106 September 2013 Willem MengelbergWillem zijntijden WM

Max Bruch W Weerzien met de Chasa M Mengelberg gefilmd in Budapest Inhoud Van de redactie 1 Van het bestuur 1 Verslag ALV en brainstormsessie 3 Vooraankondiging ledenvergaderingen 5 Aarnout Coster In memoriam Otto Hamburg 6 Aarnout Coster Herinneringen aan Ab van Kapel 8 Rudolf Mengelberg Max Bruch 10 Concertrecensies Bruch 12 Willem Boissevain Weerzien met de Chasa 30 Eric Derom Mengelberg gefilmd in Budapest 32 Interview met Cornelis Dopper (1928) 35 Interview met Louis Zimmermann (1938) 37 Johan Maarsingh Een onbevredigend eerbetoon aan Haitink 41 Ronald de Vet Mengelbergs Philips-opnamen op Decca 42 Mengelberg in de provincie: Middelburg 44

Colofon Redactie Johan Maarsingh, Ronald de Vet

Website www.willemmengelberg.nl Bestuur Voorzitter mr Frederik Heemskerk Vice-voorzitter dr Eveline A. Nikkels Secretaris Olga de Kort Penningmeester mr Jan C. Reinoud Lid dr Frits W. Zwart Eresecretaris mr A.A. Meurer Contributie Minimaal € 30 binnen Europa, € 35 daarbuiten. Gezinslid: € 10. Voor 1 april over te maken op rekening 155 802 t.n.v. Vereniging, . IBAN: NL97INGB0000155802. BIC: INGBNL2A. Het lidmaatschap loopt gelijk met het kalenderjaar. Opzeggingen dienen schriftelijk voor 1 december door de secretaris te zijn ontvangen.

Erelid Riccardo Chailly Van de redactie

Om ons blad er wat aantrekkelijker en Onlangs zijn twee korte filmfragmen- wervender uit te laten zien, heeft WM van- ten van Mengelberg in Hongarije op inter- af nu een kaft in kleur. Tegelijkertijd is dit net geplaatst. Eric Derom, die ons als een nummer met een dubbele rouwrand: eerste op het belangrijkste fragment atten- In de afgelopen maanden zijn ons twee deerde, schreef een toelichting. leden van het eerste uur ontvallen, die bei- U vindt twee interviews: een met den zeer veel voor de vereniging betekend Cornelis Dopper, ter gelegenheid van het hebben: Otto Hamburg en Ab van Kapel. veertigjarig jubileum van het Concert- Aarnout Coster heeft beiden heel goed ge- gebouw in 1928, en een met Louis kend en schreef voor elk een in memoriam. Zimmermann uit 1938, toen hij 65 werd. Omdat Max Bruch 175 jaar geleden We bespreken twee nieuwe CD-boxen. werd geboren, zijn de concertrecensies dit Voor de rubriek ‘Mengelberg in de keer aan uitvoeringen van zijn werken provincie’ tenslotte gaan we naar gewijd. Middelburg, dat werd aangedaan tijdens de Willem Boissevain bezocht onlangs de jubileumtournee van 1938. Chasa en haalt herinneringen op aan de Wij hopen dat u dit nummer met tijd dat hij daar door zijn peetoom Onkel belangstelling zult lezen. Hausfrau werd ontvangen.

Van het bestuur Op 4 juli jongstleden in het Nederlands jaar verschijnend blad en twee bijeenkomsten voor Muziek Instituut in Den Haag wisselden leden en geïnteresseerden. Daar komt zeer binnen- twaalf leden met het bestuur vrijelijk en kort het onderhoud van de nieuwe website nog bij. informeel van gedachten over de vraag of Het werven van nieuwe leden blijkt bovendien een wij niet beter met ons werk kunnen door- weerbarstige aangelegenheid: lid worden van onze gaan als stichting dan als vereniging. De vereniging levert ook voor mensen die belangstelling pro’s en contra’s van een dergelijke over- hebben getoond voor onze activiteiten (en deze her- gang hadden wij in de juni-aflevering van haaldelijk hebben bijgewoond) menigmaal een te WM uiteengezet. Ter opfrissing van het hoge (psychologische) barrière op. Men sympathi- geheugen (en om u allerlei gezoek te be- seert met wat wij doen en waar we voor staan, sparen) herhaal ik hierbij in het kort wat maar zich echt aansluiten lijkt voor velen net een wij toen schreven. Waarbij ik aanteken dat, brug te ver. Het gevolg van deze betrekkelijke zoals de zaken nu staan, we op 1 januari stagnatie is dat de gemiddelde leeftijd van onze a.s. 90 leden zullen tellen. leden bedenkelijk stijgt. En dat levert een regel- rechte bedreiging op voor onze continuïteit. Als we „Welke toekomstperspectieven heeft een vereniging niets doen, vrezen wij dat binnen afzienbare ter- met 100 leden? De huidige financiële basis waarop mijn het ledental weer zal afnemen en zal het bo- wij moeten opereren is eigenlijk nu al te smal voor vendien moeilijk worden verse krachten te vinden onze bescheiden ‘exploitatie’: een viermaal per voor het dan nog noodzakelijke verenigingswerk.

1 Het bestuur wil die ontwikkelingen vóór zijn Over dit onderwerp werd op 4 juli jongst- en denkt dat onze organisatie tegen deze ontwik- leden levendig gediscussieerd. In meerder- kelingen beter zal zijn opgewassen als stichting heid konden de aanwezige leden zich goed dan als vereniging (voor goed begrip: een stichting met een overgang naar de stichtingsvorm heeft geen leden maar donateurs). Eén reden voor verenigen. Enkelen waren beducht voor die eventuele koerswijziging stipten we al aan: wij een onaanvaardbaar groot leden- (dona- denken dat het lidmaatschap van een vereniging teurs-) verlies. Ook kwam het voorstel ter een hoogdrempeliger aangelegenheid is dan het tafel naast de bestaande vereniging een donateurschap van een stichting. Het doen van een nieuwe stichting op te richten en daarin jaarlijkse gift aan organisaties als Artsen zonder bepaalde activiteiten onder te brengen. Zie Grenzen, Amnesty International of Greenpeace is verder het verslag van deze vergadering toch een gemakkelijker te zetten stap dan lid elders in deze WM. Het bestuur heeft het worden daarvan. Anders gezegd: het lidmaatschap een en ander op zich laten inwerken en is een ultiemere vorm van identificatie met de orga- ziet daarin aanleiding de leden formeel nisatie-doelstelling dan het donateurschap. Daarbij voor te stellen de activiteiten van de vere- komt nog dat het als stichting mogelijk is onmid- niging voort te zetten als stichting. Wij dellijk de Anbi-status te verkrijgen, waardoor het gaven u over de procedurele kant van een fiscaal aantrekkelijk wordt schenkingen te doen. dergelijk voorstel al de nodige informatie. Voor een vereniging geldt dat helaas niet. Er is Voor de overzichtelijkheid wordt die hier- nog een bijkomstig voordeel dat, zeker op termijn, onder nog eens herhaald. belangrijke vruchten zou kunnen afwerpen. Het zal de frequente internet gebruikers onder u niet „Het is mogelijk een vereniging om te vormen tot onbekend zijn: er is een wereldwijde ‘community’ een stichting. De organisatie verandert dan van van talrijke (ook jeugdige!) Mengelberg-fans. Gaat rechtsvorm, maar blijft als zodanig wel bestaan. u, als u een facebook account heeft, bijvoorbeeld Dat is een verhoudingsgewijs kostbare procedure eens naar The ‘Willem Mengelberg forever’ Me- omdat daarvoor de tussenkomst van een rechter morial Fan Club. En dat is nog maar één voor- noodzakelijk is. Een goedkopere methode is dat beeld. Het moet als stichting, zeker met behulp de bestaande vereniging wordt opgeheven en dat alle van onze nieuwe website, mogelijk zijn dit interna- activiteiten en financiële middelen worden overge- tionale potentieel meer te betrekken bij ons doel en dragen aan een nieuw opgerichte stichting. Die streven, ook financieel. laatste methode heeft om financiële redenen onze We moeten natuurlijk ook bedacht zijn op de voorkeur. gevaren. De band donateur-stichting is, zoals uit Het besluit tot opheffing van de vereniging zal het bovenstaande blijkt, per definitie losser dan die door de leden op een algemene ledenvergadering welke het lid met zijn vereniging verbindt. Het moeten worden genomen. Uiteraard zal in ons ge- ‘clubgevoel’ zou daardoor, als we niet oppassen, het val die goedkeuring moeten geschieden onder de kind van de rekening kunnen worden, met als voorwaarde dat alle activiteiten van de vereniging gevolg een noodlottige uitloop van bestaande leden zullen worden voortgezet door de nieuwe stichting. die zich in de nieuwe organisatie niet meer herken- In onze statuten (artikelen 24 in samenhang met nen. Dat clubgevoel zullen wij daarom met extra 23) staat dat het besluit tot opheffing moet worden kracht in ere moeten houden. Het proefondervinde- goedgekeurd op een algemene ledenvergadering door lijk bewijs dat zoiets heel goed mogelijk is, wordt twee derde van de aanwezige leden. Op die verga- geleverd door de Gustav Mahler stichting.” dering moeten tevens twee derde van alle leden aanwezig zijn of zijn vertegenwoordigd. Aan die

2 laatste eis zal in de praktijk waarschijnlijk niet gesteld dat het vereiste quorum aan stem- worden voldaan. In dat geval moet er niet eerder gerechtigde leden niet aanwezig of verte- dan 15 dagen en niet later dan 30 dagen na de genwoordigd is (bij het huidige ledenaan- eerste vergadering opnieuw een vergadering worden tal: minimaal 66), is besluitvorming over gehouden. Voor die tweede vergadering is een twee het onderwerp onmogelijk. Dat betekent derde meerderheid van de uitgebrachte stemmen dat de definitieve beslissing over deze voldoende om tot opheffing te komen.” gewichtige aangelegenheid zal worden genomen op 7 december. De ledenverga- De data van de twee statutair noodzakelij- dering op die dag zal worden gevolgd door ke vergaderingen hebben wij inmiddels onze traditionele najaarsbijeenkomst. Ook vastgesteld. Dat zijn achtereenvolgens 9 daarover vindt u hieronder meer informa- november en 7 december a.s. U zult voor tie. Wij verheugen ons op een levendige deze vergaderingen nog een aparte uitno- vergadering en een goed bezochte bijeen- diging ontvangen. Ook verwijs ik naar de komst! vooraankondiging in deze WM. Wij schre- ven het al: aan de dubbele eis die wordt Mocht u naar aanleiding van het boven- gesteld aan de eerste vergadering (die van 9 staande nog vragen of opmerkingen heb- november) zal in onze verwachting niet ben, dan sta ik graag tot uw beschikking. worden voldaan. U bent die dag natuurlijk Ik ben bereikbaar op frederik.heemskerk@ van harte welkom, maar de bijeenkomst gmail.com. zal naar alle waarschijnlijkheid een hoog Frederik Heemskerk pro forma-karakter hebben: zodra is vast-

Verslag Algemene Ledenvergadering en brainstormsessie

Gehouden op 4 juli 2013 bij het NMI te Den Haag Aanwezig: de dames Nikkels, De Kort haar activiteiten niet beter kan voortzetten (notulen), en de heren Broekhuijsen, Van als stichting. De leden zijn daarover in een Dijk, Ekstein, Geelen, Giskes, Heemskerk aparte brief en via de juni-aflevering van (voorz.), Kruls, Maarsingh, Mengelberg, WM nader voorgelicht. Maar allereerst Meurer, Reinoud, Schreuder, De Vet, Vis komt het officiële gedeelte van de vergade- en Zwart. ring aan bod, te weten de benoeming van mw. Olga de Kort tot secretaris van de De voorzitter opent de vergadering en vereniging. De vergadering gaat daarmee heet de leden welkom. Er zijn binnenge- bij acclamatie akkoord. De voorzitter sluit komen stukken van de leden A.O. Bauer het officiële gedeelte van de vergadering. en J.J.H. Gerritzen. Zij zullen straks in- Vervolgens zet de voorzitter de rede- houdelijk worden behandeld. De hoofd- nen van de brainstorm bijeenkomst uiteen schotel van vandaag zal namelijk worden en licht hij de voor- en nadelen van een gevormd door een informele discussie eventuele overgang naar de stichtingsvorm (‘brainstorm’) over de vraag of de WMV toe. Bij die voordelen komt nog de om-

3 standigheid, aangevoerd door de heer legaten te kunnen verwelkomen. Ervaring Gerritzen in zijn eerdergenoemde brief: leert dat bij het overwegen van een legaat donateurs kunnen niet aansprakelijk wor- of schenking, men sneller de voorkeur den gehouden voor de verliezen van een geeft aan een stichting dan aan een stichting en (individuele) leden van een vereniging. Mengelberg is ook van mening vereniging waarschijnlijk wel. Daarover dat het tijd is voor professionalisering van ontstaat enige discussie. de voorzitter zegt de website, die heel goed kan worden toe deze kwestie met de notaris op te gecontinueerd/ onderhouden door de nemen. Otto Mengelberg stelt voor om stichting. De penningmeester valt hem bij: niet het woord ‘donateur’ te gebruiken en als vereniging komen we niet in voor het meer bindende ‘vriend’ en ‘sym- aanmerking voor de anbi-status, als pathisant’ te kiezen. Het idee om de ‘oude’ stichting wel. Het is één van de leden vanaf het begin als speciale ‘vrien- belangrijkste redenen dat we als bestuur den’ te zien wordt ondersteund door Eve- aan de stichtingsvorm zijn gaan denken. line Nikkels. Albert Meurer stelt de vraag Frits Zwart wijst erop dat, naast de aan de orde in hoeverre het wettelijk ver- voordelen van de anbi-status, de stichting plicht is het woord ‘donateur’ te gebruiken. meer kans op continuïteit biedt dan de Jan Reinoud wijst in dit verband op een vereniging: “De website moet blijven be- aantal algemeen gebruikelijke aanduidingen staan, zelfs als we met twintig leden over- van het begrip donateur, zoals ‘vriend’ en blijven. De continuïteit wordt door de ‘sympathisant’. stichtingsvorm gewaarborgd zelfs als het Pierre Geelen denkt dat een ‘clubge- aantal sympathisanten, donateurs, vrienden voel’ niet staat of valt met een bepaalde tegenvalt.” rechtsvorm. Wel hebben de donateurs van Gerrit van Dijk stelt voor door te gaan een stichting geen enkele zeggenschap als vereniging èn als stichting. Zijn voorstel over het reilen en zeilen van de organisatie. sluit aan bij het ingezonden schriftelijke Ook heeft hij zijn twijfels over de vraag of voorstel van Arthur Bauer. De voorzitter de stichting de groeimogelijkheden van de neemt diens brief met de vergadering door. vereniging werkelijk kan bevorderen en de Bauers voorstel komt erop neer dat de anti-vergrijzing tegen kan gaan. website juridisch wordt gescheiden van de De voorzitter zegt dat het bestuur niet WMV en dat de vereniging gehandhaafd de bedoeling heeft om de band met de blijft voor de overige activiteiten. leden door te snijden en zich van de leden De voorzitter zegt dat het bestuur aan te vervreemden. Het clubgevoel zal ook in deze optie heeft gedacht, maar van mening de toekomst met kracht worden nage- is dat het echt te ver gaat voor een kleine streefd, door het handhaven van het blad organisatie als de onze om de taken te WM en het blijven organiseren van half- verdelen over twee besturen, twee admini- jaarlijkse bijeenkomsten. straties, en allerlei verschillende vergade- Pieter Vis denkt dat het beter is om als ringen ‘vrienden onder elkaar verder te gaan’, Louis Ekstein zegt een voorkeur te zonder bijkomende en bindende organisa- hebben voor het handhaven van de vere- torische structuren. nigingsvorm: in tegenstelling tot de stich- Die zijn juist nodig, zegt Otto ting is het bestuur van een vereniging door Mengelberg, om de eventuele giften en de leden benoembaar en controleerbaar.

