Godfried Bomans En Simon Carmiggelt

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Godfried Bomans En Simon Carmiggelt Vier lichte letterheren samenstelling Aad Meinderts, Dick Welsink en Anna-Marie Lücken bron Aad Meinderts, Dick Welsink en Anna-Marie Lücken, Vier lichte letterheren (Schrijversprentenboek 16). Thomas Rap, Amsterdam / Letterkundig Museum, Den Haag 1999 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/mein002vier01_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. i.s.m. 7 Woord vooraf De ‘vier lichte letterheren’ hebben mij leren lezen. Het is vooral bij hen begonnen. Zo vertel ik nog vaak aan mijn kinderen het o zo moeilijke rijmpje: Er was een bij te 's-Gravenhage die antwoord wist op alle vragen. Toen men hem moeielijk genoeg ‘Wat was was eer was was was?’ vroeg werd hij de winnaar van de quiz met ‘Eer was was was was was is.’ Dit was het eerste ‘lichte’ versje van Kees Stip dat ik uit mijn hoofd kende. Wij waren een ‘lichte letterengezin’ en onze meestal vrolijke dinertjes eindigden altijd met veel John O'Mill en Trijntje Fop. Er moest gelachen worden en er werd gelachen. Mijn vader schuwde het zware literaire werk geenszins, maar mocht toch ook graag rondsjouwen in Godfried Bomans en Simon Carmiggelt. Hij kon dan ook opmerkelijk veel van hen citeren. Van Bomans had hij alles en dat waren de eerste grotemensenboeken waarin ik na mijn Arendsoog- en Kameleonperiode echt verdween. Als jonge jongen duik je nou eenmaal niet meteen in Tolstoj, Dostojewski, Couperus en Svevo. Ik denk dat ik van en over Godfried Bomans alles heb gelezen. Zijn Memoires van minister Pieter Bas heb ik werkelijk verslonden, Pa Pinkelman en Tante Pollewop kende ik beter dan mijn eigen ouders en voor Erik ben ik hem eeuwig dankbaar. Carmiggelt was mijn held. Zo wilde ik ook leven. Kroegje in, kroegje uit, mensen spreken, borreltje drinken, trammetje pikken en maar schrijven. Ik was verzot op zijn tot nu toe door niemand geëvenaarde Kronkels in Het Parool en vind hem nog steeds een van de beste cabaretschrijvers. Van hem zijn de onsterfelijke Sonneveld-conferences Kroketten en Dag man achter het loket, het meest stuk gedraaide plaatje bij ons thuis. Vaak verlang ik terug naar de door Carmiggelt gelezen Kronkels op televisie. Prachtige dagsluiting was dat, altijd beginnend met het heerlijke In A Sentimental Mood van Duke Ellington, perfect getimed en optimaal gecombineerd met zijn droeve, licht verbaasde blik. Kees van Kooten is het absolute verhaal apart. Hij is de duizendpoot van de humor en de uitvinder van een nieuwe taal. Hoeveel woorden heeft hij samen met Wim de Bie niet aan ons Nederlands toegevoegd? Hoeveel smultypes kennen wij niet van hem? En daarbuiten is hij in mijn ogen van alle cabaretiers veruit de beste schrijver. Niet alleen leuk, maar ook zo vaak ontroerend. Over zijn moeder, zijn Haagse jeugd, zijn gezin en niet te vergeten zijn hond Willem. Ik weet nog dat bij het lezen van dat verhaal de tranen van ontroering over mijn toen al lang volwassen jongenswangen biggelden. Er moet gelachen worden en er wordt gelachen! En nooit meer wil ik met een zogenaamde echte schrijver de discussie voeren dat het schrijven van grappige stukjes gemakkelijk is. Onzin. Het schrijven van een grappig stukje is duizend keer moeilijker dan iedereen denkt. Hoe ik dat weet? Omdat ik duizenden leuk bedoelde stukjes van honderden lichte letterjongens niet uit heb kunnen lezen omdat ze ten onder gingen aan woordspelerigheid en flauwe grappen. Daarom is de titel van dit boek ook zo goed gekozen. Vier lichte letterheren voor wie ondergetekende een diepe buiging Vier lichte letterheren maakt. Ze hebben me namelijk niet alleen leren lezen, maar ook leren schrijven. Althans: dat is wat ik probeer. Youp van 't Hek Vier lichte letterheren 9 Godfried Bomans Vier lichte letterheren 10 Godfried Bomans in de jaren vijftig. Foto: Maria Austria. Collectie Letterkundig Museum Vier lichte letterheren 11 Peter van Zonneveld Heimwee en geborgenheid, ernst en humor Godfried