17 Goedhart; Lunshof; De Telegraaf
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Riemen_150x230 26-01-11 13:07 Pagina 369 17 Goedhart; Lunshof; De Telegraaf Buiten zinderde de zomerhitte, binnen somberde het bestuur van de stich- ting Het Parool. Het mocht die maandag de 7de juli 1947 dan wel een prach- tige dag zijn, de stemming op de tweede verdieping van het voormalige Tele- graaf-gebouw, waar Het Parool zijn tenten had opgezet, leek meer op onweer.1 Gerrit Jan van Heuven Goedhart had onmiddellijk na de opening van de ver- gadering zijn gal gespuwd. Sinds hij was aangetreden als hoofdredacteur zat zijn naamgenoot in zijn vaarwater. De relatie tussen de beide Goedharts – vastgelegd in talloze afspraken waarin zorgvuldig rekening was gehouden met afgebakende verantwoordelijkheden en met respect voor historische en persoonlijke aanspraken en verhoudingen – stond op springen. De spanning was zo hoog opgelopen dat het stichtingsbestuur met spoed bijeenkwam. De voorzitter was afwezig, hoewel die toch een van de hoofdrol- spelers was in dit drama: Frans Goedhart verbleef in Indonesië, op een missie voor de Partij van de Arbeid. Jan Meijer nam zijn presiderende taak waar en combineerde dat met notuleren, maar de hitte van de dag en die van de verga- dering maakten dat niet gemakkelijk. ‘Dit vergalt Ger het werk. […] Geen be- vrediging in de huidige journalistiek, wil nu eens andere werkkring.’ Wanhopig praatten de collega-bestuursleden op hem in, maar Van Heuven Goedhart hield zijn poot stijf: ‘Sfeer thuis en op de redactie vergald door zijn vervelende stemming.’ Simon Carmiggelt en Meijer: ‘Weggaan Ger is cata- strophaal.’ Ger: ‘Wil toch gaan, kan niet doorgaan. […] Men kan dit niet van hem vragen.’2 De depressieve stemming van de hoofdredacteur en de manmoedige po- gingen van zijn vrienden om hem daarvan af te helpen – en vooral hem voor Het Parool te behouden – hadden een gemene deler: het ging lang niet goed bij de krant. Twee maanden daarvoor had de stichting de financiële situatie van de zogenoemde buitenbladen geanalyseerd en de conclusie was dat het einde van de tunnel daar nog niet in zicht was. Bovendien had Meijer zich op die bewuste bijeenkomst ook somber uitgelaten over een mogelijke herverschijning van De Telegraaf, en de gevolgen die dat kon hebben voor Het Parool.3 Bij Van Heuven Goedhart speelde meer dan de wankele financiële situatie 369 Riemen_150x230 26-01-11 13:07 Pagina 370 van Het Parool, de krant die hij naar eigen zeggen na zijn aanvaarding van het hoofdredacteurschap niet in de steek had willen laten. ‘Hier een sterke per- soonlijke bevrediging aan verbonden,’ merkte hij in mei 1947 nog op.4 Maar van die voldoening was weinig over. De ruzies met zijn verzetsvriend en zijn verre achterneef Frans Goedhart hadden de afgelopen jaren diepe wonden geslagen. Ze correspondeerden voornamelijk via hun wederzijdse secreta- resses over hun conflicten, wat slechts tot meer ergernissen leidde.5 Die gin- gen zowel over bevoegdheden als over de inhoud van de krant. ‘Red. werk is zo gecompliceerd,’ verzuchtte Van Heuven Goedhart tijdens de bewuste be- stuursvergadering van Het Parool van juli 1947. ‘Vooral tegenwoordig door revolutionaire sfeer in de wereld. Steeds verschil van inzicht met Fr. Geen mogelijkheid van overleg met anderen.’6 Het beeld van de eenzame hoofdredacteur, alleen aan de top van de onder- neming, werd wellicht wat gechargeerd door zijn sombere bui. Van Heuven Goedhart was niet de persoon om zich te onderwerpen aan een overlegmo- del. Bij het Utrechtsch Nieuwsblad, in politiek minstens zo hectische vooroor- logse jaren, had hij bewezen het uitstekend alleen af te kunnen. Van veel meer belang was de vraag of de twee Goedharts inhoudelijk wel zoveel van mening verschilden over de grote politieke gebeurtenissen van die tijd en de positie die de krant daaromtrent innam. De twee werden bin- nen de PvdA gezien als vooraanstaande representanten van de ‘Parool- groep’.7 Wat dat inhoudelijk precies inhield, was niet helemaal duidelijk maar ze fungeerden beiden als horzels. In een interne partijnotitie werd voor Goedhart en Van Heuven Goedhart gewaarschuwd ‘als uitgesproken tegen- standers van de koers die W. Drees, K. Vorrink, en jhr. dr. M. van der Goes van Naters thans volgen’ (respectievelijk de vicepremier, partijvoorzitter en frac- tievoorzitter).8 Ze waren beiden lid van de Vereniging Nederland-Indonesië, vanuit de overtuiging dat koloniale overheersing verleden tijd was. Ze hadden allebei niet veel op met communisten, hoewel Frans daarin aanzienlijk extremer was dan Ger, omdat hij voor de oorlog uit de Commu- nistische Partij Holland was gezet. Maar als het om de veroordeling ging van de communistische staatsgreep in Tsjecho-Slowakije (februari 1948) waren ze eensgezind in hun veroordeling: ‘Wij hebben niet vijf jaar onder de Duitse laars gezeten om er iets voor te voelen die voor de Russische te verwisselen.’9 Dat gold ook de afwijzing van de Blokkade van Berlijn (april 1948): ‘In zeer veel opzichten lijkt de situatie van thans op die van München.’10 Maar naast de