4 Er wordt gesproken over het toekomst nateurs korting geven bij het aanschaffen van het blad. Moet het in zijn huidige daarvan? En op welke doelgroepen zal de vorm blijven bestaan of door een nieuws- nieuwe stichting zich gaan richten? Alleen brief vervangen worden? Een nieuwsbrief op de eigen donateurs of ook op de rest is tevens een nieuwe vorm van communi- van de wereld? catie die bij uitstek bij de website past. De voorzitter zegt dat de stichtings- Eveline Nikkels is voor het doorgaan vorm het naar zijn mening veel makkelijker met een blad in papieren vorm. Dat ver- maakt ons te richten op de grote groep sterkt het al genoemde clubgevoel, vormt Mengelberg-bewonderaars in de rest van een uitstekende communicatiemiddel en is de wereld. In Nederland blijven wij onher- een ‘bewaarobject’. roepelijk steken op een (bejaarde) achter- Volgens Frits Zwart, Ronald de Vet en ban van hooguit 100 mensen. Met alle Johan Maarsingh kan het blad nog veel risico’s van snelle afkalving. De groei meer aan educatieve waarde winnen, ter- (desnoods in ‘tientjesleden’) kan alleen nog wijl de website de weg naar Mengelberg maar worden bereikt buiten onze lands- voor iedereen kan openen. grenzen. De nieuwe website met discogra- Pieter Vis is van mening dat bij meer fie en het uitgeven van een aantal boxen verdieping ook meer veranderingen pas- met geremasterde opnamen zullen ons sen. Het blad werd oorspronkelijk gemaakt daartoe in staat moeten stellen. In de op- voor en door een kleine groep van enthou- vatting van het bestuur is de stichtings- siastelingen die meer over het muziekleven vorm voor dat alles beter dan de vereni- in Nederland en Mengelberg wilden weten, gingsvorm. maar moet nu breder opgezet worden. Aan het eind van de vergadering be- Johan Giskes merkt op dat de discussie dankt de voorzitter namens het bestuur steeds over de vorm gaat, terwijl de doelen alle aanwezigen voor hun bijdrage aan deze net zo belangrijk zijn. Wat zijn de beoogde discussie. doelen: het uitgeven van een cd-box? Do-

Vooraankondiging twee Algemene Ledenvergaderingen en najaars- bijeenkomst

In ‘Van het bestuur’ kunt u lezen waarom De tweede vergadering, gevolgd door onze er dit najaar twee Ledenvergaderingen najaarsbijeenkomst, vindt plaats op zater- zullen worden gehouden en dat de eerste dag 7 december in de ‘Haagse Lobby’. daarvan waarschijnlijk een ‘pro forma’ Deze is gelegen op de tiende etage van het karakter zal dragen. Bibliotheekcomplex van het Stadhuis in De eerste vergadering vindt plaats op Den Haag. De toegang naar de Haagse zaterdag 9 november om 11.30 u. ten Lobby bevindt zich in de Openbare Biblio- huize van Frits Zwart, Columbusstraat 87, theek. De Haagse Lobby bevindt zich op 2561 AC Den Haag. Aanmeldingen bij loopafstand (10 à 15 min.) van het station onze penningmeester Jan Reinoud, tel. 06 Den Haag Centraal. Programma: 53547097.

5 13.30 u: Algemene Ledenvergadering traditie’ in Amsterdam geworden en bovendien is (alleen voor leden), gevolgd door pauze het ook regelmatig uitgevoerd op mijlpaalmomenten met koffie/thee in de geschiedenis van het orkest. Zo is dat nu 15.00 u: Cees Broekhuijsen: De uitvoe- bijvoorbeeld het geval bij alle activiteiten rondom ringspraktijk door het (K)CO van de Eerste het 125-jarig bestaan van het orkest, waarbij symfonie van Gustav Mahler * steeds weer benadrukt wordt dat de symfonie Na afloop (ca. 16.30 u.) zal het samen- ontstaan is in het oprichtingsjaar van het KCO, zijn in een naburige gelegenheid worden 1888. Van de uitvoeringen is een aantal opnames voortgezet. beschikbaar, zowel studio- als live-registraties. Uit De toegangsprijs voor de najaarsbij- recensies bij de uitvoeringen in de loop van de tijd eenkomst bedraagt € 15 (leden WMV en uit oorgetuigen-verhalen in de recente periode € 10). U kunt zich opgeven door overma- blijkt dat zowel het werk als de uitvoeringswijze king van het verschuldigde bedrag op zeer verschillend gewaardeerd werden. Op basis bankrekening nr. 155802, t.n.v. de Willem van een analyse en vergelijking van welgekozen Mengelberg Vereniging te Amsterdam muziekfragmenten uit de beschikbare opnames zal onder vermelding van ‘7 december’. in de presentatie gepoogd worden een objectief, maar zeker een fascinerend beeld te geven van de * De uitvoeringspraktijk door het uitvoeringspraktijk van deze symfonie. Met behulp (K)CO van de Eerste symfonie van van geschreven documenten (toelichtingen en recen- Gustav Mahler sies) wordt duidelijk hoe deze praktijk ervaren en Het was Willem Mengelberg die in 1903 Gustav geëvalueerd werd. Mahler uitnodigde om zijn eerste symfonie te komen presenteren en zelf te dirigeren bij het Con- Cees Broekhuijsen is musicoloog en was certgebouworkest. Sindsdien is het werk door het jarenlang bestuurslid van de Koninklijke orkest meer dan 250 keer uitgevoerd met een groot Verreniging voor Nederlandse Muziekge- aantal verschillende dirigenten. Het werk is daar- schiedenis. Daarnaast was hij lange tijd mee onderdeel en tevens drager van de ‘Mahler- werkzaam bij KPN.

In memoriam Otto Hamburg (1924 – 2013)

Otto Hamburg, de eerste voorzitter (1987– de pro’s en de contra’s van Mengelbergs 1996) van de Willem Mengelberg Vereni- interpretaties aangeeft. ging, was musicoloog en dirigent. Hij is Die duidelijkheid was ook een kenmerk docent muziekgeschiedenis geweest aan de van zijn voorzitterschap: hij formuleerde conservatoria van Zwolle, en als doelstelling van de Willem Mengelberg Utrecht. Jarenlang schreef hij recensies in Vereniging (ook in de pers) dat de vereni- ‘Luister’ (ondertekend met zijn initialen ging zich voornamelijk ging bezighouden O.Hg.). Zo besprak hij in 1960 de door met de musicus Mengelberg – de nadruk Philips uitgebrachte lp-serie ‘Documenta had veel te veel gelegen op Mengelbergs Musicae’ met radio-opnamen van Mengel- houding in de Tweede wereldoorlog. „Bo- berg en het Concertgebouworkest. Het vendien kan ik aan de Eerste symfonie van zijn recensies, waarin Hamburg duidelijk

6 Brahms niet horen, welke politieke of bezitter van een uitgebreide, van veel illu- seksuele geaardheid de dirigent heeft.” straties voorziene Italiaanse biografie van Deze benadering van Mengelberg als Maestro Bruno Walter. Dit boek maakte kunstenaar heeft in niet onbelangrijke mate deel uit van zijn bijzondere muziekbiblio- bijgedragen aan de huidige algemene er- theek. kenning dat Mengelberg een groot dirigent Vanaf eind 1993 tot 1996 heb ik als van internationale allure was. Een kunste- secretaris van het bestuur van de Willem naar met een persoonlijke visie op de Mengelberg Vereniging met Otto composities die hij uitvoerde. In de Neder- Hamburg samengewerkt. De bestuurs- en landse muziek van de eerste helft van de ledenvergaderingen verliepen onder zijn 20e eeuw speelde hij een belanrijke rol. leiding doorgaans in een plezierige sfeer. Muziek was Met zijn welbe- Otto Hamburgs spraaktheid en grote passie en humor leidde Otto dirigenten hadden deze bijeenkomsten zijn bijzondere in goede banen en belangstelling. Hij hij zorgde ervoor maakte anderen dat de agenda vol- deelgenoot van zijn ledig en zonder grote kennis op dit tijdsoverschrijding gebied in woord en werd afgewerkt. geschrift. Tijdens Zijn kennis van ledenbijeenkomsten zaken dwong res- hield hij boeiende pect af. Neigingen lezingen over de tot geleuter werden grote dirigenten uit door hem vaardig het verleden, gelar- onderdrukt, maar deerd met anec- als iemand het te dotes en quotes die bont maakte kon hij feilloos uit het hij wel eens tempe- hoofd citeerde. Hij ramentvol uit zijn had een uitgespro- slof schieten. ken voorkeur en bewondering voor Bruno Niet alleen heb ik goede herinneringen Walter. aan hem als een sympathieke, bewogen In ‘Mengelberg en zijn Tijd’ schreef hij persoonlijkheid, maar ik heb ook veel van de zeer informatieve en prettig leesbare hem geleerd. Helaas moest hij om gezond- serie artikelen in de serie ‘Dirigenten rond- heidsredenen in 1996 aftreden als voorzit- om Mengelberg’. Op geluidsband maakte ter. Wel bleef hij trouw de ledenvergade- hij interviews met oud-leden van het ringen en bijeenkomsten bijwonen. De Concertgebouworkest over Mengelbergs laatste jaren werd hij door lichamelijke stijl van dirigeren en repeteren. kwalen belemmerd in zijn activiteiten. Een grote liefde van hem was Italië, Wij gedenken hem met dankbaarheid waar hij een buitenhuis bezat. Hij was en respect. vertrouwd met de taal en hij was de trotse Aarnout Coster

7 Herinneringen aan Ab van Kapel (1923 – 2013)

Kort nadat wij naar Oegstgeest verhuisd Mozart en anderen. Samen gingen Ab en waren zag mijn vrouw een heer met zijn ik naar concerten en opera’s (bij voorkeur dochtertje langslopen en zij riep verrast: Wagner). „Hé, van hem heb ik nog blokfluitles ge- Toen de Willem Mengelberg Vereni- had!” Deze heer bleek om de hoek te ging werd opgericht – Ab was, hoe kan het wonen en al spoedig raakten wij bevriend ook anders, een van de oprichters – haalde (onze echtgenotes hij mij al snel over en dochters ook). om lid te worden. Toen ik bij hem Steeds heeft thuis kwam, keek hij zich actief Mengelberg mij ingezet voor de vanaf de piano vereniging. Hij aan. Die ereplaats was bestuurslid, heeft dat portret o.a. vice-voor- in huize Van zitter, en maakte Kapel steeds be- jarenlang deel uit houden: Ab had van de redactie Mengelberg heel van ‘Mengelberg hoog zitten. In en zijn tijd’. Tal- zijn jonge jaren loze artikelen had hij diverse heeft hij voor ons concerten van de blad geschreven, Maestro met het onder meer een - aantal analyses orkest in het van orkestwerken. Gebouw voor K Op de & W in Den Haag muziekmiddagen bijgewoond en dat ten huize van raakte een gevoe- prof.dr. W.A.M. lige snaar – sindsdien heeft zijn enthousi- van der Kwast, ‘Leden spelen voor leden’, asme voor deze dirigent hem nooit meer trad hij op als pianist. Ab en ik lieten de verlaten. gelegenheid om als pianoduo op twee Ab was musicoloog, leraar muziek aan schitterende vleugels te spelen, niet voorbij een lyceum en een verdienstelijk pianist. gaan. Ook trad hij op als begeleider van Zijn sporen als dirigent verdiende hij met Aleida Verdoes (zijn ‘ster’-sopraan) en zijn koor ‘Vocalis’, dat hij heeft opgericht Pieter Vis. Een viertal koorleden van en ruim 50 jaar heeft geleid in ‘Vocalis’ zong liederen van Mengelberg. (kerk)muziek van Buxtehude, Bach,

8 Samen met Eugène Krans togen we in doende, dus heb ik de plaat - onder belofte 1991 naar Hilversum, waar Henk van van een opname op de band - aan hem Overeem ons bij de AVRO ontving en gegeven. Het was echt aan hem besteed! radio-opnamen van Mengelbergconcerten, Ab was een muzisch mens die niet al- die van glasplaten op grote banden waren leen enorm van muziek kon genieten, maar overgezet, liet horen; dat leidde ertoe dat ook heel analytisch naar het notenbeeld de AVRO een aantal uitzendingen ver- kon kijken en luisteren. Hij wilde ook zorgde voor de radio – onbekende opna- anderen daar graag deelgenoot van maken men zoals het vioolconcert van Beethoven – niet alleen als pedagoog, maar ook met met Louis Zimmermann van 15 mei 1938. lezingen en artikelen. Ook in die zin heeft Rond 2000 waren we met Albert Meurer, de Willem Mengelberg Vereniging veel aan Johan Maarsingh en Roderick Krüsemann hem te danken. weer in Hilversum om, nu op DAT-band, En last but not least: hij bleef steeds de nog andere onbekende opnamen te beluis- vergaderingen en bijeenkomsten van de teren. Ab ging daar helemaal in op en vereniging bijwonen, ook toen zijn ge- tolereerde terecht niet dat de anderen er zondheid de afgelopen jaren te wensen doorheen praatten. Deze bezoeken hebben overliet, tot het de laatste maanden niet ertoe bijgedragen dat die opnamen op cd meer ging. Hij overleed, 90 jaar oud, op 9 uitgegeven werden. augustus 2013. In de zomer van 1995 maakten wij met Wij zullen hem missen. Johan Krediet een uitstapje naar het voormalige buitenhuis van Eduard van Aarnout Coster Beinum in Garderen, nu vaste woonplaats van diens zoon Bart van Beinum. Een rondleiding door het huis en herinneringen van Bart leverden de stof tot een uitge- breid artikel in ‘Mengelberg en zijn tijd’ nr. 36. De volgende anecdote illustreert hoe belangrijk Mengelberg voor Ab was. In Den Haag had ik, begin 70-er jaren, de nieuw uitgebrachte Hungaroton-lp gekocht van het Tweede Vioolconcert van Bartók, door Zoltán Székely met het Concertge- bouworkest onder Mengelberg. Het betrof een nog niet eerder op de plaat verschenen live-opname van de première in het Con- certgebouw op 23 maart 1939. Ab kwam toevallig even langs en hij keek direct met ogen op steeltjes naar die plaat: die had hij nog niet, daar diende zo snel mogelijk verandering in te komen. Mijn voorstel om hem bij mij te beluisteren was niet vol-

