ruimtelijke visie landgoederen en groene gebieden gemeente

ONTWERP

juni 2004 projectnummer 80.57.01.02

INHOUD

I inleiding 1 I 1 aanleiding 1 2 leeswijzer 2

II ontstaansgeschiedenis heemstede 3 1 ontstaan 3 2 occupatie 4 3 landgoederen en buitenplaatsen 4 4 stedelijke ontwikkeling 5 eren en groene gebieden | 5 landschappelijk mozaïek 5

III beleid en planvorming 6

1 inleiding 6

2 rijk 6

3 provincie 9

4 regio 13

5 gemeente 13

| ruimtelijke visie landgoed IV ruimtelijke ontwikkelingsvisie 17

1 inleiding 17

2 ruImtelijke hoofdstructuur 18

3 uitwerking per deelgebied 19

V functionele ontwikkelingsvisie 25 1 recreatie 25 2 verkeer 28 3 water 28 4 ecologie 30

VI het vervolg… 33 © 2004 SAB i.o.v.

VII literatuur 34

I INLEIDING de openbare toegankelijkheid van veel landgoederen te vergroten. Dit boekje bevat het eerste deel van de studie, de studie naar de karakteristieken van de landgoederen en groene gebieden op gemeentelijk schaalniveau. Het tweede deel van de studie gaat 1 1 aanleiding na onder welke voorwaarden welke uitbreidingsmogelijkheden of functieveranderingen op het landgoed kunnen worden toege- De gemeente Heemstede heeft een uniek karakter. Op zich is de staan. De volgende stap is om de twee notities in één nieuw be- ligging tussen zee en stad al speciaal te noemen, maar het grote stemmingsplan voor alle groene gebieden en landgoederen in aantal landgoederen en aaneengesloten groengebieden, dat als Heemstede te vervatten in plaats van de huidige veertien. een contramal over het stedelijk gebied ligt, maakt Heemstede tot een gemeente met bijzondere kwaliteiten. Ter illustratie: De ge-

meente meet ca. 964 ha, waarvan ca. 470 ha. deel uitmaakt van eren en groene gebieden | de landgoederen! Men woont als het ware altijd ‘in’ of ‘aan’ het groen. door de ligging van Heemstede in een verstedelijkte omge- ving spelen de groene gebieden en landgoederen op zowel ge- meentelijk als regionaal niveau een rol van belang waar het om de recreatieve aspecten gaat. Om verschillende redenen neemt de druk op deze groene gebie- den en landgoederen toe. Ten eerste is daar natuurlijk de alge-

mene druk om stukje bij beetje van groengebieden woongebied te | ruimtelijke visie landgoed maken. Gelukkig is hiervan in Heemstede minder vaak sprake. In Heemstede speelt echter wel een specifiek probleem: van veel landgoederen stijgen de exploitatielasten door hun omvang en complexiteit. Om deze reden wordt door veel eigenaren gezocht naar een functieverandering of uitbreiding van de bestaande func- ties op de landgoederen. Deze trend kent zowel positieve (het in stand kunnen houden van de landgoederen) als negatieve (het ongecontroleerd bebouwen van landgoederen) aspecten. Om deze reden heeft de gemeente Heemstede, conform het ISV- programma “Heemstede 2015”, besloten te laten onderzoeken wát de belangrijke kenmerken zijn van de landgoederen, hoe deze behouden of versterkt kunnen worden en hoe en onder welke voorwaarden functieverandering of –uitbreiding kan worden toe- gestaan. Een belangrijke doelstelling hierbij is om in de toekomst

2 leeswijzer Het plangebied waarop dit rapport betrekking heeft bestaat uit de landgoederen en groene gebieden gelegen in de gemeente Heem- Het doel van dít rapport is te bepalen welke rol de landgoederen stede. 2 en groene gebieden in de gemeente Heemstede vervullen in de ruimtelijke structuur van Heemstede als geheel. Hiertoe wordt de ruimtelijke en functionele structuur van de gemeente Heemstede beschreven voorzover van belang voor de landgoederen en groene gebieden.

Alvorens in te gaan op de ruimtelijke en functionele structuur worden de achtergronden van het plangebied beschreven. Deze achtergronden zijn richtinggevend voor de ruimtelijke en functio- nele visie die wordt ontwikkeld. In zijn geheel bestaat dit rapport

ndgoederen en groene gebieden | en groene ndgoederen uit de volgende onderdelen:

Beschrijving van achtergronden: • ontstaansgeschiedenis (hoofdstuk 2) • beleid en planvorming van rijk, provincie, regio en de gemeente (hoofdstuk 3).

Na te streven ontwikkelingsvisie: • ruimtelijke structuur (hoofdstuk 4) • functionele structuur (hoofdstuk 5).

sab•arnhem | ruimtelijke visie la | ruimtelijke sab•arnhem In het deelrapport ‘Visie per deelgebied’ wordt uitgewerkt wat de ruimtelijke en de functionele visie betekent voor de verschillende landgoederen en groene gebieden afzonderlijk. Daartoe worden de gebieden eerst nauwkeurig beschreven en vervolgens van uitgangspunten/randvoorwaarden voor de toekomstige ontwikke- ling voorzien. Tevens wordt in de ‘Visie per deelgebied’ uitgewerkt op welke wijze ieder gebied afzonderlijk in hoofdlijnen zal worden be- stemd.

II ONTSTAANSGESCHIEDENIS 3 HEEMSTEDE

1 ontstaan

Vanaf ongeveer 3000 voor Christus werden langs de Hollandse

kust tijdens afwisselende perioden van zeespiegeldaling en – eren en groene gebieden | rijzing zandbanken gevormd. Deze evenwijdig aan de kust lopen- de zandruggen (strandwallen) werden afgewisseld door langge- rekte lagere gebieden (strandvlakten). De zee en de rivieren zetten in deze vlakten klei af. Er ontstond een voedselrijk gebied, waar plantengroei mogelijk was. Door de hoge grondwaterstand ont- stond uit deze plantenresten een dik veenpakket. De herhaling van dit proces veroorzaakte een reeks van evenwijdig lopende

strandwallen en strandvlakten. De strandvlakten werden in droge- | ruimtelijke visie landgoed re perioden overstoven door zand, terwijl in tijden van hoge zee- waterstand de zee door de kustwallen heen brak en er grote bin- nenzeeën ontstonden. De vorming van dit duinlandschap duurde voort tot in de 17e eeuw. Voordat de eerste bewoners zich in het gebied vestigden waren de strandvlaktes voor een groot deel begroeid met natuurlijk bos, elzenbroekbos op het veen, en een droger bostype, het eiken- berkenbos op de zandige strandwallen. Uiteindelijk heeft dit geresulteerd in een noord-zuid gericht pa- troon van strandwallen en strandvlakten die de landschappelijke onderlegger van het gemeentelijk grondgebied van Heemstede vormt. landschappelijke onderlegger

2 occupatie 3 landgoederen en buitenplaatsen

De occupatie van het gebied vond plaats door het ontstaan van Vanaf de tweede helft van de 17de eeuw trad er een verandering op 4 bewoningskernen, de aanleg van wegen op de strandwallen en de in het gebied. De gegoede burgerij wilde zich in die tijd spiegelen ontginning van de venige strandvlakten ten behoeve van agrarisch aan de adel en meet zich daarom een eigen “kasteeltje” of land- gebruik. goed aan, vaak op de plek van de hofsteden. Zij kochten bezittin- De oudste aanwijzingen voor menselijke aanwezigheid in Heem- gen op van verarmde edelen en kochten oude statige boerderijen stede dateren uit de periode ca. 250-125 v. Chr. De daarop volgen- om deze te verbouwen tot landgoederen. Als gevolg hiervan ont- de aanwijzingen voor menselijke aanwezigheid dateren pas weer stonden langs de Herenweg in de 17e en 18e eeuw onder andere de uit de Late Middeleeuwen. volgende landgoederen en buitenplaatsen: Berkenrode, Oud Ber- Vanaf de 13de eeuw kwamen in het gebied lokale edelen op die kenroede, Ipenrode, Huis te Manpad, Hartekamp en Kennemer- hun greep op het gebied proberen te versterken, met als concen- oord. tratiepunt kasteel Heemstede, gelegen nabij het huidige Oude Rond de verschillende buitens werden in opdracht van de eigena-

ndgoederen en groene gebieden | en groene ndgoederen Slot. Dit heeft geleid tot het ontstaan van de Heerlijkheid Heem- ren tuinen aangelegd gebaseerd op de Franse barok- en later op stede welke het gebied van de tegenwoordige gemeenten Heem- de Engelse landschapsstijl. Binnen deze tuinontwerpen werden stede en Bennebroek omvatte. naast vijverpartijen ook bouwwerken geplaatst zoals theekoepels, Steeds meer mensen vestigden zich in de Heerlijkheid waardoor oranjerieën en belvedères. langzamerhand een dorpskern ontstond met als middelpunt een Hiermee is de kenmerkende landschapsstructuur bepaald. Een kapel. In 1466 gaat een deel van de Heerlijkheid een eigen Heer- structuur die in hoofdzaak bestaat uit de beboste en bebouwde lijkheid vormen; Heerlijkheid Berkenrode. strandwal die aan weerszijden begrensd wordt door lager liggend De strandwallen waren gedurende geruime tijd de enige bewoon- open weidegebied met waterlopen. bare delen in het landschap en daarop ontstonden dan ook noord- De aanwezigheid van de landgoederen had ook een duidelijke zuid lopende nederzettingen. impact op de samenstelling van de bevolking en de beroepen die

sab•arnhem | ruimtelijke visie la | ruimtelijke sab•arnhem De nederzettingen werden met elkaar verbonden door wegen die zij uitoefenden. Naast de bewoners van de buitenplaatsen, rente- langs de rand van de strandwallen lagen. Een voorbeeld hiervan is niers, zelfstandige ambachtslieden en neringdoenden (kleinhan- de Herenweg. Langs de wegen werden hofsteden, herbergen en delaren), bestond de bevolking hoofdzakelijk uit arbeiders die buurtschappen (bijvoorbeeld De Glip) gesticht. hun werk vonden op de buitenplaatsen (tuinlieden, koetsiers, Van grote invloed was de ontwikkeling van de bloembollencultuur palfreniers (koetsbedienden), huisknechten), blekerijen en en de blekerijen binnen Heemstede, in de tweede helft van de 16e bloembollenbedrijven. Op de gronden buiten de buitenplaatsen eeuw opkwam. Het zand van de strandwal en binnenduinen werd bestond het grondgebruik voornamelijk uit bollenkwekerijen en afgegraven en verkocht aan Amsterdam. Zo ontstonden de zoge- blekerijen. Dit waren indertijd dan ook de belangrijkste bronnen naamde ‘zanderijgronden’. Voor de afvoer werden de Blekers- van bestaan in het gebied. vaart en de Zandvaart gegraven. De overblijvende gronden waren geschikt voor de bollenteelt en als bleekvelden voor wasserijen.

enwijk, Geleerdenwijk, Rivierenwijk, westzijde Glipperweg werden gerealiseerd. Door de stedenbouwkundige opzet heeft het groen 4 stedelijke ontwikkeling in deze wijken niet het karkater van een park/openbaar plant- soen, maar van buffer tussen de verschillende gebruiksvormen; 5 De ontwikkeling van Heemstede na de aanleg van landgoederen bijvoorbeeld tussen tuinen (privé) en straten (openbaar). en buitenplaatsen heeft vooral bestaan uit een verdere verdich- De meest recente wijken zijn Merlenhoven, het Blekersvaartge- ting met bebouwing op de strandwal en later ook een gedeeltelij- bied, Groenenhoven en Prinseneiland. In de loop der tijd is binnen ke verdichting van de strandvlakte en het veenweidegebied. Die de hoofdstructuur een mozaïek van verschillende buurten ont- ontwikkelingen stonden vooral in het teken van de wens om bui- staan met een eigen tijdgebonden stedenbouwkundige opzet en ten te willen wonen. De eerste bebouwingskernen ontstonden op daarbij behorend groengebruik. De verhouding bebouwd en on- de strandwal in de omgeving van het Wilhelminaplein, bij De Glip, bebouwd gebied is op dit moment ongeveer 50/50. de Binnenweg, de Blekersvaart en de Kerklaan. eren en groene gebieden |

Het uitbreidingsplan van 1912 is zeer bepalend geweest voor de 5 landschappelijk mozaïek verder structuur van Heemstede. Het plan was een totaalplan. De openbare ruimte werd expliciet vormgegeven door de aangren- Met name in het gebied tussen de Leidsevaart en de Herenweg is zende bebouwing; stedenbouw en architectuur vormen een een- een regelmatige afwisseling van landgoederen en bebouwd ge- heid. De wijken die daaruit zijn ontstaan, zoals de Schilderswijk bied ontstaan, dat zich ook in het voorbijgaan zo manifesteert. en Componistenwijk, kenmerken zich door een breed opgezette, Het geblokte patroon wordt in deze studie aangeduid met de term groene structuur. Het groene karakter komt tot uitdrukking in de “landschappelijk mozaïek”, een term die uit het Themaprojecten- | ruimtelijke visie landgoed vorm van monumentale bomen, ruime plantsoenen en particuliere boek Kennemerzoom “Landschap en Cultuurhistorie” door tuinen. LA4SALE is overgenomen. In 1927 werd een deel van Heemstede door geannexeerd. Het toenmalige college stelde alles in het werk om het inwonertal op peil te houden. Wijken werden versneld gerealiseerd. In deze crisistijd was er een grote noodzaak om voor de verhuur te bou- wen. Op hetzelfde oppervlak werden meer woningen gebouwd vanwege de betaalbaarheid. Deze woonbuurten, terreinen ten oosten van de Glipperweg en ten zuiden van de Meerweg, werden dichter en soberder bebouwd, maar met behoud van de inrich- tingsprincipes van het uitbreidingsplan uit 1912. De beplanting ondersteunt de openbare ruimte in maat en vorm. Het particuliere groen draagt sterk bij aan het groene karakter. Na 1960 vindt op de strandwal en in het oostelijke veenweidege- bied een aanzienlijke uitbreiding van bebouwing plaats: Provinci-

lingsgerichte benadering voorgestaan, die bestaande kwaliteiten III BELEID EN PLANVORMING als vertrekpunt hanteert en deze combineert met een beschrijving van de recente cultuurgeschiedenis, dynamiek en ontwikkelings- 6 potenties van een gebied.

