Over Multatuli. Delen 12-13

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Over Multatuli. Delen 12-13 Over Multatuli. Delen 12-13 bron Over Multatuli. Delen 12-13. Huis aan de Drie Grachten, Amsterdam 1984 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_ove006198401_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. i.s.m. 1 [Nummer 12] F. Springer Ontmoetingen met Multatuli Uit ‘Duizend en enige hoofdstukken over Specialiteiten’: ‘We zijn dom, klein en koppig. Waarachtig, lezer, we zijn koppig, dom en klein. Wees nu eens niet te klein, te koppig en te dom, om dit toe te stemmen. We weten weinig. We kennen weinig. We kunnen weinig. En we willen ons voordoen alsof wij iets wisten, kenden en konden. Telkens komt het voor, dat de omstandigheden deze of gene hoedanigheid in ons vereisen zouden. Telkens schieten wij te-kort in het leveren van wat wij eigenlijk moesten kunnen leveren. Dan zijn wij beschaamd over deze domheid, onmacht en onnozelheid, te klein om edele wraak te nemen door verheffende inspanning, te hoofdig om dat alles te erkennen, en: “... och.. ik ben eigenlijk straatveger, zeggen we dan. Dát is mijn vak, m'n roeping. Dáarin munt ik uit..”’ Ik ben geen straatveger, maar diplomaat, en ook al zegt Multatuli iets verder dan het aangehaalde citaat dat er Specialiteiten zijn die ‘den marmotten-winter van hun vakje gebruiken als voorwendsel om niets te weten van wat daarbuiten gaat’ en dat die Specialiteiten, zegt hij, het straatvegen (of de diplomatie, voeg ik er zachtjes aan toe) niet beoefenen en dat dit van sommigen jámmer genoeg is, - ik wil mij toch verschuilen achter het bewuste citaat als ik hier beschroomd voor Uw geleerd en deskundig gezelschap verschijn als straatveger casu quo diplomaat. De heer Eep Francken, die mij uitnodigde hier vandaag voor U te ‘lezen’, heb ik in alle toonaarden bezworen dat hij met mij een onwetenschappelijke leek - schuine streep - straatveger waar het Douwes Dekker betreft, binnenhaalde. Mijn tegenwerpingen mochten niet baten en hier sta ik dan voor U, met het voornemen zo onwetenschappelijk mogelijk aan U te vertellen waar en wanneer ik in mijn leven Multatuli ontmoet heb. U weet in elk geval bij wie U na afloop met klachten over de voorstelling terecht kunt. Malang, Java, 1937. Barre crisistijden in Nederlands-Indië, net als in het moederland. Mijn vader was sinds enige jaren als leraar verbonden aan de hbs in dat fraaie bergstadje in Oost-Java, rondkomend van een gekort salaris en het geven van bijlessen. Wij hadden het mogelijk nog wel beter dan de schrijver Willem Walraven die in diezelfde jaren niet ver daarvandaan woonde en die misschien vaak in een sado langs ons huisje is gekomen. Zo schraal was het bestaan, ook van een leraar, dat mijn vader op een gegeven ogenblik met bloedend hart besloot de helft van zijn zorgvuldig opgebouwd bibliotheekje aan Over Multatuli. Delen 12-13 2 een handelaar in tweedehands boeken, genaamd Lezer, te verkopen. Ik, bijna zes toen, herinner mij dat ik vader's kamer binnenkwam en hem daar met het hoofd in de handen aan zijn schrijftafel zag zitten. ‘Alles moet eigenlijk weg,’ zei hij, meer tegen zichzelf dan tegen de dreumes naast zich. ‘Alles moet eigenlijk weg, Lessing, Vondel, Heine - ik kocht Heine in '27 in Heidelberg.’ De kleine, vieve, in Malang alom bekende boekhandelaar Lezer kwam op een zaterdagmiddag. Ik luisterde aan de deur en het was zelfs voor mijn kleine hersentjes duidelijk met hoeveel weerzin mijn vader instemde met Lezer's bod op de geliefde boeken. En dan Lezer's stem: ‘Geen gekke uitgave van de Havelaar hebt U daar. Geef ik een daalder voor.’ Een daalder voor Saïdjah en Adinda! Veel meer had mijn vader mij nog niet uit de Havelaar voorgelezen, maar dit verhaal wel tien keer, op mijn verzoek, en nu ging het weg voor een daalder! Ik struikelde huilend de kamer binnen. Twee verschrikte heren keken mij aan. ‘NIet doen, niet doen, mag niet!’ schijn ik geroepen te hebben. ‘Niet Saïdjah!, niet Adinda!’ Mijn vader keek mij met een bijna schuldige blik aan en de Havelaar bleef. ‘De jongste Multatuliaan ter wereld,’ zei de heer Lezer grinnikend en gaf mij de Havelaar, die ik stevig tegen mij aanklemde. Een van de scherpste herinneringen uit mijn jeugd, lezen kon ik niet of nauwelijks. Ik moest pas afstand van het boek doen toen het 1942 was geworden, mijn vader krijgsgevangene van de Japanners was en ikzelf met mijn moeder en broertjes in een burgerkamp in Bandoeng werd opgesloten. Bandoeng - daar waren we in '38 gekomen, heel begin september, misschien wel in dezelfde week dat E. du Perron zich in die stad vestigde, aan de Wajanglaan, op nummer 25. De naam Douwes Dekker viel vaak op ons terrasje waar, evenals op alle terrasjes en platjes in Indië, in die periode fel werd gediscussieerd over politieke zaken, over de dreigende ontwikkelingen in het verre Europa niet alleen, maar ook over die in Azië en vooral, als ik mij goed herinner, over begrippen als ‘Indonesië’ en ‘Indonesiërs’, over Hollanders die het daarmee ééns waren en die dus bij veel landgenoten niet in de beste reuk stonden in die laatste, krampachtig-koloniale jaren voor de komst van Nippon. De Douwes Dekker die daar op ons platje vaak over de tong ging was niet Multatuli, maar de kleinzoon van diens broer Jan, Dr. Ernest Douwes Dekker, ‘DD’, oprichter van een complex particuliere scholen in Bandoeng, door mijn vader om zijn moed en volharding bewonderd. In de ogen van vele anderen een halve landverrader, hetgeen zou blijken in 1940. Na de inval van de Duitsers in Nederland werd ‘DD’, als staatsgevaarlijk, door de regering naar Suriname gestuurd. In '46 heette hij Danudirdja Setiabuddhi en nog weer later werden er straten naar hem genoemd in steden op Java. Acht jaar was ik in '40, maar met een beetje Over Multatuli. Delen 12-13 3 inspanning hoor ik nog de verwoede verdediging van ‘DD’ door mijn vader tegenover kollega's van het bandoengse lyceum. In '40 en '41, ook op dat platje aan de Kistlaan in noordelijk Bandoeng, om de hoek van de - het is wáár - de Multatuliboulevard, zat daar opeens een homo novus, op het nippertje uit het overvallen Nederland ontsnapt, en vol politieke ideeën die op het gemiddelde indische terras niet werden toegejuicht: Jacques de Kadt. Op de knie van zijn broer Isidoor heeft mijn jongste broertje zijn eerste kinderliedjes geleerd. Om het nóg mooier te maken: in de straat schuin tegenover ons had in diezelfde tijd een dienstplichtig soldaat zijn gezin ondergebracht: Rob Nieuwenhuys. Pas jaren later