9 Max Bruch

Rudolf Mengelberg Er zijn meesters, die krachtens één enkel werk leven in ons bewustzijn. Hun naam blijft aan dit ééne werk verbonden, dit ééne werk is de teerkost van hun voortbe- staan, terwijl hun andere scheppingen prijsgegeven worden aan de vergetelheid, tenzij dan van dit ééne werk een glimpje hen nog begenadigt. Een zoodanig lot valt uiteraard het vaakst den componist te beurt van een opera, daar kracht en succes daarvan af- hankelijk zijn van zeer verschillende, niet uitsluitend muzikale factoren. Heel belang- rijk is hier de keuze van het sujet, en menig middelmatig begaafd componist heeft een bijzonder gelukkige hand gehad, en zich tevens zeer weten in te leven in de karak- ters van zijn libretto. Dan komt er een meesterwerk tot stand, dat, om zijn eigen- aardige persoonlijkheid en uitwerking, Max Bruch in 1919 dóórdringt tot alle lagen. Het frappantste voorbeeld van zoo’n muziek, d.w.z. in alle soorten concert- of geval geeft Bizet’s Carmen – een werk van kamermuziek. buitengewone muzikale qualiteit, en Hier treden de componisten meer op zonder voorbehoud te rangschikken in den den voorgrond als afgeronde persoonlijk- uitgelezen kring van meesterwerken der heid, als karakter, als schepper van een wereldliteratuur, naast de opera’s van bepaalden stijl. Men ziet in verschillende Mozart, Wagner, Verdi, zonder dat daarom producten een meester groeien en zich nu de componist als figuur zou behooren ontwikkelen. bij genoemde groote meesters der Apart staat daarom Bruch’s vioolcon- toonkunst. cert – dat in g-mol natuurlijk! Het hoort Wie nog enkele typische voorbeelden beslist tot de voornaamste concerten der wil, denke aan Nicolaï, die „Die lustigen vioolliteratuur. Als gaaf kunstwerk van blij- Weiber von Windsor” schreef, aan vende waarde is het algemeen bekend en Hermann Goetz: „Der Widerspenstigen erkend, het wedijvert in populariteit met de Zähmung”, Gounod: „Faust”, Mascagni: concerten van Beethoven, Mendelssohn, „Cavalleria Rusticana”. Brahms. Zelden echter vindt men zulke geluks- En de componist? Een laat-roman- kinderen der Muze in andere streken der ticus; héél talentvol, héél productief, in

10 hoofdzaak: koor-componist: „Das Lied von „Schottische Fantasie” (1880). der Glocke”, „Odysseus”, „Arminius”, Dezer dagen is de grijze Max Bruch op „Achilleus”, „Mozes”, „Frithjof”, „Gustav 82-jarigen leeftijd te Berlijn overleden. Adolph”, en wat al niet meer voor helden Wanneer men bedenkt, dat in zijn vader- in werken voor koor, soli en orkest. – Ze stad Keulen reeds in 1852 een symphonie zijn meestal lang, uren lang dikwijls, een van den toen 14-jarige weerklonk, en de paar decenniën geleden overal vaak uitge- meester nu nog verschillende pas voltooide voerd en zéér populair, nu reeds verbleekt, groote werken heeft nagelaten – dan heeft maar in provinciesteden nog altijd graag en men een denkbeeld hoe lang en werkzaam gebrekkig gezongen. het leven van dezen tijdgenoot van Ook eenige opera’s en drie symphonie- Brahms is geweest. en heeft Bruch gecomponeerd, en behalve Een leven, even harmonisch als zijne hét vioolconcert in g-mol (het eerste, dat muziek. hij, op 28-jarige leeftijd, in 1866 compo- neerde) ook nog een tweede (1877) en Uit het programma van het Concertgebouw van derde (1891), en de tamelijk bekende 10 oktober 1920, toen Bruchs eerste vioolconcert werd uitgevoerd onder leiding van Edward Elgar, met Louis Zim- mermann als solist. Met een andere slot- alinea (Bruch is in 1920 overleden) heeft deze toelichting in de vooraf- gaande jaren vaker in de programma’s van het Concertgebouw gestaan.

Algemeen Handelsblad, 3 mei 1871 (KB). Een recensie van dit concert, met een uitgebreide biografie van de componist, werd op 14 mei op de voorpagina van deze krant gepubliceerd en is op de website met historische kranten van de Koninklijke Bibliotheek te lezen. 11 Concertrecensies van werken van Max Bruch

Uit het Nederlands Muziek Instituut en de KB Tenzij anders aangegeven uitgevoerd door „gezongen.” Toch kwam hierbij uit, dat het Concertgebouworkest o.l.v. Willem teederheid en weekheid zich minder op Mengelberg. den voorgrond plaatsen in het talent van den Heer Spoor, dan breedheid en manne- Amsterdam, Concertgebouw, 28 no- lijke kracht. vember 1895. Bruch: ‘Penelope’s Trauer’ uit Odysseus. Soliste: Louise Amsterdam, Concertgebouw, 1 novem- Geller (alt). ber 1900. Bruch: vioolconcert nr. 1. Het Nieuws van den Dag, 30 november 1895 Solist: Fritz Kreisler. (KB) Amsterdamsche Courant, 2 november 1911 Eene respectabele stem, die wel kracht en (NMI) frischheid bezit, maar wier bezitster, naar Na deze fantasie [Aus Italien van Richard het mij voorkwam, nog niet van al de goe- Strauss, red.] trad een tot nog toe mij on- de middelen der stemvoering tot het hart bekend virtuoos, de heer F. Kreisler, een der hoorders gebruik weet te maken. In Weener van geboorte, met het vioolcon- aanmerking moet hierbij genomen worden, cert van Max Bruch (het eerste) voor het dat Mej. Geller, even als zoo vele alt-zan- voetlicht. Deze kunstenaar behaalde met geressen, de vervelende aria uit Max de voordracht van dit degelijk concert een Bruch’s Odysseus had gekozen. Dit stuk is welverdiend en zeer warm onthaal bij het bijzonder geschikt om geen indruk te buitengewoon talrijk opgekomen publiek. maken. Dankbaar wil ik Mej. Geller geden- De heer Kreisler speelde dit concert dan ken, maar voldaan mag ik mij niet noemen. ook met de grootst mogelijke technische Daniël de Lange volmaaktheid, zoowel met de linkerhand als in de stokvoering en men zou ook Amsterdam, Concertgebouw, 9 januari kunnen beweren met de daartoe behoor- 1898. Bruch: vioolconcert nr. 1 op. 26. ende karakteristieke aristocratie, ware het Solist: André Spoor. niet, dat het sentiment of wellicht het Het Nieuws van den Dag, 11 januari 1898 temperament van den speler in de lyrische (KB) gedeelten wel eens aanleiding gaf tot het De Heer Spoor beschikt over een grooten, overgevoelvolle, wat zich uitte in een vollen toon. Reeds dadelijk maakte de voortdurend vibrato van den overigens cadens-achtige inleiding van het concert schoonen en nobelen toon. een goeden indruk; later, bij de dubbelgre- Barend Kwast pen, werd die nog versterkt door den bravour en de onberispelijke zuiverheid, Het Nieuws van den Dag, 3 november 1900 waarmede zij werden uitgevoerd. Het innig (NMI) melodieuze adagio echter spande de kroon, In het Concert van Bruch scheen de Heer door de gevoelvolle wijze, waarop ’t werd Kreisler niet over al zijn middelen te be-

12 schikken. Noch in technisch, noch in artis- opnoemen wat mooi was en wat men tiek opzicht mag men de vertolking on- anders had gewild [...] – wij willen slechts voorwaardelijk loven. De zuiverheid was met dankbaarheid constateeren het groote meermalen twijfelachtig, de rhytmus was genot, dat Ysaye ons geschonken heeft. evenmin volkomen juist en sommige pas- Het was in alles kunst van den eersten sages lieten aan nauwkeurigheid te wen- rang. Toon, voordracht, warmte, techni- schen over. Daniël de Lange sche zekerheid, maar bovenal rhytmiek – ’t is alles dezen violist eigen, zooals zeer Arnhem, Concert St. Caecilia, 19 janua- zeker weinig anderen. Kr. ri 1903. Bruch: vioolconcert nr. 2 in d klein, op. 44. Solist: Eugène Ysaÿe. Den Haag, Gebouw voor K & W, 21 januari 1903. Concert Diligentia. Bruch: vioolconcert nr. 2. Solist: Eugène Ysaÿe. Het Vaderland, 23 januari 1903 (NMI) Bij de veelheid der uitvoeringen in onzen tijd, is het kringetje, waarin de violist zich beweegt, betrekkelijk klein en daarom verdient Ysaye’s keus van het D moll- concert van Bruch toegejuicht te worden, al staat het niet zoo hoog als dat in G moll. Ware de hoofdmelodie in het eerste ge- deelte wat kernachtiger, het zou minstens even hoog staan, want het eerste klagende motief is wondermooi en Bruch vond niets indrukwekkenders dan het orkestnaspel vóor de doorwerking, dat aan het slot terugkeert, ditmaal met de soloviool. En ook de rest van het concert valt mee, ten minste wanneer het zóo gespeeld wordt als door Ysaye; slechts weinigen zullen het Recitatief zóo kunnen voordragen en uitvoeren. Ysaye staat thans voor ons in de volle kracht van het leven (hij is in zijn 45e Eugène Ysaÿe jaar) en in de volle rijpheid als kunstenaar. Nu Joachim oud is en Sarasate oud wordt, Arnhemsche Courant, 19 januari 1903 (NMI) is hij primus. Deze koning der violisten maakte, zoo men wil, er een virtuozenstuk van en al Amsterdam, Concertgebouw, 15 no- zou dat nu bij de meeste vioolconcerten vember 1903. Bruch: vioolconcert nr. 2 niet te pas komen, bij de tweederangs- op.44. Solist: Louis Zimmermann. kunst van Bruch kan ’t volstrekt geen Het Centrum, 17 november 1903 (NMI) kwaad, vooral niet wanneer iemand als Wat wij van dezen virtuoos te hooren deze violist het doet. Men moge nu gaan kregen was van superieur gehalte. In dit

13 werk komt het vooral aan op breeden stijl; Het Volk, 13 december 1904 (NMI) veel klank met het oog op de volle instru- De fransche violist Louis Phal, die sinds mentatie van het begeleidend orkest; korten tijd deel uitmaakt van het orkest, groote muzikale opvatting en artistieken bracht het eerste vioolconcert van Max smaak. Aan al deze voorwaarden op éene Bruch ten gehoore. Van voordracht kon uitzondering na, voldeed deze kunstenaar. ons dat niet erg bevallen; hij was wat erg Ware de klank van zijn instrument wat vrij in de opvatting der rythmiek. Maar grooter, ik zou zijn optreden kunnen be- zelden hebben wij bij een violist zulk een groeten als een der voornaamste van dit glashelderen‚ volstrekt reinen toon ge- loopend seizoen. hoord. Dit gaf aan de uitvoering een bui- Herman Venverloo tengewone bekoring.

Amsterdam, Paleis voor Volksvlijt, 12 december 1904. Volksconcert van Toonkunst. Bruch: vioolconcert nr. 1. Solist: Louis Phal. Het Volksdagblad, 13 december 1904 Gisteren liet zich als solist de violist Louis Phal hooren, die het technisch zware en brillante eerste vioolconcert van Max Bruch op schitterende wijze ten gehoore bracht. Dat de klankverhouding van solo- instrument en orkest op sommige momen- ten niet tot zijn recht kwam, moet voor een deel worden toegeschreven aan de grootte der zaal, die met geen mogelijkheid door één enkel instrument te vullen is. De heer Phal deed zich kennen als een violist, die technisch flink ontwikkeld is. Toch leed zijn voordracht bij al de brille van techniek iet-of-wat aan kleurloosheid. In Louis Phal hoeverre de zaal hieraan schuld heeft is moeilijk uit te maken, maar ’t wil ons Amsterdam, Concertgebouw, 4 oktober toeschijnen dat zij zich niet leent voor het 1906. Bruch, vioolconcert nr. 1 en viool- uitvoeren van solonummers, ook niet voor concert van Mozart in G-groot. Solist: die met orkestbegeleiding. Op verschillen- Heinrich Fiedler. de plaatsen wordt de voordracht verschil- Het Nieuws van den Dag, 6 oktober 1906 lend waargenomen, hetgeen niet mede- (NMI) werkt om het spel naar juiste waarde te Behalve de opening van het winterseizoen, kunnen schatten. Dat het publiek het spel had deze avond nog een interessante zijde. van den heer Phal zéér waardeerde, bewees In de plaats van den nog steeds betreurden het donderend applaus waarmede hij be- concertmeester Louis Phal was tot hiertoe loond werd. [...] nog geen tweede concertmeester naast den Heer Timmner benoemd. Thans trad in

14 die hoedanigheid op de Heer Heinrich Adagio van Max Bruch’s eerste viool- Fiedler. Deze violist, een jonge Pool van concert? De melodieuze bekoorlijkheid drie-en-twintig jaren, zou op den avond van dit middendeel werd min of meer van gisteren aan het publiek van het Con- gesuikerd ons voorgedragen, en ik kan mij certgebouw worden voorgesteld. [...] voorstellen dat dit naar veler, niet naar De toon van den Heer Fiedler is ieders smaak was. Bruch intusschen geeft schoon maar niet groot, zijne voordracht aanleiding tot eenigszins zoetige toeberei- helt meer naar het weeke dan naar het ding. Doch wat men [ook] zegge van den krachtige over. Doch laat ons een tweede bejaarden Berlijnschen componist, en hoe optreden van dezen jongen man afwach- dikwijls ook dit vioolconcert gespeeld ten, alvorens een bepaald gevoelen over wordt, we hooren ’t toch altijd weer graag zijn talent uit te spreken. als een der mooiste werken van het genre. Daniël de Lange Mits een solist als Fiedler, een orkest als dat van Mengelberg het ten gehoore bren- gen. Hiermeê is niet verzekerd dat de solo- violist het vlekkeloos heeft gespeeld of dat het Finale niet een meer energisch karakter had moeten toonen. Fiedler’s viooltoon is wat dun, doch hij is een zeer muzikaal speler en heeft temperament. Wat er on- zuivers was, voornamelijk in het eerste deel van Bruch’s concert, kunnen we aan zekere verklaarbare bevangenheid toe- schrijven. De nieuwe concertmeester is eerst drie-en-twintig jaar oud. Sibmacher Zijnen

Amsterdam, Concertgebouw, 17 sep- tember 1908. Bruch, vioolconcert nr. 1. Solist: Julius Thornberg. Het Nieuws van den Dag, 21 september 1908 (NMI) Gisteren was het een van de merkwaardig- ste avonden, die sedert het bestaan van het Concertgebouw daarin zijn afgespeeld. De Heinrich Fiedler Heer Julius Thornberg, de nieuwopgetre- Algemeen Handelsblad, 8 oktober 1906 den tweede concertmeester van het orkest, (NMI) verscheen voor het eerst voor ons publiek. Heinrich Fiedler‚ een Pool van geboorte, Is. het te verwonderen, dat een jong, nog heeft zijn muzikale opleiding aan het Con- niet zeer ervaren violist, zich niet zeer servatorium te Weenen ontvangen bij prof. rustig gevoelt, wanneer hij moet verschij- Grün, en daarna zijn studies voltooid bij nen ter plaatse waar Joachim, Marteau, Sevcik te Praag en bij Ysaye. Was de leer- Thibaud‚ Flesch, Ysaye, Phal en zoo vele ling van Ysaye niet te herkennen in het anderen hebben gestaan, vooral als hij

