Over Multatuli. Jaargang 32. Delen 64-65

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Over Multatuli. Jaargang 32. Delen 64-65 Over Multatuli. Jaargang 32. Delen 64-65 bron Over Multatuli. Jaargang 32. Delen 64-65. Bas Lubberhuizen, Amsterdam 2010 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_ove006201001_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. i.s.m. 3 [Nummer 64] Ten geleide De vorm is vreemd. Doch dit zal te meer belangstelling wekken. (W.J.C. van Hasselt aan Multatuli, 16 mei 1860) De meest uiteenlopende karakteriseringen zijn in de loop van de afgelopen 150 jaar voor Max Havelaar gebruikt: beroemdste boek uit de Nederlandse letterkunde, the book that killed colonialism, persoonlijk appèl, politiek statement dat de gezapigheid van de negentiende-eeuwse romanschrijverij voorgoed verstoorde, puntjesuitgave, the greatest mess possible, fureur der verachting, het boek... om er een paar te noemen. De Max is dan ook vanaf 1860 van allerlei kanten bezien: vanuit de romantiek, de literatuurhistorie, de koloniale geschiedenis, de rechtspraktijk, de editiewetenschap, de vertaalwetenschap, de nationale en internationale neerlandistiek, het feminisme en vele, vele andere. Ondanks vele synthesewerken over Max Havelaar bleven de afgelopen decennia ook de analyses van deelfacetten van het boek verschijnen. Deze speciale jubileumeditie van Over Multatuli, die uitkomt naar aanleiding van het Multatuli-jaar 2010, presenteert de nieuwste visies op diverse aspecten van de Havelaar. Het werk is vanaf 2006 geijkt als canonicaal boek, dat mogelijk in een niet te verre toekomst opgenomen zal zijn in de UNESCO-Werelderfgoedlijst. We hopen dat het gebodene de analytici en synthetisten in spe tot tegenspraak mag prikkelen en zal aanzetten tot vervolgdebatten over de woordelijke neerslag van de strijd die meer dan 150 jaar geleden werd gevoerd door Eduard Douwes Dekker, in zijn tijd en in zijn Nachleben waar wijzelf en vele anderen na ons deel van uitmaken. Ook in toekomstige jaargangen van Over Multatuli. De redactie Over Multatuli. Jaargang 32. Delen 64-65 4 Max Havelaar en het wereldwijde web Annemarie Kets ‘Lieve hart mijn boek is af, mijn boek is af!’ schreef Multatuli op 13 oktober 1859 aan zijn vrouw Tine, niet vermoedend dat de voltooiing van Max Havelaar 150 jaar later gevierd zou worden met een speciaal Google logo. Het logo toont, aldus het Google Weblog, ‘een typisch Indonesische sfeer met de koffieplantage, de letter “o” als hutjes, de letter “l” als het boek Max Havelaar en de letter “e” als koffieboon’. Dezelfde dag nog kwamen er enthousiaste reacties binnen (‘ik vind max havelaar een goeie gast’) en ontspon zich een discussie over het belang van Multatuli's roman. Waarom Max Havelaar die ‘een beetje eerlijk’ wil zijn, wel eren en niet ‘de slaven’ die Nederland ‘heeft lopen verkopen verschepen en mishandeld’, was de retorische vraag van een zekere wft. Prompt kwam er een reactie van ‘kwebbel’: ‘Ik zal t boek maar eens gaan lezen als ik jou was. Misschien dat je dan begrijpt waarom Google juist voor deze man en dit boek een logo maakt.’ Geheel in de geest van Multatuli, zo'n discussie, en een bewijs dat zijn roman anderhalve eeuw na dato nog steeds alive and kicking is. Dat Max Havelaar al die 150 jaar springlevend is gebleven, blijkt ook uit de vele en verschillende verschijningsvormen die het boek sinds 1859 heeft aangenomen. Alleen al een snelle zoekactie in de catalogus van de Koninklijke Bibliotheek levert voor het trefwoord ‘max havelaar’ een kleine tweehonderd resultaten op. Ik ken geen andere Nederlandse roman, die zo vaak vertaald, hertaald, bewerkt, gebloemleesd en geëditeerd is als de Havelaar. En dan zijn er ook nog talrijke adaptaties naar andere kunstvormen, zoals toneel, film, muziek en musical. Multatuli heeft zich hiermee gevoegd in het illustere gezelschap van groten als Homerus, Shakespeare, Goethe en Proust. Maatschappelijke manifestaties zijn er ook: behalve het al genoemde Google logo, ook de onlangs uitgegeven 5 euromunt ter ere van Max Havelaar en natuurlijk het gelijknamige keurmerk voor Fair Trade producten. Over Multatuli. Jaargang 32. Delen 64-65 5 Max Havelaar als inspiratiebron voor velen - een beter bewijs voor de enorme impact van dit boek is er niet. Google logo voor Nederland in het Max Havelaar-jaar 2010. Grote afwezige bij al deze rijkdom is het wereldwijde web. Natuurlijk, Max Havelaar staat online, maar er is nog geen digitale representatie die recht doet aan het bijzondere karakter van Multatuli's meesterwerk. Terwijl het medium zich daar toch bij uitstek voor leent. Neem bijvoorbeeld de verwevenheid van fictie en feiten, door Multatuli ingezet als een strategisch instrument, waardoor zijn boek begint als een roman en eindigt als een aanklacht tegen het koloniale systeem. ‘[I]k begin als een gekke roman, los en luchtig’, schreef hij aan zijn vrouw, ‘en zeer langzaam haal ik het lijntje in, zoodat het slot eigenlijk donder en bl[iksem] is.’ Dat effect bereikte hij vooral door in toenemende mate te verwijzen naar, of te citeren uit officiële stukken, zoals regelingen uit het Staatsblad, ambtelijke correspondenties en Koloniale verslagen. Veel van die brieven en documenten zijn bewaard gebleven, getraceerd en vaak ook uitgegeven (in de delen VIII-XXV van Multatuli's Volledige Werken). Hetzelfde geldt voor de talrijke (kritische) recensies en polemieken naar aanleiding van de Havelaar, waarop Multatuli in een uitvoerig notenapparaat bij zijn eigen werk - de ‘Aanteekeningen en Ophelderingen’ uit 1875 en 1881 - reageerde. De roman Max Havelaar is met andere woorden, door toedoen van zijn schepper én van diens tijdgenoten, op talrijke plaatsen gekoppeld - oftewel gelinkt - aan toenmalige gebeurtenissen en debatten. Debatten, waar wij in deze tijd niet meer het fijne van weten en waar we dus verklarende noten bij nodig hebben. En dat alles schreeuwt om een online-presentatie met de roman als kern, met van daaruit, op alle voorkomende plaatsen, een link naar de contemporaine documenten - full text en in facsimile - en naar de bijbehorende toelichtingen uit later tijd. Niet alleen met de buitenwereld ging Multatuli voortdurend in discussie, ook met zichzelf voerde hij een permanente dialoog. Steeds weer kwam hij terug op eerdere thema's en steeds weer plaatste hij kanttekeningen bij vroegere opvattingen. Het Over Multatuli. Jaargang 32. Delen 64-65 6 sterkst komt dat natuurlijk naar voren in de zeven bundels Ideën, maar ook de Havelaar is niet los te zien van vroeger en later werk. Om dit, voor Multatuli's werkwijze zo kenmerkende, aspect zichtbaar te maken zou zijn hele oeuvre online beschikbaar moeten komen, opdat nu nog verborgen onderlinge verbanden via hyperlinks expliciet aan elkaar gekoppeld kunnen worden. Dat zou een prachtig beeld opleveren van de