108 Maart 2014

Willem Mengelberg en zijn tijd zijn en Mengelberg Willem WM

Cornelis Dopper Mengelberg en de fiscus W

M Het gastenboek van Jan Tadema

Inhoud Van de redactie 1 Van het bestuur 1 Aankondiging bijeenkomst 2 In memoriam Hans van Ispelen 3 Piet Wackie Eysten Het gastenboek van Jan Tadema 4 Paul Zander ter Maat Mengelberg kondigt zijn vertrek aan 13 Bij Doppers ze stigste verjaardag 17 Rudolf Mengelberg 60 jaar 18 Collegiale hulde aan Dopper 22 Anton Webern over het Concertgebouworkest 23 Johan Maarsingh Mengelberg dirigeert werken van Dopper 24 Ronald de Vet De potloodbiecht van een ongelukki ge m uzikant 26 Concertrecensies van werken van Dopper 30 Een brief van Mengelberg aan Doppers weduwe 43 Rudolf Mengelberg Programmatoelichting Zevende s ymfonie 44 Het Concertgebouworkest in Breda 46

Colofon WM is een kwartaaluitgave van de Stichting Willem Mengelberg Society (WMS). Net als zijn voorganger, de Willem Mengelberg Vereniging, wil de WMS wereldwijd zoveel mogelijk men- sen in aanraking brengen met de muzikale nalatenschap van de dirigent Willem Mengelberg. . Redactie Johan Maarsingh, Ronald de Vet

Bestuur Voorzitter Frederik Heemskerk Vice -voorzitter Eveline Nikkels Secretaris Olga de Kort Penningmeester Jan Reinoud Lid Frits Zwart

Website www.willemmengelberg.nl

Erevoorzitter Riccardo Chailly

Donaties: minimaal € 30 indien u woont binnen Europa, € 35 daarbuiten. Voor dat bedrag ontvangt u viermaal per jaar WM en krijgt u reductie op de entreeprijs van onze bijeenkom- sten. Gaarne overmaking naar NL36 INGB 0006 1486 87 t.n.v. stichting Willem Mengel- berg Society o.v.v. ‘donatie WMS’.

Overname van de redactionele inhoud is alleen toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie. Aanleveren kopij voor WM 109 uiterlijk 10 mei 2014. 27e jaargang, nummer 108. © 2014. ISSN 2213-9036.

Van de redactie

Vijfenzeventig jaar geleden overleed Cor het Amsterdamse hadden nelis Dopper, die jarenlang aan het Con opgetreden. Onder hen treffen we de certgebouw verbonden is geweest. Behalve namen aan van Mengelberg, Flesch, Casals, dat hij samen met Miesje de voorzijde van Thibaud, Monteux en Stravinsky. deze WM siert, komt Dopper uitgebreid De tweede gastauteur in dit nummer is aan bod in de tweede helft van dit num Paul Zander, die zich heeft verdiept in het mer. Uiteraard schenken we daarbij extra conflict dat Mengelberg in 1929 met de aandacht aan de twee werken die we vooral belastingdienst had en de gevolgen daarvan kennen omdat er een opname onder Men voor diens vaste verblijfplaats. gelberg van bestaat – de Zevende symfonie We sluiten dit nummer af met een af en de Ciaconna gotica . levering van ‘Mengelberg in de provincie’. In de eerste helft biedt Piet Wackie Dit keer bezoekt hij met zijn orkest Breda. Eysten ons een voorproefje van zijn publi catie van het gastenboek van Jan Tadema, Wij hopen dat u dit nummer met belang een Haarlemse muziekliefhebber die thuis stelling zult lezen. veel beroemde musici ontving die in de Haarlemse concertzaal ‘De Kroon’ of in

Van het bestuur

Dit is de eerste WM die verschijnt onder heeft zich, ondanks zijn steeds verslechte auspiciën van de Willem Mengelberg Socie rende fysieke toestand, in de korte tijd dat ty. Toegegeven, de stichting WMS be hij lid was van de Vereniging buitenge schouwt zichzelf als een volledige kloon woon verdienstelijk gemaakt door de re van de goede oude Vereniging (vandaar mastering van een groot aantal Mengel ook de handhaving van het vertrouwde bergopnamen. We hebben nog steeds WMlogo), maar het is toch iets om even goede hoop dat deze indrukwekkende bij stil te staan. restauraties binnen afzienbare termijn op Omdat een stichting formeel gesproken CD kunnen worden uitgebracht. Bij twee geen leden heeft maar donateurs, vroegen eerdere gelegenheden kreeg u de gelegen we ons erelid Riccardo Chailly of hij bereid heid al iets van van Hans’ werk te beluiste was de titel van ‘erevoorzitter’ te aanvaar ren. Tot mijn grote genoegen kunnen we u den. De maestro liet weten erg ingenomen mededelen dat daar tijdens onze voorjaar te zijn met deze bevordering en wenst de bijeenkomst wederom (ruim) de gelegen Society alle succes. heid voor zal bestaan, zie de vooraankon Verderop treft u een In memoriam aan diging hieronder. dat is gewijd aan Hans van Ispelen. Hans

1

Bij deze WM vindt u een herinnerings ontwerp, Bas Dekker, zich in Frankrijk brief, waarin penningmeester Jan Reinoud heeft gevestigd, heeft het bestuur besloten onze voormalige leden (voorzover deze de diensten in te roepen van Paul Osse nog niet in aktie kwamen) aanspoort weijer, die met zijn bedrijf Alupo ICT zal ‘Vriend’ (donateur) te worden van de stich proberen (met hulp van Bas) het inmiddels ting WMS. U kunt dat doen door € 30 of ernstig vertraagde project weer vlot te meer over te maken op het in de brief trekken. Wij houden u natuurlijk van alle vermelde bankrekeningnummer. Het klinkt verdere ontwikkelingen op de hoogte. een beetje dramatisch, maar ons voortbe Hopelijk is er meer en beter nieuws te staan is wel van uw aller bijdragen afhanke melden op de komende voorjaarsbijeen lijk! komst.. De nieuwe website is helaas nog steeds een voorwerp van aanhoudende zorg. Frederik Heemskerk Nadat de maker van het oorspronkelijke voorzitter

Aankondiging

Noteert u het vast in uw agenda: de eerstvolgende bijeenkomst van de Willem Mengelberg Society zal, in samenwerking met het Nederlands Muziek Instituut, worden gehouden op zaterdag 3 mei a.s. in Pulchri Studio, Lange Voorhout 15 te Den Haag.

Programma 13.00 uur: bijeenkomst voor Vrienden van de WMS (d.w.z. zij die op 1 mei bij ons staan geregistreerd als donateur).

14.00 uur: unieke editie van ‘Diskotabel’, waarbij muziekkenner en AVROpresentator Hans van den Boom met behulp van een deskundig panel (en commentaar uit de zaal!) een aantal gerestaureerde Mengelbergopnamen zal vergelijken met opnamen van het Concertgebouworkest onder leiding van legendarische tijdgenoten als , Erich Kleiber en Otto Klemperer.

Einde bijeenkomst ca. 16.00 uur.

Toegangsprijs: € 15. Toegangsprijs ‘Vrienden’ (donateurs) van de WMS: € 12,50.

Aanmelding voor de bijeenkomst (en eventueel ook als Vriend) door overmaking van het verschuldigde bedrag onder vermelding van ‘3 mei’ en/of ‘donatie 2014’ naar de stichting WMS, bankrekeningnr. NL36 INGB 0006 1486 87.

In Pulchri Studio bevindt zich een buffet waar koffie, thee en andere consumpties ver krijgbaar zijn. Koffie en thee vooraf zijn in de toegangsprijs inbegrepen.

2

In memoriam Hans van Ispelen (1947–2014)

Te vroeg overleed op 4 februari j.l. ons lid van Mozarts vioolsonate KV 481 samen Hans van Ispelen. Al komt zijn heengaan met een schoolvriendin. Opnamen van een niet geheel onverwacht, verdriet en verlies verbluffend technisch en artistiek niveau. voor familie en vrienden zijn er niet minder Tijdens de begrafenisplechtigheid op 10 om. februari speelde hij zó zijn eigen afscheids Voor de stichting Willem Mengelberg concert. Society betekent Hans’ heengaan boven Zijn grote passie zette hij ook en met dien een groot verlies als restaurateur van name in voor de ontwikkeling van kinde de opnamen van onze naamgever. In 2011 ren, soms met een achterstand, soms met begon hij met dat werk. We konden toen een voorsprong. Muziek fungeerde daarbij nog niet vermoeden, tot welke hoogstand niet alleen als doel, maar ook als middel. jes Hans’ vaardigheden zouden leiden. Toen Hans ons voor het eerst zijn geres In Hans van Ispelen verliezen wij een zeer taureerde Matthäus liet horen, konden wij begaafde, markante muziekvriend. Daar onze oren nauwelijks geloven. naast zijn wij hem bijzonder dankbaar voor Als organist en pianist liet hij ook enke zijn tastbare muzikale erfenis. le opnamen uit zijn jeugd achter. Opnamen op de kerkorgels van Borculo en Neede en Jan Reinoud

3

Het gastenboek van Jan Tadema

Piet Wackie Eysten

Jan Tadema (1874–1949), wiens vader een kennen. Er ontstond tussen beide mannen, jongere broer was van de schilder Sir ondanks een leeftijdsverschil van 17 jaar, Lawrence Alma Tadema, was een een hechte vriendschap die tot Brahms’ verdienstelijke amateur op de viool. In het dood in 1897 zou duren. Henschels in Haarlemse culturele leven speelde hij een 1907 gepubliceerde herinneringen aan belangrijke rol. Hij was onder andere voorzitter van de Historische Vereniging Haerlem en beschermheer van het Toon kunstorkest Euterpe. Solisten en dirigenten die in ‘De Kroon’ of in het Amsterdamse Concertgebouw optraden, logeerden dik wijls bij hem en zijn vrouw Koosje aan de Gedempte Oude Gracht of werden daar na afloop – het gastenboek getuigt ervan op een souper of ten minste op een goed glas wijn onthaald. Ook waren zij soms te gast in De Stee, het landhuis van de familie Van Tienhoven te Aerdenhout, met wie de Tadema’s goed bevriend waren.

George Henschel Op de eerste bladzijde van het gastenboek komen wij de handtekening tegen van George Henschel met de datum 19 februari 1914. Henschel was op 18 februari 1850 geboren, hij was dus de vorige dag 64 jaar geworden. Was die verjaardag misschien in Haarlem gevierd? Wie was deze George Henschel? Hij Brahms – door diens biograaf Jan Swafford was geboren in het destijds nog Duitse a striking sketch of the in his prime Breslau (thans Wroc ław in Polen) als Isidor genoemd – zijn een rijke bron voor bijzon Georg Henschel. Hij trad al jong op als derheden over het leven van de componist. pianist, maar ontwikkelde zich tot zanger, Die herinneringen bieden niet alleen in dirigent en componist. Hij verwierf vooral zicht in Brahms’ manier van componeren, faam als liedzanger, maar ook bijvoorbeeld zijn opvattingen over muziek en zijn be als Hans Sachs in Wagners Die Meistersinger wondering voor zijn ‘goden’ Bach, Mozart, von Nürnberg. In 1874 leerde hij op een Beethoven en Schubert, maar ook aardige muziekfestival in Keulen Johannes Brahms tafereeltjes van reizen die beide vrienden

4 samen maakten. Zo gaf Brahms tijdens een contact had. Als jongen van 15 jaar had hij vakantie op het eiland Rügen niet alleen eigen composities mogen voorspelen aan leerzaam commentaar op door Henschel Franz Liszt tijdens een van diens beroemde gecomponeerde liederen, maar ook leerde soirees in . Reeds in zijn jeugd hij hem met open ogen onder water raakte hij bevriend met Edvard Grieg, met zwemmen door hem munten en gekleurde wie hij in nauwe vriendschap verbonden steentjes te laten opduiken. Of zij hadden bleef. samen plezier als zij tegelijk in dezelfde Röntgen was toen hij de Tadema’s be hangmat trachtten te klauteren. Dit is een zocht directeur van het mede door hem Brahms die wij slecht kennen. opgerichte Amsterdams Conservatorium. In 1881 werd Henschel benoemd tot Hij trad regelmatig op als begeleider, onder dirigent van het Boston Symphony Or anderen van de violist Carl Flesch (1873– chestra. Hij trouwde met een Amerikaanse 1944), die wij in het gastenboek nog diver sopraan. Enkele jaren later werd hij diri se malen zullen tegenkomen, en van de gent van het Royal Scottish National Or grote cellist Pablo Casals (1876–1973). chestra. Hij ontving een knighthood in 1914. Bij zijn zeventigste verjaardag in februari 1920 ontving hij vele blijken van waardering, onder andere een gemeen schappelijk cadeau uit Nederland. Hij schreef er aan Jan Tadema over:

That most beautiful token of affection from beloved Holland, in the sending of which you have so kindly shared, has given me greatest pleasure and touched me more deeply than I can express. Dui- zend maal Dank van ganscher harte! Ever sincerely yours, George Henschel.

Sir George Henschel stierf op 10 septem ber 1934 in Aviemore in Schotland, waar hij ook begraven ligt.

Julius Röntgen en Pablo Casals Onder Henschels handtekening heeft Julius Enkele documenten die in het gastenboek Röntgen getekend, op 15 maart 1914, zijn ingeplakt getuigen van deze samen evenals zijn vrouw Abrahamine, die Mien werking. Het is mogelijk dat Röntgen, met genoemd werd. Julius Röntgen was in 1855 wie Tadema goed bevriend was, ze aan te Leipzig geboren en dus vijf jaar jonger hem cadeau heeft gedaan, toen laatstge dan Henschel. In 1877 kwam hij naar Am noemde zich tot autografenverzamelaar sterdam, in 1919 werd hij tot Nederlander begon te ontwikkelen. genaturaliseerd. Ook hij is, vooral in zijn Het eerste van deze documenten is de vroege composities, sterk door Brahms aankondiging van een concert op zondag beïnvloed, met wie hij ook persoonlijk middag 24 februari 1907 in Concertzaal

5

‘De Kroon’. Deze zaal bevond zich op de fühlen, für Austern, Sonaten, Gastfreundschaft, eerste verdieping van het gebouw aan de Impresario = e =-a. Kennelijk waren Casals Grote Markt te Haarlem, waar ook toen en Röntgen na hun optreden bij de Tade reeds het (nog steeds bekende) café ma’s op oesters gefêteerd. Daaronder staat, restaurant van Brinkmann was gevestigd. naast een klein citaat uit een van de die Het gebouw was genoemd naar de Socië avond gespeelde sonates: S ouvenir de la soirée teit ‘De Kroon’ die voorheen op die plaats du 24 Février 1910 , getekend: Pablo Casals . gevestigd was. Pablo Casals opende het recital van die middag met de eerste uitvoe ring van Röntgens Cellosonate in c kl.t., met de componist aan de piano. Op de achterzijde van het programma heeft Rönt gen onder het opschrift In Babilone de eer ste maten van deze (zijn derde) cellosonate genoteerd, met datum en handtekening. Daaronder schreef Casals toen nog een jonge man van 30 jaar de beginmaten van Röntgens beide eerdere sonates, met daar onder in krachtige streken: Viva Röntgen!! Het is bekend dat Casals Röntgen een onderschatte componist vond. Het concert werd vervolgd met een Sonate voor viool solo van Nardini door Carl Flesch en een Solosuite voor van Bach door Casals, waarna het drietal besloot met Schuberts Enkele dagen later arriveerde uit Parijs een Pianotrio in Bes. Daarvan noteerde Flesch briefkaart: op zijn beurt de eerste maten op de achter kant van het programma. Cher Monsieur, Mille fois merci pour votre mot et l’envoi des Enkele dagen na het concert ontving e Tadema een kort briefje van Casals, geda journaux, M Casals a pu m’en faire la traduction à peu près. Merci encore pour les beaux moments teerd 26 februari, vanuit Hotel des Pays e Bas in . Hij stuurde Tadema que vous et M Tadema m’avez donnés dans votre daarbij zijn portret, bedankte hem voor zijn charmante ‘home’. gastvrijheid en hoopte op een weerzien. Mes hommages respectueux à Madame Tadema Die hoop is bewaarheid, getuige een et une cordiale poignée de main de votre dévoué soortgelijke aankondiging van een ‘Beetho Pablo Casals. venavond’ in ‘De Kroon’ door Casals en Röntgen, drie jaar later, op 24 februari Willem Mengelberg 1910. Zij speelden toen Beethovens beide Op de volgende bladzijde is een program Cellosonates opus 102, zijn Variaties over maboekje van maar liefst 16 pagina’s inge Bei Männern, welche Liebe fühlen en de Sonate plakt van een concert op 19 februari 1907. opus 69. Op de achterzijde staat, in het Op die datum gaf het ‘Orkest van het kloeke handschrift van Röntgen, Beethoven- Concertgebouw te Amsterdam, Directeur: avond 24 Febr. 1910, Bei Männern welche Liebe de Heer Willem Mengelberg’, onder auspi ciën van de Haarlemsche Bachvereeniging,

6 een concert met medewerking van ‘de heer Aan Heer en Mevrouw Tadema, met hartelijken Jacques Thibaud, violist uit Parijs’ die, na dank voor het heerlijke soupertje en hunne zoo een uitvoering van Brahms’ Eerste Symp vriendelijke ontvangst op 19 Feb. 07. honie, het Vioolconcert opus 64 van Felix W. Mengelberg . MendelssohnBartholdy speelde. Na de pauze volgde eerst de Ouverture Cyrano de Bergerac van Johan Wagenaar onder leiding van de componist (‘Eerste uitvoering’ vermeldt het programma), waarna Thibaud Bachs Chaconne speelde. Het concert werd besloten met de Walkürenritt uit Wagners Die Walküre.