15 daarbij is de persoon, die Heinrich Fiedler Amsterdam, Concertgebouw, 29 moet vervangen? Wij weten hoe bemind september 1910. Concertgebouwor- laatstgenoemde kunstenaar bij ons publiek kest o.l.v. Evert Cornelis. Bruch: is. Nog gisterenavond kon men het hooren vioolconcert nr. 1. Solist: Julius van alle zijden: „Jammer, dat wij Fiedler Thornberg (afscheidsconcert). moeten missen.” Dat de zenuwen grooten invloed had- den op het spel van den heer Thornberg mag men veilig aannemen. In het eerste deel van Bach’s Concert in E gr. t. stak het spel van dezen violist niet boven het mid- delmatige uit. Noch de toon‚ noch de technische vaardigheid, noch de voor- dracht bereikten het peil, dat men billij- kerwijze van den concertmeester van het Concertgebouworkest kan verlangen. En toen vond het merkwaardige plaats. De heer Mengelberg merkte zeer goed op, dat, ongetwijfeld onder den invloed van het oogenblik, de heer Thornberg in gevaar verkeerde. Hij liet toen het Adagio, waarin het orkest en vooral de violoncellen en contrabassen zulk een overwegende rol spelen, op zóó interessante en boeiende wijze vertolken, dat men bijna niet aan den heer Thornberg dacht en het publiek in luiden jubel uitbarstte (wat is het een voordeel, dat men bij solo-stukken van hoe ernstig artistieken aard ook, nog niet verboden heeft om tusschen de deelen de uitvoerenden toe te juichen!). Bravo voor den heer Mengelberg, dat was een handige kunstgreep, die op geniale wijze werd uit- gevoerd. Daniël de Lange

Amsterdam, Concertgebouw, 15 januari 1911. Bruch: vioolconcert nr. 1. Solist: Fritz Kreisler. De Telegraaf, 16 januari 1911 (NMI) Zelfs ’n werk als ’t eerste Concert van Max Bruch, dat zoo dikwijls gebruikt wordt als aanleiding om te schitteren, wordt door Land en Volk, 30 september 1910 (NMI) Kreisler met zekere gevoelsterughouding, met innige teerheid en forsche rhythmiek

16 en toch zonder overgevoeligheid of onge- Bruch, dat hij verleden week in de kleine motiveerde gevoelsuitbarstingen, gespeeld. zaal ten gehoore had gebracht, op het Bruch moge geen ongekende wereld van abonnementsconcert in de groote zaal met verheven indrukken aan ons openbaren, orkestbegeleiding. Evert Cornelis, die toen geen componist heeft ooit zóó de ziel van aan den vleugel zat, had nu aan den diri- de viool begrepen als hij en daardoor kun- gentenlessenaar post gevat. nen komen tot zoo ècht-gevoelde, sponta- ne schoonheid van klank. En zóó, met de innigheid, die Bruch tot uiting dreef – niets is gemakkelijker, niets ook meer onwaar, dan dit concert oppervlakkig te noemen – geeft Kreisler het weer, eigen emotie te- rugdringend. L. v. Gigch Jr.

Frankfurt, Saalbau, 5 januari 1912. Museumsorchester o.l.v. Willem Mengelberg. Bruch: Kol Nidrei. Solist: Pablo Casals. Frankfurter Zeitung, 6 januari 1912 (NMI) Casals ist seit langem in Deutschland be- kannt und Neues über seine Kunst gibt es kaum zu sagen. Vielleicht erschien sein Triumph gestern besonders groß, weil er ausschließlich dem Vortrag, nicht den Werken zu danken war. [...] Bruchs „Kol Nidrei“ trägt eigentlich zu wenig Eigen- Emil Telmanyi wert in sich, um im Rahmen eines solchen Konzerts zu bestehen. Aber Casals’ Kunst In het spel van den Hongaarschen vio- läßt die Schwächen der gebotenen Litera- list was overal zijn volksaard te bespeuren. tur vergessen. Seine Gabe, das Instrumen- Deze soort van voordracht is het best ge- ten reden, singen zu machen, auch der schikt om het publiek tot geestdrift te scheinbar unbedeutendsten Floskel leben- doen geraken. Opbruisend temperament, digen Odem einzuhauchen, täuscht über hartstochtelijk bewogen rhythmiek, grillige alle Bedenken hinweg. fantasie – zij doen voor het oogenblik Paul Bekker steeds hun fascineerende werking gelden. Het meest trof ons in dit opzicht het eerste Amsterdam, Concertgebouw, 22 de- deel van genoemd Concert, misschien, cember 1912. CGO o.l.v. Evert Cornelis. omdat later het orkest zich niet geheel en Bruch: vioolconcert nr. 1. Solist: Emil al bij de opvatting van den solist wist aan Telmanyi. te sluiten. De dirigent mag men hiervan in Het Nieuws van den Dag, 23 december 1912 ’t minst geen verwijt maken, veeleer was (KB) het de ongewoonte van het orkest zelf, het Gistermiddag speelde de jonge violist Emil zeer fantastische tempo te volgen. Telmanyi het eerste Vioolconcert van Max

17 Amsterdam Concertgebouw, 4 mei Amsterdam, Concertgebouw, 10 1916. Bruch: vioolconcert nr. 1. Solist: oktober 1918. CGO o.l.v. Cornelis Dop- Louis Zimmermann. per. Bruch: Schottische Fantasie. Algemeen Handelsblad, 5 mei 1916 (NMI) Soliste: Mary Dickenson-Auner. Zoo de cyclus [van historische vioolcon- De Tijd, 11 oktober 1918 (KB) certen, red.] geleerd heeft, dat de vioolcon- Mevrouw Mary Dickenson-Auner speelde certen der modernen de kiem der on- de Schottische Fantasie van Max Bruch, vruchtbaarheid bevatten – omdat de be- een composi- staansreden is verworden tot doode for- tie, die den mule, – is ons ook getoond, dat de roman- naam van haar tici nog leefden in den nabloei van dat meester niet genre. Max Bruch’s beroemd g-moll con- zoo lang de cert bewijst dit. Hoe dikwijls is het niet wereld door gespeeld! De allergrootsten kiezen het zal dragen, als bijna niet meer, en het schijnt bijna juist zijn bekend goed genoeg voor een of andere voor- vioolconcert; drachtsoefening. Louis Zimmermann heeft uitgenomen het gisteravond wel anders doen hooren, het pittige en bewust gemaakt, dat alleen de grooten tweede deel weten, hoe in Bruch’s opus een rijkdom (Tanz) en de van onverwoestbare schoonheid leeft. Ik Grave-inlei- Mary Dickenson-Auner erken althans volmondig, dat dit werk, dat ding met de zelfs zij, die niet tot de geregelde concert- plechtige koperklanken, is er niet veel, dat bezoekers behooren, bijna kunnen droo- de aandacht gespannen houdt. men, mij zelden zóó sterk heeft getroffen, Theo v.d. Bijl dat de sterke hoedanigheden ervan mij niet vaak zóó hebben geboeid; het is in de Amsterdam, Concertgebouw, 10 eerste plaats de verdienste van Louis oktober 1920. CGO o.l.v. Edward Elgar. Zimmermann’s superieure, artistieke, Bruch: vioolconcert nr. 1. Solist: Louis klankschoone en technisch-gave vertol- Zimmermann. king, van zijn innerlijk-sterke, meesterlijke, Algemeen Handelsblad, 11 oktober 1920 echt-violistische voordracht, maar verder (KB) komt een niet gering deel van de eer toe Thans maakte men met Edward Elgar aan de sublieme orkestbegeleiding, die kennis ook als vertolker van andere dan Mengelberg op een hoogte hief, welke haar eigen werken. En eerlijk gezegd: ik had met de prestatie van den solist tot een vol- méér van hem verwacht. [...] als een diri- strekte homogeniteit maakte. Zulk een gent het „brio” van het eerste deel reeds eenheid kan met een solist van buiten, hoe terstond als „agitato” interpreteert, daar- beroemd ook, nooit bereikt worden, dat is door het melos onrustig maakt [...] wordt slechts mogelijk in een geval als dit, waar het geval toch bedenkelijk. [...] Ook blijkt solist en begeleider elkander door dage- Elgar niet goed de groote lijn te kunnen lijksch samenwerken door en door kennen. vasthouden [...] Waarbij dan nog bleek, Herman Rutters hoe gevaarlijk voor gastdirigenten, onge- woon als ze zijn met de bezettingsverhou-

18 dingen van ons orkest, het werken met dit zóó zuiver, zóó technisch gaaf, zóó mooi ensemble is. Voor een instrumentatie als van toon en rijp van opvatting spelen kan, die van Brahms’ symphonie is de bezetting behoort tot de uitverkorenen. Haar viool- met 18 eerste resp. tweede violen – en de spel is geen gevolg van dwang en school. rest naar rato – geen proportie en absoluut En ik kan best begrijpen dat Mengelberg, in strijd met den stijl der muziek. En Elgar toen Erna onlangs met ’t Concertgebouw- deed bovendien niet de minste moeite, de orkest het vioolconcert van Mendelssohn klankexpansie wat in te binden [...]. Dit- zelfde bezwaar deed zich ook in de uitvoe- ring van Bruch’s vioolconcert gelden. Door hier in de tutti het bijna honderd leden sterk orkest te laten losbarsten, rukt men het klankverband zoo goed als geheel los en brengt men de solopartij in de ver- drukking. [...] Den solist Zimmermann hadden wij een discreter-behandelden achtergrond voor zijn spel toegewenscht. Dat hij zich desondanks daartegenover toch wist te handhaven, pleit voor de gezonde draag- kracht van zijn toongeving en zijn instru- ment: alles klonk prachtig duidelijk zonder de minste geforceerdheid – trouwens bij de eigenlijke begeleidingen nam het orkest de behoorlijke verhouding ook in acht. En dat muziek als die van Bruch’s vioolcon- cert Zimmermann uit het hart is geschre- ven, wie kon er gisteren aan twijfelen? Zel- den hebben wij deze muziek zoo schoon van uit een muzikaal en gevoelig hart hoo- Erna Rubinstein ren zingen. Herman Rutters speelde, op de repetitie bij haar inzet van Baarn, zaal onbekend, 9 (?) november den slot-satz aftikte en zei: „Hoho, jonge- 1921. Erna Rubinstein (viool) en Karl juffrouw, denk eraan, we zijn hier allemaal Frotzler (piano). Bruch: vioolconcert al een beetje oud.” Zij gaf haar opvatting nr. 1. – opvatting van bloeiende jeugd. Toch kan De Gooi- en Eemlander, 11 november 1921 ze verzekerd zijn dat Mengelberg haar het (KB) vlugge tempo van het „Allegro molto In niets herinnert Erna Rubinstein aan de vivace” vergeven heeft, anders zou ze muzikale broeikas en al het andere onna- gisteravond niet met het Concertgebouw- tuurlijke en geforceerde dat zoogenaamde orkest het G-moll concert van Max Bruch „wonderkinderen” dikwijls onsympathiek hebben gespeeld, hetzelfde dat in Baarn maakt. Alles in haar spel is vanzelf spre- werd uitgevoerd. kend en natuurlijk. En wie op haar leeftijd Met een temperament en een kracht en een kern die weer vergeten deed dat hier

19 een vijftienjarig meisje voor ons stond, en New York, Metropolitan Opera, 14 met een expressie en een ontroerende maart 1922. New York Philharmonic klankcharme in het Adagio welke in hooge Orchestra o.l.v. Willem Mengelberg. mate bewondering afdwong. Bruch: vioolconcert nr. 1. Soliste: Erna H.F. Kernkamp Rubinstein. New York Tribune, 15 maart 1922 (NMI) Amsterdam, Concertgebouw, 10 no- With Willem Mengelberg as the conductor vember 1921. Bruch: vioolconcert nr. 1. and Erna Rubinstein as the soloist, last Soliste: Erna Rubinstein. evening’s audience at the concert given by Algemeen Handelsblad, 11 november 1921 the Philharmonic Orchestra at the Metro- (KB) politan Opera House had much to be Ten slotte Erna Rubinstein [...] met grateful for. Last season Erika Morini’s Bruch’s eerste vioolconcert. Hierover appearance in this city aroused wonder and alleen dit: het is een genade, zóó te kunnen admiration. This year another girl violinist, en mogen spelen, het is niet minder een little Miss Rubinstein, who was introduced genade, zulk spel te mogen beleven, zulk by Mr. Mengelberg last month at a concert een ontroering te mogen ervaren. Het in Carnegie Hall, compels astonishment publiek was opgetogen en bewogen tege- when her age, said to be fifteen, is com- lijk en ook het orkest bleek meer dan ooit pared with the amazing maturity of her onder den geweldigen indruk. playing. [...] De pauzes beginnen ongemerkt Last evening, in Bruch’s G minor con- weer buitensporige afmetingen aan te certo, which she played at her recital some nemen. Gisteravond ruim 40 minuten! weeks ago, she again revealed extraordi- Herman Rutters nary technical skill combined with beauty of tone and a ripe understanding of the De Telegraaf, 11 november 1921 (KB) music. As usual, Mr. Mengelberg’s leading Erna Rubinstein speelde het vioolconcert of the accompaniment was an event in van Bruch, en het beste in een mensch itself rather than an incident. komt boven als men een kind zóó hoort spelen! Mengelberg vloog er van overeind, New York Evening Mail, 15 maart 1922 gebaarde wild en breed, en de „stroom” (NMI) zette in, hief ons boven de werkelijkheid, This Rubinstein child has a tone that will die op onze geesten tot nog toe maar al te make violin history. She is the new Kreis- zeer had gedrukt. Ik geef alle bezwaren op, ler in her combination of instinctive musi- vergeet de gelijkenis van Bruch’s concert cianship and thrilling human interest. Most met dat van Brahms en beken dat dit nog fiddlers sound flat and wooden in the onbedorven musiceeren, deze kinderlijke Metropolitan auditorium, but little Erna teederheid, die geen virtuositeit als zooda- somehow made her tone sing out trium- nig kent, meer is dan wat wij met alle criti- phantly in the hackneyed but grateful sche wijsheid dezer aarde kunnen beoor- concerto. She must play a little more con- deelen. Weshalve wij die bij deze gelegen- sistently in tune, and that is all. heid ook maar opbergen. Mengelberg also overcame all acoustic Constant van Wessem terrors, and showed what a conducting

20 genius can do with Strauss and Mendels- Wieder mußte man das Wunder der Natur sohn at their best. anbeten, die den Keim des Genies in die Seele dieses Kindes gelegt hat. Sie expo- nierte den ersten Satz in fast rhapsodisch freier Weise, ließ in dem wunderzarten langsamen Satz das liebliche Thema förm- lich fromme Kinderaugen aufschlagen und spielte das Finale glühend von „Renneifer“ wie ein edles Vollblut, dabei aber doch überlegen und künstlerisch gezügelt. Und diese fulminanten Attacken und der rhythmische Schwung! Als ob sich dieses echte Musikantentemperament an den eigenen Kohlen entzündete! Dabei liegt über der ganzen Erscheinung ein fast kindlich-rührender Reiz ausgegossen, der alles Altkluge und Frühreife von sich weist. Erna Rubinstein ist zu Großem geboren. Möge sie mit ihrem reichen Pfund wu- chern. Eine solch geniale Begabung ver- pflichtet. Sie wurde von der zahlreichen Zuhörerschaft mit Enthusiasmus gefeiert.