coherentie, de interconnectivity en de ontwikkeling binnen zijn oeuvre. Dan zou bij voorbeeld zichtbaar worden dat de kwestie-Lebak weliswaar de aanleiding was tot het schrijven van de Havelaar, maar dat kenmerkende bouwstenen van dat boek - zoals de opsomming in het Pak van Sjaalman, de splitsing van één persoonlijkheid over meer personages en zelfs de uitroep ‘Ik heb veel geleden’ - al voorkomen in de Brief aan Kruseman uit 1851. De mogelijkheden van het wereldwijde web voor het boek dat is uitgeroepen tot het belangrijkste werk uit de Nederlandse literatuur zijn hiermee bij lange na nog niet uitgeput. Nog één dringende wens ter afsluiting. Er zijn lezers die Max Havelaar een ‘wonderlijk allegaartje’ vinden. Maarten 't Hart bijvoorbeeld. Die stelde zich voor hoe het boek was ontstaan: ‘Je begon gewoon aan een verhaal over een Droogstoppel, en als je niet meer verder wist, begon je aan een heel ander verhaal over Max Havelaar. Om aan lengte te komen [...] voegde je een lijst van wel zes bladzijden in met een volstrekt willekeurige opsomming van onderwerpen die je al bladerend zo uit een encyclopedie zou kunnen overschrijven.’ En zo verder en zo voort, over de ingelaste gedichten, het sprookje over de steenhouwer, het ‘roerend[e], maar met de rest van de inhoud weinig samenhangend[e] verhaal over Saïdjah en Adinda’ en de ambtelijke brieven. Nu maakt Max Havelaar bij eerste lezing inderdaad vaak een chaotische indruk, zo heb ik in contacten met studenten wel ervaren. En mijn ervaring is ook dat het niet eenvoudig is om hen ervan te overtuigen dat de verschillende onderdelen bij nader inzien een hecht geconstrueerd geheel vormen. Om te beginnen zijn er de drie verhaallijnen, die zich afspelen op verschillende plaatsen en in verschillende tijden. De samenhang daartussen is in een webpresentatie prachtig te visualiseren met behulp van topografische kaarten, met daarop de belangrijkste feiten uit het leven van het centrale personage in hun onderlinge samenhang. Waar ik het in mijn wetenschappelijke Havelaar-editie uit 1992 nog moest doen met een acht pagina's lange opsomming van biografische feiten en twee uitvouwkaarten (van de Indische Archipel en van Java), kunnen we nu in één oogopslag de omzwervingen van de hoofdfiguur in ruimte en tijd zichtbaar maken. Die hoofdpersoon treedt op onder drie verschillende namen: Sjaalman, Havelaar en Multatuli. Gaandeweg en heel geraffineerd maakt de auteur duidelijk dat zij veel gemeenschappelijk hebben, bijvoorbeeld qua uiterlijk, familieomstandigheden, Indische carrière en literaire aspiraties. Zo blijkt langzaam maar zeker dat zij gedrieën drie stadia van één levensgeschiedenis uitbeelden. Over Multatuli. Jaargang 32. Delen 64-65 7 Havelaar zet zich, zolang het kan, in voor de onderdrukte Javaan, daarna wordt hij onder de naam Sjaalman martelaar voor de goede zaak. En ten slotte zet hij als Multatuli zijn strijd voor gerechtigheid voort met het boek dat de lezer op dat moment in handen heeft. Ook voor dit ingewikkelde aspect van de Havelaar biedt een webpublicatie prachtige oplossingen, bijvoorbeeld door overeenkomstige motieven aan elkaar te koppelen en oproepbaar te maken. Dat levert reeksen van motieven en submotieven op, die, naar wens in de volgorde van de roman of in chronologische volgorde, zichtbaar gemaakt kunnen worden. Max Havelaar is anderhalve eeuw lang voor opeenvolgende generaties een bron van inspiratie geweest.
