Over Multatuli. Jaargang 32. Delen 64-65
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Over Multatuli. Jaargang 32. Delen 64-65 bron Over Multatuli. Jaargang 32. Delen 64-65. Bas Lubberhuizen, Amsterdam 2010 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_ove006201001_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. i.s.m. 3 [Nummer 64] Ten geleide De vorm is vreemd. Doch dit zal te meer belangstelling wekken. (W.J.C. van Hasselt aan Multatuli, 16 mei 1860) De meest uiteenlopende karakteriseringen zijn in de loop van de afgelopen 150 jaar voor Max Havelaar gebruikt: beroemdste boek uit de Nederlandse letterkunde, the book that killed colonialism, persoonlijk appèl, politiek statement dat de gezapigheid van de negentiende-eeuwse romanschrijverij voorgoed verstoorde, puntjesuitgave, the greatest mess possible, fureur der verachting, het boek... om er een paar te noemen. De Max is dan ook vanaf 1860 van allerlei kanten bezien: vanuit de romantiek, de literatuurhistorie, de koloniale geschiedenis, de rechtspraktijk, de editiewetenschap, de vertaalwetenschap, de nationale en internationale neerlandistiek, het feminisme en vele, vele andere. Ondanks vele synthesewerken over Max Havelaar bleven de afgelopen decennia ook de analyses van deelfacetten van het boek verschijnen. Deze speciale jubileumeditie van Over Multatuli, die uitkomt naar aanleiding van het Multatuli-jaar 2010, presenteert de nieuwste visies op diverse aspecten van de Havelaar. Het werk is vanaf 2006 geijkt als canonicaal boek, dat mogelijk in een niet te verre toekomst opgenomen zal zijn in de UNESCO-Werelderfgoedlijst. We hopen dat het gebodene de analytici en synthetisten in spe tot tegenspraak mag prikkelen en zal aanzetten tot vervolgdebatten over de woordelijke neerslag van de strijd die meer dan 150 jaar geleden werd gevoerd door Eduard Douwes Dekker, in zijn tijd en in zijn Nachleben waar wijzelf en vele anderen na ons deel van uitmaken. Ook in toekomstige jaargangen van Over Multatuli. De redactie Over Multatuli. Jaargang 32. Delen 64-65 4 Max Havelaar en het wereldwijde web Annemarie Kets ‘Lieve hart mijn boek is af, mijn boek is af!’ schreef Multatuli op 13 oktober 1859 aan zijn vrouw Tine, niet vermoedend dat de voltooiing van Max Havelaar 150 jaar later gevierd zou worden met een speciaal Google logo. Het logo toont, aldus het Google Weblog, ‘een typisch Indonesische sfeer met de koffieplantage, de letter “o” als hutjes, de letter “l” als het boek Max Havelaar en de letter “e” als koffieboon’. Dezelfde dag nog kwamen er enthousiaste reacties binnen (‘ik vind max havelaar een goeie gast’) en ontspon zich een discussie over het belang van Multatuli's roman. Waarom Max Havelaar die ‘een beetje eerlijk’ wil zijn, wel eren en niet ‘de slaven’ die Nederland ‘heeft lopen verkopen verschepen en mishandeld’, was de retorische vraag van een zekere wft. Prompt kwam er een reactie van ‘kwebbel’: ‘Ik zal t boek maar eens gaan lezen als ik jou was. Misschien dat je dan begrijpt waarom Google juist voor deze man en dit boek een logo maakt.’ Geheel in de geest van Multatuli, zo'n discussie, en een bewijs dat zijn roman anderhalve eeuw na dato nog steeds alive and kicking is. Dat Max Havelaar al die 150 jaar springlevend is gebleven, blijkt ook uit de vele en verschillende verschijningsvormen die het boek sinds 1859 heeft aangenomen. Alleen al een snelle zoekactie in de catalogus van de Koninklijke Bibliotheek levert voor het trefwoord ‘max havelaar’ een kleine tweehonderd resultaten op. Ik ken geen andere Nederlandse roman, die zo vaak vertaald, hertaald, bewerkt, gebloemleesd en geëditeerd is als de Havelaar. En dan zijn er ook nog talrijke adaptaties naar andere kunstvormen, zoals toneel, film, muziek en musical. Multatuli heeft zich hiermee gevoegd in het illustere gezelschap van groten als Homerus, Shakespeare, Goethe en Proust. Maatschappelijke manifestaties zijn er ook: behalve het al genoemde Google logo, ook de onlangs uitgegeven 5 euromunt ter ere van Max Havelaar en natuurlijk het gelijknamige keurmerk voor Fair Trade producten. Over Multatuli. Jaargang 32. Delen 64-65 5 Max Havelaar als inspiratiebron voor velen - een beter bewijs voor de enorme impact van dit boek is er niet. Google logo voor Nederland in het Max Havelaar-jaar 2010. Grote afwezige bij al deze rijkdom is het wereldwijde web. Natuurlijk, Max Havelaar staat online, maar er is nog geen digitale representatie die recht doet aan het bijzondere karakter van Multatuli's meesterwerk. Terwijl het medium zich daar toch bij uitstek voor leent. Neem bijvoorbeeld de verwevenheid van fictie en feiten, door Multatuli ingezet als een strategisch instrument, waardoor zijn boek begint als een roman en eindigt als een aanklacht tegen het koloniale systeem. ‘[I]k begin als een gekke roman, los en luchtig’, schreef hij aan zijn vrouw, ‘en zeer langzaam haal ik het lijntje in, zoodat het slot eigenlijk donder en bl[iksem] is.’ Dat effect bereikte hij vooral door in toenemende mate te verwijzen naar, of te citeren uit officiële stukken, zoals regelingen uit het Staatsblad, ambtelijke correspondenties en Koloniale verslagen. Veel van die brieven en documenten zijn bewaard gebleven, getraceerd en vaak ook uitgegeven (in de delen VIII-XXV van Multatuli's Volledige Werken). Hetzelfde geldt voor de talrijke (kritische) recensies en polemieken naar aanleiding van de Havelaar, waarop Multatuli in een uitvoerig notenapparaat bij zijn eigen werk - de ‘Aanteekeningen en Ophelderingen’ uit 1875 en 1881 - reageerde. De roman Max Havelaar is met andere woorden, door toedoen van zijn schepper én van diens tijdgenoten, op talrijke plaatsen gekoppeld - oftewel gelinkt - aan toenmalige gebeurtenissen en debatten. Debatten, waar wij in deze tijd niet meer het fijne van weten en waar we dus verklarende noten bij nodig hebben. En dat alles schreeuwt om een online-presentatie met de roman als kern, met van daaruit, op alle voorkomende plaatsen, een link naar de contemporaine documenten - full text en in facsimile - en naar de bijbehorende toelichtingen uit later tijd. Niet alleen met de buitenwereld ging Multatuli voortdurend in discussie, ook met zichzelf voerde hij een permanente dialoog. Steeds weer kwam hij terug op eerdere thema's en steeds weer plaatste hij kanttekeningen bij vroegere opvattingen. Het Over Multatuli. Jaargang 32. Delen 64-65 6 sterkst komt dat natuurlijk naar voren in de zeven bundels Ideën, maar ook de Havelaar is niet los te zien van vroeger en later werk. Om dit, voor Multatuli's werkwijze zo kenmerkende, aspect zichtbaar te maken zou zijn hele oeuvre online beschikbaar moeten komen, opdat nu nog verborgen onderlinge verbanden via hyperlinks expliciet aan elkaar gekoppeld kunnen worden. Dat zou een prachtig beeld opleveren van de coherentie, de interconnectivity en de ontwikkeling binnen zijn oeuvre. Dan zou bij voorbeeld zichtbaar worden dat de kwestie-Lebak weliswaar de aanleiding was tot het schrijven van de Havelaar, maar dat kenmerkende bouwstenen van dat boek - zoals de opsomming in het Pak van Sjaalman, de splitsing van één persoonlijkheid over meer personages en zelfs de uitroep ‘Ik heb veel geleden’ - al voorkomen in de Brief aan Kruseman uit 1851. De mogelijkheden van het wereldwijde web voor het boek dat is uitgeroepen tot het belangrijkste werk uit de Nederlandse literatuur zijn hiermee bij lange na nog niet uitgeput. Nog één dringende wens ter afsluiting. Er zijn lezers die Max Havelaar een ‘wonderlijk allegaartje’ vinden. Maarten 't Hart bijvoorbeeld. Die stelde zich voor hoe het boek was ontstaan: ‘Je begon gewoon aan een verhaal over een Droogstoppel, en als je niet meer verder wist, begon je aan een heel ander verhaal over Max Havelaar. Om aan lengte te komen [...] voegde je een lijst van wel zes bladzijden in met een volstrekt willekeurige opsomming van onderwerpen die je al bladerend zo uit een encyclopedie zou kunnen overschrijven.’ En zo verder en zo voort, over de ingelaste gedichten, het sprookje over de steenhouwer, het ‘roerend[e], maar met de rest van de inhoud weinig samenhangend[e] verhaal over Saïdjah en Adinda’ en de ambtelijke brieven. Nu maakt Max Havelaar bij eerste lezing inderdaad vaak een chaotische indruk, zo heb ik in contacten met studenten wel ervaren. En mijn ervaring is ook dat het niet eenvoudig is om hen ervan te overtuigen dat de verschillende onderdelen bij nader inzien een hecht geconstrueerd geheel vormen. Om te beginnen zijn er de drie verhaallijnen, die zich afspelen op verschillende plaatsen en in verschillende tijden. De samenhang daartussen is in een webpresentatie prachtig te visualiseren met behulp van topografische kaarten, met daarop de belangrijkste feiten uit het leven van het centrale personage in hun onderlinge samenhang. Waar ik het in mijn wetenschappelijke Havelaar-editie uit 1992 nog moest doen met een acht pagina's lange opsomming van biografische feiten en twee uitvouwkaarten (van de Indische Archipel en van Java), kunnen we nu in één oogopslag de omzwervingen van de hoofdfiguur in ruimte en tijd zichtbaar maken. Die hoofdpersoon treedt op onder drie verschillende namen: Sjaalman, Havelaar en Multatuli. Gaandeweg en heel geraffineerd maakt de auteur duidelijk dat zij veel gemeenschappelijk hebben, bijvoorbeeld qua uiterlijk, familieomstandigheden, Indische carrière en literaire aspiraties. Zo blijkt langzaam maar zeker dat zij gedrieën drie stadia van één levensgeschiedenis uitbeelden. Over Multatuli. Jaargang 32. Delen 64-65 7 Havelaar zet zich, zolang het kan, in voor de onderdrukte Javaan, daarna wordt hij onder de naam Sjaalman martelaar voor de goede zaak. En ten slotte zet hij als Multatuli zijn strijd voor gerechtigheid voort met het boek dat de lezer op dat moment in handen heeft. Ook voor dit ingewikkelde aspect van de Havelaar biedt een webpublicatie prachtige oplossingen, bijvoorbeeld door overeenkomstige motieven aan elkaar te koppelen en oproepbaar te maken. Dat levert reeksen van motieven en submotieven op, die, naar wens in de volgorde van de roman of in chronologische volgorde, zichtbaar gemaakt kunnen worden. Max Havelaar is anderhalve eeuw lang voor opeenvolgende generaties een bron van inspiratie geweest.