Amsterdam, Concertgebouw, 4 maart 1923. CGO o.l.v. Karl Muck. Bruch: vioolconcert nr. 1. Solist: Carl Flesch. Algemeen Handelsblad, 5 maart 1923 (KB) Openhartig gesproken: ik houd niet van Flesch’ cantilene. Dat roerend vibratissime, Erna Rubinstein geflankeerd door Mengelberg en door kapitein W. Krol van de Rijndam, die op de Holland– dat pathetisch porteeren is bij Bruch al Amerika Lijn voer. bedenkelijk, maar bij Bach stellig mis. Het Musical Courier, 16 februari 1922 (NMI) liefst is Flesch mij nog, als hij a la Zingara er op los speelt. Zoo bijvoorbeeld in de New Yorker Staatszeitung, 15 maart 1922 finale van Bruch’s concert. Dan is er enkel (NMI) plaats voor onverdeelde bewondering; dan Man hat diese kaum den Kinderschuhen komt men onvoorwaardelijk onder de entwachsene Geigerin mit dem genialen bekoring van zijn aristokratisch tempera- Funken und der unendlichen Spielseligkeit ment, van zijn fabelachtige virtuositeit, van in dem eben erwachten Gemüt wiederholt zijn superieure ongeëvenaarde streektech- gehört, aber eine so in lautere Schönheit niek, welke iets volstrekt persoonlijks getauchte, musikfreudige, fast männlich- heeft, van zijn intelligente voordracht. En reife und dabei mädchenhaft anmutige dat alles heeft zich [...] in de finale van Leistung wie die gestrige hat doch wieder Bruch’s werk het zuiverst gemanifesteerd. Staunen und Bewunderung ausgelöst. Zijn spel kreeg bij Bruch des te mooier

21 reliëf door de sublieme orkestbegeleiding, brillant beheerschte, en met een voor- die met het solospel tot een onvergelijke- dracht, die geladen was van dramatiek. Het lijk schoon organisch geheel werd. was zeer schoon, en zoo men dan een Herman Rutters oogenblik te zéér het grof aspect der opera verschijnen zag en hoorde: men vergaf het, New York, Carnegie Hall, 18 november 1928. Bruch: Schottische Fantasie. Solist: Scipione Guidi. New York Telegraph, 19 november 1928 (NMI) Following the generous and commendable policy of the Philharmonic-Symphony Society, which casts solo laurels on its own members, deserving such honors, on this occasion Scipione Guidi, concertmaster, was the soloist of the day. The violinist played the Fantasia on Scottish Themes, of Bruch, giving it a presentation which did him honor and should have made proud the orchestra, the conductor and his fellow-members. This was a solo appearance which could easily have justified his engagement by Mr. Mengelberg if Scipione Guidi had never had a stroke to do with the Philharmonic. Sophie Braslau Genteel, refined, impetuous, spirited, richly endowed with tones of sweet, if not wijl men voelde, dat het werk zonder dat massive quality, the difficult and charming effect gansch leeg en doodelijk vervelend Fantasia was masterfully rendered. Guidi zou geweest zijn. Men mocht die „saus” received an ovation at the Fantasia’s close. van theatraliteit dus wel, schoon men zich The Bruch work, which has sometimes afvroeg hoe de keus der zangeres op dit been questioned as to its Scottish qualities, stuk had kunnen vallen: dit stuk, dat ons sounded enough like the land of the leas met een verminderd septiemaccoord tracht and the lakes to have been written by a bang te maken en dat maar één ding duide- Highlander. C.D.I. lijk verklaarde: de inleiding van dit concert met Gade’s partituur [Nachklänge aus Ossi- Amsterdam, Concertgebouw, 16 april an, red.], die door haar eigen leegte ons 1931. Bruch: Andromache’s aria ‘Aus klaarblijkelijk moest voorbereiden op het der Tiefe des Grames’ uit Achilleus. vacuum der aria. Soliste: Sophie Braslau (alt). L. M. G. Arntzenius De Telegraaf, 17 april 1931 (NMI) [...] zij frappeerde dadelijk, met een geluid, Amsterdam, Concertgebouw, 20 april dat vol en groot en rijk was, met een tech- 1932. CGO en Koninklijke Christelijke niek, die alle hoogtes en sterktegraden Oratorium-Vereeniging o.l.v. Hubert

22 Cuypers. Bruch: Das Lied von der Glocke. Solisten: , Suze Luger, Louis van Tulder en Willem Ravelli. De Telegraaf, 21 april 1932 (KB) Dit licht-voortstroomende, melodieuze werk van Bruch, met zijn bevattelijke, snel- afwisselende soli en koren, zijn pakkende begeleidingen en vleiende viool-passages heeft een machtig aantal bewonderaars in Amsterdam! Het werd al meermalen uitge- voerd, maar ook bij deze jongste gelegen- heid was het Concertgebouw stampvol. [...] Het was dan ook een goed-sluitende, in alle opzichten voldoende uitvoering, en men kon goed merken dat de stijl en de geest van deze compositie den dirigent Hubert Cuypers al bizonder goed liggen. Zeer zuiver werd de bedoeling van de Paul Sanders in Het Volk, 22 december 1933 (KB) compositie weergegeven. Laat ik dan ook, voor het eerste gedeel- Die haar bewondering voor Mendelssohn’s te dat ik hooren kon, volmondig het en- muze geenszins tracht te verbloemen. semble prijzen, en afzonderlijk vermelden, Maar na de bruisende vitaliteit van Berlioz’ dat het koor zuiver intoneerde en met muziek komt Bruch’s concert niet op zijn opgewektheid zong; met dezelfde geest- voordeeligst te voorschijn: geniale origina- drift en klankschoonheid waarmede ook liteit en talentvol epigonisme steken hier al het Concertgebouworkest begeleidde. te krachtig tegen elkander af. Het pleidooi dat de soliste van dezen avond, Erna Amsterdam, Concertgebouw, 21 Rubinstein, voor het stuk hield, was intus- december 1933. CGO o.l.v. Pierre sen zeker overtuigend – de violiste heeft Monteux. Bruch: vioolconcert nr. 1. het zangerig, zoetvloeiend karakter van Soliste: Erna Rubinstein. Bruch’s muziek veel reliëf verleend. En Algemeen Handelsblad, 22 december 1933 zorgde met het orkest (KB) voor een nauwsluitende, schoonklinkende Onmiddellijk na Berlioz’ brandende, sterk- begeleiding. Lou van Strien dramatisch geladen ouverture [Benvenuto Cellini, red.] – door Pierre Monteux met Amsterdam, Concertgebouw, 6 januari verve en kracht geleid – doet Bruch’s g- 1935. CGO o.l.v. Eduard van Beinum. moll Concert wel heel sterk verbleekt en Bruch: vioolconcert nr. 1. Solist: zoet-romantisch aan. Het is zonder twijfel Mischa Elman. muziek van goeden huize, dit jeugdwerk De Tijd, 8 januari 1935 (KB) van den toenmaals acht en twintig jarigen Elman is ’n groot violist, doch hij gaf ’n componist – een beminnelijke, naar vorm wat ongedurige vertolking, zoodat de en inhoud gaaf geconcipieerde partituur. handige Van Beinum en ’t geroutineerde

23 orkest wel eens heksentoeren moest ver- dankbare partij zeer mooi muzikaal reliëf richten om ’t eens te blijven met den ca- en werd terecht geestdriftig (en met fraaie priolistischen solist. [...] Maar Elman heeft bloemen) gehuldigd. de allure, den prachtigen toon, de groote Lou van Strien muzikaliteit, de sterke persoonlijkheid, die hem een daverend applaus bezorgden. Theo van der Bijl

Amsterdam, Concertgebouw, 23 juni 1935 (Zomercyclus, eerste concert). Bruch: vioolconcert nr. 1. Solist: Leon Rudelsheim. Algemeen Handelsblad, 24 juni 1935 (NMI) Het is een dankbare opgave voor den violist, dit werk, dat muzikaal bezien overi- gens toch reeds sterk is verbleekt. Van de hem als instrumentalist geboden gelegen- heid, heeft Leon Rudelsheim ook een De Telegraaf, 31 mei 1937 (NMI) doorgaans uitnemend gebruik weten te maken: hij speelde Bruch’s vloeiende en Amsterdam, Concertgebouw, 25 juni klankrijke muziek met distinctie en groote 1939. Zomercyclus, vierde concert. virtuositeit. CGO o.l.v. Johannes den Hertog. Rudelsheim’s instrumentale klankpro- Bruch: vioolconcert nr. 1. Solist: Jo ductie lijkt van nature intusschen niet zeer Juda. groot – hoewel prof. Mengelberg zeer discreet liet begeleiden, dekte de orkest- klank voornamelijk in het begin de solist nog al eens – doch daartegenover staat de zeer beschaafde voordracht en de geache- veerde streektechniek, waarmede de violist het pleit ook verdiend kon winnen. Lou van Strien

Amsterdam, Concertgebouw, 30 mei 1937 (Zomercyclus, eerste concert). Bruch: Kol Nidrei. Solist: Raphael Lanes. Algemeen Handelsblad, 31 mei 1937 (NMI) Men hoort dat eens zo geliefde stuk zelden meer in de concertzaal, maar de uitbundige toejuichingen aan het slot der uitvoering bewezen wel, dat men die knap-geschreven en wèlklinkende muziek ook thans nog op prijs weet te stellen. Raphael Lanes gaf zijn Jo Juda

24 De Telegraaf, 26 juni 1939 (KB) Na de pauze speelde de concertmeester van het Groningsche orkest, de oud- Amsterdammer Jo Juda, het concert van Max Bruch. Zelden of nimmer hebben wij den zeer talentvollen Jo Juda zoo be- heerscht hooren spelen. Het was een bij- zonder genot naar zijn cantilene, naar zijn voortreffelijk technisch kunnen, zijn in- muzikale opvatting te luisteren. [...] Waar- aan als eenige opmerking dient toege- voegd, dat Jo Juda de tempi wel wat al te consequent aan den langzamen kant hield. De begeleiding was niet altijd gelukkig, eenvoudige contre-chants werden wel wat zwaar geaccentueerd, in het Coda van de finale werd zeker geen sluitend ensemble bereikt.

Amsterdam, Concertgebouw, 27 okto- ber 1940. Bruch: vioolconcert nr. 1. Soliste: Guila Bustabo. (Opgenomen door de AVRO en op cd heruitgebracht) De Tijd, 28 oktober 1940 (NMI) Na deze ten zeerste gewaardeerde uitvoe- ringen, verscheen als inleiding tot het tweede deel van het concert Guila Bustabo – nog steeds pogend haar waren leeftijd te camoufleeren onder een poppedijnejurk – om ons Bruch’s vioolconcert in g kl. t. op. 26 voor te spelen. Guila Bustabo is zonder twijfel een geboren violiste en zij speelt Het Volk, 28 oktober 1940 (NMI) ook opmerkelijk goed viool, maar zij speelt haar. Zij moet haar kunnen forceeren om toch heusch niet zóó goed, dat zij de ster nog net te kunnen bereiken, wat bereikt kan zijn van een concert met een virtuoze moet worden en het resultaat is vlakheid compositie. Zij heeft ras, zij heeft talent, zij en onduidelijkheid in vele passages. Het heeft ook temperament – als men dit alles publiek jubelt minutenlang om Guila nu verstandig had geleid en het den tijd Bustabo, maar met dit succes mag men had gegeven om zich rustig te ontwikkelen, haar niet gelukwenschen. Het is een gevaar wie weet wat voor fameuze violiste er uit voor haar. Leo Hanekroot Guila Bustabo gegroeid zou zijn. Men hoort ook nu prachtige momenten in dit Nationaal Dagblad, 28 oktober 1940 (NMI) spel, maar het blijft niet op dit niveau. De Guila Bustabo heeft vandaag het Amster- opgave is per saldo toch te moeilijk voor damsche publiek in verrukking gebracht

25 Het is „uit de viool” geschreven, geen problemen, maar muziek die virtuoos is, die zingt, waarin de ziel van het instrument leeft. En daarom zoo geschikt voor jonge menschen, die het met al de frischheid van hun jeugd spelen, dat het een lieve lust is. Zoo ook Guila Bustabo. Het was alles jeugd, en temperament, en speelvreugde, en iedereen was opgetogen over dit oer- muzikale, krachtige en soepel spel. Fidelio

Guila Bustabo De Telegraaf, 28 oktober 1940 (NMI) Die verrukkingen dan in het vioolspel van den jeugdigen Bustabo ontketenden een storm van applaus en ware het niet, dat wij Hollanders zoo degelijk en ordelijk opge- Herman Rutters in het Algemeen Handelsblad, 28 voed zijn en ons hiernaar zelfs weten te oktober 1940 (NMI) gedragen, dan zou Bustabo deze Bruch- Finale hebben moeten bisseeren. En ik door haar vertolking van het concert g. kl. betreur onze educatie om de gemiste dou- t., op. 26, van Max Bruch. blure. Dit, van melodie verzadigde concert, is Dus kreeg men géén herhaling van dit zoo geheel en al een stuk voor rasviolisten. vioolspel vól charme, vól teederheid en vól

26 steeds – projecteerde dit vioolspel, dat uit de rijpe levenslente eener uitverkorene scheen op te bloeien, tegen een achter- grond, die de eenig juiste is: organisch met de soli gebonden, tot in ieder détail dyna- misch voordeelig ten aanzien van de soliste afgestemd en steunend en overbruggend in de tutti. Dit alles binnen de perken eener betamelijke snelheid houdend, voor welk feit de jeugdige Bustabo op de knieën had mogen vallen. Louter uit dankbaarheid....