Recommended publications
  • Aanspraak September 2014 English
    SelectedAanspraak articles in English translation Afdeling Verzetsdeelnemers en Oorlogsgetroffenen September 2014 They can’t touch my innermost being Toos Blokland kept a diary in the camps at Darmo-wijk and Halmaheira Contents The page numbers refer to the original Dutch edition Page 3 Speaking for your benefit Page 4-7 The 15 August Commemoration speech by Gerdi Verbeet in The Hague Page 8-12 They can’t touch my innermost being Toos Blokland kept a diary in the camps at Darmo-wijk and Halmaheira Page 16-19 Coming to terms - silently As a teenager, Jacquelien de Savornin Lohman survived the camps at Kramat and Tjideng Page 22 Questions and Answers No rights may be derived from this text. Translation: SVB, Amstelveen. Aanspraak - September 2014 - 2 Speaking for your benefit Many of us find it difficult to say goodbye. If we say It is therefore no easy matter for me to lay down goodbye to loved ones knowing that we will never my task as Chair of the Pension and Benefit Board. see them again, that is only to be expected. But let You will have the opportunity to meet my successor, me speak from my own experience. As a three-year Dineke Mulock Houwer, in a future edition of old in early 1943, I was handed over by my mother to Aanspraak. During the coming months, I will assist a member of the resistance. He placed me in a foster Dineke in preparing for her presidency. She is an family until my mother came to fetch me in 1945. experienced administrator with a real affinity with At the time, I didn’t understand why I kept having to victims of war.
    [Show full text]
  • 'De Rekkelijkheid Van De Herinnering'
    ‘De rekkelijkheid van de herinnering’ De classificatie van de tweede generatie Indische auteurs Christiaan Boesenach MA Universiteit van Amsterdam Masterscriptie Redacteur/editor Amsterdam, 28 augustus 2016 Begeleider: Dr. N.T.J. Laan Inhoudsopgave ‘De rekkelijkheid van de herinnering’ 5 Probleemstelling, opbouw en methode 8 1. Canonisering en classificatie 10 1.1 Biografische gegevens 11 1.2 Classificatie en canonisering van Indische literatuur 12 Kritiek op de ‘status aparte’ 13 1.3 Classificatie en canonisering in internationaal perspectief 15 Postkolonialisme als merk 17 1.4 De effecten van literaire classificaties 18 2. Symbolische productie en beeldvorming 19 2.1 De auteur 20 2.2 De kritiek 21 2.3 De uitgeverij 22 Hella Haasse en postkolonialisme als merk 23 2.4 Symbolische productie door auteur, kritiek en uitgeverij 24 3. Posture en paratekst 25 3.1 De auteurspresentatie van de tweede generatie Indische auteurs 25 Marion Bloem 25 Alfred Birney 26 Adriaan van Dis 27 3.2 Paratekst, materiële productie en beeldvorming 30 Marion Bloem 31 Alfred Birney 31 Adriaan van Dis 32 3.3 Indische posture en paratekst 34 4. Mentions-analyse 35 4.1 De tweede generatie Indische auteurs 36 4.2 Birney, Bloem en Van Dis 39 4.3 Een Indische of een Nederlandse literatuur? 44 5. Conclusie 46 Discussie 47 Reflectie 47 6. Bibliografie 49 ‘De rekkelijkheid van de herinnering’ De classificatie van de tweede generatie Indische auteurs Misschien is dat voor mij de kern van het Indische: verhalen vertellen. De rekkelijkheid van de herinnering. Herinneringen aan een verleden waar ik geen toegang tot had. Een Indië dat ik zelf heb verzonnen.1 Het bovenstaande vertelt Adriaan van Dis in een persoonlijk verhaal dat hij schreef voor het boek Indisch leven in Nederland (2006).
    [Show full text]
  • Dutch - Indonesian Language Mixing in Jakarta
    Dutch - Indonesian language mixing in Jakarta Herman Giesbers 1. Introduction Within the field of language contact and language change we see an increasing interest in the phenomenon of language mixing or language intertwining (Bakker 1992). See e.g. Bakker & Mous (1994) for a recent overview of several mixed languages. Bakker (1992:187) proposes a definition of a mixed language as '(•••) a language which shows positive genetic similarities, in significant numbers, with two different languages.' Such mixed languages can be related to two different language families. However, they differ from Pidgins and Creoles in that they combine the grammar of an existing language A with the lexicon of a language B. Thus, the central process in language intertwining is not replacement, but combination. Which language is language A or B is totally determined by social factors. Language A providing the grammatical system for the mixed language, is always the better known language, which is also the language of the closest outsiders. In general, this language A is the language of the mothers in mixed families while language B providing the lexicon, is the language of the fathers. Bakker predicts from this model of intertwining that in a mixed language the grammar (syntax, morphology, phonology) is from language A, the lexicon from language B, and "free grammatical morphemes" or "function words" from both or from either of the languages. Another way to look at the process of language mixing is suggested by Myers-Scotton (1992). She claims that her Matrix Language Frame (MLF) model of code-switching can also account for other manifestations of language contact including the formation of 'new' languages.
