere klassen. Het is namelijk zo dat de Koran aanspoort tot filosofisch onderzoek, maar dit enkel voor diegenen die hiertoe in staat zijn. Het is voldoende datje datgenedoetwatbereikbaarvoorjeis.DeKoranspreektopdedriemogelijkeredeneerwijzen totzijnpubliekenisdanookinstaatomiedereenaantesprekenopdemanierdievoorhem ofhaarhetbesteis.Hetheiligeboekheeftdanookeenletterlijkebetekenisvoordemassaen eendieperliggendebetekenisvoordeelite.Hetisnietergdatbepaaldemensendezediepere betekenisnooitkunnenkennen,ookdatzijdatnietkunnenisonderdeelvanGodsplan.

Het feit dat deze verschillende klassen bestaan op basis van de verschillende redeneermethodendiezijbegrijpen,brengtmetzichmeedatmenhierookrekeningmeemoet houden wanneer me een klasse aanspreekt. Dat de juiste methode gebruikt wordt voor de juiste doelgroep. Verder moet men ook rekening houden bij de keuze van gespreksonderwerpenwiehetdeaanhoorderis.Erzijnbepaaldeonderwerpen,informatieof discussiesnietvoordeorenvandemassaweggelegd.Hetisnamelijkzodathetdelenvan bepaaldeinformatiemeteenklassediehiervoornietgeschiktis,gevarenmetzichmeebrengt.

Hetvoorbeelddatzeergoeduitgewerktis,isdekennisdieallegorischeinterpretatiemetzich meebrengt.DeHeiligetekstlijktopheteerstezichtsomstegenstrijdigtezijnmethetredelijk onderzoek.Opzulkemomentenisallegorischeinterpretatievandeschriftnodig.DeKoran heeftnamelijkeenletterlijkeneendieperebetekenis.Enkeldemensenuitdedemonstratieve klasse mogen aan allegorische interpretatie doen omdat zij de enigen zijn die hiertoe de capaciteitenbezitten.Hetzelfdegeldteigenlijkvooralleinformatiewaarvoordemonstratieve redeneringnodigisomzetekunnenbegrijpen.

UitdepassagesdieAverroësneerschrijftoverallegorischeinterpretatiesblijktdatderichtlijn complexerisdandatenkeldewijzeklassedeinterpretatiemagaangaan.Zomagookdewijze niet gelijk welke tekst allegorisch interpreteren, er zijn teksten waarbij dit wel en andere waarbijditniettoegelatenis.Hetismogelijkdat een wijze een tekst verkeerd behandeld, maardezefoutwordthemvergeven.Ditisandersbijnietwijzendiehetheftineigenhanden nemenenvoorbijdeletterlijkbetekenisgaan.Dedialecticibehorentoteenklassetussende retorischeendedemonstratieveklassein,ditbetekentdatdezeklasseminderwijsheidbezit dan de intellectuele klasse, maar meer dan de retorische. Toch gelden voor hen dezelfde

141 Tekstanalyse regelsalsvoorderestvandemassa.Hetismogelijkdatzijsnellervermoedendatereen dieperebetekenisschuilt,maarookdanmoetenzijzichaandeletterlijkebetekenishouden. WemoetenhierwelbemerkendatAverroësin KitābalKashf‘anmanāhijal‘adillafīaqā’id almilla tocheenopmerkingmaaktdiedoetvermoedendatallegorische interpretatie soms welvooriedereenbedoeldis.Ditbijdetekstenwaarvanheteenvoudigteachterhalenisofde tekst een symbolische weergave is van een dieper liggende waarheid en het daarbij ook evidentiswelkedezedieperebetekeniswelzouzijn.HierzegtAverroës:

Anallegoricalinterpretationisintendedanditisobligatorytoexpressit.(AK,125:15)

Erwordtnietletterlijkgezegddatiedereenallegorischmoetinterpreteren,maarhetlijktwel alsofditdebedoelingis.

Degevarendiekunnenvolgenwanneerinformatieverkeerdelijkovergeleverdwordt,zijnde volgende volgens Averroës. Er is veel kans dat de massa de redenering niet kan vatten daardoor in ongeloof vervalt. Zoals we reeds eerder weergaven bestaat een allegorische vergelijkinguittweezaken,dewaardevandeletterlijkeinterpretatiewordtondergravenen dievandeallegorischeinterpretatiewordtbevestigd.Demensenuitdemassabegrijpende redenering tot het ondermijnen van de letterlijke interpretatie. Maar de ondersteunende argumentatie tot de nieuwe allegorische waarheid kunnen zij niet begrijpen. Dit zal ertoe leidendateruiteindelijknietsmeeroverblijftvoorhenomtegeloven.Hettweedegevaaris daterveelkansistothetontstaanvansektenwanneeronkundigemensentochpogen een tekstallegorischteinterpreterenenvervolgensfouteinformatierondstrooien.

Gezien de mogelijke gevaren geeft Averroës enkele richtlijnen mee over de communicatie metdemassa.Algemeenwordtgestelddatdeintellectueleelitenietmetdemassamagpraten overtemoeilijkeonderwerpen.Communicatiemoetsteedsafgestemdzijnopdetoehoorder watbetreftdeonderwerpenenderedeneerwijze.Ditbetekentdathetinboekenbelangrijkis je onderwerp en de argumentatiemethode aan te passen aan het doelpubliek. Het is ook belangrijk dat de boeken enkel in handen komen van de mensen die bedoeld zijn bij het schrijvenervan.HoeAverroësditwoucontrolerenisechternietduidelijk.Hijgeeftenkelde algemene richtlijn zonder daarbij de specificeren hoe dit het beste te realiseren valt. We kunnenhieroverwedevolgendezakenstellen.Teneersteverondersteltditeengeheimcircuit van boeken die enkel voor de elite bedoeld is. Het lijkt ons moeilijk om zonder geheimhoudingdeboekenoverwetenschappelijkeonderwerpenuitdehandenvandemassa te houden. Dit leunt aan bij de opmerking van Hourani (1976) die meent dat de geheimhoudingvandefilosofischepraktijkookbeter was om deze praktijk te beschermen

142 Tekstanalyse tegenfilosofievijandigeopvattingenenaanvallen.Wekunnenverderookveronderstellendat een groot deel van de massa ongeletterd was en dat op die manier de scheiding van de geschriftenreedsautomatischgebeurde.WanneerAverroëshetheeftoverdemassadiede– voorhen–fouteboekeninhandenzoudenkunnenkrijgen,heefthijhetwaarschijnlijkvooral over de mensen die tot de massa behoren maar toch geïnteresseerd zijn in theoretische religieuze of filosofische onderwerpen, veelal geletterden, of mensen waartoe deze dingen kwamenviamondelingeoverlevering.Hetiszekerinteressantvoorverderonderzoekomna tegaanwie“demassa”juistisbijAverroës,welkemensenhierondervallen,hierbijrekening houdendmetdegeletterdheidvandebevolking,deaanwezigheidvaneenvoorleescultuuren deaardvanmondelingeoverdracht.

VerdergeeftAverroësookenkelealgemenerichtlijnenbijmoeilijkesituaties.In KitābFasl almaqāl zegthijhoededialectici–dienetietsmeerbegrijpendanderestvandemassate misleiden.Wanneerdeelitezelftwijfeltoverhoeeentekstgeïnterpreteerddientteworden, moetmenhenzeggendatenkelGoddewaarheidkent.Ditantwoordmoetmenookgeven wanneerdedialectici–ofdemassainhetalgemeen–vragensteltwaarvanhetantwoordte moeilijkzouzijnvoorhen.