Amsterdam, Concertgebouw, 23 no- vember 1941. CGO o.l.v. Willem van Otterloo. Bruch: vioolconcert nr. 1. Solist: Louis Zimmermann. De Tijd, 24 november 1941 (KB) [...] het hoofdnummer, waarop de stampvolle zaal met spanning zat te wachten. Een goede bekende speelde namelijk een van zijn „lijfstukken”: Louis Zimmermann trad op met „het” vioolconcert (g-mineur) van Max Bruch. Muzikaal Amsterdam kent sinds tientallen jaren dit zeer melodieuze, door-en-door romantische werk in de warmbloedige, intens muzikale, verrukkelijk klinkende interpretatie van onzen ex-concertmeester. Als vanouds heeft Zimmermann dit aantrekkelijke concert weer gespeeld in de ongerepte schoonheid van klank, door- drenkt van het zuiver romantisch senti- ment, waarom het vraagt, accuraat, zeer muzikaal en zinvol gesecondeerd door Van Gramophone, maart 1997 Otterloo en het orkest. Terecht heeft men als één man opstaand den solist zijn lyrische, sublieme betoovering; men ge- dankbaarheid betuigd. noot niet ten tweede male van dit heerlijk Jules Cuypers vibreerende geluid, dat misschien eenige rijen van stoelen tè weinig draagt, maar De Telegraaf, 24 november 1941 (KB) toch alleszins voldoende is om zijn techni- [...] de Ballade over een Noorsche volks- sche perfectie boven Bruch’s geladen wijze van Julius Röntgen en het Vioolcon- partituur hoorbaar te kunnen openbaren. cert in g-mineur van Max Bruch. Het stuk En Willem Mengelberg – meesterlijk als van Röntgen met zijn, als voor het Con-

27 certgebouworkest geschreven, brillante instrumentatie deed het uitmuntend en wanneer men hem met Bruch vergelijkt, zou men kunnen zeggen, dat hij van dezen leeren kon, geen hoogtepunt te veel te schrijven, terwijl omgekeerd Bruch van Röntgen de kunst af zou kunnen kijken om een compositie „ruim” in den orkest- klank te zetten. Want waar Bruch met de vondst van zijn eene hoogtepunt zoo gelukkig was, dat het de eer genoot om door Strauss in zijn Alpen-symphonie overgenomen te worden als climax, daar zit die zelfde vondst erg benauwd in de instrumentatie, terwijl Röntgen te dikwijls climaxeert, doch zijn stralenden klank vleugelen weet te geven. Op Louis Zimmermann rustte de zwa- re taak om een publiek, dat hem reeds met ovaties begroette, volkomen tevreden te stellen. Dat hem dit ook volkomen gelukte, is een bewijs te meer van zijn enorme violistische eigenschappen. Bepaalde stuk- ken willen door bepaalde meesters ge- speeld worden. Bruch–Zimmermann is zulk een ideale combinatie. [...] [Van Otterloo’s] rustige, beheerschte, in-muzikale directie en het perfecte contact tusschen hem en het orkest maken diepen indruk. En wat speciaal dit romantische programma betreft: hij weet het de volle waarde te geven zonder in gevoelige over- drijvingen te vervallen. Theo v.d. Bijl

Amsterdam, Concertgebouw, 1 april 1943. Bruch: vioolconcert nr. 1. Solist: Jan Keessen. Rechts: Herman Rutters in het Algemeen Handelsblad, 2 april 1943 (NMI)

De Telegraaf, 2 april 1943 (NMI) In Bruch’s romantisch vioolconcert zou- den Mengelberg en „zijn” concertmeester

28 Louis Zimmermann elkaar hervonden Herman Krebbers heeft het bekende en hebben, doch ziekte van den solist bracht nog steeds geliefde eerste Vioolconcert Jan Keessen uit Utrecht op het podium. van Max Bruch voorgedragen, en zijn Een schitterend „invaller” toonde hij zich, vermogen om hevige pathetische accenten tevens bewijzende, dat dit vioolconcert bij voort te brengen, zonder de klankschoon- de jongere generatie al weer even goed in heid geweld aan te doen, heeft zich in dit den pas staat als bij de oudere! Keessen concert duidelijk doen horen. Krebbers’ bezit een grooten en volumineuzen toon, expressie raakte hier aan het conventione- die tot in de hoogste regionen zijn karakter le, maar werd nergens banaal. Of deze behoudt, en een muzikalen smaak, welke bloedig-warme, maar ook wat holle ro- dit stuk precies geeft en even precies ont- mantiek van Bruch het in onze tijd, met houdt wat het al dan niet noodig heeft. zijn meer vinnige en kortstondige emoties, Zoodoende hoorden we een artistiek- nog lang zal uithouden is een andere vraag. verantwoorde, technisch volkomen be- heerschte en muzikaal boeiende vertolking. Amsterdam, Concertgebouw, 2 no- Van Mengelberg en het orkest ontving vember 1958. Volksconcert. CGO o.l.v. Keessen alles, wat een solist maar inspire- Bernard Haitink. Bruch: vioolconcert ren kan. Theo v.d. Bijl nr. 1. Soliste: Sylvia Rosenberg. De Telegraaf, 3 november 1958 (KB) Amsterdam, Concertgebouw, 3 sep- Dit Bruch-concert is hier sinds lange tijd tember 1949. CGO o.l.v. Eduard van niet gespeeld en omdat de repertoire- Beinum. Bruch: vioolconcert nr. 1. vernieuwingen bijzonder gering zijn, be- Solist: Herman Krebbers. grijpt men speciaal deze veronachtzaming uit het verleden nauwelijks of helemaal niet. Want het betreft hier een perfect voor het instrument geschreven stuk en voorts ontmoet men de partituur van een geïnspireerd artiest en zeer bekwaam vakman. De recitatievische opmaat van het stuk blijkt naar de vioolmogelijkheden als gegoten, het langzame deel kent een uitgezongen cantilene die gelijkelijk is gericht op ontplooiing van klankzinnelijke schoonheid en instrumentale virtuositeit en de finale ten slotte is briljant gedacht en gemaakt en zeker niet de mindere van de Mendelssohn-finale. De violiste Sylvia Rosenberg kon der- halve via dit opus tonen wat zij als instru- mentaliste en musicienne waard is en [...] gaf het stuk met veel lichte en heldere toets, rank en slank van open lyrisch geluid Herman Krebbers en met de aandrift van een zuivere musi- De Tijd, 5 september 1949 (KB) ceernatuur. H.J.M. Muller

29 Mijn kennismaking met Mengelberg Weerzien met de Chasa

Willem Boissevain

Het was juist 100 jaar geleden dat Willem Mengelberg zijn pas afgebouwde chalet betrok toen wij dezer dagen de gelegenheid kregen op de Chasa Mengelberg te zijn.Toevallig was het precies 80 jaar gele- den dat ik er als klein kind voor het eerst kwam. En nadien nog vele malen met mijn vrouw en kinderen. Hoe zou het er nu zijn? Hoe zou ik dat ervaren? Vanuit deze geachte zocht ik contact met dr. P.R. Berry, de huidige Zwitserse eigenaar. Hij nodigde me simpelweg uit zelf te komen kijken. Dus haalden we de bergschoenen van zolder en vertrokken achtermekaar naar Vna in het Unter Enga- din. Daar werden we opgehaald met een jeep van de boerderij en naar Hof Zuort gebracht, waar we als enige gasten een kamer kregen in de Chasa. Alles was vrij- wel precies zo als destijds: Het smalle pad naar de voordeur, de slee met sneeuw- schoenen bij de ingang, en binnen was elke kamer nog exact als vroeger. Willem en Willempje Toen ik er voor het eerst kwam was ik een ventje van bijna drie jaar. De Baas, gezet door Marianne Günther en daarna Onkel Hausfrau, was er uiteraard ook altijd door tante Ellie Heemskerk. en die heeft mij, zijn petekind, toen tot Na een tussenfase als Stichting is het „Onkel Willempje” gedoopt. nu weer in particuliere handen, van dr. Mijn ouders waren goede vrienden van Peter Berry uit Sankt Moritz. Het is boei- Willem Mengelberg, die trouwens al met end te zien dat er bijna niets veranderd is; mijn grootvader Charles Boissevain als zelfs het rokkostuum van „Onkel Haus- leeftijdgenoot bevriend was. Zo was mijn frau” hangt er nog op zijn eigen kamer. familie ook dikwijls te gast op de Chasa en Elke vierkante meter is bijzonder: versierd mocht ik mee in de rugzak. Ook na de met houtsnijwerk, afbeeldingen of schilde- oorlog ben ik nog tweemaal bij hem op de rijen, zonder dat het druk of overladen is. Chasa geweest en nadien vele malen met Alles in Engadiner stijl. mijn vrouw, toen het geheel werd voort-

30 klinken. Vroeger mocht dat niet, dat mocht alleen Onkel Hausfrau en later Elly Heemskerk. De heer Berry heeft het plan de Chasa weer een functie te geven, een verblijfplaats voor natuurlief- hebbers en mu- sici, op ideële basis. (zie WM 104). Het Hof Zuort is nu aangesloten bij Schweizerische Er is intussen elektrisch licht en water- Historische Hotels en je kunt daar gewoon leiding aangelegd maar je ziet nergens logeren. Zie www.zuort.ch. buizen of snoeren die dat aangeven. Bij- Het zou geweldig zijn als het zou luk- zonder zijn ook de oude sloten op de ken de Chasa weer een levend begrip te buitendeuren: stuk voor stuk kunstwerkjes laten worden waar je verrijkt vandaan van aloude Zwitserse slotenmakerij. komt. Heel speciaal was het weerzien van de kapel. Beeldhouwwerken en muurschilde- ringen van een rustgevende har- monie. En het klokkenspel met klokken uit heel de wereld, die prach- tig op elkaar zijn afgestemd. Ik nam de vrijheid nog eenmaal het Adé Zuort in de wijde omtrek te laten

31 Mengelberg gefilmd in Budapest

Eric Derom Van een Griekse muzikale vriend kreeg ik Orkest’ is begonnen te dirigeren. een gouden tip met betrekking tot een op Mengelberg wenste in 1939, volgens Peter YouTube opgedoken filmfragment, waar Halasz, een Hongaars musicoloog, met het ik weliswaar het bestaan van kende (zie de Philharmonisch orkest een Mahlersymfo- hiernavolgende recensie en ook een of nie uit te voeren, maar het Philharmonisch ander nummer van de American WM orkest had dit geweigerd. Daarom keerde Society), maar dat ik persoonlijk nooit Mengelberg zich in Budapest tot een gezien had. Het is te vinden op ander, weliswaar inferieur orkest om er http://www.youtube.com/ verder zijn concerten te geven. Met dat watch?v=TyAnMMMce9A. Stedelijk orkest gaf Mengelberg in 1941 Het betreft een kort fragment (het slot een Beethovencyclus en in 1942 de Hon- van de Vijfde symfonie van Tsjaikovski) gaarse premiere van de ‘Pauwvariaties’ van van het concert dat Mengelberg op 22 Kodály in het bijzijn van de componist. januari 1943 in Budapest gaf met het Na de oorlog kreeg dit ensemble een toenmalige ‘Stedelijk Orkest’. De soliste nieuwe naam, ‘Hongaars Staatssymfonie- was Johanna Martzy. Op het programma orkest’ en kreeg het vanaf de jaren ’50 een stonden: internationale reputatie onder de dirigent Liszt Les Préludes János Ferencsik. Sinds 1998 draagt het Tsjaikovski Vioolconcert orkest de naam ‘Hongaarse Nationale Tsjaikovski Vijfde symfonie Filharmonie’. Sinds 1997 is Zoltán Kocsis chef-dirigent van het ensemble. Het concert werd gegeven in de Redoute, aldaar gekend onder de naam Vigadó, een gebouw gelegen aan de oevers van de Donau, dat nog steeds bestaat, maar tijdens de winter 1944/’45 zwaar onder het oorlogsgeweld geleden heeft, en – dacht ik – in gewijzigde vorm heropgebouwd werd. Het ‘Stedelijk Orkest’ was een nog relatief jong, ambitieus ensemble (op- gericht in 1923), dat Mengelberg vanaf 1940, na een ruzie met het ‘Budapest Philharmonisch Mengelberg in Budapest (Hongaars Nationaal Filmarchief) 32 Bij dit fragment van minder dan twee klanglichen Profils gesondert ihre Eigen- minuten maak ik drie opmerkingen: dit is heit. opnieuw een Tsjaikovski-fragment dat Der Reichtum an subtilen Schat- mooi de het fragment dat Telefunken tierungen innerhalb der breiten Skala dyna- tijdens een repetitie in Berlijn van het 3e mischer Abstufungen (vom verhauchen- deel van dezelfde symfonie in juli 1940 liet den Piano bis zu einem besonders bei den opnemen, aanvult (vgl. http://www.wil- Blechbläsern äußerst wuchtigen Fortissimo lem-mengelberg.com/de/de-archive-men- von maximaler Klangstärke) ist ebenso gelberg-video.html); dit fragment uit Buda- erstaunlich, wie die Mannigfaltigkeit der pest maakt brandhout van het door som- auf möglichst plastische Ausdrucks- migen aangevoerde idee dat Mengelberg fähigkeit hin zugespitzten agogischen op het einde van zijn carriere veel van zijn Nüancen. Bei der elastischen Tempo- capaciteiten tot dirigeren verloren had: nahme Mengelbergs gibt es eigentlich kein men ziet een bijzonder levendige dirigent, starres Festhalten am Zeitmaß, ja zuweilen zoals ook de Pathétique live uit Parijs verliert auch der Rhythmus selbst, infolge (1944) ten overvloede bewijst; ten slotte, der effektvollen Dehnungen und der über- en dat is nog het leukste, wordt een van de raschenden Rubati, um der Pointe willen, ‘retouches’ die Mengelberg aan de symfo- seine exakte Festigkeit und wird großzügig nie aanbracht door de cameraman bijzon- und mit virtuoser Freiheit behandelt. Das der in de verf gezet. Tsjaikovski-kenners farbige Klangbild, die Finessen der Ab- zullen wel weten waar het over gaat. tönung sind dabei von außerordentlichem Reiz; die geballte Kraft, der staunenswerte Pester Lloyd, 23 januari 1943 (coll. Eric Schwung des Dirigenten in den mächtigen, Derom) unwiderstehlich wirkenden Steigerungen, Von seinem treuen Publikum mit allen die er insbesondere bei den Schlüssen zu Zeichen herzlichster Wiedersehensfreude grandioser Monumentalität aufzutürmen begrüßt, trat Willem Mengelberg nach weiß, haben die Zuhörer vollends hinge- längerer Zeit wieder an die Spitze des rissen. Willem Mengelberg wurde mit Hauptstädtischen Orchesters, das er, wie enthusiastischem Beifall gefeiert. nur wenige, zu Höchstleistungen anzu- In der mittleren Programmnummer spornen weiß. Und wieder einmal konnten des Abends spielte die Geigenkünstlerin wir die souveräne Meisterschaft bewun- Johanna Martzy das Violinkonzert von dern, mit der er das Orchester führt. In der Tschaikowsky. Schon die rührend-anmu- glanzvollen Wiedergabe der symphoni- tige Erscheinung sichert ihr die Sympathie schen Dichtung „Les Préludes“ von Liszt des Publikums – ihr Spiel aber schlug die und der V. Symphonie von Tschaikowsky Zuhörer vom ersten Takt an in Bann. Die hatte man oft den Eindruck, als ob Stärke des inneren Erlebens der Musik, die Mengelberg die Partituren einer scharfsin- sich durch das Medium des Klanges sofort nigen Analyse unterziehen würde: in seiner überträgt, mußte jeden packen. Aus ihrem geistreichen Interpretation wird alles er- ergreifend innigen Musizieren strahlt eine hellt und expliziert, alles wird hier klar und lichte Reinheit und herzliche Wärme – es durchsichtig, jede wichtige Stimme tritt ist voll Seele, voll Glut und Inbrunst, dabei deutlich hervor, jede Instrumentengruppe durchaus vornehm in der Haltung, völlig bewahrt bei aller Ausgeglichenheit des unmittelbar und reich an musikalischer

33 Algemeen Handelsblad, 27 mei 1938 (KB)

34 Feinheit. Auch technisch war Johanna Het Huisgezin, 28 mei 1938 (NMI) Martzys Vortrag ausgezeichnet; manche Mengelberg door zigeunermuzikanten Partie wird ihr freilich mit der Zeit wohl begroet. noch brillanter gelingen, doch empfanden Omtrent de ontvangst van dr. Willem wir das diesmal als ganz und gar unwesent- Mengelberg te Boedapest worden ons de lich. Die Künstlerin, die vom Dirigenten volgende interessante bijzonderheden mit liebevoller und, wenn man es so sagen medegedeeld. darf: großväterlicher Sorgfalt betreut wur- Het vliegtuig, waarmede de meester de de, erntete stürmischen Erfolg. reis van uit Nederland maakte, had een uur Es war ein „großer Abend“ – der sogar vertraging, omdat het te Praag op het verewigt wurde: vom letzten Satz der vliegtuig van Brussel moest wachten. Tschaikowsky-Symphonie wurde eine Terwijl als eersten eenige Belgische en Tonfilmaufnahme gemacht, die dem von Engelsche bisschoppen uitstegen, plaatste zahlreichen Reflektoren geblendeten Mei- zich onder den vleugel een zigeunerorkest. ster sichtbar das lebhafteste Mißvergnügen Nauwelijks liet dr. Mengelberg zich bereitet hat. Doch das Publikum, das beide zien of de muzikanten brachten hem met Säle der Redoute bis zum letzten Platz hun snarenspel een enthousiaste begroe- füllte, ließ sich dadurch in seinem Genuß ting. Onmiddellijk daarna werd den gast de nicht stören und brachte Wilhelm beroemde barack-palinka aangeboden. Mengelberg noch lange begeisterte Ova- tionen dar.