    [Show full text]
  • Indische Letteren. Jaargang 13
    Indische Letteren. Jaargang 13 bron Indische Letteren. Jaargang 13. Werkgroep Indisch-Nederlandse Letterkunde, Alphen aan den Rijn 1998 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_ind004199801_01/colofon.php © 2012 dbnl i.s.m. 1 [Nummer 1] Redactioneel Hella S. Haasse is op 2 februari tachtig jaar geworden. Die gebeurtenis is niet onopgemerkt voorbijgegaan. Indische Letteren wil zich graag aansluiten bij de hommages die haar ten deel zijn gevallen. Daarom opent dit voorjaarsnummer met een beschouwing over Indië in haar werk. Pieter Korver, die in ons blad al eerder zijn licht over het werk van Friedericy liet schijnen, zet zijn reeks over deze auteur en Zuid-Celebes voort met een beschouwing onder de titel ‘De wereld van Djongaja, Friedericy's grote inspiratiebron’. Honderd jaar geleden verscheen Indrukken van een ‘Tòtòk’ van de Amsterdamse volksschrijver Justus van Maurik. Dit nummer bevat de tekst van de lezing over dit boek die Joop van den Berg op 23 januari van dit jaar voor onze Werkgroep heeft gehouden. Deze aflevering bevat bovendien de beloofde Lijst van Indische Letteren 1994. Tevens wordt onze oude rubriek De Indische Navorscher nieuw leven ingeblazen. Graag vestigen wij uw aandacht op enige evenementen die dit jaar zullen plaatsvinden. Op vrijdagmiddag 3 juli is er een feestelijke presentatie van de heruitgave van Rob Nieuwenhuys' vermaarde fotoboeken Baren en oudgasten, Komen en blijven en Met vreemde ogen, georganiseerd in samenwerking met uitgeverij Querido (zie de uitnodiging achterin dit nummer). In september hopen wij een symposium te organiseren over het veelbewogen jaar 1898. In diezelfde maand wordt het honderdste sterfjaar van P.A.
    [Show full text]
  • Cultivated Tastes Colonial Art, Nature and Landscape in The
    F Cultivated Tastes G Colonial Art, Nature and Landscape in the Netherlands Indies A Doctoral Dissertation by Susie Protschky PhD Candidate School of History University of New South Wales Sydney, Australia Contents Acknowledgments …………………………………………………………….. iii List of Abbreviations ………………………………………………………….. v List of Plates …………………………………………………………………… vi F G Introduction ……………………………………………………………………. 1 Part I — Two Journeys Chapter 1: Landscape in Indonesian Art ……………………………………….. 36 Chapter 2: Dutch Views of Indies Landscapes …………………………………. 77 Part II — Ideals Chapter 3: Order ………………………………………………………………. 119 Chapter 4: Peace ………………………………………………………………. 162 Chapter 5: Sacred Landscapes ………………………………………………… 201 Part III — Anxieties Chapter 6: Seductions …………………………………………………………. 228 Chapter 7: Identity – Being Dutch in the Tropics …………………………….. 252 Conclusion …………………………………………………………………….. 293 F G Glossary ……………………………………………………………………….. 319 Bibliography …………………………………………………………………... 322 ii Acknowledgments First, I would like to express my gratitude to the Faculty of Arts and Social Sciences at the University of New South Wales for granting me an Australian Postgraduate Award between 2001 and 2005. The same Faculty funded two research trips abroad, one to the Netherlands in 2004 and another to Indonesia in 2005. Without these sources of funding this thesis would not have possible. In the Netherlands, I must thank Pim Westerkamp at the Museum Nusantara, Delft, for taking me on a tour through the collection and making archival materials available to me. Thanks also to Marie-Odette Scalliet at the University of Leiden, for directing me toward more of her research and for showing me some of the university library’s Southeast Asia collection. I also appreciate the generosity of Peter Boomgaard, of the KITLV in Leiden, for discussing aspects of my research with me. Thanks to the staff at the KIT Fotobureau in Amsterdam, who responded admirably to my vague request for ‘landscape’ photographs from the Netherlands Indies.