1 inleiding Zuid-Kennemerland Het Belvedèregebied Zuid-Kennemerland betreft een zone waar In dit hoofdstuk wordt inzicht gegeven in het huidige beleid op een hoge concentratie van landgoederen, buitenplaatsen en villa- rijks-, provinciaal-, regionaal- en gemeentelijk niveau ten aanzien parken aanwezig is. Heemstede behoort tot dit gebied. van Heemstede en omgeving. Hierbij is een brede selectie van Bijzonder is de grote continuïteit in de ontwikkeling tot aan de beleidsstukken gebruikt. Niet alle aspecten die in het volgende vroege 20e eeuw, waardoor verschillende historische typen van worden genoemd zijn dan ook direct op Heemstede te betrekken. ‘buiten wonen’ naast elkaar voorkomen. Het gebied geeft daar- Door de omvattendheid van het onderwerp van deze studie is door een fraai beeld van de ontwikkeling van de landschapsarchi-

ndgoederen en groene gebieden | en groene ndgoederen echter toch gemeend dat beleid op rijks- en provinciaal niveau tectuur. kort moet worden besproken in deze tekst. De binnenduinrand bestaat uit een rijk afwisselend landschap waarbinnen tal van landgoederen zijn gelegen. Het silhouet van Daarbij wordt ook kort ingegaan op plannen die op dit moment het opgaande oude parkbos, waarin het landhuis ligt, contrasteert spelen ten aanzien van het gebied. vaak met de openheid van omliggende landbouwgronden.

De karakteristiek van het gebied Zuid-Kennemerland wordt vol- 2 rijk gens de Nota Belvedère bepaald door de volgende fysieke dra- gers: Nota Belvedère, beleidsnota over de relatie cultuurhistorie en • de ruimtelijke samenhangende reeks buitenplaatsen, landgoe- sab•arnhem | ruimtelijke visie la | ruimtelijke sab•arnhem ruimtelijke inrichting, 11 juni 1999 deren en villaparken aan de rand van de duinen met; In het kader van de Nota Belvedère is een aantal cultuurhistorisch • binnen de landgoederen en buitenplaatsen een eenheid van meest waardevolle gebieden en steden in Nederland geselec- landhuis of kasteel met bijgebouwen, park en/of tuin en ele- teerd. Deze gebieden en steden worden gekenmerkt door het feit menten in de tuin, zoals bruggen, paviljoens, hekken, poorten dat er naar verhouding tot andere gebieden en steden veel cul- en muren; tuurhistorische waarden in onderlinge samenhang en/of waarden • de lanen en lanenstelsels om het buiten; van bijzondere betekenis aanwezig zijn. Zuid-Kennemerland is • oude parkbossen; één van de Belvedèregebieden. • de jongere villaparken; Centraal in de nota Belvedère staat de instandhouding, verster- • de karakteristieke open veldjes en akkertjes te midden van de king en verdere ontwikkeling van cultuurhistorische identiteit besloten bossen en landgoederen (voormalige lakenvelden, door een betere benutting van cultuurhistorische kwaliteiten bij restanten van bollenteelt op oude geestgronden, paardenwei); ruimtelijke aanpassingen. Om dit te bereiken wordt een ontwikke-

• het systeem van de oude duinen en strandwallen dat sinds het Het Rijk wil de identiteit en diversiteit van het Nederlandse land- Laat Neolithicum bewoond en geëxploiteerd is; schap beschermen tegen vervlakking, versnippering, uniformering • steilrandjes als relicten van oude zandwinningen. en verrommeling. Hiertoe wordt een aanpak voorgestaan gericht op behoud en ontwikkeling in gebieden die op basis van bijzonde- 7 De Nota Belvedère stelt ten aanzien van het gebied de volgende re cultuurhistorische en/of landschappelijke waarden specifieke beleidsstrategie voor: aandacht behoeven. Bij veranderingen moeten bestaande waarden worden gerespec- instandhouden cultuurhistorische identiteit: teerd. De cultuurhistorische identiteit blijft zo herkenbaar en • op grond van streek- en bestemmingsplannen; nieuwe waarden kunnen worden toegekend. Contrasten tussen • onderzoek naar wenselijkheid wettelijke bescherming land- stad en land, stille en drukke zones, open en besloten gebieden goederenzones (beschermd landschapsgezicht). worden behouden en versterkt.

eren en groene gebieden | ontwikkelen cultuurhistorische identiteit: Ook de natuur is een kwetsbaar onderdeel van het landschap dat • aansluiten bij bestaande initiatieven, met name natuurbeheer. het Rijk wil beschermen tegen versnippering, overbemesting, verzuring, verstoring en verdroging. Het beleid voor stiltegebieden inrichting, inpassing, herstel en visualisatie sluit hierop aan. Bij interventies gericht op het behoud van na- • waterstanden in de duinen worden verhoogd (positieve werking tuur- en landschapswaarden is water steeds een belangrijk struc- voor de archeologische waarden en de duinrellen die weer wa- turerend element. Er wordt een ontwikkelingsgerichte land- ter gaan voeren; mogelijk negatieve werking op de gebouwen schapsstrategie ontwikkeld. Alle functies worden bijeen gebracht

door wateroverlast); in een integraal landschapsontwerp, waardoor een gedifferenti- | ruimtelijke visie landgoed • goede inpassing van nieuwe groengebieden en natuurontwik- eerd landschapsbeleid kan worden gevoerd, gebaseerd op de kelingsprojecten (in het zuidoosten van het gebied); aanwezige kwaliteiten. Deze strategie sluit ook aan bij uitgangs- • zorgvuldig inpassen van nieuwe stedelijke ontwikkelingen. punten van de nota ‘Natuur voor mensen, mensen voor natuur’, waarin is aangegeven dat het Kabinet wil bevorderen dat de land- beheer en gebruik schapskwaliteit uitgangspunt is bij ruimtelijke keuzes. • zoeken naar en mogelijk maken van nieuwe functies voor leeg- staande of slecht beheerde landgoedhuizen en bijgebouwen. In Structuurschema Groene Ruimte, 1993 en 2001 Heemstede lijkt dit overigens géén issue te zijn; In het Structuurschema Groene Ruimte geeft het Rijk aan dat in en • richten op de bestaande marktvraag naar landhuizen voor be- rond de Haarlemmermeer een 1600 hectare groot Strategisch woning door particulieren. Groenproject (SGP) zal worden gerealiseerd. Het SGP is opgeno- men in de verschillende streek- en structuurplannen. Het gebied Vijfde Nota over de Ruimtelijke Ordening 2000/2020, februari Ringvaart-West, gelegen in de gemeente Heemstede, maakt deel 2001 (concept) uit van het Strategisch Groenproject. De Vijfde Nota vormt de belangrijkste nota voor integraal ruimtelijk De projecten zijn gericht op het realiseren van de grote groenge- ordeningsbeleid op rijksniveau. bieden in de Randstad en de grootste natuurontwikkelingsgebie-

den zijn van strategisch belang voor het slagen van het beleid • Instandhouding en in voorkomende gevallen versterking van voor het landelijk gebied. het algehele karakter, van de samenhang tussen de verschil- lende delen van de buitenplaats en van met name de cultuur- 8 In december 2001 is het tweede Structuurschema Groene Ruimte historische en landschappelijke kwaliteiten ervan; (SGR2) verschenen met de titel ‘Samen werken aan groen Neder- • Aandacht voor historische vormen van belijningen in de aanleg land’. van het buiten met nadruk op lanenstructuren, boomgroepen Het SGR2 is een uitwerking van het ruimtelijk beleid voor het lan- en solitairen, het sortiment en plantafstanden; delijk gebied dat in grote lijnen beschreven staat in de Vijfde Nota • Aandacht voor oude zichtassen en doorzichten op bijvoorbeeld op de Ruimtelijke Ordening. Het SGR2 is sterk gericht op een inte- torens; deze zichtassen reiken meestal tot buiten de grenzen grale aanpak van gebieden. De gebiedgerichte aanpak richt zich van het bezit; onder meer op gebieden die een landschappelijk waardevolle • Aandacht voor de inpassing van buitenplaatsen in het land- eenheid zijn en die om wille van kwaliteit en samenhang een im- schap in het bijzonder bij landgoedachtige situaties. puls vragen op basis van een breed gedragen ontwikkelingspro-

ndgoederen en groene gebieden | en groene ndgoederen gramma. Natuurschoonwet, 1989 De Natuurschoonwet is in 1928 tot stand gekomen. Deze wet geeft Om de natuurgebieden van de ecologische hoofdstructuur met fiscale tegemoetkomingen aan eigenaren van onroerende zaken elkaar te verbinden wijzen de provincies robuuste verbindingen als een landgoed, op voorwaarde dat ze dit in stand houden en aan en leggen die in het streekplan vast. Deze verbindingen ver- daarmee het natuurschoon bevorderen. Niet elke onroerende zaak sterken niet alleen de ruimtelijke samenhang in het ecologisch komt daarvoor in aanmerking. Deze moet aan bepaalde voorwaar- netwerk, maar hebben ook een functie voor waterbeheer, land- den voldoen: schap, cultuurhistorie en recreatie. • de minimale oppervlakte van het landgoed moet 5 ha bedragen. Een uitzondering hierop vormen de historische buitenplaatsen, Andere doelstellingen die in het SGR2 beschreven staan zijn: het waarvoor de minimum oppervlakte 1 hectare moet zijn; sab•arnhem | ruimtelijke visie la | ruimtelijke sab•arnhem aanleggen van meer groen in en om de steden, het reserveren van • de onroerende zaak moet een aaneengesloten gebied vormen. ruimte voor water en het geven van een grotere rol van het lande- Het kan voorkomen dat een onroerende zaak wordt doorsneden lijk gebied aan de grondgebonden landbouw. door - al dan niet openbare - wegen, dijken, spoorwegen of wa- terlopen; Nota Landschap, 1992 • tenminste 30% van de oppervlakte van de onroerende zaak De Nota Landschap legt het regeringsbeleid voor het landschap moet met houtopstanden zijn bezet. Indien de oppervlakte van vast. De hoofddoelstelling is het bevorderen van de instandhou- de onroerende zaak voor tenminste 50% uit natuurterreinen ding, het herstel en de ontwikkeling van een kwalitatief hoog- bestaat, dan kan worden volstaan met een bezettingsgraad van waardig landschap, dat wil zeggen een landschap waar identiteit tenminste 20% houtopstanden. Een onroerende zaak waarvan en duurzaamheid centraal staan. nog niet tenminste 30 %, dan wel tenminste 20% van de opper- Het beleid met betrekking tot landgoederen is als volgt: vlakte met houtopstanden is bezet, kan als landgoed worden

aangemerkt, als het voornemen bestaat om de onroerende zaak een context geplaatst worden. Nieuwe inrichting van een gebied in voldoende mate met houtopstanden te bezetten. wordt positief beïnvloed door het gebruik van bestaande cultuur- • het soort gebruik van de onroerende zaak mag geen inbreuk historische waarden. In het streekplangebied worden de volgende maken op het natuurschoon. Beperkt de inbreuk op het natuur- cultuurhistorische elementen onderscheiden: 9 schoon zich tot een bepaald terrein, een opstal of water. Dan • historische landschappelijke vlakken en lijnen; komt dat terrein, die opstal of dat water niet voor rangschikking De historisch landschappelijke vlakken en lijnen zijn een dra- in aanmerking. gend onderdeel van de cultuurhistorische kwaliteit van het landschap. Deze vlakken en lijnen zijn niet wettelijk beschermd maar dienen waar mogelijk intact te blijven; 3 provincie • archeologische gebieden of terreinen van hoge en zeer hoge waarde; Streekplan Kennemerland, vastgesteld december 1998/ontwerp- De terreinen van zeer hoge waarde zijn wettelijk beschermd of eren en groene gebieden | streekplan Noord-Holland Zuid zullen beschermd gaan worden. De terreinen van hoge waarde Het provinciale ruimtelijke beleid dat betrekking heeft op de ge- zijn niet wettelijk beschermd. De archeologische terreinen van meente Heemstede is vastgelegd in het Streekplan Kennemer- hoge en zeer hoge waarde moet worden beschermd door be- land. In onderstaande wordt het provinciaal beleid, voor zover stemmingsplannen; relevant voor de landgoederen en groene gebieden van Heemste- • historisch stedenbouwkundige structuren; de, beschreven. De historisch-stedenbouwkundige structuren van zeer hoge Een nieuw streekplan (Ontwerp Streekplan Noord-Holland-Zuid) is waarde zijn van rijkswege beschermde gebieden of gebieden inmiddels in voorbereiding. Het verschilt slechts op details van