Het tweede filmfragment Als aanvulling op bovenstaande bijdrage brengen we een tweede Hongaars film- fragment van Mengelberg onder uw aandacht, waar ons lid de heer Ronald Gonsalves ons op attendeerde. Het betreft een opname van Mengelbergs aankomst op het vliegveld van Budapest in 1938. Het fragment duurt 42 seconden en staat op http://www.youtube.com/ De doctor proefde er van, doch vond watch?v=TkPWEe_1IBA. het likeurtje te sterk, om het te kunnen Beide filmfragmenten zijn ook te vin- waardeeren; des te meer echter stelde hij den door op YouTube te zoeken op de deze geheele eenige ontvangst op prijs. woorden ‘mengelberg budapest’. Vele der zigeuners, onder wie zeer be- De fragmenten op YouTube zijn ken- kende violisten waren, werden door hem nelijk gecomprimeerd; de beeldkwaliteit is, herkend. Alvorens naar zijn hotel op het full-screen bekeken, minder goed dan die Margarethen-eiland te rijden, drukte hij elk op de website waar ze van zijn overgeno- der zigeuners hartelijk de hand en zeide, men (lees gejat), die van het Hongaars dat hij nog nooit in zijn leven met muziek Nationaal Filmarchief: op een vliegveld ontvangen was. http://filmhiradokonline.hu (rechts boven De Hongaren, aldus dr. Mengelberg zoeken op ‘mengelberg’). Red. lachende, zijn vindingrijke gastheeren.

35 Bij het veertigjarig jubileum van het Concertgebouw (1928) Interview met Cornelis Dopper

Mijn tikje op de deur breekt de pianomu- Deen en hij was later nog een tijdje een ziek af. „Binnen!” zegt een stem. Een celebriteit in Duitschland..... enfin, ik kamerinterieur met veel schilderijen en een herinner mij zijn naam niet meer. Die zat paar mooie Daumiers. Hier werkt Cornelis dus naast hem. Spoedig daarop kwam Dopper. Er staat een eenvoudige maar Zimmermann en toen had je een tijdje geweldige lessenaar aan den wand, als van Rijnbergen, als tweede eerste, op de plaats een notariskantoor, waarop muziekpapier waar nou Helman zit. en schrijfgerei liggen... En ik, die dacht dat Het orkest werd in dien tijd veel uit- men altijd onder overhangend loof en gebreid en nu is het zooals Wagner het in bloeiende boomen componeerde...... zijn Ring der Nibelungen voorschrijft.... – Het gebouw? zegt – Ik zal maar niet vragen Dopper. Ik weet er wei- hoe dat is, maar de men- nig van, want ik ben er schen weten het zeker nog maar de laatste twin- wel! tig jaar bij.... Tja, ik heb – Natuurlijk, natuurlijk! er velen zien komen en – En heel wat reputaties velen zien gaan. Laat zien opkomen en vallen? eens kijken – Cornelis – Dàt geloof ik. Maar ik was er gelijk met mij – heb nog nooit iemand die was toen derde ka- zóó zien vallen als den pelmeester. Gustav Ko- beroemden Russischen gel, de vroegere dirigent dirigent Wassili Safonoff, van de Philharmonie en die bij een repetitie ach- van de Museumconcer- terover van het podium ten in Frankfort, was sloeg en een completen tweede eerste. Mengel- salto mortale maakte. Hij berg dirigeerde de abon- greep zich echter aan die nementsconcerten en mooie rooie koordjes werd door Kogel afgewisseld, wanneer de vast – je kent ze wel – en kwam behouden eerste naar Frankfort ging.... beneden. – En wat was U? Tweede eerste of eerste In den eersten tijd van Schönberg – tweede? zijn Fünf Orchesterstücke gingen in ne- – Nou ja – ik kwam als tweede, als opvol- gentien dertien in Amsterdam – was deze ger van Heuckeroth. En later werd ik er aan gewoon dat er bij zijn uitvoeringen plaatsvervangend eerste, of duvelstoejager, ernstig ruzie gemaakt werd en toen hij dan of hoe je het noemen wilt. ook te Amsterdam dirigeerde, vroeg hij Timmner was eerste concertmeester en een beetje benauwd of het publiek in het naast hem zat – allemachtig, hoe heette die gebouw ook de gewoonte had te vechten. kerel ook weer? Het was een Noor of een Nou, zoo zijn we niet.....

36 Als je lang met een orkest als het onze naast Mengelberg ging staan. Het slagwerk samenwerkt, dan beleef je natuurlijk heel had hem echter al direct opgemerkt en wat. En er werd ook heel wat gelachen. koos zich, gedurende den tijd dat het niets Vroeger bij de tuinconcerten waren de te doen had, uit die kast met hooge hoeden leden van het orkest verplicht een hoogen de drie zonderlingste exemplaren. De een hoed te dragen en je droeg dan ook een had een hoed die precies op zijn kruin hoogen hoed – dat wil zeggen: je nam het stond en de tweede had een hoed die in ding meestal in je hand en zette het bij je zijn nek uitkwam en de derde had weer neer, hoewel sommigen hem wel eens op wat anders. En juist toen Mengelberg de zetten als het tochtte...... slagwerkers wenkte, moest hij meteen Je begrijpt dat je dien hoed nooit mee aftikken, want hij barstte op het ongewone naar huis nam en zoo was er dan ook een gezicht in lachen uit...... kast, waarin die hooge hoeden geborgen Ja, die slagwerkers.....! werden. Het was de waanzinnigste collectie Eigenlijk zijn er zooveel dingen, zooveel verouderde modellen die je je indenken komische incidentjes in dat groote geheel. kon en een Museum voor kleederdrachten De een reageert zus en de ander reageert zou er verliefd op geworden zijn. Nou is er zóó en de een is weer gevoeliger of humo- een traditie – die méér dan een traditie is – ristischer aangelegd dan de ander. Zoo dat de slagwerkers in een orkest de meest lang er gespeeld wordt, gaat ieder op in de volleerde grappenmakers zijn. Ze hebben partituur – daarna neemt ieder zijn eigen van nature al aanleg en omdat ze het minst individualiteit weer op. van allen te doen hebben, schijnt zich dat En als ik denk aan de koperen bruiloft nog te ontwikkelen. Ze vervelen zich en van Mengelberg, toen Diepenbrock zijn verzinnen allerlei kattekwaad. De dirigent komische cantate dirigeerde, in rooden kan – en dat is óók merkwaardig – van de Tziganenrok en mevrouw Noordewier en slagwerkers het meeste verdragen. Op een mevrouw De Haan de solopartijen vervul- keer hadden we repetitie van de Elias van den. Dan zie je pas wat er aan humor in Mendelssohn in het repetitielokaal, waar zo’n orkest zit..... ook die kast met hoeden stond. En er En eigenlijk is er iederen dag wat, en kwam een Hollandsche bariton uit Berlijn, dat is maar gelukkig ook..... die een deftigen hooge-zijde en een niet minder prachtigen pels droeg. Waar hij De Telegraaf, 8 april 1928 (NMI) zóó fier op was, dat hij in een fraaie pose

Een interview met De Telegraaf (1938) Louis Zimmermann 65 jaar

Na het einde van ieder abonnementscon- ontwaart gij op een maal het gelaat van cert, waarbij ge den ganschen avond gele- Willem Mengelberg voor twee derden – genheid hebt gehad onzen grootsten Ne- het is op het oogenblik, dat hij een heer uit derlandschen dirigent op den rug te kijken, het orkest de hand schudt....

37 Deze heer staat no. 2 op de lijst der deert. Hetgeen bewijst dat de appel ver van den Concertgebouwberoemdheden en iedereen artistieken boom kan vallen. kent hem, want het is Louis Zimmer- mann. De eerste concertmeester. Hij is de Het gescheurde rokhemd man die de meeste handjes van Willem Het zij dus gezegd, dat Louis Zimmer- Mengelberg heeft gehad, want hij is bijna mann in het orkest blijft en dat ik hem met vijf en veertig jaar aan het Concertgebouw zijn weelderig grijs haar, zijn wolvensterke verbonden en rekent u maar uit wat dat tanden en zijn blozend gezicht van beteekent – nog niet eens aan talent, aan vijftiger, zelfs niet schertsend „oude heer” toewijding, aan inspanning, maar alleen aan zou willen noemen. Hij is net zoo ijdel als handjes en buigin- ieder groot gen voor het ap- kunstenaar, maar plaudisseerende ook net zoo publiek. Plus nog eenvoudig – hij is de handjes in de bovendien een wandelgangen en in gezellig en geestig de solistenkamer, prater. Hij kent ons waarin gij vervol- muziekleven, want gens Louis Zim- hij is er een van de mermann ziet ver- beroemde oude dwijnen, zijn kost- garde en nog zie ik bare viool een hoe de burge- beetje angstig tegen meester van de borst gedrukt, Amsterdam hem op die hij dan inpakt.... dien gedenk- om daarna haastig waardigen avond heen te gaan naar het breede lint van zijn woning, waar de zilveren medaille hij buiten den roem voor Kunsten en van de wereld zijn Wetenschappen, boterhammetjes eet verbonden aan de en de taart waar hij Louis Zimmermann, ca. 1930 Huisorde van zoo dol op is.... Oranje Nassau, om den hals trachtte te hangen, wat niet direct 19 Juli. – Louis Zimmermann vijf en zestig gelukte, omdat Louis, schijnbaar schuchter jaar! De kranten hebben het vermeld en er bij als een jong meisje, zijn rokkraag gezegd, dat hij voorloopig nog den eersten lessenaar halsstarrig dichthield. zou blijven innemen. Gelukkig is Zimmermann – Dat dankt je den drommel, zegt geen hoogleeraar, maar een kunstenaar, al zou Zimmermann. Je moet weten dat ik bij men hem op het eerste gezicht voor een professor in mijn concerten altijd mijn oudste hemden de oude talen of in de wiskunde kunnen houden, en boorden draag. Niet omdat er geen wat juist zijn slechtste vak is, naar zijn zoon mij nieuw hemd kan overschieten, maar omdat verzekert, die zelf, horribile dictu, economie stu- die oude spullen zoo lekker soepel zijn en prettig aan je hals zitten....

38 – Hij heeft altijd àpartjes met de meid van links. En de interviewer moet, om zijn oudste hemden te krijgen, zegt vanwege den fotograaf, aan een klein mevrouw Zimmermann. Hij is wanhopig! tafeltje krampachtig zitten schrijven en laat De meester trekt zich van de interrup- zich óók die tyrannie maar welgevallen.... tie niet veel aan en vervolgt het verhaal van – Ik neem je nooit meer mee, zeg ik te- den historischen avond.... gen den fotoman, die glimlacht en knipt. – Ik had een scheur in mijn rokhemd – – Die laatste foto van mij, dat was net zóó was het. En toen werd ik ineens ge- Royaards als Grompie, merkt Zimmer- roepen voor de plechtigheid en ik moest mann op. Doch hij voegt er eerlijk aan toe: en zou meteen het lint omdoen en ik ge- iedereen vond het mooi. neerde me voor mijn oud gescheurd hemd Dan krijg ik eindelijk gelegenheid om en vandaar dat ik mijn rok niet te veel met den aanstaanden vijf en zestigjarige wilde openmaken. Het was geen schuch- een paar woorden te wisselen. terheid – het was doodsangst dat ze mijn – Urlus vond het óók zo beroerd als ze oud hemd zouden zien. zeiden: hij zingt nog altijd met jeugdige Zoo krijg je dan een blik op het huise- frischheid. Dat is het zoo’n beetje – die lijke leven van den eersten concertmeester. verwondering dat je op je zestigste of vijf Hij heeft zich in zijn vinger gesneden en en zestigste nog wat doen kunt en niet bekijkt de „wonde”. Dat is niets, zegt de seniel bent geworden. Ik voèl me niet familie. Gelukkig dat het vacantie is. alleen jong, maar ik bèn het ook. Voor Dat is het nu altijd, meent Zimmer- mijn gevoel is het nog niet zoo lang gele- mann. Het is net of de vacantie er is om den dat ik in Darmstadt aan den eersten me rustig in mijn vingers te snijden en me lessenaar ging zitten. De dirigent zei: ik te verbranden. Dat is in het seizoen verbo- heb een kolossalen „Geiger”, die eerste den. concertmeester is. Het was een nieuw gevormd orkest en we hadden gerepeteerd Lens en lunch en zoo en toen kwam de eerste avond en De interviewer heeft den fotograaf alles was in gala. De dirigent kwam ner- meegebracht en deze begint het gezin veus op en vroeg: Alles fertig? Zimmermann te reorganiseeren op zijn Ik had de Oberon-ouverture op mijn manier. Dat beteekent dat de familie, die lessenaar – die begint con sordino en ik blijkbaar juist aan de lunch wilde gaan.... wachtte op den hoorninzet. Daar knalt me geen lunch krijgt voorloopig. Dat Louis ineens de Kroningsmarsch uit den Profeet. Zimmermann,, een weinig onwillig, bij het De eerste concertmeester speelde zoo’n raam wordt gezet en maar één kant uit beetje uit zijn hoofd mee, maar ik zat praten mag. De arme moet een heel verstomd te kijken. Ik had de verkeerde seizoen op zijn stoel zitten en niet te veel partituur op mijn lessenaar. bewegen, omdat hij anders van het podium – 35ste Lieferung no. 11, schreeuwt de valt – thuis loopt hij graag heen en weer en bibliothecaris me toe. Ik keek verward om praat naar alle kanten. Dat mag nu niet. Hij me heen en ontdekte toen aan den voet krijgt een stoel naast zich en de fotograaf van mijn lessenaar een stapel muziek. Het vraagt om een tafellaken, dat over den was mijn werk om voor de uitdeeling van stoel wordt gehangen – de familie laat het de muziek te zorgen, heb ik begrepen, stupéfait toe. Dat is voor het mooie licht maar ik had nog zoo weinig orkestervaring.