    [Show full text]
  • Ik Maak Kenbaar Wat Bestond. Leven En Werk Van Hella S. Haasse
    Ik maak kenbaar wat bestond. Leven en werk van Hella S. Haasse samenstelling Mariëtte Haarsma, Greetje Heemskerk en Murk Salverda bron Mariëtte Haarsma, Greetje Heemskerk en Murk Salverda, Ik maak kenbaar wat bestond. Leven en werk van Hella S. Haasse (Schrijversprentenboek 35). Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam / Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, Den Haag 1993 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/salv007ikma01_01/colofon.php © 2007 dbnl / Mariëtte Haarsma, Greetje Heemskerk en Murk Salverda i.s.m. 6 1918-1938 Verlovingsfoto van Willem Hendrik Haasse en Katharina Diehm Winzenhöhler, ± 1915. Hella S. Haasse beschrijft in Persoonsbewijs (p.13) hoe haar moeder in 1914, na haar opleiding aan het Amsterdamse conservatorium, ‘half’ verloofd naar Indië vertrok om daar pianolessen te gaan geven: ‘Zij vertrok, eenentwintig jaar oud, zonder een cent op zak, zonder tropenuitzet, met de passage enkele reis als afscheidsgeschenk van een oude dame die zij wel eens had voorgelezen. De verloving liep op niets uit, met de muziek had zij meer succes. Een concert in Batavia, waar zij als soliste met het orkest van de Stafmuziek Griegs pianoconcert speelde, werd toevallig bijgewoond door mijn vader (toen commies-redacteur bij Gouvernementsbedrijven), die onmiddellijk en voorgoed zijn hart verloor.’ Foto N.V. Charls & Van Es & Co, Ned.-Indië. Collectie Hella S. Haasse Ik maak kenbaar wat bestond. Leven en werk van Hella S. Haasse 7 Op 2 februari 1918 wordt in de buitenwijk Weltevreden van Batavia het eerste kind van Willem Haasse en Katharina Diehm Winzenhöhler geboren. Zij noemen haar Hella, voluit Hélène Serafia. Hier ligt zij - pas een paar dagen oud - in de armen van de trotse baker.
    [Show full text]
  • PDF Van Tekst
    Indische Letteren. Jaargang 18 bron Indische Letteren. Jaargang 18. Werkgroep Indisch-Nederlandse Letterkunde, Alphen aan den Rijn 2003 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_ind004200301_01/colofon.php © 2013 dbnl i.s.m. 1 [Nummer 1] Redactioneel In deze aflevering vraagt Esther ten Dolle aandacht voor een verschijnsel dat een belangrijk ingrediënt vormt van de bellettrie over Indië, maar dat tot dusver in ons periodiek nog geen bijzondere nadruk heeft gekregen. Dat gebeurt nu dus wel, in haar artikel ‘Tropenkolder in de Indische letteren’. Aan Tjalie Robinson is binnen onze kring uiteraard veel meer aandacht besteed. Toch weet Alexander Nieuwenhuis de relatie tussen Vincent Mahieu en Tjalie Robinson nog wat scherper onder woorden te brengen in zijn bijdrage: ‘De Januskop van Jan Boon’. Binnen onze toenemende belangstelling voor Indische gedichten past ook het overzicht dat René B. Karels geeft van de Indische poëzie van Leo Vroman en diens echtgenote Georgine Sanders (bij Vroman-lezers ook bekend als ‘Tineke’). De eerstvolgende lezingenmiddag vindt plaats op vrijdag 30 mei 2003. Gerard Termorshuizen zal dan zijn licht laten schijnen over de Indische journalist l'Ange Huet. ‘Visies op de Indische “oermoeder”; het beeld van de njai in de Indisch-Nederlandse literatuur’ is de veelbelovende titel van een lezing door Reggie Baay. Het tweede deel van de middag bestaat uit een gesprek met Adriaan van Dis. Peter van Zonneveld zal de auteur vooral aan de tand voelen over diens roman Familieziek. Nadere informatie over deze bijeenkomst vindt u achter in deze aflevering. Ten slotte willen we u alvast mededelen dat ons symposium ditmaal gewijd zal zijn aan een onderwerp dat al jaren op de agenda stond, maar dat nu in het najaar dan echt aan bod zal komen: Het KNIL in de Indische letteren.