kwamen we daar achter. Dus de conclusie luidt: een mooier buurtje was er toen in Bandoeng niet! U vergeeft mij hopelijk dat ik op kwasi-proustiaanse wijze uit mijn prille herinnering put - alle associaties werden geinspireerd door de man wiens naam ons genootschap draagt. Ik ga door: 1946 - na de kamptijd, in de smeltkroes van het gistende Azië, na de nederlaag van Japan, viel het niet mee voor hen die in de vele burger- en krijgsgevangenkampen zaten, doelgericht de opeens geopende gevangenisdeur uit te lopen. Veertien was ik, alleen in een mannenkamp - en waar vond ik in die chaotische merdeka-tijd zo gauw mijn moeder, mijn broers, mijn vader terug. Hoe dat dan toch lukte heeft niets met Multatuli te maken, maar in maart '46 waren wij herenigd in Thailand's hoofdstad Bangkok. Mijn vader had daar de leiding van een onderwijsinstelling met internaat, waar nederlandse kinderen werden beziggehouden in afwachting van hun repatriëring naar het moederland - een repatriëring waarmee maanden gemoeid waren -: zoveel schepen om alle, in kampen her en der in Thailand, Malakka, Indonesië en Australië verdwaalde schapen snel thuis te varen waren doodeenvoudig niet voor handen. Wij zaten daar dus te wachten, rekenen en taal te leren, onder leiding van mijn vader verloren schooljaren in te halen, - mijn vader die, weinig soldatesk als hij was, plotseling en tot zijn onthutsing, ook nog tot kapitein van het KNIL werd gebombardeerd -, en op een dag stopt voor ons verblijf een grote, prachtige auto, met sierlijke maar onleesbare tekens op de spatborden. Een op europese wijze gesoigneerde thaise jongeman stapte uit en omhelsde mijn vader als een oude bekende en sprak, in accentloos nederlands: ‘... er was een man die steenen hieuw uit de rots. Zijn arbeid was zwaar, en hij arbeidde veel, doch zijn loon was gering, en tevreden was hij niet. Ach soedah, ik ken het nog helemaal. De laatste zin is als volgt:.. en hij was een steenhouwer. En hij hieuw steenen uit de rots, met zwaren arbeid, en hij arbeidde zeer zwaar voor weinig loons, en hij was tevreden. Het mooiste dat ik in Nederlands-Indië geleerd heb. Van U..’ Buiging en brede grijns. Deze declamator die ons allen met stomheid sloeg, was een zoon van prins Paripatra, halfbroer van de thaise koning Rama VII, Prajadhipok. Prins Paripa- Over Multatuli. Delen 12-13 4 tra was in 1932, na de revolutie waarbij Thailand van absolute monarchie in constitutioneel koningschap veranderde, het land uitgezet en verbannen naar Nederlands-Indië, met zijn gezin. In '44, onder de Japanners, overleed hij en zijn familie mocht naar Thailand terugkeren. In de jaren dertig waren Paripatra's kinderen leerlingen op scholen in Bandoeng en zo had de jonge prins die daar opeens voor ons stond, op het lyceum van mijn vader les in nederlands gehad. Wij mochten later nog een keer mee op bezoek bij hem, in het tropische paleisje dat hij met zijn familie bewoonde in een koele laan in oud-Bangkok. Het was vreemd om daar, tussen de boeddabeelden en de kasten vol prachtig porselein, de bekende vooroorlogse schoolbloemlezingen zoals Gouden Aren, de Eerste Bundel van de Raaf en Griss, Honderd Verzen verzameld door Acket, en natuurlijk de Havelaar te zien staan in een met goudverf beschilderd boekenrekje.