Ook in KitābalKashf‘anmanāhijal‘adillafīaqā’idalmilla geeft hij redelijk algemene richtlijnenvoordecommunicatiemetdemassa.Bijdetekstendieallegorischgeïnterpreteerd mogenwordenmaakthijonderscheidtussen4soortenteksten.Erzijnteneerstedeteksten waarbijhetmoeilijkistewetenofzijeendieperebetekenishebbenenookmoeilijkomdeze betekenisteachterhalen.Hieriserweiniggevaar,wantdemassazalnietsvermoedenendus ooknietopzoekgaannaardeallegorischebetekenis.Hettweedegevalisdemogelijkheiddie wedaarjuistreedsbespraken:hetisinditgevalgemakkelijkomtewetendatdeteksteen symbolischeweergaveisenookwatdedieperebetekenisachterdezetekstis.Averroëslijkt hiertesuggererendatdeallegorischeinterpretatiehierevidentisenvooriedereengeschikt. Dus ook hier moet de elite niet tussenkomen. De andere twee gevallen vragen wel een interventievandewijzeklasse.Dederdemogelijkheidisnamelijkdatheteenvoudigisomte achterhalendathetom ereen achterliggendebetekenisbestaat,maardathetmoeilijkisde tekstopdejuistemanierteinterpreteren.Enkelenuitdemassa–vermoedelijkdedialectici– zoudenkunnenvermoedendatereenallegorischeinterpretatiemogelijkis.Averroëszegtons hoedeelitehieropmoetreageren.Ofwelmoetenzijzeggendatdezeinterpretatieenkelvoor dewijzeklasseisweggelegd,ofwelmoetmenaanheneeneenvoudigereverklaringgeven. Dezelaatstesuggestiehoudtdusreedshetvoorliegenvanhetvolkin,ookalzijndezeleugens

143 Tekstanalyse voorhuneigenbestwil.Totslotisernogdelaatstemogelijkheid.Hierbijisdesituatiezodat heteerstmoeilijkistewetendatdeteksteenallegorischeweergaveis,maareensjeditweet isheteenvoudigdeachterliggendebetekeniservantebegrijpen.Hierbijmoetdeintellectuele eliteverzwijgenaandemassadatereenextrabetekenisschuiltachterdeletterlijkebetekenis.

In Tahāfut altahāfut wordt er op zich niet zo veel meer aangebracht over dit onderwerp. Averroësherhaaltdaterbepaaldeargumentatiemethodenzijnomdeverschillendeklassenop eenjuistewijzeaantespreken.Hijheeftheteveneensoverhetgevaardatoptreedtwanneer mensen te moeilijke kennis verwerven. In een geslaagde metafoor over het effect van gif kadert hij de volgende zaken: Er is kennis dat bij bepaalde klassen een slecht effect teweegbrengt. Maar dit wil echter niet zeggen dat deze kennis overal slechte zaken teweegbrengt.Vooranderenkandezekennisnetheelnuttigzijn.Eeninteressantgegevenis de rol van de “medicus” die Averroës binnen dezelfde metafoor invoert. Wanneer er in publiek bepaalde zaken besproken zijn die niet voor de massa bestemd waren, dan is het toegelaten aan de filosoof of wetenschapper om de rol van medicus in te nemen. Dit wil zeggen dat hij of zij zal proberen het kwaad dat kan volgen uit de verspreiding van deze informatiezoveelalsmogelijkinteperken.Omdittebereikenmoetdewijzeookbepaalde onderwerpenbesprekendienormaalgeziennietbesprokenmogenwordenmetdemassa.In dezeuitzonderlijkecontextmaghijdezezakenbespreken,alishetweldebedoelingdathijzo weinigmogelijkvrijgeeft.Wanneerhijnetgenoegoverdezemoeilijkeonderwerpenzegtkan hijdeverwarringinperkenzonderhemverderuittebreiden.Averroëszegthetnietletterlijk op deze plaats, maar we kunnen vermoeden dat het hier ook toelaatbaar is dat de wijze bepaaldeleugensverteltomdeonrusttetemperenendeverwarringtebestrijden.

We kunnen in Averroës’ commentaar op de Republiek van Plato duidelijker merken dat Averroëseenondergeschikteplaatsheefttoebedeeldaandemassa.Deonderverdelingvande 3 klassen wordt hier gekaderd binnen een hiërarchie van deugden. De massa bezit lagere deugdendandewachtersendandekoning–dezelaatstebezitalledeugden.Averroësdoet geen echte negatieve uitspraken over de massa, maar we merken wel dat ze als minder beschouwdwordendandeintellectueleelite.

AverroësbespreektinzijncommentaardeedeleleugenvanPlato,namelijkdatdefilosoof koningdemassamagvoorliegenendingenmagverzinnenalsditinhetvoordeelvandestaat alsgeheelofdemassazelfspeelt.AverroëszegtnietletterlijkdathijPlatohiervolgt,maar hetfeitdathijdezeopvattingniettegenspreektenhijdatwelopandereplaatsendoetwaarhij niet akkoord is met Plato, doet ons met besluiten dat hij hoogst waarschijnlijk Plato’s

144 Tekstanalyse gedachteganghiervolgt.DathijenkelevandeleugensdiePlatohanteertuitgebreidbespreekt, lijktdittebevestigen.Zokomtdefilosoofkoningdoormiddelvanenkeleleugenstussenbij hetregelenvandevoortplanting,bijhetverzekerenvandejuisteopvoedingvoorhetjuiste kindenvoorhetinstandhoudenvaneenmaatschappijzonderprivébezit.

3.4.3 Dubbele waarheid en godsdienst.

WekijkennogevennaardebetekenisvanditallesvoorAverroës’opvattingenovergeloof.In KitābFaslalmaqāl vertrektAverroësvanuitdegodsdienstomtebepalenofeenwijsgerig leven al dan niet aanvaardbaar is, hij verheerlijkt God in vele passages en wijst op de perfectheidvandeKoran.Hijdoetzichdusbehoorlijkgelovigvoor.Wemoetenechterook opmerkendathijdeKoranverzentochvaakinterpreteertopeenmanierdiehemgoeduitkomt. Verderzijnhetfeitdathijreligieenfilosofieaanduidtalszoogzustersendathijkiestvooreen allegorischeinterpretatievandeKoraninplaatsvandefilosofischewaarheidiniedergeval wel tekens die aantonen dat religie bij Averroës geen almachtige plaats krijgt of heeft. Filosofieenreligiezijnéén,hetgaatomdezelfdewaarheid,maarreligieisblijkbaarvaneen andereaarddanalgemeenaanvaardwerd.HetwasnietdebedoelingvanGoddatdeKoran altijdletterlijkgeïnterpreteerdzouworden.Averroësheeftin KitābFaslalmaqāl –enookin KitābalKashf‘anmanāhijal‘adillafīaqā’idalmilla –veelrespectvoorde Islamende Koran,maarzijkrijgeneenanderefunctieindemaatschappijeninAverroës’levendanmen indeArabischemiddeleeuwengewoonwas.