Bomans staat vooral bekend als een humoristisch auteur, die aan het eind van zijn leven steeds ernstiger werd. Hij is geprezen om zijn stilistische vaardigheden en zijn vermogen om op een begrijpelijke manier problemen onder woorden te brengen waar veel mensen in de jaren zestig mee worstelden. Hij ontwikkelde zich van een studentikoze verschijning tot een nationale figuur, zonder die excentrieke zijde te verloochenen. Sterker nog: misschien kon hij juist dankzij dat eigenaardige optreden uitgroeien tot de herkenbare persoonlijkheid die hij vooral in de laatste decennia van zijn leven is geweest. Er was ook kritiek: sommigen vonden dat hij oppervlakkig was, te conservatief ook, te veel in herhalingen verviel en gemakzuchtig werd. Zij meenden dat hij zijn talent misbruikte door voor radio en televisie op te treden, dat hij gaandeweg een karikatuur van zichzelf werd, waarachter hij zijn diepste zielenroerselen verborgen hield. Officiële erkenning in de vorm van een serieuze literaire prijs heeft hij nooit gekregen, maar zijn boeken werden door honderdduizenden gelezen. Het bericht van zijn onverwachte dood in 1971 ging als een schok door het land en zijn begrafenis was een nationale gebeurtenis. Leven en werk Godfried Bomans wordt op 2 maart 1913 te Den Haag geboren. Na drie maanden verhuist het rooms-katholieke gezin naar Haarlem. Zijn vader, van wie hij het pathetische zou erven, bekleedt belangrijke politieke functies; zijn moeder schonk hem haar droge, ironische humor.1 Op de middelbare school begint zijn literaire loopbaan. In Tolle Lege, het schoolblad van het Triniteitslyceum in Haarlem, verschijnen zijn eerste publicaties. De rij wordt in 1929 geopend met een melancholische schets, ‘Zuurkraampjes’, waarin augurken en citroenen, centen en kwartjes, menselijke eigenschappen worden toegedicht. Wat in portefeuille blijft, is Dagboek van een gymnasiast. In zijn literaire nalatenschap zijn enkele Vier lichte letterheren 12 schoolschriftjes aangetroffen, waarvan er een deze titel draagt. Een dagboek is het eigenlijk niet; het zijn meer notities waarin de achttienjarige Bomans enkele vroege jeugdherinneringen heeft vastgelegd. Ze gaan niet over een gymnasiast, maar over een jongetje dat de lagere school bezoekt. De toon is niet die van een scholier, maar van een grijsaard die weemoedig terugblikt. Het bijzondere van dit Dagboek is dat allerlei kanten van Bomans' schrijverschap hier al in statu nascendi zijn aan te treffen. Meer ernst dan humor, meer melancholie dan moralisme, met typerende formuleringen, Bomansiaanse personages en situaties in ruwe oervorm, waar nog heel wat aan geslepen moet worden, maar die toch al herkenbaar zijn. Vanuit deze tekst lopen er draden naar bijna alles wat nog komen zal. In december 1936 verschijnt zijn debuut in boekvorm, de Memoires of gedenkschriften van Mr. P. Bas, doorgaans kortweg aangeduid als Pieter Bas. Het gaat hierbij vooral om de jeugd- en jongelingsjaren van een minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, die opgroeide in de tweede helft van de negentiende eeuw. Zoals het titelblad vermeldt, zijn ze ‘bijeen-gezameld en geordend door Godfried Bomans, student in de rechten’. Deze romantische manuscript-fictie gaf de auteur, die toen 23 was en vanaf 1933 in Amsterdam rechten studeerde, de gelegenheid een figuur te creëren, die als zesentachtigjarige grijsaard met vertedering terugblikt op zijn jeugd in Dordrecht en zijn studentenjaren in Leiden. Intussen zijn er in verschillende bladen en tijdschriften, zoals Het Venster, Propia Cures en De Dijk, Voor het tweede deel van Pieter Bas maakte Harry Prenen een omslagtekening, alsmede de illustratie van de ouders van Pieter Bas. Pas in 1996 werd dit tweede deel gepubliceerd in Werken. Collectie erven Bomans Vier lichte letterheren 13 al sprookjes, verhalen en gedichten verschenen. Tijdens zijn schooljaren heeft hij bovendien een toneelstuk geschreven dat na de première in 1933 vele honderden malen zou worden opgevoerd: het historisch spektakelstuk Bloed en