Jaarboek Van De Maatschappij Der Nederlandse Letterkunde, 2014

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Jaarboek Van De Maatschappij Der Nederlandse Letterkunde, 2014 Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 2014 bron Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 2014. Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, Leiden 2014 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_jaa004201401_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. i.s.m. 5 [Vooraf] Beschermheer Zijne Majesteit Willem-Alexander Koning der Nederlanden Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 2014 6 Uit de nalatenschap van Louis Putman (1923-2013), antiquaar te Amsterdam, verwierf de Maatschappij alle werken van Alie (van Wijhe)-Smeding (1890-1938) en Cornélie Noordwal (1869-1928), beiden in leven lid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. De boekenseries zijn door Louis Putman bijeengebracht in alle drukken en met alle varianten. Afgebeeld is de voorzijde van Tusschen twee droomen (Leiden: Sijthoff, tweede druk, 1935). Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 2014 9 Verhandelingen Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 2014 11 Het Rijksmuseum revisited Jaarrede door de voorzitter, Peter Sigmond Ik heb mijn voordracht deze titel meegegeven omdat ik van 1995 tot 2008 werkzaam ben geweest bij het Rijksmuseum, eerst als hoofd van de afdeling Nederlandse geschiedenis en daarna in de directie als directeur Collecties. Daardoor was ik nauw betrokken bij de het hele renovatie- en herinrichtingsproject en medeverantwoordelijk voor de inhoudelijke keuzes die gemaakt zijn. Toen hoofddirecteur Ronald de Leeuw en ikzelf in 2008 besloten te vertrekken, waren de belangrijkste keuzes gemaakt. Het was daarom bijzonder na de opening te zien in hoeverre de aanvankelijke plannen daadwerkelijk verwezenlijkt waren. U heeft het museum onderhand waarschijnlijk zelf al gezien en als dat niet zo is, moet deze voordracht een aanmoediging zijn dit snel te gaan doen. Iets meer dan een jaar geleden (13 april 2013) werd het nieuwe Rijksmuseum in Amsterdam officieel geopend. Dat wil zeggen, een deel van het gerestaureerde hoofdgebouw, inclusief een stukje nieuwbouw in de vorm van een torentje en het Aziatisch paviljoen, ontworpen door de Spaanse architecten Antonio Cruz en Antonio Ortiz. Het grootste stuk nieuwbouw dat deze architecten hadden ontworpen, was echter, zonder veel landelijke aandacht, ruim daarvoor al geopend, in 2007: het zogenaamde Ateliergebouw. Dat is verrezen achter het gebouw van het voormalige Veiligheidsinstituut aan de Hobbemastraat 22 en huisvest alle restauratieateliers van het museum (schilderijen, papier, metalen, hout, textiel, scheepsmodellen) alsook de restauratorenopleiding van de Universiteit van Amsterdam en een afdeling Onderzoek van de Rijksdienst Cultureel Erfgoed. Het Ateliergebouw en het hoofdgebouw zijn ondergronds met elkaar verbonden zodat de museumobjecten niet door de buitenlucht behoeven te worden vervoerd. Restauratiepraktijk, opleiding en onderzoek onder één dak. Een samenballing van techniek, kennis, specialistische handvaardigheid en talent - uniek in de wereld. En in het najaar volgt nog de met het hoofdgebouw verbonden museumvleugel, voor de ouderen onder ons bekend als Druckervleugel, later Zuidvleugel en thans, naar een van de belangrijkste begunstigers, Philipsvleugel genoemd. Daar zullen de expositiezalen en een groot restaurant ondergebracht worden. Samen met het in Lelystad voor de collectie Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 2014 12 ingerichte enorme depot - een deel van de voormalige eurokluis van de Nederlandse Bank - en een gebouw in de nabijheid van het Museumplein van waaruit de beveiliging van het Rijksmuseum, het Van Goghmuseum en het Stedelijk Museum centraal worden georkestreerd, kun je zeggen dat het project ‘Het Nieuwe Rijksmuseum’ pas echt af is. Ik wil U deze Het daglicht in het gebouw is terug. De tussenvloeren zijn uit de binnenplaatsen verwijderd en de originele openingen naar de ‘onderdoorrit’ zijn geopend. Foto auteur. Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 2014 13 opsomming niet onthouden omdat er in al die jaren veel meer is gebeurd dan de restauratie en inrichting van het hoofdgebouw. Wereldwijd zijn de verbouwing en restauratie geprezen. Niet ‘terug naar Cuypers’ maar ‘verder met Cuypers’ was het motto, waarbij het gebouw gereed is gemaakt voor de eisen van de eenentwintigste eeuw zonder grote concessies te doen aan de structuur van het originele gebouw. Daar waar mogelijk werden latere ingrepen teruggedraaid. Denk daarbij bij voorbeeld aan het terugbrengen van de binnenplaatsen, het ontdoen van later ingebrachte tussenmuren in de museumzalen en het verwijderen van verlaagde plafonds die waren aangebracht voor de in een modern museum noodzakelijke klimaatregeling en lichtvoorziening. Het onsmakelijke politieke geharrewar over de museumentree in de ‘Onderdoorgang’ die verreweg de meeste aandacht heeft gekregen in de media en de planning stevig heeft vertraagd, zullen we verder buiten beschouwing laten. Soms willen mensen zichzelf tekort doen. Maar niet alleen de media besteedden ruim aandacht aan de verbouwing. Ook in de prachtige documentaires van Oeke Hogendijk staan aspecten centraal die er uiteindelijk niet meer toe doen: het proces van de verbouwing, de strijd over de vergunningen en de terreur van enkele actiegroepen die de gemeente in het stof deden bijten. Maar dat is, wat het project aangaat, niet het hele verhaal en zeker niet de essentie. Het ging zowel in de politiek als in de openbare discussie uiteindelijk om randverschijnselen. Zelfs het gebouw, Cuypers creatie, is in feite niet meer dan een faciliteit. Het maakt mogelijk waar het werkelijk om gaat, namelijk de presentatie van een deel van de museale collecties. Het gebouw is de cassette om het boek, de band om het verhaal. Hier wil ik het graag met U over hebben; over de inhoud. In NRC-Handelsblad en The Guardian heeft Simon Schama vlak voor de officiële opening over het gebouw, maar veel meer nog over de museale presentatie, een prachtige recensie geschreven waarin niet Rembrandts Nachtwacht maar de mutsen van op Spitsbergen begraven walvisjagers de show stalen. En hij sloeg daarmee de spijker op de kop. Nergens anders, voor zover ik weet, tref je een nationaal museum aan waarin kunstvoorwerpen en historische voorwerpen in samenhang worden gepresenteerd. Die, wat in de wandeling heette ‘gemengde presentatie’ was het werkelijke experiment van het nieuwe Rijksmuseum, de vernieuwing, de Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 2014 14 grootste uitdaging voor de museumstaf. Daar waar in de grote nationale musea zoals de National Gallery, het Louvre, het British Museum en het Metropolitan Museum collecties, mooi maar klassiek typologisch, naar school of periode, worden getoond (waar op zichzelf niets mis mee is), is door het Rijksmuseum gekozen voor een chronologische presentatie, een verhaal, gebruikmakend van alle beschikbare objecten uit alle collecties. Het is een keuze die van de grote nationale musea eigenlijk alleen het Rijksmuseum kon maken. De National Gallery is immers een schilderijenverzameling, het Louvre een kunstverzameling met meer wereldkunst dan Franse kunst en voor het Metropolitan Museum geldt hetzelfde. Dat het Rijksmuseum dat wel kan, is het gevolg van het feit dat het museum in 1800 is gecreëerd om hoogtepunten van de Nederlandse cultuur, kunst en geschiedenis bij elkaar te brengen in een nationaal museum. Na de Unie met