Zowelin KitābFaslalmaqāl alsinTahāfutaltahāfutbenadruktAverroësdathetgeloofvoor iedereenbelangrijkis.Erzijngeloofswaarhedendieniemandintwijfelmagtrekken(ziede tweedemogelijkefouttenopzichtevandeHeiligetekst).Ookwanneerhetzeermoeilijkis dezegeloofswaarhedenopeenrationelewijzetebegrijpen,ismenverplichtdezezakenaante nemen. Averroës gaat ook hard tekeer tegen mensen die deze waarheden toch in twijfel trekken,zijzijnongelovigenenzoudenzelfsgedoodmoetenworden. InTahāfutaltahāfut benadruktAverroësdathetvoordeeliteverplichtiseengodsdienstaantehangen,maarhet staatblijkbaarnietvastomwelkereligiehetdanjuistgaat.Dewijzeisverplichterhetbeste geloofuittekiezen.Verderzegthijnogdatgeloofsteedseenmixisvaninspiratieenrede.In Kitāb alKashf ‘an manāhij al‘adilla fī aqā’id almilla lijkt hij ook de verschillende godsdienstenopeenzelfdemaniertebekijken,maardaarishetwelhetIslamgeloofdathet beste uit het vergelijking komt wanneer het gaat om het aanspreken van alle mogelijke klassen.Zoalsin KitābFaslalmaqāl meermaalsvermeldwordt,spreektdeKorandemensen namelijkaanopdedriemogelijkeredeneerwijzen.

145 Tekstanalyse

Indeze3werken–KitābFaslalmaqāl ,Tahāfutaltahāfuten KitābalKashf‘anmanāhijal ‘adillafīaqā’idalmilla –lijktgeloofeenbelangrijkeroltespelen.Hetisinteressanttekijken of dit eventueel ook ligt aan de aard van de werken, de doelpubliek (de massa) en het vooropgestelde doel (een verdediging van de filosofie ten opzichte van deze mensen). Hiervoor moeten we kijken naar de rol van het geloof in Averroës’ commentaar op de RepubliekvanPlato –dateenandersoortwerkis.InditlaatstewerkisderolvandeIslamen deKoranbeduidendkleiner.ErwordtveelmindernaarGodverwezen;dekoningvandestad iseenfilosoofenwijze,de Imām wordtmethemvergelekenennietomgekeerdenAverroës keertzichtegenenkelefabelsofverhalendiedoordetheologenuitdesektenverteldworden. Deze zouden er namelijk voor zorgen dat kinderen angstig worden en de wachters minder dapper zullen optreden uit angst voor de dood. Zoals we eerder schreven, lijkt Averroës akkoordtegaanmetdeopvattingvanPlatodatdefilosoofkoningdemassamagvoorliegen. Inéénvandefabelsdiegebruiktwordtomdestaatteorganiserennaarhetgewildemodel– namelijkdeleugenoverdeafkomstvandemensomvervolgens met toestemming van de oudersdekinderenineenandermilieuteplaatsen–wordthetpersonage“God”gebruiktin hetverhaal.Averroësheefthierblijkbaar–aldannietdoortoedoenvandetekstvanPlato– demogelijkheidontdektomgodsdienstaantewendenomdemassatebespelen.Hijgebruikt hierverwijzingennaarGod–dusreligie–alseenpolitiekinstrument.

De sleutel voor het begrijpen van de geloofsopvattingen van Averroës is misschien het volgende.In alDamīma ,hetsupplementvan KitābFaslalmaqāl waarvanweslechtskortde inhoudweergaven,bespreektIbnRushddemanierwaaropGodkennisheeftvandedingenen vandemensen.HijkomttothetbesluitdatGodskennisietsuniekisdatwij–alsmensen– moeilijkkunnenbegrijpen.Godisnamelijkdeproducentvandedingenindekosmosenziet hendaaromandersdandatwijdedingenrondomonszien.WezagenzonetookdatAverroës het in Kitāb Fasl almaqāl en Tahāfut altahāfut ook had over geloofswaarheden die men verplichtisaantenemen,zonderdatmendaaromdezezakengeheelbegrijpt.

Met dit laatste in onze gedachte kunnen we de visie van Averroës op geloof als volgt begrijpen.ErlijkteenverschiltezijntussendemanierwaaropAverroës“gelovigzijn”zieten waaropdemassaditdoet.Degodsdienstbelevingvandemassabestaatuithetaannemenvan verhalen. Het is op deze manier dat zij God kunnen begrijpen en het Islamgeloof kunnen beleven,hethelpthenookdedeugdentebekomen.Averroësbeseftwelkegroterolfabelsen verhalenspeleninhetlevenvandemensenuitdemassa.Daaromzalhijbepaaldeverhalenof fabelsdieangstopwekkenwillenverwijderenuitdemaatschappij,omdatzijdeopbouwvan

146 Tekstanalyse deidealegemeenschapindewegstaan.Daaromookdathijbeseftwelkewaardedezefabels ookkunnenhebbenwanneermenzeaanwendtomhetgoedeindemaatschappijtebekomen. Defilosoofkoningmagleugensvertellen,fabelsverzinnenendezegebruikenomdemassate leidenalshijsteedshetwelzijnvandemaatschappijenzijnvolkingedachtehoudt.

Averroësisweleengelovigman,maarditopzijneigenmanier.Hijbeseftdathetdemanier waarop God voor de massa voorgesteld wordt niet de realiteit weergeeft. Het is de wijze waaropzijditzichkunnenvoorstellenenhethelpt hen zich aan bepaalde voorschriften te houden.DemanierwaaropGodwerkelijkis,iseenminderantropomorfemanierdiewijals mensenmindergoedofzelfsnietkunnenvatten.

HetgaatbijAverroësnietomeen dubbelewaarheid .Religieenfilosofiezijnéénendezelfde waarheid, ook al kunnen wij dit niet altijd meteen opmerken en hebben we hiervoor allegorische interpretaties nodig of gewoon bereidwilligheid de geloofswaarheden aan te nemen.AverroëswildeKoranzekernietaandekantschuiven,hijlijktnetveelvertrouwente hebben in de Koran, die door God aan Mohammed gedicteerd werd en die de mens op verschillende wijzen aanspreekt afgestemd op hun begrip. Hij heeft het ook over een terugkeernaareendichtelezingvandeKoranommisverstandenweerrechttezettenenhet ontstaanvansekteninteperken.

In Averroës’ commentaar op deRepubliek van Plato praat Averroës nog steeds over God, maar veel minder dan in de andere werken die we bespraken. Ook het feit dat hij de godsdienstalseenpolitiekinstrumentgebruikt,lijktteimplicerendathijnietgelovigis.Toch zouditeentesterkeconclusiezijn,inhetlichtvanalhetvoorgaandelijktAverroësopeen anderewijzetegelovendandemassa–opeenmeerrationelewijze–maarziethijwelindat de andere manier waarop de massa het geloof beleeft een geloof is dat de koning kan “gebruiken”omzijnvolkteleidennaareenidealemaatschappij.

3.4.4 De werken en hun context.

Totslotishetinteressantdewerkenkorttebesprekenindecontextvandepolitiekesituatie die heerste in de tijd van Averroës. Averroës leefde hoofdzakelijk onder de Almohadendynastie die de macht hadden overgenomen van Almoraviden. De Almohaden staanbekendomhunpolitiekehiërarchie,waarbijdemachtlagbijdekaliefeneenaantalvan diensverwantenenuitverkorenen.VerderonderhieldenzijeenslechterelatiemetdeMālikī geleerdenenderestvandebevolking.(Shatzmiller,2010)

147 Tekstanalyse

Wemerkeninaldewerkendiewebehandelendatersteedseenonderscheidgemaaktwordt tussenverschillendebevolkingsgroepen. Indewerkenwaarinhijdemassatoespreektisdit steedsopeenvoorzichtigewijzediegeenminachtinglaatblijkentenopzichtevanhetvolk. Hij legt hier zijn alternatieve opvattingen over filosofie en religie uit, in een poging de negatievehoudingtenopzichtevandefilosofieaftezwakken.Hijbenadruktmeermaalsdat mensenhunplaatsmoetenkennentenopzichte vandeintellectuelekunstenlijktopdeze manierdehiërarchieindetoenmaligemaatschappijaanhenuitteleggenenteverdedigen.De werkenlijkenalsdoeltehebbendemassa–hetvolkendeMālikīgeleerden–tesussenen gunstig te stemmen. Dit lijktte passen binnen het project van de Almohaden. Er heersten namelijk vaak spanningen tussen de machthebbers en de theologen en de massa, nochtans haddendekaliefendesteunvanhetvolkooknodig.Averroës’werkkangezienwordenals eenverzoenendepogingmettotdoeldatdemassaeenpositieverehoudingzouaannementen opzichtevanhettoenmaligeheerschappij.