die hiervoor genomineerd zijn. Het gaat om beschermde ge- | ruimtelijke visie landgoed het hieronder genoemde. Naar verwachting wordt dit nieuwe zichten en landgoederen. streekplan op 17 februari vastgesteld. • Huis te Manpad en de weilanden ten oosten van de spoorlijn

zijn door de provincie aangewezen als natuurbeschermings- cultuurhistorisch erfgoed wetgebied. Vanwege de kwetsbaarheid van deze gebieden die- Grote delen van het streekplangebied hebben een hoge cultuur- nen ze gevrijwaard te blijven van activiteiten die de daar aan- historische waarde in de vorm van historische gebouwen, steden, wezige waarden kunnen aantasten. Daaronder zijn activiteiten landschappen, infrastructuur en –meer verborgen- archeologische begrepen die verband houden met delfstoffenwinning, ont- vindplaatsen. grondingen, verwerking van afvalstoffen en verblijfsrecreatie. De provincie streeft naar de integratie van het cultureel erfgoed in Voor activiteiten die het karakter van het gebied aantasten de gewenste ruimtelijke structuur. Ruimtelijke ontwikkeling en moet bij de provincie ontheffing of vergunning worden aange- cultuurhistorisch erfgoed moet zodanig op elkaar afgestemd wor- vraagd. den, dat duurzaam behoud van het erfgoed gegarandeerd is. Een groene inrichting kan zich laten door de vroegere land- schappelijke situatie die hoort bij de historische waarden. In het kader van natuurbouw kunnen de cultuurhistorische waarden in

• Een groot deel van de parken en landgoederen in Heemstede is mits het bebouwde deel niet meer dan 5% van het totale areaal aangewezen als bodembeschermingsgebied. De bestem- beslaat. Bij vervanging dient op dezelfde plaats te worden ge- mingsplannen moeten zorg dragen voor een adequate be- bouwd als waar de oude bebouwing stond. Nieuwe bebouwing 10 scherming van de bodembeschermingsgebieden. Het provinci- dient wat betreft omvang en uitstraling te passen bij het karakter aal bodembeschermingsgebied beoogt twee zaken: van het landgoed. Voorwaarde bij aanpassing van het landgoed is - behoud van de informatiewaarde die de bodem heeft dat er geïnvesteerd wordt in kwaliteitsverbetering van natuur en (bodemreliëf, bodemopbouw); landschap. - voorwaardenscheppend te zijn voor het natuurbeleid (bo- dem als onderdeel van het natuurlijk milieu). De kwaliteit van de groene ruimte kan volgens de provincie wor- den vergroot door de aanleg van nieuw groen in de vorm van binnenduinrand nieuwe landgoederen en buitenplaatsen. Nieuwe landgoederen en De gemeente Heemstede ligt in de binnenduinrand. Voor het bin- buitenplaatsen in de binnenduinrand kunnen ontwikkeld worden nenduinrandgebied voert de provincie een terughoudend beleid in gebieden waar behoefte is aan groenontwikkeling en waar

ndgoederen en groene gebieden | en groene ndgoederen op het punt van verstedelijking. Verstedelijking is niet mogelijk mogelijkheden zijn voor openluchtrecreatie zoals aan de rand van tenzij het gebeurt in de vorm van nieuwe buitenplaatsen. Het het stedelijk gebied en daar waar sprake is van sanering van glas- behoud van aanwezige graslanden en landgoederen en herstel tuinbouw en herbestemming van agrarische- en industriële be- van natuurlijke binnenduinrandlandschappen staat voorop. drijven. Ook kunnen nieuwe landgoederen en buitenplaatsen ontwikkeld worden om ecologische verbindingszones te realise- beleid t.a.v. bestaande en nieuwe landgoederen en buitenplaat- ren. Voorwaarde is dat de “groene” ontwikkeling door de “rode” sen wordt gefinancierd en dat de groenontwikkeling past bij het ka- De landgoederen en buitenplaatsen die nog resten moeten wor- rakter van het aanwezige landschap. Ten aanzien van de nieuwe den behouden. Ontwikkelingen die de natuurwetenschappelijke, landgoederen en buitenplaatsen stelt de provincie de volgende landschappelijke en cultuurhistorische waarden en ook de sa- randvoorwaarden: sab•arnhem | ruimtelijke visie la | ruimtelijke sab•arnhem menhang en eenheid van het landgoed aantasten zijn ongewenst. Om verval van landgoederen en buitenplaatsen te voorkomen dient vooral het landhuis een geschikte functie te vervullen. De provincie acht een woonfunctie gewenst, maar ook andere func- ties zijn mogelijk, mits er geen schadelijke neveneffecten (bij- voorbeeld door toename van mobiliteit of het aantal auto’s) op- treden. Na een woonfunctie wordt de voorkeur gegeven aan een maatschappelijke functie. Een kantoorfunctie komt op de derde plaats. Het is mogelijk om bestaande bebouwing, die niet ge- plaatst is op de rijks- en provinciale monumentenlijst, beperkt uit te breiden of te vervangen. Uitbreiding van de bebouwing is moge- lijk tot maximaal 25% van het oppervlak van het hoofdgebouw,

houden van het grondwaterpeil in de veenweidegebieden en het Nieuwe Landgoederen Nieuwe Buitenplaatsen versterken van ecologische verbindingen langs waterlopen. Omvang Minimaal 5 ha 2 tot 5 ha In stedelijk gebied moet meer open water komen door het uitbrei- 11 % openbaar Minimaal 90% Minimaal 80% den van het systeem van grachten. Oppervlaktewater heeft een gebied regulerende functie in de waterhuishouding en een recreatieve en ecologische taak. Het Spaarne kan hierin een belangrijke rol ver- % bebouwing 1 woongebouw van allure en Max. 5% vullen. max. 2 a 3 wooneenheden of

1 kantoor rode contour Hoogte van de X Gerelateerd aan hoogte van In het provinciale streekplan is aangegeven voor welke gebieden bebouwing bomen in omgeving beperkingen voor verdere verstedelijking gelden door middel van Functie van het Boscomplex Substantieel aandeel bos in

een rode contour. Met de contouren voor het stedelijk gebied eren en groene gebieden | groen combinatie met recreatieve wordt een stedenbouwkundige en landschappelijke afronding gebruiksmogelijkheden beoogd. Buiten de rode contouren mag geen uitbreiding van het Overig X Goede aansluiting op stedelijke stedelijk gebied plaatsvinden. structuur en goed bereikbaar

Raamplan Haarlemmermeer Groen, juni 1997 ecologische verbindingszones In het Structuurschema Groene Ruimte heeft het Rijk aangegeven De provincie wil samen met de gemeenten, waterschappen en het dat in en rond de Haarlemmermeer een 1600 ha groot Strategisch Rijk de versterking of totstandkoming van een aantal (ecologi-

Groenproject (SGP) moet worden aangelegd. Dit SGP is opgeno- | ruimtelijke visie landgoed sche) verbindingszones mogelijk maken. men in streek- en structuurplannen en uitgewerkt in het Gebieds- De door de provincie geschetste oost-west gerichte verbinding perspectief en de Projectnota Haarlemmermeer Groen. Het Raam- vanaf de Ringvaart aan de noordkant van Bennebroek naar de plan is een verdergaande uitwerking van deze voornemens. binnenduinrand maakt onderdeel uit van het plangebied (zie Het Raamplan beschrijft hoe 1800 ha groen kan worden aange- fragment streekplankaart). legd in en langs de west- en noordzijde van Haarlemmermeer en Naast een natuurfunctie krijgen de verbindingszones zoveel mo- in Landelijk West van Amsterdam. Het doel is om te komen tot een gelijk ook een recreatieve verbindende functie. Ontsnipperings- harmonisch groengebied bestaande uit recreatienatuurgebieden, maatregelen zullen worden toegepast, door de aanleg van pad- dat is afgestemd op de stad. dentunnels en het autovrij of autoluw maken van wegen. Het Raamplan is tevens gericht op herstel en verbetering van

verkaveling en structuur van de inrichting voor landbouwbedrijven Water (m.n. in het noordwestkwadrant van de Haarlemmermeer). Het provinciale beleid voor water is gericht op het herstellen van Het plan vormt de basis voor verdere voorbereiding van inrich- de oorspronkelijke stroming van grond- en oppervlaktewater door tingsplannen voor delen van het gebied. het aanleggen en herstellen van duinrellen- en beken, het hoog- Het raamplan heeft een globaal karakter. Er zijn twaalf deelgebie- den onderscheiden om meer inzicht te kunnen geven in verande-

ringen die in delen van het gebied zijn voorzien. Binnen Heemste- Er moet een lange wandeling door de bossen, langs het open de ligt het projectgebied ‘Westelijke Ringvaart’ en grenzend aan weidevogelgebied en de cultuurhistorisch interessante plekken Heemstede ligt projectgebied ‘West van Hoofddorp’ mogelijk worden. De Ringvaart vormt de ‘rode draad’ die de ge- 12 bieden met elkaar verbind. Geplande ontwikkelingen ten aanzien van de Westelijke Ringvaart Voorgestelde maatregelen ten aanzien van deze deelgebieden betreffen vooral maatregelen die gericht zijn op integrale ontwik- zijn: keling van recreatievoorzieningen en natuur- en landschapswaar- gronden langs het Spaarne: den. Waar dit mogelijk en zinvol is wordt gestreefd naar handha- • behoud van de openheid; ving en herstel van het veenweidelandschap. Ook het ontwikkelen • behoud weidevogelgebied; van karakteristieke plantengroei en een geschikte leefomgeving • toegankelijk maken van het landelijk gebied (extensief recrea- voor specifieke diersoorten, in de vorm van brede oeverzones en tief pad langs Hageveld); een gevarieerde begroeiing, wordt belangrijk geacht. De voorzie- • inpassen waterzuivering; ningen voor de oevers van de Ringvaart zijn gericht op natuurver- • toevoegen recreatieve trekker (water- en rietdoolhof).

ndgoederen en groene gebieden | en groene ndgoederen bindingen met Zuid-Kennemerland, de Duin- en Bollenstreek en de Haarlemmermeer. Tenslotte worden verschillende recreatieve terreinen tussen het Oude Slot en het Reigerbosch: routes en recreatieve toervaart voorzieningen langs de Ringvaart • spelkunsttuin op de hogere weilanden; voorgesteld, met dwarsverbindingen naar woonkernen, duinen en • natte beeldentuin met knuppelpaden bij het Oude Slot de Haarlemmermeer. Het gaat hierbij om fietsen, wandelen, kano- • beheer van botanische waarden; varen en schaatsen. • ontwikkeling natuuroevers; • toegankelijkheid waarborgen langs oever van de Ringvaart. Uitwerking Ringvaart-West 1 Ter uitwerking van het Raamplan Haarlemmermeer Groen wordt In de nadere uitwerking door de gemeente van de inrichting van een ontwerp gemaakt voor het gebied rond de Westelijke Ring- het zogenaamde Heemstederveld (dit is het gebied rondom Hage- sab•arnhem | ruimtelijke visie la | ruimtelijke sab•arnhem vaart. In het document is een lijst van voorgestelde maatregelen veld en het Oude Slot), zijn het waterhof, de spelkunsttuin en de en hun mogelijke financiering opgenomen. De in het document beeldentuin niet meer aan de orde. beschreven deelgebieden die binnen het plangebied vallen zijn ‘weilanden aan het Zuider Buiten Spaarne’ en ‘terreinen tussen Kennemerzoom het Oude Slot en het Reigerbosch’. Het ontwerp is gericht op het De provincie Noord-Holland is in 2001 gestart met een gebieds- versterken van het half-open karakter van dit gebied met een uitwerking voor de Kennemerzoom die zou moeten resulteert in fijnmazige afwisseling tussen openheid en beslotenheid en op het een projectenboek, een globale gebiedsvisie en een uitvoerings- verbreden van de recreatieve mogelijkheden met name gericht op programma. Het project is echter stilgelegd in afwachting van een het vergroten van de toegankelijkheid. nieuw streekplan voor de provincie.