zeven provincies, wilde de nieuwe Bataafse eenheidsstaat een gemeenschappelijk, nationaal verleden tonen. Volksverlichting door nationale instellingen was een politiek streven dat de patriottische idealen kon stutten. De eerste aankoop getuigt daarvan: het schilderij De bedreigde zwaan van Jan Asselijn, dat beschouwd werd als een allegorie op Johan de Witt. Naast schilderijen vonden borstbeelden en ook relieken van belangrijke historische figuren hun weg naar het museum. Ik ga hier niet de gehele geschiedenis van het museum uit de doeken doen. Anderen, zoals Gijs van der Ham in zijn boek 200 jaar Rijksmuseum en Ellinoor Bergvelt, met haar Pantheon der Gouden Eeuw, hebben dat al voortreffelijk gedaan. Daaruit blijkt dat ook Cuypers die dubbele lading van het museum respecteerde en bij de bouw van het museum bekrachtigde in zijn decoratieschema's. Zo staan aan de stadszijde van het gebouw twee beelden die de geschiedenis en de kunsten voorstellen. En wie de thema's van decoraties van de schilder Georg Sturm in de voorhal ziet, zal, gewapend met deze wetenschap, minder verrast opkijken naar de schilderingen van Jan van Schaffelaar op de toren van Barneveld, of Liudger, die de Lage Landen kerstent. Dat wil niet zeggen dat iedereen hier gelukkig mee was. Het Rijksmuseum was in het begin van de twintigste eeuw een samenraapsel van een aantal musea en uiteenlopende museumcollecties, het Nederlandse museum voor Geschiedenis, een Rijksmuseum voor Schilderijen en een Prentenkabinet, onder één dak, zonder samenhang. Na een felle inhoudelijke strijd waarbij ook Johan Huizinga van zich liet spreken, kwam Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 2014 15 het onder hoofddirecteur Frederik Schmidt Degener eind jaren twintig van de vorige eeuw tot een herschikking van de collecties: het voormalige Nederlands Museum werd gesplitst in een Rijksmuseum voor Beeldhouwkunst en kunstnijverheid en een Museum voor Geschiedenis. Daarnaast bevonden zich onder hetzelfde dak nog het Rijksprentenkabinet (met een eigen ingang) en het Schilderijenmuseum. De voormalige
Recommended publications
  • Augustus 2006
    Augustus 2009 46ste JAARGANG No. 2 N A T Z W E I L E R B E R I C H T E N VAN DE "STICHTING VRIENDENKRING VAN OUD-NATZWEILERS" ================= BESTUUR Voorzitter interim: Mr P.J.Ph. Dietz de Loos Postbus 453 2240 AL WASSENAAR Tel: 070 – 5129263 Secretaris: R. Schutrup Burg. Wijnaendtslaan 15 3042 CA Rotterdam Tel: 010 - 4622384 Secretaris buitenland: Mr P.J.Ph. Dietz de Loos Postbus 453 2240 AL WASSENAAR Tel: 070 - 5129263 Penningmeester: M.J. Vogelzang – de Loos Eosstraat 5-3 1076 DK Amsterdam Tel.: 020-6629822/Mob: 06-51803406 e-mail: [email protected] Financieel adviseur: Rutger Bakels Koningin Emmalaan 9b 1405 CJ Bussum Tel: 035 - 6936733 Giro Stichting 394148 Redactie: N. Planjer & M. de Loos P/a Mient 42 2564 KP DEN HAAG Tel: 070-3606796, email: [email protected] INDEX Pag. 1. Bestuur 1 2. Index 2 3. Van de Redactie: website 3 4. Mededelingen: a. bedankjes 4 b. familieberichten 4 c. overige 4 5. Ingekomen brieven 5 6. In Memoriam: Arie van Soest 6 7. Oud-Natzweilers: Barend Koekoek 8 8. Geboortedata oud-Natzweilers 10 9. Kalender jaarlijkse evenementen 11 10. Van de Penningmeester 15 11. De Giroloterij 15 12. Ridder Sonja 16 13. Uit de krant – Arie van Soest en Don Bamberg 18 14. Rood-wit-blauw of oranje-blanje-bleu 29 15. Boekbespreking 31 16. Stichting Cogis 32 17. Colofon 33 2 VAN HET BESTUUR Website krijgt vorm Zoals in de vorige Natzweilerberichten aangekondigd is de redactie bezig met het opzetten van een Nederlandse ‘Natzweilerwebsite’. Nogmaals het verzoek: een ieder die denkt interessante informatie te hebben, wordt vriendelijk verzocht deze aan de redactie op te sturen (Marjolijn of Nicole, adressen zie voorkant van dit blad).