Recommended publications
  • Aanspraak September 2014 English
    SelectedAanspraak articles in English translation Afdeling Verzetsdeelnemers en Oorlogsgetroffenen September 2014 They can’t touch my innermost being Toos Blokland kept a diary in the camps at Darmo-wijk and Halmaheira Contents The page numbers refer to the original Dutch edition Page 3 Speaking for your benefit Page 4-7 The 15 August Commemoration speech by Gerdi Verbeet in The Hague Page 8-12 They can’t touch my innermost being Toos Blokland kept a diary in the camps at Darmo-wijk and Halmaheira Page 16-19 Coming to terms - silently As a teenager, Jacquelien de Savornin Lohman survived the camps at Kramat and Tjideng Page 22 Questions and Answers No rights may be derived from this text. Translation: SVB, Amstelveen. Aanspraak - September 2014 - 2 Speaking for your benefit Many of us find it difficult to say goodbye. If we say It is therefore no easy matter for me to lay down goodbye to loved ones knowing that we will never my task as Chair of the Pension and Benefit Board. see them again, that is only to be expected. But let You will have the opportunity to meet my successor, me speak from my own experience. As a three-year Dineke Mulock Houwer, in a future edition of old in early 1943, I was handed over by my mother to Aanspraak. During the coming months, I will assist a member of the resistance. He placed me in a foster Dineke in preparing for her presidency. She is an family until my mother came to fetch me in 1945. experienced administrator with a real affinity with At the time, I didn’t understand why I kept having to victims of war.
    [Show full text]
  • 'De Rekkelijkheid Van De Herinnering'
    ‘De rekkelijkheid van de herinnering’ De classificatie van de tweede generatie Indische auteurs Christiaan Boesenach MA Universiteit van Amsterdam Masterscriptie Redacteur/editor Amsterdam, 28 augustus 2016 Begeleider: Dr. N.T.J. Laan Inhoudsopgave ‘De rekkelijkheid van de herinnering’ 5 Probleemstelling, opbouw en methode 8 1. Canonisering en classificatie 10 1.1 Biografische gegevens 11 1.2 Classificatie en canonisering van Indische literatuur 12 Kritiek op de ‘status aparte’ 13 1.3 Classificatie en canonisering in internationaal perspectief 15 Postkolonialisme als merk 17 1.4 De effecten van literaire classificaties 18 2. Symbolische productie en beeldvorming 19 2.1 De auteur 20 2.2 De kritiek 21 2.3 De uitgeverij 22 Hella Haasse en postkolonialisme als merk 23 2.4 Symbolische productie door auteur, kritiek en uitgeverij 24 3. Posture en paratekst 25 3.1 De auteurspresentatie van de tweede generatie Indische auteurs 25 Marion Bloem 25 Alfred Birney 26 Adriaan van Dis 27 3.2 Paratekst, materiële productie en beeldvorming 30 Marion Bloem 31 Alfred Birney 31 Adriaan van Dis 32 3.3 Indische posture en paratekst 34 4. Mentions-analyse 35 4.1 De tweede generatie Indische auteurs 36 4.2 Birney, Bloem en Van Dis 39 4.3 Een Indische of een Nederlandse literatuur? 44 5. Conclusie 46 Discussie 47 Reflectie 47 6. Bibliografie 49 ‘De rekkelijkheid van de herinnering’ De classificatie van de tweede generatie Indische auteurs Misschien is dat voor mij de kern van het Indische: verhalen vertellen. De rekkelijkheid van de herinnering. Herinneringen aan een verleden waar ik geen toegang tot had. Een Indië dat ik zelf heb verzonnen.1 Het bovenstaande vertelt Adriaan van Dis in een persoonlijk verhaal dat hij schreef voor het boek Indisch leven in Nederland (2006).