liefde, dat in 1937 uitgegeven wordt. Zijn studie in Amsterdam bevalt hem niet en in 1939 vertrekt hij naar Nijmegen om er wijsbegeerte en psychologie te gaan studeren. Hier schrijft hij Erik, of Het klein insectenboek, dat nog altijd zijn bekendste werk is. Het zijn de nachtelijke belevenissen van een negenjarige in de insektenwereld, die zo verrassend veel gemeen heeft met de wereld der mensen. Aangespoord door het succes van Erik, dat in 1940 verschijnt, begint hij met het schrijven van Wonderlijke nachten. Ook hier is sprake van een jongetje dat in de nachtelijke uren opmerkelijke avonturen beleeft. Het boek zal pas in 1949 voltooid worden. Tijdens de oorlogsjaren buigt hij zich over Dickens en werkt hij aan een groots opgezette roman over de slavenhandel, die in kleine kring bekend wordt als zijn Slavenroman. Een definitieve titel heeft dit onvoltooid gebleven manuscript nooit gekregen. In 1943 keert hij terug naar Haarlem, waar hij huisvesting biedt aan twee onderduikers. Een jaar later trouwt hij voor de wet met Pietsie Verscheure. Na de bevrijding wordt hij kunstredacteur bij de Volkskrant en redacteur bij Elseviers Weekblad. Zowel de krant als-het weekblad geven hem de gelegenheid zijn schrijverschap verder te ontwikkelen met het schrijven van beschouwingen over zijn favoriete onderwerpen en verzekeren hem van een groot lezerspubliek. Meteen al in 1945 begint hij in de Volkskrant met het stripverhaal De avonturen van Pa Pinkelman, een buitengewoon succesvolle reeks die - met tussenpozen - tot 1952 onder verschillende titels wordt voortgezet. De belevenissen van deze flegmatieke figuur en zijn gemoedelijke gade tante Pollewop worden nadien ook in boekvorm uitgegeven. De columnist Bomans ontplooit zich vanaf 1954 in een rubriek die hij ondertekent met het pseudoniem Parlevink. Hij wordt een onderhoudende moralist, een kritische buitenstaander, die zijn talent ook gebruikt om allerlei zaken die hem niet zinnen in soms scherpe bewoordingen aan de kaak te stellen. Zo schrijft hij onder meer over de binnen- en buitenlandse politiek, het katholieke leven, het onderwijs, het gebruik van de Nederlandse taal, de viering van Sinterklaas, Kerstmis, Oudejaar en Pasen. Het is het tijdperk van de Koude Oorlog, de Russische inval in Hongarije, de dreiging van de atoombom.
Recommended publications
  • Augustus 2006
    Augustus 2009 46ste JAARGANG No. 2 N A T Z W E I L E R B E R I C H T E N VAN DE "STICHTING VRIENDENKRING VAN OUD-NATZWEILERS" ================= BESTUUR Voorzitter interim: Mr P.J.Ph. Dietz de Loos Postbus 453 2240 AL WASSENAAR Tel: 070 – 5129263 Secretaris: R. Schutrup Burg. Wijnaendtslaan 15 3042 CA Rotterdam Tel: 010 - 4622384 Secretaris buitenland: Mr P.J.Ph. Dietz de Loos Postbus 453 2240 AL WASSENAAR Tel: 070 - 5129263 Penningmeester: M.J. Vogelzang – de Loos Eosstraat 5-3 1076 DK Amsterdam Tel.: 020-6629822/Mob: 06-51803406 e-mail: [email protected] Financieel adviseur: Rutger Bakels Koningin Emmalaan 9b 1405 CJ Bussum Tel: 035 - 6936733 Giro Stichting 394148 Redactie: N. Planjer & M. de Loos P/a Mient 42 2564 KP DEN HAAG Tel: 070-3606796, email: [email protected] INDEX Pag. 1. Bestuur 1 2. Index 2 3. Van de Redactie: website 3 4. Mededelingen: a. bedankjes 4 b. familieberichten 4 c. overige 4 5. Ingekomen brieven 5 6. In Memoriam: Arie van Soest 6 7. Oud-Natzweilers: Barend Koekoek 8 8. Geboortedata oud-Natzweilers 10 9. Kalender jaarlijkse evenementen 11 10. Van de Penningmeester 15 11. De Giroloterij 15 12. Ridder Sonja 16 13. Uit de krant – Arie van Soest en Don Bamberg 18 14. Rood-wit-blauw of oranje-blanje-bleu 29 15. Boekbespreking 31 16. Stichting Cogis 32 17. Colofon 33 2 VAN HET BESTUUR Website krijgt vorm Zoals in de vorige Natzweilerberichten aangekondigd is de redactie bezig met het opzetten van een Nederlandse ‘Natzweilerwebsite’. Nogmaals het verzoek: een ieder die denkt interessante informatie te hebben, wordt vriendelijk verzocht deze aan de redactie op te sturen (Marjolijn of Nicole, adressen zie voorkant van dit blad).