1 Deels achterhaald door besluitvorming op gemeentelijk niveau

Cultuurhistorische Waardenkaart 5 gemeente De provincie Noord-Holland heeft een Cultuurhistorische Waar- denkaart in ontwikkeling. Deze kaart heeft als doel informatie te Groenbeleidsplan Heemstede, februari 1993 verschaffen over de historische rijkdom in onze provincie. De Doel van het groenbeleidsplan is de instandhouding en ontwikke- 13 kaart geeft inzicht in de archeologische-, historisch- ling van het groen als bepalend element voor een hoogwaardig en stedenbouwkundige- en de historisch-geografische waarden. attractief woonmilieu in Heemstede. Het groenbeleidsplan vormt een basis voor het beheer van het openbare groen zowel ten aan- zien van de ruimtelijke opzet, de functie, het beeld, de inrichting 4 regio als de bepaling en verdeling van de budgetten. Het groenbeleidsplan heeft als startpunt de huidige situatie en Spaarneplan, juni 1992 geeft vanuit een visie, dat in het verlengde ligt van de beleidsstra- Het Spaarneplan is een gezamenlijk initiatief van de gemeenten

tegie voor Heemstede (zie hieronder), een beeld van de toekom- eren en groene gebieden | Haarlem en Heemstede. Het betreft een toekomstvisie waarbij het stige ontwikkelingen van het groene buitenmilieu in en om Heem- Spaarne nieuw leven ingeblazen moet worden. Het plan is kader- stede. Belangrijke aspecten bij het opstellen van het plan zijn het stellend voor bestemmingsplannen en initiatieven in het stroom- aanbrengen en herstellen van samenhangen in het groenstelsel gebied van het Spaarne. en, mede op basis van de historie, het benoemen en nader uit- Speerpunten zijn: het handhaven en versterken van landschappe- werken van de groene middelen die bepalend zijn voor een Heem- lijke kwaliteiten en verdere uitbouw van recreatieve mogelijkhe- steedse sfeer. Daarnaast is ook de ecologische betekenis, de den. natuurwaarde van het stelsel, een belangrijk aandachtspunt. In het Spaarneplan wordt voorgesteld om de omgeving van colle-

Het groenbeleidsplan zal worden herzien waarbij het Programma | ruimtelijke visie landgoed ge Hageveld landschappelijk en ecologisch in te richten ten be- Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing de basis vormt (zie hoeve van de recreatie. Ook wordt voorgesteld om samenhang hieronder). aan te brengen tussen de oevers van de Ringvaart en het Spaarne. Herziening Beleidsstrategie Heemstede 2015, Programma Investe- Ringvaart-Liede Cascoplan, Nieuwe perspectieven voor veenwei- ringsbudget Stedelijke Vernieuwing, juli 2000 denatuur in Zuid-Kennemerland, juni 1996 In de herziening van de Beleidsstrategie Heemstede 2015 (tevens In opdracht van het Gewest Zuid-Kennemerland is dit cascoplan Programma Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV)) opgesteld waarin een voorzet wordt gegeven om veenweidenatuur wordt de beleidsstrategie ten aanzien van Heemstede aan de in Zuid-Kennemerland weer te herstellen. Door maatregelen als hand van de invalshoeken wonen, werken en welzijn vormgege- het verhogen van het waterpeil en het aan elkaar koppelen van ven. Met dit ISV-programma worden de invalshoeken concreet versnipperde gebieden, kan de veenweidenatuur zich weer opti- vertaald in projecten. Het ISV-programma wordt opgebouwd langs maal ontwikkelen. een aantal thema’s die voor het toekomstige beleid van belang De maatregelen die genoemd worden in het plan zijn geïntegreerd worden geacht. in het Raamplan Haarlemmermeer Groen van 1997 en getoetst aan Voor het toekomstige beleid wordt een groene, een rode en een het Spaarneplan. blauwe draad onderscheiden:

Groene draad: Heemstede als groene woongemeente • Terreinen langs Ringvaart ecologisch en recreatief ontwikkelen Rode draad: Heemstede behoudt een gedifferentieerd voorzienin- en toegankelijk maken (kano-vissteigers, voetpaden, brugge- genpakket tjes); 14 Blauwe draad: Heemstede hanteert een open bestuursstijl • Ontsluiting en parkeermogelijkheden zijn aandachtspunten bij De beleidsstrategie, voorzover relevant voor deze ontwikkelings- invulling recreatieve mogelijkheden (dit mag niet leiden tot ne- visie, komt neer op het volgende: gatieve consequenties voor de bereikbaarheid van de gemeen- te); Wonen • Optimaliseren en uitbreiden van het huidige fietspadennet- • Streven naar gedifferentieerde woningvoorraad; werk; • Schone, goed onderhouden groene leefomgeving gevormd door • Regionale afstemming realiseren door het combineren van ecologische verbindingszones, landgoederen, openbaar en pri- natuurontwikkeling, cultuur en recreatie . vé-groen; • Geen aanvullende bebouwing gewenst op de terreinen van

ndgoederen en groene gebieden | en groene ndgoederen landgoederen of buitenplaatsen. Wel kan er soms sprake zijn van vervangende nieuwbouw, die kwaliteitsbevorderend kan zijn • Samenwerking tussen gemeente en particulieren m.b.t. groen in Heemstede.

Werken Bedrijventerrein • Geen verdere uitbreiding locatie Leidsevaartweg-zuid; • Geen verdere uitbreiding locatie Nijverheidsweg, maar wel sab•arnhem | ruimtelijke visie la | ruimtelijke sab•arnhem herstructurering en/of duurzame inrichting.

Recreatie • Uitbreiden openstelling van landgoederen; • Benutten potenties van Ringvaart en Spaarne met aandacht voor recreatieve routing; • Profileren van het Oude Slot als uitvalsbasis voor wandel- en fietsroutes. Realiseren aanlegpunt voor rondvaartroute De Kaag-Haarlem; • Recreatieve invulling van het Oude Slot e.o. en creëren recrea- tieve verbinding met het Cruquiusmuseum aan de overkant van de Ringvaart;

Ontwerpnota ‘Stromen in Stru Collegeprogramma 2002-2006 Fietsnota ‘Nog verder op de fiets’, januari 2003 Het college zal met de grootst mogelijke omzichtigheid omgaan In de ontwerpnota ‘Stromen in Structuren’ wordt het verkeers- met de plannen voor nieuwbouw en herinrichtingen van bestaan- beeld en de consequenties hiercturen’van voor januari de toekomst 1998 en in beeld de locaties. Het beleid is gericht op een veelzijdig woningbestand 15 gebracht. De belangrijkste conclusies hieruit zijn de volgende: en handhaving en versterking van de bestaande woonkwaliteit. • Belangrijke stroomwegen in de toekomstige verkeersstructuur Voor de parken en landgoederen zijn de volgende beleidspunten van Heemstede zijn de Cruquiusweg en het gedeelte van de geformuleerd: Leidsevaartweg ten noorden van de Zandvoortselaan; • terughoudend omgaan met nieuwe bebouwing; • De Heemsteedse Dreef, Herenweg en Zandvoortselaan zullen in • behoud en versterking van het groene karakter van Heemstede de toekomstige wegenstructuur aangewezen worden als ont- en de aanwezige parken en landgoederen; sluitingsweg maar hebben een dermate belangrijke stroom- • waar mogelijk (zoals op het terrein van het Spaarne Ziekenhuis)

functie dat zij voor Heemstede structuurbepalend zijn. functies van wonen en zorg combineren; eren en groene gebieden | Een groot aantal van de aspecten die op de auto betrekking heb- • economische bedrijvigheid alleen daar toestaan waar deze ben spelen overigens op regionaal niveau en moeten ook in sa- zonder overlast voor de omgeving kan plaatsvinden. Bestaande menspraak met buurgemeenten en provincie behandeld worden. hinderlijke bedrijven verplaatsen naar bedrijventerreinen als dat budgettair mogelijk is; De fietsnota ‘Nog verder op de fiets’ is een uitwerking van de ont- • ruimtelijke ontwikkelingen in het gebied tussen Herenweg en werpnota ‘Stromen in Structuren’ voor wat betreft het fietsverkeer. Leidsevaart slechts mogelijk maken om een geleidelijke over- Hoewel in de nota Stromen in Structuren maatregelen worden gang te creëren van bebouwing langs de Herenweg naar de

voorgesteld die de situatie van het fietsverkeer zullen verbeteren, landgoederen en natuurgebieden ten westen van de Leidse- | ruimtelijke visie landgoed wordt specifieke aandacht voor de fietser in het plan gemist. vaart. Dit betekent dat de huidige open gebieden heringericht Daarom is aangedrongen op een aparte nota over het fietsverkeer mogen worden als ecologische zone. In de zone tussen Groe- in Heemstede. Het resultaat van dit aandringen zijn de nota’s nendaal en Leyduin wordt bebouwing niet toegestaan om een “Verder op de fiets” en “Nog verder op de fiets”. ecologische verbinding mogelijk te maken. De wegcategorisering uit de nota Stromen in Structuren wordt als basis voor het fietsnetwerk gebruikt. Initiatiefplannen In de fietsnota zijn verschillende fietsroutes beoordeeld die deel Gelijk met het opstellen van deze ruimtelijke visie en de visie per uitmaken van het netwerk van wegen in Heemstede. Uit de inven- deelgebied zijn op een aantal locaties binnen het plangebied van tarisaties komen onvolkomenheden naar voren welke in de nota deze visie bouw- of aanpassingsinitiatieven ontwikkeld. Om deze per straat als actiepunten worden opgesomd. Om hieraan tege- initiatiefnemers snel te kunnen bedienen en desondanks te zor- moet te komen worden concrete aanbevelingen ter verbetering gen dat deze ruimtelijke visie en de initiatiefplannen met elkaar in van het fietsnetwerk genoemd. Deze aanbevelingen betreffen overeenstemming zijn, zijn de randvoorwaarden voor een aantal detailaanpassingen aan de infrastructuur. van deze plannen parallel aan het opstellen van deze ruimtelijke visie alvast vérder verkend. Per deelgebied is of wordt een aparte notitie opgesteld. Het gaat hierbij om de volgende deelgebieden:

• Hartekamp • Hageveld • ’t Oude Slot (in voorbereiding) 16 • Kennemeroord e.o. (’t Sorghbosch) (in voorbereiding)

Eén gebied moet apart genoemd worden • Manpadslaan – Voor het tuinbouwgebied Manpadslaan zal primair een keuze moeten worden gemaakt over de wijze van aanpak: wel of niet actief sturen. Het collegeprogramma spreekt hier over het herinrichten van het open gebied tot een ecologische verbindingszone. De landschappelijke potenties van het gebied zijn beslist ook groot. Daarentegen heeft het open houden van het gebied financiële consequenties, waarin

ndgoederen en groene gebieden | en groene ndgoederen weer het risico schuilt van een ongewenste verstedelijking, omdat het voor de hand ligt de benodigde gelden in het gebied zelf te vinden. Afhankelijk van de uitkomst van de disussie over de aanpak, kan dit leiden tot het opstellen van een toekomstvisie, bijvoor- beeld vergelijkbaar met die van de vier initiatiefplannen Harte- kamp, Hageveld, etc.

sab•arnhem | ruimtelijke visie la | ruimtelijke sab•arnhem

zoals Huis te Manpad, sommige ontdaan van hun statige huis en IV RUIMTELIJKE ONTWIKKELINGSVISIE getransformeerd tot park met woning of zorginstelling. Samen zijn ze, met hun over het algemeen oude boombestand, bepalend voor het groene karakter van Heemstede. 17 In Heemstede zijn naast het forse oppervlak woonbebouwing, de 1 inleiding landgoederen en de bossen, nog enkele open groene enclaves aanwezig zoals de weilanden bij de Vrijheidsdreef en de bollen- Doelstelling velden bij De Glip. Ook deze gebieden spelen een rol in de groene Het doel van deze ontwikkelingsvisie is om de verschillende groe- structuur van Heemstede. De open weilanden op de strandvlakte ne gebieden, te weten de landgoederen, parken, graslanden en aan de westkant van de gemeente maken in contrast met het bollenvelden in een samenhangende structuur te plaatsen. Hier- opgaande bos de afwisseling in de ondergrond zichtbaar en dra-

door kan de betekenis van de afzonderlijke gebieden worden gen zo bij aan de identiteit van Zuid-Kennemerland. De kleinere eren en groene gebieden | bepaald en kunnen uitgangspunten worden geformuleerd waar- enclaves weiland rond de landgoederen Berkenrode en Ipenrode, door de afzonderlijke gebieden samen een meerwaarde kunnen en op de grens tussen de bebouwing van Heemstede en het (wan- opleveren in ruimtelijk, ecologisch en recreatief opzicht. Deze del)bos Groenendaal zorgen voor een afwisseling met het bos. uitgangspunten worden vervolgens gebruikt voor Zowel in landschappelijk als in ecologisch opzicht ontstaat hier- (her)ontwikkeling en beheer van de verschillende groene gebie- door een belangrijke meerwaarde. De bollenvelden ten westen den. van De Glip en ten noorden van Huis te Manpad zijn de kleurrijke restanten van een hier eens algemeen voorkomend grondgebruik