    [Show full text]
  • Indische Letteren. Jaargang 13
    Indische Letteren. Jaargang 13 bron Indische Letteren. Jaargang 13. Werkgroep Indisch-Nederlandse Letterkunde, Alphen aan den Rijn 1998 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_ind004199801_01/colofon.php © 2012 dbnl i.s.m. 1 [Nummer 1] Redactioneel Hella S. Haasse is op 2 februari tachtig jaar geworden. Die gebeurtenis is niet onopgemerkt voorbijgegaan. Indische Letteren wil zich graag aansluiten bij de hommages die haar ten deel zijn gevallen. Daarom opent dit voorjaarsnummer met een beschouwing over Indië in haar werk. Pieter Korver, die in ons blad al eerder zijn licht over het werk van Friedericy liet schijnen, zet zijn reeks over deze auteur en Zuid-Celebes voort met een beschouwing onder de titel ‘De wereld van Djongaja, Friedericy's grote inspiratiebron’. Honderd jaar geleden verscheen Indrukken van een ‘Tòtòk’ van de Amsterdamse volksschrijver Justus van Maurik. Dit nummer bevat de tekst van de lezing over dit boek die Joop van den Berg op 23 januari van dit jaar voor onze Werkgroep heeft gehouden. Deze aflevering bevat bovendien de beloofde Lijst van Indische Letteren 1994. Tevens wordt onze oude rubriek De Indische Navorscher nieuw leven ingeblazen. Graag vestigen wij uw aandacht op enige evenementen die dit jaar zullen plaatsvinden. Op vrijdagmiddag 3 juli is er een feestelijke presentatie van de heruitgave van Rob Nieuwenhuys' vermaarde fotoboeken Baren en oudgasten, Komen en blijven en Met vreemde ogen, georganiseerd in samenwerking met uitgeverij Querido (zie de uitnodiging achterin dit nummer). In september hopen wij een symposium te organiseren over het veelbewogen jaar 1898. In diezelfde maand wordt het honderdste sterfjaar van P.A.
    [Show full text]
  • Ik Maak Kenbaar Wat Bestond. Leven En Werk Van Hella S. Haasse
    Ik maak kenbaar wat bestond. Leven en werk van Hella S. Haasse samenstelling Mariëtte Haarsma, Greetje Heemskerk en Murk Salverda bron Mariëtte Haarsma, Greetje Heemskerk en Murk Salverda, Ik maak kenbaar wat bestond. Leven en werk van Hella S. Haasse (Schrijversprentenboek 35). Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam / Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, Den Haag 1993 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/salv007ikma01_01/colofon.php © 2007 dbnl / Mariëtte Haarsma, Greetje Heemskerk en Murk Salverda i.s.m. 6 1918-1938 Verlovingsfoto van Willem Hendrik Haasse en Katharina Diehm Winzenhöhler, ± 1915. Hella S. Haasse beschrijft in Persoonsbewijs (p.13) hoe haar moeder in 1914, na haar opleiding aan het Amsterdamse conservatorium, ‘half’ verloofd naar Indië vertrok om daar pianolessen te gaan geven: ‘Zij vertrok, eenentwintig jaar oud, zonder een cent op zak, zonder tropenuitzet, met de passage enkele reis als afscheidsgeschenk van een oude dame die zij wel eens had voorgelezen. De verloving liep op niets uit, met de muziek had zij meer succes. Een concert in Batavia, waar zij als soliste met het orkest van de Stafmuziek Griegs pianoconcert speelde, werd toevallig bijgewoond door mijn vader (toen commies-redacteur bij Gouvernementsbedrijven), die onmiddellijk en voorgoed zijn hart verloor.’ Foto N.V. Charls & Van Es & Co, Ned.-Indië. Collectie Hella S. Haasse Ik maak kenbaar wat bestond. Leven en werk van Hella S. Haasse 7 Op 2 februari 1918 wordt in de buitenwijk Weltevreden van Batavia het eerste kind van Willem Haasse en Katharina Diehm Winzenhöhler geboren. Zij noemen haar Hella, voluit Hélène Serafia. Hier ligt zij - pas een paar dagen oud - in de armen van de trotse baker.