    [Show full text]
  • Perspectief in Persgeschiedenis Wijfjes, H.B.M
    University of Groningen Perspectief in persgeschiedenis Wijfjes, H.B.M. Published in: Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden DOI: 10.18352/bmgn-lchr.4949 IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below. Document Version Publisher's PDF, also known as Version of record Publication date: 1999 Link to publication in University of Groningen/UMCG research database Citation for published version (APA): Wijfjes, H. B. M. (1999). Perspectief in persgeschiedenis. Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden, 114(2), 223 - 235. https://doi.org/10.18352/bmgn-lchr.4949 Copyright Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons). The publication may also be distributed here under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license. More information can be found on the University of Groningen website: https://www.rug.nl/library/open-access/self-archiving-pure/taverne- amendment. Take-down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum.
    [Show full text]
  • Hoe De Illegale Pers De Nederlander Aanzette Tot Verzet Tijdens De Tweede Wereldoorlog
    Met Het Parool als strijdwapen: hoe de illegale pers de Nederlander aanzette tot verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog Bachelorscriptie: Roderik Oosterholt Scriptiebegeleider: dr. Marloes Beers Studie: Taal- en Cultuurstudies Hoofdrichting: International Studies Universiteit Utrecht Studentnummer: 4118081 Datum: 7 april 2017 Het lied der achttien dooden Gedicht door journalist en schrijver Jan Campert, die gearresteerd werd voor het helpen van joden en in concentratiekamp Neueungamme in Duitsland ter dood gebracht werd. Het gedicht werd gepubliceerd in Het Parool van 10 februari 1943 Een cel is maar twee meter lang en nauw twee meter breed, wel kleiner nog is het stuk grond, dat ik nu nog niet weet, maar waar ik naamloos rusten zal, mijn makkers bovendien, wij waren achttien in getal, geen zal den avond zien. O lieflijkheid van licht en land, van Holland's vrije kust, eens door den vijand overmand had ik geen uur meer rust. Wat kan een man oprecht en trouw, nog doen in zulk een tijd? Hij kust zijn kind, hij kust zijn vrouw en strijdt den ijdlen strijd. Ik wist de taak die ik begon, een taak van moeiten zwaar, maar't hart dat het niet laten kon schuwt nimmer het gevaar; het weet hoe eenmaal in dit land de vrijheid werd geëerd, voordat een vloekbare schennershand het anders heeft begeerd. Voordat die eeden breekt en bralt het miss'lijk stuk bestond en Holland's landen binnenvalt en brandschat zijnen grond; voordat die aanspraak maakt op eer en zulk Germaansch gerief ons volk dwong onder zijn beheer en plunderde als een dief. De Rattenvanger van Berlijn pijpt nu zijn melodie, zoo waar als ik straks dood zal zijn de liefste niet meer zie en niet meer breken zal het brood en slapen mag met haar- verwerp al wat hij biedt of bood die sluwe vogelaar.