Ook Thibaud signeerde het programma. Onder zijn portret schreef hij:

Merci et au revoir. En attendant un autre. Jacques Thibaud, Haarlem, 19 février 1907 .

Welnu, ‘un autre’ liet niet lang op zich Het door Tadema ingeplakte exemplaar wachten. Thibaud, die in 1905 een piano is vooral interessant vanwege de tekenin trio vormde met Alfred Cortot en Pablo gen die Mengelberg erin maakte. In de Casals dat wereldberoemd werd, keerde in eerste plaats een rake portrettekening van de komende decennia nog vele malen bij Thibaud met daarnaast een haastige krab de Tadema’s terug. Hij kwam in 1953, bel als zelfportret. De maestro is goed te enkele dagen voor zijn 73 e verjaardag, om herkennen. Verderop een portret en profil , het leven bij een vliegtuigongeval. getekend met zelfde snelle halen van de pen in paarse inkt, van een heer met bolle Max Reger wangen en een flinke neus. Cyrano mis Slaan wij de bladzij om dan zijn wij terug in schien? Eronder staat, in Mengelbergs 1914. Weer gaat het om een ingeplakt handschrift:

7 document, een brief van Generalmusik 1916 beschouwde Alma, die haar eigen direktor Dr. Max Reger. De brief, in oud vader al zeer vroeg had verloren, Reger als Duits handschrift, is met enige moeite te een vader. Toen ook haar moeder stierf in ontcijferen. De inhoud luidt als volgt: 1918, bleef zij verweesd achter in Europa.

Sehr geehrter Herr! Fräulein Alma Moodie, eine hochbegabte junge Geigerin möchte Ihre Schülerin werden. Sie kennen das junge Mädchen schon – ich möchte Sie bitten, sich des jungen Mädchens, das in keiner guten finanziellen Lage ist, recht anzunehmen; das junge Mädchen, ein Talent ersten Ranges verdient es sicher! Sie kennen ja das junge Mädchen schon. Mit besten Grüßen Ihr ergebenster Generalmusikdirektor Dr Max Reger Meiningen, Marienstrasse 6 I Thüringen, 3. Oktober 1914.

Hier rijzen allerlei vragen. Aan wie is deze brief gericht? Hoe is hij in Tadema’s ver zameling terecht gekomen? Wie was Alma Carl Flesch schrijft in zijn memoires dat Moodie? Het antwoord op deze laatste Reger haar in 1914 naar hem had verwe vraag brengt ons misschien op het goede zen, maar dat haar lessen bij hem pas na de spoor. oorlog hadden kunnen beginnen, omdat zij Alma Moodie, die in latere jaren dik Duitsland was ontvlucht. Na het einde van wijls bij de Tadema’s zou logeren, was een de oorlog nam zij alsnog les bij Flesch, die Australische violiste, volgens sommige haar als zijn beste leerling beschouwde. Zij bronnen geboren in 1898, hoewel elders had het vioolspelen in de oorlogsjaren ook het jaar 1900 wordt genoemd. In haar praktisch geheel opgegeven. Daaronder vaderland trad zij al op zesjarige leeftijd had wel haar spel, maar niet haar talent voor publiek op. In 1907 kreeg zij een geleden, vertelt Flesch. beurs om in Brussel te gaan studeren bij de Regers brief was dus kennelijk aan befaamde vioolpedagoog Oskar Back. Max Flesch gericht en zal via hem uiteindelijk in Reger (1873–1916) wierp zich, toen hij Tadema’s gastenboek terecht zijn geko haar solosonates van Bach had horen men. spelen, op als haar pleitbezorger. Hij roemde haar in een brief aan zijn brood Het duo Schnabel–Flesch heer, de hertog van SachsenMeiningen Op de volgende bladzijde daarvan zien wij (Reger was dirigent van het hoforkest van de handtekening van Flesch, naast die van Meiningen) als het grootste viooltalent dat de pianist Arthur Schnabel, met de datum hij ooit had ontmoet. Reger begeleidde 17 april 1915. Bij hun bezoek aan Haarlem haar in recitals en Alma trad op met het in april 1915 was Arthur Schnabel (1882– orkest onder zijn leiding. Tot zijn dood in 1951) 33 jaar, Flesch bijna tien jaar ouder. Zij vormden een onovertroffen duo en

8 waren wereldberoemd, vooral om hun Familien. Als hij op 26 juni 1927 (wij lopen interpretatie van Beethovens vioolsonates. even op de gebeurtenissen vooruit) weer De befaamde muziekcriticus van de New bij de Tadema’s heeft gelogeerd – ditmaal York Times Harold C. Schonberg gaf in op De Stee, het landhuis in Aerdenhout zijn boek The Great Pianists from Mozart to the van de familie Van Tienhoven – schrijft hij Present aan het hoofdstuk waarin hij Schna het volgende: bel behandelt de titel The man who invented Drei an der Zahl sind die unvergleichlichen Ei- Beethoven . Schnabel was de eerste die, in de genschaften des Streichquartetts und des beginjaren ’30, alle 32 pianosonates van Quartettspielens überhaupt: Beethoven op de plaat zette. Carl Flesch Erstens bedeutet es die edelste Form in die der werd wel de Schnabel van de viool ge Komponist den Fluss seiner Ideen giessen kann. noemd. Hij was van 1903 tot 1908 hoofd Zweitens bedeutet es für die Ausübenden selbst den leraar viool aan het Amsterdams Conserva höchsten Genuss des Empfindens und Spendens torium, trouwde in 1906 met de Neder zugleich. Drittens – und dies ist die Krone des landse Bertha Josephus Jitta en was nauw Ganzen – bedeutet es für mich einen ausgerechne- bevriend met Julius Röntgen. Het echtpaar ten Vorwand um alljährlich einige Tage in der Flesch verbleef van 1940 tot 1942 noodge Stee mit meinen Freunden Koos & Jan zu ver- dwongen in ons land nadat zij daar in mei bringen! 1940 waren verrast door de Duitse inval. Alma Moodie In november 1920 doet ook Alma Moodie haar intrede in het boek. Zij schreef:

For Mr. Tadema, in remembrance of the first, + I sincerely hope not last delightful day in his house. Alma Moodie .

Die hoop was niet ongegrond, zij keerde de volgende zomer al terug. Kennelijk logeer de zij toen ook enige tijd op ‘De Stee’ in Aerdenhout. Zij moet het daar heerlijk hebben gevonden, want zij schrijft:

”De Stee”, stay + stay. Is more necessary? Why seek words when the finest things are said in silence?

Zij ondertekende met ‘Alma M. Tadema’, een knipoog, lijkt het, naar de beroemde Engelse oom van haar gastheer, door haar Bij de signatuur van Flesch uit 1915 naam met die van hem te combineren. valt een merkwaardige opmerking van hem Ook de volgende zomer was zij weer in te signaleren. Terwijl Arthur Schnabel het ‘De Stee’. Zij tekende toen het boek for the houdt bij Mit schönsten Dank , schrijft Flesch, dearest people in the world . Kort tevoren moet die van joodse afkomst was: Es war gut und zij in contact zijn gekomen met de Zwit reichlich und nicht so fett, wie sonst in jüdischen serse zakenman Werner Reinhart, een

9 puissant rijke mecenas, weldoener van haar op 15 januari 1924, maar al in sep zulke uiteenlopende kunstenaars als Igor tember van datzelfde jaar liet Anna hem in Stravinsky, Rainer Maria Rilke, Arthur de steek. Twee jaar later waren zij officieel Honegger, Paul Hindemith, Ernst Křenek gescheiden. Křenek hertrouwde met een en Anton Webern. Reinhart introduceerde Weense actrice; Anna heeft het uiteindelijk haar bij Rilke, die verrukt was van haar tot vijf huwelijken gebracht. Bachspel. Haar Bach en zijn eigen Sonette an Křenek moet door Alma Moodie bij de Orpheus , schreef hij in een brief, waren als Tadema’s geïntroduceerd zijn. Zij gaf op 3 snaren van eenzelfde stem, ‘ wie zwei Saiten december 1925 in Amsterdam, met het derselben Stimme .’ Bij zijn begrafenis enkele Concertgebouworkest onder leiding van jaren later speelde Alma Bach. , de eerste uitvoering van Bijna jaarlijks was zij voortaan te gast zijn Vioolconcert, dat Křenek aan haar bij de Tadema’s. Soms verbleef zij meerde heeft opgedragen. Hij dateerde zijn re dagen of zelfs weken bij hen of op De enthousiaste en dankbare inscriptie in Stee. Steeds uitte zij haar dank in juichende Tadema’s gastenboek ‘ Haarlem, St. Nicolas bewoordingen. Op 7 september 1925 1925 ’, en schrijft: Es was so schön , daß ich schrijft zij vanuit Venetië een briefkaart ganz stark auf ein da capo hoffe! Zur Erinnerung With fondest love . De kaart is mede getekend an die Aufführung von ’ en dan volgen, met de door Eduard Erdmann (1896–1958), een tempoaanduiding ‘ allegro molto!!! (hoewel in Letse pianist die Alma dikwijls begeleidde, de gedrukte partituur Presto staat) de eerste voor het laatst op 4 maart 1943, drie dagen maten van zijn concert: voor haar overlijden. Ook de Duitse dirigent Hermann Scher chen (1891–1966) en de compo nist Arnold Schönberg (1874– 1951) tekenden op die kaart. Een kaart van haar uit Zwitserland, een paar jaar later, is mede getekend door Werner Reinhart, Ernst Křenek en Paul Hindemith. In WM 107 van december 2013 was te lezen hoe laatstgenoemde bij voorkeur in de trein placht te componeren. Křenek was een uiterst vruchtbaar Op deze briefkaart noteert hij bij zijn hand componist. In de tijd dat wij hem in Haar tekening: ‘ binnen de raamen blijven ’, een stukje lem tegenkomen werkte hij aan zijn opera Nederlandse tekst dat hem blijkbaar van Jonny spielt auf , die een enorm succes werd. zijn reizen was bijgebleven. Zijn muziek werd na 1933 in nazi De Oostenrijkse, later Amerikaanse, Duitsland verboden. In 1937 week hij uit componist Ernst Křenek, met wie Alma naar de Verenigde Staten, waar hij in 1945 korte tijd een verhouding had, was in 1900 het Amerikaanse burgerschap verkreeg. Hij in Wenen geboren. Hij bezocht de Tade stierf op 22 december 1991 in Palm ma´s in 1925. Kort daarvoor had hij Anna Springs. Zijn lichaam werd overgebracht Mahler, de dochter van Gustav en Alma naar Wenen, waar het in een eregraf van de Mahler, leren kennen. Hij trouwde met stad werd bijgezet.

10

In 1927 trouwde Alma met een Duit naast zijn handtekening een klein noten ser, met wie zij twee kinderen kreeg. Haar voorbeeld, afkomstig uit zijn ‘Zuiderzee man stelde zich in dienst van het naziregi symfonie’. Muck heeft deze symfonie, de me en trok zich weinig van zijn vrouw aan. zevende en laatste van de componist, in Zij vereenzaamde. Zij speelde allengs min Haarlem alleen op 26 februari 1924 uitge der en gaf zich over aan drank en stimule voerd. Kennelijk hebben dirigent en com rende middelen. Zij stierf in maart 1943 op ponist na afloop Tadema’s gastvrijheid 44jarige leeftijd. Aan haar schitterende en genoten. veelbelovende carrière – behalve Ernst Křenek droegen ook Stravinsky, Hinde Pierre Monteux mith en Pfitzner werk aan haar op, en zij Onze volgende scribent in Tadema’s boek concerteerde met alle grote dirigenten van is de grote Franse dirigent Pierre Monteux, haar tijd – rest tegenwoordig zelfs nauwe die zich echter – waag ik te veronderstellen lijks de herinnering. Haar viool, de Guarne – in de datering vergist. Hij dankt zijn gast ri del Gesù die ooit aan Fritz Kreisler toe gevers ter herinnering aan une soirée charman- behoorde, wordt thans bespeeld door de te chez des gens encore plus charmants en noteert jonge Deense violist Nikolaj Znaider. de datum 5 Janvier 1925 . Maar op 5 januari is het inmiddels 1926 geworden. Dat de Karl Muck dan vijftigjarige maestro zich hier vergist Karl Muck (1859–1940), de beroemde blijkt uit het feit dat kort na hem het Capet Zwitserse dirigent van Duitse afkomst, was Kwartet te gast is, met dagtekening 4 Février van 1920 tot 1925 naast Willem Mengel 1926, en souvenir à nos chers et délicieux amis J. berg eerste dirigent van het Concertge Tadema . bouworkest. Hij genoot wereldfaam. Voor Naam en faam van Pierre Monteux al in de Verenigde Staten, waar hij lange (1875–1964) zijn voorgoed verbonden aan tijd chefdirigent was van het Boston Sym Stravinsky’s Le Sacre du Printemps , waarvan phony Orchestra, was hij populair. Hij hij in 1913 de stormachtige wereldpremière stierf in maart 1940 op 80jarige leeftijd. dirigeerde. Vanaf 1924 was ook hij, na Karl Ook Muck heeft Tadema’s gastenboek Muck, gedurende tien jaar naast Willem getekend, maar een datum wordt niet ver Mengelberg eerste dirigent van het Con meld. Toch certgebouworkest, in welke positie hij in valt zijn 1934 werd opgevolgd door Bruno Walter. bezoek, dat Zijn aanwezigheid bij de Tadema’s in de in of om wintermaanden van 1925/26 is dus niet zo streeks 1924 verwonderlijk. Hij leidde op 5 januari 1926 moet hebben in Haarlem het Concertgebouworkest in plaatsgevon werken van onder anderen Brahms en den, wel na Debussy en was kennelijk na afloop, zoals der te date zovelen voor en na hem, bij de Tadema’s te ren. Onder zijn handtekening staat name gast geweest. lijk die van Cornelis Dopper (1870–1939), van 1908 tot zijn pensionering in 1931 Robert Casadesus tweede dirigent van het Concertgebouwor De Franse meesterpianist Robert Casade kest onder Mengelberg. Dopper noteerde sus (18991972), neemt in Tadema’s boek

11 een aparte plaats in. Hij en zijn vrouw ongetwijfeld een mooie avond geweest, Gaby, eveneens pianiste, zijn kennelijk want er volgen nog meer handtekeningen goede vrienden van de Tadema’s gewor en ook enkele maten uit een strijkkwartet den. Zij kwamen dikwijls terug en brachten van Mozart. soms vakanties door in Haarlem of Aer Voor Jan Tadema moet 12 februari denhout; verscheidene foto’s getuigen 1937 een hoogtepunt zijn geweest. Die ervan. Ook hun vanuit het buitenland avond speelt hij samen met Robert tijdens geschreven briefkaarten werden getrouwe een huisconcert vioolsonates van Brahms, lijk in het boek geplakt. Mozart en César Franck. Robert heeft van Robert was een telg uit een bekend alle drie de sonates de beginmaten geno muzikaal geslacht. Zijn ooms Henri en teerd. Trots heeft Jan Tadema, naast de Marcel Casadesus maakten enige tijd deel handtekening van zijn beroemde gast, deze uit van het kwartet van Lucien Capet, dat keer ook zelf zijn boek gesigneerd. dikwijls in huize Casadesus repeteerde. Het In 1948 wordt in Amsterdam het zes is niet onwaarschijnlijk dat Robert via tigjarig bestaan van het Concertgebouw Lucien Capet, die aan het Conservatoire de gevierd. Robert, die bij die gelegenheid ook enige tijd zijn leraar was, bij de wordt benoemd tot Commandeur in de Tadema’s terecht is gekomen. Hij was Orde van OranjeNassau, voert op 13 mei geboren in 1899 en begon zijn studie aan Beethovens Vierde Pianoconcert uit met het conservatorium op tienjarige leeftijd. het Concertgebouworkest onder leiding Zijn ontmoeting in 1922 met Maurice van Eduard van Beinum. Aan de voor Ravel en hun daaruit voortvloeiende avond van zijn optreden speelt hij met Jan vriendschap was voor hem van grote bete Tadema, thuis, sonates van Mozart en kenis. Niet alleen zijn vrouw Gaby, maar daags erna van Beethoven. ook hun beide zoons Jean en Guy waren In oktober van dat jaar vindt de eerste concertpianist. uitvoering in Amsterdam plaats van Casa Het eerste bezoek van Robert en Gaby desus’ eigen Tweede Pianoconcert, opus Casadesus aan Haarlem vond waarschijnlijk 37, dat onder leiding van Leopold Sto plaats in januari 1930. Robert is dan 30 kowski en met de componist aan de piano jaar. Zij tekenden het boek Pour Monsieur et eerder dat jaar in New York zijn wereld Madame Tadema en souvenir des délicieux mo- première had beleefd. Gewoontegetrouw ments passés chez eux à Haarlem . Robert no noteert Robert de eerste maten ervan in teerde er enkele maten bij uit een sonate Tadema’s boek. Ook nu weer staan Mozart van Scarlatti. De betrekkingen tussen de en Beethoven thuis op de lessenaar. Het beide echtparen moeten snel tot een hechte zou het laatste bezoek van Casadesus aan vriendschap zijn uitgegroeid. In september zijn Haarlemse vriend zijn dat in diens 1933 bezochten de Tadema’s hun Franse annalen is geboekstaafd. vrienden in Bretagne. In januari 1934 zijn Robert en zijn vrouw weer in Haarlem. In Dit artikel vormt een voorpublicatie van de facsi- het gastenboek heeft Robert snel de eerste mile-uitgave van Jan Tadema’s gastenboek met een vier maten van Robert Schumanns Piano verklarende tekst van Piet Wackie Eysten. Deze kwintet neergekrabbeld, Gaby schrijft uitgave zal vermoedelijk in het najaar bij Gibbon eronder: souvenir d’une bien belle soirée . Het is Uitgeefagentschap verschijnen.