    [Show full text]
  • INDO 6 0 1107138592 38 53.Pdf
    CULTURAL ASPECTS OF THE EURASIAN COMMUNITY IN INDONESIAN COLONIAL SOCIETY Paul W. van der Veur The first Eurasians of Indonesia were the issue of European fathers and Asian mothers. Subsequently, they were b o m of European fathers and Eurasian mothers, Eurasian fathers and Asian mothers, and Eurasian parents. The European fathers were usually of Dutch, but sometimes of German, Belgian, or other (European) nationality. Asian mothers were usually Indonesian, although there were Chinese and other Asian nationalities as well. A Eurasian informant once lamented to the author that one of the causes of the "Eurasian inability to stick together" was the great variety of their ethnic background. Broadly speaking, the issue of Dutch-Indonesian unions tended to exhibit biological traits intermediate between "Nordic" (a subgroup of the Caucasoid division) and "Indo-Malay" (a sub­ group of the Mongoloid division). This intermediate position is clearest with respect to skin color, hair color, presence of the Mongoloid fold, shape of the nose, and nostrils. Maternal traits are dominant in eye color, cephalic index, and shape of the nose bridge. Probably a very distinctive characteristic is the "Mongoloid" sacral spot. These bluish-grey birthmarks were found by Dr. J. K. W. Neuberger among all Javanese new-born. He also claimed to have observed them regularly among Eurasian children and considered their presence in any "European" infant to be indicative of mixed racial descent.1 To the layman, skin color was the easiest and most widely used criterion for identifying Eurasians. Such expressions as koffie met melk (coffee with cream), kwart over zes (a quarter past six), half zeven (half past six), bijna zeven uur (almost 1.
    [Show full text]
  • University of Southampton Research Repository
    University of Southampton Research Repository Copyright © and Moral Rights for this thesis and, where applicable, any accompanying data are retained by the author and/or other copyright owners. A copy can be downloaded for personal non-commercial research or study, without prior permission or charge. This thesis and the accompanying data cannot be reproduced or quoted extensively from without first obtaining permission in writing from the copyright holder/s. The content of the thesis and accompanying research data (where applicable) must not be changed in any way or sold commercially in any format or medium without the formal permission of the copyright holder/s. When referring to this thesis and any accompanying data, full bibliographic details must be given, e.g. Thesis: Author (Year of Submission) "Full thesis title", University of Southampton, name of the University Faculty or School or Department, PhD Thesis, pagination. UNIVERSITY OF SOUTHAMPTON FACULTY OF HUMANITIES Film Imag(in)ed Diversity in a Small Nation: Constructing Ethnic Minorities in Dutch Cinema by Arne Saeys Thesis for the degree of Doctor of Philosophy April 2018 ii UNIVERSITY OF SOUTHAMPTON FACULTY OF HUMANITIES Film Thesis for the degree of Doctor of Philosophy ABSTRACT Imag(in)ed Diversity in a Small Nation: Constructing Ethnic Minorities in Dutch Cinema Arne Saeys This thesis investigates how non-Western ethnic minorities have been represented in Dutch cinema mainly during the last two decades. While it has been argued that national cinema contributes to the imagination of a cohesive national identity, migration and the resulting ethnic diversity in contemporary societies urges us to rethink the role of cinema in the construction of national identities.