    [Show full text]
  • Perspectief in Persgeschiedenis Wijfjes, H.B.M
    University of Groningen Perspectief in persgeschiedenis Wijfjes, H.B.M. Published in: Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden DOI: 10.18352/bmgn-lchr.4949 IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below. Document Version Publisher's PDF, also known as Version of record Publication date: 1999 Link to publication in University of Groningen/UMCG research database Citation for published version (APA): Wijfjes, H. B. M. (1999). Perspectief in persgeschiedenis. Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden, 114(2), 223 - 235. https://doi.org/10.18352/bmgn-lchr.4949 Copyright Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons). The publication may also be distributed here under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license. More information can be found on the University of Groningen website: https://www.rug.nl/library/open-access/self-archiving-pure/taverne- amendment. Take-down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum.
    [Show full text]
  • Hoe De Illegale Pers De Nederlander Aanzette Tot Verzet Tijdens De Tweede Wereldoorlog
    Met Het Parool als strijdwapen: hoe de illegale pers de Nederlander aanzette tot verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog Bachelorscriptie: Roderik Oosterholt Scriptiebegeleider: dr. Marloes Beers Studie: Taal- en Cultuurstudies Hoofdrichting: International Studies Universiteit Utrecht Studentnummer: 4118081 Datum: 7 april 2017 Het lied der achttien dooden Gedicht door journalist en schrijver Jan Campert, die gearresteerd werd voor het helpen van joden en in concentratiekamp Neueungamme in Duitsland ter dood gebracht werd. Het gedicht werd gepubliceerd in Het Parool van 10 februari 1943 Een cel is maar twee meter lang en nauw twee meter breed, wel kleiner nog is het stuk grond, dat ik nu nog niet weet, maar waar ik naamloos rusten zal, mijn makkers bovendien, wij waren achttien in getal, geen zal den avond zien. O lieflijkheid van licht en land, van Holland's vrije kust, eens door den vijand overmand had ik geen uur meer rust. Wat kan een man oprecht en trouw, nog doen in zulk een tijd? Hij kust zijn kind, hij kust zijn vrouw en strijdt den ijdlen strijd. Ik wist de taak die ik begon, een taak van moeiten zwaar, maar't hart dat het niet laten kon schuwt nimmer het gevaar; het weet hoe eenmaal in dit land de vrijheid werd geëerd, voordat een vloekbare schennershand het anders heeft begeerd. Voordat die eeden breekt en bralt het miss'lijk stuk bestond en Holland's landen binnenvalt en brandschat zijnen grond; voordat die aanspraak maakt op eer en zulk Germaansch gerief ons volk dwong onder zijn beheer en plunderde als een dief. De Rattenvanger van Berlijn pijpt nu zijn melodie, zoo waar als ik straks dood zal zijn de liefste niet meer zie en niet meer breken zal het brood en slapen mag met haar- verwerp al wat hij biedt of bood die sluwe vogelaar.
    [Show full text]
  • Loe De Jong 1914-2005
    boudewijn smits Loe de Jong 1914-2005 Historicus met een missie bijlagen 8 tot en met 11 Boom Amsterdam inhoud bijlage 8 NOTEN Inleiding 5 Hoofdstuk 1 7 Hoofdstuk 2 19 Hoofdstuk 3 35 Hoofdstuk 4 53 Hoofdstuk 5 70 Hoofdstuk 6 82 Hoofdstuk 7 100 Hoofdstuk 8 111 Hoofdstuk 9 119 Hoofdstuk 10 131 Hoofdstuk 11 141 Hoofdstuk 12 154 Hoofdstuk 13 166 Hoofdstuk 14 178 Hoofdstuk 15 190 Hoofdstuk 16 200 Hoofdstuk 17 215 Hoofdstuk 18 223 Hoofdstuk 19 234 Hoofdstuk 20 243 Hoofdstuk 21 256 Hoofdstuk 22 266 Hoofdstuk 23 272 Hoofdstuk 24 288 Hoofdstuk 25 301 Hoofdstuk 26 315 Hoofdstuk 27 327 Hoofstuk 28 339 Hoofstuk 29 350 Hoofdstuk 30 360 Slotbeschouwing 371 bijlage 9 english summery 373 bijlage 10 geÏnterVIEWDE Personen 383 bijlage 11 geraadPleegde arChieVen 391 bijlage 8 NOTEN inleiding 1 Ernst H. Kossmann, ‘Continuïteit en discontinuïteit in de naoorlogse geschiedenis van Nederland’, Ons Erfdeel 28, nr. 5 (1985): 659-668, aldaar 660. 2 Een ander monumentaal werk is A study of History (Oxford 1934-1961) van de Britse historicus Arnold Toynbee dat in to- taal 12 delen omvat en meer dan 7000 bladzijden telt. 3 De Jongs oeuvre telt bij benadering 46.500 bladzijden. Zijn journalistiek werk: 24.742 blz. Specificatie: De Groene Am- sterdammer (februari 1937-mei 1940), circa 8000 blz.; Radio Oranje (juli 1940-augustus 1945), inclusief de geallieerde strooibladen De Wervelwind en De Vliegende Hollander en vanaf de bevrijding, Herrijzend Nederland, circa 10.000 blz.; zijn verzetstitel Holland fights the Nazis (1940): 138 blz. en de vierdelige reeks Je maintiendrai (1940-1944) exclusief bijlagen: 1447 blz.; 21 jaar buitenlandrubriek Vrij Nederland (van 1949 tot 1969): 5000 blz.