12

Mengelberg kondigt zijn vertrek uit Nederland aan

Paul Zander ter Maat

Music discloses to us a reality above the senses; it is the in de Carnegie Hall te New York City. spritual world in which our better ego dwells. Na afloop van zijn halve seizoen Willem Mengelberg, New York City, 1928/’29 vertrok Mengelberg op zaterdag, 8 januari 1928. 19 januari 1929 weer uit New York met de Royal and United States Mail Steamer S.S. Willem Mengelberg was vanaf januari 1921 Majestic van de White Star Line te voor steeds een half seizoen gastdirigent Southampton. Deze stoomboot droeg de van het orkest van het National Symphony trotse naam van The Largest Steamer in the Orchestra, dat later dat jaar opging in dat van World. Was het de Passengers in the First The Philharmonic Society of New York. Als Class, Dr. Willem Mengelberg, Mrs. Willem zodanig was Mengelberg één der opvolgers Mengelberg, Miss M. Guenther, Mr. S. Botten- van , die van januari 1908 heim, wel bewust, dat reeds eerder een tot april 1911 dit orkest eveneens had steamer van de White Star Line evenzo de geleid. De meeste concerten vonden plaats genoemde eretitel droeg? Bleven zij er

Op 22 januari 1929 vierde Mengelbergs verzorgster Marianne G ünther in gezelschap van Willem Mengelberg en Sam Bottenheim haar verjaardag aan boord van de R.M.S. Majestic op de overvaart van New York naar Cherbourg. (coll. Zander)

13 misschien één minuut bij stilstaan, dat dit goedkeuring van Tilly Mengelberg op de zusterschip de Titanic is geweest, dat in de Chasa de complete huishoudelijke leiding nacht van 14/15 april 1912 op de maiden op zich, aangezien Madame Tilly hiervoor trip van Southampton naar New York geen ambitie had. Marianne Günther werd nabij Newfoundland een ijsberg ramde en in Zuort al ras die Hausärztin genoemd, wat zonk? des te belangrijker was, aangezien de Mengelbergs medereizigers waren zijn dichtstbijzijnde arts zijn practijk in Scuol echtgenote Tilly MengelbergWubbe, als had. In al deze functies bleef Marianne mede zijn verzorgster Marianne Günther levenslang aan de zijde van Willem Men en zijn impresario en particulier secretaris gelberg. Nadat deze in 1951 op de Chasa Sam Bottenheim. Een medepassagier was was overleden, werd Marianne Günther Dr. S. Levine met zoon, wiens naam on ingevolge testamentaire beschikking lid van middellijk doet denken aan de dirigent de Stiftungsrat der Willem Mengelberg-Stiftung James Levine (geb. 1943), die zich reeds in Hof Zuort. In deze functie bleef zij tot aan 1976 aan de Metropolitan Opera van New haar dood. In haar Nederlandse rouwad York had gebonden. vertentie vanwege de Stiftung kan men dit Tijdens de overvaart van New York bijzondere kenmerk lezen: Haar grote toewij- naar Cherbourg kreeg Marianne Günther ding en trouw zullen onvergetelijk blijven. In onze Birthday Greetings van de R.M.S. Majestic familie werd Tante Marianne een schat ge aangeboden, verbonden met een feestmenu noemd. van maar liefst acht gangen. Zij vierde Na de bevrijding in 1945 werd Marian namelijk aan boord op 22 januari haar ne Günther in Nederland het slachtoffer verjaardag. Een verjaardagsfoto, genomen van de haat tegen de Duitsers. Zij werd aan dek van de Majestic, toont de jarige in gebrandmerkt als een fanatieke Duitse nazi- gezelschap van Willem Mengelberg en Sam vrouwspersoon (‘Klavier’, 1968). Zij zou ver Bottenheim. antwoordelijk zijn voor de nationaalsocia Marianne Günther (overleden te Frank listische druk die op Mengelberg zou zijn furt am Main 1964) was de dochter van het uitgeoefend. Dit is een slinks verzinsel. bestuurslid van de CäcilienVerein te Deze druk werd reeds vanaf 1933 door een Frankfort, Oscar Günther (overleden op de andere fanatieke schuldige uitgeoefend. Chasa Mengelberg 1940). Willem Mengel Marianne had een broer, Dr. Alfred berg dirigeerde dit koor, naast het orkest Günther (overleden in Zams in Tirol van de Frankfurter MuseumsGesellschaft, 1991), die gedurende het Derde Rijk zijn van 1908 tot 1920. Nadien was hij daar ere betrekking als bedrijfseconoom in de dirigent. Marianne Günther was van huis industrie vanwege zijn standvastige weige uit een diacones. Gedurende de Eerste ring om lid van de NSPartij te worden, Wereldoorlog deed zij als rodekruiszuster had verloren. De Gestapo dreigde na de vanwege de Johanniter Orde dienst aan het ‘Endsieg’ met hem af te rekenen. Wij zien front. In juli 1917 kon zij voor het eerst hier dus niet het beeld van een ‘nazi twee weken met verlof op de Chasa Men familie.’ gelberg verblijven. Omdat zij na het einde van de oorlog zonder werk was, nam Wil De oversteek van New York naar Europa lem Mengelberg haar vanaf juli 1919 als verliep met de White Star Line steeds via zijn particuliere ziekenverzorgster en fysio Cherbourg naar Southampton. Willem therapeute in dienst. In 1923 nam zij met Mengelberg en Marianne Günther debar

14 keerden reeds in Cherbourg en vertrokken slaan. De Belastingen beweerden, dat Men van daar rechtstreeks via Luzern, waar zij gelberg vanwege zijn Nederlandse nationa Mengelbergs pleegdochter Ginette Elmiger liteit en tevens als ingezetene van Amster (overleden te Luzern 1986) ophaalden, naar dam, aldaar ook over zijn Amerikaanse en de Chasa Mengelberg in het Unterengadin. verdere buitenlandse inkomsten belasting Hier kwamen zij al op 29 januari 1929 aan. moest betalen. Dat bracht Mengelberg Sinds Willem Mengelberg de jaarwisseling danig in woede, juist ook omdat hij stelde, 1919/’20 alleen (!) voor het eerst in de dat dienaangaande in Nederland geen wet winter op de Chasa had gevierd, waren telijke regeling bestond. enige vacantieweken in het winterseizoen op de Chasa voor hem obligaat. Echtgeno te Tilly hield zich daarbij aanvankelijk volledig afzijdig, aangezien zij geen uitge sproken voorliefde voor de Alpen koester de en uiteraard al helemaal niet voor een verblijf in de winter aldaar. Mengelberg en Fräulein Günther ble ven tot 18 februari 1929 op de Chasa, dus hele drie weken. De jaarlijkse vacantiewe ken van Mengelberg in het winterse Unte rengadin waren voor hem in de „Ruhe und Stille” van de Val Sinestra een ware bron van „Erholung.” In de zomermaanden werd de stilte doorgaans toch sterk ge stoord door een vloed van gasten, waaron der vaak zichzelf uitnodigende logé’s ble ken te zijn, die zodoende veelal misbruik maakten van Mengelbergs opulente gast vrijheid. Reeds in 1924, toen de gastenlijst van de Chasa 38 gasten opsomde, dus logeergasten (!), creëerde Mengelberg het begrip Stinkgäste als tegenhanger tot de Stammgäste, die oprecht welkom waren. Graag had ik eens de lijst van kosten alleen van de keuken uit 1924 willen zien – het was beslist een schrikbarende kennisne ming geweest! Vanaf 21 februari 1929 dirigeerde Mengelberg weer het Concertgebouwor kest voor zijn tweede halve seizoen 1928/’29. De thuiskomst in Amsterdam was voor hem geenszins een puur vreug demoment. In tegendeel! Voor de deur stond bij hem de Nederlandse Belasting dienst, die thans de spijker op de kop wilde Kölner Tageblatt, 23 april 1929 (NMI)

15

Juist toen het conflict naar een climax Nederland te verlaten en zich blijvend in toeliep, ging Mengelberg met het Concert de Verenigde Staten van NoordAmerika gebouworkest op zijn tweede Duitsland zal gaan vestigen. Mengelbergs Uebersiedlung tournee. Tussen 22 april en 4 mei 1929 hängt damit zusammen, daß er in Holland auch concerteerde het orkest in Elberfeld, Düs für seine amerikanischen Einnahmen Steuern seldorf, Keulen, Gelsenkirchen, Frankfurt zahlen sollte. Infolgedessen verzichtet Mengelberg am Main, Hamburg, Berlijn en Magdeburg, auf seinen Wohnsitz in Holland und wird in dus in maar liefst acht plaatsen in zo’n seinem Vaterland nur noch Gastkonzerte geben. korte tijd. Groot was alom het echo in de Dat was kort, krachtig en duidelijk, en dit Duitse pers. De journalisten stonden in de stond zeker nog in geen enkel Nederlands rij voor een interview met Mengelberg. dagblad. Nog compleet vervuld van zijn belasting In Hamburg werd Mengelberg nog conflict, liet Mengelberg in zijn interviews duidelijker. Tegenover de journalist Franc zijn woede de vrije loop – in het buitenland Stefanowski van het ‘Hamburger 8 Uhr meende hij geen blad voor de mond te Abendblatt’ van 29 april 1929 verklaarde hoeven nemen. hij, dat hij sein Domizil von Amsterdam nach New York verlegen [wird], um nur die Einkünfte aus seiner dreimonatigen Anwesenheit in Holland zu versteuern. Aber auch hier glaubt der holländi- sche Fiskus im Recht zu sein und verlangt trotz- dem eine Gesamtversteuerung. Hierop verklaart Mengelberg woordelijk: Darum habe ich den Kontrakt gelöst [be doeld is zijn contract met het Concertge bouworkest]. Ich hoffe jedoch, daß alles wieder in Ordnung geht, denn ich hänge an Holland, am Concertgebouw. Mein Leben habe ich dort voll- bracht, meine ganze Arbeit der Heimat gewidmet (...). Mein Leben ist innig mit dieser Arbeit und mit Amsterdam verknüpft. Die Position war gut und interessant. Sie können sich vorstellen, daß man ohne weiteres eine derartige Leitung nicht aufgibt, wenn einen nicht andere Gründe zwingen! Wij weten, dat de zaak niet meer „in orde” is gekomen. Mengelberg was vanaf dit moment nog maar voor drie maanden per jaar gastdirigent van het Concertge Voorzijde van het programma van het concert in Elber- bouworkest. Daarmee hangt samen, dat hij feld op 22 april 1929. Op het programma stond onder zijn huis in de Van Eeghenstraat 107 te andere Doppers Ciaconna gotica (coll. Zander) Amsterdam sloot. Sedertdien bewoonde hij een suite in het Amstelhotel, samen met Reeds in Keulen verklaarde hij op 23 echtgenote Tilly en zijn verzorgster Mari april 1929, dus op de valreep vóór het anne Günther. Deze regeling bleef ge concert aldaar in de Messehalle, tegenover handhaafd tot Mengelbergs definitieve het ‘Kölner Tageblatt’, dat hij van plan was vertrek uit Nederland in mei 1944.

16

Mengelbergs tweede Duitslandtournee tijdens de Duitse tournee ook een gevoel vond vanwege het grandioze succes in de van naijver deed onstaan, zeker niet het Duitse dagbladen een enthousiast echo. laatst bij Toscanini, Mengelbergs mede Het zou echter naïef zijn te verwachten, dirigent, alsmede bij het orkest. En was het dat deze luide loftuitingen niet ook in New wel zeer diplomatiek om de Nederlandse York gehoord en gelezen zouden worden. perikelen zo overduidelijk aan de pers toe De ‘Musical Courier (Weekly Review)’ te te vertrouwen? Daarop moest in New York New York bericht in zijn uitgave van 9 toch wel een reactie ontstaan. Toen november 1929 in grote opmaak: Mengelberg op 28 november 1929 weer Mengelberg Conquers Germany. With His voor zijn halve concertseizoen 1929/’30 Orchestra the Great Dutch Conductor Receives voor het Philharmonic Orchestra stond, Endless Ovations in Cities of the Fatherland. kreeg hij daarvan al een voorgevoel. Over Concertgebouw Orchestra Called World’s Great- de verdere ontwikkeling in een volgende est. bijdrage meer. Let wel: „(...) of the Fatherland.” Hield men Mengelberg in de Verenigde Staten misschien toch voor Duitser? De ‘Musical Voor deze bijdrage kon gebruik worden gemaakt Courier’ leverde uittreksels uit maar liefst van aantekeningen over persoonlijke gesprekken 21 Duitse dagbladen. Muzikaal New York met de volgende leden van de Mengelbergse Stif- kwam zodoende ook op de hoogte van tungsrat: Ginette Elmiger (1896–1986) te Lu- Mengelbergs overweldigende successen, zern, Marianne Günther (1892–1964) op Hof maar ervoer tevens, dat hij zich metter Zuort, en Ellie Bysterus Heemskerk (1889– woon in New York zou gaan vestigen. 1987) te Amsterdam. Buitendien kon inzage Mogelijk veroorzaakte deze wetenschap genomen worden in stukken uit particuliere collec- aldaar enige nervositeit. Maar we kunnen ties. ervan uitgaan, dat de enorme successen

Bij Doppers zestigste verjaardag

Dopper’s groot talent als componist herin componist hier zijn eerste waardeering nert mij aan onze schilderschool der zeven heeft gevonden. tiende eeuw. Hij is door en door Nederlan der, in melodie en kleur, in ernst en humor de typisch Hollandsche meester. Als zoodanig behoort hij tot de meest begaafde onder onze musici. Voor het Concert gebouw zal het van historische beteekenis blijken te zijn, dat Cornelis Dopper aan Uit het programma van het eerste deze instelling verbonden is geweest en als Dopper-feestconcert, 27 februari 1930

17

1870 Cornelis Dopper 1930

Rudolf Mengelberg

Op 7 Februari heeft Cornelis Dopper den moeten wij in de eerste plaats van zijn dag mogen herdenken, waarop hij zestig groote beteekenis als Nederlandsch componist jaar geleden te Stadskanaal werd geboren. gewagen. Deze beteekenis is minder te zien De laatste twintig van de afgeloopen zestig in het feit, dat hij hier en daar gebruik jaren was hij verbonden aan het Concert maakte van melodieën der Hollandsche gebouw. Terwijl wij deze beide feiten rele folklore of muziek schreef op Nederland veeren, staat dit leven plotseling voor on sche teksten, dan wel in het algemeene zen geest in zijn organi karakter van zijn kunst. schen groei, in zijn Deze kunst is in wezen natuurlijken en breeden Nederlandsch. Haar stijl opzet gelijk een sym is bepaald door de Hol phonisch monument landsche natuur, door van den componist: de Hollandsche bescha twintig jaren van kinds ving en door de speci heid, school en jeugd, fieke geesteshouding twintig jaren van zoeken van de Nederlandsche en zwerven, waarbij de persoonlijkheid. De kunstenaar zijn creatie soberheid en stoere ve talenten hoe langer plastiek van een Dop hoe meer ontplooit, perthema is even op twintig jaren dan van merkelijk als het har vastberaden, opbou monische weefsel dat de wend werk, als lid en verschillende stemmen leider eener gemeen vereenigt. Ofschoon schap, als paedagoog en Dopper in technisch toondichter op de opzicht een volgeling is hoogte van stof en der 19de eeuwsche vormbeheersching. Met school, ofschoon hij van sympathie en bewonde Portretfoto uit het programmaboekje van het Berlioz en Wagner veel ring deze ontwikkeling tweede Dopper-feestconcert op 2 maart 1930. heeft geleerd en later volgend, zijn wij vervuld ook Strauss en Mahler van de innige hoop, dat het Dopper gege door en door heeft verwerkt, houdt zijn ven moge zijn, de Finale van zijn levens muziek innerlijk toch weinig verband met symphonie even krachtig en opgewekt te deze meesters. Want de Romantiek, waarin voltooien als hij het als toondichter zoo zij allen diep zijn geworteld, is aan Dopper vaak heeft gedaan. geheel vreemd. En het aromantische van Wanneer wij Dopper’s verdiensten Dopper’s natuur komt in den stijl van zijn voor de toonkunst willen omschrijven, dan muziek tot uiting: in de vorming van zijn