    [Show full text]
  • Jaarboek Van De Maatschappij Der Nederlandse Letterkunde, 2014
    Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 2014 bron Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 2014. Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, Leiden 2014 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_jaa004201401_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. i.s.m. 5 [Vooraf] Beschermheer Zijne Majesteit Willem-Alexander Koning der Nederlanden Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 2014 6 Uit de nalatenschap van Louis Putman (1923-2013), antiquaar te Amsterdam, verwierf de Maatschappij alle werken van Alie (van Wijhe)-Smeding (1890-1938) en Cornélie Noordwal (1869-1928), beiden in leven lid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. De boekenseries zijn door Louis Putman bijeengebracht in alle drukken en met alle varianten. Afgebeeld is de voorzijde van Tusschen twee droomen (Leiden: Sijthoff, tweede druk, 1935). Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 2014 9 Verhandelingen Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 2014 11 Het Rijksmuseum revisited Jaarrede door de voorzitter, Peter Sigmond Ik heb mijn voordracht deze titel meegegeven omdat ik van 1995 tot 2008 werkzaam ben geweest bij het Rijksmuseum, eerst als hoofd van de afdeling Nederlandse geschiedenis en daarna in de directie als directeur Collecties. Daardoor was ik nauw betrokken bij de het hele renovatie- en herinrichtingsproject en medeverantwoordelijk voor de inhoudelijke keuzes die gemaakt zijn. Toen hoofddirecteur Ronald de Leeuw en ikzelf in 2008 besloten te vertrekken, waren de belangrijkste keuzes gemaakt. Het was daarom bijzonder na de opening te zien in hoeverre de aanvankelijke plannen daadwerkelijk verwezenlijkt waren. U heeft het museum onderhand waarschijnlijk zelf al gezien en als dat niet zo is, moet deze voordracht een aanmoediging zijn dit snel te gaan doen.
    [Show full text]
  • Loe De Jong 1914-2005
    boudewijn smits Loe de Jong 1914-2005 Historicus met een missie bijlagen 8 tot en met 11 Boom Amsterdam inhoud bijlage 8 NOTEN Inleiding 5 Hoofdstuk 1 7 Hoofdstuk 2 19 Hoofdstuk 3 35 Hoofdstuk 4 53 Hoofdstuk 5 70 Hoofdstuk 6 82 Hoofdstuk 7 100 Hoofdstuk 8 111 Hoofdstuk 9 119 Hoofdstuk 10 131 Hoofdstuk 11 141 Hoofdstuk 12 154 Hoofdstuk 13 166 Hoofdstuk 14 178 Hoofdstuk 15 190 Hoofdstuk 16 200 Hoofdstuk 17 215 Hoofdstuk 18 223 Hoofdstuk 19 234 Hoofdstuk 20 243 Hoofdstuk 21 256 Hoofdstuk 22 266 Hoofdstuk 23 272 Hoofdstuk 24 288 Hoofdstuk 25 301 Hoofdstuk 26 315 Hoofdstuk 27 327 Hoofstuk 28 339 Hoofstuk 29 350 Hoofdstuk 30 360 Slotbeschouwing 371 bijlage 9 english summery 373 bijlage 10 geÏnterVIEWDE Personen 383 bijlage 11 geraadPleegde arChieVen 391 bijlage 8 NOTEN inleiding 1 Ernst H. Kossmann, ‘Continuïteit en discontinuïteit in de naoorlogse geschiedenis van Nederland’, Ons Erfdeel 28, nr. 5 (1985): 659-668, aldaar 660. 2 Een ander monumentaal werk is A study of History (Oxford 1934-1961) van de Britse historicus Arnold Toynbee dat in to- taal 12 delen omvat en meer dan 7000 bladzijden telt. 3 De Jongs oeuvre telt bij benadering 46.500 bladzijden. Zijn journalistiek werk: 24.742 blz. Specificatie: De Groene Am- sterdammer (februari 1937-mei 1940), circa 8000 blz.; Radio Oranje (juli 1940-augustus 1945), inclusief de geallieerde strooibladen De Wervelwind en De Vliegende Hollander en vanaf de bevrijding, Herrijzend Nederland, circa 10.000 blz.; zijn verzetstitel Holland fights the Nazis (1940): 138 blz. en de vierdelige reeks Je maintiendrai (1940-1944) exclusief bijlagen: 1447 blz.; 21 jaar buitenlandrubriek Vrij Nederland (van 1949 tot 1969): 5000 blz.