    [Show full text]
  • Download PDF Van Tekst
    Jaarboek voor Nederlandse boekgeschiedenis. Jaargang 10 Bij de tijd. Boeken in Nederland 1950-2000 bron Jaarboek voor Nederlandse boekgeschiedenis. Jaargang 10. Bij de tijd. Boeken in Nederland 1950-2000. Nederlandse Boekhistorische Vereniging, Leiden 2003 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_jaa008200301_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. i.s.m. 7 Berry Dongelmans & Adriaan van der Weel Bij de tijd Boeken in Nederland 1950-2000 Dit Jaarboek is gewijd aan ontwikkelingen in boekhandel en uitgeverij in de tweede helft van de twintigste eeuw. Dat wij die periode grotendeels zelf hebben meegemaakt, wil nog niet zeggen dat we ons er ook altijd rekenschap van geven hoe stormachtig die ontwikkelingen zijn geweest. Het congres dat de Nederlandse Boekhistorische Vereniging op 2 november 2001 organiseerde in het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis te Amsterdam heeft een stevige impuls gegeven aan de bestudering van de vele veranderingen in het boekenvak in die periode, waarvan de gevolgen tot op de dag van vandaag nog duidelijk merkbaar zijn. Een aantal van de bij die gelegenheid uitgesproken lezingen is door de verschillende sprekers tot artikelen bewerkt en wordt hier gepresenteerd. Aangevuld met andere bijdragen die facetten van het boekenvak uit de laatste vijftig jaar behandelen, biedt het resultaat een panoramisch overzicht van ontwikkelingen en veranderingen in het boekenvak uit het recente verleden. Hoewel het beschrijven van het nabije verleden onmiskenbaar zijn hachelijke kanten kent - vooral distantie ontbreekt - biedt de mogelijkheid om mensen uit de praktijk aan het woord te laten evenzeer voordelen. Zo presenteerde Laurens van Krevelen met zijn ‘Modernisering en marktverruiming van de boekencultuur.
    [Show full text]
  • Tirade. Jaargang 25 (Nrs. 262-271)
    Tirade. Jaargang 25 (nrs. 262-271) bron Tirade. Jaargang 25. G.A. van Oorschot, Amsterdam 1981 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_tir001198101_01/colofon.php © 2014 dbnl / Tirade i.s.m. 2 [Tirade januari 1981] Mededeling Het is lang geleden dat ik een dik boek, een boek van 500 pagina's ter hand heb genomen en met enkele korte onderbrekingen om wat te eten en te drinken, achter elkaar heb uitgelezen. Het betreft hier het zesde deel van de brieveneditie van E. du Perron. (Een editie waarvoor niet de allergeringste belangstelling bestaat.) Du Perron als mens en als vriend, als polemist en pamfletschrijver, als vechter tegen alles wat in Holland en Nederlands Indië muf en bekrompen, laf en leugenachtig was, als medewerker aan krant en tijdschrift, als schrijver van brieven aan zijn vrienden. Kortom, in al deze kwaliteiten tekent Du Perron in dit boek zijn eigen portret. Het is natuurlijk niet toevallig dat Du Perron Multatuli tot inzet maakte van de strijd, die hij op alle fronten waar de geest van Jan Lubbes heerste, meende te moeten voeren. Het boek is hartverwarmend en het boek maakt treurig. Want evenals Multatuli was Du Perron een Don Quichot die niet afliet te vechten tegen de bierkaai. De overeenkomsten tussen het karakter, de literaire en maatschappelijke positie van Multatuli en Du Perron zijn frappant. Zeker, Multatuli was veelzijdiger en eenzamer, (want zonder vrienden die evenals hij de pen als wapen hanteerden), doch Multatuli begon eigenlijk pas als schrijver op zijn 40ste jaar, terwijl Du Perron op zijn 40ste jaar overleed. Wat zou hij niet, als hij in leven was gebleven, tussen zijn 40ste en 70ste jaar nog geschreven hebben.