In Averroës’commentaaropdeRepubliekvanPlato heeftAverroëseenanderpubliekvoor ogenenspreekthijvrijeroverdehiërarchietussenmensenenklassenindemaatschappij. Hier blijkt dat bepaalde mensen en klassen ondergeschikt zijn aan de diegene die regeert. Averroësgeefttipsoverhoedeidealemaatschappijtebekomenenhoealsleiderteregeren overjevolk.Ditboekisgerichtaandegeleerdenenonderhenookaandekalief.Deideale staddieAverroësvoorstelt,lijktovereenkomstentehebbenmethetopzetvandeAlmohaden. Namelijkeenhiërarchischemaatschappijmeteenfilosoofkoningenfilosoofwachtersaande top.TochlaatAverroësregelmatigblijkendatdesituatieinzijntijdverrevanideaalis,de uiteenzettingen voer de ideale stad van Plato kunnen gezien worden als richtlijnen om de situatieteverbeteren.

148 Conclusie

4 Conclusie

Indevoorbijedriehoofdstukkenvoerdenweonderzoeknaardefilosoof IbnRushd,meer bepaaldnaarzijnopvattingenoverdeverhoudingendecommunicatietussendeintellectuele elite en de massa en hoe we dit moeten plaatsen binnen zijn visie op religie en godsdienstbeleving.Metheteerstehoofdstukdokenwedegeschiedenisinenpoogdeneenzo duidelijkmogelijkbeeldteschetsenvandetijdwaarindefilosoofleefde,metdebedoeling dathetonsonderdompeleninkennisoverzijntijdookeenbeterinzichtzouoplevereninde maniervandenkenvanonzefilosoofenindefactorendieeenrolspeeldeninzijnlevenen werk.WebesprakeneerstingrotelijnendegeschiedenisvandeIslamomvervolgensdieper in te gaan op het Arabische Andalusië van de 12de eeuw. Averroës’ leven speelde zich hoofdzakelijk af onder Almohadische heerschappij. Dit heerschappij werd o.a. gekenmerkt door hiërarchische machtsverhoudingen en het feit dat zij zich sterk afzetten tegen alle elementendieverbondenwarenaandeheerschappijvandeAlmoraviden–hunvoorgangers. Ditlaatstezorgdeervoordatzijopslechtevoetstonden met de Mālikīgeleerden, die een sterke band hadden met de Almoraviden. Deze geleerden hadden echter nog steeds een belangrijke invloed op de bevolking, wat regelmatig zorgde voor spanningen in het Almohadenrijk. De Almohadenkaliefen moedigde doorgaans filosofische arbeid aan, zo warendefilosoofIbnTufaylenIbnRushdbeidenaanhethofverbondenalshofartsenvriend vandekaliefAbūYūsufYa‘qūb.

Verderbesprakenweinheteerstehoofdstukdelevensloop,hetwerkenenkelebelangrijke filosofische opvattingen van Averroës. Averroës genoot een brede religieuze, juridische, filosofische en medische opleiding. Hij werd door zijn vriend Ibn Tufayl aan de kalief voorgesteld, en deze droeg hem op een filosofisch project uit te werken – namelijk het bestuderenentoegankelijkmakenvanhetAristotelischecorpus.Zijnwerkbleefechterniet beperkttotcommentarenophetwerkvanAristoteles(hijschreefookcommentarenopo.a. werken van Alexander van Afrodisias of op de Isagoge van Porphyrius) of zelfs commentaarteksten in het algemeen (hij schreef enkele interessante originele werken over filosofische of filosofischtheologische thema’s). Ook op andere gebieden verkreeg hij het vertrouwenvandekalief,zokreeghijderolvan qādi ,lijfartsvandekaliefentotslotzelfs opperqādi van Cordoba. Enerzijds werd Averroës als filosoof behoorlijk vrij gelaten, anderzijdskunnenweookmerkendatzijnlevenaanhethofenalsvertrouwenspersoonvan dekaliefweerspiegeldwordtinzijnwerk.Devijandigheidvandemaatschappijtegenoverde

149 Conclusie filosofienamonderleidingvandeMālakītheologenzijnopmarsenhetwasvoorAverroës daaromzeerbelangrijkbeschermingvandehoftekunnenblijvengenieten.Zijnfilosofische activiteitenontwikkelenzichdanookindelijnvanhunpolitiekegedachtegoed.Wanneerhet rijkzwakkerwerd–o.a.doordegroeiendemachtvande ‘ulamā’ lietdebeschermingvande kalief het afweten. In 1195, enkele jaren voor zijn dood, werd Averroës om onduidelijke redenenverbannen.Dekaliefzouechternogzijngratieherstellenvoorhijstierfin1198.

Na de dood van Averroës zou zijn gedachtegoed amper navolging kennen binnen de Arabische wereld, waar de antifilosofische houding inmiddels wijdverspreid was. In hoofdstuk2vandezethesisverhandelingbekekenwewelkeinvloedzijngedachtegoedhad binnendeChristelijkeendeJoodsewereld.BinnenhetChristelijkeAverroïsmebesprakenwe namenalsBoëthiusvanDacië,SigervanBrabantenJohannesvanJandun.BinnendeJoodse sfeeroverliepenwedeaverroïstischetheorieënvanIsaacAlbalag,JosephIbnCaspienMoses Narboni.Vaakwordter aandezedenkersde dubbelewaarheid toegeschreven,waaruitdan beslotenwordtdatdezeookterugtevindenisbijIbnRushdzelf.Bijonzestudiebleekechter teneerstedataanveelvandezedenkersonterechteen dubbelewaarheid toegeschrevenwerd. Vaak hadden deze filosofen een genuanceerdere visieopdeverhoudingtussenfilosofieen religie.Bijdedenkersdieweleen dubbelewaarheid lijkenaantehangen,isdezedaaromniet overgenomenuitdegeschriftenvanAverroës.

Er valt ook sowieso een groot verschil op te merken tussen het Christelijke en het Joodse Averrroïsme.Ditisvolgensonstewijtenaantweezaken.TeneerstehaddendeChristenentot andere werken toegang dan de Joodse denkers. Bij de Christenen waren vooral zijn Aristotelescommentaren gekend. Kitāb Fasl almaqāl en Tahāfut alTahāfut kenden zij daarentegenniet.DekennisoverAristotelesdieviadewerkenvanAverroëstothenkwam, bleekmoeilijkteverzoenenmetde geloofsstellingen van de Kerk. Daarom probeerden zij ieder een systeem te bouwen waarin de rede ook zijn plaats kreeg zonder dat daardoor de geloofswaarheden van de Kerk ondermijnd zouden worden. Zo construeerde Boëthius het begrip van relatieve waarheid en benadrukte Siger dat conclusies van een redelijk argumentatieproces niet als waarheid worden beschouwd. Johannes van Jandun lijkt de denkerdiehetdichtstebijde dubbelewaarheid aanleunt.DeJoodsefilosofenlazenandere werken en zij kenden wel enkele van Averroës’ religieusfilosofische traktaten. Bijgevolg lagen hun opvattingen over de verhouding tussen filosofie en religie dichter bij die van Averroëszelf.