    [Show full text]
  • Download PDF Van Tekst
    Jaarboek voor Nederlandse boekgeschiedenis. Jaargang 10 Bij de tijd. Boeken in Nederland 1950-2000 bron Jaarboek voor Nederlandse boekgeschiedenis. Jaargang 10. Bij de tijd. Boeken in Nederland 1950-2000. Nederlandse Boekhistorische Vereniging, Leiden 2003 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_jaa008200301_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. i.s.m. 7 Berry Dongelmans & Adriaan van der Weel Bij de tijd Boeken in Nederland 1950-2000 Dit Jaarboek is gewijd aan ontwikkelingen in boekhandel en uitgeverij in de tweede helft van de twintigste eeuw. Dat wij die periode grotendeels zelf hebben meegemaakt, wil nog niet zeggen dat we ons er ook altijd rekenschap van geven hoe stormachtig die ontwikkelingen zijn geweest. Het congres dat de Nederlandse Boekhistorische Vereniging op 2 november 2001 organiseerde in het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis te Amsterdam heeft een stevige impuls gegeven aan de bestudering van de vele veranderingen in het boekenvak in die periode, waarvan de gevolgen tot op de dag van vandaag nog duidelijk merkbaar zijn. Een aantal van de bij die gelegenheid uitgesproken lezingen is door de verschillende sprekers tot artikelen bewerkt en wordt hier gepresenteerd. Aangevuld met andere bijdragen die facetten van het boekenvak uit de laatste vijftig jaar behandelen, biedt het resultaat een panoramisch overzicht van ontwikkelingen en veranderingen in het boekenvak uit het recente verleden. Hoewel het beschrijven van het nabije verleden onmiskenbaar zijn hachelijke kanten kent - vooral distantie ontbreekt - biedt de mogelijkheid om mensen uit de praktijk aan het woord te laten evenzeer voordelen. Zo presenteerde Laurens van Krevelen met zijn ‘Modernisering en marktverruiming van de boekencultuur.
    [Show full text]
  • Tirade. Jaargang 25 (Nrs. 262-271)
    Tirade. Jaargang 25 (nrs. 262-271) bron Tirade. Jaargang 25. G.A. van Oorschot, Amsterdam 1981 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_tir001198101_01/colofon.php © 2014 dbnl / Tirade i.s.m. 2 [Tirade januari 1981] Mededeling Het is lang geleden dat ik een dik boek, een boek van 500 pagina's ter hand heb genomen en met enkele korte onderbrekingen om wat te eten en te drinken, achter elkaar heb uitgelezen. Het betreft hier het zesde deel van de brieveneditie van E. du Perron. (Een editie waarvoor niet de allergeringste belangstelling bestaat.) Du Perron als mens en als vriend, als polemist en pamfletschrijver, als vechter tegen alles wat in Holland en Nederlands Indië muf en bekrompen, laf en leugenachtig was, als medewerker aan krant en tijdschrift, als schrijver van brieven aan zijn vrienden. Kortom, in al deze kwaliteiten tekent Du Perron in dit boek zijn eigen portret. Het is natuurlijk niet toevallig dat Du Perron Multatuli tot inzet maakte van de strijd, die hij op alle fronten waar de geest van Jan Lubbes heerste, meende te moeten voeren. Het boek is hartverwarmend en het boek maakt treurig. Want evenals Multatuli was Du Perron een Don Quichot die niet afliet te vechten tegen de bierkaai. De overeenkomsten tussen het karakter, de literaire en maatschappelijke positie van Multatuli en Du Perron zijn frappant. Zeker, Multatuli was veelzijdiger en eenzamer, (want zonder vrienden die evenals hij de pen als wapen hanteerden), doch Multatuli begon eigenlijk pas als schrijver op zijn 40ste jaar, terwijl Du Perron op zijn 40ste jaar overleed. Wat zou hij niet, als hij in leven was gebleven, tussen zijn 40ste en 70ste jaar nog geschreven hebben.
    [Show full text]
  • Lees Het Jaarverslag Hier!