    [Show full text]
  • Indisch Anders 2012
    IndIsch boekenkrant bij het tong tong festival issn 1875-5585. Redactie: siem Boon. e [email protected]. voRmgeving: sABrinA luthjens Bno & mArcel v An den Berg. UITGEVER: stichting TONG TONG, Bezuidenhoutseweg 331, 2594 Ar den Haag. e [email protected], Anders w www.tongtong.nl. gratis 6e jrg. ~ Nº 01 ~ mei 2012 4 F. spRingeR yvOnne & nieuw- keuls guinea 6: interview met stille 4 TROm 5 6 7 vOORlOpeR vOOR vincent HAAR 8 mahieu geneRaTie: ayu Ramdas’ badal 9 7 utami door edy seriese ‘ik ben niet Het succes van 12-13 diedeRik dickens besmeT’ van vleuTen in de TROpen column peter van zonneveld 11 alFRed 11 birney Kristine Groenhart Het is 1925. Vol verwachtingen gaan twee jonge mensen 15 20 scheep op het stoomschip delezen Slamat. Het kersverse echtpaar over reist naar het Molukse eiland Ambon waar Ernst de Vreede predikant wordt voor de Indische Kerk. Daar worden ze door het noodlot getroffen: zij overlijdt.’45–’49 Er wordt gefluisterd dat indiscH dit tjelaka is, wraak van het eeuwenoude Ambonese geloof. Zeven turbulente en eenzame jaren brengt Ernst als weduwnaar op het eiland Timor en in Holland door. Na een verbroken verloving leert hij op Celebes zijn tweede vrouw kennen. Ze krijgen drie kinderen. Ernst werkt in Batavia en Mangalaan 27 later op Sumatra. Het gezin gaat wonen op Mangalaan 27 in Medan, waar het geluk hun lijkt toe te lachen. Maar de 17 mei t/m 28 mei oorlog komt, en deze Hollandse levens in Indië zullen den opnieuw een dramatische wending nemen. manga- malieveld Schrijfster Mischa de Vreede (Batavia 1936) stelde een dossier over haar ouders samen.
    [Show full text]
  • GERT OOSTINDIE Postcolonial Netherlands
    amsterdam university press GERT OOSTINDIE Postcolonial Netherlands Sixty-five years of forgetting, commemorating, silencing Postcolonial Netherlands GERT OOSTINDIE Postcolonial Netherlands Sixty-five years of forgetting, commemorating, silencing amsterdam university press The publication of this book is made possible by a grant from Netherlands Organisation for Scientific Research nwo( ). Original title: Postkoloniaal Nederland. Vijfenzestig jaar vergeten, herdenken, verdringen, Uitgeverij Bert Bakker, 2010 Translation: Annabel Howland Cover illustration: Netherlands East Indies Memorial, Amstelveen; photograph Eveline Kooijman Design: Suzan Beijer, Amersfoort isbn 978 90 8964 353 7 e-isbn 978 90 4851 402 1 nur 697 Creative Commons License CC BY NC (http://creativecommons.org/licenses/by-nc/3.0) G.J. Oostindie / Amsterdam University Press, Amsterdam 2011 Some rights reversed. Without limiting the rights under copyright reserved above, any part of this book may be reproduced, stored in or introduced into a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means (electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise). Every effort has been made to obtain permission to use all copyrighted illustrations reproduced in this book. Nonetheless, whosoever believes to have rights to this material is advised to contact the publisher. TABLE OF CONTENTS Introduction 7 1 Decolonization, migration and the postcolonial bonus 23 From the Indies/Indonesia 26 From Suriname 33 From the Antilles 36 Migration and integration in the Netherlands
    [Show full text]
  • Uva-DARE (Digital Academic Repository)
    UvA-DARE (Digital Academic Repository) Hoe Nederland Indië leest Hella S. Haasse, Tjalie Robinson, Pramoedya Ananta Toer en de politiek van de herinnering Snelders, L.L. Publication date 2018 Document Version Other version License Other Link to publication Citation for published version (APA): Snelders, L. L. (2018). Hoe Nederland Indië leest: Hella S. Haasse, Tjalie Robinson, Pramoedya Ananta Toer en de politiek van de herinnering. General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:02 Oct 2021 Summary How the Netherlands Read the Indies. Hella S. Haasse, Tjalie Robinson, Pramoedya Ananta Toer and the Politics of Memory. Introduction The Dutch East Indies (Dutch colonial Indonesia) is a place and a time in one, a country impossible to return to.
    [Show full text]