18 melodie, in zijn harmonisch stelsel, in de evenzeer uit naar den kant van de geheele bouw en ontwikkeling van het tooneelmuziek (hij schreef o.m. drie ope kunstwerk. Dopper’s melodische gegevens ra’s), als naar den kant van de koor en zijn meestal rechtlijnig, soms hoekig en kamermuziek. De vijfde symphonie zelfs – stijf. Zij worden vaak gekenmerkt door een Symphonia Epica – is een grootsch aangelegd prægnant rhythme en typische, scherpe koorwerk met soli en orkest op den eersten wendingen. Groote deining, hevige uiterlij zang van de „Ilias”. ke bewogenheid treft men slechts bij hooge Een heel eigen plaats in Dopper’s kunst uitzondering aan. In de harmonische vor moet met aan zijn verschillende werken ming is de voorliefde voor de oude kerk voor kinderkoor met orkest toekennen. Zij toonsoorten opmerkelijk; zij worden door beteekenen voor Dopper hetzelfde als de den componist op ongezochte en oor liederen in de kunst van Gustav Mahler: de spronkelijke wijze toegepast. Daarentegen vorm waarin de inspiratie van den compo is het chromatische element zeer weinig nist haar eerste en meest oorspronkelijke ontwikkeld. In ’t geheel ontbreekt de zin gedaante heeft aangenomen. En hier in de voor tusschenkleuren, voor gevoelige over kinderkoren openbaart zich dadelijk en gangen, voor het in elkaar laten vloeien van overtuigend Dopper’s oerHollandsche verschillende groepen. Dit is ongetwijfeld natuur, die met eenvoudige middelen uiting een kenmerk van den primitieven kern van geeft aan de geheimen van den vaderland Dopper’s kunst. Alhoewel hij de moderne schen grond, aan de vreugde en het leed gedifferenciëerde techniek tot in alle on van het volk en die zoodoende tot elk derdeelen beheerscht, krijgt deze toch in ontvankelijk gemoed onmiddellijk spreekt. hare toepassing door den componist een De waarachtigheid en oorspronkelijkheid, nieuw en eigen karakter. Er ontstaat een de groote eenvoud, die den toondichter nieuw geluid van groote frischheid en kenmerkt – ziehier het Leitmotiv van daarbij eene, niettegenstaande de meester Dopper’s heele werkzame leven. Als pae lijke vakkennis, soms naïeve onbeholpen dagoog evenzeer als als dirigent heeft hij heid. Ook in de muzikale structuur zien wij een absoluut vertrouwen gevonden door hetzelfde symptoom: de stugge, even op zijn zuivere menschelijkheid gepaard met rechte als eigenwillige wijze waarop de een steeds grondige beheersching van de gedachten worden ontwikkeld, het onbe materie. Velen hebben ervan geprofiteerd, kommerde naastelkaarplaatsen van de velen zijn er hem innig dankbaar voor. gegevens – dit alles zijn kenmerken van Maar bovenal is het het Concertgebouw, den onafhankelijken en bij alle eruditie dat aan Cornelis Dopper als mensch en als toch zeer eenvoudigen geest van den kun kunstenaar diepe en blijvende erkentelijk stenaar. Dopper toont hierin een zekere heid verschuldigd is. verwantschap met Anton Bruckner. Beiden Uit het programma van de Dopper-feestconcerten geven uiting aan een primitieven kern van van 27 februari en 2 maart 1930 in het Concert- hun volksaard: Bruckner aan het katholie gebouw in Amsterdam. ke, romantische Oostenrijk, Dopper aan het protestantsche, realistische Nederland. De twee hiernavolgende pagina’s laten zien hoe de Dopper’s groot œuvre omvat composi destijds bekende tekenaar Onkel Hausfrau zich ties op alle gebieden. Toch vormen zijn door dit artikel en de foto heeft laten inspireren. talrijke orkestwerken wel het hoogtepunt (Programmacollectie Willem Mengelbergarchief, van zijn scheppen. Maar dit breidt zich Nederlands Muziek Instituut)

19

linkerpagina

20

rechterpagina

21

Bij Doppers zestigste verjaardag Collegiale hulde aan Dopper

Een typische Hollander onder onze com Bij het aanhooren zijner muziek krijg ik ponisten is voorzeker Cornelis Dopper. In het gevoel, alsof Dopper zeggen wil: de provincie geboren, kreeg hij „Zoo ben ik. Bevalt het U, dan is het van zelf de gezonde werkelijkheidszin van goed; zoo niet.... ik kan het niet helpen, ik onze noordelijke landgenooten mede, was ben niet anders.” en bleef wars van alle „pose”, deed niets voor den schijn en – ofschoon hij lang in En eene dergelijke eerlijkheid heeft het buitenland verkeerde en daarna, te recht op onze waardeering. Het is mij Amsterdam, zich voortdurend bewoog daarom recht aangenaam, ook mijn gering tusschen kunstenaars van alle nationalitei deel bij te dragen in de hulde, die den zoo ten en van allerlei richtingen – behield hij verdienstelijken collega, bij het bereiken steeds zijne sterkpersoonlijke eigenschap van zijn zestigste jaar toekomt. pen. Moge hij nog lang de kunst dienen in Geldt dit voor den maatschappelijken zijne belangrijke werkzaamheid bij het mensch, nog in sterker mate kan met het Concertgebouw en in zijne rusttijden nog zelfde zeggen van den componist Dopper. menig Nederlandsch werk ontwerpen en Zijne „Amsterdamsche” Sinfonie en vele scheppen. andere werken zijn, zonder voorbehoud, Nederlandsch. Zijne lyriek bezit de rust en kalme ro mantiek van ons land; zijne stijgingen en hoogtepunten zijn krachtig, zonder ner veuze overdrijving. En zijn populair feestelijke uitingen getuigen van de „oubol ligheid”, die den Hollander van vóór den oorlog (beter nog: van de vorige eeuw) eigen was. Door dit laatste vooral is Dop per een echte vertegenwoordiger van zijne generatie. – Daarbij blijkt uit alles de be heersching van den componist, die struk tuur, harmonie, polyphonie en instrumen tatie geheel meester is. Leerde Dopper in zijne Concertge bouwfunctie alle richtingen in de orkest Pierre Monteux en Cornelis Dopper (NMI) muziek kennen, staat hij tegenover alle stroomingen onbevangen en met ruime In dit leven, waarin men zooveel wonder opvattingen – tenslotte blijft hij in eigen baarlijke en zeldzame dingen beleeft, is de uiting steeds zichzelf en opendeop: Hol- vriendschap een der zeldzaamste en kost lander . baarste.

22

Toen ik, zes jaar geleden, bij mijn ter gelegenheid van zijn zestigsten verjaar komst te Amsterdam kennis maakte met dag, in Cornelis Dopper den grooten en Cornelis Dopper, kreeg ik terstond den toch zoo bescheiden musicus te huldigen, indruk dat ik een man voor mij zag, die een den veelzijdigen en fijnen geest, den vol waarachtig vriend zou kunnen worden. maakten collega en den waarachtigen Thans, na zes jaren van gemeenschap vriend. pelijken arbeid, blijkt het dat mijn eerste gevoel mij niet heeft bedrogen en met een zeer oprecht genoegen grijp ik de kans aan die mij wordt geboden om, bij dit jubileum

Anton Webern over het Concertgebouworkest

Begin maart 1914 was Arnold Schönberg naar het Concertgebouw gekomen om zijn Fünf Orchesterstücke te dirigeren. Anton Webern, die mee was gegaan, beschreef zijn indrukken drie dagen na het concert, terug in Wenen, in een brief aan zijn vriend Heinrich Jalowetz, die ook bij Schönberg had gestudeerd.

Ich sag’ Dir, ich weiß jetzt erst was ein Orchester ist. Der Klangsinn dieser Leute, die hohe musika- lische Kultur dort, das ist prachtvoll. Wie dieses Orchester Schönbergs Stücke gelesen hat ist rätsel- haft. Diese Sauberkeit, diese Virtuosität bis zum letzten Schlagwerker, diese rhythmische Präcision, alles unerhört. Die Streicher klingen wunderbar; nicht so schön wie unsere hier (Opernorchester) aber sehr vornehm und natürlich unvergleichlich besser als alle in Deutschland. Das ist überhaupt verloren für die Musik. [...] Kurz ich bin ein andrer Mensch geworden in dieser letzten Zeit. Neue Möglichkeiten für Ausführbarkeit und ich weiß jetzt erst was musicieren ist, was ein Orchester ist. Ein musika- lisches Läuterungsbad. Dieses Orchester. Die Dirigenten Mengelberg und Dopper – der letztere dirigierte im Konzert eine Mozart-Symphonie und die VIII. Beethoven – sind famos. Glänzende Uit: Ernst Lichtenhahn (red.), Musiker. Das deutsche Musicieren ist der reinste Anton Webern – Briefe an Heinrich Jalowetz Humbug das weiß ich jetzt. Mainz 1999, blz. 294v.

23

De Ciaconna gotica en de ‘Zuiderzee’symfonie Mengelberg dirigeert werken van Dopper

Johan Maarsingh

De discografie van Willem Mengelberg tijdens een concert op 25 maart 1943, toen bevat opnamen van twee composities voor het vioolconcert van Dvořák met Maria orkest van Cornelis Dopper (1870–1939). Neuss werd opgenomen. Op de CD De bekendste hiervan is de aan Mengelberg uitgave van Audiophile Classics (APL en het Concertgebouworkest opgedragen 101.554, met werken van Voormolen en Ciaconna gotica uit 1920. Dopper) staat als opnamedatum 25 maart 1943 vermeld. Op de uitgave van Archive Documents (Mengelberg Edition, deel 13) staat die datum niet, maar de twee CD’s bevatten wel exact dezelfde inhoud en laten allebei veel meer ruis horen dan de CD’s die als opnamejaar 1940 vermelden. Ook ontbreken op deze twee CD’s typi sche elementen die horen bij een live opname. Er is geen geluid vanuit het pu bliek waarneembaar, zelfs geen kuchje. De twee tikjes van Mengelberg, voorafgaand aan een uitvoering, zijn ook niet opgeno men. Dat komt echter vaker voor. Beide CD’s komen net boven de 19 minuten uit, vergelijkbaar met de plaatopname uit 1940. Volgens een overzicht van radioopnamen De Ciaconna gotica op een latere Telefunken -LP in het Nederlands audiovisueel Archief van Mengelberg maakte hiervan op 9 april 1999 bedraagt de speelduur van de uitvoe 1940 een plaatopname voor Telefunken. ring uit 1943 echter ruim 21 minuten. Daar Dit is de allereerste plaatopname van een kan moeilijk twee minuten applaus bij van Doppers composities. Hij is op CD zitten. Het volgende overzicht toont de uitgebracht op diverse labels (Teldec in klinkende speeltijd, dus zonder de plaatruis 1988; Audiophile Classics APL 101.541, aan het einde van de opname. ‘Dutch ’). De Ciaconna gotica maakt ook deel uit van de 3CDset met label nummer duur Mengelbergopnamen van Andante. Een Andante 2966 19 ’47 ” fraaie klank en een grote hoeveelheid ach Teldec 8.44157 19 ’21 ” tergrondinformatie maken deze set tot een Audiophile APL 101.541 19 ’21 ” must. Het is een uitgave uit 2003, maar hij Classics is via diverse internetwinkels nog te koop. Archive ADCD 119 19 ’08 ” Op CD zou ook een latere opname zijn Docum. uitgebracht. Een liveopname gemaakt Audiophile APL 101.554 19 ’08 ” Classics (“2531943”)

24

Opvallend is het verschil in speeltijd de Zevende symfonie, met de bijnaam tussen de uitgave op Andante en de overige ‘Zuiderzee’. Mengelberg dirigeerde hiervan CD’s. Wat maakt het verschil? Zekerheid is op 18 april 1918 de wereldpremière. Dop niet te geven. Bij de uitgave door Andante per zelf leidde het werk in Amsterdam zijn geen langere pauzes tussen de 78t voor het eerst op zondag 24 november van plaatkanten te beluisteren. Ook verstrijken datzelfde jaar. Het was tijdens dit concert er nauwelijks twee seconden voordat de dat na Doppers symfonie muziekrecensent muziek begint. Het lijkt erop dat Andante luidkeels „Leve de platen wat langzamer heeft afgespeeld Sousa!” riep. De symfonie verscheen als dan Teldec, en dat voor de vermeende gedrukte partituur bij F.E.C. Leuckart in opname van 1943 een set slechtere exem Leipzig. plaren is gebruikt, die bovendien wat snel We hebben nu de radioopname van 8 ler zijn afgespeeld. december 1940, maar aanvankelijk stond Er is in deze plaatopname een geluid te een uitvoering gepland voor zondag 10 horen dat duidelijk niet in de partituur november van dat jaar. Omdat niet kon staat. Tot twee keer toe lijkt er op het or worden voldaan aan de door de uitgever kestpodium iets te vallen. Luister maar bij gestelde voorwaarden, moest de uitvoering Andante op 12’00” en 12’11”. In de parti worden uitgesteld. Besloten werd op 10 tuur is dat op blz. 34 net voor cijfer 29 november de Vierde symfonie van Robert (12’00”) en circa tien seconden later nog Schumann te programmeren. Deze zou eens. De geluiden komen ook voor op de oorspronkelijk op 8 december zijn ge andere CDuitgaven, inclusief die van de speeld. zogenaamde liveopname uit 1943. Had Dopper de Ciaconna gotica opgedra gen aan Willem Mengelberg en het Con eerste tweede certgebouworkest, de Zevende symfonie CD-uitgave keer keer droeg hij op aan Karl Muck (1859–1940). Anda nte 12 ’00 ” 12 ’11 ” Teldec 11 ’42 ” 11 ’56 ” APL 101.541 11’ 42 ” 11’ 56 ” ADCD 119 11’ 36 ” 11’ 49 ” APL 101.554 11; 37 ” 11’ 50 ”

Conclusie: Er is maar één opname van Doppers Ciaconna gotica onder Mengelbergs leiding op CD beschikbaar: de Telefunken opname van 9 april 1940! De opname van 25 maart 1943 is vermoedelijk nog in het archief van de Nederlandse Publieke Om roep aanwezig en van onvoldoende techni sche kwaliteit om uit te zenden of op CD uit te brengen.

De ‘Zuiderzee’-symfonie Het tweede werk van Dopper waarvan we Dopper en Muck in Zandvoort, 28 maart 1923 een opname onder Mengelberg hebben is (NMI)

25

Deze dirigent heeft in de periode 1921– Mengelberg heeft een autograaf van 1926 veelvuldig het Concertgebouworkest deze symfonie ontvangen, waarin Dopper gedirigeerd, als eerste dirigent naast Men de titels van de liederen die hij in de sym gelberg, die in die periode in de Verenigde fonie had verwerkt heeft genoteerd. Zo Staten van Amerika verbleef. noteert hij ook The harmonious Blacksmith Muck en Dopper waren goede vrien van Händel, een melodie die klinkt in het den en Muck heeft Doppers Zevende derde deel. Van de ‘Zuiderzee’symfonie symfonie een aantal keren in Hamburg heeft Hubert Wendel een heel fraai klin uitgevoerd. Bij de eerste uitvoering aldaar kende CD op de markt gebracht. reageerde het publiek geestdriftig. Volgens het concertarchief op de web Het Concertgebouworkest speelde deze site van het Koninklijk Concertgebouwor symfonie voor de laatste keer op dinsdag kest is de Ciaconna gotica het laatste werk 19 oktober 1943, tijdens een volksconcert van Dopper geweest dat het orkest heeft onder leiding van Jan Koetsier. O Neder- uitgevoerd. Dit was bij een concert onder land, let op u saeck is een van de liederen die leiding van Eduard van Beinum op 23 Dopper in deze symfonie prominent laat december 1951. Het Concertgebouworkest klinken. In 1943 was er veel om op te heeft met andere woorden al meer dan letten. Blijkbaar kon deze symfonie, on zestig jaar geen enkel werk meer uitgevoerd danks de vele melodieën uit Valerius’ Ne- van de man die jarenlang tweede dirigent derlandtsche gedenck-clanck , er voor de bezet van het orkest was en die in zijn eigen tijd ter nog wel mee door. Het zou moeilijkhe door vriend en vijand als een van de kun den hebben opgeleverd als Dopper de digste Nederlandse componisten werd melodie van het Wilhelmus erin had ver beschouwd. werkt.