    [Show full text]
  • University of Southampton Research Repository
    University of Southampton Research Repository Copyright © and Moral Rights for this thesis and, where applicable, any accompanying data are retained by the author and/or other copyright owners. A copy can be downloaded for personal non-commercial research or study, without prior permission or charge. This thesis and the accompanying data cannot be reproduced or quoted extensively from without first obtaining permission in writing from the copyright holder/s. The content of the thesis and accompanying research data (where applicable) must not be changed in any way or sold commercially in any format or medium without the formal permission of the copyright holder/s. When referring to this thesis and any accompanying data, full bibliographic details must be given, e.g. Thesis: Author (Year of Submission) "Full thesis title", University of Southampton, name of the University Faculty or School or Department, PhD Thesis, pagination. UNIVERSITY OF SOUTHAMPTON FACULTY OF HUMANITIES Film Imag(in)ed Diversity in a Small Nation: Constructing Ethnic Minorities in Dutch Cinema by Arne Saeys Thesis for the degree of Doctor of Philosophy April 2018 ii UNIVERSITY OF SOUTHAMPTON FACULTY OF HUMANITIES Film Thesis for the degree of Doctor of Philosophy ABSTRACT Imag(in)ed Diversity in a Small Nation: Constructing Ethnic Minorities in Dutch Cinema Arne Saeys This thesis investigates how non-Western ethnic minorities have been represented in Dutch cinema mainly during the last two decades. While it has been argued that national cinema contributes to the imagination of a cohesive national identity, migration and the resulting ethnic diversity in contemporary societies urges us to rethink the role of cinema in the construction of national identities.
    [Show full text]
  • Schrijversprentenboek 30: in Indië Geweest Gratis Epub, Ebook
    SCHRIJVERSPRENTENBOEK 30: IN INDIË GEWEEST GRATIS Auteur: Joop van den Berg Aantal pagina's: 130 pagina's Verschijningsdatum: none Uitgever: Singel Uitgevers||9789021480312 EAN: nl Taal: Link: Download hier A. Alberts & H.J. Friedericy, schrijvers Our information specialists are happy to help you find what you are looking for! Advanced search Search in the women's thesaurus. Beb Vuyk. Add to selection. Literature about. Publications of. Amsterdam, Den Haag. Utrecht, Hilversum, Het Damescompartiment online - biografie Haar Geschiedenis - biografie. Share this biography. Not what you were looking for? Onderwerp :. Tekst :. Hartelijke groet,. Inloggen koper. Log in als koper om boeken te kopen en toegang te krijgen tot uw geschiedenis Houd mij ingelogd! Wachtwoord vergeten. Log in als Verkoper om toegang te krijgen tot Mijn Boekwinkeltje. Houd mij ingelogd! Venster sluiten. In naam der liefde Schrijver: D. Van Der Hoop Filmprodukties. Een film van Barbara den Uyl, conditie: goed. In naam der wetenschap? Schrijver: Martijn Eickhoff. Debye en zijn carrière in nazi-Duitsland, conditie: goed. Lavaleije, M. In naam van God Schrijver: Karen Armstrong. Bezige Bij b. Gennep, Uitgeverij Van. In perfecte conditie Schrijver: Ellen Hoog. Farrar Straus Giroux. The History Press Ltd. The Life of Thomas Jefferson, conditie: redelijk. William Christenberry, Lynn Davis, In royal array Queen Wilhelmina Schrijver: auteur onbekend. Uitgeverij W Books B. Icon Books Ltd. Stedelijk Museum. In strijd met Spinoza Schrijver: J. Koninklijk Verbond van Grafische Ondernemingen. Kerstnummer Grafisch Nederland , conditie: goed. In Stukken Schrijver: Ed Koning. Ed Koning. Overpeinzingen van een bijzonder incompleet locked-in syndroom, conditie: goed. MIT Press Ltd. Designing in a Complex World, conditie: goed.
    [Show full text]
  • History and Fiction: an Uneasy Marriage?