    INHOUDINHOUD 3 Voorwoord directeurVoorwoord directeur 4 Column Nadja Groot 12 Organisatie, bestuur en toezicht 4 Interview The Correspondent 14 Stichting DemocratieStichting enDemocratie Media en Media Organisatie 76 Column Nadja Groot 12 Beleid 76 Geschiedenis Geschiedenis 6 Interview Alex Brenninkmeijer 77 Statutaire doelstellingen Statutaire doelstellingen 7Interview The Correspondent 14 Leden van de raad van toezicht in 2017 84 Aandelen en beleggingen Aandelen en beleggingen 6 7 Ge- en herdenken Organisatie, bestuur en toezicht Financieringen Financieringen 7 Doelstellingen 7 Doelstellingen 8 Organisatie Beoordelingsproces 7 Uitgelichte projecten: Beoordelingsproces Ge- en 9herdenken Beleid Nagelaten betrekkingen 7676 Gesteunde projecten en organisaties 7 Dr. Coen van Gaalen 46 Gesteunde projecten en organisaties8 11 Ida Does 46 Interview Alex Brenninkmeijer 77 Leden van de5-februariherdenking raad van toezicht in 20172017 84 87 9 Uitgelichte projecten: Verzetsmuseum Amsterdam 47 11 Lotty Veffer Foundation 47 Fundamentele rechtenFundamentele en vrijheden rechten en vrijheden Dr. Coen van GaalenInterview The Black 46 Archives 50 Ida Does 46 Uitgelichte projecten: Uitgelichte projecten: Verzetsmuseum Amsterdam 47 Nagelaten betrekkingenFinanciën Likeminds Likeminds 20 20 Lotty Veffer Foundation 47 Jaap Cohen Jaap Cohen 20 20 Interview The Black Archives 50 5-februariherdenkingBijlage: 2017 Overzicht toekenningen 87 2017 90 Institute on StatelessnessInstitute and Inclusion on Statelessness 21 and Inclusion 21 Waarheidsvinding Stichting
    [Show full text]
  • De Toekomst Van Het Parool En De Volkskrant
    s &..o 7/8 1997 341 BOEKEN De toekomst van redacteur in de kroeg te horen krijgen van zijn Volkskrant colle­ het Parool en de ga. Animositeit over en weer. Volkskrant Misschien iets minder de laatste jaren, maar nog niet verdwenen. De Volkskrant heeft een (be­ Wouter Gortzak schrijft naar trekkelijk) nieuwe hoofdredac­ aanleiding van: teur, Pieter Broertjes. Onder zijn Gerard Mulder & Paul Koedijk. Léés die leiding slaat de krant nieuwe krant! Geschiedenis van het naoorloase wegen in. De groei stagneerde en Parool. Amsterdam: Meulenhoff 1996. moest impulsen krijgen. De Frank van Vree. De metamoifose van een zuurgraad omlaag. Onlangs haal­ daablad. Een journalistieke aeschiedenis van de de Volkskrant chefsport Poul de Volkskrant. Amsterdam: Meulenhoff Annema van de overkant. Een •996. Paroolman en voetballiefhebber Gerard Mulder. Wim van Narden. Portret baas van de Volkskrant-sportre­ van een courantier. Amsterdam: dactie. Jarenlang de plek van Meulenhoff 1997. voetbalhater Ben de Graaf. Zo doe je dat. Wat je niet hebtkun je halen. Als je winst maakt, ten­ Een soort Fleet Street is de minste. Amsterdamse Wibautstraat niet Nog kakelverser dan Broertjes geworden. Toch zetelen er twee is de nieuwe Parool hoofdredac~ belangrijke dagbladen. Aan de teur. Matthijs van Nieuwkerk, even zijde de Volkskrant, aan de 35 jaar jong, tintelt van optimis­ overkant Het Parool. De een me. Het gaat gebeuren. Het floreert, de ander lijdt nood. Parool een echt-Amsterdamse Samen vormen ze Perscombi­ krant met stijl en allure. Geen natie, na de fusie met Meulenhoff Amsterdams sufferdje, slap noch onderdeel van Pc M. Ook Trouw is oubollig. Een nieuwe vorm, een er, Parools' bovenbuurman.
    [Show full text]
  • Volksknar 117.Indd
    13 mei 2009 HOE MOET HET TOCH VERDER MET PCM? Memo nummer 117 van het Genootschap van Ouwe Knarren van de Volkskrant e-mail: [email protected] Oud-collega Joost Ramaer werkte mee aan documentaire KRO PCM-bonzen vegen hun straatje schoon ONDERDAG 16 APRIL zit ik om den uiteraard dat er geen sprake is van halftien in de ochtend op een bankje verkeerd handelen. De Ondernemingska- tegenoverD het Paleis van Justitie op de mer doet binnenkort uitspraak. Amsterdamse Prinsengracht. Lekker De uitzending van Reporter biedt veel zonnetje. Wachten op het begin van de pratende hoofden die hun straatje schoon zitting van de Ondernemingskamer die proberen te vegen. zich vanaf tien uur zal buigen over de De twee hoofdpersonen in het Apax- affaire PCM-Apax. Twintig meter naar drama komen uitgebreid aan het woord. rechts is een filmploeg doende. Rond de Theo Bouwman als voorzitter van de cameraman drentelt de niet te missen directie van PCM in die periode en Theo ex-collega Joost Ramaer (Economie, Strengers als voorzitter van de Stichting Theo Bouwman en Theo Strengers Kunst). In PC Hooft-tenue: spijkerbroek, Democratie en Media (SDM). Bouwman overhemd, rode bretels. Hij vertelt me met een stevig glas bier voor zich. Re- lijf in zijn rode Ferrari en vertrekt. Hij dat de opnames worden gemaakt voor porter wil aantonen dat de jarenlange vindt de stichting maar naïef. situatie bij PCM van twee kapiteins op Overigens blijkt heden ten dage dat de Bestuur Stichting één schip de oorzaak is van het debâcle. toenmalige bestuurders van de Stichting Om dit te illustreren grijpt Reporter helemaal niet zo dom waren.