Doppers aantekeningen in de autograaf van de Ciaconna gotica De potloodbiecht van een ongelukkige muzikant

Ronald de Vet

Cornelis Dopper heeft zijn handgeschreven Aan Willem Mengelberg partituur van de Ciaconna gotica (gedateerd den muzikalen Vergilius, die de daad bestond om augustus 1920) aan Willem Mengelberg mijn muzikaal Inferno tot klinken te brengen. geschonken. Deze heeft het stuk de eerste Ook de autograaf bevat deze opdracht, jaren in binnen en buitenland (Hamburg, gedateerd november 1921. Het woord New York) hieruit gedirigeerd. De gedruk „inferno” duidt op een sombere betekenis te uitgave verscheen in 1923 bij Rahter en van het stuk, die gaandeweg de partituur draagt de opdracht „Willem Mengelberg duidelijk wordt. Dopper heeft namelijk bij und dem Orchester des Amsterdamer veel passages met potlood bovenaan de Concertgebouw gewidmet”. Binnenin heeft pagina de gedachte genoteerd die hij erin Dopper er een persoonlijker opdracht aan wilde uitdrukken. Deze toelichtingen lijken, toegevoegd:

26 gezien het wat veranderde handschrift, van later datum te zijn dan het manuscript zelf. Doppers leven ging niet over rozen. In zijn biografie Schitteren op de tweede rang maakt Joop Stam aannemelijk dat Dopper in Stadskanaal, na een buitengewoon ar moedige jeugd, als achttienjarige na de dood van zijn moeder een kind had ver wekt bij de 32jarige dienstmeid in het logement van zijn (al eerder overleden) vader, en dat dit hem zijn leven lang een enorm schuldgevoel heeft bezorgd. Een huwelijk met zijn grote liefde Sophie Zim mermann (het jongste zusje van zijn goede vriend Louis) in Amsterdam werd door haar oudere zus en haar moeder tegenge houden, vanwege zijn lage komaf en van wege de roddels over het onwettige kind. Hij trouwde in 1909 met de zestien jaar jongere altzangeres Henriëtte Siedenburg. Het huwelijk hield maar tien jaar stand. Vanwege de aanhoudende kritiek in de pers op Doppers kwaliteiten als dirigent en de daaraan gerelateerde affaires rond Matthijs Vermeulen en Evert Cornelis besloot het bestuur dat hij met ingang van het seizoen 1919/’20 geen tweede orkestdirecteur meer Deel van de l aatste pagina van de autograaf (NMI) was en geen abonnementsconcerten meer mocht dirigeren. Dopper voelde zich ver daarvan ben ik bij U, Mengelberg, overtuigd) zal nederd en raakte aan de drank. Zijn vrouw, over deze potloodbiecht niet lachen. die hij zijn leven lang zeer genegen is ge Ten behoeve van een beter begrip van bleven, verliet hem. De scheiding werd uit de Ciaconna gotica geven wij hieronder gesproken op 11 mei 1920, terwijl het Doppers toelichtingen weer. Van de 68 Mahlerfeest in volle gang was (er was die nummers uit de handgeschreven partituur dag geen concert). Twee maanden later zijn 16, 23–28, 36–37, 41–42, 46–47 en 57– Ciaconna gotica stond de op papier. De titel 65 geschrapt. Wat er overblijft komt luidde Tema met veranderingen – Confessio precies overeen met wat in de gedrukte [biecht] met eronder Chaconne en links de uitgave staat. De laatste kolom in de tabel tempoaanduiding Adagio mesto [droevig], con geeft het moment waarop de bedoelde molta tristezza . Op de laatste pagina, achter passage begint op de CD van Teldec. Op de slotmaat, schreef hij: www.imslp.org kan een PDFbestand van Als ik uitgelachen wordt omdat ik mijne noten een Evert Cornelis’ exemplaar van de gedrukte raam gaf komt dat, omdat mijne muziek niet be- uitgave worden gedownload ( Composers > grepen wordt. Die mijne muziek begrijpen (en Do > Dopper > Ciaconna gotica ).

27

Deel van bladzijde 55 uit de autograaf van de Ciaconna gotica (Willem Mengelberga rchief, inv.nr. 230a, NMI) partituur tekst in autografe partituur CD aut ogra af gedrukt blz nr blz nr 7 5 9 5 tot hier is het een pogen om met het zorgen tema iets te begi nnen 2’18 7 6 9 6 vanhier wordt dit pogen op ge geven en begint de confe ssie. 2’34 10a 8 13 8 .. als een glimlach van een jong meisje met droeve oogen 3’12 10b 10 14 10 humor met een smart als alsem 3’ 51 15 14 16 14 het fatum – de sphinx 4’40 18 16 het bittere leed... door den kunstenaar in een Kunstwerk omgezet 19 17 21 16 (poetische zorgen) en smarten 5’30 22 20 24 19 worden in slaap gewiegd 6’51 23 22 27 21 en ter ruste gebracht 8‘32 In de gedrukte uitgave schrijft Mengelberg hierbij: der „Marsch” zum Grabe von der Geburt an 25 23 altijd donker – altijd somber 26 25 ... een obsessie, een nachtmerrie die niet ophoudt 30 28 een smart als een vloek 30 29 28 22 woede nd en ongebonden op het noodlot 9’00 36 33 33 26 heftige zielesmart 9’38

28

37 33 33 26 hoe was het toch vroeger? 10’38 39 36 de arme muziekant – 40 37 de absolute stilte (de dood) is nog het beste 41 38 34 29 nog eens te toonen wat men met kla nken kan toov eren? 11’46 Bijschrift Dopper, bij de harpen: glinsterend bij de klokjes: als vuurvonken 44 40 40 31 .... maar het Noodlot laat zich niet afweren 12’29 47 43 42 32 men moest zelf een duivel kunnen zijn 12’59 Bijschrift Mengelberg : sarcastisch – als een grijns 48 44 43 33 ... ondanks de rijkdom der harmonieën en melodiën is mijn leven 13’15 49 stil en eenzaam – zeer eenzaam 50 46 eeuwig en eeuwig steeds dezelfde smarten waarmede ik opsta en naar bed ga – 51 47 waarom niet het graf? 52 47 vragen die niemand beantwoord en daa rdoor vervelend zijn 53 48 45 35 ook woest zijn en woest doen? bij Bacchus gaan? 13’55 55 50 47 37 of bij Venus, mooie meisjes in de armen nemen . 14’16 een donkerrood getinte kamer met een mooi Perzisch tapijt. Bourgogne drinken en een meisje hebben? [tussen de noten, handschrift van Dopper, zie afbeelding:] (zwoele met odeuren bezwangerde geuren) zijden kussens – half donker – zinnelijk 64 56 53 43 het was een mooie droom 16’32 64 57 maar de werkelijkheid is anders, echt 65 57 hollandsch nuchter – men moet werken – iedere dag zich scheren – netjes en 66 58 fatsoenlijk zijn – beschaafd – het Fatum komt toch wel. 67 60 men kan zich voor werken suggereeren 68 dat de wereld nog niet zoo ellendig is. . . 69 62 Maar als men oud wordt ve rliest men toch zijn tanden en wordt het leven een last [ ?] en een kwaal. 71 64 – waarom zijn we dan in Godsnaam geb oren? Bijschrift Mengelberg : wild – woest 72 65 geen antwoord – altijd mysterie – 73 65 religie? – philosophie? Bijschrift Dopper onderaan de pagina: (eigenlijk moest deze basmelodie heel langzaam als een koraal worden gespeeld – maar dan duurt het stuk nog langer) 74 66 54 44 – toch was er vee l moois. 17’05 en waarom dan niet ook mooi – Bijschrift Mengelberg : Hemelsche muziek 75 66 54 44 – niet leelijk – afscheid te nemen? 75 67 54 45 ’t is droevig en we emoedig 17’35 76 67 54 45 zelfs heete tranen heeft het gekost .... 68 46 maar het was toch een mooi 18’17 77 68 54 46 en onbereikbaar – droomleven ––

29

Concertrecensies van werken van Cornelis Dopper

Uit het Nederlands Muziek Instituut en uit de KB

Alle hier besproken uitvoeringen stonden onder leiding van Willem Mengelberg. Ten zij anders aangegeven betreft het Doppers Ciaconna gotica , uitgevoerd door het Con certgebouworkest. Buiten Nederland heeft Mengelberg nooit een ander werk van Dopper uitgevoerd. Alle recensies zijn af komstig uit het Willem Mengelbergarchief van het NMI, tenzij anders aangegeven.

Den Haag, Gebouw voor K. & W., 28 februari 1916. Oud-Nederlandse suite, georkestreerd door Dopper. Het Vaderland , 29 februari 1916 Toen volgde een Paduanen en Gaillarden Suite, waarover ik dankbaar naar ’t pro grambijschrift verwijs, te meer daar de componisten Borghgrevinck, Benedictus Grep en Nicolaas Gistow het tot den ge wonen lexicon niet gebracht hebben. De Titelpagina van de Oud -Nederlandse suite in Doppers Vereniging voor NoordNederlandsche orkestratie (NMI) Muziekgeschiedenis heeft ze opgediept, en Cornelis Dopper bewerkte de dansen voor Nieuwe Rotterdamsche Courant , 29 februari een orkestsamenstelling, die heel gepast 1916 mag heeten. In den beginne werkte al die De merkwaardige muziek van de oud naïefhuisvaderlijke deftigheid wat duf en meesters Melchior Borchgrevinck, Ni ze rook naar het stof der historie. Dopper’s colaus Gistow en Benedictus Grep uit wier instrumentatie, waarin de blazers, inzon Paduanen en Gaillarden Cornelis Dopper derheid de hobo’s en de hoorns, zeer ka een Suite samenstelde, verplaatste ons in rakteristiek kleuren en karakterteekenen, een zoo geheel andere muzikale sfeer dan heeft me het meest geïnteresseerd. Het was waaraan we in onzen tijd gewoon zijn ge goed gezien, met de beide Allegri te eindi worden en waaraan we min of meer ont gen, om de oubollige humor, de geest van groeid zijn. Toch bleek ze meer dan histo vermakelijke levenslust en de voor den tijd rische waarde te hebben, zulk een eenvoud wel hoogst eigenaardige rhythmische wer doet wel eens goed en de samensteller kingen, die er in voorkomen. Typisch dat heeft er zich in geen geringe mate verdien die meer Noordelijke kunst al liebäugelte, stelijk mede gemaakt, vooral daar het kleed niet soms uitwees naar de Zuidelijke. waarin hij ze stak, zoo van goed begrip van A. de Wal den eigendommelijken stijl getuigt.

30

Amsterdam, Concertgebouw, 24 april thema’s in het oog loopt. Over het alge 1919. Zevende symfonie (‘Zuiderzee’). meen wortelt alles in deze symphonie op Het Vaderland , 25 april 1919 nationalen bodem, en zeker niet het minst Ofschoon de heer Matthijs Vermeulen in de beide middengedeelten, de humoreske een stukje in De Telegraaf van gisteren „a la burla”, onmiddellijk gevolgd door de avond geprobeerd had stemming te maken impressionistisch getinte klankstudie, in tegen de uitvoering van de Zuiderzeesym welke met een rijk kleurenpalet de placidi phonie van Cornelis Dopper in het abon teit onzer binnenzee met haar korte rimpe nementsconcert van gisteren onder leiding lingen, haar korte golfslag wordt geschil van Mengelberg, mocht hij niet de voldoe derd. ning smaken, dat er op zijn wenken werd Dat Dopper den symphonischen vorm gereageerd. Integendeel, ’t Concertgebouw meesterlijk beheerscht, is ook uit zijn ande publiek heeft de symphonie weder met re werken voldoende duidelijk gebleken. groote warmte ontvangen. Na het karak Ook thans kon, ondanks den breeden teristieke, van humor gedrenkt tweede deel opzet, in het eerste deel de beteekenis van klonk reeds zeer krachtig applaus en aan vormkunst met nauwkeurigheid worden het slot werden de uitvoerenden toegeju vastgesteld. beld. Mengelberg liet Dopper op het podi um komen. Het was een algemeene hand Amsterdam, Concertgebouw, 10 no- jesgeverij; DopperMengelberg, Dopper vember 1921. Ciaconna gotica . Zimmerman, enz., en een groote krans en De Telegraaf , 11 november 1921 (KB) een bloemenmand bezegelden de uiterlijke Wat Dopper betreft, hier zijn wij in het hulde van dezen avond, die Dopper’s re Concertgebouw nog altijd „en famille”. habilitatie als componist volkomen maakte. Men probeert het nog maar eens met de F. L. muziek van Dopper. Wij kregen nu deze „adagio mesto”variaties, en er werd op het Nieuwe Rotterdamsche Courant , 26 april 1919 zeer langzame en zeer droevige thema Het kon geenszins verwondering baren, dat gevarieerd in triolen en in achtsten en in Willem Mengelberg, die zich in het vorige staccato’s, in fugavorm en in boerendans seizoen met bijzondere belangstelling op de vorm, en in walsvorm en in Mahlervorm introductie van de zevende symphonie „De en in Doppervorm (zijnde koddig, met Zuiderzee” van Cornelis Dopper had ge een bekkenslag na) en nu eens voor alt, dan worpen, in deze campagne een herhaling weer voor fluit en zelfs voor tremolo van het werk zou doen volgen. bekken. Wie de uitvoering gisteravond met een Deze Nederlandsche muziek duurde onbevangen oordeel heeft bijgewoond zal zeer lang en wij werden ook „mesto” ge gereedelijk moeten erkennen, dat deze stemd, om van allerlei. symphonie die herhaling ten volle verdient. Constant van Wessem Het is alles leven in dit werk, dat in de eerste plaats een uitgesproken karakter New York, Carnegie Hall, 30 en 31 draagt. Het Hollandsche element is niet maart 1922. New York Philharmonic. uitsluitend te onderkennen aan de uiterlijke New York World , 31 maart 1922 miseenscène, die in het bijzonder door de Piece No. 1 was a “Gothic Chaconne” by aanwending en rijke bewerking van eenige Cornelius Dopper, who for fourteen years bekende oudvaderlandsche gezangen als has been Mr. Mengelberg’s assistant con

31 ductor in Amsterdam. It was originally should be soundly thrashed with a switch. called “Theme With Variations” and re The continual use of these instruments mains so, notwithstanding its rechristening. made for monotony, not effectiveness, and The theme is in quarternotes, four bars the length of the work was another objec long, adagio mesto, full close. Variation tionable feature. No. 1 is four bars long, with different instrumentation, full close. New York Evening Post , 31 maart 1922 Variation No. 2 is four bars long, with There are solos for various players, majes different instrumentation, full close. Varia tic pages for the brass choir, a lively waltz, tion No. 4 – but why go on? There are and the percussion instruments have the twelve or sixteen of them, none over six time of their life. Cut down fully onehalf, teen bars long, most of them four. After this might be made into a tolerably inter every one the composer draws a long esting piece. Henry T. Finck breath, looks around and begins all over again. The variety is almost entirely con Hamburg, Conventgarten, 18 oktober fined to orchestration and tempo; rhythmi 1922 (Holländisch-Hamburgisches cally there is almost none. Toward the end Musikfest, tweede concert). Concert- the piece breaks into the prelude to a waltz gebouworkest. which never arrives. It is not a composition at all, merely a series of samples of orchestration, analo gous to the cards one sees in paint shops showing the various colors in which Wind sor & Newton’s watercolors may be had. Time: thirtyfive minutes. Deems Taylor

New York Tribune , 31 maart 1922 De zaal van de Conventgarten in H amburg The Chaconne is solidly built, at times even oppressively ponderous. It departs from Hamburger Nachrichten , 19 oktober 1922 customary form in that the recurring theme Doch jenes erste Werk: gehaltvoll und is not confined to the bass but appears in ernst entfaltete es sich als die schöpferische different portions on the tonal structure. Leistung eines ausgezeichneten Musikers. This theme has a dignity and breadth in Es war Cornelis Doppers „Ciaconna keeping with the title of the Chaconne, but gothica“. Gebaut auf ein von archaisti it undergoes many changes of mood. Some schem Hauch gestreiftes, an die herbe of the variations are curiously Oriental in Melodik des Mittelalters und von fernher character. The composer is passionately an das „Dies irae“ gemahnendes Thema, addicted to the use of percussion instru ein wenig künstlich kadenziert und nicht ments. The tamtam acts as a period for liedmäßig genug geschlossen, um als idea the ending of almost every variation in the les Variationenthema gelten zu können. first half of the work, and, not content with Beethoven und Brahms – neuerdings auch the usual tactics employed in the manipula Reger – haben gezeigt, wie gerade die ein tion of the bass drum, Mr. Dopper pre fachsten, von der „kleinen Liedform“ um scribed that the unfortunate instrument schlossenen Variationenthemen die größte