150 Conclusie

Een andere belangrijke factor lijkt ons de religieuspolitieke context waarin de filosofen leefden.HetChristendomwas–zekerindemiddeleeuwen–eengodsdienstvaneenandere aarddanhetJoodsegeloof.HetcentralegezagdatbijdeChristenenaanwezigis–ennietbij deJoden–zorgtervoordatermeercontroleheerste.VanbovenafwerderaandeChristenen voorgeschreven hoe zij hun geloof moesten beleven en welke stellingen zij voor waar moesten aannemen. Intellectuelen die hier tegen ingingen en er andere gedachten op nahielden,werdenalsgevaarlijkbestempeld. Ketters en ongelovigen werdenopgespoorden gestraftdoordeinquisitie.Dezedreigingzorgdevooreenterechteangstbijdeintellectuelen. De meesten van hen formuleerden hun ideeën daarom op een voorzichtige manier die aanvaardwerddoordereligieuzemacht.

Het lijkt ons een verder onderzoek waard na te gaan hoe politieke en religieuze factoren meespeeldenbijdereceptievandeideeënvanAverroësindemiddeleeuwen,alsookwelke werkenvanAverroëserexactgekendwarenenwelkeelementenhieruitgerecycleerdwerden inhetdenkenbinnendezeanderereligieuzecontexten.

Inhoofdstuk3gingenwetenslotteovertotdetekstanalyses.Webekekenhettheologisch filosofischedrieluikbestaandeuit KitābFaslalmaqāl , KitābalKashf‘anmanāhijal‘adilla fī aqā’id almilla en alDamīma waarvan we vooral het eerste uitgebreid behandelden), Tahāfut alTahāfut en als laatste Averroës’commentaaropdeRepubliekvanPlato . Het is interessantdeverhoudingtussendewerkenendeaardvandewerkenopzichvandichterbijte bekijken.Inverschillendevanzijnwerkenkomthettotuitingdathetbelangrijkisomopeen geschikte argumentatiemanierenoverde geschikte onderwerpentepratentegenhet geschikte publiek.Hetverschiltussen KitābFaslalmaqāl en TahāfutalTahāfut enerzijdsen Averroës’ commentaaropdeRepubliekvanPlato anderzijdsisdatdeeerstezichtotdemassarichtenen dathetlaatstewerkeenboekisdatgeschrevenisvooreenintellectueelpubliek. KitābFasl almaqāl en TahāfutalTahāfut zijndanwelaandemassagericht,maarbinnendewerken aandemassavervullenzijvolgensdetheorievanAverroëseenspecialerol.Beidewerken bespreken bepaalde onderwerpen die normaal gezien niet besproken mogen worden in een werkgerichtaandemassa.Hetprobleemwasechterdaterreedsbepaaldezakenpubliekelijk besprokenwerdenwaarvanditnietdebedoelingwas.HetdoelvandewerkendieAverroës schrijftisdaaromdeverwarringdieoptradzoveelalsmogelijktebeperkendoordezezakente verduidelijkenvoordemassa.Hierbijlijktnietzozeerbelangrijkdatdehelewaarheiduitde doekengedaanwordt,maarweldatalleseenbegrijpelijkeplaatskrijgtvoordemassaendat verwarring en ongeloof hiermee uitgeroeid worden. In Kitāb Fasl almaqāl wordt heel erg

151 Conclusie benadrukthoebelangrijkhetisomopdejuistewijzetotjedoelpubliektepraten. Tahāfutal Tahāfut lijkt een uitwerking van dit voorschrift, aangezien het een aanklacht is tegen het Tahāfut alFalāsifa van Ghazālī Deze laatste schreef namelijk een pseudofilosofisch werk dat de massa erg verwarde, net omdat hij zijn doelpubliek niet de geschrikte manier benaderde. Tahāfut alTahāfut is een rechtzetting van de verwarring dat het werk teweegbracht.

Averroësmaaktinzijnwerkenonderscheidtussenverschillendeklassen,ditzijndoorgaansde retorische, dialectische en demonstratieve klasse, naargelang de redeneermethode die zij kunnenbegrijpenenhanteren.Meeralgemeenwordterookonderscheidgemaakttussende massaendeelite.Zoalswereedsbenadruktenishetin KitābFaslalmaqāl maarookinde anderewerkenbelangrijkdatmensenopdejuistemanieraangesprokenwordenendatmensen niets te weten komen over zaken die veel te moeilijk voor hen zijn en hen van hun stuk zoudenbrengen.Hetgrotegevaarbestaatnamelijkdatdiegenendieverwardzijnhierdoorin ongeloof vervallen. Averroës heeft het daarom over enkele voorschriften om dit te voorkomen.Enerzijdsheefthijhetheelalgemeenoverhetvoorkomendatmensenbepaalde boekeninhandenkrijgen,zonderdaarbijtespecificerenhoeditdaninzijnwerkzougaan. Verdergeefthijin KitābFaslalmaqāl en KitābalKashf‘anmanāhijal‘adillafīaqā’idal milla ook reeds de hint mensen voor te liegen wanneer zij vermoeden dat er allegorische interpretaties achter een letterlijke lezing schuilt. Dit gaat dan vooral over mensen van de dialectischeklassediemeerinzichthebbendanderetorischeklasse,maardienooitdegehele demonstratieve redenering zouden kunnen begrijpen. In Averroës’ commentaar op de RepubliekvanPlato gaatAverroëseenstapjeverder,vermoedelijkomdatheteenwerkisdat gerichtisaaneenander–intelligenterpubliekenwaarinhijdaaromvrijerkanpratenover zijnoprechteopvattingen.HierinschrijftAverroësdatdefilosoofkoningmagliegentegen zijnvolk.AverroësherhaalthiereigenlijkdewoordenvanPlato,maaraangezienhijzeniet weerlegt kunnen we aannemen dat hij hier zelf mee akkoord gaat. De voorbeelden die hij geeftzijnvoorbeeldenwaarindekoningzijnvolkvoorliegt,maarwel methetwelzijnvan zijnstadofvanhetvolkingedachten.Indeleugensoffabelsdiedekoninggebruiktomhet volkte“leiden”kandefiguurvanGodoptreden,opdezemanierwordtgodsdienstgezienals eenpolitiekinstrument.

Wekunnenonsvervolgensafvragen,hoeoprechthetgeloofvanAverroësdanwelis,alshij godsdienstzietalseenpolitiekinstrument.Wanneerwealleteksteneninformatiebijelkaar leggen,lijkenwetekunnenbesluitendatAverroës wel oprecht geloofde, maar dat hij een

152 Conclusie andere visie had op geloof dan standaard was in Arabisch Andalusië. Averroës heeft een ander–minderantropomorf–beeldvanGod.Godbestaat,maarerzijnbepaaldezakendie wij over hem niet kunnen weten of begrijpen. De geloofsbeleving van de massa is een belevingwaarinGodeenmenselijkkarakterheeft,waarindeKoranletterlijkgenomenmoet wordenenwaarbijmenfabelsenverhalennodigheeftomzicheenbeeldtekunnenvormen van God en van de manier waarop men moet geloven. Zij hebben deze fabels ook nodig omdatdezevoorschriftenbevattenoverhoedeugdzaamteleven,zonderdezefabelszouden zij minder geneigd zijn te kiezen voor een ethische levenswijze. Averroës begrijp dat de massadezemaniervangelovennodigheeftendatzijzijn–rationelere–visieopgodsdienst nietzoudenbegrijpen.Fabelshebbenechtereengroteimpactopdemens.Hijwildaarom bepaaldeverhalendiederondedoenbinnensektenaanbandenleggen.Hetisbelangrijkdat mensenviadezewegnietmisleidwordenofophetslechtepadterechtkomen.Anderzijdsziet hijookdevoordeleninvandeimpactdiedezeverhalenkunnenhebben.Hijisvanmening dat je als koning godsdienstige verhalen mag verzinnen om het goede voor je volk te bereiken.WekunnendusbesluitendatAverroësweleengelovigeis,maarditopeenandere manierdandatdemassahetgeloofaanhing.