    HUMANIORA VOLUME 30 Number 2 June 2018 Page 147–157 History and Fiction: An Uneasy Marriage? J. Thomas Lindblad Leiden University, the Netherlands/Universitas Gadjah Mada, Indonesia E-mail: [email protected] ABSTRACT This essay discusses the relationship between history as a science and fiction as a genre of literature. It starts with a brief digression on the characteristics and pitfalls of the historical novel, including its development over time. Past experience is highlighted with the aid of a selection of acknowledged novelists making intensive use of historical information. Recent new trends are illustrated by professional historians becoming novelists. A final section offers reflections on how to combine the demands of authenticity in history with the demands of drama in literary fiction. Keywords: historical fiction; research in history; literature; authenticity INTRODUCTION History and fiction have much in common but are shapes over the years. That is a topic in its own right, not easily reconciled with one another. Both aim at well covered in publications by others (Johnson, 2005, recreating a reality and making it accessible to readers. 2009; De Groot, 2010). History seeks to come as close as possible to truth, There is traditionally a strong tendency among but fiction is by definition not truthful. Sources of writers of novels to refer to a historical past behind inspiration and knowledge are different too. History them as a tool to increase credibility of the plot and is based on research, while fiction on imagination, on make the story more easily accessible to readers. occasion spiced by personal memory. Good history This tendency finds its roots long before historical is not boring, while fiction without drama does not fiction emerged as an independent literary genre in the appeal.
    [Show full text]
  • 3 Compartmentalized and Multidirectional Memory, 1949‑1966
    3 Compartmentalized and Multidirectional Memory, 1949‑1966 This chapter investigates the two ways in which the Atjeh photographs were framed in the first half of the 1960s. These framings proved to be fundamental for the functioning of these images in Dutch postcolonial memory. The two moments are analyzed here in one chapter to highlight the fact that, although they occurred in rather different contexts, they are intimately related to each other. In both cases, it was the same image that was used, namely KR3 which shows soldiers and Van Daalen standing on the wall of Koetö Réh. The first can be found in a 1961 photo book that forms the iconic starting point of Dutch postcolonial nostalgia, namely Rob Nieuwenhuys’s Tempo doeloe. In the Netherlands, this nostalgia for the Indies can be called “tempo doeloe culture”. Tempo doeloe is Malay and literally means “the old days”, but in the Netherlands the phrase has come to mean “the good old days”. Within tempo doeloe culture, a nostalgic distribution of the perceptible is active, meaning that a perceptible order is produced in which the Indies become visible as a lost home (in nostalgia, nostos means “the return home” and algia indicates “longing”). This perceptible order, which visualized the Indies as a tropical, carefree European paradise of fun and games, was pro- duced through many media, including photo books with carefully selected images showing a time in which “gin… was free, as water”, “the natives still knew their place”, and “there was still real cordiality, and love”, as the Dutch author Gerard Reve put it ironically in his poem Tempo doeloe (1966: 135).
    [Show full text]
  • Hella Haasse Et La Theme Du Labyrinthe." Septentrion 15 (1986): 12-14
    BELLA S. HAASSE (1918-) John Michielsen Brock University St. Catherines (ON), Canada Hella s. Haasse was born on February 2, 1918, in Batavia in the fonner Dutch East Indies as the daughter of a concert pianist and a Dutch government official. She spent her childhood in the Netherlands and in the Dutch East Indies, where she received her elementary and secondary education. She moved to Amsterdam in 1938 to study Scandinavian literature, but broke off her studies in 1940 to study acting. In addition to her novels, she has published many essays in various periodicals and some of her work has been translated. The most important literary prizes she has received are the Constantijn Huygensprijs (1981), and the P.e. Hooftprijs for prose (1983). She now lives in France. Usually the P.e. Hooftprijs, the most at it. People who are acquainted with my important literary prize in the Netherlands, books can see that attention is paid to the is awarded to someone who has written an inner development of women. .. But I am important work within the last three years. not a militant feminist. Feminism is not an Hella S. Haasse is one of the few exceptions invention of our period anyway. Real feminism originated at the end of the to this rule; by a unanimous decision of the eighteenth century. At the time of the French jury she was elected for the prize in the Revolution there were female town category of prose for the whole of her councillors and members of governing oeuvre in 1983. The jury's choice was hardly committees.