overeenkomsten bestonden er ook aanzienlijke verschil- len. Frans en Ger waren beiden met andere ervaringen en vooral andere ver- wachtingen uit de oorlogsjaren gekomen. Goedhart had al voor de bevrijding samengewerkt met de Nederlandsche Volksbeweging en behoorde tussen mei en oktober 1945 tot een van de vooraanstaande leden binnen die politie- ke vernieuwingsbeweging. Hij was persoonlijk aanwezig toen Het Parool op 370 Riemen_150x230 26-01-11 13:07 Pagina 371 6 mei voor het eerst als legaal dagblad werd gedrukt: een droom die voor hem werkelijkheid werd. Van het gestencilde blaadje Nieuwsbrief van Pieter ’t Hoen tot een krant die op enorme persen werd gedrukt, nota bene van de veraf- schuwde Telegraaf, gevorderd ten behoeve van zijn verzetsblad.11 De scheuren in zijn geluk kwamen toen zijn aanspraak op een definitief hoofdredacteurschap niet werd gedeeld door de directie, in het bijzonder Wim van Norden. De strijd om de leiding van de krant eindigde in zijn be- noeming tot voorzitter van de stichting Het Parool, de ruimte om politiek werk te doen, maar ook tot een zenuwinzinking die hem in het najaar van 1945 maanden uitschakelde.12 Eenmaal terug bleek dat zijn plek was ingeno- men: letterlijk omdat Van Norden zijn ruime kamer in beslag had laten ne- men.13 Maar vooral in de krant zelf, waar de nieuwe hoofdredacteur hem niet zomaar toestond te schrijven wat hij wilde. De rollen waren omgekeerd: de geslaagde Goedhart was in een paar maanden tot een geslagen man gewor- den en de geplaagde Van Heuven Goedhart had door zijn benoeming als hoofdredacteur nieuwe energie gekregen. Maatschappelijke activiteiten Al snel ontplooide deze een groeiend aantal activiteiten. Hij nam zitting in het Nationaal Monumentencomité, dat onder meer het Monument op de Dam tot stand bracht.14 En nog geen week aan het hoofd van Het Parool of hij werd gekozen tot voorzitter van het Comité voor Actieve Democratie. De krant verstrekte op voorstel van zijn nieuwe hoofdredacteur een gift van dui- zend gulden startkapitaal.15 Een groep mensen, die een sterke band had met het vooroorlogse Comité van Waakzaamheid, richtte een naoorlogse variant op. Jan Romein behoorde tot een van de initiatiefnemers, Baert werd eerste penningmeester en Schaper eerste secretaris, Mia van Meurs was de redac- trice van het Mededelingenblad.16 De echtgenoot van de laatste, Bob van Meurs, had kort na de bevrijding in Eindhoven een eerste aanzet gegeven met de Democratische Vereniging; het Comité was daarvan een landelijke voortzetting. Net zoals de vooroorlogse variant had het Comité voor Actieve Democratie niet tot doel een massabe- weging te worden. Het moest het vooral hebben van de intellectuele kracht, zo verwoordde de voorzitter in de brochure Wat is, wat wil het Comité voor Ac- tieve Democratie.17 Het Comité organiseerde cursussen en Van Heuven Goedhart schreef samen met prof. Geyl, diens vriend prof. dr. G.D.J. Brandt, Schaper en Loe de Jong een boekje over hoe de buitenlandse dienst gedemo- cratiseerd kon worden: door meer talent van buiten aan te trekken, en min- der ‘inteelt’ in de dienst zelf. Lovenswaardige doelen en middelen, maar niet echt voor een breed publiek bestemd.18 Het Comité liep geleidelijk tegen hetzelfde probleem op als waaraan het 371 Riemen_150x230 26-01-11 13:07 Pagina 372 vooroorlogse Comité van Waakzaamheid ten onder was gegaan: de vraag of er met of tegen de communisten gewerkt moest worden. In de oplopende spanning in de beginfase van de Koude Oorlog werd die kwestie steeds nij- pender. Het wilde een breed platform zijn voor progressief denkende men- sen, maar hoe breed kon dat zijn als de communisten in Nederland zich soli- dair verklaarden met de expansiedrift van de Sovjet-Unie? Uiteindelijk kwam het voor het Comité verlossende woord door een praktisch probleem: bij gebrek aan financiële middelen werd het in juli 1948 opgeheven.19 Zijn Londense jaren mochten hem hebben gekrenkt en vernederd, zijn aangeboren naïveteit, zijn principes, noch zijn eigenzinnigheid leken er door aangetast. Van Heuven Goedhart dacht en handelde nog steeds vanuit zijn in beton verankerde democratische overtuigingen. In maart 1946 nam hij zitting in het aanbevelingscomité van het Comité Vrij Spanje (met Ro- mein als voorzitter), nadat hij eerder een brochure had geschreven waarin hij de Nederlandse houding door de mangel haalde: hoe kon Nederland neu- traal staan tegenover een bondgenoot van het voormalige nazi-Duitsland? Nederland wist geen lessen uit de geschiedenis te trekken en leerde evenmin mondiaal te denken.20 In juni 1946 richtte hij het Comité Nederland-Duitschland op, bedoeld om democratische groepen in Duitsland uit hun isolement te halen. Het or- ganiseerde onder meer een voedselactie voor hongerende Duitsers die in ziekenhuizen verbleven in de door Engelse troepen bezette zone.21 Zijn me- decomitéleden waren onder anderen zijn oude verzetsvriend Slotemaker de Bruïne (nu directeur van de Wiardi Beckman Stichting, het wetenschappe- lijk bureau van de PvdA), maar ook de Heineken-directeur Stikker van de rechts-liberale Partij van de Vrijheid.