Rol landgoederen en groene gebieden en vormen evenals de open weilanden een welkome afwisseling | ruimtelijke visie landgoed De identiteit van Heemstede is er een van groene weelde, status met het overwegend gesloten karakter van de strandwal. en rijkdom. Daarvan zijn de landgoederen de oorsprong. Wat aan De natte weilanden langs de Ringvaart en het Spaarne tenslotte, het begin van de 17e eeuw nog een vrij woest gebied was, ontwik- vormen de afronding van het landschap van strandwallen en – kelt zich door de komst van rijke stedelingen tot een lommerrijk vlakten. Deze weilanden zijn van belang voor weidevogels en gebied met fraaie huizen en tuinen. In 1650 telt het toenmalige natte grasland- en oevervegetaties, onder andere door het natte Heemstede al 28 landgoederen. Veel van die landgoederen zijn milieu en de rijke grondslag. Met name de weilanden langs het later getransformeerd tot woonbuurten. Wat gebleven is zijn het Spaarne maken deel uit van een open enclave op een grotere weelderig groen, de ruime opzet en de hoogwaardige architec- schaal. tuur. In veel gevallen zijn ook restanten van de contouren van het oude landgoed zichtbaar gebleven in de vorm van bijvoorbeeld de Alle groene gebieden samen zorgen voor de voor Heemstede zo buitengrenzen of de waterpartijen. Als zodanig hebben deze ver- typische groene weelde. Deze weelde dient zichtbaar aanwezig te dwenen landgoederen nog een betekenis voor het woonmilieu van zijn en waar mogelijk openbaar toegankelijk. Ze zijn tevens de Heemstede. basis voor de ecologische en recreatieve structuur van de ge- Een groot aantal landgoederen is blijven bestaan. Met name in de meente. zuidelijke helft van de gemeente. Sommige nog in gave staat,

2 ruImtelijke hoofdstructuur 18

Zuider buiten Spaarne Trekvaart / spoorlijn ndgoederen en groene gebieden | en groene ndgoederen

herenweg Ringvaart van de glipperdreef Haarlemmermeerpolder

sab•arnhem | ruimtelijke visie la | ruimtelijke sab•arnhem

Dreef/Glipperweg. Het zijn de dragers van de ruimtelijke struc- De ruimtelijke hoofdstructuur is gebaseerd op de landschappelij- tuur. ke onderlegger (afwisseling strandvlakte, strandwal, en veenwei- De “lange lijnen” zijn de grenzen tussen de verschillende deelge- degebied), de wijze van occupatie (landgoederen en dorpslinten) bieden. Tevens zijn deze lijnen de (spoor)wegen van waar af veel en op de lange lijnen (spoorlijn/Leidsevaart, Herenweg, Glipper mensen het landschap beleven. Door de overwegende noord-zuid Dreef/Glipperweg). richting van de lange lijnen en door de ligging op de grens van De ruimtelijke hoofdstructuur bestaat uit structuurdragende lange strandwal en –vlakte is de opbouw van het landschap vanaf deze lijnen, twee kerngebieden en twee overgangsgebieden. lijnen op een bijzondere manier te beleven.

De ‘lange lijnen’ binnen het groene gebied van Heemstede worden

gevormd door de spoorlijn/Leidsevaart, Herenweg en Glipper

De kerngebieden worden gevormd door: de van oorsprong aanwezige zichtlijnen binnen de landgoederen • het restant van de vooral open strandvlakte ten westen van de vanaf de strandwal richting de naastliggende open gebieden. spoorlijn; • het centrale deel van de strandwal met aan de noordzijde een 19 concentratie stedelijk gebied en aan de zuidzijde een concen- 3 uitwerking per deelgebied tratie bos. De lange lijnen De kerngebieden kenmerken zich door de sterke continuïteit in De “lange lijnen” binnen het groene noord-zuid richting die eigen is voor het landschap van Zuid- gebied van Heemstede, te weten de Kennemerland. Deze gebieden bestaan uit grote eenheden met spoorlijn, Leidsevaartweg, Leidsevaart, een vergelijkbaar grondgebruik en uiterlijke kenmerken, in dit Herenweg en de Glipper Dreef, vormen geval grasland op de strandvlakte en bos respectievelijk stedelijk de dragers van de ruimtelijke structuur. gebied op de strandwal. De langgerekte openheid van de strand- eren en groene gebieden | Ze zijn in oost-west richting de vlakte maakt de dominante noord-zuid richting in het landschap begrenzingen van de verschillende beleefbaar. deelgebieden en naar het noorden en

het zuiden lopen ze door tot voorbij de De overgangszones gemeentegrens. De overgangszones worden gevormd

door:

• het gebied, opgespannen Ontwikkelingsrichting:

tussen de Leidsevaart en de | ruimtelijke visie landgoed • Het belangrijkste kenmerk van deze lijnen is hun continuïteit, Herenweg; een regelmatig zowel in functioneel als in ruimtelijk opzicht. De continuïteit van mozaïek van landgoederen, de spoorlijn/Leidsevaart is evident en zal op termijn niet veran- woonwijken en een gangsgebied); deren. Dit geldt in zekere zin ook voor de Herenweg, hoewel de tuinbouwgebied (westelijk over- strakke profielopbouw lokaal onder druk staat. Het kenmerk van

de Glipper Dreef is dat het een brede laan is die langs verschil- lende ruimtelijke karakteristieken leidt en eigenlijk doorgaat in • het gebied tussen de Glipper Dreef, Heemsteeds kanaal en de de Heemsteedse Dreef. Dit kenmerk dient behouden te blijven. Ringvaart: een onregelmatig mozaïek van restanten weide- • Vanaf de meest westelijke lijn grond, een sportpark en woonwijken met een nadrukkelijk (spoor/Leidsevaartweg/Leidsevaart) dient aan weerszijden on- stadsrandkarakter (oostelijk overgangsgebied). belemmerd zicht op de omgeving mogelijk te zijn, zodat het De overgangsgebieden kenmerken zich door een sterke afwisse- open landschap of de scherpe afwissing binnen het mozaïek ling. De overwegende richting binnen de overgangsgebieden is goed zijn waar te nemen. Deze lijn dient niet van beplanting te oost-west, respectievelijk west-oost, voor een deel gebaseerd op worden voorzien.

• Voor de twee binnenste lijnen (Herenweg, Glipper Dreef), op de • Belangrijkste knelpunt is de beperkte breedte van de open grens van de overgangszones en de strandwal, geldt ten eerste ruimte waardoor het gevaar ontstaat dat ze dichtslibt. Nu al dat het doorgaande karakter behouden en versterkt moet wor- wordt de ruimte op twee plaatsen onderbroken, namelijk ter 20 den. De zijde van de strandwal moet een gesloten wand naar de hoogte van het landgoed Woestduin, waar de beplanting rond weg vormen. Dit effect zou met name langs de Herenweg door de het landgoed en de bedrijvenstrook Leidsevaartweg de ruimte aanplant van een eenzijdige laanbeplanting versterkt kunnen ‘insnoert’ en ter plaatse van het pompstation Leyduin, waar de worden. Het doorgaande karakter van met name de Herenweg bedrijfsgebouwen een forse ruimtelijke barrière vormen. kan versterkt worden door de één- of tweezijdige laanbeplanting Er is nauwelijks nog sprake is van één lange ruimte. Het lijken te behouden en waar zij nog niet aanwezig is aan te brengen. meer enkele afzonderlijke ruimtelijke eenheden die qua maat Voorts geldt dat het zicht vanaf deze wegen op de overgangszo- en ritme sterk lijken op het mozaïek zoals dat is onderscheiden nes behouden en versterkt moet worden. De bermen moeten aan de oostzijde van de Leidsevaart. daarom vrij blijven van struiken, heggen, reclameborden en der- gelijke. Ontwikkelingsrichting

ndgoederen en groene gebieden | en groene ndgoederen • Wil de strandvlakte als langgerekte open ruimte een rol blijven De kerngebieden spelen in de specifieke ruimtelijke opbouw van Heemstede, Strandvlakte dan zal verdere verdichting zoveel mogelijk achterwege moeten Kenmerken blijven. Deze gedachte dient bij invulling van het landschap al- Smalle open ruimte met sterke tijd in het achterhoofd aanwezig te zijn. Het toevoegen van ex- noord-zuid gerichtheid. Het gebied tra elementen op de strandvlakte dient voorkomen te worden, wordt aan de westzijde begrenst net als grootschalige aanplant van bomen. Voor het overige kan door de bossen rond de als richtlijn worden meegegeven aanplant met exoten in ieder landgoederen Woestduin, geval niet toe te staan. Koekoeksduin, Leyduin, Vinkenduin sab•arnhem | ruimtelijke visie la | ruimtelijke sab•arnhem en Boekenrode. Aan de oostzijde Strandwal wordt de grens gevormd door de Kenmerken bossen van de landgoederen De strandwal vormt een besloten gebied waarvan de noordelijke Hartekamp, Huis te Manpad, helft bestaat uit de bebouwing van de kern Heemstede en het Ipenrode en Berkenrode en de daar tussen liggende woonwijken. zuidelijke deel overwegend uit bos. Het wordt begrensd door de Herenweg aan de westzijde en de Glipper Dreef/ Heemsteeds Knelpunten kanaal/ Spaarne aan de oostzijde. De oorsprong van het huidige stedelijk gebied is een aantal dorp- slinten. Van hieruit heeft de kern zich in de loop van de tijd uitge- breid tot buiten de grenzen van de feitelijke strandwal: naar het oosten toe, over het voormalig veenweidelandschap tot aan het

Spaarne, naar het westen toe door omvorming van een aantal • Het gebied ligt relatief geïsoleerd. Door het met andere groene landgoederen tot ruim opgezette woonwijken. gebieden in de omgeving te verbinden kan het een grotere be- Het bosgebied is van oorsprong tekenis krijgen in recreatief opzicht en kan de druk op het wan- vooral natuurlijke opslag. In te- delbos Groenendaal verminderen. Daarnaast is de ecologische 21 genstelling tot de landgoederen in de samenhang met andere bosgebieden beperkt. De barrièrewer- westelijke overgangszone zijn in ieder king van de spoorlijn, de Leidsevaart en de Herenweg zorgen er geval een aantal buitens op de voor dat de uitwisseling, met name van dieren die zich over de strandwal, waaronder de Gliphoeve, grond verplaatsen, beperkt mogelijk is. ontstaan uit voormalige boerderijen, die later tot landhuis zijn verbouwd. Ontwikkelingsrichting Deze landgoederen zijn een • Het behouden van de sterke ruimtelijke verweving tussen de

onderdeel van hun (beboste) landgoederen en beboste gebieden onderling, waardoor het eren en groene gebieden | omgeving. Ze kennen niet de strak aaneengesloten bosgebied behouden blijft. Hierdoor blijft het begrensde tuinen en de zichtrelaties met de lager gelegen open verschil herkenbaar tussen het karakter van de landgoederen gebieden, zoals de landgoederen langs de Herenweg. De ruimte- in de westelijke overgangszone en die op de strandwal. lijke relaties die er waren met de open gebieden in het oosten zijn • Het behouden van de contrasterende openheid van de bollen- verdwenen door onder andere de bouw van woningen rond het velden bij De Glip. buurtschap De Glip. • Het behouden van de naar het zuiden toe afnemende stedelijke invloeden binnen de strandwal.

Knelpunten • Het versterken van de recreatieve samenhang (toegankelijk- | ruimtelijke visie landgoed De belangrijkste knelpunten lijken te liggen in de kwaliteit van het heid) binnen alle groene gebieden op de strandwal. Tevens de beboste deel van het gebied: mogelijkheden op de strandwal verbinden met (enkele) land- • Door de openbare toegankelijkheid en goede bereikbaarheid is goederen in de overgangszone, het veenweidegebied, de met name wandelbos Groenendaal zeer populair als wandel- en strandvlakte en de strandwal in alsmede zodat recreatiegebied. De overige landgoederen op de strandwal zijn één groot regionaal uitloopgebied ontstaat met de afwisseling grotendeels echter niet toegankelijk. Vanwege hun specifieke die kenmerkend is voor Zuid-Kennemerland. Hierdoor neemt karakter en ligging in de nabijheid zouden zij een welkome de diversiteit en attractiviteit van het uitloopgebied toe. aanvulling kunnen vormen op het wandelbos Groenendaal, waardoor ook een afwisseling zou kunnen ontstaan tussen drukke en minder intensief bezochte groene gebieden.