We kunnen deze werken ten slotte nog plaatsen binnen de politieke situatie van de Almohadendynastiezoalswediezonetaanduiddeinhetbeginvandeconclusie.Welijkende werkenbehoorlijkgoedtekunneninpassenindepolitiekeideeënvandeAlmohadenkalief. GeziendespanningendieerzichvoordoentussendeMālikīgeleerdenenhetvolkenerzijds endemachthebbersditwilzeggendekaliefenaanverwanten–anderzijds,ishetvoorde kalieftochbelangrijkhetvolkendetheologengunstigtestemmen.Inditlichtkunnenwede werken interpreteren die bedoeld zijn aan de massa. Kitāb Fasl almaqāl en Tahāfut al Tahāfut lijken de hiërarchie tussen de verschillende klassen te willen uitleggen en rechtvaardigen.In Averroës’commentaaropdeRepubliekvanPlato richtAverroëszichtot de wetenschappers en de kalief. De ideale stad lijkt dingen gemeen te hebben met de organisatievanhetAlmohadenrijk,namelijkeenhiërarchischemaatschappijmeteenfilosoof koningenfilosoofwachtersaandetop.TochgeeftAverroësookregelmatigcommentaarop deAndalusischestedenengeefthijveelvuldigetipsdiekunnenleidentotdeorganisatievan deidealestad.

Eenvolgendestapinhetonderzoekzouzijnomonzehypothesennategaanindeandere werkenvanAverroësenzebijteschavenenaantevullenwaarnodig.Decommentarenop hetwerkvanAristoteleszijnookwerkengerichtaandeintellectueleelite.Hetzouinteressant

153 Conclusie zijnnategaanofhijindezewerkennogpolitiekepositiesinneemtofzichuitoverderelatie tussendeintellectueleeliteendemassaenoverdemanierwaaropjedemassatoespreekt.Wij hebbenonsnietzozeertoegelegdopverwijzingennaardefilosofendieAverroësinspireerden ofbijvoorbeeldverwijzingennaarhetoorspronkelijkewerkvanPlatodatAverroësbesprak. Maar ook vergelijkend onderzoek van de commentaren van Ibn Rushd met de becommentarieerde werken kan waardevol materiaal opleveren. Dit kan aantonen welke klemtonen Averroës anders legde en welke zaken hij – al dan niet bewust – anders interpreteerdedanbedoeldwerdinhetoriginelewerk.Bijgevolgzalditveelzeggenoverde opvattingenenhetwereldbeeldvanAverroës.Totslotmoetgezegdwordendathetwerkvan Averroësnietalleenhistorischvanbelangisofkanzijn.NaaronsaanvoelenraaktAverroës ook universele onderwerpen aan die niet alleen in de Arabische middeleeuwen maar ook vandaagnogwaardevolzijn.Meerhieroverinonzeepiloog.

154 Epiloog:DewaardevanAverroësvandaag

5 Epiloog: De waarde van Averroës vandaag

ErwordtveelomgediscussieerdofAverroësaldannieteenvoorlopervandeverlichtingwas. We willen hier niet de discussie weergeven, maar wel enkele punten uit het werk van Averroës aanhalen die ons zeer belangrijk lijken. Deze punten tonen aan dat Averroës een groot en vernieuwend denker was in zijn tijd, maar ook dat bepaalde zaken die hij toen besprakookvandaagnogrelevantzijnendatwezelfsvandaag–achteeuwenlater–nogvan hemkunnenleren.

Averroësneemteenopenhoudingaantenopzichtevananderevolkerenenmensenmeteen andergeloof.AndersdanPlato–vanwiehijwerkenlaseneralzekeréénbecommentarieerde – gaat hij ervan uit dat zijn eigen volk niet superieur is. Wijsheid is een eigenschap die afhangt van aanleg en die men kan terugvinden in alle streken. Dat bepaalde denkers en wetenschappers een ander geloof aanhingen is volgens Averroës ook geen reden om de belanghebbenderesultatendiezijbekwamentenegeren.

Vanhieruitisdestapsnelengemakkelijkgezetnaar het wetenschapsbeeld van Averroës. Zoals we net zeiden achtte Averroës een religieuze achtergrond niet als voldoende voorwaardevoorhettrekkenvangrenzenopwetenschappelijkgebied.Eenmensalleenkan niet op zijn eentje een hele wetenschap opbouwen. Daarom is het belangrijk om voort te bouwenopkennisvananderenensamentewerkenovergeografischenreligieuzegrenzen heen.Naaronsaanvoelenpasthierinookhetideevanhet ActieveIntellect 83 .

Ookinonzetijdenzouhetinteressanteenbelangrijkkunnenzijndezevisieopwetenschap weertehernemen.Rivaliteitofdiscussiestussenuniversiteitenofwetenschappersonderling zorgtdaternietaltijdzovaaksamengewerktwordt,terwijlditnatuurlijkookmeerenbetere resultatenzouopleveren.

HetvoorstelopdeKoranallegorischteinterpreterenwaseengroteinnovatieindetijdvan Averroës.Ooknuechterisdatietsdatmeninverschillendereligies–zoalsdeIslammaar ookhetChristendom–somsweigerttedoen.Uithalsstarrigeletterlijkeinterpretatiesvolgden alvelejammerlijkeactiesengebeurtenissen.Allegorischeinterpretatieszougeloofsbeleving

83 Ziehiervoordeel1.2.3.2enhetdeelwaarweonder 3.1.1.3 schreven over inclusiviteit en exclusiviteit bij Averroës.

155 Epiloog:DewaardevanAverroësvandaag menselijker kunnen maken en zou de deuren openzetten voor dialoog tussen mensen met verschillendereligieuzeopvattingen.

Averroës was voor zijn tijd en voor de Arabische context waarin hij leefde zeer vrouwvriendelijk.Hijschreefaanvrouwendezelfderolencapaciteitentoealsaandemannen. Hij schreef zelfs dat vrouwen evengoed de rol van leidervandestadkondenvervullenen voorspelde dat het de gemeenschap in het algemeen ten goede zou komen mochten de vrouwen meer kansen krijgen zich te ontwikkelen. Ook wat dit onderwerp betreft is de maatschappelijke relevantie niet ver te zoeken. Overal ter wereld worden nog vrouwen onderdrukt,aldannietomwillevanletterlijkeinterpretatiesvangeloofsteksten.Ditiszeker eenprobleeminlandenwaarbijvoorbeeldstenigingvanoverspeligevrouwennogtoegelaten is,maarevenzeereenonderwerpterdiscussiewanneerdePausweigertvrouwelijkepriesters te benoemen of wanneer wetenschappelijk onderzoek laat blijken dat vrouwen op de werkvloernogsteedsgediscrimineerdworden.