32

Ergiebigkeit besitzen. Aber Doppers Varia Amsterdam, Concertgebouw, 3 en 6 tionen selbst: welch ʼ Fülle von Phantasie, januari 1924. von orchestraler Inspiration, von rhythmi De Courant (Amsterdam), 7 januari 1924 scher Erfindung, von technischer Meister Mengelberg heeft het werk in Duitschland schaft! Das Moll herrscht vor, und mit ihm geïntroduceerd door het op het Hol ein zum Düsteren, zum Phantastischen, landschHamburgsch muziekfeest in Oc Unheimlichen und Grausigen hindrängen tober 1922 uit te voeren. Daarna is Dop der, durch verzitternde Tamtamschauer per’s compositie in andere Duitsche ste noch gesteigerter Stimmungseinschlag. den, nog zeer kort geleden zelfs, met Exotismen melden: auf liegenden und grooten bijval begroet. Ik denk, omdat repetierenden Quintenbässen blühen deze compositie dichter bij de Duitschers fremdartige Melodien von süßer Schwer dan bij de Hollanders staat. Dopper is mut. Spielerische Kleinbilder formen sich; onbetwist een heel groot kenner van het harmonische Kühnheiten steigen nach orkest en instrumenteert knap. Het gebruik oben: ganze Ketten diatonischer Septak der kerktoonsoorten gaf hem gelegenheid korde gleiten nieder, prachtvolle Modula voor de bijzondere harmonisatie en een tionen und eine eigenartige Harmonisie streng volgehouden melodische lijn. Men rung fesseln das Ohr. Das Schönste aber denkt vooral aan Brahms bij de uitvoering bringt der Schluß: ein Chor von Bratschen der „Ciaconna Gotica”. Met de vierde und Violoncellen erhebt das Thema in die Symphonie toch van Brahms heeft de Region des Geheimnisvollen, Verschleier „Gotica” meerdere overeenkomst. Het ten. Und im ahnungsvollen, wie von tiefen knappe, „professorale” in den bouw trekt Mysterien berührten Schluß klingt im ers den muzikalen Duitscher aan in Brahms en terbenden Pianissimo diese aus dem Geist ook in Dopper, waardoor geestesgemeen der Innerlichkeit gezeugte Ciaconna aus. schap tusschen hoorder en componist Dem edlen und bedeutenden Werk wird ontstaat. auch im deutschen Konzertsaal ein ehren voller Platz anzuweisen sein. Parijs, Théâtre des Champs-Elysées, 21 Ferdinand Pfohl mei 1924. Concertgebouworkest. De Amsterdammer , 31 mei 1924 Hamburger Echo , 20 oktober 1922 Dopper’s „Ciaconna Gotica” is een zeer Gedenken wir auch hier des Werkes langdurige en ongetwijfeld zeer knappe „Ciaconna gothica“ von Cornelis studie in instrumentatie en de wijze waarop Dopper, des holländischen Komponisten, men met effect instrumenten kan combi mit dem Mengelberg den Abend einleitete. neeren; maar wat is Dopper’s instrumenta Es ist mittelalterlich im Thema und in der tieknapheid naast Ravel’s instrumentatie Harmonie, von erlesenem, teils ganz kunst in „La Valse”, het werk dat op dit archaistischem, teils wieder dies irae und concert Dopper flankeerde? De Franschen totentanzartigem Geiste erfüllt. Seiner zullen het ook gewaar geworden zijn. Geen altertümlichen Strenge und kraft konnte van beide der gespeelde Hollandsche wer bei erstmaligem Hören vielleicht nur ein ken [het andere was Mengelbergs eigen Teil des Publikums gerecht werden, doch Preludium over het Wilhelmus – red.] kan gere erzielte es freundliche Aufnahme. kend worden tot hetgeen men het buiten Siegfried Salomon land als representatief van Hollandsche makelij mag voorzetten en het doet eenigs

33 zins pijnlijk aan, dat Mengelberg dit gedeel funèbre, op. 26; Avondfeest –; hij greep te van zijn taak op het Parijsche muziek somtijds zelfs mis – in de Sinfonietta. feest zoozeer „en famille” heeft genomen. Dopper componeert naast, achter en voor Constant van Wessem één geslaagde muzikale scherts tien serieu ze, vaak zelfs hypochondrische muziek Amsterdam, Concertgebouw, 8 april stukken – gelijk de Ciaconna Gothica. Ach 1926. – waarom is Dopper’s en Wagenaar’s Hol Rotterdamsch Nieuwsblad , 10 april 1926 land Wenen niet? Wat al voortreffelijke Het is waarschijnlijk niet Dopper’s ge operettes hadden zij, bij dien draai van slaagdste compositie; hij uitte b.v. belang geest, met hun uitnemende vakkennis, met rijker hoeken van zijn psyche in zijn Zesde hun muzikale eruditie achter zich, al niet en zijn Zevende Symphonie. Doch deze kunnen schrijven! [...] zooveelste uitvoering van de Gothische Men moet eenige bezwaren hebben te Ciaconna kon wel een aanleiding zijn om gen het dithyrambisch accent, waarmede de beteekenis van Cornelis Dopper als Rudolf Mengelberg het stuk van Dopper in componist een enkele alinea lang nader te de programma’s inleidt. “Een representa beschouwen. tief meesterwerk der Nederlandsche toon Sem Dresden in zijn werkje “Het Mu kunst”, “de op geniale orkestratie berus ziekleven in Nederland sinds 1880” accen tende visionnaire kleur” (nog altijd slecht tueert eenigermate Dopper’s specifieke Hollandsch, die laatste zin), als dat epitheta kenmerk: zijn “oubolligheid”, (... “zijn zijn, waarmede men Dopper’s Gotische vrijmoedigheid, die niet gelikt is of aanstel Ciaconne omhangt, wat blijft er dan over lerig, zijn gevoel voor alles wat zweemt voor de Negende van Beethoven, wat voor naar grappigheid..., leukheid...., algemeen de MatthäusPassion? Wanneer men het – erkenden karaktertrek van ons volk”....) zeer geslaagde, ofschoon wat dikke – orke Dit is een voortreffelijke opmerking strale coloriet van Dopper uitscheldt voor van den directeur van het Amsterdamsche visionnaire kleur, die dan bovendien nog Conservatorium: Dopper is op zijn best, op geniale orkestratie berust – het spijt me wanneer zijn muziek langs den neus weg –, wat zullen we dan zeggen van de instru grappig is (Boerenbruiloft in de “Zuider mentatie van Debussy’s Ibéria? Soms dat zee”symphonie, Koninginnedag in de dat talentvol beginnerswerk is? “Amsterdamsche”). Hij, Dopper, heeft Men doet den uiterst verdienstelijken hierin een zekere overeenkomst met dr. Nederlandschen componist Cornelis Dop Joh. Wagenaar, in diens Schipbreuk en per onrecht met zulke onhollandsche snor Doge van Venetiëperiode. Deze geestes kerijen. Zooiets past in een publicatie van houding schijnt inderdaad een bepaald Benito (Mussolini); niet bij ons. Dopper’s soort Hollandschheid te impliceeren. Het diepste wezen is afkeerig van de valschhe is hoogstens te bejammeren, dat er nog den van den uiterlijken schijn; zijn muziek geen enkele Hollandsche componist is is serieus. Dat is óók: wat nuchter, wat geweest, die het op den duur kon volhou droog. Maar als daar, in zijn beste oogen den in den hoek der leutige boertigheden blikken, wat humor bijkomt, dan is het (met uitzondering wellicht van Zweers, die conglomeraat een zeer genietbaar soort van met het klimmen der jaren toenam in sim drogen humor. Een eigenschap, waarlijk, plistische onbekommerdheid....). Wagenaar die boven vele sentimentsverbijzonderin greep naar ernstiger onderwerpen: Marcia gen uitgaat. En daarom is het jammer, dat

34 juist een werk, zoo gespeend van alle ironie den vorm weten heen te kijken. De ziel als de Ciaconna, als pars pro toto van zijn kundige waarde van de bewerking van de geheele levenswerk begint te gelden. leidende gedachte in de resp. variaties is Het zou beter zijn, als men zich nader daarvan een bewijs. Het is, naar mijn mee hand Dopper herinnerde als den auteur ning, juist op psychologisch gebied, dat de van den Amsterdamschen Koninginnedag persoonlijkheid van den heer Dopper hier dan “van de Ciaconna Gothica”. Het staat tot uiting komt. Zij is niet zonnigLatijnsch namelijk te voorzien, dat men dit eerste noch uitgesproken Germaansch, maar langer zou doen dan het tweede. peinzend logisch, exposeerend en synthe tisch Hollandsch. Vandaar de eenheid Den Haag, Gebouw voor K. & W., 10 tusschen de variaties niettegenstaande de april 1926. eigenaardige verscheidenheid van karakter van elk dezer. Minder gelukkig acht ik de instrumentatie, waarvan het coloriet mij te compact en te gemengd schijnt. De heer Cornelis Dopper staat in zijn kunst als Hollandsch componist vrijwel alleen, het geen des te meer voor zijn persoonlijkheid spreekt. H. de G.

Amsterdam, Concertgebouw, 18 april 1926. Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen, Den Haag Het Volk , 19 april 1926 Het Vaderland , 11 april 1926 Over de Ciaconna Gotica van Dopper [...] de vertolking boeit me onafgebroken, schreef ik reeds vaker. Mengelberg blijft er het werkzelf minder. Besnoeiing ware zich hardnekkig voor interesseren. Dit is hier winst. Want in détails en kostbaar begrijpelik, in zoverre het voor de dirigent mozaïek zit ongetwijfeld zéér veel schoons een dankbaar werk is. Als kompositie ver en persoonlijks bovendien. De groote lijn liest het telkenmale meer. Het is niet meer wordt door te stylistische bontheid verhin dan een staalkaart van instrumentatie. derd, en in de inspiratie werkt het cerebrale Werkelik, Dopper toont hier een zeer grote element en de spitsvondigheid van kleur kennis van het orkest. Maar daarbij blijft opleggen te sterk in verhouding met het het. Met zijn prachtig thema doet hij in primairemotioneele. Het werk is als ’t ware deze variaties niets. Hij huppelt van de een modeshow van alle kleurmogelijkhe eene stemming in de andere, zonder lijn, den, die het Amsterdamsche orkest biedt. zonder innerlik verband. Was het werk Mengelberg trekt er het uiterste profijt van. slecht geschreven, men zou het gemakkelik Het was wèl superieur orkestspel. kunnen aantonen. Maar het is erger dan A. de Wal dat. Het is ongelooflik middelmatig. En daardoor valt het in de smaak van muzikaal De Avondpost , 13 april 1926 gering ontwikkelde hoorders. Het is ge Het is m.i. een vergissing in deze composi makkelik te volgen; het geeft elk wat wils: tie te veel aan den vorm te hechten. Dop wat goedkope vreugde, wat oppervlakkige per’s werk gaat dieper voor hen, die door sentimentaliteit, wat kwasiOosterse film erotiek, wat Hollandse oubolligheid, wat

35 ansichtskaartennatuurstemming, en wat New York Evening Post , 28 oktober 1927 dies meer zij. Dat wordt gegeven met de The piece is not without its moments of pretenties van een buitengewone orkestbe interest and occasional beauty, but it is far zetting. Ware daar niet ons virtuoze orkest too thin in idea to be as long as it is; the en de dwingende kracht van Mengelberg’s variations upon its original theme become leiding, dan zou de leek dit moeten door in time merely tiresome. Its audience of last zien. Maar blijkbaar is het met de muzikale evening greeted it politely, but without geschooldheid der massa nog maar triest great enthusiasm, and if Mr. Mengelberg gesteld. Wat moet men er om geven, wan plans to give it many times it would be an neer het sukses van een Beethoven excellent idea to have it rewritten in half its simfonie, een Ciaconna van Dopper en een present compass. werk van Strawinsky gelijkelik uitbundig kunnen wezen? Na de pauze volgde de vierde simfonie van Brahms. Na Dopper had ik genoeg van geborduurde pantoffels en kalotjessfeer en ben ik gevlucht. Paul F. Sanders

New York, Carnegie Hall, 27 en 28 oktober 1927. New York Philharmonic. New York World , 27 oktober 1927 I hasten to acclaim the composer of the “Chaconne” as a serious musician who has imagination, a sense of beauty and a work ing knowledge of the variation form. There is only one thing he does not know, and that is just when to stop. He kept his “Chaconne” going a considerable time after he had exhausted the possibilities of his short, solemn Gothic tune.

New York Times , 27 oktober 1927 Dopper en zijn kat gefotografeerd door zijn leerlinge L. So colorful are Dopper’s harmonies and so Haase-Scheltema, november 1928 (NMI) reverent the atmosphere of most of his work that it seems a pity to have included Keulen-Deutz, Grosse [Messe-] Halle, in the “Chaconne” a great amount of sheer 24 april 1929. Concertgebouworkest. noise, produced suddenly by castagnets and Kölnische Zeitung , 25 april 1929 percussion instruments with no apparent Die erste Bekanntschaft hatte vor Jahren justification. When the cymbals were not schon Abendroth vermittelt. Für die Am busy, the Philharmonic last night gave sterdamer ist es ein Repräsentationswerk, Dopper’s work a gentle and subdued read das darum eine stark vertiefte und im ing, even more moving than the perfor ChaconneCharakter der Variationen mance at the Stadium last Summer. streng geformte Wiedergabe erfuhr. Das

36 kurze achtaktige Thema begünstigt nicht Londen, Queen’s Hall, 27 oktober 1930. gerade eine breitere zusammenhängende London Symphony Orchestra. Gestaltung, aber nach den ersten Variatio The Times , 28 oktober 1930 nen, die an das Brahmssche Vorbild erin An orchestral piece called “Gothic Cha nern, kommt das Werk in Fluß, die Erfin conne,” by Cornelius Dopper, was played dung wird freier im Lyrischen wie im for the first time in England. The compos Rhythmischen. Starke architektonische und er, Dr. Mengelberg’s assistant conductor at stimmungsgemäße Gegensätze geben Amsterdam, is not a young man, and he wechselvolle Bilder, die typisch für den has composed many symphonies, operas, holländischen, nordniederländischen Cha and other large works. This one shows rakter zu sein scheinen: ernste, fromme none of those tendencies which are gener Lebensauffassung im Choralartigen, der ally called “modern.” Its plain, chantlike auch in einer Variation der mephistopheli theme is decorated with all the orchestral sche Spott nicht fehlt, und eine derbe, colours in all sorts of different tones and etwas lärmende Lebenslust in den rhythmi times for the sake of direct contrasts in the schen Veränderungen. Es sind musikali manner that Tchaikovsky adopted in writ sche Bilder Althollands, mit den musikali ing variations. The disadvantage of this schen Mitteln alter, gebundener Form, oft manner is that the music is always making archaisierender Stimmführung gezeichnet, fresh starts. Only the great masters of im Klang zuweilen orgelhaft und massig, rhythmic counterpoint, Purcell, Bach, and wie auch solistischconcertinohaft, und Brahms, have surmounted this drawback in durch modernes Schlagzeug rhythmisch handling the Chaconne form. If Dopper’s verschärft. Ist die Erfindung auch nicht example does not place him among the bedeutend, so doch die Gestaltung nicht masters, several of his variations start ideas rein traditionell und für die holländische that one would like to hear developed Art charaktervoll. Mengelberg verhalf dem further, and his is thoroughly pleasant Komponisten zu einem herzlichen Erfolg. music. W. Jacobs Milaan, Teatro alla Scala, 10 juni 1932. Kölner Tageblatt , 25 april 1929 Orchestra del Teatro alla Scala. Obgleich die melodischharmonischen Nieuwe Rotterdamsche Courant , 11 juni 1932 Mittel neuromanischeklektischer Natur sind, wirkt das Ganze doch durch man cherlei geistreiche Feinheiten konstruktiver, wie besonders instrumentaler Art originell und fesselnd, die Benutzung solistischer Instrumentalwirkungen verrät wohl den Einfluß und das Vorbild Gustav Mahlers, des musikalischen Hausgottes der Amster damer Gäste. Der anwesende Komponist, Cornelis Dopper, konnte Hand in Hand mit Mengelberg, den außerordentlich herz Rome, Augusteum, 26 februari 1933. lichen und starken Beifall des großen, Orchestra della Regia Accademia di vollbesetzten Messesaales entgegenneh Santa Cecilia. men. Martin Friedland La Tribuna , 28 februari 1933

37

ontbreekt het Dopper aan individualiteit. Maar hij weet hoe hij rijk moet orkestreren en sommige coloristische effecten van de Ciaconna zijn de moeite waard. Het zachte slot van het stuk verdient lof en inderdaad heeft het publiek van het Augusteum, verleid door de slotmaten van de Ciaconna , lang geapplaudiseerd, ook om Willem Mengelberg, de vriend en bondgenoot van Dopper, een persoonlijk genoegen te doen.