De overgangsgebieden doordat de oost-west gerichtheid in de inrichting van de buiten- ruimten van de landgoederen in de loop van de tijd steeds ver- Westelijk overgangsgebied der is vervaagd. Eigenlijk is de kenmerkende oost-west gericht- 22 Kenmerken heid alleen nog te ervaren ter hoogte van tuinbouwgebied Een strip van afwisselend Manpadslaan en door de scherpe loodrecht op de Herenweg landgoederen, woonwijken en een gelegen grenzen tussen verschillende typen grondgebruik. open ruimte, opgespannen tussen de • Daarnaast vormt de bebouwing tussen het spoor en de Leidse- Leidsevaart en de Herenweg. De vaart, ter hoogte van Hartekamp en Huis te Manpad een visuele verschillende eenheden zijn binnen de barrière tussen het overgangsgebied en de strandvlakte. strip ongeveer even lang, wat het gebied een bijzonder regelmatig Ontwikkelingsrichtingen karakter geeft. Vandaar ook de term • Het landschappelijk mozaïek moet als uitgangspunt genomen ‘landschappelijk mozaïek’. Van worden bij ontwikkelingen. Dit betekent dat de samenstellende

ndgoederen en groene gebieden | en groene ndgoederen oorsprong kende de strip een sterke delen van het mozaïek als eenheid ontworpen moeten worden. oost-west gerichtheid, in die zin dat de landgoederen zodanig • Om er voor te zorgen dat de westelijke overgangszone zijn waren aangelegd dat vanuit het huis uitzicht bestond over de typische karakteristiek behoudt, zullen het contrast en de re- open strandvlakte. Ook aan de zijde van de Herenweg kenden de gelmatige afwisseling in het grondgebruik en de scherpe over- huizen een dominante oost-west oriëntatie. Daarnaast was er gangen tussen de verschillende eenheden behouden dienen te tussen de afzonderlijke landgoederen door vanaf de Herenweg blijven en zal de oost-west gerichtheid in de toekomst tot uit- zicht mogelijk op de open strandvlakte. drukking moeten blijven komen. • Een verdere verdichting van de open terreinen rond de land- Knelpunten goederen Berkenrode en Ipenrode dient tegengegaan te wor- • De scherp begrensde, regelmatige ruimtelijke afwisseling ver- den. sab•arnhem | ruimtelijke visie la | ruimtelijke sab•arnhem troebelt. Door de bebouwing langs de Herenweg ter hoogte van • Een ongeplande dichtslibbing van het tuinbouwgebied Man- het landgoed Berkenrode wordt het zicht op dit landgoed vanaf padslaan dient voorkomen te worden. Gezien beperkte per- de weg vrijwel volledig ontnomen. Ook het doorzicht over het spectieven voor de aanwezige glastuinbouwbedrijven is het te tuinbouwgebied Manpadslaan wordt bedreigd door een toena- verwachten dat op termijn een verandering van grondgebruik me van (agrarische) bebouwing. zal plaatsvinden. Daarbij zal dit gebied als één geheel moeten • Door een verdere verdichting van de open ruimten binnen de worden benaderd. Zoals eerder geconstateerd is het onderzoe- westelijke overgangszone verdwijnt de kenmerkende oost- ken van de mogelijkheden in dit gebied geen sinecure. west gerichtheid en verdwijnen de doorzichten naar de strand- vlakte. De strip gaat steeds meer het uiterlijk aannemen van het centrale deel van de strandwal. Deze verdichting komt enerzijds voort uit de bouw van de Rivierenwijk en de Geleer- denwijk ten weerszijden van het landgoed Ipenrode, anderzijds

Oostelijk overgangsgebied • De woonwijken rond De Glip en het sportpark hebben geen Kenmerken functionele of uitgesproken visuele relatie met de strandwal Strook met een afwisselend (met zijn landgoederen en dorpslinten) de ringvaart of het grondgebruik tussen de Ringvaart veenweidegebied. 23 van de Haarlemmermeer en de lijn • Door een opeenhoping van minder gewaardeerde vormen van gevormd door de Glipper Dreef, en grondgebruik krijgt het gebied ten noorden van de Cruquius- het Heemsteeds Kanaal. Het gebied weg het karakter van een restgebied. De relatief grote ‘groene’ was vroeger onderdeel van het eenheid bestaat uit veel verschillende grondgebruikvormen, veenweidegebied dat zich van de zoals sportterreinen, een vuilstort, een waterzuiveringsinstalla- strandwal uitstrekte naar het oosten tie. Deels worden deze functies door beplanting afgeschermd. toe.

De strook kenmerkt zich door een Ontwikkelingsrichting eren en groene gebieden | mengeling van diverse functies zonder dat er sprake is van een • De inzet in het oostelijke overgangsgebied zal er op gericht regelmatige opbouw of structuur. Restanten veenweidegebied moeten zijn om de potentiële kwaliteiten van deze zone naar wisselen af met woonwijken en sportvelden. voren te brengen en de gebruikswaarde ervan te vergroten. Een relatief grote eenheid met diverse ‘groene’ functies is gelegen Daarbij zal de openheid in het gebied behouden en waar moge- in de omgeving van het college Hageveld en het Spaarne. Het lijk versterkt dienen te worden. karakter loopt door aan de zuidzijde van de Cruquiusweg, in de • Het uiterlijk van het weidegebied rond het college Hageveld groene omgeving van het Oude Slot. dient behouden te worden.

Vanaf het Oude Slot tot aan Bennebroek doet zicht een onregel- • Voor zover mogelijk dient de omgeving van de een vuilstort en | ruimtelijke visie landgoed matige afwisseling in grondgebruik voor. Plaatselijk is nog een de waterzuiveringsinstallatie te worden heringericht. Op deze west-oostgerichtheid aanwezig. Dit is met name het geval op de plaats dient een relatie te worden gelegd tussen de weilanden weilanden rondom het Oude Slot en ten zuidoosten van De Glip. bij het Oude Slot en de weilanden rond Hageveld. De samen- Overigens kende een aantal landgoederen op de oostflank van de hang dient zichtbaar gemaakt te worden door de gebieden toe- strandwal van oorsprong een zichtrelatie, over het open oostelijke gankelijk te maken. overgangsgebied heen, met de Haarlemmermeer. Deze zichtrela- • De kwaliteit van het gebied ten noorden van de Cruquiusweg ties zijn voor een groot deel komen te vervallen onder andere door kan nog verder toenemen indien een revitalisering van het be- de bouw van de woonwijken rond De Glip. drijventerrein langs de Cruquiusweg en het Heemsteeds Kanaal ter hand genomen wordt. Daarbij dienen ook de sportvelden en Knelpunten de terreinen van de reiniging en voormalige provinciale water- • Terugkijkend in de tijd moet geconstateerd worden dat diverse staat in ogenschouw te worden genomen. Zo kan het wegge- –destijds noodzakelijke- ontwikkelingen in het gebied uiteinde- drukte karakter van Hageveld met een ‘groene achterkant’ wor- lijk de eenheid van het gebied hebben aangetast. Voorbeelden den omgezet in een situatie waarbij Hageveld de kern vormt hiervan zijn de woonwijken, de brug over de Ringvaart, een van een attractieve groene ruimte grenzend aan een hoogwaar- vuilstort en een waterzuiveringsinstallatie. dige bedrijfslocatie. Daarmee kan dit gebied langs de zuidwes-

telijke entree van Heemstede bovendien een representatieve uitstraling krijgen. • In het gebied ten zuiden van de Cruquiusweg ligt de nadruk op 24 het aanbrengen van samenhang. In deze hele zone dient open- heid en een nat karakter centraal te staan, in contrast met de strandwal. Te denken valt aan een afwisseling van natuurgras- landen, rietlanden en natuurlijke oevers. De samenhang dient voor de bevolking toegankelijk en daardoor zichtbaar gemaakt te worden.

ndgoederen en groene gebieden | en groene ndgoederen

sab•arnhem | ruimtelijke visie la | ruimtelijke sab•arnhem Hageveld Oude Slot weiland Glip (Bron: ontwerpplan ringvaart-west,

Deels achterhaald door besluitvor

ming op gemeentelijk niveau.)

V FUNCTIONELE ONTWIKKELINGSVISIE Deze zone omvat de landgoederen en groene gebieden gelegen in de westelijke strandvlakte, de westelijke overgangszone en de strandwal kernzone. • De Veenweidezone 25 1 recreatie Deze zone omvat het veenweidegebied gelegen in de oostelijke overgangszone en in het restveenlandschap langs het Spaarne en huidige situatie gedeeltelijk langs de Ringvaart. In de huidige situatie van Heemstede en directe omgeving ligt, • De Haarlemmermeer Groenzone voor wat betreft de recreatieve functie, het accent op een aantal gebieden: wandelbos Groenendaal, cultureel centrum het Oude Slot, recreatiepark Linnaeushof en het Cruquiusmuseum. Noe-

menswaardig zijn verder het recreatief medegebruik in de ge- eren en groene gebieden | meente in de vorm van fietsroutes (Manpadroute, ‘rondje Haarlem’ en de Floriaderoute) en oever- en waterrecreatie langs de Ring- vaart en het Spaarne. Met name (wandel)bos Groenendaal, worden door bewoners van Heemstede en omliggende gemeenten intensief gebruikt. Dit veroorzaakt een grote druk op de aanwezige natuur in de parken. Het recreatieve accent in Heemstede ligt voornamelijk op de aan-

wezige landgoederen. Op de schaal van Heemstede vervullen | ruimtelijke visie landgoed deze een bijzondere functie: ze zorgen ervoor dat het stedelijk gebied van Heemstede sterk verweven is met natuur en land- schap. Hierdoor kan op zeer korte afstand van de woning gerecre- eerd worden in een bijzonder natuurlijk en authentiek landschap.

gewenste situatie gebieden en relaties Voor Heemstede en de directe omgeving kan onderscheid worden gemaakt in een viertal grotere recreatieve eenheden, te weten: • De Duinzone Deze zone omvat het duingebied en de strandwal gelegen in de gemeente Zandvoort en Bloemendaal. • Het Landgoederencomplex

Gewenste situatie recreatie

Deze zone omvat het in voorbereiding zijnde bos- en recreatiege- Verbindingen en routes bied in de Haarlemmermeerpolder grenzend aan de Ringvaart. Om samenhang te creëren tussen de eenheden zijn recreatieve verbindingen en routes in de vorm van fiets- en wandelpaden 26 De recreatieve eenheden hebben ieder een eigen karakteristieke nodig. Enerzijds betreft het regionale hoofdroutes die in noord- attractiviteit en vormen in de huidige situatie nog op zichzelf zuidrichting evenwijdig aan de landschappelijke structuur lopen. staande gebieden zonder duidelijke samenhang. Anderzijds zijn ook oost-west gerichte routes gewenst die leiden door de grote variatie aan landschapstypen en hierdoor de ver- uitgangspunten voor toekomstig gebruik schillende recreatieve gebieden met elkaar verbinden. Verbete- Samenhang ren, versterken en ontwikkelen van nieuwe routes is van belang Voor de recreatieve betekenis van Zuid-Kennemerland als geheel om een goed samenhangend recreatief netwerk tot stand te bren- en voor de gemeente Heemstede in het bijzonder is het van be- gen. lang dat de recreatieve eenheden samen één doorgaande recrea- tieve structuur vormen. Uitvalsbasis

ndgoederen en groene gebieden | en groene ndgoederen Door het realiseren van nieuwe recreatieve en een goede routing De aanwezigheid van een recreatieve uitvalsbasis is gewenst. tussen de recreatiegebieden onderling wordt het Heemsteedse Deze uitvalsbasis dient te fungeren als toegang tot het recreatieve recreatieaanbod vergroot. Niet alleen de landgoederen vormen netwerk binnen de gemeente Heemstede. Door een centrale op- een bijzondere attractie, maar ook het veenweidelandschap op de vang kunnen voorzieningen worden geboden die het recreatieve grens van die landgoederen. Deze verbreding van het aanbod is verkeer in goede banen leiden. Het gaat daarbij om parkeerplaat- om twee redenen noodzakelijk. Ten eerste wenst de moderne sen en informatiepunten maar ook om het kunnen sturen van recreatieve consument een gevarieerd aanbod, waarbij naast recreatiepatronen die een zonering van de druk beogen. natuurbeleving ook vermaak wordt gezocht. Hierbij is behoefte Om te functioneren zal een uitvalsbasis op loopafstand van de aan zowel passieve als actieve recreatievormen. Ten tweede is een verschillende recreatieve eenheden moeten liggen. Het parkeer- spreiding van de recreatieve druk van bijzonder groot belang om terrein met het restaurant in Wandelbos Groenendaal heeft in de sab•arnhem | ruimtelijke visie la | ruimtelijke sab•arnhem de aanwezige ecologische en cultuurhistorische waarden te be- huidige situatie reeds een belangrijke functie als uitvalsbasis voor hoeden voor schade en om de recreant rust en ruimte te gunnen. een bezoek aan de landgoederen. De gewenste spreiding dient te worden bevorderd door een sa- Vanwege de relatief grote afstand tussen Wandelbos Groenendaal menhangende recreatieve structuur aan te leggen, die de be- en de geplande recreatievoorzieningen en de toegankelijke veen- staande recreatiegebieden en de nieuwe recreatieve mogelijkhe- weidegebieden is een tweede uitvalsbasis noodzakelijk. De en- den in het veenweidegebied met elkaar verbind. tourage, de aanwezige horecafunctie en het gegeven dat de uit- valsbasis dicht bij doorgaande wegen is gelegen pleiten voor het Oude Slot als tweede uitvalsbasis. De ontsluiting van het Oude Slot wordt verlegd naar de Ringvaart- laan en in aansluiting op de sportvelden komt een nieuw parkeer- terrein. (volgens het rapport Meeter).