Hetlaatstepuntdatwehierzullenbesprekenishetietswatgevaarlijkengevoeligonderwerp datwereedsaanhaaldeninonzeinleiding.UithetwerkvanAverroësblijktdatervolgens hembepaaldewaarhedenzijndienietgedeeldmogenwordenmet“demassa”.Uit Averroës’ commentaar op de Republiek van Plato kunnen we afleiden dat hij staat voor een paternalistische houding van de leidersfiguur ten opzichte van het volk. De koning en de wijsgerigeelitebesprekenenbepalenhetidealeconceptvandestad.Zijleidendemassahier naartoezonderhenhetvooropgesteldedoeluitteleggenenzijverzinnenverhalenenleugens opdathetvolkgeenvragenzoustellenendeuitgestippeldewegzouvolgen.Hetisenblijft eeninteressant(engevaarlijk)discussiepuntinhoeverremenovermensenkanbepalenofze aldannietinstaatzijnombeslissingenvoorzichzelftenemen.Ishetmoreelaanvaardbaar mensenvoorteliegenwanneerhetvoorhuneigenwelzijngebeurt?Wiebepaalthierinwat goedofslechtis?Wiecontroleertdeleidersfiguur?Eeninteressantprobleemdatdoorheende geschiedenisvaakterugkwamenkomt,zowelopnationaalalsopinternationaalvlakendat nogsteedsnietaanrelevantieingeboetheeft!

156 Bibliografie

Bibliografie

Alighieri, D. (2008). De Goddelijke Komedie . (I. Cialona & P. Verstegen, Vert.). Amsterdam: AthenaeumPolak&VanGennep.

Aquinas,T.(geendatum).ThomasAquinas: De Unitate Intellectus contra Averroistas. Verkregen Mei11,2010,vanhttp://dhspriory.org/thomas/DeUnitateIntellectus.htm

Aristoteles. (1984). The complete works of Aristotle. (J. Barnes, Red.) (Vol. 1). Princeton, New Jersey:PrincetonUniversityPress.

Arnaldez, R. (2000). Averroes. A Rationalist in Islam. Notre Dame, Indiana: University of Notre DamePress.

Arnaldez,R.(2010).Falsafa:EncyclopaediaofIslam,SecondEdition:BrillOnline.Verkregen31 Juli, 2010, van http://www.brillonline.nl/subscriber/uid=1520/entry?result_number=1&entry=islam_COM 0210&search_text=falsafa&refine_editions=islam_islam#hit

Averroës.(1954a). Averroes'TahāfutalTahāfut(Theincoherenceoftheincoherence) .(Simonvan den bergh, Vert.) Unesco Collection of Great Works (Vol. 1). Oxford: University Press Oxford.

Averroës.(1954b). Averroes'TahāfutalTahāfut(Theincoherenceoftheincoherence) .(Simonvan den bergh, Vert.) Unesco Collection of Great Works (Vol. 2). Oxford: University Press Oxford.

Averroës. (1974). Averroes on Plato's Republic . (R. Lerner, Vert.). Ithaca & London: Cornell UniversityPress.

Averroës. (1976). Averroes on the harmony of religion and philosophy. (G. F. Hourani, Vert.). London:GibbMemorialTrust.

157 Bibliografie

Averroës.(2006). Geloofenwetenschapindeislam.Averroes'"Hetbeslissendewoord" .(R.Kruk, Vert.).Kampen:Klement.

Beullens, P. (2008). Boekbespreking: Sylvain Gouguenheim, Aristote au Mont SaintMichel. Tijdschriftvoorfilosofie , 70 (4),787789.

Blaustein, M. (1992). The scope and methods of rhetoric in Averroes' Middle Commentary on Aristotle'srhetoric.InC.E.Butterworth&MuhsinS.Mahdi(Red.), Thepoliticalaspectsof Islamicphilosophy (pp.262303).Cambridge:HarvardUniversityPress.

Brabant,S.V.(1992). Dedubbelewaarheid .(H.Krop,Vert.)Geschiedenisvandewijsbegeertein Nederland.Amsterdam:Ambo/Baarn.

Bullough,V.L.(1996).MedievalScholasticismandAverroism:TheimplicationoftheWritingsof Ibn Rushd to Western Science. In Averroësandtheenlightenment (pp. 4152).New York: PrometheusBooks.

Burnett,C.(1998).Islamicphilosophy:transmissionintoWesternEurope. RoutledgeEncyclopedia of Philosophy Online . Verkregen 24 April, 2010, van http://www.rep.routledge.com/article/H056

Butterworth, C (1975). New light on political philosophy of Averroës. In G. F. Hourani (Red.), EssaysonIslamicPhilosophyandScience (pp. 118127). Albany,NY: State University of NewYorkPress.

Butterworth,C.(1986). Philosophy,EthicsandvirtuousRule:AstudyofAverroës'commentaryon Plato's"Republic" .CairoPapersinsocialscience(Vol.9).Cairo:TheAmericanUniversityin Cariopress.

Butterworth,C.(1996).Averroës,Precursoroftheenlightenment?InF.J.Ghazoul(Red.), Averroes andtherationallegacyintheeastandthewest. ,JournalofComparativePoetics.Cairo:Elias ModernPress.

158 Bibliografie

CorralLafuente,J.L.(1999).ElambientesocialdealAndalusenlaépocadeAverroes.InJ.M.A. Martínez(Red.), AverroesylosAverroismos.ActasdelIIICongresoNacionaldeFilosofía Medieval. Zaragoza:Navarro&Navarro.

Cottart,N.(2010).Mālikiyya:EncyclopaediaofIslam,SecondEdition:BrillOnline.Verkregen31 Juli, 2010, van

http://www.brillonline.nl/subscriber/uid=1520/entry?result_number=1&entry=islam_COM 0652&search_text=m%C4%81likiyya&refine_editions=islam_islam#hit

Crone,P.(1996).TheriseofIslamintheWorld.InF.Robinson(Red.), TheCambridgeillustrated historyoftheIslamicWorld. ,CambridgeIllustratedHistory.CambridgeUniversityPress.

De Ley, H. (1998). Van AlAndalus tot katholiek Spanje. Verkregen 20 Juli, 2010, van http://www.flw.ugent.be/cie/RUG/deley21_1.htm

De Ley, H. (2007). Het Klassiek Arabisch Denken. Verkregen 20 Juli, 2010, van http://www.flw.ugent.be/cie/arab/index.htm

Dethier, H. (1977). Summa Averroïstica (1). Het averroïstisch front en de leer van de dubbele waarheid.Vrijdenkerslexicon(Vols.11).Brussel:VrijeuniversiteitBrussel.

Dethier, H. (1978). SummaAverroïstica(II/II) Coelumphilosophorum.Kenmerken en dominanten vanderenaissancefilosofie .Vrijdenkerslexicon.Brussel:UniversitairepublicatiesBrussel.

Druart, T. (1996). Averroës on the Harmony of Philosophy and Religion. In Averroës and the enlightenment (pp.253262).NewYork:PrometheusBooks.

Ebbesen,S.(1998a).Averroism. RoutledgeEncyclopediaofPhilosophyOnline .Verkregen24April, 2010,vanhttp://www.rep.routledge.com/article/B012?ssid=1036219595&n=1#

159 Bibliografie

Ebessen,S.(1998b).BoethiusofDacia(fl.c.1275). RoutledgeEncyclopediaofPhilosophyOnline . Verkregen 24 April, 2010, van http://www.rep.routledge.com/article/B017?ssid=455960488&n=2#

Fakhry, M. (1999). Rationality in islamic philosophy. In E. Deutsch & R. Bontekoe (Red.), A CompaniontoWorldPhilosophies (pp.504513).Malden:BlackwellPublishingLtd.

Gardet,L.(2010).‘IlmalKalām:EncyclopaediaofIslam,SecondEdition:BrillOnline.Verkregen

1 Augustus, 2010, van http://www.brillonline.nl/subscriber/uid=1520/entry?entry=islam_COM0366

Ghazoul,F.J.(Red.).(1996). Averroesandtherationallegacyintheeastandthewest. Journalof ComparativePoetics.Cairo:EliasModernPress.