    [Show full text]
  • Godfried Bomans En Simon Carmiggelt
    Vier lichte letterheren samenstelling Aad Meinderts, Dick Welsink en Anna-Marie Lücken bron Aad Meinderts, Dick Welsink en Anna-Marie Lücken, Vier lichte letterheren (Schrijversprentenboek 16). Thomas Rap, Amsterdam / Letterkundig Museum, Den Haag 1999 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/mein002vier01_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. i.s.m. 7 Woord vooraf De ‘vier lichte letterheren’ hebben mij leren lezen. Het is vooral bij hen begonnen. Zo vertel ik nog vaak aan mijn kinderen het o zo moeilijke rijmpje: Er was een bij te 's-Gravenhage die antwoord wist op alle vragen. Toen men hem moeielijk genoeg ‘Wat was was eer was was was?’ vroeg werd hij de winnaar van de quiz met ‘Eer was was was was was is.’ Dit was het eerste ‘lichte’ versje van Kees Stip dat ik uit mijn hoofd kende. Wij waren een ‘lichte letterengezin’ en onze meestal vrolijke dinertjes eindigden altijd met veel John O'Mill en Trijntje Fop. Er moest gelachen worden en er werd gelachen. Mijn vader schuwde het zware literaire werk geenszins, maar mocht toch ook graag rondsjouwen in Godfried Bomans en Simon Carmiggelt. Hij kon dan ook opmerkelijk veel van hen citeren. Van Bomans had hij alles en dat waren de eerste grotemensenboeken waarin ik na mijn Arendsoog- en Kameleonperiode echt verdween. Als jonge jongen duik je nou eenmaal niet meteen in Tolstoj, Dostojewski, Couperus en Svevo. Ik denk dat ik van en over Godfried Bomans alles heb gelezen. Zijn Memoires van minister Pieter Bas heb ik werkelijk verslonden, Pa Pinkelman en Tante Pollewop kende ik beter dan mijn eigen ouders en voor Erik ben ik hem eeuwig dankbaar.
    [Show full text]
  • Lees Het Jaarverslag Hier!
    INHOUDINHOUD 3 Voorwoord directeurVoorwoord directeur 4 Column Nadja Groot 12 Organisatie, bestuur en toezicht 4 Interview The Correspondent 14 Stichting DemocratieStichting enDemocratie Media en Media Organisatie 76 Column Nadja Groot 12 Beleid 76 Geschiedenis Geschiedenis 6 Interview Alex Brenninkmeijer 77 Statutaire doelstellingen Statutaire doelstellingen 7Interview The Correspondent 14 Leden van de raad van toezicht in 2017 84 Aandelen en beleggingen Aandelen en beleggingen 6 7 Ge- en herdenken Organisatie, bestuur en toezicht Financieringen Financieringen 7 Doelstellingen 7 Doelstellingen 8 Organisatie Beoordelingsproces 7 Uitgelichte projecten: Beoordelingsproces Ge- en 9herdenken Beleid Nagelaten betrekkingen 7676 Gesteunde projecten en organisaties 7 Dr. Coen van Gaalen 46 Gesteunde projecten en organisaties8 11 Ida Does 46 Interview Alex Brenninkmeijer 77 Leden van de5-februariherdenking raad van toezicht in 20172017 84 87 9 Uitgelichte projecten: Verzetsmuseum Amsterdam 47 11 Lotty Veffer Foundation 47 Fundamentele rechtenFundamentele en vrijheden rechten en vrijheden Dr. Coen van GaalenInterview The Black 46 Archives 50 Ida Does 46 Uitgelichte projecten: Uitgelichte projecten: Verzetsmuseum Amsterdam 47 Nagelaten betrekkingenFinanciën Likeminds Likeminds 20 20 Lotty Veffer Foundation 47 Jaap Cohen Jaap Cohen 20 20 Interview The Black Archives 50 5-februariherdenkingBijlage: 2017 Overzicht toekenningen 87 2017 90 Institute on StatelessnessInstitute and Inclusion on Statelessness 21 and Inclusion 21 Waarheidsvinding Stichting
    [Show full text]
  • De Toekomst Van Het Parool En De Volkskrant