recreatieve hoofdaccenten kunnen bereiken. De landgoederen kunnen dus als ‘doortrekge- Het is gewenst de recreatieve eenheden elk een eigen hoofdac- bied’ worden gekarakteriseerd. cent te geven op basis van de daar aanwezige karakteristieken. De graslanden in de strandvlakte en de bollenvelden op de Op deze manier ontstaat een variërend recreatief aanbod in strandwal mogen geen barrières worden om de verschillende 27 Heemstede en omgeving, dat is afgestemd op de aanwezige land- landgoederen te doorkruisen in de vorm van een ‘stevige wande- schappelijke karakteristiek. Per recreatieve eenheid (zie figuur) ling’. Ook in de graslanden en de bollenvelden zijn daarom door- worden de volgende accenten voorgestaan: trekroutes gewenst. In de graslanden ten noorden en zuiden van pompstation Leyduin zijn deze reeds aanwezig. In de bollenvelden Duinzone zouden deze nog moeten worden aangelegd. In deze zone ligt het hoofdaccent op natuurbeleving. Daarnaast ligt een accent op extensieve recreatie in de vorm van recreatief De meer geïsoleerd in het stedelijk gebied gelegen landgoederen

medegebruik (wandelen en fietsen). vormen gebieden die zich niet zozeer lenen voor een ‘stevige eren en groene gebieden | wandeling’, maar eerder voor een ‘ommetje’. Voor deze gebieden Landgoederencomplex heeft de toegankelijkheid vanuit stedelijk gebied prioriteit, boven Hier ligt het hoofdaccent op cultuurhistorie en natuurbeleving het verbinden met andere landgoederen. vanuit recreatief oogpunt. Wandelbos Groenendaal vormt hierin een belangrijk concentratiepunt. Daarnaast vindt een zekere con- Veenweidezone centratie plaats in Linnaeushof, vanwege de toegang tot de speel- In de veenweidezone ligt het hoofdaccent op extensieve recreatie tuin. in de vorm van natuurbeleving (fietsen, wandelen, vissen, kano-

Om het recreatief gebruik te karakteriseren wordt onderscheid en). Het meest extensief vindt dit plaats in het uiterste noorden | ruimtelijke visie landgoed gemaakt in recreatief ‘verblijfsgebied’ en ‘doortrekgebied’. Bij de (omgeving Hageveld) en het uiterste zuiden (weilanden De Glip). recreatief ‘verblijfsgebied’ zal de recreant relatief lang in hetzelfde Deze gebieden worden gekarakteriseerd als ‘doortrekgebied’. gebied verblijven. Het gebied is voor de recreatie ingericht met De intensiteit neemt in de omgeving van het Oude Slot toe, door bankjes, speelvelden enzovoorts. Bij recreatief ‘doortrekgebied’ de aan te leggen recreatieve voorzieningen en door de aanwezig- zijn de recreanten op het betreffende terrein ‘te gast’. Zij trekken heid van de horecavoorziening. Het Oude Slot en haar omgeving door het gebied heen, zonder er lang te blijven hangen. vormen in de toekomst, in aanvulling op Wandelbos Groenendaal, een nieuw ‘verblijfsgebied’. Wandelbos Groenendaal functioneert als openbaar park waarbij Naast de natuurwaarden, vormen ook cultuur(historische) elemen- het accent in het noordelijke deel ligt op recreatief ‘verblijf’. Naar ten recreatieve trekkers in dit gebied zoals het Oude Slot, Cruqui- het zuiden toe krijgt Groenendaal steeds meer het karakter van usmuseum en Hageveld. een ‘doortrekgebied’. De gemeente streeft ernaar dat zoveel mogelijk landgoederen Haarlemmermeer Groenzone voor publiek worden opengesteld. Het streven is gericht op kort- Het hoofdaccent ligt op natuurbeleving in combinatie met exten- durend recreatief verblijf, om via het landgoed andere gebieden te sieve recreatie. Het te ontwikkelen groengebied in de Haarlem- mermeer heeft zowel verwantschap met de landgoederen als met

de veenweidezone binnen Heemstede. Een verbinding tussen de • route Cruquiusweg-Heemsteedse Dreef-Lanckhorstlaan- verschillende recreatiegebieden in Heemstede en in de Haarlem- Zandvoortselaan door verkeer richting de kust: Zandvoort en mermeer is van groot belang. Bloemendaal aan Zee (m.n. in de zomermaanden). 28 Verkeersdosering 2 verkeer Ter ontlasting van het drukste verkeerspunt in Heemstede – kruispunt Heemsteedse Dreef-Johan Wagenaarlaan- huidige situatie Zandvaartkade – wordt op de Cruquiusweg bij de Javalaan en op hoofdontsluiting de Cesar Francklaan bij de Johan Wagenaarlaan precies zoveel Heemstede wordt ontsloten vanuit: verkeer doorgelaten als er op dit kruispunt kan worden verwerkt. - het oosten (Haarlemmermeer/Hoofddorp en Schalkwijk) door

de Cruquiusweg en de Europaweg; Gewenste situatie - het zuiden (Bennebroek/) door de Herenweg en Op grote lijnen kan het reeds geformuleerde beleid van de ge- Glipper Dreef-Glipperweg;

ndgoederen en groene gebieden | en groene ndgoederen meente Heemstede worden gehandhaafd. Bijzondere aandacht - het noorden (Haarlem/Alkmaar) door de Westelijke Randweg- vraagt echter de Herenweg. De stroomfunctie van deze weg mag Herenweg, de Westelijke Randweg-Leidsevaartweg en de de ontsluitingsfunctie niet wegdrukken. De Herenweg heeft niet Heemsteedse Dreef; alleen een combinatiefunctie van stromen en ontsluiten, maar - het westen (Zandvoort/Leiden/Bloemendaal) door de Zand- zelfs enigszins een verblijfsfunctie. Vanaf de Herenweg wordt het voortselaan. bijzondere karakter van Heemstede ervaren. De snelheid van het

verkeer moet daarom getemperd blijven. Vanwege de constante autoverkeer stroom verkeer kan de oversteekbaarheid in toenemende mate De wegenstructuur in de gemeente kan niet los gezien worden van een probleem gaan vormen. Het ruimtelijke beeld vraagt om het het regionale wegennet. Er zijn buiten de gemeente bestemmin- benadrukken van het doorgaande karakter van de Herenweg.

sab•arnhem | ruimtelijke visie la | ruimtelijke sab•arnhem gen die niet of nauwelijks bereikbaar zijn zonder dat van Heem- steedse wegen gebruik gemaakt wordt. Heemstede heeft als ge- volg hiervan te maken met een aantal drukke doorgaande routes 3 water en wegen die veel autoverkeer te verwerken hebben: • route Cruquiusweg-Wipperplein-Heemsteedse Dreef-Camplaan- huidige situatie van Merlenlaan-Herenweg door verkeer vanuit de Haarlemmer- Water is met name een belangrijk item in de oostelijke helft van meer richting Hillegom; Heemstede. Hier bevinden zich de hoofdwatergangen Spaarne, • de wegen Johan Wagenaarlaan en Lanckhorstlaan door verkeer Ringvaart en aantakkende waterlopen als het Heemsteeds Kanaal. richting Schalkwijk, Haarlem, Zandvoort en de Westelijke In de westelijke helft van Heemstede vormt de Leidsevaart een Randweg; belangrijke waterloop. • kruispunt Heemsteedse Dreef-Johan Wagenaarlaan- Zandvaartkade;

De rivier het Spaarne is van belang voor de waterafvoer naar het gewenste situatie Noordzeekanaal. Het Spaarne is een vaarroute waar de plezier- Het stelsel van waterlopen binnen de gemeente Heemstede biedt vaart veelvuldig gebruik van maakt. Daarnaast heeft het Spaarne kansen om uit te groeien tot een fijnmazig ecologisch en wellicht potenties voor waterrecreatie zoals kanoen en vissen. zelfs een recreatief netwerk. 29 De rivier is mede vanwege haar grillige vormgeving een verwijzing In de huidige situatie is er sprake van twee stelsels die door de naar het vroegere veenlandschap. Het contrast met de beboste Herenweg vrijwel van elkaar worden gescheiden. Het ene stelsel is omgeving van Hageveld en de harde stadsranden leidt tot een verbonden met de Leidsevaart, het andere met de Ringvaart. Om grote ruimtelijke kwaliteit. het totale stelsel van waterlopen te laten functioneren als ecolo- Daarnaast vormt het Spaarne het hart van een groene (ecologi- gisch is het aanbrengen van meer dwarsverbanden tussen de sche) lob die tot diep in Haarlem reikt. twee waternetwerken van belang. Het is niet direct deze dwarsverbanden te laten bestaan uit nieu-

De Ringvaart is de boezem van de Haarlemmermeerpolder en we waterlopen. Ecologische relaties zijn ook goed mogelijk door eren en groene gebieden | vormt met aangrenzende gronden en polders een landschappelij- het aanbrengen van ‘plas-dras’-elementen die als overgang of ke, historische en ecologische eenheid. Het typische veenweide- stap stenen kunnen functioneren. Het gaat daarbij met name om landschap op de westelijke oever met bijbehorende natuur vormt een verbinding voor planten amfibieën, reptielen, watervogels en bovendien een prettige omgeving voor wandelingen en fietstoch- kleine aan het water verbonden zoogdieren. Via duikers kunnen ten. de netwerken ook voor andere aan het water gebonden dieren met elkaar worden verbonden. De Leidsevaart is een oude vaart (dateert uit 1657) en loopt van Tevens dienen de bestaande waterlopen, en met name de Leidse-

het centrum van Haarlem naar Leiden. De vaart was vroeger een vaart van natuurlijke oevers te worden voorzien. Een meer geleide- | ruimtelijke visie landgoed veel gebruikte verbinding voor de landgoederen. De meeste land- lijke overgang van land naar water biedt veel extra mogelijkheden goederen hadden dan ook ‘een gezicht’ naar de vaart. Voor het voor tal van flora en fauna. gebruik van de vaart was men tol verschuldigd. Achter op het terrein van ‘Oud Berkenroede’ bouwde de stad Haarlem het tol- Met betrekking tot de recreatie is het niet direct noodzakelijk de huis. netwerken over en weer met elkaar te verbinden. Deze verbinding In de huidige tijd heeft de vaart een beperkte functie voor de re- bestaat reeds vlak buiten de gemeentegrenzen. Wel is het nood- creatie. zakelijk het netwerk van waterlopen te voorzien van de nodige voorzieningen voor recreanten. Het gaat daarbij om het uitzetten De waternetwerken in het westen en het oosten van Heemstede van routes, het creëren van aanlegsteigers en wellicht een enkele zijn via watergangen in Bennebroek (langs de Meerweg) en in keer om het verhogen van een brug. Haarlem (de singel) met elkaar verbonden.

veenweidegebied. De ecologische kwaliteiten van dit systeem bestaan uit duinrellen, lokale kwelzones op de grens van strand- wal naar strandvlakte, afwisselingen in hogere en lagere delen, in 30 grondsoorten, en een veelheid aan bosrandmilieus. Deze variatie draagt bij aan een grote soortenrijkdom van flora en fauna.

De strandwallen en -vlaktes in de gemeenten Bloemendaal en Heemstede maakten vanouds deel uit van dit ecologische sys- teem. Ook tegenwoordig nog kan het gehele complex van strand- wallen en –vlaktes voor met name vogels, planten en insecten als één ecologische netwerk worden beschouwd. Voor zoogdieren is het gebied echter versnipperd in verschillende afgesloten delen. Tussen de strandwal in Bloemendaal en de strandvlakte op de

ndgoederen en groene gebieden | en groene ndgoederen westgrens met Heemstede zijn ecologische relaties goed moge- lijk. Feitelijk vormen het bos- en het weidegebied zelfs één leef- gebied, met geheel verschillende milieus. Uitwisseling tussen de weidegebieden in noord-zuid richting is problematisch, doordat het pompstation Leyduin een barrière vormt.