Gouguenheim, S. (2008). Aristote au SaintMichel. Les racines Grecques de l'Europe chrétienne. Paris:EditionsduSeuil.

Hayoun, M., & Libera, A. D. (1991). Averroès et l'Averroïsme . Que saisje? Paris: Presses UniversitairesdeFrance.

Hernández, M. C. (1997). ABULWALID MUHAMMAD IBN RUSHD (Averroes). Vida,Obra,Pensamiento,Influencia. Córdoba:ImprentaSanPablo.

Hopkins,J.(2010).IbnTūmart:EncyclopaediaofIslam,SecondEdition:BrillOnline.Verkregen29 Juli, 2010, van http://www.brillonline.nl/subscriber/uid=1520/entry?result_number=1&entry=islam_SIM 3395&search_text=ibn+tumart&refine_editions=islam_islam#hit

Ivry, A. (1996). Ibn Rushd's use of allegory. In M. Abousenna (Red.), Averroës and the enlightenment (pp.113125).NewYork:PrometheusBooks.

160 Bibliografie

Ivry, A. (1998). Averroes. In J. Marenbon (Red.), Medieval philosophy , Routledge History of Philosophy(pp.4964).London,NewYork:Routledge.

Kenny, A. (2005). Medieval philosophy . A new history of Western philosophy (Vol. 2). Oxford: ClarendonPress.

Kretzmann, N., & Stump, E. (1998). Aquinas, Thomas (1224/6–74). Routledge Encyclopedia of Philosophy Online . Verkregen 24 April, 2010, van http://www.rep.routledge.com/article/B007?ssid=886897482&n=16#

Kurtz,P.(1996).IntellectualFreedom,rationality,andenlightenment:ThecontributionsofAverroës. In Averroësandtheenlightenment (pp.2940).NewYork:PrometheusBooks.

Leaman,O.(1988). Averroesandhisphilosophy .Oxford:ClarendonPress.

Leaman, O. (1996). Averroës and the West. In Averroës and the enlightenment (pp. 5368). New York:PrometheusBooks.

Leaman, O. (1998a). Ibn Rushd, Abu’l Walid Muhammad (1126–98). Routledge Encyclopedia of Philosophy Online . Verkregen 24 April, 2010, van http://www.rep.routledge.com/article/H025

Leaman,O.(1998b).Averroism,Jewish. RoutledgeEncyclopediaofPhilosophyOnline .Verkregen April24,2010,vanhttp://www.rep.routledge.com/article/J022?ssid=154103968&n=2#

Leezenberg,M.(2001). Islamitischefilosofie.Eengeschiedenis. Amsterdam:Bulaaq.

Mahdi, M. (1984). Remarks on Averroes' Decisive treatise. In M. E. Marmura (Red.), Islamic theology and philosophy : studies in honor of George F. Hourani (pp. 188202). Albany (N.Y.):StateUniversityofNewYorkPress.

161 Bibliografie

Mahoney, E. P. (1998). John of Jandun (c.1280/9–1328). Routledge Encyclopedia of Philosophy Online . Verkregen 24 April, 2010, van http://www.rep.routledge.com/article/B061?ssid=435884028&n=1#

Marenbon, J. (1998). MedievalPhilosophy .RoutledgeHistoryofPhilosophy.London,NewYork: Routledge.

Marmura, M. E. (Red.). (1984). Islamictheologyandphilosophy:studiesinhonor of George F. Hourani .Albany(N.Y.):StateuniversityofNewYorkpress.

Martínez,J.M.A.(Red.).(1999). AverroesylosAverroismos.ActasdelIIICongresoNacionalde FilosofíaMedieval. Zaragoza:Navarro&Navarro.

MohammedMesbahi.(2006).LavisiónfilosoficadelmundoenAverroes. Analesdelseminariode HistoriadelaFilosofia , 23 ,99111.

Najjar, I. Y. (1996). Ibn Rushd's theory of rationality. In F. J. Ghazoul (Red.), Averroes and the rationallegacyintheeastandthewest. ,JournalofComparativePoetics(pp.191215).Cairo: EliasModernPress.

Nakamura, K. (geen datum). alGhazali, Abu Hamid (1058–1111) : Routledge Encyclopedia of Philosophy Online. Verkregen 27 Juli, 2010, van http://www.rep.routledge.com/article/H028?ssid=698946314&n=1#

Ozcoidi, I. M. (1998). Filosofia y religión en Averroes. Anales del seminario de Historia de la Filosofia ,(15),169180.

Ozcoidi, I. M. (2001). LaconcepcióndelafilosofiaenAverroes.AnálisiscríticodelTahafutal tahafut .Madrid:Editorialtrotta.

Peters, F. (1991). The Quest of the Historical Mohammed. International Journal of Middle East Studies , 23 (291315).

162 Bibliografie

Plato.(2006). Hetbestel .(H.Warren&M.Molegraaf,Vert.).Amsterdam:UitgeverijBertBakker.

Robinson, F. (Red.). (1996). The Cambridge illustrated history of the Islamic World. Cambridge IllustratedHistory.CambridgeUniversityPress.

Rosenthal, E. (1995). Ibn Rushd (Averroës). In Encyclopædia Britannica . Verkregen van http://www.muslimphilosophy.com/ir/art/ireb.htm

Schaub, M. (1996). Rhetorical studies in America: the place of Averroës and the Medieval Arab

Commentators.InF.J.Ghazoul(Red.), Averroesandtherationallegacyintheeastandthe west. ,JournalofComparativePoetics(pp.233254).Cairo:EliasModernPress.

Schimmel,A.(1996). Deislam.Eenintroductie. Amsterdam:Prometheus.

Shatzmiller, M. (2010). al Muwahhidūn: Encyclopaedia of Islam, Second Edition: Brill Online. Verkregen 29 Juli, 2010, van http://www.brillonline.nl/subscriber/uid=1520/entry?entry=islam_COM0824

Sirat, C. (1985). A history of Jewish philosophy in the Middle Ages . Cambridge: Cambridge UniversityPress. van Steenberghen, F. (1980). ThomasAquinas and radicalAristotelianism .WashingtonD.C.:The CatholicUniversityofAmericaPress.

Taylor,R.C.(2000)."Truthdoesnotcontradicttruth":Averroesandtheunityoftruth. Topoi , 19 ,3 16.

Wahba, M., & Abousenna, M. (Red.). (1996). Averroës and the enlightenment . New York: PrometheusBooks.

Wild,S.(1996).BetweenErnestRenanandErnstBloch: Averroës Remembered, Discovered, and Invented. The European reception Since the nineteenth Century. In Averroës and the enlightenment .NewYork:PrometheusBooks.

163 Bibliografie

Willemsen,H.(Red.).(1992). Woordenboekfilosofie .Assen/Maastricht:VanGorcum.

Wippel, J. F. (1998). Siger of Brabant (c.1240–c.1284). Routledge Encyclopedia of Philosophy

Online . Verkregen 24 April, 2010, van http://www.rep.routledge.com/article/B102?ssid=596827328&n=1#

Zonta, M. (2007, December 10). Influence of Arabic and Islamic Philosophy on Judaic Thought.

Stanford Encyclopedia of Philosophy . Verkregen 1 Mei, 2010, van http://plato.stanford.edu/entries/arabicislamicjudaic/#AveSomHisFol

164 Bijlagen

Bijlagen

Bron:Graig,B.(ed),2009, Mamluk Studies Review Online ,XII(2),p.190.Verkregen5 Augustus,2010,vanhttp://mamluk.uchicago.edu/msr.html

165