    s &..o 7/8 1997 341 BOEKEN De toekomst van redacteur in de kroeg te horen krijgen van zijn Volkskrant colle­ het Parool en de ga. Animositeit over en weer. Volkskrant Misschien iets minder de laatste jaren, maar nog niet verdwenen. De Volkskrant heeft een (be­ Wouter Gortzak schrijft naar trekkelijk) nieuwe hoofdredac­ aanleiding van: teur, Pieter Broertjes. Onder zijn Gerard Mulder & Paul Koedijk. Léés die leiding slaat de krant nieuwe krant! Geschiedenis van het naoorloase wegen in. De groei stagneerde en Parool. Amsterdam: Meulenhoff 1996. moest impulsen krijgen. De Frank van Vree. De metamoifose van een zuurgraad omlaag. Onlangs haal­ daablad. Een journalistieke aeschiedenis van de de Volkskrant chefsport Poul de Volkskrant. Amsterdam: Meulenhoff Annema van de overkant. Een •996. Paroolman en voetballiefhebber Gerard Mulder. Wim van Narden. Portret baas van de Volkskrant-sportre­ van een courantier. Amsterdam: dactie. Jarenlang de plek van Meulenhoff 1997. voetbalhater Ben de Graaf. Zo doe je dat. Wat je niet hebtkun je halen. Als je winst maakt, ten­ Een soort Fleet Street is de minste. Amsterdamse Wibautstraat niet Nog kakelverser dan Broertjes geworden. Toch zetelen er twee is de nieuwe Parool hoofdredac~ belangrijke dagbladen. Aan de teur. Matthijs van Nieuwkerk, even zijde de Volkskrant, aan de 35 jaar jong, tintelt van optimis­ overkant Het Parool. De een me. Het gaat gebeuren. Het floreert, de ander lijdt nood. Parool een echt-Amsterdamse Samen vormen ze Perscombi­ krant met stijl en allure. Geen natie, na de fusie met Meulenhoff Amsterdams sufferdje, slap noch onderdeel van Pc M. Ook Trouw is oubollig. Een nieuwe vorm, een er, Parools' bovenbuurman.
    [Show full text]
  • Volksknar 117.Indd
    13 mei 2009 HOE MOET HET TOCH VERDER MET PCM? Memo nummer 117 van het Genootschap van Ouwe Knarren van de Volkskrant e-mail: [email protected] Oud-collega Joost Ramaer werkte mee aan documentaire KRO PCM-bonzen vegen hun straatje schoon ONDERDAG 16 APRIL zit ik om den uiteraard dat er geen sprake is van halftien in de ochtend op een bankje verkeerd handelen. De Ondernemingska- tegenoverD het Paleis van Justitie op de mer doet binnenkort uitspraak. Amsterdamse Prinsengracht. Lekker De uitzending van Reporter biedt veel zonnetje. Wachten op het begin van de pratende hoofden die hun straatje schoon zitting van de Ondernemingskamer die proberen te vegen. zich vanaf tien uur zal buigen over de De twee hoofdpersonen in het Apax- affaire PCM-Apax. Twintig meter naar drama komen uitgebreid aan het woord. rechts is een filmploeg doende. Rond de Theo Bouwman als voorzitter van de cameraman drentelt de niet te missen directie van PCM in die periode en Theo ex-collega Joost Ramaer (Economie, Strengers als voorzitter van de Stichting Theo Bouwman en Theo Strengers Kunst). In PC Hooft-tenue: spijkerbroek, Democratie en Media (SDM). Bouwman overhemd, rode bretels. Hij vertelt me met een stevig glas bier voor zich. Re- lijf in zijn rode Ferrari en vertrekt. Hij dat de opnames worden gemaakt voor porter wil aantonen dat de jarenlange vindt de stichting maar naïef. situatie bij PCM van twee kapiteins op Overigens blijkt heden ten dage dat de Bestuur Stichting één schip de oorzaak is van het debâcle. toenmalige bestuurders van de Stichting Om dit te illustreren grijpt Reporter helemaal niet zo dom waren.