39 In het tweede deel kwam een fantasie respect voor – en wanneer men hem een uit de Traviata met vioolsolo. Opeens zei goeie mop vertelt, dan is hij oogenblikke- de groote „Geiger”: uebernehmen Sie das lijk in zijn humeur.... – ich bin so nervös. Ik zei: dank je wel. Ik Louis Zimmermann is weg geweest. ben er niet op voorbereid. En den volgen- Gekidnapt.... door de Royal Academy, den dag was de eerste violist ontslagen en waar hij professor was. Zeven jaar heeft hij den daaropvolgenden morgen ging ik óók les gegeven – tot hij er schoon genoeg van in de bus kijken of er geen ontslagbrief lag. had, want hij mag een goed vioolpaeda- Ik had niet gedacht, dat ik het zoo lang in goog zijn, hij is een volbloed artist en het een orkest zou uithouden.... en het heeft concertpodium trok hem weer aan en trok toch bijna een halve eeuw geduurd. hem gelukkigerwijze naar Amsterdam terug. Bij het Concertgebouw – Ontspanning? In 1899 ben ik in het Concertgebouw- – Kattekwaad! zegt zijn vrouw. orkest gekomen. „Ga eens op de eerste – Veel lezen, zegt Louis Zimmermann. plaats zitten”, zei Mengelberg. „Spoor is De klassieken. Houdt niet van visschen met vacantie.” maar wel van watersport. Houdt niet van We repeteerden „Ein Heldenleben” schaken, niet van bridgen, maar van berg- van Strauss. Dat was een nieuw werk toen beklimmen. En vroeger zou het zijn liefste en opgedragen aan Mengelberg en het wensch geweest zijn zijn heele vacantie bij orkest. We kwamen aan den solo en een instrumentbouwer te zitten, want hij is Mengelberg zei: speel dat eens. dol op violen – niet die in het verborgen – Dat is de zwaarste partij, die er be- bloeien, maar die op het concertpodium staat, zei ik. den menschen tot vreugde zijn.... – Probeer maar. – En verder houd ik van taart en koek- Ik speelde het prima vista en toen ik jes en ik rook graag. Sigaretten alleen in de klaar was, bracht het orkest mij een ovatie. pauze. Wilt u nog meer van mijn mensche- – Wil je het spelen? vroeg de Baas. lijke zwakheden weten? – Graag, zei ik, als ik niet in conflict De interviewer vindt het genoeg. De kom met Spoor. fotograaf niet. Die wil den meester nog Maar Spoor wilde het niet spelen en graag met zijn viool kieken en dus nam ik de partij bij de eerste uitvoering Zimmermann gaat geduldig weer op het en het was een éclatant succes. When I schavot zitten met een viool in de hand en awoke I was famous. moet weer één kant uit kijken. De familie is één uur te laat met de lunch en be- En Louis Zimmermann vertelt van het heerscht zich nog voldoende om ons orkest en van zijn werk – van zijn plezieri- vriendelijk adieu te zeggen. ge relatie met Mengelberg, voor wien hij de grootste bewondering heeft en die in De Telegraaf, 16 juli 1938 (NMI) 1899 al een „reuzenkerel” was. Een man met een groot gevoel voor humor, de Baas. Hij mag de reputatie hebben lastig te zijn, maar hij is het niet, op conditie dat men zijn vak verstaat, want daar heeft hij

40 Bernard Haitink – The Philips Years op 20 CD’s Een onbevredigend eerbetoon

Johan Maarsingh In augustus van dit jaar verscheen bij Dec- tig op twee schijfjes hebben gekund met de ca een doos met 20 cd’s met daarop een digitale opname van Bruckners Negende keuze uit opnamen die Philips maakte met symfonie, die nu wèl in deze box is opge- Bernard Haitink. Vanaf 1959 (Dvořáks nomen. Bij mijn weten is deze bijzonder Zevende symfonie) tot in deze eeuw nam imponerende opname bijna dertig jaar niet Haitink platen op voor Philips, veel daar- meer te koop geweest. van met het Concertgebouworkest. Vanaf Wat moeten we met Mahlers Zesde en 1968 ook met het London Philharmonic Negende symfonie uit de complete box Orchestra (daarvan zijn hier de Eerste en met de tien symfonieën? De Zesde staat de Derde symfonie van Beethoven te vinden, en de pianoconcerten van Liszt), de Wiener Philharmoniker (Brahms’ Ein deutsches Requiem; Bruckners Derde symfonie) en het Boston Symphony Orchestra (Ravels Daphnis et Chloé). Op- namen met de Berliner Philharmoniker ont- breken helemaal in deze doos. Tot de hoekstenen van het symfonisch repertoire mogen de symfonieën van nu op één CD. De opname van de Negen- Bruckner en Mahler worden gerekend. de symfonie was al in de Duo-reeks van Haitinks opnamen daarvan zijn gelukkig Philips heruitgebracht, bij die gelegenheid nog steeds internationaal te koop. Alle gecombineerd met Das Lied von der Erde. reden om daaruit geen opnamen in deze De digitale opname van de Zevende box op te nemen. Dat is wel gebeurd met symfonie uit 1982 had nu in deze box een Bruckners Achtste symfonie, die Haitink in plaats kunnen hebben. Die opname kreeg 1969 opnam en met ruim 73 minuten zelfs een Edison! De laatste uitgave maakte keurig op een CD past. Waarom nou niet deel uit van de serie Dutch Masters, en was gekozen voor de digitale opname uit 1981 buiten Nederland misschien nog niet uit- van diezelfde symfonie? Die zou nu prach- gebracht. Wat Mahler betreft was de op- name uit 1972 van de Eerste symfonie, of

41 de Vierde, met Roberta Alexander ook Oeser-editie gebruikt, toen was dat de welkom geweest. Die twee opnamen ont- meest uitgebreide uitgave van deze parti- breken in de eerder genoemde cyclus. tuur. We hebben hier opnieuw de Derde Er zijn in deze box gelukkig ook een symfonie van Brahms met het Concertge- aantal opnamen bijeengebracht die niet bouworkest, terwijl deze in de complete eerder op CD waren heruitgebracht. cyclus met dat orkest toch al internationaal Schuberts Grote C-dur symfonie (opname leverbaar is. Haitink heeft met het Boston uit 1975); symfonieën van Haydn (nrs. 96 Symphony Orchestra ook een Brahms- en 99 opgenomen in 1964; vioolconcerten cyclus voor Philips opgenomen. In het van Mendelssohn, Tsjaikovski (1960) en eerste deel van de Tweede symfonie her- Bruch (1962), alle drie met Arthur haalt Haitink de expositie, uniek in de Grumiaux). Een uit 1961 daterende discografie van deze dirigent! Er klinkt een opname van Stravinsky’s Vuurvogelsuite prachtige overgang en het deel duurt vijf verschijnt nu voor het eerst op CD, samen mooie minuten langer. In het geval van de met het enige Nederlandse werk dat Derde symfonie van Bruckner vermeldt Haitink voor Philips op de plaat heeft het boekje bij deze box dat het gaat om de gezet: de Symphonische Etude van Hendrik editie uit 1950, verzorgd door de musico- Andriessen. Veel meer door Haitink loog Fritz Oeser. Maar die uitgave diri- gedirigeerde Nederlandse muziek is geerde Haitink niet bij de Wiener Philhar- destijds uitgegeven op LP door Donemus. moniker. Daar gebruikte hij de latere uit- Het had veel mooier kunnen zijn, ook gave door Leopold Nowak en die biedt met ‘slechts’ twintig CD’s! een coda bij het Scherzo. Bij de vroege opname met het Con- certgebouworkest (1963) is juist wel de

The Concertgebouw Recordings op 15 CD’s Mengelbergs Philips-opnamen op Decca

Ronald de Vet De Italiaanse divisie van Universal heeft opname. De koppelingen op de CD’s zijn onder de vlag van Decca een 15CD-box identiek aan die van de oorspronkelijke met bekende Mengelberg-opnamen uitge- losse Philips-uitgaven: Beethoven 1 + 2, 4 bracht. Alle opnamen dateren uit de jaren + 5, 6 + Fidelio, 7 + 8; Brahms 1 (die 1939-’41. Ze zijn vrijwel allemaal afkom- achterop de box niet vermeld wordt) met stig uit de voormalige Philipscatalogus. de Rosamunde-muziek van Schubert, diens De box opent met de Matthäus- Achtste met diens Negende, en de symfo- Passion, nu weer op drie CD’s, en bevat nie van Franck met Don Juan. De weerga- ook de negen Beethovensymfoniën plus de vekwaliteit is echter hoorbaar verbeterd: Fidelio-ouverture. Voor de Eroica is weer instrumenten klinken meer losgemaakt van gebruik gemaakt van de Telefunken- de achtergrond en de verschillende timbres

42 behouden meer hun eigen karakter. Alleen veroordeeld vanwege het brengen van de al daarom is deze uitgave te verwelkomen. Hitlergroet en omdat hij niets ondernomen Van de eigenlijke Philips-opnamen zou hebben toen de joodse spelers het ontbreken hier alleen de Oud-Nederlandse orkest moesten verlaten. Zolang serieuze dansen van Röntgen. De vierde CD, met CD-labels dit soort aantoonbare onjuist- het tweede vioolconcert van Bartók (een heden over de internationale markt radio-opname uit het bezit van de solist uitstrooien zullen kleinschalige pogingen in Zoltán Székely, gereconstrueerd door de andere richting niet veel uithalen. Hungaroton), telt maar 34 minuten. Daar hadden, als Röntgen te min is, de twee enige echte Decca-opnamen, het dubbelvioolconcert van Bach en de ouverture van Gluck’s Alceste, beide van 24 juni 1935, nog makkelijk bij gekund. Het boekje bevat voorin trackinfo per CD en achterin een lijstje met opnamedata, of liever -maanden, maar het biedt geen informatie over de uitgevoerde werken. Wel een essay over Mengelberg, in het Engels en het Italiaans. De Afgezien daarvan is het een goede zaak dat speelduur van de schijfjes wordt noch in er voor relatief weinig geld weer een sub- het boekje, noch op de hoesjes aange- stantiële verzameling Mengelbergopnamen geven. in goede remasterings verkrijgbaar is. Het essay is niet heel geslaagd. De auteur heeft weliswaar de nodige klokken horen luiden, maar biedt weinig informatie over Mengelberg als interpreet en slaat een paar keer de plank mis; niet alleen bij onbeduidende details als het jaar waarin Hans Richter voor het eerst voor het Concertgebouworkest stond (dat was niet 1897 maar 1898, en hij ging volgens recensies uit die tijd tijdens de repetitie van de Pathétique niet in de zaal zitten, zoals de auteur ons wil doen geloven, maar legde alleen zijn stokje neer), maar ook waar het gaat om het onvermijdelijke onderwerp van Mengelbergs oorlogsverleden. Volgens de schrijver werd de dirigent onder meer

43 Mengelberg in de provincie Het Concertgebouworkest in Middelburg

Zaterdag 21 mei 1938, 14.30u. Noord-Brabant en zelfs van over de Belgi- Concert- en Gehoorzaal sche grens, de groote zaal van de concert- Lange Singelstraat, Middelburg en gehoorzaal. Het podium was met kran- sen en bloemen in een feestkleed gestoken. Beethoven Eerste symfonie Toen prof. dr. Mengelberg zich naar zijn Schubert Der Hirt auf dem Felsen plaats begaf, weerklonk een warm applaus Mahler Vierde symfonie als blijk van waardeering, dat de groote musicus voor het eerst op Zeeuwschen De Telegraaf, 23 mei 1938 (NMI) bodem den dirigeerstok zou zwaaien. Hij MUZIKAAL EVENEMENT VOOR liet direct een couplet van het Wilhelmus MIDDELBURG spelen, dat door de aanwezigen staande Prof. Mengelberg dirigeert voor het werd meegezongen. eerst in Zeeland. Voor de pauze bracht het orkest eerst Toen tot de Zeeuwsche muziekliefhebbers ten gehoore de Eerste Symphonie C- het bericht doordrong, dat het ook door groote terts van Ludwig von Beethoven en hen zoo hoog gewaardeerde Concert- daarna „Der Hirt auf dem Felsen” van Fr. gebouworkest dit jaar zijn gouden jubileum Schubert, waarin mej. To v. d. Sluys de zou herdenken, vormde zich in Zeeland sopraansolo vertolkte en R. Gall de klari- een comité, dat alles zou doen om ook in netsolo. Middelburg het optreden van het beroem- Voordat de pauze een aanvang nam de orkest mogelijk te maken en met den had prof. Mengelberg een krans en To v. voorverkoop van kaarten had men vol- d. Sluys een bloemenhulde in ontvangst te doende succes om te besluiten op heden, nemen. Bij ontstentenis van den commis- Zaterdag, in den middag een uitvoering saris der Koningin sprak de burgemeester onder leiding van prof. dr. W. Mengelberg van Middelburg, de heer M. Fernhout, den te doen plaats hebben. directeur, solisten en orkest toe en bracht Voor dit concert vormde zich een eere- namens de Zeeuwen de gelukwenschen comité, bestaande uit den commissaris der met het gouden jubileum over. Prof. Men- Koningin in Zeeland en de burgemeesters gelberg dankte met een enkel woord. Na van Middelburg, Vlissingen, Terneuzen, de pauze werd de vierde Symphonie in G Goes en Zierikzee. groote terts van Gustav Mahler door het Tegen halfdrie, het aanvangsuur, vul- orkest uitgevoerd. Het geheel is een voor den een kleine vijfhonderd bezoekers uit Middelburg en Zeeland ongekend muzi- Middelburg en andere deelen van Zeeland, kaal evenement geworden.

WM is een kwartaaluitgave van de Willem Mengelberg Vereniging, opgericht 13 februari 1987. Overname van de redactionele inhoud is alleen toegestaan na schriftelijke toestem- ming van de redactie. Aanleveren kopij voor WM 107 uiterlijk 10 november 2013. 26e jaargang, nummer 106. © 2013. ISSN 2213-9036.

44 Inhoud Van de redactie 1 Van het bestuur 1 Verslag ALV en brainstormsessie 3 Vooraankondiging Ledenvergaderingen 5 Aarnout Coster In memoriam Otto Hamburg 6 Aarnout Coster Herinneringen aan Ab van Kapel 8 Rudolf Mengelberg Max Bruch 10 Concertrecensies Bruch 12 Willem Boissevain Weerzien met de Chasa 30 Eric Derom Mengelberg gefilmd in Budapest 32 Interview met Cornelis Dopper (1928) 36 Interview met Louis Zimmermann (1938) 37 Johan Maarsingh Een onbevredigend eerbetoon aan Haitink 41 Ronald de Vet Mengelbergs Philips-opnamen op Decca 42 Mengelberg in de provincie: Middelburg 44

Colofon Redactie Johan Maarsingh, Ronald de Vet Redactieadres Karel Doormanlaan 52, 2341 TB Oegstgeest Tel. 071-5123281; e-mail [email protected] Bestuurssecretariaat Lage Ham 13-03, 5102 AA Dongen E-mail secretariaat [email protected] Website www.willemmengelberg.nl Bestuur Voorzitter mr Frederik Heemskerk 06-212 96 791 Vice-voorzitter dr Eveline A. Nikkels 072-589 5000 Secretaris Olga de Kort 06-5166 2366 Penningmeester mr Jan C. Reinoud 026-339 1139 Lid dr Frits W. Zwart 070-314 0700 Eresecretaris mr A.A. Meurer Contributie Minimaal € 30 binnen Europa, € 35 daarbuiten. Gezinslid: € 10. Voor 1 april over te maken op rekening 155 802 t.n.v. Willem Mengelberg Vereniging, Amsterdam. IBAN: NL97INGB0000155802. BIC: INGBNL2A. E-mail penningmeester: [email protected]. Het lidmaatschap loopt gelijk met het kalenderjaar. Opzeggingen dienen schriftelijk voor 1 december door de secretaris te zijn ontvangen. Erelid Riccardo Chailly Middelburgsche Courant, 4 februari 1938 (NMI) Mengelbergs partituur van het eerste vioolconcert van Max Bruch.

Willem Mengelbergarchief, inv.nr. 160, Nederlands Muziek Instituut, Den Haag.