    [Show full text]
  • Dutch Communism in Transition the CPN, the National-Front Strategy and the Political Reconstruction of the Netherlands (1944-1948)
    Dutch communism in transition The CPN, the national-front strategy and the political reconstruction of the Netherlands (1944-1948) Tijn Sinke Master Thesis RMA Modern History, Universiteit Utrecht Supervisor: prof. dr. Ido de Haan 14 June 2015 Table of contents Introduction 1 Chapter 1: Communism, anticommunism and popular fronts, 1917-1941 8 Chapter 2: The Second World War and the national-front strategy 22 Chapter 3: Chances and limitations of cooperation attempts 42 Chapter 4: The solidification of the Dutch Cold War 71 Conclusion 95 Bibliography Image on front page: CPN-optocht vanaf Waterlooplein. Wagenaar en de Groot afgebeeld op verkiezingsborden (26 June 1948), http://www.geheugenvannederland.nl/?/nl/items/IISG02:30051000704897 Introduction “Ik had de handen vrij, er viel nog zo ontzaglijk veel te doen. Steeds weer herhaalde ik voor mezelf en anderen: Wij hebben een enorme goodwill gekweekt, een groot deel van het volk heeft vertrouwen in ons gekregen – we mogen straks bij de bevrijding niet falen. De mantel der verantwoordelijkheid, die ons straks bij de bevrijding om de schouders zou vallen, leek mij zwaarder te dragen dan alle gevaren van het verzet.”1 This quote by Antoon Koejemans, prominent member of the Communistische Partij Nederland (CPN) and chief editor of its newspaper De Waarheid, exemplifies the mindset of Dutch communists at the end of the Second World War. They felt that the war and the role of the communists in the resistance against the German occupier had changed everything. They were sure that the future lay in the hands of the left-wing, and they were eager to accept the responsibility for reconstructing the Netherlands and decisively transform the country along progressive lines.
    [Show full text]
  • Het Succes Van Een Kwaliteitskrant 150X230 16-10-12 09:56 Pagina 69
    Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20494 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Hoeven, Regina van der Title: Het succes van een kwaliteitskrant : de ontstaansgeschiedenis van NRC Handelsblad Issue Date: 2012-11-01 Het succes van een kwaliteitskrant_150x230 16-10-12 09:56 Pagina 69 2 Een paringsdans van vijftig jaar. De totstandkoming van de ndu 2.1 Fusiepogingen vóór 1964 • 2.2 Het nrc-concern onder leiding van Pluygers: voor een dubbeltje op de eerste rang • 2.3 Het Handelsblad in nood • 2.4 Oprichting van de ndu: een huwelijk op stand Het succes van een kwaliteitskrant_150x230 16-10-12 09:56 Pagina 70 2.1 Fusiepogingen vóór 1964 H. Nijgh jr. (1873-1948) van het nrc-concern naast drukpers in 1933. Het succes van een kwaliteitskrant_150x230 16-10-12 09:56 Pagina 71 De oprichting van de Nederlandse Dagbladunie (ndu) in 1964 was een mijlpaal in de geschiedenis van de Nederlandse pers, omdat het de eerste fusie binnen de dagbladwereld was op deze schaal. De fusie tussen de be- drijven van het Algemeen Handelsblad en de nrc bracht beide liberale kranten onder één dak. De oprichting van de ndu kreeg veel aandacht in de media. Men maakte zich zorgen over het voortschrijdende proces van persconcentratie dat met deze fusie een nieuwe, landelijke dimensie had bereikt. Algemeen was de angst dat het informatieaanbod zou verschra- len onder invloed van dit soort uit nood geboren fusies. In de perscom- mentaren werd eensgezind gehamerd op het belang van de pluriformiteit van de pers. Sommige commentatoren stelden daarbij weinig vertrou- wen in het uitgangspunt dat de kranten ‘ieder hun eigen zelfstandigheid en karakter’ zouden behouden binnen de nieuwe holding, zoals dat ver- woord was in de officiële verklaring van 27 juni 1964.
    [Show full text]