    [Show full text]
  • Dutch Communism in Transition the CPN, the National-Front Strategy and the Political Reconstruction of the Netherlands (1944-1948)
    Dutch communism in transition The CPN, the national-front strategy and the political reconstruction of the Netherlands (1944-1948) Tijn Sinke Master Thesis RMA Modern History, Universiteit Utrecht Supervisor: prof. dr. Ido de Haan 14 June 2015 Table of contents Introduction 1 Chapter 1: Communism, anticommunism and popular fronts, 1917-1941 8 Chapter 2: The Second World War and the national-front strategy 22 Chapter 3: Chances and limitations of cooperation attempts 42 Chapter 4: The solidification of the Dutch Cold War 71 Conclusion 95 Bibliography Image on front page: CPN-optocht vanaf Waterlooplein. Wagenaar en de Groot afgebeeld op verkiezingsborden (26 June 1948), http://www.geheugenvannederland.nl/?/nl/items/IISG02:30051000704897 Introduction “Ik had de handen vrij, er viel nog zo ontzaglijk veel te doen. Steeds weer herhaalde ik voor mezelf en anderen: Wij hebben een enorme goodwill gekweekt, een groot deel van het volk heeft vertrouwen in ons gekregen – we mogen straks bij de bevrijding niet falen. De mantel der verantwoordelijkheid, die ons straks bij de bevrijding om de schouders zou vallen, leek mij zwaarder te dragen dan alle gevaren van het verzet.”1 This quote by Antoon Koejemans, prominent member of the Communistische Partij Nederland (CPN) and chief editor of its newspaper De Waarheid, exemplifies the mindset of Dutch communists at the end of the Second World War. They felt that the war and the role of the communists in the resistance against the German occupier had changed everything. They were sure that the future lay in the hands of the left-wing, and they were eager to accept the responsibility for reconstructing the Netherlands and decisively transform the country along progressive lines.
    [Show full text]
  • Het Succes Van Een Kwaliteitskrant 150X230 16-10-12 09:56 Pagina 69
    Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20494 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Hoeven, Regina van der Title: Het succes van een kwaliteitskrant : de ontstaansgeschiedenis van NRC Handelsblad Issue Date: 2012-11-01 Het succes van een kwaliteitskrant_150x230 16-10-12 09:56 Pagina 69 2 Een paringsdans van vijftig jaar. De totstandkoming van de ndu 2.1 Fusiepogingen vóór 1964 • 2.2 Het nrc-concern onder leiding van Pluygers: voor een dubbeltje op de eerste rang • 2.3 Het Handelsblad in nood • 2.4 Oprichting van de ndu: een huwelijk op stand Het succes van een kwaliteitskrant_150x230 16-10-12 09:56 Pagina 70 2.1 Fusiepogingen vóór 1964 H. Nijgh jr. (1873-1948) van het nrc-concern naast drukpers in 1933. Het succes van een kwaliteitskrant_150x230 16-10-12 09:56 Pagina 71 De oprichting van de Nederlandse Dagbladunie (ndu) in 1964 was een mijlpaal in de geschiedenis van de Nederlandse pers, omdat het de eerste fusie binnen de dagbladwereld was op deze schaal. De fusie tussen de be- drijven van het Algemeen Handelsblad en de nrc bracht beide liberale kranten onder één dak. De oprichting van de ndu kreeg veel aandacht in de media. Men maakte zich zorgen over het voortschrijdende proces van persconcentratie dat met deze fusie een nieuwe, landelijke dimensie had bereikt. Algemeen was de angst dat het informatieaanbod zou verschra- len onder invloed van dit soort uit nood geboren fusies. In de perscom- mentaren werd eensgezind gehamerd op het belang van de pluriformiteit van de pers. Sommige commentatoren stelden daarbij weinig vertrou- wen in het uitgangspunt dat de kranten ‘ieder hun eigen zelfstandigheid en karakter’ zouden behouden binnen de nieuwe holding, zoals dat ver- woord was in de officiële verklaring van 27 juni 1964.
    [Show full text]