Voor zoogdieren worden de ecologische relaties verder naar het Gewenste situatie waterlopen oosten toe geblokkeerd door het pompstation Leyduin, de Leidse- vaart, de spoorlijn, de Herenweg, en de bedrijvigheid achter Har- tekamp en Huis te Manpad. Voor vogels, planten en insecten vor- sab•arnhem | ruimtelijke visie la | ruimtelijke sab•arnhem 4 ecologie men deze elementen een minder grote barrière. Tevens moet bedacht worden dat er sprake is van geheel verschil- huidige situatie lende bostypen. De bosgebieden van de droge zandgronden die Aan de van Heemstede is een ecologisch waardevol gebied aan- liggen op de strandwallen relatief ver van elkaar verwijderd zijn. wezig dat vooral bestaat uit het duingebied van de Amsterdamse Hiertussen ligt namelijk een ander bostype, dat van de natte Waterleidingduinen en het Nationaalpark Zuid-Kennemerland. De gronden tussen de Herenweg en de Leidsevaart. Ondanks deze kern van dit ecologische complex ligt in het oosten, waar de dui- verschillen zijn er wel degelijk ecologische relaties over en weer. nen overgaan in een gesloten bosgebied. In de gemeente Bloe- Er kan echter niet worden gesproken van één doorgaand verge- mendaal wordt dit complex voortgezet op de strandwal. lijkbaar bosmilieu. De ecologische waarde van Zuid-Kennemerland wordt sterk be- De verschillende bosgebieden en landgoederen op de strandwal paald door de overgangen van duinen naar strandwallen, van in Heemstede (tussen de Herenweg en Glipper Dreef) vormen één strandwallen naar strandvlakten en van strandvlakten naar oud

samenhangend ecologisch waardevol boscomplex, aangevuld met de bossen op de Hartekamp, Huis te Manpad en Ipenrode. gewenste situatie De waarde van dit gebied bestaat uit de grotere eenheden bos die De provincie streeft in de gemeente Heemstede met name naar weinig worden doorsneden door infrastructuur. Echter ook de een ecologische verbinding in oost-west richting tussen de ver- 31 open plekken in het bos zijn ecologisch van belang vanwege de schillende strandwallen en het Strategische Groenproject Haar- hiermee samenhangende grote hoeveelheid bosranden. Met na- lemmermeer. Deze verbinding is in de praktijk voor enkel soorten me deze bosranden vormen een leefgebied voor diverse vogel- en reeds aanwezig, maar zal met name voor kleinere zoogdieren nog vlindersoorten en kleine zoogdieren. grote inspanningen vergen. Vooralsnog is het niet duidelijk op welke dier- of plantensoorten de provincie zich richt om deze In het oosten van de gemeente ligt in potentie een geheel ander ecologische verbinding te optimaliseren. type ecosysteem dat gevormd wordt door het Spaarne en de Ring- De gemeente streeft er naar om aan een oost-west relatie mee te

vaart, samen met oevers en de aangrenzende graslanden. De werken door het in stand houden van de aanwezige bosgebieden. eren en groene gebieden | kwaliteiten van dit ecologische systeem bestaan uit natte gras- Hiermee wordt echter vooral gewerkt aan een betere uitwissel- landen, plas-drassituaties en met elkaar verbonden sloten, vaar- baarheid tussen de bosgebieden in Heemstede onderling. ten en overige waterpartijen. Vooralsnog valt dit ecosysteem uit- Het optimaliseren van de relatie met de bosgebieden in Bloemen- een in verschillende lokale gebieden met een goede uitgangssitu- daal, over de Leidsevaart en het spoor heen wordt vooralsnog atie, zoals de weilanden rond Hageveld en bij De Glip. Deze ge- minder prioriteit gegeven. Een voor alle soorten geschikte verbin- bieden zijn echter nog niet optimaal ecologisch ingericht en wor- ding wordt nog niet realistisch geacht. Het ontbreken van deze den van elkaar gescheiden door woonwijken en/of bedrijvigheid. verbinding heeft geen gevolgen voor het functioneren van het

bovenlokale bosecosysteem waarvan de kern in de gemeente | ruimtelijke visie landgoed Tot slot vormt ook de Leidsevaart met haar aantakkende waterlo- Bloemendaal is gelegen. pen een potenties als nat ecologisch netwerk. De Leidsevaart en de overige waterlopen zijn echter nog niet nadrukkelijk ecologisch ingericht. In de huidige situatie heeft dit watersysteem geen bij- zondere natuurwaarden.

Knelpunten • Ecologische relaties tussen de bosgebieden in de gemeente Heemstede en Bloemendaal worden belemmerd door verschil- lende infrastructuurlijnen en door bedrijvigheid. • een doorgaande natte ecologische verbinding langs het Spaar- ne en de Ringvaart wordt belemmerd door de woonwijken tus- sen de Ringvaart en de Glipper Dreef, de kruising met de Cruquiusweg en de vuilstort en het rioolwaterzuiveringsbedrijf ten noorden van de Cruquiusweg.

Binnen de gemeente Heemstede is het beleid gericht op het be- Een tweede nat ecosysteem kan worden gevormd door het net- houden en versterken van samenhang tussen de bosgebieden op werk van waterlopen dat verbonden is met de Leidsevaart. Dit de strandwal tussen de Herenweg en de Glipper Dreef. Daarnaast element is reeds uitgewerkt in paragraaf 3 van dit hoofdstuk. 32 vormt het versterken van de samenhang met de bosgebieden op Hartekamp, Huis te Manpad en Ipenrode een belangrijk beleids- punt. Met name de migratie van (kleinere) zoogdieren vergt aan- dacht. Wellicht dat lokale belemmeringen voor relaties tussen de verschillende landgoederen kunnen worden weggenomen. De Herenweg en de bollenvelden bij De Glip vormen hierbij een aandachtspunt. Een strook ruigte langs de aanwezige watergang kan de uitwisseling tussen de noordelijke en de zuidelijke bossen sterk verbeteren.

ndgoederen en groene gebieden | en groene ndgoederen Naast behoud van het bosecosysteem is het beleid sterk gericht op het uitbouwen van een geheel ander type ecosysteem in het veenweidegebied. Het veenweidegebied langs de Ringvaart en Het Spaarne bevat reeds verschillende ecologische waarden die rela- tief eenvoudig tot één doorgaand netwerk kunnen worden ge- smeed. Dit gebied verdient de komende jaren daarom extra aan- dacht en financiële middelen. De aanwezige potenties zullen worden benut enerzijds door na- tuurbeheer conform de Relatienota, anderzijds door het actief inrichten van gebieden. Dit laatste vraagt de meeste actie van de sab•arnhem | ruimtelijke visie la | ruimtelijke sab•arnhem gemeente. Het beleid zal sterk gericht zijn op het aanbrengen van samen- hang tussen de verschillende natte gebieden, zodat een door- gaande natte ecologische zone ontstaat langs Het Spaarne en de Ringvaart. Vooral de passage van de woonwijken langs de Ring- vaart vraagt hierbij aandacht. Middels natuurvriendelijke oevers zal hier een verbinding tussen de natte gebieden bij het Oude Slot en de weilanden bij de Glip tot stand moeten worden gebracht. De benodigde maatregelen zijn reeds voorbereid in het kader van het Haarlemmermeergroen project, uitwerking Ringvaart-West. Gewenste situatie ecologie

VI HET VERVOLG…

De voornaamste conclusies die uit dit onderzoek kunnen worden 33 getrokken hebben betrekking op de structuur van de Heemsteed- se groene gebieden als geheel en de afzonderlijke delen. Heem- stede kent een landschappelijke rijkdom die gevormd wordt door de ligging op de strandwallen en strandvlakten die door de Noordzee zijn gevormd. De landgoederen ontlenen hieraan hun historie en hun ligging als buitenplaats. De structuur van de land- goederen en de groene gebieden is verklaarbaar en –belangrijker- herkénbaar. Om het samenstel van landgoederen en groene ge- eren en groene gebieden | bieden ook voor de toekomst zijn waarde te laten houden is in het vervolg van deze studie, in de ‘visie per deelgebied’ per landgoed aangeduid welke mogelijkheden voor ontwikkelingen binnen het hier geschetste kader mogelijk worden geacht. | ruimtelijke visie landgoed

VII LITERATUUR Landgoederen van Zuid-Kennemerland, rapport in opdracht van de stiching Ncm, opgesteld door drs. L.U. Albers, 1984

34 Een reconstructie van het ontstaan en de ontwikkeling van de algemeen buitenplaats Huis te Manpad bij Heemstede, B. Joustra, Universi- teit Leiden, 1992 Heemstede in de historie, mr. J.W. Groesbeek, Gem. Heemstede 1972 Broedvogelinventarisatie van de door PWN beheerde gebieden in Zuid-Kennemerland 1996, B. Veenstra, PWN Waterleidingbedrijf Zuid-Kennemerland natuurlijk, J. Kluiters en F. van Daalen, Schuyt Noord-Holland, 1996 &Co. Kleine en verborgen monumenten in Heemstede en Bennebroek, De geschiedenis van de Heerlijkheid Berkenrode, Vereeniging Oud V. Klep en H. Krol, Vereeniging Oud Heemstede-Bennebroek, 1991

ndgoederen en groene gebieden | en groene ndgoederen Heemstede-Bennebroek Toelichting op kaart van Hofstede de Hartekamp uit 1708, H. Krol, Drie Heerlijkheden in Zuid-Kennemerland, Vereeniging Oud Vereeniging Oud-Heemstede-Bennebroek, 1999 Heemstede-Bennebroek

tijdschriften en artikelen Geschiedenis van het Buitengoed Bosbeek in Heemstede en van het Adellijk geslacht van Merlen, H. Krol, Vereeniging Oud- Bouwkundig Weekblad, 26e Jaargang, no 2. , Mouton & Co., den Heemstede-Bennebroek, 1987 Haag

“Paviljoens de Hartekamp krijgen eigentijds gezicht”, Heem- Toelichting terreinplan Landgoed Bloemenoord, tuinarchitecten-

sab•arnhem | ruimtelijke visie la | ruimtelijke sab•arnhem steedse Courant, 26 juli 1985 buro Mien Ruys en Hans Veldhoen BV

“De historie van de Hartekamp”, serie artikelen Heemsteedse Natuurontwikkeling Parkbos Eikenrode, J.J.B. Meulenbroek, stich- Courant, december-januari 1985/1986 ting Het Noordhollands Landschap, 1995

Beheersplan Groen, van Empelen van Aalderen Partners BV, stich- rijksbeleidsstukken ting de Hartekamp, 2000 Nota Belvedère, Ministeries van O, C en W, LNV, VROM en V&W, Het landgoed de Hartekamp in Heemstede, L. Albers e.a., Vereni- SDU, 1999 ging Oud-Heemstede-Bennebroek, 1982 Vijfde Nota over de Ruimtelijke Ordening 2000/2020, Ministerie van VROM, SDU 2001 (concept)

Ontwerpnota ‘Stromen in Structuren’, gemeente Heemstede, 1998 Structuurschema Groene Ruimte, Ministerie van LNV, 1993 Fietsnota ‘Nog verder op de fiets’, gemeente Heemstede, 2003 Structuurschema Groene Ruimte 2, Ministerie van LNV, 2001 35 Collegeprogramma 2002-2006, College van B en W, Gemeente Heemstede, 2002 provinciale beleidsstukken Uitgangspuntennotitie Hageveld, SAB/Gemeente Heemstede, Streekplan Kennemerland, Provincie Noord-Holland, 1998 Gemeente Heemstede, 2002

Ontwerp-streekplan Noord-Holland Zuid, Provincie Noord-Holland Randvoorwaarden Kennemeroord, Kennemerduin, Overbos, 2002 (vaststelling medio 2003) SAB/Gemeente Heemstede, Gemeente Heemstede, 2001 eren en groene gebieden |

Raamplan Haarlemmermeer Groen, Provincie Noord-Holland, 1997 Nota randvoorwaarden en uitgangspunten De Hartekamp, SAB/Gemeente Heemstede, Gemeente Heemstede 2002 regionale beleidsstukken bestemmingsplannen2 Spaarneplan, juni 1992

Ringvaart-Liede Cascoplan, juni 1996 | ruimtelijke visie landgoed Bestemmingsplan Leidsevaart, Gemeente Heemstede, 1993 gemeentelijke beleidsstukken Bestemmingsplan van Merlen, Gemeente Heemstede, 1992

Wandelbos Groenendaal, Beheersplan 19982-1992, Gemeente Bestemmingsplan Hageveld, Gemeente Heemstede, 1980 Heemstede, 1982 Bestemmingsplan Manpadslaan Noordzijde, Gemeente Heemste- Interimrapport Ecologisch Beheersplan voor Groenendaal- de, 1978 Meerenberg, W.P. v.d. Lans e.a., Gemeente Heemnstede, 1990 Bestemmingsplan Valkenburgerplein, Gemeente Heemstede, Groenbeleidsplan Heemstede, Gemeente Heemstede, 1993 1989

Herziening Beleidsstrategie Heemstede 2015, programma ISV, Gemeente Heemstede, 2000 2 Datum vaststelling in de gemeenteraad is aangehouden als ver- schijningsdatum.

Bestemmingsplan Glip II, Gemeente Heemstede, 1984

Bestemmingsplan Natuurgebieden, Gemeente Heemstede, 1976 36 Bestemmingsplan Terreinen ten westen van de Herenweg, Ge- meente Heemstede, 1976

Bestemmingsplan Glip III, Gemeente Heemstede, 1985

Bestemmingsplan Buitenplaatsen 1988, Gemeente Heemstede, 1988

Bestemmingsplan Glip IV, Gemeente Heemstede, 1988

ndgoederen en groene gebieden | en groene ndgoederen Plan in Hoofdzaak, Gemeente Heemstede, 1954

Herziening LIIIf Uitbreidingsplan, Gemeente Heemstede 1969

Herziening LIIIg Uitbreidingsplan, Gemeente Heemstede, 1970

kaartmateriaal

sab•arnhem | ruimtelijke visie la | ruimtelijke sab•arnhem GBKN gemeente Heemstede (digitaal)

Compact Provincie Atlas Noord-Holland 1:50.000, Wolters- Noordhoff, 1995

Historische Atlas van Nederland1:50.000, deel 1, West-Nederland, Wolters-Noordhoff 1990

Topografische Kaart Heemstede, Topografische Dienst Emmen

SAB • Amsterdam B.V. bezoekadres Fizeaustraat 4 1097 SC Amsterdam correspondentieadres Postbus 94153 1090 GD Amsterdam

T [020] 568 29 90 F [020] 568 29 99 E [email protected]