    [Show full text]
  • From Tong-Tong to Tempo Doeloe: Eurasian Memory Work and the Bracketing of Dutch Colonial History, 1957-1961
    University of New Orleans ScholarWorks@UNO History Faculty Publications Department of History and Philosophy 10-2000 From Tong-Tong to Tempo Doeloe: Eurasian Memory Work and the Bracketing of Dutch Colonial History, 1957-1961 Andrew Goss University of New Orleans, [email protected] Follow this and additional works at: https://scholarworks.uno.edu/hist_facpubs Part of the Asian History Commons Recommended Citation Goss, Andrew. " From Tong-Tong to Tempo Doeloe: Eurasian Memory Work and the Bracketing of Dutch Colonial History, 1957-1961." Indonesia 70 (Oct 2000): 9-36. This Article is brought to you for free and open access by the Department of History and Philosophy at ScholarWorks@UNO. It has been accepted for inclusion in History Faculty Publications by an authorized administrator of ScholarWorks@UNO. For more information, please contact [email protected]. FROM TONG-TONG TO TEMPO DOELOE: EURASIAN MEMORY WORK AND THE BRACKETING OF DUTCH COLONIAL HISTORY, 1957-1961 Andrew Goss1 In 1958, the Netherlands Institute for International Cultural Relations launched the magazine Delta, a review of Dutch culture. It was a typical cultural events magazine published with government money. Contemporary art, music, film, dance, fiction, and poetry were presented alongside laudatory reviews of Dutch cultural achievements. Its title, referring to the system of seawalls constructed after the 1953 flood, was a perfect metaphor for the famous technological prowess of the Low Countries. A map of the Netherlands was printed on the back cover. The message was clear: the Dutch, no less than the Americans or the French, were embracing a post-war spirit of democracy, science, and progress.
    [Show full text]
  • Henk M. J. Maier
    Escape from the G reen and G loss of Java: Hella S. Haasse and Indies Literature Henk M. J. Maier Of course Oeroeg, first published anonymously in 1948, is a Dutch novel of growing up, of Bildung. The tale's main protagonist, a nameless and faceless narrator, grows up in the mysterious and glossy nature of the Indies, only slightly supervised by his distant and cool parents on a plantation in West Java. He passes, rather unharmed, through his early youth, cultivating an intimate friendship with Oeroeg, a boy of the same age. However, gradually their friendship starts to disintegrate, the result of political and cultural conflicts that force the boys to take a stand in the Indies' heterogeneous and multi-layered society. The narrator eventually goes to Holland to study, and returns to the land of his birth after the Second World War as a soldier in the Dutch Indies army, ready to get married, to have children and to kill—and perhaps even to die on his native soil, the place where he feels he belongs. In a final meeting with Oeroeg, he is told that he should leave the land—and this shocking experience serves as the starting point for the tale, which is largely told in retrospect. Oeroeg,1 in other words, is written on the model of so many other tales, long and short, in European languages: a hero grows into maturity within the context of his society. As a Bildungsroman, Oeroeg could easily remind its readers of Dutch novels, such as, for instance, F.
    [Show full text]
  • Cultural Memory and Indo-Dutch Identity Formations Pattynama, P
    UvA-DARE (Digital Academic Repository) Cultural memory and Indo-Dutch identity formations Pattynama, P. Published in: Post-colonial immigrants and identity formations in the Netherlands Link to publication Citation for published version (APA): Pattynama, P. (2012). Cultural memory and Indo-Dutch identity formations. In U. Bosma (Ed.), Post-colonial immigrants and identity formations in the Netherlands (pp. 175-192). (IMISCOE research). Amsterdam: Amsterdam University Press. General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: http://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (http://dare.uva.nl) Download date: 06 Jan 2019 Post-Colonial Immigrants and Identity Formations in the Netherlands edited by Ulbe Bosma IMISCOE Research Cover design: Studio Jan de Boer BNO, Amsterdam Layout: The DocWorkers, Almere ISBN 978 90 8964 454 1 e-ISBN 978 90 4851 731 2 (pdf) e-ISBN 978 90 4851 732 9 (ePub) NUR 741 / 763 © Ulbe Bosma / Amsterdam University Press, Amsterdam 2012 All rights reserved.
    [Show full text]