Genève, Grand Théâtre, 27 februari 1935. Orchestre de la Suisse romande. Het Volk , 28 februari 1935

Dopper in Scheveningen, augustus 1931 (NMI) Non è il caso di parlare di stile o di maniera e neppure di vera originalità. Certo, questa Ciaccona è molto diversa dalle altre che si conoscono, ma la sua novità è tutta esterio re. Un travestimento carnevalesco conta poco: essenzialmente, il Dopper manca di individualità. Però egli sa strumentare dovi ziosamente e taluni effetti coloristici della Ciaccona non sono trascurabili. La placida chiusa del pezzo merita elogi e, difatti, il pubblico dell’Augusteo, sedotto dalle ulti me battute della Ciaccona , ha lungamente applaudito, anche per fare un piacere per sonale a Willem Mengelberg, amico e mal levadore del Dopper. Alberto Gasco Vertaling : Er is geen reden om van stijl, of manier, of zelfs maar van echte originaliteit te spreken. Zeker, deze Ciaconne is heel Montreux, Grande Salle du Pavillon des verschillend van andere die men kent, maar Sports, 2 maart 1935. Orchestre de la haar nieuwheid is geheel uiterlijk. Een Suisse romande. carnavalsvermomming helpt niet; per saldo Feuille d’Avis de Montreux , 4 maart 1935

38

La « Chacone gothique » de M. Cornélius Wenen, Musikverein, 29 januari 1939. Dopper est malgré son titre une oeuvre Wiener Philharmoniker. moderne, de par sa forme qui brise un peu Neues Wiener Tagblatt , 29 januari 1939 le moulé étriqué des chacones ; son thème Wir haben Gelegenheit, den großen Musi varié à l’infini s’amplifie en des pages tantôt ker vor einer Probe mit den Philharmoni tragiques, tantôt dansantes, écrites avec une kern zu sprechen. Jedes Wort, jede Geste abondance de timbres, d’effets sonores läßt dieses Gemüt vor uns deutlich werden: curieux, heureux souvent. E. B. voll das Herz von Liebe zu Werk und Schöpfer, dazu ein tiefes Wissen im Diens te einer starken, eigenwilligen Natur, groß zügig und peinlich genau zugleich, frei und dabei scharf auf die entscheidenden Gren zen bedacht. „Ja, sehen Sie, wir müssen moderne Musik pflegen und ich tue es auch sicher in hohem Maße. Aber es geht nicht immer um ganz große Dinge. Da muß man doch wieder zu den „Alten“ greifen. Die enttäu schen niemals, da ist alles, wirklich alles! [...] Und das ist es auch, was mich an Doppers „Ciaconna gotica“, die Sie ja hören werden, so anzieht: das achttaktige Thema hat nämlich schon – Adam kompo niert und seine liebe Frau Eva hat ihn dazu inspiriert!“ Das Werk, Mengelberg und dem ConcertgebouwOrchester gewidmet, Dopper in 1934 (NMI) ist für Wien eine Erstaufführung. Sein Kopenhagen, Stærekassen, 17 novem- Autor, zweiter Dirigent und somit Amts ber 1938. Statsradiofoniens Symphoni- bruder Mengelbergs in der Leitung des orkestret. berühmten Klangkörpers, lebt in Amster Social-Demokraten , 18 november 1938 dam. Die Hand des Gastes blättert in der Meget Kød var der ikke paa Hr. Cornelius Partitur. Mit Rot und Blaustift ist ein Doppers »Ciaconne gotica«, det var en dichtmaschiges Netz von Hieroglyphen ganske lille musikalisk Idé, der blev vidt og über das gedruckte Notenbild gemalt. „Sie bredt spundet ud, men den var klædt paa werden sich schwer darin auskennen.“ Man for Orkester efter alle Kunstens Regler – gesteht es gern zu. „Also passen Sie auf! der var noget for Willem Mengelberg at Ein tragisches Stück, ein musikalischer tage fat paa. Sang von der Wiege zum Grab, wenn ich Vertaling : De Ciaconna gotica van de heer so sagen darf. Im Entwurf war das Thema Cornelis Dopper had niet veel om het lijf; ursprünglich in 34 Variationen abgewan het was een heel klein muzikaal idee dat delt; aber schließlich blieben davon weniger breed werd uitgesponnen, maar het was als die Hälfte. Am Anfang ganz misterioso! volgens alle regelen der kunst voor orkest Dann aber ein Kampf, Streit, hier, sehen bewerkt – en het was Willem Mengelberg Sie: ein Walzer, pessimistisch in Moll, ein op het lijf geschreven. Blick zum Himmel, eine Teufelsfratze vor

39 der Höllentür, hier wieder Klage, tiefe lich gute Verständnisbrücken bauen und Klage, jetzt ein Tanz in Dur..., aber Sie die Bedeutung offenbaren, wo der rein mu werden das ja alles hören. Bitte, meine sikalischformale Zusammenhang schwer Herren, wir fangen an!“ zu finden ist oder unterbrochen erscheint. Immerhin erweist sich in der Grundkon Wiener Neueste Nachrichten , 30 januari 1939 zeption wie in den Teilen der „Ciaconna Wir haben die „Ciaconna gotica“ in Wien gotica“ die Kunst eines sehr verantwor vor Jahren schon ein, zweimal gehört. tungsbewußten, kenntnisreichen und phan Man kann in dem ernsten, vor allem mit tasievollen Musikers. Der Aufführung war großer Sicherheit orchestrierten Werk die Authentizität auf den Leib geschrieben: vielleicht die deutsche Schule des Kompo Mengelberg setzte sich für das Werk seines nisten erkennen: ist er doch Schüler des Landsmannes mit aller Sorgfalt und Über Leipziger Konservatoriums gewesen, in der zeugungskraft ein. halbverschollenen Zeit, da Dr. Wilhelm Jarosch dort Direktor war und die Leipziger Schule in ihrer Nachblüte stand. Man mag an dem Neuigkeits-Weltblatt , 1 februari 1939 Werke eher den Ernst als den Gehalt „go Es ist ein kunstvolles Variationswerk, auf tisch“ finden; denn die 1920 erschienene gebaut auf dem immer wiederkehrenden Chaconne trägt die Zeichen ihrer Zeit, den Grundthema von altertümlicher Prägung, Nachglanz der ehemals „neudeutsch“ das in seinen achtzehn Veränderungen die genannten Epoche Liszts, des jungen Ri verschiedensten, oft recht gegensätzlichen chard Strauss unverkennbar. Klangbilder vergangener Zeiten heraufbe schwört; ja, es fehlen auch nicht moderne Wiener Zeitung , 31 januari 1939 Jazzrhythmen und – Holland ist ein alter Man hat das großangelegte Werk vor etli Kolonialstaat – exotische, überseeische chen Jahren schon in Wien gehört. Varia Tempeltänze von zauberischer Wirkung... tionen über ein chorales Thema, das dun Eine meisterhafte, höchst raffinierte In kel und mystisch aufsteigt und in den ver strumentierung, kühne, überraschende schiedensten Bildern, in allen Empfin Modulationen und aparte Klangreize si dungsbereichen abgewandelt wird. „Go chern der „Ciacona gotica“ ihren stürmisch tisch“ ist weniger der musikalische Stil des bejubelten Konzerterfolg. Werkes als das Lebensgefühl, das sich in Willibald Bertl ihm äußern will: ein Hang zum Grübleri schen, Sehnsüchtigen, Faustischen. Das Aken, Städtisches Konzerthaus, 7 en 8 menschliche Leben, sein Weg „von der februari 1939. Städtisches Orchester Wiege bis zum Grab“, soll – nach einem Aachen. Hinweis des Komponisten – in den einzel Westdeutscher Beobachter , 9 februari 1939 nen des Themas sinnbild Es ist geschrieben von einem Musiker, der lich gestaltet worden sein. Und zweifellos sich aus einer langen Kapellmeisterpraxis ist in den Charakter der einzelnen Variatio heraus auf das Orchester versteht. Im nen, die sich kontrastreich und anregend musikalischen Material und seiner instru geben, sehr viel Tiefsinniges und Tiefgrün mentalen Gestaltwerdung bietet das Stück diges hineingeheimnist. Hie und da würde beim erstmaligen Hörer immer wieder neue die Kenntnis des (in seinen Einzelheiten Ueberraschungsmomente wegen seiner verschwiegenen) Programmes wahrschein melodischen und rhythmischen Vielseitig

40 keit, wegen seiner kraftvollen, glühenden aus, andere wieder erscheinen in den und schillernden Instrumentalfarben; es ist Klangeffekten oder in der Konstruktion ein Werk, das der Schönheit, der Freude recht billig und vor allem gegen den Schluß und Tiefe des Lebens zugewandt ist, des hin verspürt man trotz aller Gesprächigkeit sen Weg es beschreiben möchte, wie uns eine beträchtliche Leere. Dopper ist ein die programmatische Erklärung sagt. großartiger „Mixer“ der Orchesterfarben, Mengelberg breitete die klanglichen Reich und in dem steten Wechsel der dadurch tümer in einer überaus lebendigen und erreichten Stimmungen liegt wohl der großzügigen Art vor uns aus und sicherte größte Reiz des Werkes. dem Werke Doppers einen ungewöhn Theodor Müller lichen Erfolg. Dr. W. Kemp Berlijn, Philharmonie, 19 en 20 februari 1939. Berliner Philharmonisches Or- chester. Markische Volkszeitung , 23 februari 1939 Der Form der Ciacona entsprechend baut der Komponist über dem sehr plastischen und entwicklungsfähigen Thema eine Art Variationenreihe auf, deren Bestandteile sich zunächst erkennbar an das Thema halten und sich dann im Verlauf des Stük kes mehr und mehr vom Ausgangspunkt De gro te zaal van het Städtisches Konzerthaus in Aken entfernen. Immer neue Erscheinungen des Hamburg, Conventgarten, 17 februari Motivs fesseln den Hörer; dominierend ist 1939. Berliner Philharmonisches Or- ein choralartiger Brucknerscher Bläsersatz, chester. der den Aufbau der Ciacona beherrscht. Bergedorfer Zeitung , 18/19 februari 1939 Die einzelnen Episoden sind ungemein Der sehr fruchtbare und vielseitige Kom abwechslungsreich, neben lyrischen Stellen ponist [...] erweist sich gerade in diesem aus stehen solche von großer dramatischer dem Jahre 1920 stammenden Werk, daß er Schlagkraft und eine ebenso reiche wie seiner Entwicklung nach reiner Autodidakt einfallsreiche Instrumentation gibt dem ist. Mit einer herrlichen Unbekümmertheit, Werk eine besondere Anziehungskraft. Die wie sie nur musikalischen „Selfmademen“ Aufnahme der Ciacona war dementspre eigen ist, verfährt er souverän mit der chend überaus beifällig und freundlich. ChaconneForm, baut sie aus und wandelt Franz Josef Ewens sie ab, wie es ihm paßt, ohne danach zu fragen, was die „Akademiker“ dazu sagen. Halle, Stadtschützenhaus, 27 februari Ebenso bedenkenlos mischt er romanti 1939. Dresdner Philharmoniker. sche Farben mit alten Kirchentonarten und Mitteldeutschland. Saale-Zeitung , 28 februari erzielt so die merkwürdigsten Klangwir 1939 kungen. Die zahllosen Veränderungen des In der reichen Verwendung der alten Kir beherrschenden Baßthemas sind im übri chentonarten spiegelt sich ein Stück altnie gen wertmäßig außerordentlich verschie derländischer Tradition, und die von fast den; einige zeichnen sich durch große kirchlicher Weihe bis zum urwüchsigen Schönheit und reizvolle Gegensätzlichkeit Volkstanz, ja bis zur Bizarrerie modernen

41

Tanzrhythmen und impressionistischen Exquisites Kolorit spricht aus dem Instru Klangwirkungen reichenden Variationen mentationsbild stimmungsvoller und ab enthüllen einen Phantasiereichtum von wechslungsreich gehaltener Sätze. Die Viel frappierender Kühnheit. Wenn man wüßte, zahl der Formen verwirrte vielleicht man von welchen Ideen der Komponist dabei chen Zuhörer. Man glaubt auch, ein ver geleitet worden ist, würde die Deutung des stecktes Programm hinter einzelnen Varia Beiworts „gotica“ für das ganze Werk noch tionen suchen zu wollen. Hinter dem Werk erleichtert werden. steht auf jeden Fall ein Musiker mit erlese Dr. Alfred Fast nem Klangsinn und einem Formgefühl, das mehr auf interessante Auflockerung des Hallische Nachrichten , 28 februari 1939 Gesamtapparates als auf die straffe Kon Die „Ciaconna gotica“ ist ein groß angeleg zentration des Gedanklichen gerichtet zu tes Variationenwerk über ein knappes sein scheint. Die Gewähltheit der Orche Thema, wie es die klassische Chaconne stersprache wurde allgemein bewundert. fordert. Dopper knüpft mit ihr an den Dr. Josef Klingenbeck berühmten letzten Satz der vierten Sinfonie von Brahms an, hält sich aber von jeder Leuna-Merseburg, Feierabendhaus, 2 Nachahmung fern. Das Werk beginnt und maart 1939. Dresdner Philharmoniker. schließt mit Orgelwirkungen, verwertet Mitteldeutsche Nationalzeitung , 4 maart 1939 auch Kirchentonarten und ist wohl deshalb Man stelle sich einen Mann vor, der in der gotisch genannt worden; vielleicht liegt der Einsamkeit, die Welt um sich vergessend, Variationenreihe auch eine Art Programm in einer alten Chronik blättert. Dann wird zugrunde, denn die Abwandlungen und man am besten die bunte Fülle der Varia ihre Klangwelt sind auffallend plastisch tionen Doppers verstehen, die von Farbe und sprechend. Das Werk, im Jahre 1920 und Rhythmus und von geistvoller Linien entstanden, erscheint betont konservativ. führung leben und die vom Tanz der Hei Der niederdeutsche Charakter ist unver mat bis zu den Fernostklängen einer hol kennbar, auch in der Verwendung nieder ländischen Sundainsel führen, die den ländischer Volkstanzmotive. Hymnus der Trompeten und Posaunen wie Rudolf Donath den weltlichen Jubel und das Selbstverges sen kennen. Wenn Dopper seine Chronik München, Deutsches Museum, 1 maart mit leisen Klängen schließt, haben wir in 1939. Dresdner Philharmoniker. diesen Variationen über das Ciacona Münchener Völkischer Beobachter , 3 maart Thema alles vernommen, was sich men 1939 schlich und musikalisch sagen läßt. Und Auf die “Ciaconna gotica” des holländi wir sind nicht verwundert über den zeit schen Komponisten Cornelis Dopper weilig eingeführten Orgelstil und über war man besonders gespannt. Das tragisch fantastisch transparente Bilder! Das Leben, angehauchte, schwermütig auf und abstei wie es sich in einer alten Chronik spiegelt, gende Thema kommt der variationsmäßi ist Dissonanz. Das unterstrich der gen Ausgestaltung sehr entgegen. Dramati schmerzliche Bläseraufschrei in scharfen scher Kontrast belebt gleich die ersten kleinen Sekunden. Daß es auch Harmonie Variationen, denen sich dann Gebilde rei ist, das ergab der architektonische und cher malerischer Natur und zarte Impressi farbenfrohe Zusammenhang. onen ätherischen Charakters anschließen.

42

Een brief van Mengelberg aan Doppers weduwe uit 1944

(Dopper-archief, NMI)

43

Programmatoelichting Dopper’s zevende symfonie „De Zuiderzee”

Rudolf Mengelberg

Holland’s hoofdstad inspireerde Cornelis Dopper zijn zesde symphonie. Hij noemde haar „De Amsterdamsche”. Dit werk, dat De melodie: „Maximilianus de Bossu” zoo buitengewoon karakteristiek is voor uit Valerius’ „Gedenckclanck”: den Hollandschen aard, vindt in de „ze vende” een zuster. Ginds was ’t het leven en werken van de stad, dat den componist leidt naar het tweede hoofdthema in G dur: inspireerde, hier is het de wijde natuur. „De Zuiderzee”! Er is wel géén naam, die zoo volkomen het wezen van Holland in zich sluit! Land en zee, – strijd der ele menten, op Hollandschen bodem gestre waaraan, de expositie beëindigend, Vale den – licht, water en aarde schijnen hier in rius’ „O Nederland! let op u saeck” zich één te vloeien, alles breidt zich oneindig aansluit. geweldig en toch wonderbaar getemperd uit! Het eerste deel van de symphonie is Deze melodie en de gedachte, die aan een hymne op de schoonheid van het Hol haren tekst ten grondslag ligt, wijzen reeds landsche landschap, waaruit de herinnering naar het laatste deel, dat zij beheerschen en aan een groot verleden spreekt. Trots en bekronen. De doorwerking bevat in hoofd weemoed over aardsche grootheid en aard zaak twee fuga’s, gebouwd op de in de sche vergankelijkheid vervullen den com expositie reeds opgetreden neventhema’s ponist, wanneer de oude tijden in zijn van dit deel. De hierop volgende reprise fantasie opstijgen. brengt het tweede hoofdthema éérst. Een Als motto van het geheel openen vier breede coda, waarin de harpen solistisch op tuttimaten het werk: den voorgrond treden, besluit het deel. De tweede satz is een kort Intermezzo in burlesken stijl. Wij hebben de wijde Dan zet terstond het machtige, breed natuur verlaten en ons in een van de kleine golvende hoofdthema in: dorpen begeven, die verstrooid liggen aan de kust van de Zuiderzee. Er is „boeren bruiloft” onder het vroolijke motief: „Twee violen en een bas”. Twee soloviolen en een solobas strijken er lustig op los. En

Vervolgens verschijnt een kort neven daar tusschendoor schildert het orkest op thema, dat straks in de doorwerking als realistische wijze het bonte gewemel der fugathema een belangrijker rol zal vervul boeren en enkele karakteristieke figuren. len:

44

Dit korte deel is een meesterstuk van waarlijk genialen durf. Gelijk zich in de scherzi der symphonieën van Schubert, Toch laat Dopper de melodische lijn Bruckner en Mahler – gestyleerde dansen niet geheel en al varen, zooals dit thema van Weensch cachet – de Oostenrijksche bewijst: volkspsyche weerspiegelt, zoo heeft Dop per hier een scherzo gemaakt, dat geheel in Stemmingsvol mengt zich ook het spel Hollands volksleven wortel geschoten van de „zingende torens” onder dat van de heeft. De Hollandsche dansen zijn zwaar langzaam verbleekende tinten en geeft aan wichtiger dan de lichtgevleugelde Ween het geheel een typisch Hollandsch coloriet sche melodieën, maar niettemin zijn zij (Melodieën: „Geluckig Vaderland”, „O door Dopper verheven in de hoogere sfeer Heer die daer”, The Harmonious Black der symphonische kunst. smith van Händel). Daarin vertoont zich een belangrijke Langzamerhand zwijgen de klokken, de zijde van Dopper’s beteekenis voor de laatste kleurstrepen aan den horizon ver Hollandsche muziek, dat hij melodieën van bleeken en de rust van den nacht breidt specifieknationaal karakter voor groote zich uit over land en zee. Daar verheft zich vormen gebruikt, en deze zoodoende uit schimachtig het thema van het laatste deel, hun lokale beslotenheid bevrijdt tot Euro een breed opgebouwde fuga: peesche algemeengeldigheid. Het lokale en nationale motief, dat aan deze muziek ten grondslag ligt, doet bij Het thema is trouwens reeds in het eer sommigen in eigen wezen een snaar van ste deel vluchtig opgedoken, met een zeke burgerlijkheid trillen, wier geluid zij met re humoristische nuance door de fagotten verwijten aan Dopper’s „burgerlijkheid” voorgedragen. Hier keert het ernstig terug, trachten te overstemmen. Maar hoe meer vol geheimzinnige spanning. Het kleuren iemand geestelijk en maatschappelijk geë spel is ten einde, de natuur rust, en kom mancipeerd is, des te minder zal hij deze mervolle gedachten aan het schoone vader „burgerlijkheid” gevoelen of er onaange land met zijn roemrijk verleden stijgen op. naam door worden getroffen! Vol afwisseling wordt de groote fuga op Het derde deel voert ons uit de Ostade gebouwd, rijk aan interessante détails sfeer wederom naar buiten op de groote (waarvan het begin van de „Engführung” zee. Zonsondergang – een fel rood kleurt met een solo voor vier pauken bijzondere de horizon, de verschillende schakeeringen opmerking verdient); en wederom treden van schemering worden in dit muzikale twee oudHollandsche volksmelodieën schilderij voor ons hoorbaar. Stilistisch beteekenisvol op: „O Heemskerck! Noyt u steekt het derde deel scherp tegen de ande kloeke daet” en „O Nederland! let op u re af, de strenge muzikale vorm is hier saeck”. De laatste bekroont als cantus opgelost in een vrije kleurenphantasie van firmus het geheele werk, dat door vader impressionistisch karakter. „Klankkleuren” landsliefde en edel nationaal bewustzijn – zoo duidt de componist met één woord wordt gedragen. het karakter van het stuk aan. De volgende harmonische verbindingen treden als bij „O Nederland! let op u saeck, zonder karakteristiek op den voorgrond: De tijt en stont is daer, Opdat nu in den hoeck niet raeck

45

U vrijheit die voorwaer U ouders hebben dier gecocht Met goet en bloet en leven: Want sij werd nu gantsch en t’eenemael gesocht Tot niet te zijn verheven.”

Uit het programma van het tweede Dopper-feestconcert, 2 maart 1930.

Mengelberg heeft Doppers Zevende sym fonie in de loop van 22 jaar in totaal elf keer uitgevoerd. De een na laatste uitvoe ring, van 8 december 1940, werd voor de radio opgenomen en is op diverse CD labels uitgebracht: Audiophile Classics APL 101.554 .

Archive Documents ADCD 119 Audiophile Classics APL 101.554 (Mengelberg Edition, Vol. 13) Hubert Wendel, Vol. 29.

Mengelberg in de provincie Het Concertgebouworkest in Breda

Breda, Stadsschouwburg Concordia, 27 omdat het onder de eersten behoorde, november 1923 waar Mengelberg, sinds heel kort genezen Bredasche Courant , 28 november 1923 (NMI) van zijn ongesteldheid, weer persoonlijk Met een variant op Vondel’s „Gijsbreght” zou dirigeeren. zouden we willen zeggen dat „Mengelberg Wanneer we voor den aanvang het ten langen leste, zich ontfermde over Bre groot aantal musici elk hun plaats zagen da’s veste”. bezetten op het podium, dat voor deze Eindelijk dan toch was voor ons de gelegenheid extra was uitgebouwd, dan rees lang verbeide avond aangebroken, waarop bij velen de gedachte, dat onze betrekkelijk we Mengelberg met zijn schare van uitste kleine Concordiazaal den volumineuzen kende musici in ons midden zouden zien. klank die dit orkest zou moeten ontwikke Aan den vertegenwoordiger alhier van len niet zou kunnen bevatten. Doch we ’t Hollandsch Concertbureau was het, na hadden nog niets gehoord en ook nog niet verleden jaar teleurstelling te hebben on het buitengewone dirigeertalent van een dervonden, gelukt, het concert van het Mengelberg kunnen bewonderen. Amsterdamsch orkest in te lasschen bij de Reeds bij de Ouverture „Anacréon” abonnementsconcerten. Tevens werd dit van Cherubini viel het op dat ook een concert er een van bizondere beteekenis groot orkest een als ’t ware beheerschten

46 klank kon ten gehoore brengen in een Na de pauze de serenade voor strijkor kleinere ruimte dan men gewoon is te kest van Tschaikowsky, prachtig van uit bespelen. beelding, het was wederom een genot te Aan de hand van een bij het program luisteren naar het klankvolume dat hier ma gevoegde verklaring kon het publiek ontwikkeld werd, bizonder was hier weer dubbel genieten van Beethoven’s Vierde. Mengelberg’s rhythmiek in de „Wals”. Waar Beethoven aan het woord is, luisteren Ten slotte 3 deelen uit „La damnation we met eerbiedige aandacht naar de de Faust” van Berlioz, 3 deelen van zeer schoone taal van dit geweldig genie. Er is verschillenden inhoud, het charmante dan ook schoon tot ons gesproken in de „Menuet”, de „Danse des sylphes” een en superieure vertolking van dit werk. Interes al liefelijkheid en teerheid en de„Marche sant was het Mengelberg te volgen in al zijn hongroise” een felgekleurd, schitterend, bewegingen, te zien hoe als ’t ware elke overweldigend slot, dat het publiek tot vinger een intermezzo aanwijst, een aparte luide bijvalsbetuigingen noopte. Mengel houding van zijn linkerarm b.v. in het berg liet zijn orkestleden door hen te doen orkest een crescendo doet ontstaan waarbij opstaan daarin deelen. Zijn concertmeester zich het dirigentenstokje als een instrument Zimmermann werd de hand gedrukt, in aanpast. Is het wonder wanneer men hem een woord een grootsche hulde Onder het ziet dirigeeren dat hij voor zijn getrouwen heengaan besprak het pubiek de indrukken een soort magneet moet zijn, die allen naar dezen avond opgedaan, en bij velen hoorde zich toe trekt, en van wien een buitenge men dezelfde opmerking dat men thans wone leiding uitgaat, de eenheid die bereikt muziek had gehoord, zooals Breda ze wordt is waarlijk zeldzaam. Toch komt elke zelden te hooren krijgt. groep instrumenten apart op den voor Moge het de concertdirectie gelukken, grond indien zulks vereischt wordt, nooit Mengelberg weer eens hier te krijgen, mo heeft een vertroebeling plaats, elk beeldt gen er velen die thans nog ontbraken, dan zijn eigen melodie klaar en duidelijk uit. ook aanwezig zijn. M. C. Ziedaar een der bizondere eigenschappen van onze groote Hollandsche dirigent. Dagblad van Noord-Brabant , 28 november Na de vertolking van Beethoven’s werk 1923 (NMI) werd Mengelberg dan ook luide toege Wat al jaren één der „pia vota” van de juicht, en bij monde van den burgemeester Bredasche muziekminnaars is geweest, – mr. v. Sonsbeeck met eenige woorden wat al enkele malen op groote bezwaren is toegesproken onder aanbieding van een afgestuit, – wat al zoo goed als zeker naar fraaien krans niet alleen namens het ge het rijk der onmogelijkheden scheen ver meentebestuur, maar ook als hulde van bannen, – is thans werkelijkheid geworden: vele bewonderaars hier te Breda. Aan het het volledige Concertgebouworkest onder slot van zijn korte rede voegde de burge persoonlijke leiding van Mengelberg heeft meester een „tot weerzien” toe. Mengel hier geconcerteerd. Hulde daarvoor aan berg dankte met eenige woorden en hielp degenen die daartoe het initiatief hebben tevens het publiek herinneren dat slechts genomen en met taai geduld en volhar een zeer korte pauze zou worden gehou dingsvermogen hebben doorgewerkt om ’t den, omdat het orkest weder naar Amster onmogelijke mogelijk te maken; hulde aan dam terug moest. allen, die op eenigerleid wijze dit événe

47 ment in ons plaatselijke muziekleven heb echten Mozartstijl geschreven, was de ben bevorderd. inleiding tot de opera: „Anacréon ou Een événement is ’t zeker voor ons l’amour fugitif”, waarmee Cherubini geen provinciestadje, dat hoe dierbaar ’t ons ook succes kon inoogsten; enkel de ouverture is, tusschen de groote muziekcentra als een heeft zich als voortreffelijk instrumentaal onzichtbaar stipje verdwijnt, den eminent werk tot heden toe kunnen handhaven. sten onzer dirigententen te zien optreden, Hooger nog steeg de stemming bij een dirigent met wereldreputatie, dien het Beethovens vierde symphonie. ’t Is bekend, buitenland en zelfs het land der dollarko dat Mengelberg een Beethovenvertolker ningen ons klein Holland reeds meermalen „par excellence” is, en we zijn hem dank hebben willen aftroggelen. Nog grooter baar ons dit werk van den heros onzer wordt de beteekenis van Mengelberg’s symphonikers in al zijn geledingen zoo optreden voor ons, als we in aanmerking duidelijk en klaar te hebben geëxposeerd. nemen, dat hij, na gedwongen ontstentenis En dit is bij deze Symphonie zeer merk in ’t buitenland, aan Den Haag en Amster waardig. De Beethovens Vierde, die niet dam de primeur gaf van zijn joyeuse ren zooals de derde vijfde en zesde een bepaald trée, en vervolgens Breda met hetzelfde onderwerp tot gedaachtengang heeft, programma kwam verblijden. wordt soms betiteld met de eenigszins vage We hebben hem bewonderd in zijn aanduiding: de Romantische. In alles is de suggestieve, strakke directie, zonder over thematische gang merkwaardig van uitwer dreven gebaar voor zijn slagvaardig orkest, king. Het inleidend adagio is wazig, onze dat als een groot instrumentaal apparaat op ker van tonaliteit, die zich pas loswerkt in elk zijner wenken, ja op zijn blik reageert. het Allegro vivace tot een schitterend, We hebben ervaren, hoe hij de lijnen der overmoedig Besdur, dat vol afwisseling en muzikale werken duidelijk en klaar expo glans een zeer opgewekt karakter heeft. De seert, hoe hij de muzikale gedachten weet tweede Satz Adagio is een der meesterstuk uit te vorschen en ze in hun logisch ver ken van Beethoven, vol innigheid en band weet te plaatsen, hoe hij tot in de klankweelde. Een levendig dartel Allegro kleinste détails weet te doen sprankelen en vivace met een zangerig trio volgt en met tintelen van muzikalen geest en levendig een levendige, afwisselnde finale met een heid. zeer verrassende coda vormt een prachtig En hoe willen we genoegzaam prijzen, slot. dat heerlijke orkest dat ondanks zijn veel Enthousiast was het publiek, opgetogen stemmigheid, zoo één is in wedergave van over zoo’n heerlijke vertolking. Mengelberg de opvattingen van zijn leider, zoo gaaf van deed den concertmeester Zimmermann en klank, zoo geacheveerd in alle nuancen van zijn kranig orkest in de hulde deelen. ’t ragfijnste pianissimo tot het weelderigste De burgemeester van Breda bood den fortissimo, zoo klaar en doorzichtig als ’t genialen leider namens ’t gemeentebestuur helderste kristal, zoo schitterend rijk aan een krans aan met de hulde en dank der timbre en coloriet. aanwezigen, waarvoor Mengelberg kort Reeds de „Anacreon”ouverture van maar hartelijk bedankte. Cherubini, waarmede dit muzikaal festijn Na de korte pauze Tschaikowsky’s Se voor ons opende, bracht ons onder den renade voor strijkorkest op. 48. Dit werk ban van die verheffende kunst. Dit werk in van den grooten Peter Iljits is een van zijn

48

meest melodieuze werken. Het bestaat uit van Berlioz, die vóór alles de klan kkleur vier deelen van zeer uiteenloopend karakter. der verschillende instrumenten en hun Het eerste in sonate-vorm bewerkt, heeft eigenaardige combinaties op den voor- een forsche inleiding, een zeer merkwaardig grond bracht. Slechts bij een voortref- hoofdthema en een contrasteerend tweede felijk geoutilleerd orkest als dit komt dat thema die in zeer afwisselende gedaanten coloriet goed tot zijn recht. verschijnen; het tweede deel heeft een Zoo werd genoten van de mooie bekoorlijken walsvorm, het derde Elegie is klankcombinatie van het hout in „Menuet zeer interessant van vorm en bewerking, des Follets” van de strijkinstrumenten, terwijl de Finale op een Russisch volkslied harpen en hout in „Danse des Sylphes” gebaseerd in vroolijke stemming de serenade en van de schittering van het volle orkest, besluit. waarin vooral het koper de glans zoo hoog mogelijk opvoerde, in de slot-satz: „Marche hongroise”. Geweldig en langdurig en voor Breda geheel ongekend, waren de toejuichingen, die telkens opnieuw tot een ovatie aan- groeiden. Weer liet Mengelberg concert- meester Louis Zimmermann en zijn orkest in de hulde deelen, terwijl hij zelf zijn voldoening aan zijn uitgelezen intelli- gente schare deed blijken. Een heerlijke avond, zooals we maar Stadsschouwburg Concordia, Breda weinig meemaken, was voorbijgegaan en we kunnen niet beter doen dan met den Was in dit werk het strijk-kwintet, dat Burgemeester aan Mengelberg en zijn or- met zijn prachtkwaliteit van toon- en kest een hartelijk „Tot weerziens” toe- klankgeving onze ooren streelde, in het roepen. laatste programma-nummer, drie deelen uit Mengelberg is, naar wij mochten „La damnation de Faust” van Hector Berlioz vernemen, over zijn eerste concert in waren het voornamelijk de blazersgroepen Breda zeer tevreden. Hij prees het die ons een weelde en schittering van klank Bredasche publiek als zeer intelligent en gaven. We kregen nu het volledig bezet naar hij getuigde, was het contact tus- orkest: koper, hout, slagwerk, harpen, alles schen orkest en publiek reeds na de eerste was in optima forma. Behalve van de tonen voelbaar en steeds meer verin- voortreffelijkheid van het orkest en de geni- nigend. aliteit van den dirigent, kregen we hier een goeden kijk op de meesterlijke orkes tra tie

Afbeelding voorzijde : Cornelis Dopper en Miesje. Cornelis Dopperarchief, foto F8145, Nederlands Muziek Instituut.

Afbeelding achterzijde : bladzijde 9 uit de autografe partituur van de Zevende symfonie (‘Zuider- zee’) van Cornelis Dopper. Willem Mengelbergarchief, inv.nr. 238, Nederlands Muziek Instituut.